Duurzaamheid & Energiegids editie 4 van 2025

Page 1


Vakbeurs PREFAB voor industrieel en modulair

bouwen en renoveren

Jaargang 3 | Editie 4 | oktober 2025

Vakbeurs Energie toont verbruiksbesparende oplossingen

DEDuurzaamheid & Energiegids

Powered by NBD & HC

Rotterdamse daken als voorbeeld voor de stad

Dakgoten en hemelwaterafvoer van gerecycled aluminium

Glas voor comfort, duurzaamheid en energiebesparing

Aluminium dakgootsysteem uit Noorwegen

u100% gerecycled aluminium u100% emissievrij geproduceerd

uLicht van gewicht

uVandalismebestendig

uMakkelijk te monteren

uVoor professional en DHZ-er

Het dakgootsysteem zien en vasthouden? Scan dan de QR-code voor het maken van een afspraak. Bellen kan natuurlijk ook.

Duurzaamheid & Energiegids

Duurzaamheid & Energiegids is een print en online uitgave van Jetvertising b.v., onder redactie van Nederlandse Bouw Documentatie en De HandelsCourant.

Uitgever

Jetvertising b.v.

Tiendweg 12

2671 SB Naaldwijk

Tel. +31 (0)70 - 399 00 00 directie@jetvertising.nl

9 Duurzaam, sterk en eenvoudig te monteren alternatief voor zink en PVC

16 Rotterdamse daken als voorbeeld voor de stad

20 Vakbeurs PREFAB

24 Glas voor comfort, duurzaamheid en energiebesparing

32 Vakbeurs Energie

5 Kort Nieuws 14 Project in Beeld 30 Project in Beeld 40 Project in Beeld 45 Agenda

Redactie

Gebouwde omgeving Nederlandse Bouw Documentatie (NBD-Online) redactie@jetvertising.nl

Industrie

De HandelsCourant (HC) redactie@jetvertising.nl

Persberichten info@jetvertising.nl

Vormgeving MSU

Nikkelstraat 1C 8211 AJ Lelystad

Advertenties

Jetvertising b.v. Tiendweg 12 2671 SB Naaldwijk

Tel. +31 (0)70 - 399 00 00 rob@jetvertising.nl

Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, gekopieerd of hergebruikt zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever.

Nederlandse bedrijven investeren massaal in digitale infrastructuur

De Nederlandse economie digitaliseert in hoog tempo. Dat vraagt om stevige investeringen in de onderliggende infrastructuur. Bedrijven, overheden en internationale techgiganten steken miljarden in netwerken, datacenters en digitale technologieën. Experts waarschuwen dat blijvende investeringen noodzakelijk zijn om deze goede positie van Nederland vast te houden.

De digitale infrastructuur in Nederland ontwikkelt zich razendsnel en is inmiddels een pijler van de economie. Uit cijfers van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat blijkt dat de sector jaarlijks €24,2 miljard oplevert, goed voor ongeveer 2 procent van het BBP, en samen met toeleveranciers zo’n 200.000 banen

ondersteunt. Daarmee is de digitale infrastructuur niet langer slechts een technische basisvoorziening, maar een economische motor die van belang is voor de concurrentiepositie van Nederland.

BEDRIJVEN LOPEN VOOROP IN INVESTERINGEN

Dat bedrijven deze rol onderkennen, blijkt uit de nieuwste cijfers van de Europese Investeringsbank. In 2024 investeerde maar liefst 97 procent

Groeiende belangstelling voor compacte bedrijfsruimte

De vraag naar compacte, zelfstandig te gebruiken bedrijfsruimte blijft groeien. Recente cijfers uit de vastgoedsector wijzen op een duidelijke trend: ondernemers én beleggers kiezen vaker voor eigendom van kleinere bedrijfseenheden als alternatief voor huren of woningbeleggingen. Steeds meer ondernemers en particuliere beleggers kiezen ervoor om een bedrijfspand te kopen, met name in het segment van kleinere, zelfstandig inzetbare bedrijfsunits.

Uit cijfers van NVM Business blijkt dat in 2024 circa 5,5 miljoen m² bedrijfsruimte werd opgenomen, een stijging van 13 % ten opzichte van het jaar ervoor. De belangstelling concentreert zich steeds vaker op kleinere eenheden onder de 1.000 m², met een groeiende voorkeur voor units tussen de 80 en 150 m². Ook het beleggingsvolume groeit stevig: met een totaal van €2,6 miljard in 2024 en een verwachte doorgroei naar meer dan €3 miljard in 2025 blijft het segment interessant, ondanks bredere economische onzekerheid.

De gemiddelde omvang van nieuwe bedrijfsunits daalde in 2024 naar 134 m², tegenover circa 160 m² tien jaar eerder. Deze schaal sluit aan bij de behoefte van kleinere bedrijven en zelfstandigen die zoeken naar zelfstandige ruimte voor opslag, lichte productie of kantoorwerk.

Naast de toegenomen vraag speelt ook de schaarste aan nieuwe ontwikkellocaties een rol. Door grondgebrek, stikstofwetgeving en netcongestie blijven grootschalige projecten achter. Medio 2025 stonden naar schatting 12.000 bedrijven op een wachtlijst

voor stroomaansluitingen, wat de druk op bestaande kleinschalige objecten verhoogt.

Vastgoedadviseurs en ontwikkelaars signaleren dat de combinatie van stabiel rendement, directe kasstroom en lage reguleringsdruk het segment aantrekkelijk maakt voor beleggers. In tegenstelling tot woningverhuur geldt bij zakelijke units geen huurplafond of bewoningsplicht. Daardoor is het beheer overzichtelijker en zijn verhuuropbrengsten voorspelbaarder. erwacht wordt dat de belangstelling voor kleinschalig bedrijfsvastgoed voor beleggers de komende jaren verder toeneemt, zeker in stedelijke regio’s waar ruimte schaars blijft. De trend lijkt structureel: compacte bedrijfsunits zijn inmiddels een volwaardige categorie binnen zakelijk vastgoed, zowel qua gebruik als qua beleggingsstrategie.

van de Nederlandse ondernemingen, aanzienlijk meer dan het EU-gemiddelde van 87 procent. Daarbij omarmen bedrijven in ons land digitale technologieën sneller: 90 procent gebruikt geavanceerde digitale oplossingen, tegenover 74 procent in de rest van Europa. Ook de Rabobank ziet deze trend terug in haar kwartaalmonitor, waarin onder meer een groei van het dataverkeer met 11,5 procent en een uitbreiding van glasvezeldekking naar 86 procent werd gemeld.

STRATEGISCHE KEUZES EN GROTE NAMEN

De groeiende investeringsdrang beperkt zich niet tot het MKB. Ook grote techbedrijven trekken forse bedragen uit voor de Nederlandse digitale infrastructuur. Zo kondigde Google in 2024 een investering van €600 miljoen aan voor een nieuw datacenter in Groningen, waarmee de totale uitgaven van het concern in Nederland oplopen tot ruim €3,8 miljard. Dergelijke projecten creëren nieuwe banen en versterken bovendien de internationale positie van Nederland als digitale toegangspoort van Europa.

URGENTIE EN

TOEKOMSTBESTENDIGHEID

Ondanks deze positieve cijfers waarschuwen brancheorganisaties dat de huidige sterke positie niet vanzelfsprekend is. Met de opkomst van kunstmatige intelligentie, edge computing en quantumtechnologieën is de druk groot om door te investeren. Betrouwbare en stabiele zakelijke netwerken, zoals het zakelijk internet van Eurofiber, worden gezien als belangrijke basis om innovaties mogelijk te maken en bedrijven te beschermen tegen de toenemende cyberdreiging. De komende jaren zullen laten zien of Nederland zijn positie weet vast te houden door de digitale infrastructuur blijvend te versterken.

Foto: door Stockphotos.com

Technieksector heeft komende vijf jaar 121.000 nieuwe vakmensen nodig

De Nederlandse technieksector staat voor een grote uitdaging. Uit de Arbeidsmarktprognose 2025-2029 van opleidingsfonds Wij Techniek blijkt dat de sector de komende vijf jaar maar liefst 121.000 nieuwe werknemers nodig heeft. Deze instroom is noodzakelijk om de verwachte groei te realiseren en de uitstroom van circa 118.000 medewerkers op te vangen. Vooral zij-instromers zijn van cruciaal belang: 70% van de nieuwe vakmensen moet uit deze groep komen.

Na een verwachte daling in 2025, groeit de werkgelegenheid in de branche vanaf volgend jaar met ongeveer 0,5% per jaar. Het aantal zelfstandigen groeit sneller, waarschijnlijk met zo’n 1,5% per jaar. Er is vooral veel vraag naar werkvoorbereiders, monteurs en gespecialiseerde technici.

70%

ZIJINSTROMERS

Ondanks de daling van het aantal jongeren en de teruglopende studentenaantallen, wordt er voor de technieksector geen afname van de instroom vanuit het beroepsonderwijs verwacht. Toch blijft de zij-instroom de belangrijkste bron van nieuwe instroom in deze sector. Maar liefst 70% van de instroom in de techniek komt van zij-instromers: mensen die een carrièreswitch maken en vanuit andere sectoren kiezen voor een loopbaan in de techniek.

VERHOGING

ARBEIDSPRODUCTIVITEIT IS CRUCIAAL

Voorzitter Mark Harbers van Techniek Nederland ziet de oplossing niet alleen in het aantrekken van nieuwe mensen: ‘We moeten het technisch

DIGITALE VAARDIGHEDEN STEEDS BELANGRIJKER

De toenemende complexiteit van installatieprojecten maakt digitale vaardigheden onmisbaar. Bedrijven die investeren in scholing en digitale kennis hebben volgens het rapport een aanzienlijk voordeel bij het aantrekken én behouden van personeel.

beroepsonderwijs aantrekkelijker maken, zij-instroom stimuleren én onze mensen voor de sector behouden. Maar daarmee alleen redden we het niet. Verhoging van de arbeidsproductiviteit is cruciaal. Door AI, robotisering, digitalisering en industrieel produceren kunnen we méér werk verzetten met hetzelfde aantal mensen. Innovatie biedt enorme kansen om de technieksector uit te laten groeien tot koploper van de Nederlandse economie.’

Foto: Stockphotos.com

Huidige infrastructuur EU remt economische groei

De EU investeert jaarlijks 2-3% van het bbp in infrastructuur. Eind vorige eeuw was dat nog gemiddeld 5-7%. Deze onder-investering remt de economische groei in toenemende mate. Alleen al voor de energie-infrastructuur moet de EU jaarlijks minimaal 110 tot 150 miljard dollar (93,5 tot 127,5 miljard euro) extra investeren. Voor het upgraden van digitale- en transportvoorzieningen in de EU is jaarlijks 340 miljard dollar (289 miljard euro) nodig. Dat blijkt uit een recent rapport van kredietverzekeraar Allianz Trade.

Volgens de onderzoekers kost de verouderde of ontoereikende infrastructuur de EU jaarlijks een procentpunt van het bbp aan groei. De investeringsbehoefte voor Nederland voor de komende tien jaar wordt geschat op 32,2 miljard dollar (27,4 miljard euro) per jaar (exclusief maatregelen voor het energienet). Volgens Johan Geeroms (Allianz Trade) zijn er duidelijke knelpunten die om aandacht schreeuwen. Voor Nederland zijn, naast het elektriciteitsnet, de grootste investeringen nodig voor wegen en haveninfrastructuur. “Dat is logisch. Onder meer vanwege het belang van de Rotterdamse haven. Ook is het land dichtbevolkt met veel congestie door de extreme verkeersstromen.”

ENERGIENETWERK

De energietransitie blijkt wereldwijd de grootste aanjager van infrastructuurinvesteringen. Naar verwachting is wereldwijd 70% van alle infrastructuurinvesteringen tot 2035 gerelateerd aan energie. Geeroms: “In Europa ligt de focus op de uitrol van wind- en zonne-energie, maar juist de bijbehorende elektriciteitsnetwerken blijven achter. Zonder versterking van het netwerk kunnen duurzame opwekking en opslag niet rendabel of veilig worden aangesloten. Die onzekerheid rond de elektriciteitsvoorziening is voor bedrijven natuurlijk fnuikend.”

Niet alleen de energiemarkt kampt met capaciteitsproblemen. Dat geldt

ook voor de digitale infrastructuur (glasvezel, mobiele netwerken, datacenters, etc.). Geeroms: “Nederland heeft nu nog één van de best presterende digitale netwerken van Europa. Maar om die positie te behouden en te voorkomen dat we achteropraken, zijn forse nieuwe investeringen nodig. Vooral datacenters, telecom- en glasvezelverbindingen vereisen uitbreiding en verduurzaming, mede vanwege de exponentieel stijgende vraag door AI, cloudoplossingen en digitalisering in het bedrijfsleven. De netcongestie is daarbij een hardnekkig obstakel.”

Daarnaast groeit de vraag naar logistieke infrastructuur. Door geopolitieke spanningen en pandemie-gerelateerde verstoringen kiezen Europese landen er steeds vaker voor om productie dichter bij huis te halen. Dit zogenaamde ‘friendshoring’ of ‘reshoring’ vergt massale investeringen in binnenlandse havens, wegen, spoorverbindingen en opslagcapaciteit. Europese landen, waaronder Nederland met de Rotterdamse haven, spelen een sleutelrol in deze herconfiguratie van toeleveringsketens.

FINANCIERS

Opvallend is de veranderende rol van private investeerders. Was private financiering voorheen aanvullend op overheidsinvesteringen, nu is privaat kapitaal het fundament van veel grootschalige projecten. Het wereldwijd beheerde vermogen in niet-beursgenoteerde infrastructuuractiva is gegroeid van minder dan 25 miljard dollar in 2005 naar meer dan 1,5 biljoen dollar in 2024, zo blijkt uit het rapport. De focus verschuift daarbij van traditionele sectoren zoals wegen en nutsvoorzieningen naar digitale infrastructuur, energieopslag en smart grids. Voor investeerders bieden deze assets aantrekkelijke, inflatie-geïndexeerde rendementen met relatief laag risico.

Foto: Stockphotos.com

Zuid-Holland vervangt oude hoogovenslakken met schoon materiaal bij aanleg busbaan

De provincie Zuid-Holland laat circa 6.000 ton hoogovenslakken verwijderen, die bij wegwerkzaamheden ontdekt zijn. De hoogovenslakken werden aangetroffen bij de aanleg van de vrijliggende busbaan tussen Leiden en Katwijk.

Uit testen bleek dat het materiaal onder de geldende milieunormen veilig genoeg is om hergebruikt te mogen worden. Toch heeft de provincie ervoor gekozen om de hoogovenslakken volledig te verwijderen. De kosten hiervan – ongeveer €400.000 – worden gedragen door de provincie en maken onderdeel uit van het bredere projectbudget voor de aanleg van de busbaan.

ZORGVULDIGHEID VOOROP

“Hoewel het materiaal nog voldoet aan alle geldende normen, hebben we toch besloten om het niet terug te brengen onder de weg,” vertelt provinciebestuurder Frederik Zevenbergen (Verkeer, vervoer en OV). “We kiezen bewust voor een duurzamer en toekomstbestendig alternatief, waarbij de bodemkwaliteit en veiligheid beter te garanderen vallen.”

De slakken zijn zo’n 40 jaar geleden gebruikt als wegfundering, toen de potentiële risico’s voor de omgeving nog niet bekend waren. Als wegfundering kwamen de slakken weinig in contact

met regen- en grondwater. Daardoor is de kans klein dat gevaarlijke stoffen in de omgeving zijn beland.

De provincie verwacht geen vertraging bij de aanleg van de nieuwe busbaan door het vervangen van het

Prefab houtbouw

materiaal. De verwijdering vindt plaats in de fundering van de oude parallelwegen. Deze parallelwegen worden weggehaald omdat de busbaan op die plek komt te liggen. Naast de aanleg van de nieuwe vrijliggende busbaan worden er veel extra werkzaamheden gedaan, zoals een fietstunnel, nieuwe viaducten en groenzones. In juli 2026 is het project gereed.

Foto: ANP

De woningbouw is altijd in beweging. Innovatie, efficiëntie en duurzaamheid zijn niet langer luxe termen, maar harde eisen binnen de hedendaagse bouwsector. Een ontwikkeling die hierin duidelijk naar voren komt, is prefab woningbouw. Wat voorheen werd gezien als een snelle en sobere bouwoplossing, is inmiddels uitgegroeid tot een volwaardig alternatief voor traditionele bouw.

Prefab woningbouw zorgt voor aanzienlijk kortere bouwtijden, minder faalkosten, minder materiaalverspilling en minder overlast op de bouwplaats. Dankzij technologische ontwikkelingen is prefab bovendien veel flexibeler geworden dan vroeger. Niet alleen de bouwsnelheid, maar ook de hoge mate van precisie en kwaliteits-

controle in een geconditioneerde omgeving zijn voordelen.

PREFAB EN HOUT: EEN NATUURLIJKE MATCH

Een opvallende trend is de opkomst van prefab houtbouw. Hout is sterk, goed te bewerken en bovenal een hernieuwbare grondstof. Wanneer het hout afkomstig

is uit duurzaam beheerde bossen, draagt prefab houtbouw bij aan een lagere CO₂-uitstoot en een circu-

laire bouweconomie. Daarbij is het esthetisch aantrekkelijk en sluit het naadloos aan op de huidige

Volledige controle over energieverbruik?

SDM72 series MID gekeurd

• 3 fase 100A

• Duidelijke LCD display

• Verkrijgbaar in diverse modellen

> D, Standaard model

> Bi, Met separaat register import en export

> DR, Met separaat register welke welke resetbaar is

> DM, met RS485 Modbus

• Allen MID gekeurd, dus toegestaan voor verrekening

woonwensen met een natuurlijke uitstraling.

Zo is prefab is bij uitstek geschikt voor mantelzorgwoningen. Deze woonvorm vereist vaak snelheid, flexibiliteit en een toekomstbestendige afwerking. Een complete prefab mantelzorgunit kan binnen enkele maanden gerealiseerd worden, inclusief isolatie en afwerking. Zo wordt op korte termijn voorzien in een zorgbehoefte, zonder in te leveren op woonkwaliteit of uitstraling. Waar prefab voorheen vooral werd toegepast bij grootschalige projecten, is het nu ook aantrekkelijk voor kleinschalige projecten waarbij er volop ruimte is voor persoonlijke stijl, unieke indelingen en verduurzaming.

Foto: Stockphotos.com

Modbus MID

• 3 fase 100A of -/5A i.c.m. stroomtrafo’s

• Meet kWh Kvarh, KW, Kvar, KVA, P, F, PF, Hz, dmd, V, A, etc.

• Bidirectionele meting, import en export

• RS485 Modbus

• MID gekeurd, mag voor verrekening gebruikt worden Direct uit voorraad leverbaar Direct

Grøvik stelt: ‘Het duurt maar even om te monteren. Gaat een leven lang mee. Kan voor eeuwig gerecycled worden. Maar even, het leven en de eeuwigheid. Drie uitersten waar je niet aan denkt bij het kopen van een dakgoot. Maar dat zou je eigenlijk wel moeten doen.’

René Donkers brengt samen met zijn compagnon Dick Stam, tevens eigenaar van Holland Goot, het Noorse dakgootsysteem Grøvik op de Nederlandse markt. De uitsluitend van gerecycled aluminium gemaakte goten en hemelwater afvoeren, zijn gemakkelijk zelf te monteren en gaan een leven lang mee. Uitbouwen en tuinhuisjes hebben nu een duurzaam, stevig alternatief voor het veel toegepaste PVC. Het is momenteel via de bouwmarkt verkrijgbaar maar nu ook de professionals architecten en gebouwbeheerders van woningcorporaties het gemak en de levensduur ontdekken, verwacht Donkers dat de Grøvik producten ook in Nederland steeds vaker zullen worden toegepast.

Duurzaam, sterk en eenvoudig te monteren alternatief voor zink en PVC

Dakgoten en hemelwaterafvoer van gerecycled aluminium

Het dakgootsysteem van Grøvik is in Noorwegen al sinds de jaren zestig een vaste waarde in de bouw. Daar is het niet meer dan normaal dat een dakgoot van stevig aluminium aan de gevel hangt. “In Scandinavië wordt veel gevraagd van bouwmaterialen,”

vertelt René Donkers, die samen met Dick Stam Grøvik naar Nederland haalde. “Het moet eenvoudig te monteren zijn, bestand tegen sneeuw- en ijsbelasting zijn en tientallen jaren kunnen meegaan. Grøvik voldoet daar moeiteloos aan.”

Via een persoonlijke ontmoeting ontstond er rond 2010 een exclusieve samenwerking tussen Donkers’ compagnon en de Noorse fabrikant. Aanvankelijk bleef het product op de plank liggen, maar vier jaar geleden besloot Donkers, met zijn achtergrond in mar-

Door

keting en communicatie, het systeem breed in Nederland te introduceren.

Inmiddels is Grøvik dus verkrijgbaar bij Hubo en groeit de belangstelling bij zowel consumenten als professionals.

DUURZAAM ALTERNATIEF VOOR

PVC EN ZINK

Jarenlang waren PVC en zink de standaard voor dakgoten en hemelwaterafvoeren in Nederland. Toch staan deze materialen steeds vaker ter discussie. PVC veroudert snel, is kwetsbaar en heeft een beperkte levensduur. Zink oogt fraai, maar kent milieu-uitdagingen: het kan schadelijke stoffen uitlogen in de bodem.

“Het is zonde om bij een aanbouw of tuinhuis van tienduizend euro een simpele PVC-goot te hangen,” zegt Donkers. “Met Grøvik bieden we een alternatief dat net zo eenvoudig te verwerken is, maar dat veel sterker en duurzamer is. En omdat het van gerecycled aluminium wordt gemaakt, draagt het ook bij aan een circulaire bouweconomie.”

Het Grøvik-systeem onderscheidt zich volgens Donkers door drie kwaliteiten:

• Eenvoudige montage: de goten bestaan uit losse componenten die eenvoudig in elkaar klikken. Alleen de eindkappen worden verlijmd.

• Levensduur: aluminium gaat decennialang mee zonder zijn kwaliteit te verliezen.

• Recycling: het materiaal is eindeloos recyclebaar zonder verlies van eigenschappen.

“Je hebt geen specialist nodig om Grøvik te plaatsen,” legt Donkers uit. “Met een beetje doe-het-zelfervaring monteer je het systeem zelf. Dat maakt het interessant voor de particuliere markt, maar ook voor aannemers en woningcorporaties die zoeken naar onderhoudsarme oplossingen.”

Wie in Noorwegen rondloopt, ziet dat de dakgoot een ander karakter heeft dan in Nederland. Waar hier vaak wordt gekozen voor grote goten die onderdeel uitmaken van de gevel, zijn Noorse goten juist praktisch en strak uitgevoerd. “Daar draait het puur

om watermanagement”, zegt Donkers. “Een Grøvik-goot is licht, maar oersterk. Het systeem kan moeiteloos de belasting van sneeuw en ijs aan. Dat robuuste karakter maakt het ook in Nederland aantrekkelijk.”

Een vorig jaar gepubliceerd EPD-document geeft de voetafdruk weer in duurzaamheid. De duurzame kwaliteit met 40 procent hergebruikt aluminium is al heel goed, maar eind vorig jaar is begonnen met het kopen van “Orbis” kwaliteit van het wereldwijd aluminium wals- en recyclingbedrijf Speira. Dat betekent dat het gegarandeerd is dat 75 procent van het aluminium dat in de legering wordt gebruikt, eerder is gebruikt.

Grøvik verwacht daarmee rond de 3,6 uit te komen (GWP-totaal A1-A3).

Deze score voor de productiefase (A1-A3) van een bouwmateriaal is een zeer goede tot uitstekende score, aangezien een lagere ‘Global Warming Potential’ (GWP)-waarde duidt op een lagere CO2-uitstoot en dus een kleiner broeikaseffect, dan veel conventionele materialen.

Een aandachtspunt blijft het transport vanuit Noorwegen. Aluminium is licht, maar de lengtes vragen om efficiënte logistiek. “Het begint met volume,” legt Donkers uit. “Hoe meer vraag er komt, hoe beter we transport en distributie kunnen organiseren.”

MATEN EN KLEUREN VOOR DE NEDERLANDSE MARKT

De Grøvik dakgoten staan in de Nederlandse bouwmarkt in lengtes van vier meter respectievelijk 125 en 150 mm breed en regenpijpen in lengtes van drie meter, speciaal afgestemd op de retailmarkt. Omdat esthetiek minstens zo belangrijk is als functionaliteit, levert Grøvik het systeem in acht kleuren. We hebben hier het consumentenassortiment alleen in zwart en in zilver, de onbehandelde variant.”

De kracht van het systeem zit in de eenvoud. Grøvik levert koppelstukken met een vijflaags neopreen inlage die de verbinding waterdicht en flexibel houden. “Daardoor kan de goot uitzetten en krimpen zonder dat er lekkages ontstaan,” legt Donkers uit. “Geen gesoldeerde naden die verzwakken, maar slimme verbindingen die je zo monteert. Het is een systeem dat letterlijk een leven lang meegaat.”

De beugels, boutjes en moertjes worden meegeleverd. Alleen de schroeven haalt de gebruiker uit het standaardassortiment van de bouwmarkt. “Zo blijft het overzichtelijk en gebruiksvriendelijk.” Ook in Nederland zet Donkers in op zichtbaarheid. Montagevideo’s, productdemonstraties en een duidelijke presentatie in de bouwmarkt moeten de naamsbekendheid vergroten. “Je moet het product vast kunnen houden, zien en begrijpen. Dan ben je meteen overtuigd.”

PROFESSIONELE MARKT

“We leveren voor projecten in de professionele bouw ook andere maten en kleuren. De eerste focus lag op consumenten die via bouwmarkten toegang kregen tot Grøvik. Inmiddels breidt het bereik zich uit naar professionals. Architecten, aannemers en woningcorporaties ontdekken het gemak en de levensduur. Ik merk dat de vraag vanuit de professionele hoek groeit”, zegt Donkers. “Een woningcorporatie wil onderhoudskosten minimaliseren en kiest daarom liever voor aluminium dan voor PVC. Ook architecten

schrijven Grøvik steeds vaker voor in duurzame projecten.”

Een sprekend voorbeeld komt uit België, waar een architect het systeem voorschreef in een groenbouwproject. “De aannemer belde mij direct,” vertelt Donkers. “Ik heb nog geen distributie in België, maar de architect wist dat dit de juiste keuze was voor zijn klant. Dat soort signalen bevestigen dat we op de goede weg zitten.”

EEN CIRCULAIR PRODUCT MET

HISTORIE

De oorsprong van Grøvik ligt bij een Noorse uitvinder die in de jaren zestig vond dat het eenvoudiger en duurzamer moest kunnen. Hij ontwierp een systeem dat volledig uit gerecycled aluminium werd vervaardigd. Zijn uitgangspunt: aluminium produceren kost veel energie, maar recyclen kan eindeloos zonder kwaliteitsverlies.

Vandaag de dag wordt het systeem bij Grøvik in Ørsta geproduceerd, een enorme fabriek die volledig emissievrij draait en nauw samenwerkt met de Noorse overheid om circulaire productie te garanderen. Er is een water-

zuiveringsinstallatie in gebruik sinds 1995. Een vacuüm verdampingsinstallatie die het proceswater zuivert voor hergebruik. Ook beschikken ze over een gesloten systeem voor het emissie loos reinigen, aanbrengen en uitharden van de lak. “Daarmee is de duurzaamheidsclaim niet alleen een marketingverhaal, maar een feit”, benadrukt Donkers.

TOEKOMSTPERSPECTIEF

De ambities van Donkers zijn duidelijk: Grøvik moet in Nederland en België net zo vanzelfsprekend worden als in Scandinavië. “Maar Ik ben realistisch,” zegt hij. “Dit is geen project van twee jaar, het vraagt een lange adem. Ik geloof in dit product. Het is duurzaam, gebruiksvriendelijk en onderhoudsarm. Alles wat je zoekt in een dakgoot.”

René Donkers sluit af met een overtuiging die hem drijft: “Een Grøvik-goot hangt er over zestig jaar nog steeds. En dat zonder lekkage, zonder onderhoud en zonder schade aan het milieu. Dat is de kracht van gerecycled aluminium.”

Hout, bamboe, stoeptegels en hamerbox

Het zal één van de duurzaamste rijkskantoren van Nederland worden: Mandemaat 3 in Assen. In het ontwerp staan herbruikbare biobased materialen centraal. Als je het gebouw binnenkomt, kan dat uitgangspunt je niet ontgaan. Je wandelt een woud van blankhouten kolommen binnen. De vloeren zijn ook van hout. En als het kantoor eenmaal klaar is, zul je een gevel zien die is afgewerkt met bamboe.

Het gaat het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) niet alleen om biobased materialen als hout en bamboe. Even belangrijk is het hergebruik van bestaande materialen. De vloeren van Mandemaat 3 hebben uiteraard ook een ballastlaag nodig. ‘We hebben bedacht om daar oude stoeptegels voor te gebruiken. Voor stoeptegels als ballast was er niet echt een handleiding. En we hebben van het RVB hele specifieke geluidseisen gekregen waaraan ruimtes moeten voldoen. We hebben daarom geluidstesten in een proefopstelling gedaan. We hebben daar

een hamerbox ingezet die volgens de norm geluiden maakt die je gewoonlijk op kantoor hebt: lopen bijvoorbeeld of het gerammel van karretjes. Uiteindelijk zal er voor 10.000 vierkante meter aan stoeptegels in het gebouw gelegd worden. Kramer: ‘Het voordeel is ook dat het systeem met tegels heel modulair is. Als je de indeling wilt aanpassen, kun je tegels weghalen zonder iets te slopen en dus zonder materiaalverlies.’

De kennisdag Rethink Rooftops, die beleidsmakers, architecten en andere deskundigen uit heel Europa naar de Rotterdamse Dakendagen brengt, gaf dit jaar een bijzondere twist aan de multifunctionele invulling van de platte daken in de stad. Mattijs van Ruijven, hoofd stedebouwkundige van Rotterdam, pleit ervoor om het dak integraal onderdeel te maken van een bredere stedenbouwkundige visie, waarin het dak een rol vervult in de waterhuishouding, het voorkomen van hittestress maar ook een sociale functie vervult. Wie had gedacht dat de Rotterdamse Dakendagen in tien edities is uitgegroeid tot een gidsfunctie voor betere stedenbouw.

Rotterdamse daken als voorbeeld voor de stad

Door Ronald van Bochove
Hofbogenpark Rotterdam.
Foto: De Urbanisten

De tiende editie van het evenement trok in totaal 49.000 bezoekers, waarvan 35.000 de tentoonstelling en de Rooftop Roetsj, de blauwe glijbaan vanaf het dak van het op het Maritiem Museum de haven in, bezochten. Gedurende het festival waren er meer dan 40 verschillende daken in de stad open. Hoogtepunt voor professionals in de dakenbranche bouw is de internationale kennisdag Rethink Rooftops op 6 juli.

In de ochtend van de kennisdag spra-

ken diverse nationale en internationale deskundigen, het middagprogramma van de kennisdag bestond uit een variëteit aan activiteiten de stad. Rijksbouwmeester Francesco Veenstra kent het dak een bijzondere rol toe in zijn bijdrage aan het ochtendprogramma: “Daken zijn niet langer passieve oppervlakken. Ze zijn een vitale sociale infrastructuur voor een samenleving in transitie. Het is aan ons om deze verantwoordelijkheid met zorg, vakmanschap en lef aan te pakken.”

DAKEN IN EEN INTEGRAAL VERHAAL

Mattijs van Ruijven, hoofd stedenbouwkundige zoekt nadrukkelijk de verbinding van de stad en het dak. Hij noemt de drie pijlers van de stadsvisie van Rotterdam: “Visie 1 is dat we het samen moeten doen. Net als vandaag inspireren we elkaar. Je hebt alle mensen in je stad nodig om je stad te laten werken en er een leuke stad van te maken. Daarbij (als tweede pijler) moeten we ons eigen Rotterdams DNA behouden. We zijn geen Parijs, we niet Singapore. Maar hoe kunnen we onze stad laten opvallen en de kwaliteiten gebruiken met de kwaliteiten die we hebben. En de derde pijler is dat je er integraal naar moet kijken.” “De integratie van daken speelt een rol in het welzijn van de stad en haar bewoners. Die visie gaat veel verder dan het simpelweg vergroenen of benutten van daken; De dakontwikkeling moet een rol vervullen binnen een bredere stedelijke strategie die draait om duurzaamheid, sociale cohesie, betaalbaarheid en gezondheid.”

Van Ruijven benadrukt dat Rotterdam een stad is die voortdurend in ontwikkeling blijft en haar identiteit wil bewaren. Nieuwe ingrepen, zoals vergroening van pleinen, het terugdringen van autoverkeer en het creëren van ruimte voor natuur en mensen, zijn onderdeel van een bredere visie waarin ook daken een prominente rol spelen. Daken worden niet gezien als geïsoleerde elementen, maar als schakel in een netwerk van publieke ruimtes en voorzieningen dat bijdraagt aan een leefbare stad.

Als bijzonder voorbeeld noemt hij de ontwikkeling van het “highline”-dakpark op een oud spoorviaduct de Hofbogen. In een buurt met weinig groen en publieke ruimte wordt dit viaduct getransformeerd tot een park dat niet alleen recreatieve waarde biedt, maar ook functioneert als waterbuffer. Regenwater wordt opgevangen, gefilterd en diep in de bodem opgeslagen om in droge periodes te hergebruiken. Hier dragen daken bij aan klimaat-

adaptatie, biodiversiteit en de strijd tegen watertekorten – uitdagingen die juist in Rotterdam, met haar ligging onder zeeniveau, urgent zijn.

Van Ruijven vindt dat daken ingezet moeten worden voor sociale kwaliteit. Hij wijst op voorbeelden van scholen en wooncomplexen waar sportvelden, tuinen en ontmoetingsplekken op het dak zijn geïntegreerd. “Zulke voorzieningen versterken gemeenschapsvorming en zorgen dat mensen, zeker in

een steeds dichtere stad, toch ruimte hebben om elkaar te ontmoeten. Het gaat niet om aantallen woningen of vierkante meters groen, maar om gemeenschappen en sociale interactie. Een collectieve daktuin kan bijvoorbeeld een veel grotere waarde hebben dan tientallen kleine privétuintjes, omdat ze ontmoeting stimuleert en tegelijk functioneel is voor wateropvang.”

Het welzijn van bewoners staat in zijn betoog centraal. Hij verbindt de fysieke kwaliteit van de stad direct aan gezondheid en sociale kosten. Een slecht ontworpen begane grond – met weinig daglicht of druk verkeer voor de deur – leidt tot isolatie en stress, wat uiteindelijk hogere zorgkosten veroorzaakt. Daar tegenover stelt hij dat slimme dakintegratie, gecombineerd met goed ontworpen leefomgevingen, juist bijdraagt aan welzijn en zo ook de druk op het zorgbudget kan verlagen.

Van Ruijven koppelt investeringen in daken en lagere uitgaven aan gezondheidszorg en maatschappelijke opvang. Zo schetst hij een radicaal ander economisch perspectief: investeren in leefbare daken en openbare ruimte betaalt zich terug in lagere maatschappelijke kosten.

Verder wijst de stedenbouwkundige op het belang van hergebruik en betaalbaarheid. Bij renovaties worden daken benut om nieuwe lagen woningen toe te voegen, waardoor bestaande complexen beter worden

Heather Brooks van Eurocities network
De lezing van Mattijs van Ruijven en alle deelnemers is terug te horen en zien op youtube

benut. Dit levert betaalbare woningen op zonder extra ruimtebeslag. Ook experimenteert Rotterdam met circulaire bouwmethoden waarbij materialen en daken multifunctioneel worden ingezet.

Zijn conclusie is dat daken niet slechts architectonische details zijn, maar strategische instrumenten voor stedelijke veerkracht. Ze dragen bij aan klimaatadaptatie, sociale cohesie, gezondheid, betaalbaarheid en identiteit. Door daken slim te integreren, kan Rotterdam zowel ecologische als maatschappelijke uitdagingen het hoofd bieden.

Tegelijk waarschuwt hij dat daken nooit losstaand mogen worden gezien: een fantastische daktuin maakt nog geen fantastische stad, als de begane grond ongezond of sociaal problematisch is. Het gaat dus altijd om de balans tussen alle lagen van de stad.

HET

DAK ALS KATALYSATOR VAN LEEFKWALITEIT IN STEDEN

Inmiddels zijn er diverse Europese daknetwerken. Stadt Chemnitz in het oosten van Duitsland, is Culturele Hoofdstad van Europa in 2025 (net als Rotterdam in 2001). Ook hier is er een daken festival en soortgelijke initiatieven zijn er in Lissabon, Marseille

en Antwerpen. Het MultiRoofs-project is een innovatief Europees samenwerkingsprogramma dat sinds december 2024 van start is gegaan en loopt tot juni 2029. Het project wordt gefinancierd via het INTERREG North-West Europe (NWE)-programma, met een totaalbudget van ongeveer €6,33 miljoen, waarvan €3,8 miljoen door de Europese Unie wordt bijgedragen. Het richt zich op het optimaal benutten van stedelijke daken, die vaak onbenut blijven, maar een enorme potentie hebben om bij te dragen aan duurzame, gezonde en inclusieve steden.

De kern van MultiRoofs is het ontwikkelen van multifunctionele daken. Hierbij worden verschillende functies gecombineerd, zoals zonne-energie, groenvoorzieningen, wateropvang, sociale ontmoetingsruimten, sportfaciliteiten of zelfs mobiliteit. Door functies slim te stapelen ontstaan zogenoemde ‘gouden daken’, waarin energieopwekking, klimaatadaptatie en leefkwaliteit elkaar versterken. Een belangrijk instrument van het project is de inzet van digitale tools en Digital Twin-technologie. Met geavanceerde 3D-modellen worden daken in kaart gebracht op basis van oppervlakte, constructieve mogelijkheden en zonlichttoetreding. Zo kunnen steden en eigenaren beter inzicht krijgen in de kansen die daken bieden.

Gekoppeld aan de lokale behoefte in de stad.

Er worden pilotprojecten uitgevoerd in steden als Rotterdam, Brussel, Mechelen, Dublin en de regio Île-deFrance, waar concrete voorbeelden van multifunctionele daken worden gerealiseerd. Het project draait niet alleen om techniek, maar ook om samenwerking en kennisdeling. Partners uit verschillende landen, waaronder universiteiten, ontwerpers, NGO’s en gemeenten, werken samen om beleidsinstrumenten, financiële prikkels en participatieve methoden te ontwikkelen.

MEER INFORMATIE

Alle presentaties van de kennisdag staan online op youtube. linkedin.com/company/rotterdamse-dakendagen linkedin.com/company/ecrn-city/

VAKBEURS PREFAB

VOOR INDUSTRIEEL EN MODULAIR BOUWEN & RENOVEREN

PREFAB richt zich op professionals met interesse in off-site bouwen en renoveren. Leveranciers en koplopers in uitvoering binnen de B&U tonen er op de beursvloer hun direct toepasbare oplossingen, terwijl de experts in de theaters de bezoekers bijpraten over de laatste ontwikkelingen. Het evenement vindt plaats van 7 tot en met 9 oktober 2025 in de Brabanthallen te Den Bosch

INNOVATIE IN BOUW EN RENOVATIE

In de bouw- en renovatiesector wordt volop geïnnoveerd. Dat moet ook wel, gezien het grote tekort aan arbeidskrachten en de opgave die voortvloeit uit de gemaakte bouw- en klimaatafspraken. Ook op het kostbare vlak van bouwfouten is nog een wereld te winnen. Industrialisatie, modulair bouwen, digitalisering en pre-fabricage (samen: prefab) zijn ontwikkelingen die daarbij heel goed kunnen helpen. Zij maken sneller, efficiënter en minder foutgevoelig bouwen en renoveren mogelijk.

PREFAB onderscheidt drie segmenten, die zich allen duidelijk laten terugvinden in zowel het kennisprogramma als op de beursvloer: Ontwerp & Engineering, Componenten & Modules en Logistiek & Assemblage. De beurs onderscheidt zich door de integratie van bouw en installatie. Naast specifieke producten en ontwerp- en logistieke tools toont PREFAB volledig geïntegreerde toepassingen.

Foto: Stockphotos.com

Exposanten overzicht

BEDRIJFSNAAM HAL- EN STANDNUMMER

ABB 1.B064

Apreco 1.B044

ARDEX GROUP 1.C064

Attema 1.B081

Bao Living 1.A074

BIM4Production 1.D046

BIPV Nederland 1.F028

CADblanche 1.D046

CAD Serviceburo 1.G050

Celdex 1.F064

Construsoft 1.D046

Crayon 1.D029

De Groot Bewerkingsmachines

Digitaliseringsplein

Dikat Prefab Biobouw 1.G067

Dorce Prefabricated & Construction 1.F052 dtnext 1.A063

ECI Software Solutions 1.G044

Efectis Nederland 1.C046

FIRST BASE Ground Screws 1.C094

Geberit 1.E068

Haaks Ecobouw 1.D047

Hansgrohe Nederland

Havebo Groep

HDF Prefab

Hebo Kozijnen 1.D035

Hout-Bois van Steenberge 1.A078

Idelco Insulation 1.B078 INNODEEN

James Windows

JointForce Group

Juffers badkamers en vloeren

Bovenstaand overzicht geeft de stand van zaken weer op 06-09-2025. Onder voorbehoud van wijzigingen.

Nieuws van exposanten

Van vloerverwarming naar totaaloplossing voor verwarming

Vidalco ontwikkelde een robot die vloerverwarmingsmatten produceert. “Je kunt onze robot zien als een grote printer die netten en buizen aan elkaar monteert. De matten komen op een rol uit de machine en zijn na versnijding licht en makkelijk te tillen. Op de bouwplaats sluit je ze aan op de verdeler en in een paar stappen is de vloerverwarming gemonteerd. Al het voorwerk gebeurt immers in Kampen.”

Sinds vorig jaar is Vidalco zich breder gaan oriënteren. “We zagen dat er veel klanten zijn die volledig ondersteund willen worden in het hele verwarmingsproces. Daarom richten we ons nu op het totaalpakket: van vloerverwarming en -koeling tot warmtepompen en de opwekking van energie. De kennis over installaties hadden we al, dus nu kunnen we op veel vlakken meedenken: van grondboringen tot bodemwarmtepompen en prefab producten.”

Vidalco werkt vooral in de nieuwbouwmarkt met betonvloeren in woningen. “Wij leggen de prefab vloer-

verwarmingsmatten in de woning. Die worden op maat gemaakt, zodat elk hoekje wordt meegenomen. Je rolt de mat uit, bevestig ze het aan de buitenzijden aan de ondervloer en je bent klaar.”

Waarom zou je niet voor dit systeem kiezen? “Zeg het maar,” zegt Oostbeek. “Ons product is op projectbasis zeer scherp geprijsd. Het grote voordeel zit in de enorm snelle montage. Je kunt vijf keer sneller monteren dan normaal. Minstens zo belangrijk: het werk van vloerverwarmingsmonteurs is zwaar en bovendien zijn monteurs schaars. Ons systeem lost dat op: je

Prefab Kwaliteitsborging

Prefabmaat heeft samen met Borg4 het keurmerk Prefab Kwaliteitsborging (PKB) ontwikkeld. PKB waarborgt de kwaliteit van prefab bouwen van fabriek tot bouwplaats.

Het keurmerk garandeert dat prefab elementen voldoen aan de wettelijke eisen van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb), en biedt zekerheid over de kwaliteit, efficiëntie en veiligheid van het bouwproces en het eindresultaat.

Foto: Prefabmaat

Prefabmaat. Hal- en standnummer 1.C056.

hoeft als monteur veel minder te bukken, eigenlijk alleen bij de bevestiging aan de zijkanten en dat zijn slechts twee handelingen per mat.”

Oostbeek besluit: “Ik denk dat we met z’n allen moeten bijdragen aan een prefab toekomst. De bouwsector moet mee. We moeten efficiëntie behalen, want er moeten ongelooflijk veel woningen gebouwd worden. Wij dragen daar met onze oplossing aan bij.”

Foto: Vidalco

Vidalco. Hal- en standnummer 1.A044

Door Ronald van Bochove

De zomer loopt ten einde, de dagen worden korter en de eerste frisse avonden kondigen zich aan. Dit is de tijd van het jaar waarin huiseigenaren, woningcorporaties en gebouweigenaren weer gaan nadenken over isolatie en energiebesparing. De gasprijzen zijn onvoorspelbaar, de roep om verduurzaming klinkt steeds luider en tegelijkertijd blijft wooncomfort een belangrijk thema. Glas speelt hierin een belangrijke rol. Niet alleen omdat het letterlijk de verbinding vormt tussen binnen en buiten, maar vooral omdat moderne beglazing bijdraagt aan een lager energieverbruik, een beter binnenklimaat en een duurzamere toekomst. Wim van Lindt van Martin Glas vertelt ons hoe.

Glas voor comfort, duurzaamheid en energiebesparing

“Wie denkt aan energiebesparing, denkt meestal als eerste aan dak- of muurisolatie. Toch is glas minstens zo bepalend voor de energieprestatie van een gebouw’, zegt Wim van Lindt, van Martin Glas, een familie van glasproducenten die een brede range aan vlakglasproducten op de Nederlandse markt brengt. Over glas kan hij met zijn jarenlange ervaring uren lang spreken.

Voor nu gaan we in vogelvlucht door de historie: “De isolerende kwaliteit van glas heeft de gelopen decennia een enorme ontwikkeling doorgemaakt. HR++, triple glas en zelfs vacuümglas

zijn inmiddels beschikbaar voor uiteenlopende toepassingen.

Een belangrijke maatstaf hierbij is de U-waarde, die aangeeft hoeveel warmte er door het glas verloren gaat. Waar enkelglas nog een U-waarde van 5,8 heeft, haalt HR++-glas gemiddeld 1,1 en triple glas zelfs waarden rond de 0,6. Daarmee kan aanzienlijk worden bespaard op stookkosten en wordt het binnenklimaat comfortabeler.

Een interessante ontwikkeling is vacuümglas: glas met een zeer hoge isolatiewaarde in een relatief dunne uitvoering. Dat maakt het geschikt

Martin Glas, een sterk netwerk waarin expertise, productie en klantgerichtheid elkaar versterken.

voor renovatieprojecten waarbij de bestaande kozijnen behouden moeten blijven en de ruimte voor dikke ruiten ontbreekt. Hoewel vacuümglas prijziger is, biedt het een unieke combinatie van prestaties en toepasbaarheid.”

BALANS TUSSEN ISOLATIE EN BINNENKLIMAAT

Van Lindt: “Isoleren betekent niet automatisch dat het wooncomfort verbetert. Wie te ver gaat met het terugdringen van warmteverlies kan te maken

krijgen met de vochthuishouding in het binnenklimaat. Hierdoor ontstaat condensvorming op koude plekken in de woning, donkere plekken op muren (denk aan schimmelvorming), de aantasting van kozijnen en uiteindelijk ook een gezondheidsrisico.

Daarom spreken we binnen Martin Glas steeds meer over ‘isoleren in balans’. Het gaat niet alleen om de beste U-waarde, maar ook om de afstemming tussen isolatie, ventilatie en vochtregulatie. Een woning moet kunnen ‘ademen’. Glas speelt hierin een rol, bijvoorbeeld door het toepassen van zonwerend of neutraal zonwerend glas aan de warmste gevels (zuid- en westzijde). Waarmee oververhitting wordt voorkomen en de energiebalans in het pand beter beheersbaar blijft. In de andere gevels kan dan bijvoorbeeld HR++ glas worden toegepast. Of indien voldoende ruimte beschikbaar in de sponning, kunnen beide varianten ook worden uitgevoerd in Triple glas.”

INNOVATIE: MONUGLAS® EN INBLINDZ ®

Naast isolatie is er de afgelopen jaren veel innovatie geweest in glastoepassingen die zowel functioneel als esthetisch meerwaarde bieden. “Voor monumentale en karakteristieke panden bestaat vaak de uitdaging dat de uitstraling behouden moet blijven, terwijl er wel behoefte is aan betere isolatie. Hiervoor is Monuglas® ontwikkeld: zeer dun isolatieglas, met diktes vanaf 8 à 9 mm. Met verbeter-

de isolatiewaarde, dat past binnen de beperkte sponningen van oude kozijnen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende lijnen, MonuHistoric, MonuClassic en MonuModern, afhankelijk van het bouwjaar en het type glas dat oorspronkelijk is toegepast. Zo kan een historisch pand zijn authentieke karakter behouden én voldoen aan de eisen van deze tijd. Als de klant het wenst, kan dit eveneens worden uitgevoerd in combinatie met Vacuümglas.

Een andere innovatie is Inblindz ®, waarbij zonwering (lamellen of plissés) tussen de glasplaten is geïntegreerd. “Dit systeem kan handmatig, elektrisch of volledig via domotica worden aangestuurd. Hiermee kan lichtinval en warmte eenvoudig worden gereguleerd, terwijl onderhoud en schoonmaken tot het verleden behoren. Voor utiliteitsbouw en hoogwaardige woningbouw is dit een oplossing die esthetiek, comfort en energiebesparing combineert. Er is een trend gaande dat deze toepassingen hun weg steeds beter vinden in slaapkamers, dakkappellen en keukens.”

DUURZAAMHEID IN DE PRODUCTIE Duurzaamheid beperkt zich niet tot het eindproduct. Ook in de productieprocessen worden grote stappen gezet. Binnen de glasindustrie is de CO₂-footprint een belangrijk aandachtspunt.

Zo beschikt de productielocatie van Martin Glas in Nieuwegein over een hypermodern waterbehandelingssysteem waarbij al het proceswater wordt hergebruikt via osmose. Ook de luchtbehandelingsinstallaties zijn geoptimaliseerd: buffervaten zorgen ervoor dat compressoren niet onnodig ’s nachts hoeven te draaien, waardoor energiepieken worden voorkomen.

Daarnaast wordt glasafval zorgvuldig gescheiden. Floatglas-snijafval gaat terug naar de bron, waardoor minder grondstoffen en energie nodig zijn. Martin Glas is tevens een inzamelpunt voor VRN (Vlakglas Recycling Nederland), zodat ook retourglas uit de markt op een duurzame manier wordt verwerkt.

In mobiliteit worden ook stappen gezet. Van Lindt: “Het wagenpark bestaat voor een groot gedeelte uit elektrische auto’s en bestelwagens én word steeds verder geëlektrificeerd. Ook onze transportpartners investeren in elektrische vrachtwagens. Daarmee wordt niet alleen binnen, maar ook buiten de fabriek gewerkt aan reductie van de CO₂-uitstoot.”

FLEXIBILITEIT EN MAATWERK

“Glas is er in alle soorten en maten, letterlijk. Waar de een behoefte heeft aan een ruit van 9 bij 3 meter, vraagt een ander om zeer dunne ruitjes voor een monumentale woning. De kracht van Martin Glas en haar zusterbedrijven zit in de brede expertise en productiefaciliteiten. In Ede wordt voor een groot gedeelte manueel gewerkt met dun glas, speciaal ingericht voor Monuglas-producten. Hier zijn vakmensen dagelijks bezig met specialistische verwerking die met standaardmachines niet mogelijk is. Voor grootformaat glas of gebogen varianten zijn elders binnen de familie de juiste oplossingen beschikbaar.”

SUBSIDIES EN REGELGEVING

Een belangrijke stimulans voor energiebesparing is de ISDE-regeling van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Glasproducten met een U-waarde van 1,2 of lager komen in aanmerking voor subsidie. “In de praktijk blijkt dat niet elk kozijn de standaardopbouw van HR++-glas, bijvoorbeeld 5-15-4 mm, kan huisvesten. In zulke gevallen wordt gezocht naar alternatieven, zoals een opbouw van

4-9-4 mm voorzien van een speciale coating én gasvulling, waarmee toch aan de eisen wordt voldaan. Zo blijft de subsidie beschikbaar en kan de eindgebruiker profiteren van lagere investeringskosten én een hoger rendement”, zegt Van Lindt, en voegt daaraan toe: “Dit geld ook voor de hele productrange van Inblindz®, Monuglas® en Vacuümglas.”

De kracht van Martin Glas zit niet alleen in de producten, maar ook in de manier van werken. De afgelopen jaren zijn verschillende bedrijven en specialismen samengebracht onder één herkenbare naam: Martin Glas. Daarmee is een sterk netwerk ontstaan waarin expertise, productie en klantgerichtheid elkaar versterken.

De filosofie is eenvoudig: liever spreken over een familie dan over een groep. Want samenwerking, korte lijnen en betrokkenheid zijn de kern van het succes. Klanten profiteren van een breed scala aan mogelijkheden, zonder dat zij zelf de verschillende specialisten hoeven te benaderen. Eén aanspreekpunt, één merknaam, maar met de kracht van meerdere ondernemingen.

DE MARTIN GLAS – ÉÉN NAAM, VELE EXPERTISES

De naam Martin Glas is sinds 2022 de paraplu waaronder diverse ondernemingen samenwerken. Voorheen waren er losse bedrijven en locaties met eigen namen, maar nu treden zij gezamenlijk naar buiten. Het resultaat: herkenbaarheid in de markt én meer slagkracht richting klanten. Door de krachtenbundeling telt Martin Glas per 1 november zo’n 200 medewerkers. Martin Glas verwacht de groei onder meer voort te zetten door samenwerkingen met andere bedrijven Martin Glas bestaat momenteel uit: Vestigingen Merken, diensten en webwinkels

MARTIN GLAS Ede Glasdiscount.nl

MARTIN GLAS Eindhoven GlasGigant.nl

MARTIN GLAS Eindhoven Montage Service Glasherstel Limburg

MARTIN GLAS Haelen Glasambulance

MARTIN GLAS Heesch Slotambulance

MARTIN GLAS Helmond Monuglas

MARTIN GLAS Nieuwegein Inblindz

MARTIN GLAS Nijmegen

MARTIN GLAS Werkendam

Samen sterker – Glas Erop!

Met de naamswijziging wordt ook het gedeelde motto onderstreept: Glas Erop! Een krachtige boodschap die staat voor ambitie, samenwerking en voortdurende verbetering. Zowel medewerkers als klanten kunnen rekenen op een organisatie die vooruit wil – en klaar is voor de toekomst.

Elektrisch bouwen met een dieseltank op de bouwplaats

Mandemaat 3 lijkt een bouwplaats als alle andere. Maar het kantoor in Assen wordt bijna volledig - 95 procent - elektrisch gebouwd. Volgens bouwplaatsmanager Pieter Kramer van Hegeman lukt dat alleen door goed samen te werken. Belangrijke les: zet een dieseltank op de bouwplaats.

‘Ons motto is: we doen gewoon alles elektrisch. Behalve als het echt niet anders kan. Er zijn zaken die je niet in de hand hebt. Voor de staalbouw van de parkeergarage heb ik genoeg aan een elektrische 60 tons-telekraan. Daarvan zijn er zes in Nederland. Dus die moet je echt van tevoren reserveren. Vervolgens moet ik de betonnen platen leggen. En daar heb ik een 450 tonstelescoopkraan nodig. Die kraan is zo groot, die is er gewoon niet in een elektrische variant. Dus die dieseluurtjes kan ik niet omheen. Want dat is waar het om gaat: het aantal draaiuren van de machines. Maar vijf procent van de draaiuren mogen dieseluren zijn. Daar gebruiken wij speciale HVO 100 diesel voor (volledig gemaakt van hernieuwbare grondstoffen).’

IS ELEKTRISCH BOUWEN INGEWIKKELD?

‘Als je alleen maar in problemen denkt, kom je nergens. Soms loop je tegen een probleem aan en dan moet je dat fiksen. Bork (sloopbedrijf, red.) had voor dit werk een elektrische graafmachine gekocht. Op een gegeven moment merk

je gewoon: de machine heeft niet de capaciteit om te doen wat wij willen. De accu was te snel leeg. Hoe ga je daar slim mee om? Er speelde nog iets anders. We hebben ook gezegd dat we het puin elektrisch wilden afvoeren. Los van de vraag of het wel of niet zo moet, het is in de geest van dit project om het zo te doen. Ook de accu van de vrachtwagen hield het niet de hele dag vol. We hebben er toen voor gekozen om een snellader op de bouwplaats neer te zetten. Zoals je die ook langs de snelweg ziet. Tijdens het schaften zag je dan de vrachtwagen en de kraan gebroederlijk bij de lader staan.’

HEB JE TIPS?

‘Een dieseltank op de bouwplaats. We moeten bijhouden hoeveel stikstof we uitstoten. Door het dieselverbruik te meten, hebben we grip op de emissies. Nu zijn we heel druk met tankbonnetjes. Het is gemakkelijker als je een kraan kan aftanken als hij binnenkomt. Dan gaat die zijn werk doen. En na afloop tank je hem weer af en dan weet je precies hoeveel je uitgestoten hebt.’

Foto: Rijksvastgoedbedrijf/Jarno Kraayvanger

Vakbeurs Energie 2025

Vakbeurs Energie wordt georganiseerd tijdens de Nationale Energie week, een cluster van zakelijke netwerk-events in het kader van verduurzaming en de energietransitie. De Nationale Energie Week voorziet daarmee in de behoefte aan zo’n vast jaarlijks moment van zowel de overheid als het bedrijfsleven.

Bruisend middelpunt van de Nationale Energie Week vormen de Brabanthallen in Den Bosch, waar van dinsdag 7 t/m donderdag 9 oktober Vakbeurs Energie en de vakbeurzen Zero Emission | Ecomobiel, PREFAB en Industrial Heat & Power plaatsvinden, inclusief zo’n 200 seminars en congressen.

Op Vakbeurs Energie vindt u innovaties en ontwikkelingen op het gebied van:

• Inkoop en verkoop van energie

• Verbruiksbesparende maatregelen voor productieprocessen in de industrie

• Verbruiksbesparende maatregelen voor gebouwen

• Duurzame energie

• Energiemanagement

• Elektrische mobiliteit

• Wet- en regelgeving inclusief subsidies

• Verenigingen, instituten, opleidingen en media

De exposanten op Vakbeurs Energie tonen u uiteenlopende oplossingen op het gebied van:

• Inkoop en verkoop van energie

• Advies

• Contracting

• Factuurcontrole

• Inkoop gas

• Inkoop electra

• Inkoop warmte

• Noodstroomvoorzieningen

• Risicomanagement

• Verkoop van lokaal opgewekte energie

Verbruiksbesparende maatregelen voor productieprocessen in de industrie

• Advies

• Automatisering/ICT

• Detectie

• Isolatie

• Koudetechniek

• Persluchttechniek

• Motoren/efficiency/aandrijftechniek

• Pompen

• Regeltechniek

• Stoomtechniek

• Warmtetechniek

Verbruiksbesparende maatregelen voor gebouwen

• Advies (o.a. Energy Service Company)

• Daktechniek

• Detectie

• Energielabel/EPA/EPBD

• Gebouwbeheersingssystemen

• Geveltechniek/zonwering

• Installatietechniek

• Na-isolatie

• Klimaatsystemen (koeling, airco, verwarming, et cetera)

• Passief bouwen of andere energiezuinige bouwconcepten

• Stadsverwarming

• Verlichting

• Ventilatie

• Warmwatervoorziening

• Opslag

Duurzame energie

• Bio-energie

• Warmtekrachtkoppeling (WKK)

• Warmtepompen

• Windenergie

• Geothermische energie

• Zonne-energie

• CO2-emissie, -rechten en -opslag

• Energie uit afval(water)

Energiemanagement

• Advies

• Bemetering

• Distributie

• Monitoring

Elektrische mobiliteit

• Laadpunten voor elektrisch vervoer

• Slimme oplaadinfrastructuur (Smart Grids)

• Advies en consultancy op het gebied

van elektrisch vervoer

Wet- en regelgeving inclusief subsidies

Verenigingen, instituten, opleidingen en media

• Brancheverenigingen en stichtingen

• Kennisinstituten en/of opleidingen

• Media Energy Storage Day op 8 oktober Energy Storage NL wil bedrijven, kennisinstellingen, overheden en financiers op een betekenisvolle manier met elkaar verbinden zodat er voor energieopslag duurzame business cases ontstaan die een bijdrage leveren aan een succesvolle transitie naar schone, betrouwbare en betaalbare energie. Zoals elk jaar is ESNL ook dit jaar weer, voor de 11e keer op rij, aanwezig met een paviljoen met haar leden en een side event; de Energy Storage Day.

Leden van Energy Storage NL werken dagelijks aan nieuwe innovaties op het gebied van energieopslag. Denk bijvoorbeeld aan het vergroten van de opslagcapaciteit, de verlenging van de levensduur en het gebruik van minder kritische grondstoffen. Tijdens Energy Storage Day 2025 staan we stil bij deze innovatieontwikkelingen rondom elektriciteits-, warmte- en moleculenopslag.

Vakbeurs Energie wordt georganiseerd door 54events en vindt plaats van dinsdag 7 tot en met donderdag 9 oktober 2025 in de Brabanthallen te Den Bosch.

Dinsdag 7 oktober 10:00 - 17:00 uur

Woensdag 8 oktober 10:00 - 17:00 uur

Donderdag 9 oktober 10:00 - 17:00 uur

Exposanten overzicht

BEDRIJFSNAAM

Exide Technologies 6.B038

FedEC Federatie van Energieconsultants 3.C079

Fedu-Opleidingen 3.F035

First Alert | Honeywell Home | Resideo 3.E060

Fortes Energy Systems 3.A052

Fortop

Geluidslabel.com

Ginlong (Solis)

GREE Nederland

Greener Power Solutions

Pumps

Hager Electro 6.D038

HakaGerodur AG 3.F025

Hermanos Energy Praktijktheater.Smart Energy

Balancer

Renewables GmbH

Techniek

BEDRIJFSNAAM

PGM Solar 3.F059

PHOE (post-HBO opleidingen in Energie) 7.D118

Phoenix Contact 6.E028

Pipelife Nederland 3.B028

Pluimers Isolatie 3.F069

Pon Power 6.C016

POWERWATT - ENNETIC

PVB Nederland Podium.Energie

PWR Systems

Qvantum 3.E068

Radiatorsticker.com 3.F079

Radson 3.B002

Recutech s.r.o. 3.F049

Reflex Nederland 3.F027 REHAU 3.E028

Renova Heating 3.C018

Renson 3.C034

RIELLO UPS BPIM 3.A076

Rittal 6.A011

Robatherm Nederland 3.F050

Robot Vloerverwarming 3.A035

Roxtec 6.D007

Schneider Electric The Netherlands 7.C086

Schotman Elektro 7.C121

Schrijvende meter.nl 6.A003

Seita 3.E080

Sensor Partners 3.F037

Shenzhen Elecod Electric Co.

Siemens

Simpelscan

Skoon Energy

SmartDodos 6.C021

Smart Energy NL Podium.Energie

Socomec 6.A038

SolidSKID 3.B012

SpeedComfort

Spijkerman Prefab Solutions

Spirair Luchttechniek

Spirotech

Stichting Gelijkspanning Nederland

Vakbeurs Energie 2025

Certificering

Vabi

Waalwijk 3.A012 Withthegrid

Wuxi Zevo New Energy Tech Co. 3.F045

Wöhler Retrotec Europe

Yichun Dawnice Manufacture and Trade Co .

Test&Measurement

SES 6.B001

Bovenstaand overzicht geeft de stand van zaken weer op 06-09-2025. Onder voorbehoud van wijzigingen.

Foto’s: Stockphotos.com

Nieuws van exposanten

Whitepaper Netcongestie Utiliteit biedt praktische tips voor bestrijden netcongestie met warmtepomp

De energietransitie is in volle gang. Aardgas als energiebron maakt steeds vaker plaats voor elektra. Dat is nodig om de klimaatdoelstellingen te halen, maar veroorzaakt wel een nieuw probleem: netcongestie. Gelukkig kunnen we dit probleem via warmtepompen in combinatie met slim energiemanagement grotendeels ondervangen. De nieuwe Whitepaper Netcongestie Utiliteit van Alklima vertelt installateurs en adviseurs hoe ze hiermee aan de slag kunnen.

De all-electric warmtepomp wordt soms als een van de ‘schuldigen’ aangewezen als het gaat om netcongestie. Maar het is belangrijk dat we de all-electric warmtepomp juist als oplossing zien. Daartoe is dit toestel in staat, zodra we het energiegebruik ervan slim aansturen. We kunnen bijvoorbeeld het elektriciteitsgebruik door de warmtepomp op piekmomenten vermijden en zo ervoor zorgen dat een zwaardere netaansluiting niet altijd nodig is. In 2024 publiceerde Alklima al de Whitepaper Netcongestie Woningbouw, die praktisch beschreef hoe we warmtepompen in de woningbouw kunnen inzetten om netcongestie te verminderen. De Whitepaper Netcongestie Utiliteit doet hetzelfde, maar dan gericht op toepassing in utiliteitsgebouwen. Netcongestie treedt op wanneer veel gebouwen tegelijk veel stroom nodig hebben. Buiten deze piekmomenten is er meestal geen sprake van een probleem. Het is daarom zaak om het verbruik zoveel mogelijk te verplaatsen naar buiten de piektijden. Zo kunnen we de piek afvlakken: peak shaving dus. De (H)VRF-warmtepompsystemen van Mitsubishi Electric zijn bij uitstek geschikt om dit principe toe te passen. Dankzij geavanceerde regeltechniek

schakelen deze toestellen op piekmomenten – wanneer je dit instelt – tijdelijk terug in vermogen, zonder dat dit ten koste gaat van het comfort in het gebouw.

In de whitepaper lezen installateurs, adviseurs en gebouweigenaren hoe ze met de centrale regelingen van Mitsubishi Electric (EW-C50E en AE-C400E) vijf verschillende scenario’s kunnen programmeren. Binnen deze scenario’s passen ze de instellingen van het binnen- en buitendeel van de warmtepomp aan. Zo kunnen ze het vermogen van de installatie tijdelijk verlagen en piekbelasting voorkomen. Het document legt stap voor stap uit hoe dit werkt. Aan de hand van overzichtelijke afbeeldingen ziet de lezer daarbij hoe de schermen van de regelaar zijn ingedeeld en welke functies hierop te vinden zijn. Bij het reduceren van het opgenomen vermogen van de warmtepomp, is input nodig vanuit een externe kWh-meter. Daarom laat de whitepaper ook zien op welke verschillende manieren de installateur een koppeling met zo’n elektriciteitsmeter kan maken. Een andere mogelijkheid die wordt besproken, is om zónder ingestelde scenario’s toch eenvoudig een basisregeling voor

vermogensreductie toe te passen. De installateur past dan alleen vermogensreductie toe op de buitendelen van de warmtepomp. Ook hier legt het document helder uit hoe de vakman dit doet. Een combinatie van een lucht/ lucht-warmtepomp met een lucht/ water-warmtepomp voor de vloerverwarming komt vaak voor. Dit levert een perfecte mix op van het comfort van stralingsverwarming en de snelheid van luchtverwarming. Omdat de lucht/water-warmtepomp Ecodan van Mitsubishi Electric wordt uitgevoerd met een buffer, geeft deze bovendien nog meer mogelijkheden op het gebied van peak shaving. Zodra er een piek op het stroomnet ontstaat, kan deze warmtepomp zijn vermogen reduceren of volledig uitschakelen en de warmte uit de buffer gebruiken. In de whitepaper staat hoe de installateur deze regeling instelt.

De Whitepaper Netcongestie Utiliteit is gratis te downloaden. Ga hiervoor naar https://hello.alklima. nl/whitepaper-netcongestie-utiliteit

Foto: door Alklima

Nieuwe standaard voor slimme energie in gebouwen

TVVL is als kennispartner betrokken bij Vakbeurs Energie en dat is niet voor niets. Als grootste netwerk van professionals in de installatietechniek speelt TVVL een cruciale rol in het delen van actuele kennis en het voorbereiden van de sector op ingrijpende veranderingen. Neem bijvoorbeeld de komst van GACS – een ontwikkeling die veel impact gaat hebben op gebouweigenaren én technici.

Bij TVVL draait alles om kennis delen en samen ontwikkelen. Als vereniging en platform brengt TVVL professionals bij elkaar om ervaringen uit te wisselen, innovaties te stimuleren en oplossingen te vinden voor de technische uitdagingen van vandaag én morgen. Een actueel thema waar TVVL stevig op inzet, is GACS: Gebouwautomatiserings- en controlesystemen. GACS is een geintegreerd systeem dat het energieverbruik van een gebouw permanent bewaakt, analyseert en bijstuurt en gaat een grote rol spelen in de energietransitie.

GACS combineert monitoring met inregeling en voegt daar sturing op ba-

sis van data aan toe. Daarmee wordt bijvoorbeeld een hotel, zwembad, ziekenhuis of kantoorgebouw een stuk energie-efficiënter. GACS koop je niet als kant-en-klaar product. Wat telt is de functionaliteit: dat de systemen die monitoring en sturing mogelijk maken én goed zijn ingericht.

De komst van GACS is niet vrijblijvend. Vanuit de Europese EPBD4-richtlijn wordt het vanaf 2026 verplicht om GACS-functionaliteit toe te passen in gebouwen met meer dan 290 kW aan HVAC-vermogen. Denk aan grote utiliteitsgebouwen. In 2029 wordt die grens zelfs bijgesteld naar 70 kW, wat de impact nog groter maakt. “Er is veel werk aan de winkel,”

zegt Joep Hendriks van TVVL. “Zodra we deze wetgeving zagen aankomen, hebben we ingezet op het voorbereiden van de sector.”

TVVL ontwikkelde twee masterclasses: één voor technici en één voor gebouweigenaren en beheerders. De respons overtrof alle verwachtingen. “We dachten begin dit jaar dat we de masterclass vijf of zes keer zouden geven,” vertelt Hendriks. “Maar inmiddels zijn er al meer dan veertig sessies ingepland, met in totaal richting de 500 tot 600 deelnemers. Dat laat zien dat de urgentie echt gevoeld wordt.” Hoewel de masterclass in een dagdeel plaatsvindt, geeft het deelnemers een stevige basis. Voor verdieping is aanvullende documentatie beschikbaar én is er een speciale GACS-community opgezet, waar deelnemers ervaringen en kennis blijven delen.

Foto: Stockphotos.com

Veelzijdige oplossingen voor elektrisch verwarmen

De energietransitie vraagt om slimme, flexibele oplossingen. Masterwatt, specialist in elektrisch verwarmen, biedt die al sinds 2016. Vanuit Ridderkerk levert het bedrijf niet alleen elektrische radiatoren, boilers en warmtepompen, maar ook kennis, advies en slimme concepten. Het doel van dit bedrijf? Nederland helpen bij de overstap naar gasloos wonen, werken en recreeren, met oog voor energie-efficientie, comfort én betaalbaarheid.

“Toen we vorig jaar de OSO Charge lanceerden, zagen we het vooral als een geschikte oplossing voor bewoners om geld te besparen én bij te dragen aan het terugdringen van netcongestie,” zegt marketingmanager Cynthia Schoorel. “Maar de energiemarkt is inmiddels in een andere fase beland. Energiebedrijven rekenen terugleverkosten en dat maakt slimme toepassingen nóg belangrijker. De OSO Charge biedt daarin concrete voordelen voor bewoners, woningcorporaties én gebouweigenaren.”

De OSO Charge is geen standaard elektrische boiler. Dankzij geavanceerde regeltechniek en een gebruiksvriendelijke app anticipeert hij op energieaanbod, -prijs en verbruiksprofielen. Schoorel: “Je kunt tot in detail gegevens van onder meer de pv-panelen invoeren: denk aan het aantal, de ligging en de woonplaats. Op basis van weersvoorspellingen en pieken in het waterverbruik bijvoorbeeld tussen 19.00 en 21.00 uur- start de boiler op een gunstig moment met voorverwarmen. Bijvoorbeeld al om 15.00 uur, als de zon volop schijnt en het net dreigt vol te lopen.” Hiermee wordt niet alleen comfort gegarandeerd, maar ook slimme inzet van zelf opgewekte energie gestimuleerd. “Je bent misschien niet thuis als je zonnepanelen op hun piek produceren, grote kans dus dat

je de vaatwasser niet aan hebt staan. Maar dankzij de OSO Charge kun je die stroom toch nuttig gebruiken. Zo beperk je teruglevering en verlaag je je energierekening.”

De OSO Charge is nu ook beschikbaar in combinatie met grotere boilers -tot 1000 liter- en daarmee geschikt voor bijvoorbeeld sportcomplexen of woongebouwen. Voor woningcorporaties is er een beheerdersdashboard ontwikkeld. “Beheerders kunnen exact zien wanneer er een verwachte afname en opwekpiek is, en op basis daarvan het laadpatroon van de boilers op afstand aanpassen. Dit heet ook wel: loadshifting. Uiteraard mét behoud van comfort voor bewoners!”

Naast het leveren van individuele producten werkt Masterwatt steeds meer met integrale concepten. “We willen

Masterwatt. Hal- en standnummer 3.B025.

geen dozenschuiver zijn, maar een totaalleverancier en adviseur. Daarom hebben we tools ontwikkeld waarmee installateurs heel eenvoudig kunnen zien welke producten ze kunnen toepassen in hun project en welk effect dat heeft op de BENG-berekening. Dat helpt hen bij het maken van slimme keuzes in ontwerp en uitvoering.”

Masterwatt heeft inmiddels bijna vijftig van deze concepten uitgewerkt, die direct via de website toegankelijk zijn. Elk concept koppelt praktische toepassingen aan rekenresultaten, met een duidelijke vermelding van de gebruikte producten. “We nemen de installateur en opdrachtgever echt bij de hand. Dat is waar het voor ons om draait: Nederland helpen verduurzamen, stap voor stap.”

door Masterwatt

Project in beeld Waterbank Agriport geopend

Industrie wordt het hele jaar van regenwater voorzien

Na jaren van voorbereiding en pionieren opende ECW Energy op donderdag 11 september officieel de Waterbank Agriport. De Waterbank is een installatie die regenwater opvangt, zuivert, bewaart en distribueert. De ondergrondse opslagcapaciteit bedraagt 500.000 m³.

De Waterbank Agriport is een systeem dat gebruikmaakt van geavanceerde technologieën om regenwater op te vangen en op te slaan in ondergrondse reservoirs. Tijdens natte periodes wordt het regenwater verzameld op de daken van de tuinders en de datacenters. Dat water wordt vervolgens vervoerd naar de waterbank waar het wordt geïnfiltreerd in de bodem, waar het als bron wordt opgeslagen.

Tuinders en datacenters kunnen tijdens periodes van droogte, water uit deze opslagfaciliteit halen om hun gewassen te irrigeren of te gebruiken als koelwater voor de datacenters. Dit concept biedt tuinders en datacenters een duurzame oplossing om watertekorten te overbruggen en hun productiviteit te behouden, zelfs tijdens droge zomers. Bovendien bevordert de Waterbank Agriport ook het behoud van de bodemkwaliteit en het verminderen van het gebruik van drinkwatervoorraden.

Met de Waterbank Agriport wordt een grote stap gezet in het verder verduurzamen van de invulling van de watervraag op Agriport.

Daarnaast wordt ook het behoud van de bodemkwaliteit en het verminderen van het gebruik van drinkwatervoorraden bevorderd.

Foto’s: door Kenneth Stamp

Van component tot complete oplossing

MEAN WELL Europe is toonaangevend in standaard voedingsoplossingen – van AC/DC-voedingen en DC/DC-converters tot batterijladers. Het bedrijf, onderdeel van het Taiwanese MEAN WELL Enterprises Co., Ltd., levert inmiddels meer dan 15.000 modellen. Die standaardoplossingen vind je terug in uiteenlopende toepassingen, van industriële automatisering tot medische apparatuur, laadoplossingen en duurzame energiesystemen.

“Onze naam betekent goede intentie en dat is precies wat ons drijft,” vertelt Sameer Yamin. “We ontwikkelen uiterst efficiënte voedingen met minimaal energieverlies. Zo dragen we bij aan de duurzaamheid en prestaties van de systemen waarin ze worden toegepast. In feite zijn wij de stille kracht achter de innovatieve, duurzame oplossingen van onze klanten.”

Dat MEAN WELL inspeelt op duurzame ontwikkelingen blijkt uit de geschiedenis van het bedrijf. “In 2006 zijn we in de markt voor leddrivers gestapt. Toen begon de omslag van conventionele verlichting naar led – een enorme stap richting energiebesparing. Die beweging ondersteunen wij met efficiënte voedingen die warmteverlies tot een minimum beperken.” Ook in de huidige elektrificatiegolf in sectoren als bouw en mobiliteit speelt het bedrijf een belangrijke rol. “Van gereedschap op de bouwplaats tot voertuigen in het verkeer – overal worden accu’s en batterijen ingezet als energiebron. Dat vraagt om betrouwbare en efficiënte stroomvoorziening. In deze ontwikkeling speelt MEAN WELL een sleutelrol. Of het nu gaat om een voeding of een batterijlader, wij leveren de componenten die zorgen voor stabiele energie en een lange levensduur van de accu.” In de basis kun je voor het laden van batterijen een standaard voeding gebruiken. Maar wie kiest voor een batterijlader, kiest voor precisie. “Een batterijlader regelt het laadproces nauwkeurig. Dat voorkomt overbelasting en verlengt de levensduur van de batterij. Zeker bij toepassingen in bijvoorbeeld e-mo-

bility of mobiele apparatuur maakt dat een groot verschil. Wij leveren beide typen oplossingen, zodat ontwikkelaars maximale flexibiliteit hebben om het laadprofiel af te stemmen op hun eigen BMS (battery management system).” Zo voorziet het bedrijf niet alleen in de voeding van batterijen, maar draagt het bedrijf structureel bij aan het succes van elektrificatie. “En daarmee aan de energietransitie. Want wat je ook ontwerpt -van licht elektrisch voertuig tot accugereedschap of noodstroomvoorziening- je hebt altijd een betrouwbare voeding of lader nodig. Dat is onze core business.”

MEAN WELL kijkt ondertussen verder dan losse componenten. Het bedrijf ziet ook de snelgroeiende markt voor thuisbatterijen. “Door de afschaffing van de salderingsregeling, oplopende energiekosten en zorgen over netcongestie of zelfs stroomuitval, overwegen steeds meer huishoudens om zelf energie op te slaan. Die markt groeit explosief, reden voor ons om ons af te vragen hoe als componentenfabrikant meer kunnen betekenen in deze keten?” Dat leidde tot een bijzondere samenwerking met Marstek, een producent die zijn sporen heeft verdiend in batterijtechnologie. “Zij begonnen ooit met powerbanks voor onder andere Lidl en Walmart. Inmiddels ontwikkelen ze complete thuisbatterijen:

van batterijcelproductie tot omvormer en behuizing – alles in eigen huis. Dat garandeert controle over de kwaliteit en maakt ze een betrouwbare partner.” Voor MEAN WELL is de samenwerking uniek. “Normaal blijven wij op componentniveau. Maar hier zagen we de kans om onze bijdrage aan de energietransitie te vergroten én iets tastbaars neer te zetten. Daarom treden we nu op als importeur van Marstek in Europa en presenteren we op Vakbeurs Energie niet alleen onze componenten, maar ook een complete thuisbatterijoplossing.”

Als toeleverancier van componenten – waaronder voedingen en omvormers voor energieopslag en -distributie. Als aanbieder van complete thuisbatterijsystemen, via de samenwerking met Marstek. Als leverancier van losse batterijen, voor maatwerktoepassingen in de industrie “Voor het eerst laten we zien dat we niet alleen de stille kracht ín apparaten zijn, maar ook complete oplossingen kunnen bieden voor het energiegebruik van morgen. Van de kern tot de kast, van voeding tot opslag. Zo versnellen we de energietransitie – stap voor stap, cel voor cel.

Foto: door MEAN WELL

Pon Power maakt bedrijven energietransitieproof

De energietransitie stelt bedrijven voor grote uitdagingen. Toenemende elektrificatie en strengere duurzaamheidseisen zorgen voor een groeiende energievraag, terwijl netcongestie de capaciteit juist beperkt. Pon Power biedt hiervoor slimme oplossingen. “Wij helpen diverse bedrijven en industrieterreinen met energieoplossingen, zodat ze kunnen starten, operationeel kunnen blijven en zelfs kunnen groeien,” zegt Janos van Galen, Accountmanager energieoplossingen bij Pon Power.

Steeds vaker krijgen bedrijven te horen dat ze hun stroomverbruik moeten beperken, bijvoorbeeld in een bepaalde tijdsrange gedurende de dag. “In de zwaarste gevallen grijpt de netbeheerder in,” legt Van Galen uit. “Maar meestal begint het met een prikkel: bedrijven willen of moeten verduurzamen, maar lopen vast omdat ze geen extra capaciteit krijgen. De energievraag stijgt, terwijl uitbreiding van de netcapaciteit niet meer vanzelfsprekend is.” Pon Power helpt klanten om zelf grip te krijgen op hun energiehuishouding, met microgrid-oplossingen, bestaande uit PV-systemen, energieopslagsystemen, in sommige gevallen generatoren en zelf ontwikkelde intelligente besturinggsystemen.

Pon Power combineert technische expertise met een praktijkgerichte aanpak. “We zijn geen adviesbureau, maar leveren wél strategisch advies aan de voorkant,” zegt Van Galen. “We starten met een grondige data-analyse en energie-simulatie. Op basis daarvan presenteren we verschillende scenario’s, inclusief toekomstbestendige oplossingen. Als een klant dat interessant vindt, werken we de plannen verder uit en realiseren we het systeem.”

Elke situatie vraagt om maatwerk. “Soms ligt het dak van onze opdrachtgever al vol met zonnepanelen waar wij op aan mogen sluiten. Dat kan onder meer met ons eigen EMS en de modulaire batterijen die eenvoudig zijn uit te breiden, maar ook met grotere batterijsystemen,” legt Van Galen uit. De keuze voor een batterijtype hangt af van de toepassing. “Sommige cellen laden en ontladen sneller dan andere. We houden rekening met de verwachte levensduur en maken een degradatiecurve: hoe lang behoudt het systeem voldoende capaciteit? Moet je nu een groter systeem neerzetten zodat je in de toekomst zeker bent van een bepaalde energievoorraad of is modulair uitbreiden slimmer?” Aanvullend biedt Pon Power een energiemanagementsysteem (EMS) dat naadloos samenwerkt met batterijopslag, zonnepanelen, generatoren en externe slimme software, zoals aansturing o.b.v. weersvoorspellingssystemen of energiemark-

ten. “We kunnen lokaal monitoren, bewaken de netaansluiting en bijsturen waar nodig,” zegt Van Galen. “Zo sturen we snel servicemonteurs aan en garanderen we een hoge uptime.”

Een batterij wordt vaak als end of life beschouwd bij 60-65% van de oorspronkelijke capaciteit. “Dat betekent niet dat de waarde verloren gaat,” benadrukt Van Galen. “Deze batterijen worden vervolgens gerecycled en dat gebeurt steeds optimaler. Vrijwel al onze leveranciers werken aan fabrieken in Europa waar batterijen worden gerecycled om bijvoorbeeld nieuwe cellen en opslagsystemen te maken. Op hoogwaardige wijze. En dat is goed nieuws, want dat betekent automatisch dat we minder grondstoffen buiten Europa hoeven te delven en hiermee ook op sociaal vlak duurzamer worden.”

Foto: Stockphotos.com

Verbeter binnenluchtkwaliteit

voor een betere gezondheid

Position paper over de impact van binnenluchtverontreiniging

De ziektelast als gevolg van verontreinigde lucht in gebouwen bedraagt in Nederland 2,3% van de totale ziektelast in Nederland. Een verbetering van de binnenluchtkwaliteit kan de totale maatschappelijke kosten met 7,8 miljard euro per jaar verlagen. Dit blijkt uit het position paper van TNO “Goede binnenluchtkwaliteit voor onze gezondheid” over de impact van binnenluchtverontreiniging op de volksgezondheid. TNO doet een aantal aanbevelingen om de kwaliteit van het binnenklimaat te verbeteren.

Uit internationaal onderzoek blijkt dat slechts zes verontreinigingen in de binnenlucht verantwoordelijk zijn voor 99% van de ziektelast door verontreinigingen in de binnenlucht. Fijnstof (PM10i en PM2.5ii) levert de grootste bijdrage (circa 86%) aan de verloren gezonde levensjaren.

Uit berekeningen van TNO blijkt dat fijnstof met circa 78% ook het grootste aandeel heeft in Nederland, gevolgd door stikstofdioxide (9,8%), formaldehyde (7,9%), ozon (1,9%) en radon (1,4%). Deze stoffen zijn een belangrijke bron van aandoeningen zoals COPD, astma, chronische bronchitis en respiratoire allergieën. De berekende ziektelast als gevolg van deze stoffen in het binnenklimaat bedraagt 685 Disability Adjusted Life Years (DALYs)iii per 100.000 personen per jaar. Dat is 2,3% van de totale ziektelast in Nederland in 2022 en vertegenwoordigt een maatschappelijke kostenpost van circa 7,8 miljard euro per jaar.

Mensen brengen het grootste deel van hun tijd binnenshuis door, waardoor goede ventilatie een effectieve maatregel is om de binnenluchtkwaliteit op de korte en middellange termijn te verbeteren. De effecten van maatregelen om de buitenluchtkwaliteit te verbeteren zijn daarentegen pas op langere termijn merkbaar. Goede ventilatie kan de blootstelling aan schadelijke stoffen in gebouwen significant verminderen, wat aanzienlijke gezondheidswinst en reductie van de maatschappelijke kosten oplevert.

Een reductie van slechts 5% van de blootstelling aan deze schadelijke stoffen vertegenwoordigt een waarde van 0,4 miljard euro per jaar. Deze reductie van de gemiddelde blootstelling kan volgens TNO worden gerealiseerd door een aantal maatregelen.

Om de binnenluchtkwaliteit te verbeteren en de maatschappelijke kosten te verlagen doet TNO de volgende

TNO. Podium.Mobiliteit.

aanbevelingen:

• Voeg “goede binnenluchtkwaliteit” toe aan het preventieakkoord;

• Start een bewustwordingscampagne;

• Voor nieuwbouwwoningen: stel kaders voor gezondere binnenlucht;

• Voor bestaande woningen: ondersteun aanpassing en installatie van ventilatiesystemen;

• Voer een monitoringsprogramma binnenluchtkwaliteit uit;

• Bereid onderzoeksprogramma’s naar pandemische paraatheid en ventilatie uit naar binnenluchtkwaliteit in algemene zin;

• Beleg het onderwerp bij een coördinerend ministerie.

TNO geeft aan dat er onvoldoende gegevens zijn over de PM10-2.5 fractiev, schimmelsporen en ozonconcentraties voor Nederlandse woningen. Hierdoor wordt in dit onderzoek bijvoorbeeld het effect van schimmels in het binnenklimaat mogelijk onderschat. Het gebruik van ozon-emitterende apparaten, zoals luchtreinigers, vereist nader onderzoek volgens TNO. Studies tonen namelijk aan dat veel van deze apparaten de WHO-limiet voor ozon overschrijden.

Foto: door Stockphotos.com

Smart Buildings

Smart Buildings vindt eens in de twee jaar plaats en is een initiatief van de Building G100: hét onafhankelijke eindgebruikersplatform voor personen die zich bezighouden met het management, beheer en onderhoud van gebouwautomatisering en -managementsystemen. 2 oktober

Locatie: NBC Congrescentrum in Nieuwegein

Vakbeurs Energie

Nederland staat voor uitdagingen en is volop in transitie. Iedereen wil oplossingen! Technologische ontwikkelingen maken het voorheen onmogelijke mogelijk. Vernieuwers plukken daar de vruchten van met innovatieve concepten. Binnen 10 jaar moet de Nederlandse CO2-reductie met 49% gedaald zijn ten opzichte van 1990. In 2050 moet ons land nagenoeg klimaatneutraal zijn. Harde doelstellingen en kostbare ingrepen. Die echter vooral ook veel kansen met zich meebrengen. Vakbeurs Energie is inmiddels 18 jaar het zakelijke platform op het vlak van duurzaamheid en energie. In 3 dagen delen koplopers in besparing, opwekking en opslag hun kennis met duizenden beslissers.

7 - 9 oktober

Locatie: Brabanthallen Den Bosch

PREFAB

PREFAB is de vakbeurs - en het kennisplatform - voor professionals in industrieel en modulair bouwen en renoveren. Draagt bij aan kennisdeling en business en ondersteunt zo de doorontwikkeling van prefabricatie en industrialisatie in de bouw- en installatiesector. In de bouw- en renovatiesector wordt volop geïnnoveerd. Dat moet ook wel, gezien het grote tekort aan arbeidskrachten en de opgave die voortvloeit uit de gemaakte bouw- en klimaatafspraken. Ook op het kostbare vlak van bouwfouten is nog een wereld te winnen. Industrialisatie, modulair bouwen, digitalisering en pre-fabricage (samen: prefab) zijn ontwikkelingen die daarbij heel goed kunnen helpen. Zij maken sneller, efficiënter en minder foutgevoelig bouwen en renoveren mogelijk.

7 - 9 oktober

Locatie: Brabanthallen Den Bosch

ZEKERHEID BOVEN ALLESDakzitwelgoed! Agenda

DAKMERK

10 jaar waterdichtheidsgarantie met ons waarborgfonds.

Erkend en gecertificieerd sinds 1992. Kies voor zekerheid met DAKMERK.

Alle dakaannemers met het keurmerk zijn KOMO-gecertificeerd en voldoen aan de hoogste eisen. Dankzij onafhankelijke inspecties is de kwaliteit altijd gegarandeerd. Dak zit wel goed.

Goed dakwerk begint met DAKMERK. Vind de juiste dakaannemer op DAKMERK.NL

BIS

Op BIS, de grootste (ver)bouwbeurs van Vlaanderen, vind je leveranciers, inspiratie en professioneel advies over keukens, badkamers, interieurafwerking, isolatie, hernieuwbare energie en meer. 11 - 19 oktober

Locatie: Flanders expo Gent (België)

Logistic & Industrial Build

Een splinternieuw netwerkevent voor de logistieke en industriële vastgoed- en bouwsector. Op 14, 15 en 16 oktober bundelen Transport & Logistics en AntwerpXL hun krachten in Antwerp Expo. Dit brengt meer dan 15.000 logistieke professionals samen, van experts in breakbulk tot pan-Europese transportnetwerken. Met Port of Antwerp-Bruges als strategische partner en de toevoeging van Logistic & Industrial Build, biedt dit evenement een platform voor netwerken, innovatie en groei. 14 - 16 oktober

Locatie: Antwerp expo in Antwerpen (België)

ARCHITECT@WORK

Dit evenement is ontworpen om innovaties in de architectuursector samen te brengen, met producten, materialen, toepassingen en diensten. Om het innovatieve karakter van elk product te garanderen, hebben toegewijde jury’s van architecten en interieurontwer-

Agenda

pers een selectie gemaakt voor elk land. Deze selectieprocedure garandeert dat elk product op dit platform niet alleen voldoet aan hoge kwaliteitsnormen, maar ook door collega-architecten als waardevol wordt beschouwd. Sinds de oprichting in 2003 is ARCHITECT@ WORK uitgegroeid tot een internationaal concept, met 32 edities in 13 landen.

30 - 31 oktober

De Kromhouthal in Amsterdam

VSK+E 2026

VSK+E is de vakbeurs voor de totale E + W installatiebranche. Honderden exposanten delen hun kennis en tonen het nieuwste aanbod van oplossingen, toepassingen, technieken, innovaties en diensten.

In twee ruime theaters luisteren bezoekers naar inspirerende kennissessies. Of het nu gaat om verwarming, ventilatie, sanitair of over elektrotechniek en meet- en regeltechniek; VSK+E zet je op voorsprong.

3 - 6 februari 2026

Locatie: Jaarbeurs Utrecht

Foto: door Richard Haddeman op Pixabay

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.