Hoofdstuk 7

Page 1

Hoofdstuk 7: zorg na de geboorte en tijdens de zwangerschap Sleutelbegrippen: • de beste voorbereiding op borstvoeding is om voor de geboorte van de baby er zo veel mogelijk over te leren en door het vinden van een steun • tepelstimulatie en het harden van de tepel en andere vormen van het voorbereiden van de tepel gedurende de zwangerschap zijn niet nodig en moeten vermeden worden • pasgeborenen zijn de eerste 2 uur na de geboorte alert, dit wordt gedurende 2-20 uur gevolgd door een diepe slaap en daarna is er een toenemende wakkerheid en interesse in frequente borstvoedingen • als er geen complicaties zijn zou de eerste voeding binnen het eerste uur na de geboorte moeten plaatsvinden. Nadat het kind afgedroogd is kan hij in de armen van de moeder gelegd worden om huid-op-huid borstvoeding te krijgen • privacy, een comfortabele houding en optimaal aanleggen zijn allen basisvoorwaarden om de moeder en baby te helpen met de eerste borstvoedingen • zorg tijdens de weeën, geboorte en na de geboorte kan gevolgen hebben voor de borstvoeding • het aanleren van "correcte" houdingen om borstvoeding te geven verschilt per beroepsbeoefenaar.Een "correcte" houding is tot nu niet evidence-based • als een baby niet aan de borst gaat is het belangrijk om de baby te voeden, een voorraad van moedermelk aan te leggen en het vinden van hulp die de situatie verandert en het huid op huid contact stimuleert • als cupfeeding voorzichtig gegeven wordt is uit onderzoek gebleken dat het even veilig als is flesvoeding. Baby's die cupfeeding krijgen morsen meer melk dan baby's die flesvoeding krijgen • baby's die borstvoeding of cupfeeding krijgen nemen gedurende de eerste 2 dagen minder melk op dan baby's die flesvoeding krijgen • nieuwe ouders moeten naar hun baby kijken, niet naar de klok, om te zien wanneer de baby klaar is met de voeding. Voed de baby bij het eerste teken van honger. Huilen is het laatste teken van honger • gezonde baby's die geboren zijn tussen de 34 en 38 weken hebben speciale hulp nodig en zorgvuldige, frequente follow-up, als deze baby's er toe neigen om slecht aan de borst te drinken • het korte gebruik van siliconen tepelhoedjes in bepaalde situaties (ingetrokken tepel, baby's met een laag geboortegewicht) kan de borstvoedingrelatie redden terwijl de baby leert om te drinken • algemeen geaccepteerde richtlijnen voor hypoglycemie bij a terme geborenen is een serum glucose lager dan 30 mg/dL gedurende de eerste dag na de geboorte en lager dan 40 mg/dL na de tweede dag. Invasieve ingrepen om het glucosegehalte te bepalen kan vermeden worden door vroeg huid-ophuidcontact tussen moeder en baby, het vaak geven van borstvoeding en nauwkeurige klinische observatie • in het algemeen genomen geven vrouwen die per sectio bevallen even vaak en even lang borstvoeding als vrouwen die vaginaal bevallen. Speciale aandacht met betrekking tot borstvoeding: pijnmedicatie, pijn, een comfortabele houding vinden en het vroeg starten met borstvoeding of kolven • bij sectio vaak wel latere start borstvoeding (2-3 dagen vertraging)


• normale stuwing begint op dag 3 tot 5 na de bevalling en neemt af gedurende de eerste 2 weken. Bij normale stuwing blijft het borstweefsel samendrukbaar, waardoor de baby in staat is om gemakkelijk en efficiënt te zuigen. Door het geven van vroege en frequente voedingen denkt men erge stuwing te voorkomen • in een meta-analyse van 8 gerandomiseerde onderzoeken naar de behandeling van stuwing wordt de conclusie getrokken dat alleen medische behandeling met NSAID's de symptomen van de stuwing verbetert • grote hoeveelheden intraveneus vocht gedurende de weeën kan leiden tot oedeem in de borsten na de bevalling. De techniek van druk op de tepelhof kan helpen om het tepel/tepelhof gebied te vervormen? zodat de baby in staat is om de borst te pakken (Soft Reverse Pressure techniek) • kolven met de hand is een aloude methode die niets kost, makkelijk te leren is en altijd beschikbaar is • vroeg ontslag blijkt geen effect te hebben op de borstvoeding als er hulp en steun postpartum is. Als nazorg niet voorradig is kan het resulteren in heropname in het ziekenhuis. Het doel van het plannen van het ontslag is om gewone problemen te voorkomen en om emotionele steun te geven. Omdat de moeder zo kort in het ziekenhuis verblijft heeft de moeder een hulpverlener nodig die zoveel mogelijk basisinformatie geeft zonder dat de moeder overweldigd wordt en die haar vragen kan beantwoorden met informatie die gebaseerd is op onderzoek • basis en belangrijkste kennis die de geleerd wordt houdt in dat de moeder leert wat de sleutels voor borstvoeding zijn: - hoe ze haar baby aan de borst legt - hoe ze weet of haar baby genoeg melk krijgt - wie ze kan bellen als ze hulp nodig heeft met de borstvoeding • Vroeg en frequent aanleggen in voor beiden optimaal vanwege - ++ uteruscontracties, daardoor minder bloedverlies - Baby's zuigreflex is meest intens in het 2e uur na de geboorte gedurende 45 minuten. Uitstel reflex -> later heeft de baby meer moeite om het aan te leren - Baby ontvangt snel de immunologische voordelen van colostrum - Maag/darm functie van de baby wordt gestimuleerd Gunstig voor afbraak Hb, -t- geelzien - Stuwing wordt voorkomen of geminimaliseerd - Kind verliest minder gewicht - Bevordering hechting/binding - Temperatuur van kind blijft beter • Vingervoeden is primair bedoeld als zuigtraining. Bijvoeden met vingervoeden kan ook zuigverwarring geven - Te kleine vinger - Te snel bijspuiten • Cupvoeden - Voorzichtig met "gieten", baby bepaalt tempo - Nadeel kan verspilling melk zijn - Voordeel geen kans op zuigverwarring • Tepelhoedjes - Bij voorkeur kortdurend - Onderliggende problematiek oplossen indien mogelijk 7


• Volle borsten duren zelden langer dan 24 uur. Frequent aanleggen zodat volle borsten niet over kunnen gaan in stuwing • Basis voedingstechnieken - Frequent voeden, 8x of meer per etmaal. Maagje is te klein om grotere hoeveelheden te drinken Moedermelk is sneller verteerd en geeft niet zo'n vol gevoel - 1 borst aanbieden zo lang de baby wil. Als baby wil, de 2e borst aanbieden. Sommige baby's willen 1 borst, anderen switchen 4 x tijdens 1 voedingsperiode - Voorkom klok kijken - Voorkom bijvoeding zo lang mogelijk • Zuigverwarring door fles of verkeerde vingervoedtechniek • Verminderde stimulatie borst, daardoor negatieve spiraal • Problemen vertering kunstvoeding • Tekenen dat interventie nodig is - Baby plast weinig of niet, urine is geconcentreerd - Baby heeft geen regelmatig ontlastingpatroon aan het eind van de 1e week - Baby is lethargisch (moeilijk te wekken) - Baby is verdrietig, niet tevreden na een voeding - Geen slikgeluiden, geen open-pauze-sluitpatroon - Moeder ervaart tepelpijn - Moeder heeft stuwing - Moeder heeft laesies of afwijkingen aan de borst • Voedingssignalen - Vroeg • Armen en benen bewegen • Vingers/hand naar mond brengen - Midden • Murmelen, geluidjes maken • Rusteloos, af en toe een kreetje/huiltje - Laat • Huilen, schreeuwen • Rood aanlopen


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.