Domein Kiewit / Gegeerd Groen, 40 jaar Domein Kiewit

Page 1

40 jaar Domein Kiewit




Colofon Auteur Sonja Brocatus Redactie en eindredactie Ward Segers Uitgever Hilde Claes, burgemeester Stad Hasselt, Groenplein 1, 3500 Hasselt Vormgeving en druk Imagica.be Oplage 300 ex. Wettelijk depotnummer D/2016/13.927/1 Fotografie Vermeld bij elke foto Ondanks alle pogingen om de origine van bepaalde foto’s te achterhalen is de auteur van deze publicatie hierin niet geslaagd. Indien rechthebbenden hun foto’s herkennen kunnen zij contact opnemen met de verantwoordelijke uitgever Hilde Claes, burgemeester stad Hasselt, Groenplein 1, 3500 Hasselt.


Inhoudstafel

Voorwoord

7

De oorzaak: Hasselt en Zonhoven ruziĂŤn om grond

8

De aanleiding: blokverkoop van heidegronden Burgemeester Gijsbrecht Lambrechts Familie van der Straeten Familie (de) Stappers ZĂŠnobe Roberti

11 11 12 13 15 05

De familie Vroonen bouwt een kasteeldomein Hubert Vroonen Emile Vroonen Albert Vroonen

19 19 21 23

Rustplaats en oord van bezinning Tehuis Rulot De refuge van Kiewit De Katholieke Apostolaatswerken Limburg Zusters trappistinnen

28 28 39 45 50

Natuur voor iedereen Eerst een boerderij Uitbouw van de werking De restauratie van de gebouwen Naar een stedelijk natuurcentrum De toekomst van Domein Kiewit

52 52 54 55 58 63



Voorwoord Elke Hasselaar kent het Domein Kiewit als een natuurcentrum met kinderboerderij, waar het fijn vertoeven is. In 2016 vierde het stedelijk domein zijn 40-jarig bestaan. Dat gebeurde met een groot feest met de nodige aandacht voor de geschiedenis van het gebied. Die geschiedenis werd grondig onderzocht. Oude rijks- en stadsarchieven, oorlogsdocumenten en mondelinge bronnen vormden elk hun deel van de puzzel. Uit het onderzoek bleek dat het domein een verleden heeft dat teruggaat tot in de 18de eeuw. Om het verhaal van Domein Kiewit te kunnen blootleggen, kregen de stedelijke diensten de nodige hulp. Het archiefwerk van Paul Leppens leverde een belangrijke bijdrage. Maar ook anderen droegen hun steentje bij: Xavier Vroonen, de familie Lemmens, Luc Standaert, de vroegere kinderen van tehuis Rulot, de zusters Trappistinnen, heel wat heemkundige kringen en de oude inwoners van het gehucht Kiewit. Hun verhalen en foto’s maken van dit boek een uniek verhaal. Dat verhaal start al in 1732 toen de verkoop en de samenvoeging van heidegronden de basis vormden van Domein Kiewit. Vanaf dan groeide het gebied geleidelijk aan uit tot een domein met heel wat troeven: adellijke woonplaats, religieus toevluchtsoord en stedelijk natuurgebied. De inspanningen van de afgelopen decennia maken het domein tot wat het vandaag is: een plek voor jong en oud om van te genieten en om iets van op te steken over de Limburgse fauna en flora. Met dit werk willen we een bijdrage leveren aan de werking van Domein Kiewit, een van de groene longen van de stad Hasselt. Ook in de toekomst zullen natuur en natuureducatie, ecologisch beheer, duurzaamheid en dierenwelzijn belangrijke werkpunten blijven voor dit stedelijk domein. We wensen u veel leesplezier en hopen u ook de komende 40 jaar te mogen verwelkomen in Domein Kiewit.

Hilde Claes Burgemeester Hasselt

Joost Venken Schepen Domein Kiewit

07


1976 — 2016

De oorzaak: Hasselt en Zonhoven ruziën om grond Tot ongeveer de 14de eeuw bestonden de buurgemeenten Hasselt en Zonhoven uit gemeenschappen van mensen met eigen woonkernen en gehuchten. Rond de parochiekerken en dorpspleinen lagen akkers en heide. Die heide werd door beide gemeenten gemeenschappelijk gebruikt en daarom ‘gemene heyde’ genoemd.1

08

Aanvankelijk waren de grensaanduidingen tussen Hasselt en Zonhoven erg vaag. De landheren vonden deze gemene heide niet waardevol genoeg om duidelijke grenzen te trekken. Ze verdelen en belasten was minder belangrijk. Grenzen trekken was er bovendien moeilijk omdat duidelijke herkenningspunten ontbraken. Dat leidde ertoe dat de gemeenten de aangrenzende gemene gronden deelden zonder concrete grensafspraken te maken. Maar de waarde van het gebied veranderde. Vanaf de 14de eeuw kreeg de gemene heide door een groeiend bevolkingscijfer en een stijgende veestapel een grotere economische waarde. De vennen werden steeds belangrijker voor turfontginning, hennepteelt en begrazing van het vee. De drogere heide leverde strooisel voor de potstal en in de zomer was ze een belangrijke bijenteeltplaats voor imkers. Daarnaast speelde de gemene heide ook een rol in een politieke machtsstrijd. Aan de ene kant stonden de graven van Loon en later de prins-bisschoppen van Luik, die vonden dat de gemene heide aan Hasselt toebehoorde. Aan de andere kant bevonden zich de heren van Vogelzang, die de Zonhovenaren vurig aanspoorden om ‘hun’ gemene heide terug op te eisen.2

Het conflict ontstond toen graaf Lodewijk IV van Loon op 23 augustus 1330 een stuk van de gemeenschappelijke heide (circa 1.700 ha) aan de stad Hasselt schonk. Helaas omschreef de graaf van Loon de grenzen nogal vaag. De grens liep vanaf Hasselt “tot waar men gewoon was met de beesten te weiden”.3 Die vage grensomschrijving zorgde ervoor dat Hasselt en Zonhoven ongeveer vijf eeuwen lang een strijd voerden om de eigendom van het heidegebied. De ruzie tussen de buren werd vaak op de heide zelf uitgevochten. Beide partijen maakten zich schuldig aan plagerijen, grondvernielingen, scheldpartijen en inbeslagnames van vee en gronden. Maar gedurende deze vijf eeuwen vonden er ook geregeld gewapende aanvallen plaats. Zo riep de magistraat van Hasselt op 8 augustus 1534 alle weerbare mannen onder de 16 jaar op om de Zonhovense boeren een lesje te leren. Op die dag trokken ongeveer 3.000 Hasselaren met wapens en schoppen naar de gemene heide om er hun eigendom op te eisen. Beide kampen voerden ook illegale arrestaties uit. In 1554 werd de Hasseltse boer Antoon Hauben het slachtoffer van zo’n illegale arrestatie door de heer van Vogelzang. Antoon was op het moment van zijn arrestatie op het betwiste gebied aan het werk en werd in het kasteel van Vogelzang gevangen gezet. Helaas overleefde Antoon zijn gevangenschap niet.


40 jaar Domein Kiewit

Eén van de paalstenen uit 1666 - openluchtmuseum te Bokrijk — 2015, Pascal van Acker — Inventaris Onroerend Erfgoed Vlaanderen

Ondertussen probeerden de beide partijen ook hun gelijk te halen via juridische weg. Alle mogelijke bevoegde rechtbanken deden uitspraken over het geschil. Dit resulteerde vaak in lange en dure processen die geldboetes, arrestaties, verplichte teruggaven van vee en gedwongen bedevaarten oplegden. In 1481 deed het Loonse hooggerechtshof een eerste poging om het burenconflict op te lossen. Maar de heer van Vogelzang was niet onder de indruk van de voorgestelde oplossing. Samen met de Zonhovense boeren zette hij de strijd verder. De prinsbisschop van Luik greep in 1666 in door grenspalen te laten plaatsen op de heide. Zo zouden de grenzen duidelijk zijn voor iedereen. Maar die grenspalen werden al snel beschadigd en ‘vielen’ om. Ook grenspalen konden de strijd dus niet beslechten. De vele oorlogen (zoals de Spaanse en de Oostenrijkse successieoorlog en de Zevenjarige Oorlog) hadden er in de 18de eeuw voor gezorgd dat de bodem van de Hasseltse stadskas zichtbaar werd. Om de stadskas terug gevuld te krijgen, besloot de stad Hasselt om delen van de gemene heide, die zij als de hare beschouwde, te verkopen aan particulieren. De stad had al eerder enkele percelen gemene heide verkocht om aan geld te geraken maar op 18 februari 1761 verkocht ze in één keer veel percelen van de gemene heide. Deze heideverkoop heette een ‘blokverkoop’.4 Zo kwamen grote stukken heide, waaronder ook het stuk dat nu gekend is als Domein Kiewit, in privébezit.

De blokverkoop was bovendien een poging om meer vat te krijgen op het gebied. De kopers van de percelen heidegrond werden verplicht om hun eigendommen af te bakenen door grachtjes te graven en haagjes en bomen te planten. De kopers van grote percelen hadden ook de plicht om een woning te bouwen op hun stuk.5 De Zonhovenaren lieten al snel hun ongenoegen blijken over deze blokverkoop. Op 30 juni 1761 begaf een troep van 600 tot 700 Zonhovenaren zich naar de verkochte percelen. Ze verwoestten de velden, trokken de pas geplante boompjes en hagen uit en gooiden de grachtjes dicht.6 Voor de stad Hasselt was het meteen duidelijk dat de strijd om de gemene heide nog niet voorbij was. Pas onder het Franse bewind kwam er een einde aan de strijd. Napoleon verdeelde het heidegebied in twee delen en trok in 1813 een duidelijke en definitieve grens. In 1822 wisselden de beide gemeenten nog een laatste stuk heidegebied uit. Door deze wissel werd Zonhoven eigenaar van het stuk grond waarop het vliegveld van Kiewit ligt. Het vreemde van deze wissel is dat het stuk grond wel eigendom is van Zonhoven maar administratief nog steeds tot Hasselt behoort. De eeuwenlange burenvete om de gemene heide maakte van deze plek een onveilige plaats. Bovendien werd in talrijke volksverhalen verteld hoe in het heidegebied ’s nachts spoken, geesten of dwaallichten ronddoolden. De Hasseltse en Zonhovense boeren trokken elke morgen naar de heide om er bijvoorbeeld turf te steken of hun vee te laten grazen maar keerden ’s avonds op hun hoede terug naar huis.

09


1976 — 2016

10

Toch was de heide niet onbewoond. Verspreid over het heidegebied stonden lemen hutjes met daarachter een klein groentetuintje. In deze hutjes woonden de oorspronkelijke bewoners van de heide, de ‘bezembinders’. Om in hun onderhoud te voorzien maakten zij bezems van heide en berkentakken, die ze op markten te koop aanboden.7 Tot de Tweede Wereldoorlog woonden deze arme bezembinders in kleine leefgemeenschappen verspreid over de heide. In de naoorlogse jaren werd het moeilijk te bereiken Kiewit van een degelijk wegennet voorzien. Met deze ontsluiting van het geïsoleerde heidegebied kregen ook de bezembinders nieuwe mogelijkheden om in hun onderhoud te voorzien en verdwenen ze stilaan.8

Man met vrouw en kind op kruiwagen poserend voor hun hut te Kiewit/Hasselt — 1906, E. Jaminé — Stadsarchief Turnhout, idno: Foto 00022_01


40 jaar Domein Kiewit

De aanleiding: blokverkoop van heidegronden In het vorige hoofdstuk bleek al dat de verkoop van stukken ‘gemene heidegrond’ een oplossing voor de lege Hasseltse stadskas bood en het de politieke greep van de stad op het gebied versterkte. Tijdens de 18de eeuw bood de stad heel wat percelen heidegrond te koop aan. Een aantal percelen vormden de basis voor Domein Kiewit. Burgemeester Gijsbrecht Lambrechts 11

In 1732 kocht Gijsbrecht Lambrechts (s.d. - 1743), die later burgemeester werd van Hasselt, als één van de eersten een stuk van deze ‘stadtserffven’, zoals de te koop aangeboden percelen gemene heidegrond door de stad Hasselt genoemd werden.9 Hij kocht het stuk ‘de Schaverden’, grenzend aan Bokrijk, dat 11 bunder 2 roede 1 c (circa 11 ha 2 are) groot was.10 Op de Schaverden lagen meerdere vijvers die via een aangrenzend perceel weiland, het Schroenbroek genoemd, verbonden waren met de Mokenvijver. Die vijvers werden voornamelijk gebruikt voor de kweek van vis want de verkoop van vis was een winstgevende handel. Burgemeester Lambrechts en zijn echtgenote Joanna Gulemont kregen een dochter: Maria-Anna Lambrechts (1712-1782). Zij erfde na het overlijden van haar moeder in 1761 de Schaverden. MariaAnna huwde op 3 mei 1735 met de rijke brouwerstoker en groothandelaar Antoon-Tilman van der Straeten (1716-1773).11 Het echtpaar kreeg drie dochters en één zoon: Catharina-Margareta, Maria-Catharina-Gerardina, Maria-Anna-Aldegondis-Robertina en Jan.

Wapenschild familie Lambrechts — Het Belang van Limburg


1976 — 2016

1732 - De familie Lambrechts en het begin van 'domein Kiewit'

Maria Anna Lambrechts (1712-1782) Antoon Tilman Vanderstraeten (1716-1773)

Catharina-Marghareta (°1740)

Maria-Catharina-Gerardina (1746-1811)

Maria-AnnaAldegondis-Robertina

Willem Royers

William de Stappers (1735-1792)

Godfried-Gerard Vannes

Jan (1749-1791) Francisca Amelia Coletta Swaen

Bij de aankoop van 'het Putven' in 1776 en de erfenis van de Schaverden in 1791 worden deze twee heidegebieden verenigd.

Familie van der Straeten 12

Jan van der Straeten (1749 – 1791), groothandelaar en heer van Henegauw, kocht op 31 mei 1776 perceel ‘het Putven’. Dit nieuwe perceel was 3 bunder en 3 roede (circa 3 ha en 3 are) groot en grensde aan de Schaverden. In de verkoopsakte van het Putven wordt verwezen naar een “aangrenzend woonhuis/winning” op perceel de Schaverden, dat eigendom was van “Juffrouw: de weduwe wijlen De Heer van der Straeten”. Deze ‘Juffrouw’ was Jans moeder, Maria-Anna Lambrechts. Zij zou dus al een huis hebben laten bouwen op haar perceel.12 Op oude kaarten uit de tweede helft van de achttiende eeuw, waarop naast heide ook andere geografische aanduidingen vermeld staan, is er op de plaats van het huidige Domein Kiewit geen enkele aanwijzing te vinden van een gebouw. In de publicatie ‘Bouwen door de eeuwen heen’ staat wel beschreven dat er achter het huidige herenhuis een semi-gesloten hoeve met kern uit de 17de eeuw gelegen moet hebben.Of het hier gaat om de winning die vermeld wordt in de verkoopsakte van ‘het Putven’ is niet duidelijk.13 Wanneer het eerste woonhuis op het Putven gebouwd werd en door wie is dus niet geweten. De reden is wel duidelijk. De eigenaar was namelijk genoodzaakt zijn eigendom te beschermen tegen de Zonhovense boeren en eventuele visdieven.

Wapenschild Familie van der Straeten — Limburgse families en hun wapen

Ook de tweede dochter van het echtpaar van der Straeten, Maria-Catharina-Gerardina (1746-1811), was belangrijk voor de vorming van Domein Kiewit. Zij trouwde op 6 november 1763 met Willem Stappers.14 Het echtpaar Stappers-van der Straeten kreeg twee kinderen: Winand Frederic Gisbert (1766-1836) en Marie (1790-1869).15


40 jaar Domein Kiewit

Familie de Stappers: Van heidegebied naar Pachthof 'de Kiwit'

Maria Anna Lambrechts (1712-1782) Antoon Tilman Vanderstraeten (1716-1773)

Erfenis Jan (1749-1791)

Maria-Catharina-Gerardina (1746-1811) William de Stappers (1735-1792)

Francisca Amelia Coletta Swaen

De familie de Stappers vergroot door aankopen het heidegebied en geeft het een naam.

Familie (de) Stappers Het was Maria-Catharina-Gerardina die na het overlijden van haar moeder Maria-Anna en haar broer Jan de heidegebieden het Putven en de Schaverden erfde. Door deze erfenis werden de beide percelen samengevoegd en vormden ze één geheel.

13

Haar zoon Winand erfde op zijn beurt de Schaverden en het Putven. Hij huwde met de adellijke Claire Françoise van Willigen (1778-1850). Tijdens dit huwelijk werd het geërfde heidegebied systematisch uitgebreid met de aankoop van aangrenzende percelen. Het was vermoedelijk Winand die de stukken heide kocht.16 In 1844 erfden Winands echtgenote Claire Françoise en de kinderen het gebied. Het had toen de naam ‘De Kiwit’ omdat er zoveel Kieviten voorkwamen.17 Op de oudste kadasterkaart van Hasselt, opgemaakt door landmeter L. Groulard in 1845, staat een L-vormige hoeve getekend op de plaats waar nu het herenhuis en de boerderijgebouwen liggen. Deze boerderij zou eigendom geweest zijn van de familie de Stappers. Het gebied bedroeg op dat moment 40 ha 61 are. Slechts 4% van de totale oppervlakte was geschikt voor landbouw. De boerderij, tuin en boomgaard namen maar 1% in beslag. De rest van het gebied bestond uit heide en bos.18

Wapenschild Familie de Stappers — Limburgse families en hun wapen


1976 — 2016

Winands dochter Maria-Cornelie (1811-1859) huwde met de adellijke baron Eugene Adrien Guillaume de Heusch de Bombrouck (1807-1869).19 Het koppel kocht in 1844 het domein ‘de Kiwit’ voor een bedrag van 15.000 BEF. In het bevolkingsregister van de stad Hasselt staat Maria-Cornelie vermeld als bewoonster.20 Toch is het erg onwaarschijnlijk dat zij er ooit gewoond heeft, vermits er op dat moment alleen maar een boerderij stond. Naar alle waarschijnlijkheid verpachtte zij het geheel en genoot zo van de opbrengsten van het goed.

BEKENDMAKING : DINSDAG, 15 mei aenstaende, ten 2 uren namiddag, zal den Notaris BAMPS, in zyne studie kamer, te Hasselt, in de Kapel-straet, ten meestbiedende definitievelijk te koop stellen: Een PACHTHOF met schuer, stallingen en andere gebouwen, moeshof, bouwlanden, vyvers, dennenbosschen en andere en heide, groot zamen 54 hectaren, genaemd de Kiwit, gelegen een stuk onder Hasselt, tegen de steenweg van Hasselt op ’S Hertogen Bosch.22

Waarom Marie-Cornelie en de baron de erfenis De Kiwit na nauwelijks elf jaar weer verkochten, is niet geweten.21 Misschien was het te moeilijk om vanuit hun woonplaats Kortessem goed toezicht te houden op het beheer van De Kiwit. Mogelijk was het gebied gewoon te weinig winstgevend. In het weekblad ‘Le constitutionnel du Limbourg Belge’ stond de verkoop van het woonhuis en de gronden als volgt beschreven: Bekendmaking verkoop ‘de Kiwit’ — 13 mei 1855, Le Constitutionel du Limbourg Belge

14

1855 - Marie-Cornelie de Stappers verkoopt Pachthof 'de Kiwit'

Maria-Catharina-Gerardina (1746-1811) William de Stappers (1735-1792)

Winand Frederic Gisbert (1766-1836) Claire Francoise van Willigen (1778-1850)

Marie-Cornelie de Stappers (1811-1859) Eugene Adrien Guillaume de Heusch de Bombrouck (1807-1869)

Marie (1790-1869)


40 jaar Domein Kiewit

Zénobe Roberti Het was Pierre Roberti (1795-1865) uit Sint-Truiden die de Kiwit in 1855 kocht.23 Hij was een lid van de adellijke familie Roberti (vroeger ook Robierts genoemd) en rentenier. Bij de aankoop van het pachthof met de bijhorende gronden was weduwnaar Roberti vergezeld van de vijf kinderen uit zijn eerste huwelijk: • Zénobe Henri (1821-1885) • Adrienne Marguerite Euphenie (1822-1891) • Aylie Lambert Charles (1824-1894) • Chilien Jean Louis (1826-1898) • Tharsile Marie Françoise (1829-1876)24 Een jaar later al kocht de oudste zoon Zénobe het domein. De veranderingen die hij op korte tijd doorvoerde op De Kiwit, wijzen erop dat het zijn bedoeling was om van het gebied een echt landgoed te maken waarop hij met zijn gezin permanent kon wonen.

Wapenschild Roberti — Limburgse families en hun wapen

In 1857 liet hij het bestaande pachthof afbreken. Deze afbraak moet drastisch geweest zijn want ze werd “le démolition totale” genoemd. Daarna gaf Zénobe vermoedelijk architect M. Vanderstraeten de opdracht om een landhuis, koetshuis, boerderij

en een aantal stallingen te bouwen op de plaats waar het vroegere pachthof lag. Om het landgoed verder te verfraaien kreeg de bekende Hasseltse landschapsarchitect Jan-Hubert Creten de opdracht tuinen aan te leggen rond het landhuis.25

1856-1869 - Zénobe Roberti bouwt Landgoed Le Kiewit uit

Pierre Roberti (1795-1865) Antoinette Caroline de Creeft (1783-1831)

Zénobe Henri Roberti (1821-1885) Virginie Charlotte de Gray de la Neuville (1824-1896)

Adrienne Marguerite Euphenie (1822-1891) Aylie Lambert Charles (1824-1894) Chilien Jean Louis (1826-1898) Tharsile Marie Françoise (1829-1876)

Joseph Albert Pierre Marie Ferdinand

Marie Charles Albert Joseph Dieudonnée

Marie Emma

15


1976 — 2016

In het Hasseltse bevolkingsregister van 1856 worden de namen van Zénobe en zijn echtgenote Virginie vermeld als bewoners van het landgoed. Maar waarschijnlijk verhuisden zijn echtgenote en hun zoontjes, Joseph Albert en Marie Charles, van vier en één jaar pas naar ‘Le Kiewit’, zoals zij hun landgoed noemden, nadat het landhuis af was. Op 30 augustus 1861 werd hun derde kind Maria Emma geboren. Op dat moment woonde het volledige gezin Roberti op het domein.26

16

Hoe Roberti zijn gezin wilde onderhouden, blijkt uit de aanvraag die hij in 1859 indiende bij de stad Hasselt en de bestendige deputatie van Limburg. Hij vroeg toestemming voor de plaatsing van een alambiek (distilleertoestel), een stoommachine, een koelingsruimte en gistkuipen. Zo’n machinerie kon enkel dienen om sterke drank te stoken. Op 2 maart 1860 ontving Zénobe de nodige goedkeuringen en liet hij een stokerij installeren in de boerderijwoning.27 Van 1860 tot 1868 stookte men jenever op landgoed Le Kiewit. Welke jenever er gestookt werd en of de stokerij een succes was, is niet geweten. Naast de inkomsten van de stokerij had Zénobe ook nog heel wat inkomsten van de verkoop van zijn veldvruchten en grassen.28

Vacature voor de aanwerving van tuinmannen geplaatst door Hubert Creten — 21 februari 1868, Le Constitutionel du Limbourg Belge

Ondanks de vele investeringen die Zénobe deed om het landgoed in te richten, liet hij al op 15 december 1865 zijn gezin en het huispersoneel schrappen uit het bevolkingsregister van Hasselt.29 Het gezin Roberti verhuisde naar Luik. Zénobe werd er algemeen directeur van ‘le jardin d’acclimatation avec parc zoologique de Liège’. In de negentiende eeuw was deze Luikse botanische tuin met bijhorende dierentuin erg in trek bij de hogere klasse. De functie van directeur ging gepaard met het nodige aanzien, iets wat bij een man van adel zoals Roberti misschien beter paste dan een afgelegen landgoed waar jenever gestookt werd. Drie jaar na zijn vertrek liet Zénobe in een weekblad een aankondiging plaatsen waarin hij zijn landgoed te koop aanbood: "Mooi landhuis met paardenstallen, koetshuis, veestallen, mooi neerhof en Engelse tuin, boerderij met aanpalende stallingen, weilanden, landbouwgrond en bos, alles samen 60 ha. Gesitueerd op drie km van het spoorstation, aan één zijde grenzend aan de steenweg en aan de andere kant een landweg."

In de aankondiging werd ook nog vermeld dat er veel wild zat zodat er grote jachten gehouden konden worden. Voor meer informatie kon men zich wenden tot notaris Goetbloets te Hasselt.

Verkoopsadvertentie ‘Le Kiewit’ (1869).


40 jaar Domein Kiewit

1. 2. 3. 4.

Distillerie Woonhuis eigenaar Bijgebouwen, stallingen Tuinen behorende tot het eigendom.

Grondplan ‘Le Kiewit’ (1859) — Jenevermuseum Hasselt

Grondplan distillerie (1859) — Jenevermuseum Hasselt

17


Kem pisc he Ste enw eg

1976 — 2016

Zavelvennestraat

nn est

18

raa t

Ki

Pu tve

ew its tra

at

Pa a

lve n

ne str a

at

Zw art

ve n

ne str a

at

Kiewit dreef

Bron kaart: Agiv

Het gebied ‘De Kiwit’ zoals het door Marie-Cornelie de Stappers verkocht werd 1855. +

Het domein van de familie Vroonen zoals Albert het in 1924 van zijn vader Emile erfde.


40 jaar Domein Kiewit

De familie Vroonen bouwt een kasteeldomein De basis voor het Domein Kiewit was gelegd. In de verdere uitbouw zou de familie Vroonen een sleutelrol spelen. Zij kochten het goed, breidden het uit en transformeerden het tot een statig kasteeldomein, dat natuur en kunst combineerde. Kiewit werd een domein dat in de wijde omgeving aanzien genoot.

Wapenschild familie Vroonen — privébezit

Hubert Vroonen Hubert Dominique Vroonen (1805 –1886) maakte deel uit van de vooraanstaande Tongerse familie Vroonen. Deze familie bezat vele eigendommen in en rond Tongeren.30 Hubert huwde op 29 juni 1836 met Marie Isabelle Adelaïde Aerts (1814-1888).31 Het echtpaar kreeg negen kinderen en woonde in het prachtige Biezenhuis in Tongeren. In het centrum van deze stad

Hubert Dominique Vroonen (s.d.) — Stadsarchief Tongeren

Adelaïde Vroonen-Aerts (s.d.). — Stadsarchief Tongeren

baatte Hubert een winkel in ijzerwaren uit. Daarnaast richtte hij in 1848 samen met Adelaïde ‘Huis Vroonen-Aerts et fils’ (VAF) op. VAF werd een bekende Tongerse likeurstokerij, die naast likeuren ook wijnen en koffie verkocht. Hubert genoot in zijn stad het nodige aanzien. Hij zetelde er in de gemeenteraad en was zowel voorzitter van muziekmaatschappij Concordia als van de kerkfabriek.

19


1976 — 2016

20

De familie Vroonen-Aerts had een voorliefde voor het platteland. Om het drukke Tongeren te ontvluchten besloot Hubert Le Kiwiet in 1869 te kopen. Hij wilde het goed gebruiken als buitenverblijf. Het landhuis was hiervoor uiterst geschikt. In 1868, kort voor de verkoop, had Zénobe Roberti tuinarchitect Creten de opdracht gegeven om een Engels park aan te leggen. Creten had al wel een Engelse tuin aangelegd rond het herenhuis.32 Maar de grote werken om het Engelse park aan te leggen, waren nog niet aangevat op het moment van de verkoop. Hubert moet tevreden geweest zijn met de al door Creten uitgevoerde tuinwerken want hij gaf de tuinarchitect de opdracht de plannen voor het Engelse park verder uit te werken. Ten tijde van de aankoop was Hubert al 63 jaar. Hij logeerde zo vaak hij kon op het domein maar veranderde niets aan het herenhuis.33 Aanvankelijk stond Zénobes stookinstallatie nog op het landgoed. Voor Hubert vormde dit geen enkel probleem. Hij ontmantelde de installatie en bracht ze over naar Tongeren. Hubert kon de installatie goed gebruiken in zijn eigen stokerij.34 In 1886 werden Hubert en Adelaïde uitbundig gevierd in Tongeren naar aanleiding van hun gouden bruiloft.35 Nog datzelfde jaar overleed Hubert Vroonen op 81-jarige leeftijd. Zijn echtgenote Adelaïde overleed twee jaar later. Ze werd 74 jaar.

Gouden bruiloft van Hubert en Adelaïde Vroonen (1886) — Stadsarchief Tongeren

Op 8 mei 1889 ging notaris Lysens over tot de verdeling van de omvangrijke erfenis.36 Ze bestond uit zes gelijkwaardige loten waarvan het landgoed Le Kiewit er één was. De erfenis werd verdeeld over hun vijf nog in leven zijnde kinderen: • Jean Hubert Isidore Vroonen (1837-1894) • Marie-Catherine Nathalie Vroonen (1839-1934) • Jean Hubert Constant Vroonen (1848-1908) • Emile Hubert Joseph Vroonen (1849-1924) • Louis Arthur Hubert Vroonen (1856-1891)37


40 jaar Domein Kiewit

Emile Vroonen Emile Vroonen, de derde zoon van Hubert en baas van een stoffenwinkel in Tongeren, werd de nieuwe eigenaar van Domein Kiewit. Hij huwde op 5 juli 1875 met Pauline Delvigne (1852-1882). Samen kregen ze drie kinderen: • Laure Jeanne Adèle Pauline Vroonen (1878 -1883) • Georges Hubert Eugène Emile Vroonen (1876 - 1930) • Albert Isidore Léon Emile Vroonen (1879 -1971)

Kasteel van Kiewit. De families Aerts en van den Bosch op bezoek bij de familie Vroonen. Emile Vroonen (midden vooraan) tussen zijn zonen Albert en Ivan (1890). — Stadsarchief Tongeren

Pauline overleed na een ongeluk en liet Emile achter met drie jonge kinderen. Minder dan een jaar later overleed ook hun dochtertje Laure. In 1888 besloot Emile Tongeren te verlaten en met zijn twee zonen in het kasteel van Kiewit te gaan wonen. Voordat hij dat deed, liet hij een extra verdieping toevoegen zodat er genoeg ruimte zou zijn om familie en vrienden gepast te ontvangen. Emile was namelijk een echte levensgenieter die geregeld feestjes organiseerde en een goed glas champagne niet afsloeg.38 Met Emile kreeg kasteel Kiewit voor het eerst een echte ‘kasteelheer’. Door de omwonenden werd het herenhuis ‘kasteel Vroonen’ of ‘kasteel Vroenen’ genoemd en hun kasteelheer heette ‘Vrooneke’ of ‘Vroeneke’. Dit was niet negatief bedoeld want de familie Vroonen was zeer geliefd in het gehucht Kiewit.39

21


1976 — 2016

Net als zijn vader Hubert bleef Emile gebruikmaken van de diensten van tuinarchitect Jan Creten. Hij gaf Creten de opdracht twee grote verbindingswegen naar het kasteel aan te leggen. Deze dreven werden genoemd naar de bomen die erlangs aangeplant werden. De eikendreef verbond het domein met de Kempische Steenweg (toen nog de weg naar ’s-Hertogenbosch) en vormde de grote ingang naar het domein. De beukendreef verbond het domein met een smal straatje dat later de Putvennestraat zou worden. Het was eerder een bescheiden dreef, die gebruikt kon worden door bedienden en leveranciers. Deze twee dreven samen vormden de Kiewitdreef.

22

Emile was een echte natuurliefhebber. Onder zijn impuls werd het Engelse park afgewerkt. Hij gaf zijn tuinarchitect de opdracht om in het park een vijver te graven. De boeren die de gronden van de heer Vroonen bewerkten, werden gevraagd om te komen helpen bij het uitgraven van de vijver. Voor één dag graven verdienden ze 1 BEF, een aardig loon voor die tijd. De vijver kreeg de bijnaam ‘haringvijver’ omdat de gravers naast het geld ook elke dag een haring kregen voor hun harde werk. De wegggraven grond werd in het midden van de vijver op een hoop gegooid. Dit werd de ‘Monsterberg’, die nu nog steeds in het midden van de vijver ligt. Destijds was de Monsterberg via een smal bruggetje verbonden met het Engelse park.40

Emile Vroonen (man in het wit) en vriend achter de vijver in het Engelse park (1907) — Privécollectie

Op 4 juli 1889 werden op ‘het goed Kiewit’, zoals Emile Vroonen zijn landgoed noemde, de nieuwe vijver en de Monsterberg ingehuldigd. Van op deze Monsterberg kon Emile genieten van een prachtig zicht op zijn eigendom omdat er, in tegenstelling tot nu, praktisch geen begroeiing op de berg stond. Rond de vijver was in losse vorm beplanting aangebracht en in het grasveld voor het herenhuis stonden enkele vrijstaande eiken en beuken. Het Engelse park werd aangelegd met het herenhuis als centraal punt. Waar men ook in het park stond, het herenhuis was altijd zichtbaar. Vanuit het herenhuis zelf kon men het tennisveld zien waarop later de kapel van de VKSJ gebouwd zou worden. Van op de eerste verdieping van het herenhuis hadden de bewoners een prachtig uitzicht op de vijver en een zithoek in het bos. Emile was een echte buitenmens die genoot van zijn domein. Volgens de overlevering wandelde hij elke zondag in zijn ‘lichte kostuum’ over de verhoogde paden rond de vijver om te genieten van de wijde omgeving.


40 jaar Domein Kiewit

In 1894 volgde de realisatie van de lusttuin, die zich deels in het Engelse park bevond en doorliep tot ver achter de vijver. Dit stuk van de tuin omvatte een 15-tal tuinbeelden die gebaseerd waren op oude Romeinse goden. De beelden, tot 1m70 groot en voorzien van sokkels, waren door de Schaarbeekse firma Blaton-Aubert gemaakt uit composietsteen. Dergelijke tuinbeelden waren op het einde van de 19de eeuw erg populair. Eén beeld kostte ongeveer 110 BEF, wat in die tijd best duur was. Emile kocht een 15-tal beelden, die per stuk varieerden in prijs van 100 tot 150 BEF!41 Helaas zijn de beelden op één na allemaal verdwenen. Waar de beelden gebleven zijn, is niet geweten. Het beeld dat teruggevonden werd, lag begraven in de buurt van de plaats waar het waarschijnlijk ooit stond. Het zou kunnen dat de beelden vlak voor de Tweede Wereldoorlog ‘verdwenen’ om ze te beschermen tegen het naderen-

de oorlogsgeweld. Vaak werden dergelijke beelden in de parkvijver of kasteelgracht gegooid. Maar de parkvijver voor het kasteel is een aantal keer heraangelegd en tijdens deze werken werden er nooit (stukken van) beelden gevonden. In andere tuinen begroef men de beelden omdat ze te zwaar en te groot waren om te vervoeren. Zijn de tuinbeelden die Emile aankocht ook op deze manier verborgen en na de oorlog vergeten? Emile was net als zijn vader een zeer gelovig man, die zich dienstbaar opstelde ten aanzien van de inwoners van Kiewit. Als overtuigd katholiek was hij lid van de katholieke partij en voorzitter van de Jong Katholieke Wachten.42 Hij zetelde ook in het bestuur van de kerkfabriek van Kiewit en werd er aangesteld als ‘bezoeker der armen’.43 Het was binnen de meer bemiddelde kringen in die tijd de gewoonte om via liefdadigheid de noden van de armere bevolking een beetje te ledigen. De kasteelbewoners

23

Emile Vroonen en een vriend met op de achtergrond één van de verdwenen beelden.(s.d.) — Privécollectie Karin de Greeve


1976 — 2016

24

Familiekapel van de familie Vroonen (s.d.). — Privécollectie

De Aéroclub Luik-Spa op bezoek te Kiewit (19 juni 1910) — Privécollectie Karin de Greeve

zouden, volgens de overlevering, tijdens koude wintermaanden soep uitgedeeld hebben aan de armen. Emile had ook de gewoonte om bij begrafenissen zijn koets uit te lenen aan de minderbedeelden. Zo konden ook zij hun overledenen op gepaste wijze naar hun laatste rustplaats brengen. Mariette Lemmens herinnert zich nog dat ze als klein meisje de kerstviering mocht meevieren in de kapel van de familie Vroonen.44 Deze kapel was gelegen in het koetshuis en de kasteelheren hadden de gewoonte om hun privékapel tijdens de kerstviering open te stellen voor de omwonenden. Deze voortdurende aandacht voor de Kiewitenaren maakte van Emile een geliefd man.

Hoewel de familie Vroonen Franstalig was, maakte ze er geen probleem van om het dienstpersoneel en de boerenfamilies die voor hen werkten in het Nederlands aan te spreken. In de periode dat Emile Vroonen eigenaar was van het domein werkte er veel personeel mee aan het in stand houden, onderhouden en beschermen van het domein. De koetsiers, knechten, huishoudsters en kokkinnen woonden op de eerste verdieping van het koetshuis. Achter het koetshuis stond de herenboerderij. Daarin woonde een boerengezin dat de weilanden, de boomgaarden en de akkers in de onmiddellijke omgeving van het herenhuis onderhield en bewerkte. Omdat de bossen van het goed Kiewit rijk waren aan wild en hout deed Emile vaak beroep op jacht- en boswachter Thijs.46 Hij probeerde het stropen en hout stelen zo goed en zo kwaad als het kon binnen de perken te houden.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat in 1914 de Kiewitenaren vierden dat Emile Vroonen 25 jaar op het kasteel van Kiewit woonde. Op donderdag 10 mei organiseerde de kerkfabriek een sobere mis. Erehagen versierden de straten, er waren toespraken, geschenken en overal waar Emile voorbij kwam, werd hij door de omstaanders bejubeld. ’s Avonds zorgden Japanse lampions voor een sprookjesachtige verlichting van de vijver voor het herenhuis. Op het water dobberde een versierde boot.45

Op de Kiewitdreef stonden vijf boerderijtjes die ook eigendom waren van de familie Vroonen. Emile verhuurde deze boerderijtjes aan boerengezinnen die de stiel goed kenden maar zelf geen boerderij hadden. Deze gezinnen betaalden de huur van hun boerderij door de gronden die niet vlak aan het herenhuis lagen, maar wel eigendom waren van Emile, te bewerken.


40 jaar Domein Kiewit

Openluchtbuffet in het Engelse Park (19 juni 1910) — Privécollectie Karin de Greeve

Onder de kasteelheren Hubert en Emile kende Domein Kiewit zijn grootste groei. Zij kochten aanpalende gronden op en breidden het domein uit tot 223 ha.47 Hun ideeën gecombineerd met de kennis van landschapsarchitect Jan Creten bepaalden het uitzicht van het domein met het Engelse park zoals het nu nog steeds is. Ze maakten van het domein een bijzondere plek waar het goed om leven was. Emile Vroonen was erg geïnteresseerd in vooruitgang. Rond de eeuwwisseling stonden de kranten vol artikels over een nieuwe uitvinding, ‘het vliegmachien’. Dit boeide Emile enorm. Hij knipte elk artikel over de luchtvaart uit en plakte het in grote schriften. Emile was ervan overtuigd dat een vliegveld van groot economisch belang kon zijn voor de straatarme Kiewitenaren. De 110 ha van de Grote Heide, die hij al jaren pachtte van de gemeente Zonhoven als oefenpiste voor renpaarden, zou hiervoor zeer geschikt zijn.48 Op 25 januari 1910 tekende Emile een nieuwe pachtovereenkomst met de gemeente Zonhoven voor een periode van negen jaar. In de overeenkomst stond al vermeld dat er ‘vliegoefeningen’ gehouden konden worden. Emile verhuurde het terrein aan de jonge piloot Alfred Lancer, die er een loods bouwde voor zijn

vliegtuig en het terrein vliegklaar liet maken. Al snel ontdekten ook andere piloten het potentieel van het vliegveld. Op 19 juni 1910 nodigde Emile de leden van de Aéro-club Luik-Spa uit om op zijn domein te genieten van een openluchtbuffet in het Engelse park. Deze club zou de sportieve leiding van het vliegveld op zich nemen. Zo droeg Emile Vroonen zijn steentje bij aan het ontstaan van het vliegveld van Kiewit.

25


1976 — 2016

026


40 jaar Domein Kiewit

Albert Vroonen Emile Vroonen overleed te Kiewit op 27 maart 1924. Zijn zoon Albert werd in 1926 via erfenis eigenaar van het domein. Op zich was dit voor Albert geen erg grote verandering want hij had het ouderlijk huis nooit echt verlaten. Na zijn huwelijk met Olga Reuleaux (1885 –1966) op 3 april 1906 was hij immers bij zijn vader blijven wonen om hem bij te staan. Albert was filosofisch en filantropisch van aard. Ook hij en Olga waren erg geliefd in Kiewit. Albert was voorzitter van de kerkfabriek van Sint-Lambertus Kiewit en van het schoolcomité der parochiale scholen. Zo was hij in 1923 nauw betrokken bij de oprichting van de eerste lagere school in de stokerij van Pieter Leonardus Leynen-Tilkin en ijverde hij mee voor de eerste definitieve schoollokalen en noodkapel in 1924-1925. Als vroom man deed Albert zijn best om mee te helpen aan de bouw van de kerk (1933-1935).49 Maar de tijden veranderden en de opbrengsten van de gronden volstonden niet meer om de hoge lasten te dragen. Het dennenhout dat Albert verkocht, bracht niet meer genoeg op. De boeren die de boerderijtjes van de familie Vroonen pachtten, konden nauwelijks de huur betalen. Albert beschikte ook niet over het zakelijk inzicht van zijn vader en grootvader. Hij was een bijzonder zachtaardig man die niet geïnteresseerd was in geld. Daarom wilde hij de boerenfamilies niet dwingen om meer huur te betalen zodat hij en zijn gezin konden blijven leven in de stijl die ze gewend waren.

verkoopprijs, soms maar 1 BEF per meter, werd door Albert bewust laag gehouden zodat de boeren erin slaagden hun gehuurde eigendommen te kopen. Sommige erg trouwe werknemers die geen woning hadden, schonk hij een stuk grond. De kern van het domein waarop het herenhuis, de boerderij en het Engelse park lagen verkocht Albert niet, maar besloot hij te verhuren. Waarschijnlijk lag het domein hem te nauw aan het hart. Ook al verhuisde Albert naar Luik, toch konden de boeren die nog gronden van hem huurden steeds beroep op hem doen. Zo brandde in 1942 de gepachte boerderij van de familie Valckeneers, aan wat tegenwoordig de Putvennestraat is, af. Voor het gezin was dit een ramp. Door de oorlog slaagde Albert er niet in om de boerderij terug te laten opbouwen. Hij liet tijdelijk een houten barak plaatsen op de plaats waar de boerderij van Valckeneers gestaan had. Zo kon het gezin de oorlog doorkomen. Na de oorlog liet Albert de boerderij terug rechttrekken. Nog vele jaren nadat Albert het domein verlaten had, keerde hij gedurende de zomer een maand lang terug naar zijn geliefde Kiewit. Omdat hij het herenhuis verhuurde, logeerde hij in de boerderij van de familie Valckeneers. De boer en boerin stonden met veel plezier hun slaapkamer af aan hun ‘patron’, zoals ze Albert nog steeds noemden. Zijn tijd op het domein gebruikte Albert om de huurgelden op te halen bij de boeren en om kennissen en vrienden te bezoeken.52

Daarnaast baarde de gezondheid van zijn vrouw hem zorgen. Het vochtige kasteel zonder verwarming zorgde ervoor dat Olga steeds meer last kreeg van haar luchtwegen.50 Om die reden besloot Albert het domein te verlaten en terug te keren naar Luik, de geboortestad van Olga. Op 1 augustus 1938 liet hij officieel zijn gezin en personeel schrappen uit het boek der volkstellingen.51 De boerenfamilies die jarenlang trouw voor de familie gewerkt hadden, kregen als eersten de kans om de gepachte grond en boerderij te kopen. De

Albert Vroonen en zijn zoon Ivan in de inkomhal van het herenhuis (1936) — Privécollectie

Ivan Vroonen en familie voor het koetshuis (s.d.). — Privécollectie

27


1976 — 2016

Rustplaats en oord van bezinning In de 20ste eeuw kreeg het Domein Kiewit verschillende functies. De regelmatig wisselende eigenaars zetten het domein in om hun sociale, medische en religieuze doelstellingen te realiseren. En ook Kiewit ontsnapte helaas niet aan de Tweede Wereldoorlog.

Tehuis Rulot 28

Albert Vroonen liet zijn gezin en het huispersoneel uit het boek met volkstellingen van Hasselt schrappen op 01-08-1938.53 Het boerengezin Bamps bleef in de herenboerderij wonen.54 Om het herenhuis niet leeg te laten staan, verhuurde Albert het van 16-081939 tot 06-11-1940 aan François Joseph-Entoinne De Coster, een leraar uit Sint-Truiden. François woonde er samen met zijn vrouw HenrietteMarie Hubertine Roox en haar zuster LeontineMarie Henriette. Na het vertrek van François De Coster en zijn gezin in 1940, bleef het herenhuis enkele jaren onbewoond. Pas op 11-04-1942 kreeg het een nieuwe bewoonster. Haar naam was Elza Romanie Bossiers (1900-1979), een hoofdverpleegster uit Brugge.55

Narcisse Rulot (s.d.) — Collectie NMBS – Train World Heritage

Het is echter niet zo dat er tussen het vertrek van François De Coster en de komst van Elza Bossiers in het herenhuis niets gebeurde, integendeel. Tijdens deze tussenperiode werd het herenhuis verbouwd tot het Tehuis Rulot. Tehuis Rulot droeg de naam van zijn geestelijke vader Narcisse Rulot. Narcisse Rulot (1883-1978) was tijdens de Tweede Wereldoorlog directeur-generaal van de NMBS. Hij kreeg de taak om in naam van de NMBS met de Duitse bezetter te onderhandelen over de uitbating van haar eigen spoornet. De eisen en kosten die de bezetter de NMBS hiervoor oplegde, waren extreem hoog. Rulot begreep dat de NMBS op deze manier nooit winst zou kunnen maken. En dat betekende dat hij ook niet in staat zou zijn om volwaardige lonen en pensioenen uit te betalen. Daarom richtte hij een sociaal fonds op. De gelden uit dit fonds investeerde Rulot in een aantal sociale werken. Zo wilde hij de grootste noden bij het spoorwegpersoneel, als gevolg van de Duitse bezetting, ledigen.

Mevrouw Rulot deelt snoep uit aan de spoorwegkinderen. Narcisse Rulot kijkt toe (s.d.) — Fotoarchief Cegesoma – Voorbehouden rechten


40 jaar Domein Kiewit

029


1976 — 2016

030


40 jaar Domein Kiewit

Feestelijke opening van tehuis Rulot (28 mei 1942) — Privécollectie

Directrice Elza Bossier (midden vooraan) met een deel van haar personeel (s.d.) — Privécollectie

Eén van deze sociale werken, en voor Rulot persoonlijk het belangrijkste, was het bieden van extra zorgen aan de verzwakte kinderen van het spoorwegpersoneel. Omdat het in oorlogstijd te moeilijk zou zijn om alle spoorwegkinderen thuis te helpen, bedacht hij een andere manier. De kinderen zouden voor een korte periode uit hun gewone omgeving weggehaald en ondergebracht worden in een verzorgingstehuis. Daar kon verplegend personeel de ondervoede, verzwakte kinderen opvangen.56 Wanneer de kinderen weer op krachten gekomen waren, mochten ze terug naar huis. Rulot gebruikte de gelden uit het fonds om zes leegstaande kastelen om te bouwen tot kindertehuizen.57 Deze kastelen werden met veel zorg uitgekozen. Ze moesten gelegen zijn in de natuur. Want ook zuivere lucht en een rustige omgeving verbeterden de gezondheid van de kinderen. Alhoewel Rulot het fonds wilde gebruiken voor zowel de inrichting als de dagelijkse werking van de tehuizen, bleek dit toch niet zo eenvoudig. Tegen de tijd dat de tehuizen ingericht waren, was het fonds bijna op. Rulot eiste immers dat de tehuizen voldeden aan de hoogste hygiënische normen en voorzien waren van alle comfort.58 Gelukkig stond de diepgelovige, vrijgevige Albert Vroonen volledig achter de plannen van Rulot. Hij stelde zijn kasteel ter beschikking van de NMBS

zonder er huur voor te vragen.59 Het kasteeltje werd omgebouwd tot een modern kindertehuis. Op de benedenverdieping bevond zich de eetzaal. De oude bijkeuken, die vroeger ook dienst deed als personeelsingang, maakte plaats voor een grote doucheruimte met wastafels, voetbaden en een ligbad.60 De oude keuken werd aangepast zodat er voor veel kinderen gekookt kon worden. Op de eerste verdieping lagen ruime, heldere en goed verluchte slaapzalen voor de kinderen. Naast de praktische inrichting van het tehuis werden er ook heel wat medische voorzieningen getroffen, waaronder een behandelruimte met een röntgenapparaat. Op 2 april 1942 opende het Nederlandstalige tehuis officieel haar deuren onder de naam ‘Tehuis Rulot’. De strenge maar uiterst bekwame hoofdverpleegster Elza Bossiers leidde het tehuis en woonde er ook. Elk tehuis stond onder leiding van een directrice, bijgestaan door een secretaresse. Een dokter en een vijftal verpleegsters en verzorgsters vormden de permanente medische staf. Uiteraard was er ook huishoud- en keukenpersoneel.61 De werking van de tehuizen werd opgevolgd door een groep sociaal assistenten die Rulot speciaal voor dit doel aangesteld had. Omdat Narcisse het druk had met het leiden van de NMBS en op 19 februari 1944 gearresteerd werd, was het vooral mevrouw Rulot die de tehuizen met moederlijke liefde opvolgde.62

31


1976 — 2016

Opvoedster Pauline de Preter (achterste rij, derde van links) (s.d.) — Privécollectie

Het verblijf van de kinderen duurde ongeveer drie maanden, die zo gekozen werden dat ze samenvielen met de schooltrimesters. Zo liepen de kinderen niet te veel schoolse achterstand op tijdens hun afwezigheid. Bovendien kregen ze tijdens hun verblijf in het tehuis ook les van onderwijzeressen en monitrices zodat de terugkeer naar school vlot zou verlopen. Tijdens de grote schoolvakantie duurden de verblijven van de kinderen maar zes weken tot twee maanden.

32

In Tehuis Rulot werkten 10 verzorgsters. Elke verzorgster had een eigen groep kinderen onder haar hoede. Zo’n leefgroep telde twaalf tot achttien kinderen.63 Elza Bossier omschreef de taak van de verzorgsters op 15 januari 1943 als volgt aan sollicitante Pauline de Preter: “De taak die U in ons tehuis wacht is die van monitrice – opvoedster. Verzorging, toezicht, spel, opvoeding. Onderricht wordt er voorlopig niet gegeven. Uw rol moet beschouwd worden als plaatsvervangster van de moeder die ons haar kind toevertrouwt.”64 Later werd er wel les gegeven. Gustaaf Lyssens, die als kind in het tehuis verbleef, vond alles in Kiewit fijn behalve de lessen. 65 Elk spoorwegkind tussen 5 en 15 jaar was welkom in het tehuis. Ook kinderen van al gepensioneerde of overleden spoorwegmannen hadden recht op een opname in het tehuis. Een bezorgde leerkracht, een sociaal werker die in opdracht van de NMBS spoorweggezinnen bezocht, de huisarts van het kind, de ouders of de verzorgers van het verzwakte kind konden de aanvraag tot opname indienen. Na aanmelding werd het kind medisch onderzocht. Dit was nodig omdat een kind niet in het tehuis terecht kon indien het een besmettelijke ziekte had. In dat geval kreeg de huisarts de opdracht om het kind te behandelen. De NMBS droeg de kosten van die behandeling. Werd het kind genezen verklaard, dan kon het alsnog opgenomen worden in het tehuis om er verder aan te sterken. Tijdens het verblijf kregen de kinderen ongeveer maandelijks een medisch onderzoek waarbij de staf nauwlettend hun lengte en gewicht opvolgde. Daarnaast kregen ze ook de nodige basisvaccinaties.

Toch waren er heel wat kinderen die langer in Tehuis Rulot bleven dan de voorgeschreven drie maanden. Ouders van grote gezinnen die er in oorlogstijd niet in slaagden om hun kinderen voldoende eten te geven, konden hun kinderen gedurende een langere tijd in het tehuis laten. Hiervoor volstond het voor de ouders om een nieuwe aanvraag in te dienen bij de sociale dienst van de NMBS. De thuissituatie werd dan opnieuw geëvalueerd, waarna de kinderen ofwel opnieuw geplaatst werden in tehuis Rulot of gewoon langer mochten blijven.66

Opvoedster Pauline de Preter en haar jongens (s.d.) — Privécollectie


40 jaar Domein Kiewit

Even rusten na een wandeling (s.d.). — Privécollectie

De kinderen van Rulot in hun typische zwarte capes (s.d.) — Privécollectie

Het regime in de tehuizen was zo geregeld dat het de gezondheid van de kinderen ten goede moest komen. Alles gebeurde op vaste tijdstippen waarvan niet afgeweken werd.67 Hier zagen de verzorgsters op toe.68 De dagindeling van de kinderen zag er als volgt uit :

opstaan, wassen en aankleden Voormiddag 7.00 – 8.00 8.00 – 8.15 ademhalingsoefeningen 8.15 – 8.45 ontbijt 8.45 – 9.15 opruimen van de slaapzalen 9.15 – 10.30 lichamelijke opvoeding en wandelen 10.30 – 11.45 schoollessen 11.45 – 12.00 verzamelen, zich netjes maken, handen wassen Middag 12.00 – 13.00 eten 13.00 – 14.00 middagdutje 14.00 – 15.30 wandelen 15.30 – 16.00 douchen, verzorging 16.00 – 16.30 lichte maaltijd 16.30 – 18.00 schoollessen Avond 18.00 – 19.00 speluurtje, zich netjes maken 19.00 – 19.45 avondeten 19.45 – 20.15 speelkwartiertje, zangstonde 20.15 – 20.30 verzamelen, slapen gaan

Volgende pagina: Eetzaal (s.d.) — Privécollectie

33


1976 — 2016

Ida Hemelaer (blonde meisje vooraan):

“Ik weet nog heel goed wanneer die foto getrokken is. Dat was toen Tessenderlo Chemie ontplofte. De foto werd in de voormiddag genomen. In de namiddag zag ik in de wasruimte van het tehuis veel bebloede kindjes die er gewassen en verzorgd werden. Die kindjes kwamen uit Tessenderlo.” Tessenderlo Chemie ontplofte op ‘zwarte’ woensdag 29 april 1942.

034


40 jaar Domein Kiewit

035


1976 — 2016

36

Douches (s.d.) — Privécollectie

Slaapzaal (s.d.) — Privécollectie


40 jaar Domein Kiewit

Het nooit gepubliceerde verslag dat Narcisse Rulot liet maken, geeft cijfers over het aantal kinderen dat op Kiewit kwam aansterken.69 Jaartal Aantal Aantal kinderen dagen 1942 439 1943 372 1944 162

Gemiddelde Prijs per duur verblijf kind/dag (dagen) (BEF)

15.741 36 29.303 79 11.837 73

Uitbatingskosten (BEF)

47,82 757.889,79 52,15 1.528.099,58 51,72 608.256,79

“Ik herinner me maar één vervelend ding van het tehuis en dat was de lepel levertraan die ik elke dag moest innemen. Voor de rest was het er heel goed. Ik had vriendinnetjes en kon veel buiten spelen. Als het regende mochten we binnen toneeltje spelen.” 71 (Jacqueline Lyssens)

Feest ten huize Rulot (s.d.) — Privécollectie

Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleven in de kindertehuizen van de NMBS ook vaak Joodse kinderen, die een onopvallende Vlaamse naam kregen om alle verdachtmaking weg te nemen. Het is heel waarschijnlijk dat ook in Tehuis Rulot Joodse kinderen werden ondergebracht.

Tussen 1941 en 1945 vingen alle tehuizen samen 5.358 kinderen op. In totaal werden er gedurende 340.641 dagen kinderen gehuisvest. De aantallen zijn indrukwekkend maar vertellen nog niet alles. Ook kinderen uit de omgeving wiens ouders niet voor de NMBS werkten, werden soms voor verzorging naar het tehuis gebracht. Daar werd geen probleem van gemaakt. Ook de kinderen van boer Bamps en conciërge Valkeneers van Kiewit mochten gebruikmaken van de voetbaden en douches van het tehuis.70 Heel wat kinderen die in Tehuis Rulot verbleven, herinneren zich dit als een hele aangename periode. Het leek er op een kostschool, het regime was streng maar er kon veel buiten gespeeld worden. Voor heel wat kinderen vormde het tehuis een veilige haven te midden van het oorlogsgeweld.

Helaas sloot de Duitse bezetter op 20 mei 1944 Tehuis Rulot en eiste het kasteel op. Het personeel wist ongeveer een week op voorhand dat het tehuis dicht moest. Op 17 mei 1944 schreef Pauline de Preter naar haar ouders dat ze met Elza Bossier, naar Colonheid in Nessonvaux zou afreizen om haar te helpen bij het uitladen van haar koffer. Elza Bossier was enkele dagen voordien ook al naar Colonheid gereisd om de verhuis voor te bereiden.72 De kinderen zelf werden pas op de dag van de verhuis ingelicht. Gustaaf Lyssens herinnert zich dat hij uit het tehuis moest vertrekken omdat “de oorlog eraan kwam”.73 Samen met zijn oudere zus Jacqueline vertrok hij naar huis. Een week later reisde hij met zijn broers naar het kasteel van Jehay-Bodignée in Amay, een ander tehuis van de Buurtspoorwegen. De kinderen die niet naar huis konden, omdat ze nog ziek of ondervoed waren, vertrokken samen met hun verzorgsters naar Jehay of Colonheid, twee andere tehuizen van de NMBS in de provincie Luik. Simonne Verhaert, één van de kinderen

37


1976 — 2016

Opvoedster Pauline de Preter (achterste rij, derde van links) (s.d.) — Privécollectie

Constant Weyten deed zijn communie op Kiewit toen hij in tehuis Rulot verbleef. (1942) — Privécollectie

38

die verhuisde, herinnert zich dat de verhuis zeer snel moest gaan want: “De Duitse officieren wilden het kasteeltje hebben. Plots moesten we allemaal in bussen stappen. Het was heel chaotisch. De oudste meisjes moesten elk zorgen voor een klein kind. Ik, toen dertien oud, mocht zorgen voor Godfriedje. Ik nam zijn hand. In Jehay stopte ik hem in zijn bedje maar hij wilde nog mijn hand niet loslaten. Hij overlaadde het met kusjes.”74 De evacuatie gebeurde met vrachtwagens. Omdat de voertuigen op zich lieten wachten, speelden de opvoedsters met de kinderen spelletjes op het grasveld voor het herenhuis. De Duitse soldaten hingen uit de ramen te kijken naar de spelende kinderen.75 In Colonheid was men voorbereid op de extra kinderen die erbij zouden komen op 20 mei. Maar in het tehuis van Jehay moest men dezelfde dag nog in allerijl een hoop bedden bijplaatsen voor een vijftigtal meisjes uit Kiewit. Bij deze groep waren ook de jongens van verzorgster Pauline de Preter.76 Op 2 juni 1944 schreef hoofdverpleegster Elza Bossier vanuit Colonheid een brief aan Pauline de Preter die in Jehay werkte. Zij schreef het volgende: “Och, wat heb ik al spijt gehad dat het met ons geliefde Kiewit zoo moest verloopen, en met u allen! Maar hoe gelukkig ben ik dat onze juffrouwen met hunne kinderen zijn mogen vertrekken.”77

Brief aan juf Pauline (1943) — Privécollectie


40 jaar Domein Kiewit

Het refuge van Kiewit Het lokale verzet verzamelde regelmatig in de bossen van Kiewit. Volgens sommige bronnen gebruikten ze ook de zolder van het herenhuis om er tijdelijk onderduikers te verstoppen.78 Een van die onderduikers was John E. Ault, een Amerikaanse gevechtspiloot. Hij werd op 29 januari 1944 neergeschoten op de terugweg van een raid op Frankfurt. 79 In het begin van september 1944 werden de bombardementen steeds heviger. Kiewit werd het slagveld van een treffen tussen de terugtrekkende Duitse troepen, die zich achter het kanaal verschanst hadden, en de geallieerden. De boeren die op en rond het domein woonden, waren gevlucht naar veiligere plaatsen of lagen dagenlang in hun schuilkelders.80 Ook de mannen van het Limburgse geheime leger waren in hoogste staat van paraatheid. Op 3 september ontving Tony Lambrechts, leider van de Limburgse weerstand, via de BBC-radio een mobilisatiebericht van de Engelse kolonel Ivan Gerard. Hij gaf het geheime leger de opdracht mee te vechten tegen de bezetters. Om het verzet te bewapenen zou er op 5 september in de bossen van Kiewit een wapen- en munitiedropping plaatsvinden.

Tony verwittigde onmiddellijk de sectieoversten van de Limburgse verzetsbewegingen. René Carlens, de sectieoverste voor Herk-de-Stad, kreeg het volgende bericht:

B.N.B./ GL/ Limburg L.B.C 1 aan S.O. Herk-de-Stad Dezen avond om 19u15 per radio het bevel gekregen om de refuge (= schuilplaats van het verzet) te vervoegen. Binnen 36 uur moeten de laatste mannen in de refuge zijn. Wie ontbreekt is een deserteur en wordt als vijand behandeld. Plaats van de refuge: op 200 meter van kasteel Kiewit tusschen Hasselt-Zonhoven in de bosch. Wachtwoord voor de aankomenden: ze worden aangesproken met “sportwereld” en ze antwoorden “het laatste nieuws”. De mannen brengen voor 48 uren eten mee. De ploegen voor de parachutage te Lummen moeten vanuit de refuge hun parachutage volbrengen. In ieder geval goed luisteren op de post om 19u15 morgenavond. “Le thyphus est enz.” Verder nieuws volgt. L.B.C.1 81

39


1976 — 2016

040

Kapitein Jack O. Rhyner en zijn bemanning. John E. Ault is de man uiterst rechts op de onderste rij (s.d.) — US National Archives, 379th Bomb Group Archives


40 jaar Domein Kiewit

041


1976 — 2016

De andere Limburgse verzetskernen ontvingen een soortgelijk bericht en mobiliseerden hun leden. Van overal kwamen verzetslui moeizaam door de Duitse verdedigingslinies heen.82 Maar het radiobericht over de geplande wapendropping werd door de Duitsers onderschept. Hierdoor wisten ze dat het verzet actief zou meevechten in Kiewit en omstreken. Nog diezelfde dag kregen de Duitse soldaten de opdracht om “verzetslieden achter het front met alle middelen en uiterste brutaliteit neer te slaan”. Daarnaast werd ook het principe van de weerwraak ingevoerd. Voor elke gedode Duitse soldaat mocht de bezetter 10 onschuldige burgers doden.

42

Het onderschepte bericht was niet het enige probleem. Op 4 september 1944 riep Hitler alle beschikbare manschappen op om zich te verzamelen bij het Albertkanaal om er een nieuw verdedigingsfront te bouwen dat hardnekkig verdedigd moest worden. Het Herfststormtegenoffensief van de bezetter was begonnen. Het doel was de geallieerden terug te drijven achter het Albertkanaal. De geallieerden waren er echter van overtuigd dat de Duitsers bijna verslagen waren. Het zou dus niet meer nodig zijn om het geheime leger in te schake-

Doodsprentje (s.d.). — Geschiedkundige kring Groot-Herk Theodoor Peters en zijn gezin (s.d.) — Geschiedkundige kring Groot-Herk

len. De geplande wapendroppings in Thiewinkel bij Lummen en in Kiewit zouden niet uitgevoerd worden. Op 5 september berichtte de BBC dat “alle wapendroppings voor semimilitair verzet op Belgisch grondgebied” gestaakt zouden worden. Maar dit tegenbericht bereikte de verzetsstrijders die al onderweg waren naar Kiewit niet.83 Al deze misverstanden samen zorgden ervoor dat de actie van het geheime leger in Kiewit vreselijk mis liep. Op dolle dinsdag (5 september 1944) verzamelden meer dan 70 zo goed als onbewapende verzetsstrijders zich in de bossen rond het kasteeltje van Kiewit.84 Ze wachtten tevergeefs op de wapendropping. Na een tijd zagen enkele verkenners een kar, begeleid door een paar Duitse soldaten. In de kar lagen een dertigtal wapens, wat munitie en granaten. Een aantal leden van het verzet overvielen de Duitse soldaten. Hierbij vielen een aantal schoten, die het SS-regiment Landstorm Nederland op de Kempische Steenweg alarmeerde.85 Het regiment stormde de bossen in. Voor het geheime leger was het geen goed idee om de strijd aan te gaan met deze zeer goed uitgeruste soldaten. De leiders van de verzetskernen gaven hun leden daarom het bevel te “redden wie zich redden kan”. De meeste verzetsstrijders droegen hun uniform (een witte overal en een blauwe baret) over hun gewone kledij. Ze trokken hun overals in de vlucht uit en smeten ze in grachten en hagen. Soms kwamen de uniformen per ongeluk in tuinen of op erven van de omliggende boerderijen terecht.


40 jaar Domein Kiewit

De broers Louis en Florent Pollaris — Geschiedkundige kring Groot-Herk

Raymond Vanwing ment de hondenkar — Geschiedkundige kring Groot-Herk

Doodsprentje — Geschiedkundige kring Groot-Herk

Voetballer Marcel Vanerum onderaan links (s.d.) — Geschiedkundige kring Groot-Herk

Doodsprentje — Geschiedkundige kring Groot-Herk

Tony Lambrechts aan het houten kruis op de fussiladeplaats (1946) — Geschiedkundige kring Groot-Herk

Die boerderijen werden daarom door de aanwezige SS-regimenten zeer grondig doorzocht. Ook de bewoners werden heel hardhandig ondervraagd.86 Helaas konden niet alle verzetsstrijders ontkomen. Het verzet van Herk-de-Stad verloor die dag vijf van haar leden.87 Theodoor Peeters (1898-1944) werd op 5 september gevangen genomen en afgevoerd. Pas in oktober 1946 werd zijn lichaam in de bossen van As teruggevonden. Hij was gefusilleerd. Theodoor Peeters werd op 26 oktober 1946 in Herkde-Stad begraven. De broers Florent (1920-1944) en Louis Pollaris (1918-1944), Raymond Vanwing (1915-1944) en Marcel Vanerum (1922-1944) werden op 5 september in de Kiewitdreef gefusilleerd. Een eenvoudig houten kruis duidt de plaats aan waar zij stierven.88 Ook Antoine Jans (1925-1944) uit Heusden, werd op 5 september in Kiewit gevangen genomen. Antoine zou de Duitsers tegenhouden terwijl de andere verzetsleden probeerden te vluchten. Hiervoor had hij zich bewapend met drie buitgemaakte handgranaten. Maar Antoine wist niet hoe hij ze moest gebruiken. Hij werd gevangen genomen terwijl hij nog in het bezit van de granaten was. Antoine werd zwaar gemarteld en gedood met de bajonet. Om zijn familie te sparen, werd hen verteld dat hij gefusilleerd was. Hij overleed op 7 september 1944.89

43


1976 — 2016

Louis Strijckers (s.d.). — Privécollectie

Louis Strijckers (1911-1944), een leraar van het Hasselts atheneum en lid van het Hasselts verzet, werd ter hoogte van een boerderij staande gehouden door leden van het SS-regiment Landstorm Nederland. Hij vertelde dat hij bij de boer was blijven slapen. De boer kon dit verhaal echter niet bevestigen. Vervolgens werd Louis in de buik geschoten. Hij overleed bij gebrek aan medische hulp een dag later aan zijn verwondingen.90

44

De namen van deze zeven gesneuvelde leden van het geheime leger staan op een gedenksteen aan het einde van de Kiewitdreef. Op dit monument staan nog twee andere namen van verzetsleden die begin september 1944 sneuvelden tijdens een actie van het geheime leger. Georges Morren (1919-1944) uit Lummen overleed op 6 september tijdens een bevrijdingsactie in Thiewinkel, Lummen. Hij werd enkele uren voor de bevrijding van Lummen doodgeschoten.91 Louis Beerten (1911-1944) overleed op 7 september 1944 aan de mijn van Houthalen tijdens een incident met weerstanders.92

Het monument voor de gesneuvelden van Kiewit (1946). De naam van Theodoor Peeters onbrak omdat zijn stoffelijk overschot toen nog niet gevonden was. Later werd zijn naam op het monument bijgeschreven. — Geschiedkundige kring Groot-Herk

Doodsprentje — Geschiedkundige kring Groot-Herk

Georges Morren — Geschiedkundige kring Groot-Herk

Misviering voor het herenhuis (1946) — Geschiedkundige kring Groot-Herk


40 jaar Domein Kiewit

Terwijl Hasselt op 7 september 1944 bevrijd werd, kreunde Kiewit nog onder de aanvallen. “De Duitsers wilden het kasteeltje niet verlaten. Er werden grote obussen afgevuurd naar het kasteeltje. We moesten een dag en een nacht schuilen in de gracht. Vader had melk meegenomen maar daar was zand in gekomen. Toen heb ik zandmelk moeten drinken. Ik ben nooit meer zo bang geweest als toen.” (Mariette Lemmens)93

Pas na 13 september vertrokken de laatste Duitsers en stond ook het kasteel van Kiewit leeg. Helaas werd het kasteeltje tijdens de laatste oorlogsdagen van september 1944 zwaar beschadigd. Volgens het boek 'Kiewit van heidegebied tot bloeiende leefgemeenschap' droegen de passerende Amerikanen ook niet echt zorg voor het gebouw: “De Amerikaanse soldaten die enige tijd op het kasteel verbleven, maakten restauratiewerken na de oorlog nog meer noodzakelijk”.94

De Katholieke Apostolaatswerken Limburg Tot 1946 bleef het kasteel onbewoond en was het hele gebied vrij terrein voor houtdieven en wildstropers. Vervolgens kreeg het domein vanuit katholieke hoek een nieuwe invulling. Het Jeugdverbond voor Katholieke Actie Limburg, de overkoepelende beweging van de vijf Katholieke Actie-jeugdbewegingen, besteedde al in de jaren ‘30 van de vorige eeuw veel aandacht aan de herkerstening van het gezin.95 Ook na de oorlog bleef die aandacht een constante.96 Rond 1945 had het jeugdverbond een stevige juridische structuur gekregen in de vzw Katholieke Apostolaatswerken Limburg.97 Maar de vzw beschikte niet over de nodige infrastructuur om haar kersteningswerk goed te kunnen doen. Anderzijds had Albert Vroonen een zwaar beschadigd leegstaand

Verloofdencursus (1957) — Privécollectie

kasteeltje en niet de nodige centen om het op te knappen. Het bisdom Luik en Albert Vroonen onderhandelden over een huurovereenkomst voor de vzw. Later volgde het bisdom Hasselt de overeenkomst op. De diepgelovige Albert Vroonen liet de vzw gebruikmaken van zijn kasteel en in ruil daarvoor knapten studenten, die lid waren van deze vzw, het herenhuis op. Ze herstelden de aangerichte schade en richtten er vergaderlokalen, slaapzalen en slaapkamers in. In augustus 1947 wijdde Monseigneur Kerkhofs, bisschop van Luik, het gebouw in. Tijdens die plechtigheid plaatste de bisschop de instelling onder de bescherming van de Hasseltse Onze-Lieve-Vrouw Virga Jesse. Haar naam prijkte in grote letters op de voorgevel.

45


1976 — 2016

Elza Lambrechts regelde de activiteiten die de vzw in het herenhuis organiseerde. Vaak hielpen Irma Cuppens of Barbara Jans haar daarbij. Deze juffrouwen woonden niet op het domein maar in het Mariahuis in de Bonifantenstraat in Hasselt. Enkel als er activiteiten doorgingen op het domein logeerden ze in het herenhuis. Zij hadden er elk een klein kamertje op de eerste verdieping. Maria de Slechte en haar nichtje Louisa Stocker kookten dan voor de gasten.98 Maria gaf ook kook- en baklessen tijdens de verloofdencursus. Zij logeerde met haar nichtje tijdens de apostolaatsactiviteiten in het koetshuis. De veertienjarige Louisa ruimde ook de kamers van de gasten op en stond in voor het poetswerk.

46

Het herenhuis was nog niet aangesloten op de waterleiding. In het linkergedeelte van het koetshuis stonden wel twee grote tonnen, elk met een capaciteit van ongeveer 14.000 liter water. Deze reservoirs voorzagen het herenhuis van water. Het behoorde tot Louisa haar takenpakket om 's avonds de pompen aan te zetten en de tonnen vol water te laten lopen. Het vullen van deze tonnen duurde een hele nacht. Er was elektriciteit maar die viel vaak uit. De verwarming werkte aanvankelijk op steenkool en later op stookolie. Maar eigenlijk werd het nooit echt warm in het herenhuis. Het bleef er kil en vochtig, net zoals in de tijd van de Vroonens. Toch lag het domein Albert Vroonen nog nauw aan het hart. Hij bezocht het geregeld om een praatje te maken met de personeelsleden van de apostolaatswerken.99 De vzw bood een brede waaier aan activiteiten, zoals verlovingscursussen, aan. Een ‘integraal christelijke huwelijksbeleving’ vergde volgens de katholieke actie-ideologie de nodige voorbereiding tijdens de verlovingsperiode. Doel van de cursus was de verloofden elkaars karakter en persoonlijkheid te laten ontdekken. De nadruk lag daarbij op het harmonisch samengaan van de fijngevoelige, zorgende vrouw en hardwerkende, principiële man. De voorbereiding duurde één week voor de meisjes en één dag voor de jongens. Gedurende die tijd verbleven de meisjes in het herenhuis, waar op de eerste verdieping een slaapzaal ingericht was. Ze leerden er allerlei praktische huishoudelijke vaardigheden zoals koken en bakken.100

Op zondag vervoegden de jongens hun verloofde. Eerst was er een gezamenlijke mis in de oude familiekapel van de Vroonens. Deze kapel lag in het rechtse gedeelte van het koetshuis en de studenten van de apostolaatswerken hadden er niets aan veranderd. Na de mis trakteerden de meisjes hun verloofde op door henzelf gebakken taart. In de visie van de apostolaatswerken was kuisheid voor het huwelijk erg belangrijk. Alle intimiteit moest voor het huwelijk gereserveerd worden. Maar om de verloofden toch niet helemaal onwetend het huwelijk in te sturen, kregen ze van een gynaecoloog uitleg over bevallingen. Deze illustreerde zijn uitleg met beeldmateriaal. Er vielen destijds heel wat jongens flauw bij het zien van die beelden! Het flesje reukzout stond steeds klaar.101 Daarnaast sprak een notaris de verloofden toe over de rechten en plichten verbonden aan het huwelijk. De vzw bood ook vrijetijdsactiviteiten aan voor katholieke jeugdbewegingen. Het buiten zijn en het contact met de natuur waren een hulpmiddel bij de integraal christelijke opvoeding en vorming.102 Tijdens het weekend volgden de leiders er hun vormingsdagen en tijdens de vakanties konden de leden er op bezinning gaan. In het Engelse park stonden een tweetal barakken waarin jeugdbewegingen overnachtten tijdens hun jaarlijkse bivak. Naast de verloofdencursus en jeugdwerking hield ook de plaatselijke Katholieke Werkliedenbond haar bezinningsdagen op het domein. Voor priesters was de rustige omgeving dan weer de ideale plaats om op retraite te gaan. Kwam er een bisschop logeren, dan mocht deze gebruik maken van de pastorij.103 De 'gewone priesters' moesten tevreden zijn met de chambrettes in de slaapzaal.

Bivak in het herenhuis (s.d.) — Privécollectie


40 jaar Domein Kiewit

47

Het domein ten tijde van de aankoop door de stad Hasselt (1953 -1954) — Stad Hasselt

Albert Vroonen had ondertussen al heel wat stukken van het eens zo grote Domein Kiewit verkocht. Maar het herenhuis, het Engelse park en de boerderij (62 ha 18 a 35 ca) verkocht hij pas in 1953 aan de stad Hasselt voor 4 miljoen BEF. Met deze aankoop kon de stad voorkomen dat het domein nog meer versnipperde.104 Niet iedereen in de gemeenteraad was blij met de aankoop van het domein. De liberaal-socialistische oppositie verweet de CVP, de drijvende kracht achter de aankoop, dat ze de Apostolaatswerken een dienst wilde bewijzen. Bij de aankoop zou er niet nagedacht zijn over een nieuwe bestemming voor het domein waardoor er na de aankoop niets veranderde. De Apostolaatswerken Limburg bleven hun werking op het domein gewoon voortzetten. Een voorbeeld van deze werking was de bouw van het VKSJ-kapelletje naar aanleiding van het 25-jarig bestaan van de VKSJ.

In 1956 liet de VKSJ op het kasteeldomein Kiewit een kapel bouwen. De kapel werd bekostigd door de verschillende afdelingen. Op 15 mei 1956 zegende Monseigneur van Zuylen, hulpbisschop van Luik, samen met de diocesane proost E.H. Mathieu Jacobs dit nieuwe VKSJ-kapelletje in. Het staat op de plaats waar vroeger het tennisveld van de familie Vroonen lag. De Apostolaatswerken bedoelde dit ongetwijfeld goed maar niet iedereen was even gelukkig met het kapelletje, omdat het een stijlbreuk veroorzaakte in het Engelse park. “in 1954 vierde de VKSJ zijn 25-jarig bestaan. Elke diocees liet een beeldje maken dat, eenmaal gewijd, naar alle groepen reisde. Het Kiewitse beeldje heet Onze Lieve Vrouw van de Stilte. Het is gemaakt in het Hasseltse atelier van Jo Verwilghen en mevrouw Bongaerts. Het beeld is vervaardigd uit plaaster. Haar voet vertrapt een slang .” Lutgart Zegers.105


1976 — 2016

Dit Onze-Lieve-Vrouw beeldje, dat op 15 mei 1956 in het kapelletje geplaatst werd, verdween in 1975 op mysterieuze wijze. Het werd later teruggevonden in een gracht. Om te voorkomen dat het beeldje nog eens zou verdwijnen, liet de Hasseltse schepen Storms een tralierooster in de kapel aanbrengen. In 1984 werd tijdens een feestelijke inhuldiging het beeldje terug in het kapelletje geplaatst waar het zich nu nog steeds bevindt.106

48

Gouwdag, plaatsing van het Mariabeeld in de kapel te Kiewit (1956) — Privécollectie

Mgr. Heuschen, Mgr. Bigirumwarni en E. H. Jacobs (proost) dragen de mis op tijdens de gouwdag (1956) — Privécollectie

Familie Bamps voor het herenhuis ter gelegenheid van een bruiloft. Boer Bamps (oude man met hoed op de derde rij) (s.d.) — Privécollectie


40 jaar Domein Kiewit

De stad Hasselt zocht in 1954 een vervanger voor boer Bamps, die de herenboerderij op het domein runde. Na een aanbesteding koos de stad voor het koppel Bonaventure en Josephine Lemmens. Zij huurden de boerderij met bijhorende 20 ha grond voor 1.000 BEF per maand en runden de herenboerderij met veel liefde tot aan de dood van Bonaventure in 1978. Boer Lemmens hield ook toezicht op het domein. Indien hij onregel-

matigheden waarnam, verwittigde hij veldwachter Jef Moermans of Schepen Phlix. Het gezin Lemmens had zes kinderen: Joanna Maria, Maria JosĂŠ, Mathilde Maria, Ludwina Josephine, Felix Franciscus en Alfons Jozef. De twee oudste dochters hielpen tijdens activiteiten van de apostolaatswerken. Zij stonden in voor het opdienen en afruimen van de tafels in het herenhuis.107 Daarnaast hielpen de kinderen met het melken van de koeien en de

49


1976 — 2016

verzorging van de dieren. Bonaventure ploegde nog jarenlang met het paard voordat hij een tractor kocht. Hij kweekte koren, aardappelen en groenten. De herenboerderij had, net zoals het herenhuis, geen stromend water. Tot 1967 haalde de familie Lemmens haar water uit de waterput die langs de boerderij lag.108

onbruikbaar was. Bij het inrichten van het tehuis vonden de zusters op die tweede verdieping zelfs oude matrassen waar champignons op groeiden. Alhoewel heel wat ruimtes in het herenhuis van bestemming veranderden, bleef de pastorij behouden. Daar logeerde rector Edmundus Miekers wanneer hij uit Achel overkwam.109

Een aantal van de omliggende weilanden werd verhuurd aan boeren uit de omgeving. Twee keer per jaar kwam een vertegenwoordiger van de stad Hasselt de huurgelden ophalen. De stad verpachtte ook de jachtvergunning opnieuw. Dat leidde tot veel protest van de omwonenden. De Zonhovense jagers die de jachtvergunning gekregen hadden, hielden zich immers niet altijd netjes aan de afspraken. Schepen Storms zorgde ervoor dat er naar het protest geluisterd werd. In 1970 besliste de gemeenteraad dat het jachtrecht definitief zou eindigen op 15 april 1979.

De zusters beschikten aanvankelijk niet over drinkwater omdat de waterpompen in het koetshuis niet meer werkten. Dit probleem loste de Hasseltse brandweer op door maandelijks met een brandweerwagen gevuld met drinkbaar water bij de zusters langs te gaan. Het eerste bezoek van de brandweer aan de zusters was wel wat ongelukkig gekozen. De zaterdag nadat de zusters hun intrek namen in het herenhuis, wilde de parochie van Kiewit hen welkom heten. Het was mooi weer en de parochie koos voor een openluchtmis in het Engelse park. De mis had veel aantrek want het grasveld voor het herenhuis zag zwart van het volk. Net toen Zuster Michael aan haar toespraak wilde beginnen, probeerde de brandweer zijn rode brandweerwagen door de menigte te sturen.

Zusters trappistinnen 50

Al in 1968 zochten de zusters trappistinnen van Brecht een locatie om een nieuwe priorij te vestigen. Voor hen vormde het domein Kiewit de ideale oplossing. Ondertussen was het bisdom Hasselt op zoek naar een open religieuze gemeenschap die scholen wilde ontvangen. Het bisdom dacht dat de aanwezigheid van zusters een rustige omgeving kon creëren voor wie nood had aan bezinning en stilte. De interesses van de zusters en het bisdom Hasselt vulden elkaar aan. In 1969 was de overeenkomst tussen de zusters, het bisdom Hasselt en de stad Hasselt dan ook snel geregeld. Maar juffrouw Lambrechts van de Apostolaatswerken Limburg had het best moeilijk met deze beslissing. Zij weigerde de sleutels van het herenhuis door te geven aan de nieuwe huurders. Het was Irma Cuppens die uiteindelijk de sleutels aan zuster-overste Michael Fornoville bezorgde. Aanvankelijk zouden de zusters drie jaar op het domein verblijven maar het werden er uiteindelijk vijf. Op 31 mei 1970 namen de zes zusters hun intrek in het ondertussen erg vervallen herenhuis. Het lek in het dak was zo groot dat de tweede verdieping De zusters voor het herenhuis (s.d.) — Privécollectie


40 jaar Domein Kiewit

Hoewel het de bedoeling was dat de bevolking van Kiewit een warm contact zou ontwikkelen met de zusters, ging dit minder vlot als verhoopt. De reden is het feit dat het domein altijd een beetje verboden terrein geweest was voor vele Kiewitenaren. Ten tijde van de familie Vroonen was het een privédomein en wilden de kasteelheren niet dat iedereen zomaar over hun grond liep. Ook tijdens de apostolaatswerken mocht het domein niet betreden worden zonder uitnodiging. Daarover waakte de strenge juffrouw Lambrechts. Ze stuurde vaak de kinderen, die stiekem op het domein kwamen spelen, weg. Ondanks het feit dat er een zekere drempelvrees heerste bij de Kiewitenaren, woonden toch heel wat mensen de eucharistievieringen of de vespers op het domein bij. De zusters ontvingen elk jaar de vormelingen uit de parochie. Ook de KAV-afdeling van Kiewit kwam vaak bij de zusters op bezoek. Het leven dat de zusters in Kiewit leidden, was gebaseerd op de drie krachtlijnen van het trappistenleven: gebed, lezing en handenarbeid. De zusters stonden om 5 uur op en gingen rond 20u30 slapen. Naast bidden en lezen in de bijbel, wilden de zusters ook in hun eigen onderhoud kunnen voorzien. Daarom liet Monseigneur Schreurs de oude bijkeuken ombouwen tot een grote zonnige naairuimte. In het koetshuis, waar vroeger de kapel lag, liet hij weefgetouwen installeren waarmee de zusters stoffen konden weven. In de naairuimte verwerkten ze deze stoffen tot liturgische gewaden en vlaggen. De zusters werkten in stilte. Wanneer iemand iets nodig had, maakten ze dit via handgebaren duide-

De zusters aan het werk in hun naaiatelier (s.d.) — Privécollectie

De weefgetouwen van de zusters in het koetshuis (s.d.) — Privécollectie

lijk. Naast liturgische gewaden verkochten de zusters bloedzuiverende biergisttabletten. Ze genoten ook van de opbrengsten van hun eigen groentetuin. Aardappelen en melk kregen ze van boer Lemmens. Ondanks het gebrek aan stromend water en af en toe aan elektriciteit, zochten de zusters oplossingen voor de uitdagingen die het vervallen herenhuis hen bood. Er was echter één ding waar ook de zusters nooit helemaal aan konden wennen: de kilte en vochtigheid die eigen was aan het herenhuis van Kiewit. Toch genoten de zusters van deze pioniersperiode en hun kleine gemeenschap vormde een hechte familie. Tijdens hun verblijf in Kiewit bleven de zusters zoeken naar een geschikte permanente vestigingsplaats. Deze vonden zij in Bocholt-Lozen waar zij de priorij Onze-Lieve Vrouw van Klaarland stichtten. Het was augustus 1975 toen de zusters uit Kiewit vertrokken en naar hun 'Klaarland' verhuisden.110

51


1976 — 2016

Natuur voor iedereen Na het vertrek van de zusters nam de stad Hasselt het heft in eigen handen en vormde ze het domein in Kiewit om tot een openbaar gebied dat focust op de kennismaking met fauna en flora. Door gerichte inhoudelijke keuzes te maken en de bestaande gebouwen te restaureren wist ze de ecologische waarde van het gebied veilig te stellen en het een belangrijke plaats te geven tussen de Limburgse natuurgebieden.

Eerst een boerderij 52

Al in 1974 ontwikkelde de stad Hasselt plannen om Domein Kiewit om te vormen tot een kinderboerderij. Na het vertrek van de zusters konden deze plannen verder uitgewerkt worden.111

Frans: “Het was een voorstel dat voor beide partijen even lucratief was. Mijn huis hangt nu vol prachtige schilderijen die me herinneren aan de fijne tijd in Kiewit.”

Een van de drijvende krachten achter de realisatie van de kinderboerderij was schepen van Openbare Werken Staf Storms. Hij was al jaren voorzitter van de vzw Parochiaal Centrum en vertelde Frans Motmans, vrijwilliger in het parochiaal centrum, over de plannen van de stad met het domein. Schepen Storms vroeg Frans of hij geïnteresseerd was om een cafetaria uit te baten in het oude herenhuis. Uiteindelijk sloten beiden in 1976 een schriftelijke overeenkomst waarin stond dat Frans voor een periode van vijf jaar een cafetaria mocht uitbaten op het gelijkvloers van het herenhuis. Ondertussen zou het oude koetshuis gerestaureerd worden en de nieuwe plek vormen voor een cafetaria.

Om volk te trekken organiseerde Frans allerlei activiteiten, zoals de Hoevefeesten met volksdansen en vendelzwaaien. De stad publiceerde de activiteiten in de Hasselaar en trachtte zo haar domein te promoten. Tussen 1979 en 1983 organiseerden Frans en Guido Marechal jaarlijks een groot blues- en folkfestival. Dit festival was bij folkliefhebbers erg in trek en vormde de aanzet tot het latere Pukkelpop, dat de allereerste keer plaatsvond in 1991 op één van de weides van het domein.

Het meubilair kreeg Frans van de brouwerij van Alken. Zij hadden een zolder vol oude tafels en stoelen. Maar dat volstond niet. Frans vroeg studenten van de Hasseltse kunstschool hun schilderijen uit te lenen. Als Frans een schilderij verkocht, dan kreeg hij 10 procent. Werd er niets verkocht, dan kreeg hij uiteindelijk de niet verkochte schilderijen.

Het eerste jaar runde Frans de cafetaria alleen, maar al snel werd het zo druk dat ook zijn vrouw Germaine mee kwam helpen. Ondanks het feit dat ze enkel beschikten over een klein keukentje en een toog was hun café een groot succes. Op het einde van de uitbating in 1982 telde het café van Frans en Germaine 250 zitplaatsen. Omdat de restauratie van het oude koetshuis langer duurde dan voorzien, zou Frans uiteindelijk zes jaar zijn café uitbaten in het herenhuis.112


40 jaar Domein Kiewit

Het café van Frans Motmans in het oude herenhuis (s.d.). — Privécollectie

Het snoepwinkeltje van Frans tijdens de hoevefeesten (s.d.) — Privécollectie

53


1976 — 2016

Bonaventure Lemmens, Schepen Storms en Jef Liefsoens (dienst plantsoenen) in 1976 — Archief Stad Hasselt

Boer Willie, zijn vrouw Christianne en het personeel van het domein voor de gerenoveerde boerderijwoning (1986) — Privécollectie

Uitbouw van de werking 54

Om kosten te besparen liet de stad in het begin zoveel mogelijk werken aan het domein door haar eigen diensten uitvoeren. Zo tekenden de architecten van de technische dienst de plannen voor de restauratie van het koetshuis. De reinigingsdienst hielp met de eerste opruimwerken terwijl de groenafdeling de nodige aanplantingen en het beheer van de natuur rond het herenhuis voor haar rekening nam.113 De toeristische dienst dacht mee over de toekomstplannen en de promotie van het domein en de afdeling signalisatie bewegwijzerde de eerste twee wandelroutes op het domein. Bij de opstart viel de kinderboerderij onder de bevoegdheid van de stedelijke jeugddienst, die de doelstellingen uitwerkte en de uitbouw van het domein begeleidde. Al snel verschoof die bevoegdheid naar de groendienst, maar de jeugddienst bleef toch nog een tijd meedenken. Om de samenwerking tussen de verschillende stadsdiensten vlot te laten verlopen, stelde de stad Marc Verachtert aan als coördinator/projectleider. Dankzij zijn goede coördinatie en de aanwezigheid van de cafetaria van Frans kon de kinderboerderij al op 26 juni 1976, ter gelegenheid van het Kiewitfestival (de parochiale feesten van Kiewit), officieel geopend worden. Op dat moment was er nog geen enkel gebouw

gerestaureerd, waren de doelstellingen en de werking nog niet duidelijk omschreven maar was de kinderboerderij al wel een feit. De geiten, kippen en konijnen hadden elk hun eigen stal. De nieuwe ezel kreeg die dag onder veel publieke belangstelling bij zijn doopsel door schepen Cuppens de naam Jacobus. De stad benoemde Willy Vandereyt tot boer van de kinderboerderij. Hij kwam met zijn vrouw Christianne Bortels op de boerderij wonen. In de oude herenboerderij was geen plaats voor hen want daar woonde toen nog de familie Lemmens.114 Daarom ging het koppel op de eerste verdieping van het vervallen herenhuis wonen. Om ervoor te zorgen dat ze niet door de rotte houten vloeren zouden zakken, besloot de stad zware platen op de houten vloeren te leggen. Na de officiële opening van de kinderboerderij schreef de stedelijke jeugddienst een uitbouwvoorstel. Ze opteerde voor een educatieve kinderboerderij, waar kinderen op een actieve manier het boerderij- en natuurleven kunnen ontdekken. Bezoekers zouden de kinderboerderij als contactpunt tussen mens en natuur leren waarderen. Om deze doelstellingen te verwezenlijken werd een


40 jaar Domein Kiewit

Brood bakken in het herenhuis (s.d.) — Domein Kiewit

bestuurscollege voor de kinderboerderij opgericht. Hierin zetelden de schepen van Jeugdzaken, de schepen van Plantsoenen, de diensthoofden van de Stedelijke Jeugddienst en de Aanplantingen en Marc Verachtert als projectleider van de kinderboerderij.

steeds meer scholen naar Kiewit. Dit blijkt uit het stijgende aantal schoolbezoeken tussen 1976 en 1983. In 1985 was de kinderboerderij van Kiewit een echte ‘doeboerderij’ geworden. Het eerste deel van de doelstelling, ‘een educatieve boerderij’, was daarmee bereikt.116

Marc Verachtert kreeg de nodige vrijheid om het uitbouwvoorstel in te vullen. Er was echter één punt waarop het bestuurscollege nauw toekeek: ‘het recreatieve gedeelte van de boerderij en het educatieve gedeelte moesten op een aantrekkelijke manier verzoend worden.’ Toch zal het voor Marc Verachtert niet eenvoudig geweest zijn om het hele project in goede banen te leiden want pas vanaf 1983 kon hij beroep doen op een vast personeelskader. Dit bestond uit een begeleider-beheerder (hijzelf), een begeleider, een bediende en drie arbeiders (naast Willy Vandereyt).115

De restauratie van de gebouwen

Veruit de populairste activiteiten in die tijd waren het broodbakken, het werken op de boerderij en de boerderij- en gezinskampen. Dat broodbakken gebeurde op de benedenverdieping van het herenhuis, dat na het vertrek van Frans Motmans leeg stond. Daarnaast konden scholen ook de tijdelijke educatieve tentoonstellingen in het herenhuis bezoeken. Deze en andere thematisch en didactisch goed onderbouwde activiteiten trokken

De restauratie van de oude, vervallen gebouwen en de intussen verwilderde natuur rond het herenhuis zou de stadskas zwaar belasten. Om de kosten te drukken, voerde de stad de verbouwingen uit in fasen en zocht het bestuur de nodige subsidies. Het koetshuis werd als eerste gerestaureerd. De stad vergunde de uitbating van de nieuwe cafetaria aan Jef Claes, die het koetshuis twintig jaar zou runnen. Vervolgens kwam de cafetaria korte tijd in handen van een andere uitbater en stond ze een jaar leeg. In 2014 startte de recentste uitbating ‘Koevert’ onder leiding van vzw De Wroeter. Deze vzw baat het cafetaria op een sociaal geïnspireerde manier uit. Hun manier van werken past volledig binnen de duurzame en ecologische manier van leven die het domein nastreeft. In 1984 werden plannen ingediend om de oude herenboerderij te restaureren. De restauratie

55


1976 — 2016

56

Renovatie van het koetshuis — Archief Stad Hasselt

De oude herenboerderij voor de renovatie (s.d.) — Privécollectie


40 jaar Domein Kiewit

gebeurde in samenwerking met de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. Heel wat werklozen leerden op deze manier een nieuw vak. In 1986 namen Willy Vandereyt en Christianne Bortels hun intrek in de nieuwe boerderijwoning.

Natuurpunt nam de restauratie voor haar rekening en bracht er de kantoren van Natuurpunt Limburg in onder. Op de benedenverdieping werd een winkeltje ingericht. De restauratie gebeurde degelijk en met veel respect voor het oorspronkelijke interieur. Maar toch was het er net als vroeger kil.

Het herenhuis kwam als laatste gebouw aan de beurt. De restauratiekosten waren echter zo hoog dat de stad besloot om een privépartner te zoeken. Tijdens deze moeizame zoektocht verhuurde de stad het herenhuis onder andere aan de Vlaamse Dienst voor Administratie, Ruimtelijke ordening en Leefmilieu (AROL). De moeilijkheid om iemand te vinden had deels te maken met de bestemming van het herenhuis. Deze moest aansluiten bij het karakter van het domein. In 2003 sloten de stad Hasselt en de vereniging Natuurpunt een overeenkomst.

Jaartal

1974

Restauratie en herinrichting domein Kiewit • Inventarisatie van planten in park

Het verwarmen van de boerderij, het koetshuis en het herenhuis vroeg enorm veel stookolie. Vandaar dat de stad nadacht over een meer duurzame en ecologisch verantwoorde manier van verwarmen. Sinds 2013 worden alle gebouwen op het domein verwarmd met pellets. De onderstaande tabel toont alle bouw- en restauratiewerken die werden uitgevoerd op het domein.

1983

• Restauratie oude stallingen • Aanleg verbinding Zavelvennestraat

1986

door biologe Lut Perilleux

• Restauratie boerderijwoning met uitbouw (leslokaal, leskeuken en werkruimte op benedenverdieping; les-

1976

• Heraanplant en onderhoud park op

lokaal en werkruimte op eerst verdieping)

basis van de inventaris van 1974 • Bouw bijenhal met 15 kasten

1988

• Aanleg natuurtuin

1999

• Aanleg kruidentuin voor oude

• Uitbaggeren parkvijver 1977

• Verharding eiken en beukendreef

herenboerderij

• Aanleg parking • Bewegwijzering 2 wandelwegen

1999

• Verbouwing oude koeienstallen tot polyvalente ruimte

1978-1979

1980

• Heraanleg boomgaard • Aanplanting lindendreef

2001

• Verdere aanleg park en omgeving

2003-2004 • Restauratie herenhuis door

herenhuis 1981

• Bouw nieuwe kippen- en konijnenstal

• Inrichting speelbos

vzw Natuurpunt 2008

• Restauratie geitenstal

2012

• Heraanleg kruidentuin

2013

• Installatie pelletverwarming

2013

• Herinrichting speeltuin

2015

• Herinrichting speelbos

• Bouw kiosk aan parking 1982

• Bouw nieuwe varkensstal • Restauratie koetshuis (beneden verdieping: cafetaria en bureel, bovenverdieping: 2 leslokalen)

1983-1984

• Heraanleg deel planten in Engelse park • Uitbaggeren parkvijver

57


1976 — 2016

Naar een stedelijk natuurcentrum De stad vond dat het Domein Kiewit met zijn Engelse park en de omringende natuur meer te bieden had dan enkel een kinderboerderij. Als park hoorde het domein zijn plaats te krijgen tussen de andere Midden-Limburgse natuurgebieden. Om deze doelstelling te bereiken, veranderde het domein van naam: ‘Domein Kiewit’. Naast een nieuwe naam, kreeg Domein Kiewit op 1 september 1986 ook een nieuwe beheerder: Paul Vos. Hij gaf de educatieve medewerkers, die ondertussen met zes waren, de taak om het bestaande boerderijaanbod uit te breiden met natuuractiviteiten. Enkele jaarcijfers geven de groei van de educatieve werking weer.

58

Schooljaar

Hasseltse scholen

Scholen buiten Hasselt

Totaal

Werkweken

1976-1977 1982-1983 2015-2016

154 171 573

62 133 265

216 304 838

Boerderijklas 33 Natuurklas 47

Momenteel zijn er schoolactiviteiten voor zowel kleuters, kinderen van het lager onderwijs als scholieren van het middelbaar onderwijs. Alle activiteiten beantwoorden aan de ontwikkelingsdoelen en eindtermen van de doelgroep waarvoor ze bestemd zijn. Jaarlijks evalueert het educatief personeel het bestaande aanbod en vernieuwt waar nodig. De natuureducatie en -sensibilisatie die het domein wil bieden, richt zich niet enkel op scholen. Ook de individuele bezoeker kan elk seizoen deelnemen aan nieuwe ludieke en laagdrempelige vormingsactiviteiten rond natuurthema's. Alles is gemaakt voor een breed publiek.

Alhoewel de stad de sensibiliserende rol van het domein heel belangrijk vindt, wil ze dit niet op een belerende manier doen. Soms werkt gewoon tonen hoe het anders kan ook sensibiliserend. Wandelen door stukken verwilderde natuur of genieten van een toontuin die pesticide- en insecticidevrij beheerd wordt, brengt niet enkel rust maar kan ook inspireren tot anders denken over natuur. Op het domein werden in de afgelopen decennia diverse projecten opgestart die deze rust en inspiratie kunnen bieden aan de bezoekers. Het eerste grote natuurproject op Domein Kiewit, de aanleg van de natuurtuin, startte in 1988. De natuurtuin ligt in de kern van het domein, achter het

Grazende galloways — Archief Natuurpunt

Het gerenoveerde herenhuis — Archief Stad Hasselt


40 jaar Domein Kiewit

059


1976 — 2016

60

Natuur op Domein Kiewit (s.d.) — Kris van de Zande

Ambertuin (s.d.) — Domein Kiewit

Engelse park, het herenhuis, de boerderijgebouwen, boerderijdieren en de cafetaria. Deze tuin toont in de vorm van aangelegde heuvels de verschillende Limburgse grondsoorten: stuifzand, grindrijk zand, mergel, leem, klei en veen. Leemhoudend zand, de grondsoort die op het domein zelf voorkomt, gebruikte men voor de paden tussen de heuvels. Na het aanbrengen van deze grondsoorten en het uitgraven van een poel kreeg de natuur vrij spel. De zaden die in de grondsoorten aanwezig waren, zorgden voor een rijke variatie aan planten. In 1993 stonden er al 223 plantensoorten waarvan enkele zeer zeldzame. Enkel in het najaar wordt de tuin één keer gemaaid en krijgt de natuur rust tot in het voorjaar. De aangelegde poel in de tuin vormt de ideale thuis voor amfibieën en waterinsecten. Tot op de dag van vandaag wordt deze tuin door veel middelbare scholen gebruikt voor biotoopstudies. Natuurgidsen leren er determineren en wandelaars genieten er van het kikkergekwaak en de libellen.

slaagde Paul Vos erin om de percelen tot een terrein van ongeveer 70 ha groot te smeden. Zo groeide het domein uit tot één groot geheel van 140 ha.

Achter het toen 70 ha grote Domein Kiewit lagen lange tijd nog een aantal velden en bosjes die oorspronkelijk tot het domein behoorden. Wilde het domein haar plaats kunnen opeisen tussen de andere Midden-Limburgse natuurgebieden, dan moesten deze velden en bosjes terug samengevoegd worden tot één groot gebied. Door onderhandelingen met eigenaars en gerichte aankopen

De stad wilde de natuur ook in het toegevoegde gebied alle kansen geven om zich te ontwikkelen. Bovendien was het beheer van deze gronden erg arbeidsintensief. Daarom startte eind jaren negentig van de vorige eeuw een begrazingsproject. Het domein kocht hiervoor Gallowayrunderen aan. Deze Schotse hooglandrunderen vervingen de melkkoeien op het domein. Het zijn zelfredzame runderen die dankzij hun lange donkere vacht zomer en winter buiten kunnen leven en op een schuilhut na geen hulp nodig hebben. Ondertussen telt de kudde ongeveer 30 runderen. Hun graasgedrag zorgt ervoor dat er een landschap vol verscheidenheid ontstaat met bossen, struwelen, ruigtes en kruidenrijke vlakken. Na de opstart van het project zocht de stad hulp voor het beheer van de Kiewitse begrazingsgebieden. Die vond zij bij Natuurpunt Hasselt-Zonhoven. Deze vereniging heeft sinds 2001 het beheer in handen en controleert de kudde Gallowayrunderen. Naast Natuurpunt ging het domein ook samenwerken met de vzw Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren (RLH). Zij stippelden vier nieuwe natuurwandelingen uit. Op de plaatsen binnen het


40 jaar Domein Kiewit

Bijenhal — Domein Kiewit

begrazingsgebied waar het in natte periodes te modderig is, legden zij knuppelpaden aan. Op 8 december 2002 werden deze nieuwe wandelingen feestelijk geopend. RLH verzorgde naast de knuppelpaden ook de informatieborden en wandelkaarten. Door hervormingen binnen deze organisatie valt het domein tegenwoordig onder het Regionaal Landschap Lage Kempen (RLLK). Daarnaast is het hele domein toegankelijk per fiets over de verharde wegen en langs verschillende fietsknooppunten. In 2010, toen het Wijerproject van start ging, kreeg het domein eindelijk zijn plaats tussen de andere Midden-Limburgse natuurgebieden. Het nog jonge wijergebied verbindt de natuurgebieden tussen Hasselt, Zonhoven, Houthalen, Lummen, Bokrijk en Zolder. Het vormt een uniek gebied in Vlaanderen met meer dan 1.000 vijvers en ongeveer 700 ha water en riet. Door de herinrichting van natuurgebieden wil het Wijerproject een aantal in Vlaanderen bijna uitgestorven diersoorten zoals de roerdomp, de boomkikker en het woudaapje nieuwe kansen geven. Om ook in Kiewit deze soorten kansen te geven, werden er in het begrazingsgebied een aantal oude verzande vijvers terug uitgegraven en heel wat bomen gekapt. Omdat het domein ondertussen een druk bezocht wandelgebied geworden is, dat tijdens de broed-

periodes niet afgesloten wordt, zullen de bijna uitgestorven soorten het domein, in tegenstelling tot de andere Wijergebieden, waarschijnlijk niet kiezen om er zich voort te planten. Domein Kiewit zal binnen de Wijers vooral een gebied zijn dat de bezoeker kan sensibiliseren over de leefwijze van de boomkikkers, roerdompen en woudaapjes en hun habitat kan tonen. Daarom werden tijdens de herinrichting van het domein nieuwe knuppelpaden aangelegd en werd aan één van de oude, heruitgegraven vijvers een grote kijkhut, voorzien van informatie over de watervogels, gebouwd. Naast natuureducatie wil het domein de bezoeker ook sensibiliseren rond duurzaamheid. De eerste stap naar duurzaamheid was de herinrichting van het compostdemonstratiepark in 2010. De compostmeesters van Hasselt onderhouden dit park. In samenwerking met de afvalintercommunale Limburg.net en het Centrum Duurzaam Groen legde de stad Hasselt in 2012 de ambertuin aan. Deze kringlooptuin toont hoe de eigen tuin mooi, afvalarm en milieuvriendelijk ingericht kan worden met een minimum aan werk. In datzelfde jaar kreeg ook de bijenhal een nieuwe permanente tentoonstelling. Bij de heraanleg van het tuintje voor de bijenhal koos het domein voor insectvriendelijke planten. Gestapelde stenen

61


1976 — 2016

62

bieden een thuis aan oorwormen en andere kruipende insecten. De solitaire bijen kregen er hun eigen insectenhotel en de muren van de bijenhal zijn gedecoreerd met verschillende insectenhuisjes zodat bijvoorbeeld ook lieveheersbeestjes er een thuis vinden. Met deze projecten wil het domein de bezoeker in de eerste plaats laten genieten van wat de natuur te bieden heeft. Naast genieten wil het ook sensibiliseren op een speelse manier. Een van de recent aan het aanbod toegevoegde wandelingen is hier een goed voorbeeld van. Het plezante potenpad brengt zowel kinderen als volwassenen spelenderwijs iets bij over de Wijerdieren. Door de jaren heen kwam het welzijn van de dieren steeds meer centraal te staan. Ze kregen grotere stallen en meer buitenruimte. Bij de stallen hangen leuke kubusjes die de bezoeker meer informatie geven over de dieren en hun leef- en voedingsgewoontes. Zo wil het domein op een eenvoudige manier tonen waarom het voederen en optillen van dieren voor de dieren zelf niet goed is. Als kinderboerderij wil het domein vooral gelukkige dieren tonen in hun natuurlijke omgeving.

Spelend leren op Domein Kiewit (s.d.) — Domein Kiewit


40 jaar Domein Kiewit

63

Domein Kiewit anno 2016 — Stad Hasselt

De toekomst van Domein Kiewit De door Paul Vos uitgewerkte natuurprojecten zorgden ervoor dat het domein op gebied van natuur zijn plaats verdiende binnen de andere Midden-Limburgse natuurgebieden. Deze noodzakelijke en soms ingrijpende werken dienden op een eenvoudige en aantrekkelijke manier voorgesteld te worden aan de bezoeker. Met deze taak belastte de stad Hanne Verhuizen, die sinds 2009 de nieuwe beheerder/coördinator van het domein is. Ze coördineert de ruime educatieve werking en zoekt naar leerrijke bijscholingen voor het educatieve personeel. Daarnaast is het haar taak om Domein Kiewit attractief te maken voor zowel de wandelaar die op zoek is naar een stukje natuur als voor gezinnen die met hun kinderen een aangename, speelse

namiddag in de natuur willen doorbrengen. Hanne Verhuizen zorgt waar nodig ook voor vernieuwing. Zo kreeg de kruidentuin een restyling in 2013, breidde de speeltuin uit en veranderden alle speeltoestellen. Plots kroop er een enorme compostworm door de ambertuin, kreeg deze tuin een echte buitenklas en onderging het speelbos een volledige make-over. In de toekomst zullen natuur en natuureducatie, een ecologische manier van werken, duurzaamheid en dierenwelzijn de belangrijke werkpunten blijven voor Domein Kiewit, dat na 40 jaar al haar begindoelstellingen van kinderboerderij tot natuurdomein meer dan waargemaakt heeft.


1976 — 2016

Voetnoot 1. W. SEGERS, Tot hier en terug. Burentwisten tussen Hasselt en Zonhoven, Hasselt, 2009, 2. 2. W. SEGERS, Heideconflict Hasselt-Zonhoven, via http:// hasel.be/ heideconflict-Hasselt-Zonhoven. 3.

SEGERS, Tot hier en terug, 4.

4. De verkocht stukken heidegrond zijn afgebeeld op kaarten gemaakt door P. van Paeschen. Van deze kaarten worden twee exemplaren bewaard in het Rijksarchief van Hasselt. 5. RAH, Stad Hasselt Blok 1, inventaris van het Oud Archief van de stad Hasselt, doos nr. 192, verkoopakte het Putven. De nota’s met betrekking tot de verkoopsvoorwaarden uit 1761 bevinden zich in de vorm van nota’s tussen de verkoopakten. De stad kondigde de verkoopvoorwaarden aan voordat er overgegaan werd tot de verkoop van de percelen. 6. G. VERBEEK e.a., Kiewit van heidegebied tot bloeiende leefgemeenschap, Kiewit-Hasselt, 1885, 10. 7. J. EVERS, ‘Garibaldi bij de bezembinders in Zonhoven?’, Het Oude Land van Loon, 2014, nr. 93.

64

15. De kinderen van Maria-Catharina-Gerardina en Willem vinden we in de stambomen terug met een licht gewijzigde achternaam. Het Nederlandse Stappers veranderde in het voornamer klinkende ‘de Stappers’. 16. RAH, Stad Hasselt Blok 1, inventaris van het Oud Archief van de stad Hasselt, doos nr. 192, doos nr. 192, doos nr. 334, doos nr. 2003; 1804: aankoop van 3 bunder heidegrond, 9 januari 1812: aankoop aangrenzend stuk heidegrond van 26 bunder 10 roede 5 c, 4 maart 1815: aankoop stuk grond van 3 bunder 6 roede 8 c. 17. Het gebied vormde de ideale broedplaats voor Kieviten. In 2015 zagen we voor het eerst terug veel Kieviten op het domein, een teken dat de beheerswerken zin hadden. Doorheen de eeuwen is de schrijfwijze van deze vogelnaam en ook de schrijfwijze van de naam van het domein meermaals veranderd. 18. RAH, Archief Notaris Michel Bamps, akte nr. 129. Landgoed Kiewit bestond uit: 5 ha 14 a 40 ca bos en struwelen; 26 ha 43 a 50 ca heide waarvan 15 ha 17 a 20 ca later bos werd; 4 ha 33 a 20 ca landbouwgrond, hooilanden, weides en bouwland; 4 ha 28 a 20 ca vijvers die later gedempt werden met de bedoeling ze te gebruiken als landbouwgrond; 41 a 70 ca bebouwd. Er stonden gebouwen en aanhorigheden zoals een tuin en boomgaard op. De gronden rond het eigendom van weduwe de Stappers behoorden toe aan landbouwer Cocquyt, rechter Goetsbloets en landbouwer Coenen.

8. A. JEURISSEN, De Heikleuters deel 1 en 2, s.l., 1934. Het leven van de bezembinders wordt zeer gedetailleerd beschreven in deze boeken. In de Provinciale Bibliotheek Limburg (PBL) in Hasselt worden in het archief twee exemplaren van deze boeken bewaard.

19. Baron de Heusch behoorde tot het adellijke geslacht de Heusch. Deze familie speelde vooral een belangrijke rol in de omgeving van Bilzen.

9. G. CALUWAERTS, Hasselt intra muros, Deurne-Hasselt, 1989, 363-364. Lambrechts was van 1734 tot 1735 burgemeester van de stad Hasselt, samen met Ferdinand Gerard Sigers. Van 1738-1739 oefende hij nogmaals het ambt van burgemeester van de stad uit, maar deze keer deelde hij zijn ambt met Joês Matthijs.

21. KAS, Kadastrale legger, Lijst der grondeigenaren/eerste gedeelte Hasselt 1844, art. 217.

10.

Oude oppervlaktemaat

Huidige oppervlaktemaat

1 bunder

87,1884 are

1 grote roede = 1/20 bunder

4,3592 are

1 kleine roede = 1/400 bunder

0,21791 are

= 1/20 grote roede = 1 perts

11. Het geslacht van der Straeten was een van de rijkste en voornaamste families van de stad. Eén van Antoon-Tilmans voorouders, Herman van der Straeten, bouwde halverwege de 17de eeuw het oude Hasseltse stadhuis. AntoonTilman zelf erfde na het overlijden van zijn vader Jan-Bruno van der Straeten (1682-1733) de brouwerij-stokerij 'de Vuylbeke’ en tal van panden in Hasselt. 12. RAH, Stad Hasselt Blok 1, inventaris van het Oud Archief van de stad Hasselt, doos 192, verkoopakte het Putven. Het gebruik van het woord ‘Juffrouw’ in de verkoopakte van ‘het Putven’ wijst erop dat weduwe van der Straeten erg rijk was. De titel van juffrouw was destijds enkel weggelegd voor de meest gegoede dames van de stad. J. GRAUWELS, Kroniek van Hasselt (1078-1914). Grepen uit het dagelijks leven, Hasselt, 1982, 100-107. Het gebruik van het woord ‘winning’ en de verwijzing naar viskuilen in de verkoopakte bewijzen dat de vijvers op de Schaverden ook gebruikt werden voor de teelt van vis. 13. VERBEEK, Kiewit, 133. F. SCHLUSMANS, Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen, 6 N1 (A-Ha), Brussel-Gent, 1981 RAH, Stad Hasselt Blok 1, inventaris van het Oud Archief van de stad Hasselt, doos 192. Bij de verkoopakte van het Putven stonden ook de verkoopvoorwaarden. Zo verplichtte de stad Hasselt de kopers van stadtserffen onder andere om op hun stuk een huis te bouwen, wallen aan te leggen en hagen te planten. 14. J. ARRAS, e.a., Oog in oog. Hasseltse familieportretten en -objecten uit de 17de en 18de eeuw, tentoonstellingscatalogus, Hasselt, 2003, 247-250. De familie Stappers, die zich later ‘de Stappers’ ging noemen, was afkomstig uit Eersel, een meierij van ’s-Hertogenbosch. De familie vestigde zich in Hasselt en vanaf het begin van de 18de eeuw ook in Sint-Truiden. Een zekere Pieter Stappers (1675-1757) kocht toen de heerlijkheden Meensel, Neerhespen, Overhespen en Gussenhoven. Zijn kleinzoon Guilliaume Stappers (1766-1836), die zich Winand of Wynandus liet noemen, was de laatste heer van Meensel, Neerhespen, Overhespen en Gussenhoven. Hij erfde deze heerlijkheden van zijn grootvader Pieter Stappers. Winand voegde er tijdens zijn leven de heerlijkheid Brustem nog aan toe.

20. SAH, Bevolkingsregister Hasselt 1829, nummer 98, sectie Kuringen-klapper 4.

22. Le contitutionnel du Limbourg Belge, n° 38, 2ieme année, zondag 13-03-1855. 23. RAH, Notariaat deponering 2000, verkoopakte nummer 22, doos nummer 143. 24. SAL, Bevolkingsregister Luik, 1885. Pierre Roberti was eerst gehuwd met Antoinette Caroline de Creeft (1783-1831). Na haar overlijden huwde Pierre met Carolines Charlotte Leopoldine de Creeft (1787-1851). Het tweede huwelijk van Pierre was kinderloos. 25. VERBEEK, Kiewit, 133. Op een oud plan van het herenhuis en de latere distillerie staat de handtekening van ene M. Vanderstraeten. Dit zou de architect van het herenhuis kunnen zijn. Het vermoeden is dat het gaat om Antoine Marie-Hubert Vanderstraeten, die destijds voor het Rekenhof werkte. HAJ, Documentatiemappen Jenevermuseum, Dossier Roberti Zénobe, tweedimentionaal plan gebouwen, aanvragen stokerij, goedkeuring stokerij, Hasselt, 1859. J. DEWALLEF, Toeristische marktanalyse van de kinder- en gezinsboerderij Stokerij Roberti (ongepubliceerd eindwerk), Hoger rijksinstituut voor toerisme, hotelwezen en voedingsbedrijven, Hasselt, 1985-1986. 26. SAH, Bevolkingsregister Hasselt 1856-1866. STAS, Bevolkingsregister Sint-Truiden 1851. Virginie Charlotte de Gray de la Neuville (1824-1896) huwde op 4 juni 1851 te Sint-Truiden met Zénobe Roberti. STAS, Bevolkingsregister Sint-Truiden 1852-1855. Joseph Albert Pierre Marie Ferdinand Roberti (1852, SintTruiden) en Marie Charles Albert Joseph Dieudonné Roberti (1855, Sint-Truiden). De naam van het landgoed ‘de Kiwit’ verfranste tijdens de periode dat de familie Roberti er woonde. Het werd ‘le Kiewit’. 27. HAJ, Documentatiemappen Jenevermuseum, Dossier Roberti Zénobe, tweedimentionaal plan gebouwen, aanvragen stokerij, goedkeuring stokerij, Hasselt, 1859. Op 21 september 1859 werd de aanvraag besproken op de gemeenteraad van Hasselt. Op 24 januari 1860 kreeg Zénobe de nodige goedkeuringen van de stad Hasselt. Op 2 maart 1860 volgde de goedkeuring van de provincie. J. DEWALLEF, Toeristische marktanalyse van de kinder- en gezinsboerderij Stokerij Roberti (ongepubliceerd eindwerk), Hoger Rijksinstituut voor Toerisme, Hotelwezen en Voedingsbedrijven, Hasselt, 1985-1986. 28. RAH, Archief Notaris Goetsbloets, akte nr. 180, Hasselt, 17-06-1867: openbare verkoop van wassend gras; akte nr. 299, 19-08-1867: openbare verkoop van veldvruchten, pakken haver, 3 percelen van 10a 60ca en van 30a 60ca en van 35a 75ca; akte nr. 177, 20-06-1868: openbare verkoop van 18 percelen wassend gras. 29. SAH, Bevolkingsregister Hasselt 1865.


40 jaar Domein Kiewit

30. Interview Xavier Vroonen, 28-11-2015. De familie Vroonen kwam oorspronkelijk uit het noorden van Nederland. Vanaf de 16de eeuw vestigde de familie zich in en rond Tongeren. Door het sluiten van goede huwelijken en de handel in allerlei koopwaren, werd de familie steeds rijker. Pierre Vroonen (17311812) vergrootte de rijkdom van de familie aanzienlijk door handelaar in metalen te worden ten tijde van de industriële revolutie. Zo was de familie in staat om in Tongeren heel wat eigendommen en panden op te kopen. 31. KONINKLIJK GESCHIED- EN OUDHEIDKUNDIG GENOOTSCHAP TONGEREN, Genealogies Vroonen et Collee E.V., Tongeren, 1966, 11-65. 32. Die tuintjes rond het herenhuis moeten een Engelse tuin gevormd hebben. Op het plan is dit duidelijk te zien. Ze liggen in een cirkel rond het herenhuis en hebben ook assen net zoals het latere Engelse park. 33. Interview Xavier Vroonen, 28-11-2015. 34. HAJ, Documentatiemappen Jenevermuseum, dossier Roberti Zénobe, J.P. NEVEN, kwartierstaat van Zénobe Henri, Joseph, Roberti, Hasseltse Stokers. DEWALLEF, Toeristische marktanalyse van de kinder- en gezinsboerderij Stokerij Roberti (ongepubliceerd eindwerk), Hoger Rijksinstituut voor Toerisme, Hotelwezen en Voedingsbedrijven, Hasselt, 1985-1986.

Locatie

Periode

Taal

Mont-Comblain

16-07-1941 – einde WO II

Franstalig

Rulot -Kiewit

02-04-1942 – 22-05-1944

Nederlandstalig

chatêau Miranda-Noisy

05-09-1942 –

Franstalig

château deSorle-Saint-Gery

29-10-1942 – einde WO II

Franstalig

château deJehay-Bodegnée - Amay

26-05-1942 – 1950

Nederlandstalig

Colonheid-Nessonvaux

06-05-1994 – einde WO II

Franstalig

58. Persoonlijk archief van Paul van Heesvelde, NMBS-archief en fotoarchief raad van bestuur, bestand Rulot. 59. Interview Xavier Vroonen, 28-11-2015. 60. Tijdens de renovatie van het kasteeltje door Natuurpunt werd de oude bijkeuken afgebroken. 61. Persoonlijk archief van Paul van Heesvelde, NMBS-archief en fotoarchief raad van bestuur, bestand Rulot.

38. Interview Xavier Vroonen, 28-11-2015.

62. Narcisse Rulot werd door de Duitse bezetter beschuldigd van weerspannig gedrag en verdacht van samenwerking met het verzet. Hij zou via de tehuizen gelden doorgesluisd hebben naar het verzet. De bezetter kon deze beschuldigingen niet bewijzen alhoewel Rulot en vele van zijn medewerkers al sinds 1941 in contact gestaan zouden hebben met verschillende verzetsgroeperingen. Na zijn vrijlating op 27 juni 1944 mocht Narcisse geen bestuursfunctie meer uitoefenen van de bezetter. Na de oorlog werd Rulot ondervraagd omdat hij verdacht werd van collaboratie. Hij diende zich voor twee onderzoekscommissies te verdedigen. Hij werd uit zijn functie ontheven en op non-actief gezet. Aanvankelijk kreeg hij een zware berisping maar later werd Rulot in ere hersteld en ontving hij als ere-directeur een pensioen van de NMBS. Cegesoma, Fonds Rulot, AA 838/39-44, Documents concernant N. Rulot, sa carrière, sa personnalité.

39. VERBEEK, Kiewit, 19.

63. Persoonlijk archief Luc Standaert, Brief Pauline de Preter van 10-06-1943.

40. VERBEEK, Kiewit, 134-135.

64. Persoonlijk archief Luc Standaert, Brief van Elza Bossier aan Pauline de Preter van 15-01-1943 als antwoord op de sollicitatiebrief van Pauline de Preter (sd).

35. KONINKLIJK GESCHIED- EN OUDHEIDKUNDIG GENOOTSCHAP TONGEREN, Genealogies, 14-17. In de 19de eeuw was het niet gebruikelijk dat een gouden bruiloft gevierd kon worden omdat men over het algemeen niet zo lang leefde. 36. M. RUTTEN, De eigenaars van het Biessenhuys te Tongeren, 1989 via http:// www.oocities.org/thetropics/paradise/2063/hist.html. 37.

De schuin gedrukte namen waren de roepnamen.

41. Catalogus Blaton-Aubert via http://www.mot.be/w/1/files/RCB/ RCB037001. 42.

Het Belang van Limburg, overlijdensbericht Emile Vroonen, 27-03-1924.

43. Het Algemeen Belang van Limburg, artikel over de deugden van Emile Vroonen in aanloop naar de senatoriale verkiezingen der provincie Limburg waarbij Emile zich kandidaat stelde voor de Katholieke Partij, 21-04-1900.

65. Mondelinge informatie Gustaaf Lyssens, 11-02-2016. 66. Mondelinge informatie Jacqueline Lyssens, 11-02-2016. Mondelinge informatie Simonne Verhaert, 18-02-2016. 67. ‘Tehuizen voor kinderen van spoorwegmannen’, Treinen, jaargang 2, februari 1952, 31 – 32.

44. Interview Mariette Lemmens, 14¬-07-2015. De grootouders van Mariette, Jozef Stassens en Maria Smets huurden één van de vijf boerderijen die toen eigendom waren van Albert Vroonen, zoon van Emile Vroonen.

68. Schriftelijke informatie Luc Standaert, 14-02-2016. Persoonlijk archief Luc Standaert, Brief van Pauline De Preter geschreven op 10-06-1943. Pauline de Preter was een kleuterleidster die in Tehuis Rulot werkte als opvoedster.

45. VERBEEK, Kiewit, 135-136.

69. Persoonlijk archief van Paul van Heesvelde, NMBS-archief en fotoarchief raad van bestuur, bestand Rulot.

46. VERBEEK, Kiewit, 16. 47.

KAS, Kadastrale legger, Lijst der grondeigenaren/art. 217.

48. DE VRIENDEN VAN HET STADSMUSEUM-HASSELT V.Z.W., 75 jaar vliegveld Kiewit, Hasselt, 1985, 17. 49. VERBEEK, Kiewit, 136. 50. Interview Xavier Vroonen, 28-11-2015. 51.

SAH, Volkstelling 1930, Boek 10 B, 3676.

52. Interview Mariette Lemmens, 14-07-2015. Interview Madeleine Valkeneers, 08-09-2015.

70. Mondelinge informatie Annie en Madeleine Valckeneers, augustus 2015. 71.

Mondelinge informatie Gustaaf Lyssens en Jacqueline Lyssens, 11-02-2016.

72. Persoonlijk archief Luc Standaert, Brief Pauline de Preter aan haar ouders, 17-05-1944. 73. Mondelinge informatie Gustaaf Lyssens, 11-02-2016. 74.

Mondelinge informatie Simonne Verhaert, 18-02-2016.

75. Schriftelijke informatie Luc Standaert, 14-02-2016.

54. SAH, Bevolkingsregister Hasselt, Telling 1947-1961, boek 23, folio 168. Het gezin Bamps-Swennen bestond uit de volgende leden Alexander Josephus Bamps (° 1885), echtgenote Anna Maria Swennen ( + 1945) en hun kinderen Petrus Amandus Theophiel (°1910), Jozef Marcel (°1920), Philomena Anna Maria (°1922), Pieter Joannes (°1925), René Albert (°1927)

76. JAA, Schriftelijke informatie, 18-02-2016. Ter gelegenheid van een tentoonstelling te Jehay rond het kindertehuis van de NMBS werden interviews afgenomen van personen die er als kind verbleven. Bij deze interviews waren er ook personen die de verhuis naar Jehay meegemaakt hebben: Pol De Moor, Gerard Lyssens, Frans van den Broeck, Simonne Verhaert, Augusta Mayins, Gustaaf Gaumette, Robert en René Vanhove. De verhuis wordt ook vermeld in een brief van de ouders van Pauline de Preter aan Pauline (31-05-1944). Latere brieven aan Pauline de Preter zijn geadresseerd aan Jehay. Vervolgens verhuisde Pauline naar Colonheid om daar tot november verder te werken als opvoedster/ monitrice voor de NMBS.

55. SAH, Bevolkingsregisters Hasselt, Boek 154 telling 1920, 2784 en Boek 10 B volkstelling 1930, 3676.

77. Persoonlijk archief Luc Standaert, Brief Elza Bossier aan Pauline de Preter geschreven op 02-06-1944.

56. Persoonlijk archief van Paul van Heesvelde, NMBS-archief en fotoarchief raad van bestuur, bestand Rulot.

78. Interview leden heemkundige kring Zonhoven, 17-09-2015.

53. SAH, Bevolkingsregisters Hasselt, Boek 154 telling 1920, 2784 en Boek 10 B volkstelling 1930, 3676.

57. Rulot dacht zowel aan de Franstalige als Nederlandstalige spoorwegkinderen. Hij had al stappen ondernomen om een zevende tehuis te openen te Bassine, Méan. Maar dit tehuis is nooit geopend omdat Rulot op 19 februari 1944 gearresteerd werd door de bezetter wegens ‘weerspannig gedrag’. De volgende tehuizen werden onder zijn leiding opgericht:

79. Persoonlijk archief Jo Peeters, Activités du Secteur IV – MNB, 28-06-1946. John E. Ault staat tussen de lijst van vliegeniers die langs Kiewit afgevlogen zijn. Dit gebeurde rond 17 maart 1944. Het kindertehuis vormde de laatste stopplaats in de nacht van de afvlucht. Men kon ongezien vanuit het herenhuis door de bossen en een stukje weiland naar de rand van de landingsstrook lopen. Dit was een afstand van een paar honderd meter. Na zijn vertrek te Kiewit werd John E. Ault alsnog krijgsgevangen genomen.

65


1976 — 2016

80. Interview Mariette Lemmens, 14-07-2015. Interview Paul Knaepen en Pierre Valkeneers, 17-09-2015. VERBEEK, Kiewit, 209. 81. PAUL BONNEUX e.a., De Tweede Wereldoorlog in Groot-Herk 1939-1945, Herk-de-Stad, 2012, 256. 82. G. CALUWAERTS, Kiewit en Banneux, warm aanbevolen, Hasselt, 2008, 56-57. W. ALENUS, ‘Dolle dinsdag. Bloedig Kiewit. 5 september 1944’, Het Belang van Limburg, Hasselt, 03-09-2005. 83. ALENUS, ‘Dolle dinsdag. Bloedig Kiewit. 5 september 1944’. 84. BONNEUX, De Tweede Wereldoorlog, 254. 85. J. BOUVEROUX, ‘Stad in oorlog: zeven steden, zeven verhalen, Brugge, Gent, Leuven, Brussel, Antwerpen, Hasselt, Kortrijk’, bijlage Knack, s.l., 2011, 99. 86. Interview Mariette Lemmens, Irène Reeckmans en René Vandikkelen, 08-09-2015. 87.

Schriftelijke informatie George Morren, 17-09-2015.

88. BONNEUX, De Tweede Wereldoorlog, 254-285. Theodoor, Florent, Louis, Raymond en Marcel behoorden tot het geheime leger van Herk-de-Stad. Het verzet van Herk-de-Stad verloor die dag 4 van haar leden omdat zij niet over voldoende wapens beschikten. De wapendropping in Thiewinkel bij Lummen had ook niet plaats gevonden waardoor de verzetsgroep van Herk-de-Stad praktisch onbewapend aankwam in Kiewit. 89. Schriftelijke informatie Aerts Guido (archivaris Geschied- en Heemkundige Kring Heusden), 19-09-2015. 90. ALENUS, ‘Dolle dinsdag. Bloederig Kiewit. 5 september 1944’. BOUVEROUX, ‘Stad in oorlog: zeven steden’, 99. VERBEEK, Kiewit, 209. Interview Jean Strijckers, 06-10-2015. 91.

66

105. A. HUYBRECHTS, ‘De tocht naar de Hoge Vrouwe’, Gisteren en vandaag, 17/1, maart 1997, 11-13; A. VAN RUSSELT e.a., ‘De zoektocht naar de Lievevrouwkes’, Gisteren en vandaag, 17/1, maart 1997, 14-15; Interview Lutgart Segers door Eric Colenbier en Herman Leber, oud-ledenwerking en historiek KSA Nationaal, oktober 2015. 106. VERBEEK, Kiewit, 138. 107. Interview Maria Lemmens, 11-08-2015. Interview Jeanne Lemmens, 12-08-2015. 108. Interview Alfons Lemmens, 20-07-2015. 109. Een rector is een monnik die voorgaat in de mis in een zusterklooster. 110. Interview zuster Michael Fornoville en zuster Irene de Cock, 01-12-2015. VERBEEK, Kiewit, 138-139. 111. VERBEEK, Kiewit, 139. 112. Interview Frans Motmans, 27-10-2015. 113. Interview Guy Smeets, 07-10-2015. 114. De familie Lemmens woonde tot 1978 in de herenboerderij. 115. Voor die tijd kon hij enkel beroep doen op sterk variërende hulp van te werk gestelde werklozen en BTK-personeel (personeel dat maar voor een beperkte tijd mocht blijven). 116. VERBEEK, Kiewit, 148

BONNEUX, De Tweede Wereldoorlog, 281.

92. Het Belgisch verzet in de Tweede Wereldoorlog is de verzamelnaam voor alle personen en groepen die tijdens de Tweede Wereldoorlog weerstand boden aan de bezetting van België. Het verzet wordt ook wel de "weerstand" genoemd, en verzetsleden "weerstanders". 93. Interview Mariette Lemmens, 14-07-2015. Mariette woonde met haar ouders Karel Lemmens en Melanie Stassens in een boerderij vlak bij Domein Kiewit. 94. VERBEEK, Kiewit, 136. 95. E. GERARD, De christelijke arbeidersbeweging in België 1891 – 1991, deel 2, Leuven, 1991, 464. De herkerstening hield in dat de kerkelijke voorschriften inzake seksuele moraal stikt toegepast werden. De Katholieke Actie wilde via de apostolaatswerken deze boodschap uitdragen naar haar leden. Seksualiteit diende enkel voor de voorplanting en was dus enkel binnen het huwelijk toegelaten. Er mocht niet aan geboortebeperking gedaan worden. Het moederschap was de hoofdopdracht van de vrouw en buitenshuis werken werd afgekeurd. 96. Het jeugdverbond was geïnspireerd door de pauselijke encycliek van 1930. 97. De belangrijkste leden waren de bisschop van Hasselt Mgr. Heuschen, gouverneur van Limburg en advocaat Louis Roppe, advocaat Paul Knaepen van Sint-Truiden, professor dr. mag. “Gerrit” Philips, de nationale proost van de B.J.B. Kanunnik Casimir Claes, Eerwaarde heren Jan Swinnen, Maurits Ghequière, Jan Vanderleyden en de juffrouwen Irma Cuppens en Elza Lambrechts. VERBEEK, Kiewit, 136-137. 98. Na het overlijden van Maria de Slechte nam kokkin Magda Castermans het werk voor haar rekening. 99. Mondelinge informatie Louisa Stocker-Boesmans, 11-08-2015. 100. Interview Jeanne Lemmens, 12-08-2015. 101. Interview Jeanne Lemmens, 12-08-2015. 102. Het ging om de volgende Katholieke Actiegroeperingen: K.S.A. (Katholieke Studentenactie), K.A.J. en V.K.A.J. (Katholieke arbeiders- en arbeidstersjeugd), V.K.S.J. (Vrouwelijke Katholieke Studerende Jeugd), Scouts en B.J.B. (Boerenjeugd). 103. In dit gebouw is nu het onthaal van het domein gevestigd. 104. Interview Xavier Vroonen, 28-11-2015. Op 13 april 1955 schonk Albert Vroonen het laatste stuk van Domein Kiewit, 'de dreef van Kiewit', aan de stad. Vermoedelijk werd deze weg door de omwonenden al heel lang gebruikt als een soort servitudeweg en was ze zo gemeengoed geworden. Waarschijnlijk werd ze daarom in de verkoop niet opgenomen maar later weggeschonken.

Afkortingen archiefinstellingen: RAH: Rijksarchief Hasselt SAH: Stadsarchief Hasselt KAS: Archief van het kadaster van Hasselt SAL: Stadsarchief Luik JAH: Archief Jenevermuseum Hasselt JAA: Archief van het kasteel Jehay


40 jaar Domein Kiewit


1976 — 2016


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.