Gezond Bouwen & Wonen nr 3/2010

Page 1

Gezond Bouwen & Wonen nr. 3, Oktober 2010

• Het actiefhuis: De gebruiker voorop • Nieuwe kansen voor bedrijventerreinen

Thema: Utiliteitsbouw


Een gezond binnenklimaat met ‘natuurlijke’ ventilatie Ventileren volgens Systeem C

Natuurlijke toevoer Natuurlijke doorvoer Mechanische afvoer

Duco C System

Duco Comfort System

DucoTronic System

‘Natuurlijk’ energiezuinig ventileren

‘Plug & Play’ met Vraaggestuurde Ventilatie

De ultieme vorm van ‘Natuurlijke’ Ventilatie

Volledig draadloos ventilatiesysteem.

Eenvoudig te installeren Vraaggestuurd

Vraaggestuurd Natuurlijk Ventilatiesysteem ‘VNV’.

Afzuigunit is via RF zender bedienbaar. Deze

Natuurlijk Ventilatiesysteem ‘VNV’. Ideaal voor

Stuurt de luchttoevoer en -afvoer e volledig

vierstandenregelaar is voorzien van een extra

renovatieprojecten. Ventileert op basis van CO2

energiezuinige “niet thuis”-stand. Keuze uit

en RH. Meting aan de bron. Communiceert

automatisch op basis van °C, CO2 C en winst RH. Meting aan de bron. Communiceert draadloos

compleet gamma ZR roosters.

draadloos via Z-wave protocol. Keuze uit

0,06 via Z-wave protocol. Keuze uit compleet gamma winst

compleet gamma ZR roosters.

elektronische toevoerroosters.

e C

0,19

winst

e C

0,07

e

0,21

winst

We inspire at www.duco.eu info@duco.eu - Handelsstraat 19 - 8630 Veurne - Belgium - tel +32 58 33 00 33 - fax +32 58 33 00 44

C

e

0,26 Cwinst

C

C

FIX

T

system

NATURAL COMFORT INSIDE

New !

omfor

system

ronic

system

C

lassic

system


rt

m

m

c

m

oktober 2010

INHOUD 10

15

Interview

Utiliteitsbouw

Radicale dienstbaarheid

Duurzaam tussen duin en zee

Connectiviteit, daglicht, energie­ zuinigheid en duurzame inno­ vatie. Dat zijn de belangrijkste uitgangspunten in de ontwerpen van architect Paul de Ruiter. De visie van Paul de Ruiter op duur­ zame en gezonde utiliteitsbouw.

De Westlandse Zoom is het stuk­ je Randstad achter Noordzee­ duinen, tussen Rotterdam en Den Haag, waar de komende vijftien jaar 2.400 luxe wonin­ gen gerealiseerd gaan worden. Met de bouw van het project­ bureaukantoor in Monster werd een duurzame toon gezet.

22

Gezondheid

Het actiefhuis: de gebruiker voorop Zo helder als het onderscheid is tussen actieve en passieve zonne-energie (wel, respectie­ velijk geen gebruikmaken van apparaten), zo onduidelijk is dat bij actief- en passiefhuizen. Wel is duidelijk dat het begrip actiefhuis velen aan het denken zet en dat er leuke initiatieven ontstaan.

glasaftrek

80

is prachtig

Brandwerend

79

min.

38

Wijken

Nieuwe kansen voor bedrijventerreinen Veel bedrijventerreinen kampen met leegstaand en verloedering. Slim en flexibel hergebruik en functieverandering van bestaande bedrijventerreinen kan, juist tij­ dens de economische crisis, bijdra­ gen aan een duurzame ontwikke­ ling van de stad en de economie.

En verder… Editoriaal 5 Colofon 5 Marktberichten 6 Opinie: Column Chris Zijdeveld 21 Duurzame installaties 26 Moderne leembouw 28 Opinie: Visie van WillemsenU 31 Uitdaging kantorenmarkt 33 Gemeente Haarlem 36 Duurzaam interieur 46 Bouw & Woonwijzer 48 Agenda 50

42 32 Wat is de CO footprint

Energie vs materialen Met een dunnere isolatieplaat met meer isolerend 2 vermogen van woningbouw? per dikte kan dunner gebouwd worden, in bestaangrootwaardoor zijn de invloed Hoe de gebouwen goede van materialen een en het ener­ detailleringop gewaarborgd gieconcept de totale COblijft. 2

footprint van een woning? Een onderzoek geeft nu antwoord op deze vraag. Belangrijke conclusie: het energieconcept is bepalend voor de CO2 footprint van een woning.

Cover: Transport (Interview Paul de Ruijter pag 10) Foto: Pieter Kers

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

3



Apparaat Wat een schrik toen laatst de aardlekschakelaar

knopje indrukt. Dat werkt inderdaad zo, alleen is

bij het openen van de vaatwasser de stroom-

dit mechanisme ingegoten in een ingewikkelde

voorziening stopte. Bij dit soort apparaten laat

gevormd stuk plastic waar - toevallig - ook de

mijn kennis niet toe veel verder te gaan dan het

printplaat in zit. Repareren = nieuwe printplaat

uitvoeren van wat voor de hand liggende tests.

à € 186,-. Dat staat in schril contrast met

Klep dicht: de spanning kan weer op het net.

ons theelepetje-met-stompe-achterkant-om-het-

Klep open: wederom een negatief bericht van de

beschermende-rubber-niet-te-beschadigen, dat

aardlekschakelaar. Daar was duidelijk hulp van

ons al geruime tijd trouwe diensten bewijst. De

buitenaf gewenst.

afweging wel/niet repareren was snel gemaakt.

Met gemengde gevoelens liet ik de monteur

Lastiger wordt de afweging wanneer het

binnen (meestal eindigen dit soort bezoekjes met

apparaat helemaal niet meer functioneert zonder

de boodschap dat de printplaat vervangen moet

vervanging van de ‘heilige’ printplaat. Investeer

worden). Nieuwsgierig wierp ik een blik op het

je in een vijf jaar oud apparaat of schaf je voor

goed gevulde binnenwerk van de machine, waar

vrijwel hetzelfde bedrag een nieuwe aan?

de bundels draden, klepjes, pieletjes en palletjes

Ondertussen hadden we ruim de tijd om te

elkaar probeerden de loef af te steken. Ook

praten. De monteur over zijn angst om overbo-

lagen plukken vet op plaatsen waar je nooit bij

dig te worden door de afnemende demontabili-

kunt (zoals ook in wasdrogers onbereikbare plek-

teit van apparaten met hun veel te dure printpla-

ken zijn waar pluiskoek zich ophoopt). De mon-

ten. Ik over mijn verbazing dat Cradle-to-Cradle

teur vond geen duidelijk mankement, behalve

kennelijk totaal geen item is in deze. Je zou toch

dat de plastic beschermhuls van een bundeltje

zeggen dat dit een inkopper is voor de appara-

draden was gebroken. Nieuwe huls besteld à €

tenindustrie. Monteurs blij, gebruikers blij, milieu

8,95, bundel afgetapet; dat viel mee.

blij en de producent een reden om trots te zijn

Bij de teststart merkte de monteur dat het

op zijn bedrijf.

indrukken van het in rubber waterdicht verpakte aan/uitknopje niet werkte. Ook dit deel maar even opengemaakt. Je zou zeggen dat zo’n knopje iets mechanisch is, een stiftje wat je indrukt om een schakelaar te bedienen en wat weer terugveert op het moment dat je een ander Anne Ubbels, hoofdredacteur­

Een uitgave van Uitgeverij van Westering bv Jaargang 24, nr 3–2010 Hoofdredactie Ir Anne Ubbels

COLOFON Gezond Bouwen & Wonen is een tijdschrift voor mensen die streven naar een gezonde woon- en werkomgeving, in combinatie met respect voor natuur en milieu. Gezond Bouwen & Wonen verschijnt vier maal per jaar.

Eindredactie

Elzemarie Karsdorp

Redactieadviesraad:

Wim Berns (Senter Novem), Theo van Es (Gemeente Apeldoorn), Erik Franken (Stichting Passief Huis), Willem Grotenbreg (VIBA), Niels Ruyter (Bouwend Nederland), Martine Straver (Nefit), Truus Sweringa (Oost Flevoland Woondiensten), André Thomsen (OTB), Harm Valk (Adviesbureau Nieman) en Mieke Weterings (Gemeente Den Haag).

Aan dit nummer werkten mee

Merel Bijl, Phlip Boswinkel, Ivar Dijk, Jean Frantzen, Clairette Gitz, Gwen Maclaine Pont, Michaël Meijer, Sandra Pérez Raatgerink, Charles Thuijls, Annemarie Weersink, Frank Willems en Chris Zijdeveld

Uitgever

Bart van Ommeren

Directie

Jaap van Westering

Vormgeving en Lithografie Vilarrica bv, Baarn

Advertenties

Uitgeverij van Westering bv Mike van Bork T: 035-5423281 / F: 035-5424119 E: sales@gezondbouwenenwonen.nl

Redactie-adres

Uitgeverij van Westering bv Postbus 16, 3740 AA Baarn T: 035-5423281 F: 035-5424119 E: redactie@gezondbouwenenwonen.nl I: www.gezondbouwenenwonen.nl

Druk

Drukkerij van Amerongen, Amersfoort

Abonnementen

Abonnementenadministratie GB&W Postbus 16, 3740 AA Baarn T: 035-5423281 / F: 035-5424119 E: abonnementen@gezondbouwenenwonen.nl

Abonnement € 59,50 per jaar, los nummer € 15,-. Het abonnement kan op elk gewenst moment ingaan en wordt automatisch verlengd, tenzij tenminste twee maanden voor het einde van de jaargang schriftelijk bij de uitgever is opgezegd (via www. gezondbouwenenwonen.nl). Viba-leden ontvangen dit tijdschrift uit hoofde van hun lidmaatschap. (Prijzen incl. 6% BTW). Niets uit deze uitgave mag worden gerepro­duceerd door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere methode dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever noch de redactie aanvaardt enige verantwoordelijkheid voor schadelijke gevolgen die kunnen ­ontstaan na gebruikmaking van gegevens uit dit blad.

(115) © 2010 GB&W ISSN 0921-4550 Het binnenwerk van dit tijdschrift is gedrukt op elementair chloor- en zuurvrij papier. GB&W wordt naast de reguliere verspreiding toegezonden aan alle Viba leden. Viba, Vereniging Integrale Bio-Logische Architectuur. Correspondentieadres: De Ronde 4 5683 CZ Best E: bestuur@vibavereniging.nl

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

5


Een tweede leven voor Eco r­ estproducten Rondsnuffelend op beurzen en de Dubo­

vacuüm getrokken (10 in plaats van 90

dag kom je zo nu en dan interessante

millimeter), waardoor veel vervoerskos­

producten tegen. Een overzicht van enkele

ten en -energie worden bespaard. Het

duur­zame producten die zijn gemaakt op

product won de Dubo­Award 2009 en is

basis van restproducten:

in Nederland verkrijgbaar. www.knauf.be.

• Eco-bouwplaten zijn gemaakt van sa­

• Isovlas uit Oisterwijk levert tegen­

mengeperst tarwestro, omkleed met gerecycled papier. Het materiaal heeft

woordig ook vlaswol dakplaten. Het

een sterke en stijve structuur, goede iso­

isolerende, zelfdragende dakelement is

lerende eigenschappen en kan gemak­

speciaal ontwikkeld voor hellende daken

kelijk worden bewerkt. De platen zijn

met een ventilerende dakbedekking

geschikt voor allerlei toepassingen, van

zoals dakpannen. Op een basisplaat van

interieurafwerking tot een compleet

spaanplaat of multiplex worden ribben

huis. www.ekopanely.nl

Metisse

verlijmd, waartussen vlasisolatie wordt aangebracht. Eigenschappen: dampo­

sche en ecologische probleem heeft Le

pen, warmteaccumulerend en tempera­

Relais (Frankrijk) een alternatief gezocht

tuurregulerend. www.isovlas.nl

en gevonden voor kleding die anders verbrand zou worden. Bijzonder is dat dit materiaal vervaardigd wordt door mensen die een achterstand hebben op de arbeidsmarkt. Nu ook verkrijgbaar in Nederland. www.isolatiemetisse.nl • Ecose glaswol is grijs en geurloos en Eco-bouwplaten

prikt veel minder dan de alom bekende

• Metisse is een thermisch en akoestisch

gele variant. Dat komt doordat fabri­

isolatiemateriaal, gemaakt van gere­

kant is overgestapt op een formalde­

cyclede kleding. Door de daling van de

hydevrij bindmiddel in plaats van een

kwaliteit en prijs van textiel, verdwijnen

petrochemisch derivaat. Bovendien

veel kleren in kledingcontainers; een

worden geen kleurstoffen meer toege­

tweede gebruiker vinden ze meestal

past. Vóór transport naar de plaats van

niet. Geconfronteerd met dit economi­

bestemming worden de glaswoldekens

Smaaktest wordt vervolgd In 2007 werd door FARO de ‘Smaaktest voor architectuur’ gelanceerd (www.ar­ chitectuursmaaktest.nl). Drie jaar en 15.000 reacties verder levert een coproduc­ tie van ABC Architectuurcentrum Haarlem en FARO architecten (Lisserbroek/Zut­ phen) een Haarlemse variant op: www.smaaktesthaarlem.nl. Bezoekers van deze site kunnen hier hun persoonlijke waardering geven voor 31 verschillende naoor­ logse woonomgevingen in Haarlem. Het gaat naast de architectuur nadrukkelijk om de openbare ruimte en de inrichting daarvan. Met de peiling wordt op zoek gegaan naar antwoorden op vragen als: Wat wordt - zo op het eerste gezicht als een prettige en wat als een minder prettige leefomgeving ervaren? Krijgen groene woonomgevingen een hoog cijfer of juist die waar parkeerplaatsen zijn? Is er een verschil in hoe ‘professionals’ oordelen en wat ‘leken’ vinden? De pei­ ling zal minimaal vier maanden online zijn en maakt deel uit van een project dat vanaf oktober 2010 tot en met het voorjaar van 2011 wordt uitgevoerd.

6

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

Isovlas


Proficiat! Oprichter GB&W 75 jaar

markt berichten

NIBE opent nieuw kantoor op ongekende hoogten

Peter Schmid, oprichter van Gezond

kelingen enerzijds en de ambitie om

Bouwen & Wonen, heeft in goede ge­

internationaal aan de weg timmeren

zondheid zijn 75e verjaardag gevierd

anderzijds. Dat staat de ontwikkeling

met een aangeklede maaltijd met

op het gebied van bio-logisch bouwen,

VIBA-leden en een exclusief interview.

zoals bij onze buurlanden wél gebeurt,

Zijn antwoord op de slotvraag biedt

in de weg. Om de visie van VIBA uit te

stof tot actie: “In Nederland is er een

dragen is een combinatie van ellebo­

contradictie tussen de bescheidenheid

genwerk én sterke managers met een

van de koplopers van duurzame ontwik­

groen hart nodig.”

Slim glas

De 110 jaar oude watertoren met nieuwbouw en het fenomenale uit­ zicht vanaf de werkplek (inzet).

Ramen als verwarming? Glas Consult – IQ Glas uit Noorbeek levert elektrisch

NIBE heeft onlangs haar

verwarmd IQ-glas: gecoat dubbel veiligheidsglas, met thermisch en elektrisch

20-jarig bestaan gevierd met

geïsoleerde afstandshouders. Het glas werkt als een stralingspaneel; bij lagere bin­

de opening van de Bussumse

nenluchttemperaturen is het al comfortabel. Bovendien zijn geen radiatoren meer

watertoren, een gebouw met

nodig. Condensatie en koudeval zijn niet aan de orde, waardoor het glas zeer

het predicaat ‘meest duur­

geschikt is voor bijvoorbeeld serres, badkamers en zwembaden. IQ-glas kan aan-

zame kantoor van Nederland’ en een Milieu

of uitgezet worden en werkt direct. Ug = 0,835 W/m2.K (bij ‘uit‘) en Ug = 0,15 W/

Index Gebouw (MIG) van 1028. De 110 jaar oude

m2.K (bij ‘aan’). Naar verwachting gaat de bouw van een glazen gondel dit jaar van

watertoren is gerenoveerd en heeft er een stuk

start, waarbij IQ-glas met transparante zonnepanelen wordt gecombineerd.

nieuwbouw bij gekregen. Het gebouw voorziet (meer dan) volledig in haar eigen energiebe­ hoefte door middel van zonnecellen, een wind­

en ander licht E op het gloeilampenverbod

molen, warmte- en koudeopslag in de bodem (in combinatie met betonkern activering) en een warmtekrachtcentrale die gevoed wordt door gebruikt frituurvet (een mooie bestemming voor een restproduct dat sinds kort niet meer

Een groep verontruste verlich­

ons welbevinden. Deze bepalende

gebruikt mag worden bij de productie van vee­

tingsspecialisten heeft de

factor wordt door lichtontwerpers

voer). Om de brandstofvoorziening voor de WKK

Stichting Licht is Leven

meegenomen, maar er wordt geen

veilig te stellen, zijn afspraken gemaakt met de

rekening mee gehouden bij het

leverancier. Er is geen aansluiting op het riool;

lichtisleven.nl). De

gloeilampenverbod. Het verbod

afvalwater wordt op eigen terrein gezuiverd

stichting wil onaf­

beperkt de keuzevrijheid voor de

met behulp van een helofytenfilter op het dak

hankelijke informa­

consument en bovendien kleven al­

van de nieuwbouw. Er is efficiënt met materialen

tie over lichtkwaliteit

lerlei nadelen aan de alternatieven

omgegaan: slanke constructies, zo veel mogelijk

voor gloeilampen. Nadelen voor het

prefab onderdelen en waar mogelijk constructies

Eén van issues waar de

milieu, de gezondheid en de kwali­

die tevens als afwerking dienen. Het gebouw

stichting zich op richt, is het

teit van licht. De stichting stelt voor

biedt huisvesting aan verschillende bedrijven.

gloeilampenverbod.

om het verbod onmiddellijk op te

NIBE bevindt zich in de kop van de toren.

Daglicht (of het ontbreken daar­

heffen en een gewogen milieuhef­

van) is van zeer grote invloed op

fing voor lampen in te stellen.

opgericht (www.

en lichtbeleving geven.

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

7


DGMR. Meer dan werken alleen. Kijk voor vacatures of stages op www.dgmr.nl

In de wereld van duurzaam en energiezuinig bouwen, adviseert en ondersteunt Invent opdrachtgevers bij het uitvoeren van nieuwbouw- en renovatieprojecten op het gebied van energie efficiënt ontwerpen waarbij duurzame energiesystemen en bouwproducten veelvuldig worden toegepast. De belangrijkste opdrachtgevers zijn woningbouwcorporaties, gemeenten, projectontwikkelaars, ondernemers en particulieren. Invent onderscheidt zich in: Installatie-advies Energielabeling en maatwerkadvies van gebouwen Duurzaam Bouwen Planontwikkeling Postbus 33

DGMR heeft vestigingen in Arnhem, Den Haag, Drachten en Sittard.

9410 AA Beilen Tel. (0593) 54 10 45 www.invent.nl

bureau voor hedendaagse architectuur

Het is onze ambitie bijzondere gebouwen te maken. Mét en vóór bijzondere mensen. U staat daarbij centraal.

info@willemsenu.nl

www.willemsenu.nl

040 246 69 92


markt berichten

HAN kiest voor energieneutrale fietsenstalling Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) is

De wijze van schakelen en

beheerder van 34 gebouwen die zij zo duur-

of regelen van de verlichting

zaam mogelijk willen bouwen en beheren.

kan een positieve invloed

Ook bij kleinere bouwopgaven streeft HAN

hebben op energieverbruik,

naar een hoog ambitieniveau. Een voorbeeld

comfort en veiligheid. De

van een klein en slim project is de fietsenstal-

fietsenstallingverlichting is

ling van het HAN gebouw. Een duurzame

voorzien van twee schemer­

fietsenstalling kon worden gerealiseerd in

schakelaars die reageren op

samenwerking met de bedrijven Unica, Ata-

de hoeveelheid daglicht. Een

ma Solar Energy en Led Supply Europe.

deel van de verlichting wordt ingeschakeld bij schemering en het geheel wordt aange­

Fietsenstallingen staan bekend als wat onpret­ tige ruimtes, zeker ’s avonds. Het pakket van ei­

Led

sen voor de fietsenstalling was helder: energie­

Naast duurzame opwekking is een lager gebruik

de duisternis in de avonduren. ‘s Nachts wordt

neutraal, veilig en hufterproof. Omdat het HAN

van energie altijd te prefereren. Vandaar de

de verlichting geheel uitgeschakeld. De energie

gebouw ook ’s avonds is geopend, moet de stal­

keuze voor Led. Volgens Nico Robbertsen van

die overdag wordt opgewekt door de PV-cellen

ling continu verlicht worden. Voor een gebouw­

Led Supply Europe verbruikt Led circa dertig

wordt afgegeven aan het elektriciteitsnet van

beheerder met een duurzame visie is zo’n baken

procent van de energie die door gewone TL

de HAN. De Led-verlichting onttrekt zijn ener­

van licht die de gehele nacht brandt geen goed

worden gebruikt. Het licht in de stalling is heel

gie, over het algemeen op een ander tijdstip,

uithangbord. De oplossing werd gevonden in

helder en toch verbruikt het weinig energie

uit het zelfde elektriciteitsnet. Er is een balans

energie opwekking via zonnepanelen. Klaas Ga­

waardoor er niet zoveel zonnepanelen op het

tussen het verbruik van de Led-verlichting en de

lama van Atama Solar Energy vertelt dat er bij

dak geplaatst hoefden te worden. “Led verlich­

opwekking door de PV-cellen.

dit complex door gebruik te maken van diverse

ting heeft een beetje een imago probleem, het

regelingen, subsidie en fiscale regelingen een

wordt geassocieerd met fel en onaangenaam

“Dit soort toepassingen gaan we steeds meer

terugverdientijd is te realiseren vanaf zes jaar,

licht. Inmiddels kunnen bijna alle leveranciers

implementeren”, zegt Rene van der Hout, As­

terwijl de zonnepanelen een productgarantie

van LED-verlichting lampen leveren met een

sistent Projectleider van Unica Installatiegroep.

van vijf tot tien jaar en een opbrengstgarantie

lichtsterkte variërend van 7000 Kelvin tot 2700

“De nieuwe ontwikkelingen in LED-verlichting

van tachtig procent voor 25 jaar hebben.

Kelvin (heel wit tot heel warm).”

en zonne-energie volgen wij op de voet.

Nieuwe energienorm rammelt

schakeld bij het intreden van

School kweekt groenten op het dak

De nieuwe energienorm NEN 7120

Leerlingen van het Voortgezet Speciaal Onderwijs voor Zeer

die op Prinsjesdag vol trots gepre­

Moeilijk Lerende Kinderen in Rosmalen kunnen voortaan op

senteerd werd aan een volle zaal re­

een zeer prettige manier letterlijk ‘het dak op’. Op het dak

kenaars en beleidsmakers, blijkt nog

van het splinternieuwe schoolgebouw kunnen zij namelijk

niet voldoende kwaliteit te hebben.

hun eigen groenten kweken in een kas en een echte tuin.

De norm moet in eerste instantie

Vanwege de beperkte ruimte die de school tot haar beschik­

NEN 5128 (woningen) en NEN 2916

king heeft, werd besloten om het tuinbouwgedeelte op het

(utiliteitsbouw) gaan vervangen en

dak te plaatsen. Een logische oplossing volgens architect

later ook de normen voor de bepa­

Maarten Hulsenboom. “Kas­

ling ven het energielabel voor be­

sentuinbouw is hiervoor in feite

staande woningen en utiliteitsbouw

prima geschikt. Tuinders maken

(ISSO 82, resp. 75). Wanneer de norm

tegenwoordig nog maar zelden

gereed is, is nog niet bekend. Wel is

gebruik van de volle grond; zij te­

de aanscherping van de energiepres­

len meestal in kweekbakken. Voor

tatie voor nieuwbouwwoningen per

de daktuin geldt dat we de instal­

1 januari 2011 van kracht (EPC<0.6).

latietechniek dusdanig moeten

Deze kan dus voorlopig met de

inrichten dat het water op het dak

‘oude’ NEN 5128 worden berekend.

niet als hemelwater wordt afge­ voerd. Het is immers vervuild met meststoffen en dergelijke.”

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

9


Duurzame architectuur volgens Paul de Ruiter

Radicale dienstbaarheid Clairette Gitz

Connectiviteit, daglicht, energiezuinigheid en duurzame innovatie. Dat zijn de belangrijkste uitgangspunten in de ontwerpen van architect Paul de Ruiter. Gezond Bouwen & Wonen sprak met hem over zijn ideeën en ontwerpen. De visie van Paul de Ruiter op duurzame en gezonde utiliteitsbouw.

Foto’s Pieter Kers

Voor de renovatie was architectenbureau Paul de Ruiter een staalwerkplaats

Architecten­bureau Paul de Ruiter na de renovatie

10

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010


interview

Architectenbureau Paul de Ruiter na de renovatie

Doorsnede van het kantoor met aquifer

V

erdiepinghoge glasvlakken met aluminium zonneluifels kenmerken de

gebouw voldoet aan de hoge duurzaamheidseisen van breeam.nl. Paul de

voorgevel van het architectenbureau Paul de Ruiter bv in Amsterdam.

Ruiter licht toe: “Certificering maakt energiezuinigheid en duurzaamheid

Het verzamelgebouw van creatieve bedrijven, waarin het bureau geves-

aantoonbaar, maar bepaalt daarmee ook in hoge mate de materiaalkeuze.

tigd is, ligt aan een laan met hoge bomen en uitzicht op het water van

De ene kanaalplaat is bijvoorbeeld de andere niet, het kan soms wel 25

de Schinkel. Oorspronkelijk was het een staalwerkplaats, maar deze is

procent schelen in materiaalgebruik en dus ook in onder meer kosten en

onlangs gerenoveerd door het architectenbureau volgens haar eigen duur-

CO2 uitstoot.” Hij voegt eraan toe: “Werkte het enige jaren geleden nog

zaamheidsprincipes en fascinaties. Op de begane grond zijn de vergader-

tegen je dat je duurzaamheid hoog in je vaandel droeg, op dit moment

ruimten, van waaruit even een blik wordt geworpen op de bezoeker, die,

ontwikkelt de vastgoedmarkt alleen nog maar duurzaam en is bij overhe-

getrokken door het licht uit het atrium, net de pas inhoudt bij de zwarte

den duurzame inkoop verplicht. De keerzijde is dat de leegstaande kanto-

buizen van de installatie direct achter de entreedeur. In een notendop zijn

ren niet meer voldoen. De bestaande verouderde voorraad verduurzamen

de belangrijkste uitgangspunten hier tentoongesteld: connectiviteit, dag-

is een van de belangrijkste ontwerpopgaves op dit moment “

licht, energiezuinigheid en duurzame innovatie.

Living Daylight Het gebouw als energiebron

Living Daylight doet misschien denken aan een titel van een Bond-film

Architect Paul de Ruiter interpreteert duurzaamheid aanvankelijk als ener-

(The Living Daylights), maar het is ook de naam van een stichting, waarvan

giezuinigheid. Hij startte in 1992 een promotieonderzoek aan de TU-Delft,

Paul de Ruiter voorzitter is. De stichting stimuleert de bewustwording van

The Chameleon Skin, waarbij een gebouw van energieconsument veran-

daglicht in de architectuur en doet onderzoek naar de invloed hiervan op

dert in energieproducent. Het is een zoektocht naar de intelligente ‘buil-

de gezondheid van mensen,

ding envelop’: dak, gevel, bodem.

Daglicht is een terugkerend thema in de ontwerpen van Paul de Ruiter

In 1997 ontwikkelt hij in samenwerking met prof. ir. Pierre Leijendeckers

en een belangrijk ingrediënt van zijn architectuur, zoals bij het ontwerp

van de TU-Eindhoven voor het gebouw Simon Stevin 2 in Arnhem een

voor een parkeergarage, de Veranda. Hierover zegt Paul de Ruiter: “Voor

innovatief klimaatdak. Bij het ontwerp van daaropvolgende utiliteitsgebouwen, zoals bij het kantoor voor Rijkswaterstaat in Middelburg uit 2004, worden alle bestaande technieken voor energiebesparing uitgeprobeerd.

LEED en BREEAM

Maar ook in zijn eigen kantoor is energiebesparing toegepast bij koeling en

LEED is een hulpmiddel voor het bepalen van de milieuvriendelijkheid van gebouwen, ontwikkeld door het Leadership in Energy and Environment Design. Bij een LEED-scan worden verschillende milieuaspecten beoordeeld tijdens ontwerp-, bouw- en exploitatiefase van een gebouw. Elk aspect heeft één of meer eisen en daarnaast kunnen zogenaamde ‘credits’ worden vergaard op onderdelen. Het totaal aantal credits bepaalt de LEEDprestatie, uitgedrukt in certified (standaard), silver, gold of platinum (groen, innovatief). BREEAM-NL is een beoordelingsmethode om de duurzaamheidprestatie van gebouwen te bepalen. De methode omvat verschillende keurmerken, voor BREEAM-NL Nieuwbouw, BREEAM-NL Bestaande Bouw en Gebruik en Keurmerk Duurzame Gebiedsontwikkeling. De beoordelingsmethode maakt gebruik van kwalitatieve weging. Als totaalscore krijgt een nieuw gebouw of gebied een van de volgende waarderingen: Pass, Good, Very Good, Excellent of Outstanding (1 tot 5 sterren). Voor bestaande bouw (waaronder monumenten) bestaat onder Pass een extra waardering: Acceptable.

verwarming door middel van de vloerverwarming, die is gekoppeld aan de warmte/koude opslag in de bodem. (Zie illustratie ‘Doorsnede met aquifer’)

Verantwoording Dit jaar is het gebouw TransPort, een nieuw hoofdkantoor voor transavia. com en Martinair opgeleverd. Samen met de opdrachtgever Schiphol Real Estate heeft architectenbureau Paul de Ruiter de Leed-Platinum certificering hiervoor verworven, een certificering van ontwerp tot en met gebruik. Naast andere energie-efficiënte technieken ligt op het dak van de hoogbouw zo’n 1.100 vierkante meter aan zonnepanelen. Een gras-sedum dak vormt extra isolatie tegen opwarming op het laagbouw gedeelte. Het

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

11


Foto’s Pieter Kers

Zuidgevel TransPort

12

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

DakpleinTransPort

Aanzicht TransPort


interview

het parkeren bestaan allerlei regels, maar voor mensen nauwelijks. Bij een prettige parkeergarage voor de gebruiker draait het om comfort en contact met de buitenwereld. Daglicht is een belangrijke component om mensen zich behaaglijk te laten voelen. Dat resulteerde in een gevel met geperforeerde aluminium beplating met voldoende transparantie en een atrium.” Gecontroleerd daglicht bepaalt mede de architectuur van zijn oeuvre. Dit is goed zichtbaar in zijn eigen kantoor. De beweegbare luiken in de glazen gevel zijn door henzelf ontwikkeld. Overdag als ze naar boven zijn gevouwen, werken ze als zonwering en ‘s avonds in gesloten vorm als anti-inbraak. Er is bijna altijd voldoende daglicht en het is een sport op het kantoor om het aandoen van het kunstlicht zo lang mogelijk uit te stellen. Het is aangetoond, dat daglicht goed is voor de gezondheid en de productiviteit van mensen. Het atrium en de gevel maken natuurlijke ventilatie mogelijk, waardoor er een comfortabel werkklimaat ontstaat. Ook het gebouw TransPort heeft een transparante gevel met aan de zuidzijde lamellen tegen de warmte van het zonlicht, maar met doorzicht en voldoende daglicht. Daglicht komt dieper het gebouw binnen door de vrije hoogte van 3,07 meter omdat betonkern-activering in de vloeren is toegepast, waardoor verlaagde plafonds achterwege blijven. Volumestudies bepaalden de juiste positie van het gebouw voor optimale daglichttoetreding en bezonning. Foto Fotostudio Voorhuis

Connectiviteit Een ander belangrijk aspect volgens Paul de Ruiter is connectiviteit. Hij stelt de vraag: “Hoe kunnen we ruimten ontwerpen of voorwaarden scheppen waardoor mensen met elkaar in contact komen en een verbinding met elkaar aangaan, niet alleen fysiek maar ook mentaal om (kennis) te delen?” Zijn bureau investeert in ‘research & development’ met als doel een intel-

Paul de Ruiter

ligente architectuur, waar de gebruiker centraal staat. Het gaat om het vinden van die extra dimensie, waardoor mensen onderling ‘energie’ uitwisselen door de (gebouwde) omgeving en vise versa.

zoek van bouwmaterialen in. Ontwerpen in hout is niet de enige oplossing

Bij het gebouw TransPort bevinden de werkplekken zich in de hoogbouw.

die duurzaam is. Aluminium is recyclebaar en om te smelten tot een ander

Er is een dieptemaat van 16,2 meter gebruikt in plaats van de gebruike-

product, dat kun je van hout niet zeggen.”

lijke 12,6 meter, waardoor er een overmaat ontstaat, die een variatie aan

Architectenbureau Paul de Ruiter doet voordurend aan productontwikkeling

gebruiksplattegronden genereert. Tevens ontstaat de mogelijkheid om op

ten behoeve van de architectuur die zij willen bereiken, zoals bijvoorbeeld

een flexibele manier voor verschillende gebruikers delen van het gebouw te

bij de Veranda-garage en de ‘vouwgevel’. Ook onderzoeken ze verschil-

huren. In de laagbouw zijn het restaurant en de vergaderruimten. Ertussen

lende gebouwconcepten zoals de ‘Autarc’, een autarkisch drijvend kantoor,

ligt een dakplein, de informele ontmoetingsplek, die de connectiviteit

en de ‘Zuidkas’, een opdracht van de Rijksgebouwendienst voor een denk-

bevordert. De jongere generatie ontmoet veel informeler dan alleen in

beeldig kantoorgebouw met een zo hoog mogelijke milieuprestatie.

vergaderruimten. “The best way to predict the future is to create it yourself”, staat bij het

RADICALE DIENSTBAARHEID

voorwoord van het onlangs uitgegeven bureau-presentatie-boek van

De wereld moet beter worden ingericht. Daarvoor zijn interessante inzich-

Architectenbureau Paul de Ruiter. Innovatieve architectuur is daarop het

ten niet genoeg. Echte verbetering ontstaat door radicaal in te gaan op de

antwoord met als doel een duurzame samenleving. Paul de Ruiter voegt er

werkelijke behoeften van eindgebruikers, opdrachtgevers en hun omge-

aan toe: “Monocultuur moet verdwijnen uit de stad en deze moet robuus-

ving. Alleen zo ontstaat de verplichting om daadwerkelijk bezig te gaan

ter worden, wat inhoudt dat een stad zichzelf weer kan vernieuwen. Als

met innovatieve oplossingen die werken en daarmee van invloed zijn op de

iedereen weer in de buurt van het werk kan wonen, lost dat verschillende

toekomstige wereld.

problemen op, waarmee de stad worstelt. Er ontstaat meer uitwisseling in de stad door functiemenging. De uren die mensen in de files staan kunnen

Architectuur en toekomst

beter gebruikt worden voor bijvoorbeeld sociale contacten, het verfraaien

“Tot voor kort hebben veel ‘duurzaam-bouwen’ architecten nagelaten

van de omgeving of andere zinnige dingen.”

goede architectuur te maken”, stelt Paul de Ruiter. “Het ontwerpen van

De wereld beter maken met inventiviteit en creativiteit met een architec-

innovatieve duurzame architectuur is een proces van constante innovatie en

tuur die radicaal dienstbaar is, dat voelt Paul de Ruiter als zijn verantwoor-

geen vaststaand recept. Dat houdt ook bijvoorbeeld een constant onder-

delijkheid. Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

13


...brengt ideeën tot leven

850.000 ton CO2-reductie per jaar voor onze opdrachtgevers Deerns ontwikkelt duurzame installatieconcepten die staan voor significante energiereducties en vermindering van CO2-uitstoot. Alleen al in 2009 bedroeg de CO2-reductie van onze top-10 projecten ruim 34.000 ton. Een besparing die de komende 25 jaar (gem. technische levensduur) elk jaar terugkomt: dus ruim 850.000 ton minder CO2-uitstoot in totaal. Dit is vergelijkbaar met de jaarlijkse uitstoot van ruim 116.000 Nederlandse huishoudens. Beeld: Openbare Bibliotheek Amsterdam / Annetje van Praag - Sigaar

Deerns is het grootste onafhankelijke ingenieursbureau in Nederland op het gebied van installatietechniek, energie en bouwfysica. Met vestigingen in Nederland, Duitsland, Dubai, Spanje, Frankrijk en de Verenigde Staten is Deerns een toonaangevende internationale speler.

www.deerns.nl/duurzaam

De échte natuurlijke isolatie

Daken, gevels, vloeren, hsb-elementen en passiefhuizen kunnen met PAVATEX houtvezel-isolatieplaten snel én eenvoudig worden geïsoleerd. Ideaal voor nieuwbouw én vooral voor renovaties! De drukvaste én flexibele PAVATEX houtvezel-isolatie biedt, naast bescherming tegen de kou, een unieke bescherming tegen de zomerhitte, heeft een uitstekende geluidsisolatie, is dampdiffusie-open en reguleert de vochtigheidsbalans van de constructie. Aan PAVATEX worden geen vervuilende producten toegevoegd en de platen worden gebonden met het houteigen lignine. Dus PAVATEX is zowel natuurlijk in samenstelling als in kleur! PAVATEX, voor aangenamer en gezonder wonen, het hele jaar door!

thermische isolatie in de winter

bescherming tegen zomerhitte

geluidsisolatie

brandveiligheid

diffusieopen

ecologie/ cradle to cradle

duurzaam bouwen/ swiss made CO² reductie

www.pavatex.nl - Pavatex Benelux b.v. - Telefoon +31 (0)53 433 17 69

Zwitserse houtvezelisolatie Materialen uit de natuur


U-BOuw

Houten kantoorpaviljoen voor projectbureau de Westlandse Zoom

Duurzaam tussen duin en zee Gwen Maclaine Pont

Foto’s Gwen Maclaine Pont

De Westlandse Zoom is het stukje Randstad achter Noordzeeduinen, tussen Rotterdam en Den Haag, waar de komende vijftien jaar 2.400 luxe woningen gerealiseerd gaan worden. Met de bouw van het projectbureaukantoor in Monster werd een duurzame toon gezet.

H

et Westland – sinds 2004 een nieuwe gemeente – staat bekend als

wordt hersteld en uitgebreid en vormt een verbindend watersysteem tus-

‘de glazen stad’, waar natuur ondergeschikt is gemaakt aan econo-

sen nieuwe duinen vlakbij zee en oude polders meer landinwaarts. In de

mische belangen van glastuinbouw. In de natte negentiger jaren kreeg

verschillende woon- en recreatiegebieden is ruimte voor vrije kavels en

het kassengebied te kampen met veel wateroverlast. Er was onvoldoende

projectmatige woningen, zowel appartementen als villa’s.

onbebouwde grond die het regenwater kon opnemen, waardoor het te snel via te smalle sloten werd afgevoerd naar gemalen, die de grote

Tijdelijk verblijf

hoeveelheid niet konden verwerken, met enorme economische schade

Het nieuwe landschap, dat langzaam gestalte begint te krijgen, wordt

tot gevolg.

bekostigd door de toekomstige bewoners. Een informatiecentrum op

Hoogheemraadschap Delfland stelde strengere regels, zoals het terugdrin-

locatie, waar potentiële kopers alvast de sfeer kunnen proeven en het

gen van kassenbouw en meer waterberging. Gelijktijdig was er de groot-

gebied kunnen verkennen, was essentieel. Aan Atelier ZMP Architecten

stedelijke wens om luxe woongebieden te ontwikkelen vlakbij ‘de grote

werd gevraagd een onderkomen te ontwerpen voor 25 werkplekken, een

stad’. Dit resulteerde in een gezamenlijke inspanning om water en groen

expositieruimte, één grote en twee kleinere vergaderzalen en een paar

in harmonie te brengen met wonen. Het oorspronkelijke krekenlandschap

spreekkamers. De duurzaamste oplossing bleek een demontabel prefab Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

15


Foto's Gwen Maclaine Pont

systeem in hout. Zo heeft het gebouw restwaarde voor als het gebied

gebouw ‘een stevig lijf met armen en benen’ te geven. Door de H-vorm zijn

ontwikkeld en het kantoor niet meer nodig is. Als imago werd gekozen

er veel buitengevels, een relatief duur onderdeel. Hier staat tegenover dat

voor een mix van een tijdelijk tentoonstellingsgebouw (zoals herbouwd in

er minder voorzieningen nodig waren om geluidsoverlast tussen de ruimtes

Domburg), een bouwkeet en een strandpaviljoen met luiken. Het semiper-

onderling te voorkomen. Bovendien hebben de half ingesloten beschutte,

manente pand kreeg een relaxt karakter door de keuze voor eenvoudige,

windluwe buitenruimtes een bijzonder nuttige kwaliteit in dit ruige duinkli-

natuurlijke materialen. Deze uitstraling die aantrekkelijk is om in te ver-

maat. Deze ‘gratis extra vierkante meters’ zijn ideale pauzeplekken, al vroeg

blijven – zowel werkend als wonend – past bij de unieke kustlocatie en is

in het voorjaar.

mede bedoeld als tegenhanger van het glas en metaal van de kassen en de standaard kantoorsfeer.

Slagader en ruggengraat Het paviljoen heeft een horizontale opdeling: dragende, geïsoleerde

Hoofdvorm met armen en benen

houtskeletbouw wanden met per wandelement één draaikiepraam met

De H-vormige plattegrond is ontstaan vanuit de wens om openbare func-

schuifluik. Boven een verdikte band is een horizontale glasstrook voor extra

ties (expo-, vergader-, ontmoeting- en pauzeruimtes) aan de voorzijde en

daglicht en visuele verbinding; de ramenstrook bevindt zich ook in de bin-

werkplekken (van ontwerpers, tekenaars en projectbegeleiders) achterin te

nenwanden. Die horizontaliteit koppelt de ruimtes aan elkaar en geeft het

situeren. Er tussenin zijn ondersteunende en verbindende functies (secretari-

gebouw eenheid. De houten band – een verbrede muurplaat – heeft drie

aat, directie, spreekkamers en repro) geplaatst. De drie delen zijn met elkaar

functies: esthetisch, als visuele scheiding tussen de relatief dichte wand

verbonden middels een hoge middengang. De locatie is ruim genoeg om het

eronder en de horizontale ramenstrook daarboven; constructief, als stabiele


U-BOuw

Projectgegevens Locatie

Haagweg 33 D1 Monster, gemeente Westland

Opdrachtgever

ntwikkelingsbedrijf De Westlandse Zoom O (dewestlandsezoom.nl)

Ontwerp

wen Maclaine Pont, Atelier ZMP G Architecten, Den Haag i.s.m. Martien Vogelezang (atelierzmparchitecten.nl)

Constructeur

J an Banga, Ingenieursbureau Boorsma, Drachten (boorsma-consultants.nl)

Aannemer

.A. van Leeuwen Bouwbedrijf, Alphen aan R de Rijn (ravanleeuwen.nl)

HSB-elementen

outskeletbouw Alphen, Alphen aan de H Rijn (ravanleeuwen.nl)

Gelamineerde liggers

GLC Houtconstructies, Duiven (glchoutconstructies.nl)

Vuren gevel­ bekleding

L eegwater Houtbereiding, Heerhugowaard (leegwater.nl) in combinatie met Houtgroep Van Drimmelen (vandrimmelen.nl)

Oregon Pine kozijnen

Klever kozijnen, Alphen aan de Rijn (kleverkozijnen.nl)

WRC-schuifluiken

Limelight, Oudenbosch (limelight.nl)

Bouwperiode

mei 2008 – november 2008

Bouwkosten

€ 1 miljoen

krachtenverdeler van de dakbelasting over de wandlengtes; en als kanaal

een kilometer, dat zich ondergronds naast het paviljoen bevindt. Ook de

voor leidingen en elektra. Het is als het ware een slagader die boven

ventilatie is zo onzichtbaar en eenvoudig mogelijk gehouden. Geen grote

ramen en deuren door het pand heenloopt.

buizen, die binnenwanden doorboren, maar een aan het oog onttrokken

Voor wat betreft de constructie is er vanaf het begin samengewerkt met

decentraal systeem van fluisterstille ventilatoren. Daarnaast is een aantal

Jan Banga van Ingenieursbureau Boorsma; dit had een goede integratie

ontwerptechnische maatregelen ingezet om het binnenklimaat te ver-

van ontwerp en constructie tot gevolg. Er was de ontwerpwens het dak,

aangenamen. Het dak heeft een groot overstek om de warme zomerzon

dat gedragen wordt door vurenhouten gelamineerde liggers, vederlicht te

buiten te houden en de gevelbekleding te beschermen tegen slagregens.

laten ogen door de horizontale glasstroken rondom door te zetten. Om

Alle draaikiepramen zijn voorzien van schuifluiken met Western Red Cedar

te zorgen voor goede overdracht van het gewicht op de muurplaat via

lamellen in een aluminium frame, die met de hand te bedienen zijn. Door

de smalle consoles, werd een houten gaffelconstructie bedacht, die met

een extra pin hebben ze een inbraakvertragende werking. Op afstand

schuine schroeven in de liggers en met draadeinden in de wanden is beves-

tonen de luiken of het paviljoen open of gesloten is. Het hemelwater

tigd, waardoor er een stabiele portaalconstructie ontstond.

loopt van alle kanten in een grindstrook, rondom het gebouw. Een lange

Het paviljoen heeft een okerkleurige vurenhouten open bekleding aan de

daklantaarn voorziet de middengang van daglicht.

buitenkant en een ‘gewhitewashte’ OSB-bekleding aan de binnenzijde. Het OSB werd vanwege kosten en uitstraling verkozen boven gipsplaat.

Herbestemming Na realisering van De Westlandse Zoom kan het paviljoen worden gede-

Black box voor binnenklimaat

monteerd en elders worden opgebouwd. Werknemers en bezoekers zijn

Vanwege eventuele toekomstige demontage is ervoor gekozen geen lei-

echter zo enthousiast over de sfeer ervan, dat het denkbaar is dat het op

dingen in de prefab wanden aan te brengen. De geïsoleerde betonvloer

deze plek zal blijven en zal worden opgenomen in de plannen voor deze

functioneert als een soort black box, waarin zich de vloerverwarming en

kuststrook met als mogelijke herbestemming een ontmoetingsplek voor

vloerkoeling bevinden; de leidingen zijn aangesloten op een warmtewis-

bewoners uit de regio. Dat zou de duurzaamheid nog weer vergroten.

selaar. Er wordt gebruik gemaakt van aardwarmte en aardkoeling middels een gesloten leidingensysteem met een totale lengte van meer dan

Gwen Maclaine Pont was namens Atelier ZMP Architecten verantwoordelijk voor het ontwerp van het projectbureau de Westlandse Zoom.

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

17


Uitdagende zoektocht naar duurzame materialen

C2C leidt tot vernieuwend gebouw Bart van Ommeren

In Wageningen verrijst op dit moment het nieuwe onderkomen van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO). Het gebouw is vernieuwend op het gebied van duurzaamheid, onder meer omdat gebruik wordt gemaakt van natuurlijke en recyclebare materialen volgens het C2C-principe. Gezond Bouwen & Wonen sprak hierover met adviseur Paul van Bergen.

H

et Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO) voert wetenschappelijk

De zoektocht moest dus dichter bij huis worden voortgezet. Een zoektocht

onderzoek uit voor het behoud van ecosystemen en biodiversiteit.

was het ook omdat de lat steeds hoger werd gelegd. Paul van Bergen: “Er

Onder het motto ‘practice what you preach’ wordt in Wageningen op dit

gold een taboe op het gebruik van PVC, kunststof en uitlogende metalen.

moment gebouwd aan een nieuw onderkomen dat bestaat uit kantoren,

Ook kitten, purs en verf waren uit den boze. De betonvloer is bijvoorbeeld

laboratoria en bijgebouwen. Architect Claus en Kaan architecten kreeg

niet afgewerkt met epoxyhars, maar gepolijst: een eenvoudige en arbeids-

de opdracht om zoveel mogelijk via de cradle to cradle filosofie een ‘slim’

intensieve bewerking, die uiteindelijk een strakke en dichte vloer opleverde

gebouw te ontwerpen dat licht, ergonomisch verantwoord, makkelijk qua

met een optimale warmte- en koudeafgifte. Voor de gevels dachten we

oriëntatie en vernieuwend in duurzaamheid is. Eind dit jaar wordt het nieuwe gebouw in gebruik genomen, maar dat betekent niet dat het af is. Het NIOO-gebouw zal namelijk nooit af zijn, omdat in de toekomst ruimte is voor verbetering en experiment. Het gebouw zal zich dus voortdurend aanpassen aan nieuwe inzichten en technologie. De bouwers spreken dan ook van een ‘lerend gebouw’. Naast het gebruik van natuurlijke en recyclebare materialen experimenteert het NIOO met nieuwe energieconcepten, het sluiten van water- en nutriëntenkringlopen en het stimuleren van biodiversiteit op haar terrein en op de daken.

Stellingen over C2C, van Bergen reageert C2C ontketent een nieuwe industriële revolutie waarbij producten opnieuw worden ontworpen. “Nee, onze processen om te komen tot producten moeten opnieuw worden ontworpen. Dan volgen de producten vanzelf wel”. Afval is een ontwerpprobleem “Ja en nee, afval is een ketenprobleem waarvan het ontwerpproces er één is.”

Natuurlijke materialen

C2C verlegt grenzen. “Ja, C2C stimuleert het denkproces maar geeft geen pasklare oplossingen. Dat laatste is de spagaat die momenteel ervaren wordt.”

Bij de bouw van het nieuwe onderkomen van het NIOO wordt zoveel

C2C leidt tot nieuwe samenwerkingsverbanden

mogelijk gebruik gemaakt van natuurlijke materialen. De bewuste keuze

“Ja, C2C leidt tot samenwerkingsverbanden, het hoeven niet per se nieuwe samenwerkingsverbanden te zijn.”

voor duurzame materialen heeft geleid tot toepassing van verduurzaamd zachthout, vlas als isolatiemateriaal en het toevoegen van puingranulaat bij het beton. De focus lag niet alleen op herwinbaar en vernieuwbaar. De opdrachtgever stelde ook eisen aan het energieverbruik en schadelijke emissies tijden de productie. Ook is rekening gehouden met herbruikbaarheid. Het weer kunnen scheiden van de materialen is hierbij een belangrijk criterium. Al met al resulteerden deze eisen in een behoorlijke zoektocht, aldus Paul van Bergen die namens DGMR als adviseur bij het project betrokken is. “Helaas bleken er met name in Duitsland en Amerika gecertificeerde materialen beschikbaar. Je kunt je voorstellen wat voor effect het heeft op de milieubelasting als we deze naar Nederland zouden laten transporteren.”

18

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

C2C is regionaal en lokaal en op participatie gericht. “C2C is gericht op afspraken en garanties, die niet altijd regionaal of lokaal gericht hoeven te zijn.” C2C leidt tot producten die onderdeel zijn van de kringloop in bio- of technosfeer “C2C leidt tot concepten, ontwerpen en systemen en uiteindelijk ook tot producten die onderdeel zijn van een ‘sfeer’.” Er bestaat voor ieder bouwdeel een C2C alternatief? ”Nee, nog niet” C2C oplossingen die nu al gemakkelijk in de reguliere bouw toegepast moeten kunnen worden? “Die beperken zich nog tot de afwerkingsmaterialen (vloerbedekking en dergelijke) en de inrichting (meubels).”


Interview

Foto’s NIOO

ken soms bewijs en garanties van producten terwijl in de utiliteitsbouw onder KOMO-certificering moet worden geleverd. In dit project heeft het ontwerpteam, gestimuleerd door de opdrachtgevers, geprobeerd het zo goed mogelijk te doen en te leren van de ervaringen. In die zin wordt het in eerste instantie aan Siberisch Lariks, maar dat slaat na een paar jaar

NIOO ook wel een lerend of evolutionair gebouw genoemd.”

groen uit en dat vond de architect niet passen in het ontwerp. Uiteindelijk

kozen we voor Plato-hout. Dit is hout uit verantwoorde bossen dat door

Hoe had het bouwproces rustiger kunnen verlopen? Heb je

een verduurzamingproces de eigenschappen heeft van hardhout. Maar het

concrete voorbeelden van eisen met betrekking tot C2C die

was een constante spagaat tussen de ambities, wensen van de architect,

dan opgenomen zouden zijn of anders geformuleerd zouden

mogelijkheden van de bouwer, beschikbaarheid van de materialen, bouw-

zijn?

tijd, garanties, budget.”

“Het ontwerp- en bouwproces hoeft niet rustiger te verlopen. Een gebouw ontwerpen en vervolgens bouwen en gebruiken volgens het kringlopen

Werd die spagaat veroorzaakt doordat de duurzame aspecten

principe moet niet rustig verlopen. De transitie die C2C vraagt, stopt niet

onvoldoende waren opgenomen in het oorspronkelijke pro-

bij het ontwerp. Dat is maar één van de schakels. De totale bouwkolom

gramma van eisen voor NIOO?

moet leren om haar processen volgens de C2C principes in te richten, dan

“Nee, een gebouw dat een voorbeeld moet zijn op het gebied van duur-

pas kan je kringlopen sluiten. Het proces van programma tot gebruik en

zaamheid, daar maken C2C principes deel vanuit. Dat is vanaf de start

exploitatie moet niet leiden tot uitputting en moet gesloten worden, iedere

van het project duidelijk door het NIOO als uitgangspunt geformuleerd.

partij heeft daarin zijn verantwoordelijkheid en moet een passende schakel

Een gezond gebouw en het sluiten van kringlopen heeft in de ontwerp-

zijn. Dat kan je niet regelen in het programma van eisen. Dat moeten we

keuzen altijd een centrale rol gespeeld. Zowel in de afwegingen op het

leren en ervaren. Enige strijd helpt daarbij.”

gebied van materiaalgebruik, materialisatie, detaillering, energiegebruik,

de energieopwekking, het gebruik van duurzame bronnen en de water-

Eén van de uitdagingen bij het gebouw van het NIOO was het

en afvalcyclus. De spagaat heeft vooral te maken met de soms moeizame

vinden van C2C bouwproducten. Een gebouw is in feite een

zoektocht naar een materialisatie en materialen en afwerkingsystemen

samengesteld product. Moet je dit als een optelsom van losse

die een bewezen gesloten kringloop hebben of die kringloop garanderen.

producten zien of kun je C2C ook op een hoger niveau te for-

Het gaat dan niet om de zoektocht naar leveranciers die wel of geen C2C

muleren?

materialen leveren, maar naar bouwmaterialen die passen in die kringloop.

“C2C moet je op een hoger niveau formuleren. C2C is niet het samenstel-

De spagaat is het nog niet op alle niveaus kunnen sluiten van kringlopen

len van een gebouw uit C2C producten! Dan vervallen we in de ‘oude’

door het ontbreken van schakels in de cyclus. Zo wordt er een systeem

valkuil om dingetjes voor te schrijven (ref. Nationale pakketten). C2C is

van betonkernactivering toegepast. We hebben echter nog geen gesloten

het faciliteren van een gezonde werk- en leefomgeving waarbij we geen

kringloop bij het in de toekomst hergebruiken of in elementen uit elkaar

beroep doen op uitputbare grondstoffen of fossiele brandstoffen. C2C is

halen van die vloer met daarin opgenomen kunststof buizen. Ook ontbre-

veel meer een systeembenadering dan een productbenadering.” Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

19


uniek: passieve vloerverwarming Comfortabel Comfortabel energiezuinig energiezuinig gezond gezond betaalbaar betaalbaar

Sinds die man hier was hoeven ze mij niet meer van de bank te jagen.

Mooi schoon, licht, sterk en handig isolatiemateriaal, ook die stevige bodemfolie is een uitkomst.

Thermoskussen

Bodemfolie Telt met Rc=3,8 zeer hoog mee bij het energielabel Het TONZON vloerisolatiesysteem met Thermoskussens heeft zo’n bijzondere werking, dat het kan worden beschouwd als een passieve vorm van vloerverwarming. De Thermoskussens blokkeren het warmteverlies naar onderen vrijwel volledig. De vloer kan daardoor eindelijk de warmtestraling accumuleren die het van het plafond ontvangt en warmt daarmee de lucht onderin de kamer op. De vloer is altijd warmer dan voorheen, ook onder meubels en zelfs langs de randen. Huisstofmijten krijgen daardoor nauwelijks nog een kans waardoor de allergeenconcentratie significant lager wordt. De mandragende folie op de bodem stopt de verdamping van vocht volledig en vormt daarmee een ideale basis voor natuurlijke ventilatie en andere ventilatiesystemen.

TONZON BV I P/b 1375 I 7500 BJ Enschede

I KvK 06044102 I tel. 053-4332391 I www.tonzon.nl


opinie

Column Chris Zijdeveld

Utiliteitsgebouwen, gezondheid en milieu Utiliteitsgebouwen kunnen een uitdaging en een mooie gelegenheid zijn voor duurzaam en/of gezond bouwen. Juist bij utiliteitsgebouwen zijn de mogelijkheden vaak veel groter omdat de afweging van kosten en baten door onverwachte aspecten zwaar beïnvloed kan worden. Waarschijnlijk hebben alle lezers wel eens gelezen over de imposante Robeco kantoortoren in Rotterdam. Deze kantoortoren is over de gehele hoogte bekleed met zwart marmer. Het verhaal gaat dat in de eerste seizoenen na oplevering bleek dat de airconditioning iets werd overbelast omdat de ontwerpers hadden onderschat hoeveel extra warmte het zwarte oppervlak absorbeerde als het door de zon werd beschenen. Ik heb nooit kunnen nagaan of dat verhaal helemaal klopt. Wel heb ik meerdere berekeningen gezien waaruit blijkt dat de prijs van een vierkante meter van dit zwarte marmer hoger ligt dan van een vierkant meter PV panelen. Als het gebouw was bekleed met dergelijke panelen in plaats van met zwart marmer was het zeker zo mooi geweest en had het gratis grote

“Juist utiliteits­ gebouwen bieden grote mogelijk­ heden voor gezond, milieubewust en energie­zuinig bouwen.”

hoeveelheden schone elektriciteit kunnen leveren. Jammer dat niemand daaraan van tevoren heeft gedacht of het eerder had geweten (waarschijnlijk dat laatste). Een gebouw dat groene stroom levert en niet duurder is dan het geplande gebouw, dat was nog eens een belegging geweest. Het nieuwe kantoor van het Algemeen Verbond Volkstuinders Nederland (AVVN), de nationale organisatie van volkstuinders in Utrecht, is gebouwd volgens de principes van passieve toepassing van zonne-energie. Het kantoor profiteert in grote mate van zonlicht voor verlichting en heeft als aanvulling bijzondere energiezuinige verlichting met een spectrum dat het spectrum van zonlicht benadert. Goed voor het zichtcomfort en ook nog goed voor de gezondheid. Het gebouw werd ook nog eens voor een zeer betaalbaar bedrag gebouwd en bestaat bovendien uit milieuvriendelijke bouwmaterialen. Milieu en gezondheid gaan hier hand in hand en het is nog goed voor de portemonnee ook. In Duitsland weten ze het al lang. Een begroeid dak is misschien iets duurder in aanleg, maar de dakbedekking van een begroeid plat dak gaat veel langer mee. Een goed ontworpen begroeid plat dak kan dus over de levensduur zonder hogere kosten worden geëxploiteerd. Doordat het dak vocht vasthoudt dat bij hogere temperaturen verdampt ontstaat een koelingeffect dat positieve invloed kan hebben op het klimaat in de ruimte eronder en ook het microklimaat in de directe omgeving van het gebouw positief kan beïnvloeden. De voordelen voor de waterhuishouding zijn nog groter. Bij regenval stroomt niet al het water als een zondvloed af naar het riool. Deze gelijkmatige afvoer kan bijdragen aan het voorkomen van wateroverlast en zelfs overstromingen. Wat geldt voor de daken geldt ook voor de directe omgeving van het gebouw. Al te vaak worden grote verharde en niet waterdoorlatende oppervlakken aangelegd als parkeerplaatsen of toegangswegen. Heel vaak is het mogelijk een deel van die verharding aan te leggen als verstevigd groen, waarop in noodgevallen kan worden geparkeerd. Niet altijd is de parkeerdruk immers maximaal. De overige parkeerplaatsen en de toegangswegen kunnen daar worden aangelegd in de verschillende soorten water doorlatende verharding die in een grote verscheidenheid verkrijgbaar zijn. De voordelen voor waterhuishouding en microklimaat behoeven geen verdere uitleg meer. Juist utiliteitsgebouwen bieden grote mogelijkheden voor gezond, milieubewust en energiezuinig bouwen. Maar zoals het voorbeeld van de eerder genoemde beleggingsmaatschappij laat zien: al te vaak worden vormgevingaspecten alleen gericht op spectaculaire vormen, het maken van een overweldigende indruk, of in architectentaal: het afgeven van een statement. Het voorbeeld van de volkstuinders laat zien dat een dergelijk statement ook gezond, milieuvriendelijk en energiezuinig kan zijn en zonder meerkosten kan worden afgegeven. Het zou mooi zijn als dit voorbeeld op veel grotere schaal navolging krijgt. Ir. Chris Zijdeveld vervulde en vervult meerdere bestuursfuncties die te maken hebben met milieu, energie­ besparing en duurzaamheid. Hij is directeur van Bureau Duurzame Toekomst (en voorzitter van het Algemeen Verbond Volkstuinders Nederland).

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

21


Foto’s Anne Q. Ubbels

Valhalsgade Culture Centre. De automatisch gestuurde VELUX dag­lichtsystemen, inclusief buitenzonwering, zorgen voor prachtig licht en frisse lucht in het gebouw. Een monitor illustreert het binnenklimaat in het gebouw.

Zo helder als het onderscheid is tussen actieve en passieve zonneenergie (wel, respectievelijk geen gebruikmaken van apparaten), zo onduidelijk is dat bij actief- en passiefhuizen. Wel is duidelijk dat het begrip actiefhuis velen aan het denken zet en dat er leuke initiatieven ontstaan.

22

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010


u-bouw

Energiezuinig, energieopwekkend, comfortabel en interactief

Actiefhuis: de gebruiker voorop Anne Q. Ubbels

H

et begrip ‘Actief Huis’ is niet eenduidig te definiëren. Verschillende marktpartijen tonen initiatieven op dit gebied, elk met hun eigen begripsomschrijving en bijbehorende oplos-

singen (zie ook kaderteksten). Mijn eigen ideeën daarover sluiten het best aan bij de omschrijving van Martin Liebregts en Jelle Persoon: “We moeten bij de discussie over energiegebruik en wonen stoppen het voortdurend over begrippen als EPC, EPG en EPA te hebben. Er zal structureel over de combinatie van energiegebruik en energieopwekking - ook op woningniveau - gedacht moeten worden. Het gaat in eerste instantie om een visie, die gebaseerd is op kennis van het verleden. Voor de woningbouw betekent dit dat gebouwen aangepast moeten kunnen worden aan de eisen van de tijd en dat er ruimte moet zijn om dit te realiseren.”1 In Nederland zijn inmiddels voorbeelden voorhanden. Maar wanneer je de kans krijgt om eens bij de buren te kijken, laat je die natuurlijk niet aan je voorbij gaan. Een reis naar Denemarken toonde toepassingen van het Actief Huis principe bij nieuwbouw en bestaande bouw in utiliteiten woningbouw. De grootste gemene deler: de gebruiker voorop en heel veel daglichttoetreding in de gebouwen. Bovendien wordt zoveel mogelijk natuurlijk geventileerd.

Valhalsgade Culture Centre (renovatie kantoorgebouw) In het voormalige kantoor van Osram in Kopenhagen is momenteel het Valhalsgade Culture Centre gehuisvest. Bij de renovatie van dit gebouw waren ook hier een gezond binnenklimaat en energiebesparing uitgangspunt. Veel architectonische karakteristieken zijn behouden, terwijl het totale energieverbruik met behulp van extra isolatie en daglichtvoorzieningen, zonnecollectoren en een automatische gestuurd natuurlijk ventilatiesysteem ruimschoots is gehalveerd. Het gebouw is verdeeld in verschillende klimaatzones, passend bij het gebruik van de verschillende ruimten. Er is een hybride ventilatiesysteem toegepast. Dat wil zeggen dat hoofdzakelijk natuurlijk wordt geventileerd en alleen waar nodig mechanisch wordt geventileerd. Bijvoorbeeld bij piekperiodes en soms op de begane grond. De natuurlijke ventilatie wordt

Bij de renovatie van de voormalige fabriek van OSRAM is een stukje industrieel erfgoed behouden gebleven. Zo is aan de noordwest zijde extra glas aangebracht aan de binnenzijde, zodat het betonnen raamwerk in de gevel nog steeds zichtbaar is.

automatisch gestuurd en gemonitoord.

Definities Active Building Het concept ‘actieve huizen’ gaat verder waar passiefhuizen ophouden. Niet één stap, maar wel vijf stappen, stelt de Zutphense architect Ton Keijmel onomwonden. Het actief huis is namelijk volledig bedekt met zonnepanelen. Die leveren veel meer elektriciteit dan de woning nodig heeft. Met de opbrengst daarvan kunnen in het gunstigste geval de totale woonlasten worden betaald. Onder de naam Active Building introduceren Keijmel en plaatsgenoot Rolf Coenders van Installatiebedrijf Coenders dit Duitse concept in Nederland. Qumedia WAM juni 2010 ActiefPassief Huis Het vrijstaande ActiefPassief Huis van Schwörer­Haus Lage Landen - genaamd IXXIO - is voorzien van een

breed pakket aan passieve en energiezuinige maatregelen. Zo zijn de buitenwanden en het dak extra goed geïsoleerd en is de gehele buitenschil voorzien van een wind- en luchtdichte laag. Andere energiebesparende maatregelen zijn te vinden in de toepassing van de SchwörerHaus WarmteTerugWin-techniek, een aardwarmtepomp en een zonne-energiesysteem. www.bouwproducten.nl HR-Actiefhuis Seinen Projectontwikkeling kwam begin vorig jaar met een primeur: energieleverende HR-actiefhuizen in de wijk Ossehaar in Coevorden. De bewoners van de drie energieleverende woningen, de zogenoemde HR-actiefhuizen, hebben helemaal geen energielasten meer. De woning wekt zoveel energie op, dat

zelfs het energieverbruik voor verlichting en huishoudelijke apparaten hiermee kan worden afgedekt. www.duurzaamgebouwd.nl Actief Huis Bouwbedrijf VDM houdt zich bezig met de bouw van het zogenaamde ‘Actief Huis’. Een andere benaming voor dit type woning is ‘energieneutrale woning’ of ‘energie-nul-woning’. Het Actief Huis is een woning zonder schadelijke gassen en met een lagere energierekening. Door middel van warmtepompen, zonneboilers en zonnepanelen voorziet de woning namelijk in haar eigen energiebehoefte. De toepassing van aardwarmte, gekoppeld aan vloerverwarming en vloerkoeling, geeft het hele jaar door veel wooncomfort. www.vdm.nl

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

23


2 1 3

Green Lighthouse, een CO2-neutraal kantoorgebouw, onderdeel van de universiteit van Kopen­ hagen. Elke student komt een aantal keer tijdens de studie in dit (voorbeeld)gebouw. (3) De steeds variërende lichtinval via het dak zorgt voor een speels effect in het atrium. (1) Hoge ramen voorzien de werkruimten van daglicht. De automatische zonwering voorkomt oververhitting. (2)

Model Home 2020 Model Home 2020 is een experiment gestart door de Velux Groep als onderdeel van hun strategie om actief deel te nemen aan de ontwikkeling van duurzame gebouwen voor de toekomst. Het is hun visie op hoe toekomstige gebouwen zowel klimaatneutrale, comfortabele als aantrekkelijke plaatsen kunnen zijn om te leven met voldoende daglicht en frisse lucht. Het project is volledig in overeenstemming met de volgende generatie van ontwerpprincipes aangeduid als ‘Active House’. Het doel is om een balans tussen energie-efficiëntie en een optimaal binnenklimaat te bereiken met een gebouw dat zich dynamisch aanpast aan zijn omgeving en toch klimaatneutraal is. Velux Nederland B.V.

Green Lighthouse (nieuwbouw kantoor) Green Lighthouse in Kopenhagen is één van de twee gerealiseerde Model Home 2020 projecten (zie kader). Het is een CO2-neutraal kantoorgebouw. Dat wil zeggen dat het grotendeels in haar eigen energiebehoefte voorziet en stadsverwarming benut. Het energieverbruik wordt gemonitoord. Het gebouw is efficiënt vormgegeven (rond) en voorzien van dikke isolatie en triple glas. De zon zorgt voor voldoende daglicht overal in het gebouw en voor de opwekking van elektriciteit en warmte. Daarnaast wordt seizoensopslag in combinatie met warmtepompen toegepast. Er wordt natuurlijk geventileerd; alleen bij extreem koud weer wordt mechanisch ingeblazen (uiteraard met warmteterugwinning).

Hyldespjældet (renovatie woning) In Albertslund, vijftien kilometer ten westen van Kopenhagen, ligt de groene en bij bewoners geliefde wijk Hyldespjældet met circa 390 sociale huurwoningen. In de jaren tachtig was dit een probleemwijk. Vanaf 1988 is de wijk op initiatief van de bewoners omgewerkt tot ecologische woonwijk. Inmiddels is één pilot woning CO2 neutraal gerenoveerd. Er is gekeken naar de soci-

Ervaringen modelwoning Home for Life De familie Simonsen woont in één van de zes experimenten in het kader van Model Home 2020. Een jaar lang testen zij Home for Life, om te onderzoeken hoe huizen van de toekomst zouden kunnen functioneren. Hun huis is een Active House dat niet alleen bespaart op energie en elektriciteit, maar ook duurzame energie produceert, een comfortabel binnenklimaat heeft, er aantrekkelijk uitziet en de beste interactie met haar omgeving heeft. Het leven van de familie Simonsen wordt op de voet gevolgd door antropologen en ingenieurs om zo nieuwe inzichten te krijgen over hoe kwalitatieve bouwproducten, nieuwe technologieën en de behoeften van gezinnen in het dagelijks leven geharmoniseerd kunnen worden. Na het eerste half jaar zijn de belangrijkste lessen die uit Home for Life kunnen worden getrokken: •Bewoners willen controle behouden. Een woning moet zich aanpassen aan de behoeften van de bewoners en niet andersom. De bewoners over-

24

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

rulen de automatische besturing, openen ramen en sluiten de zon buiten door de raamdecoratie naar beneden te doen om te voorkomen dat voorbijgangers naar binnen kijken. Dit verhindert echter ook dat zonnestralen naar binnenkomen, waardoor ze minder gebruik maken van de passieve zonnewarmte. De menselijke factor heeft aangetoond van doorslaggevend belang te zijn. •Het kost tijd om systemen af te stellen. Tijdens de eerste periode bleek dat het tijd kost om technologieën te verfijnen om zo een optimaal binnenklimaat te creëren, gebruik te maken van zonne-energie en aan de behoeften van het gezin te voldoen. •Het energieverbruik voor verwarming is hoger dan verwacht. Dit is deels te wijten aan het afstellen van de technische systemen van het huis en deels aan de menselijke factor. Vooral tijdens de wintermaanden heeft het verwarmen van de ruimtes voor uitdagingen gezorgd. Een voorbeeld is de vooraf ingestelde nachttemperatuur, die 3°C verhoogd werd toen het gezin er een dochter bij kreeg, wat

een enorme impact had op het energieverbruik. •Daglicht, binnenklimaat en een goed uitzicht zijn bonus. Home for Life laat grote hoeveelheden daglicht binnen. Dit is gratis energie wat het mogelijk maakt te besparen op verwarming en wat ertoe heeft geleid dat het gezin geen elektrisch licht gebruikt tijdens de daglichturen. •Bewoners ervaren hoeveelheid daglicht als prettig. “Meteen vanaf het begin merkten we dat de lucht in het huis goed was. De kamers zijn de hele tijd comfortabel omdat de te warme lucht in de zomer werd afgevoerd en het binnenklimaat werd aangepast”, zegt Sverre Simonsen. De overgang van natuurlijke ventilatie in de zomer naar mechanische ventilatie in de winter werd door de bewoners ervaren als een gebrek aan frisse lucht. De familie Simonsen heeft echter wel een overvloed aan daglicht ervaren, die heeft geleid tot een lager elektriciteitsgebruik voor verlichting. www.velux.nl/duurzaam_leefklimaat


u-bouw

2

3 1

CO2-neutraal gerenoveerde woning voorzien van Solar Prism in Hyldespjældet, een ecologische wijk in Albertslund (Denemarken) (1 en 3). Jammer is dat een aantal architectonische details het karakter van het project hebben veranderd. Zo zijn de houten kozijnen en deuren vervangen door kunststof en is de structuur van het nieuwe stucwerk veel minder levendig dan het oorspronkelijke. Ook is de eenvoudige, maar effectieve buitenzonwering niet meer teruggebracht. (2)

Solar Prism Solar Prism heeft drie hoofdelementen: oppervlakken die zonne-energie opwekken (elektra en warmte), technologie voor energie- en klimaatbeheersing en het prism als interface. Deze combinatie legt de basis voor de mogelijkheid om hier en nu optimaal duurzaam te renoveren en een bouwontwerp te realiseren waarin de behoefte aan daglicht, warmtebeheersing en ventilatie met elkaar in evenwicht zijn. De voordelen van Solar Prism: • Vereenvoudigde opwaardering naar de principes van »Active House«. • Eén installatie voor het opwekken van duurzame energie per afzonderlijke woning. • Eén installatie voor een verbeterd binnenklimaat met natuurlijke ventilatie, daglicht en warmte recyclende achtergrondventilatie. • Energiebesparing door daglicht en passieve zonne-energie. • Aanpasbare functies in de modules, waardoor kan worden ingespeeld op de specifieke behoeftes van individuele gezinnen in een eengezinswoning of in een gebouw waarin meer dan één gezin woont. • Opwaardeerbare technologieën en oppervlakken, waarmee kan worden voorzien in veranderde behoeftes. www.velux.nl/solarprism

aaleconomische en milieutechnische behoeften en mogelijkheden. Het resultaat is een zeer goed geïsoleerde woning (dikke isolatie aan de buitenzijde en triple glas), voorzien van een Solar Prism dakopbouw (zie kader), die de woning voorziet van daglicht, frisse lucht, warmte en elektriciteit.

Guldberg Skole (renovatie schoolgebouwen) Hoofddoel bij de renovatie van de Guldberg Skole in Kopenhagen (twee gebouwen), was om een goed binnenklimaat te realiseren en tegelijkertijd veel energie te besparen. Zo zijn boven de bestaande dakramen extra dakramen toegevoegd ten behoeve van meer daglicht en natuurlijke ventilatie. Verwarming en zonwering zijn automatisch geregeld en de gebouwen zijn voorzien van PV-cellen en zonnecollectoren. De gebouwen worden verwarmd met een warmtepomp. Interessant is dat docenten en leerlingen actief bij het project zijn betrokken. Er worden lesprogramma’s georganiseerd over energievraagstukken en op verschillende plaatsen wordt gemonitoord hoeveel energie/CO2 wordt gebruikt/geproduceerd en hoeveel elektriciteit wordt opgewekt. Op deze manier wordt geprobeerd om via de jongste generatie een gedragsverandering bij de oudere en toekomstige generatie te realiseren. Tot Slot: Goed voorbeeld doet meestal goed volgen. Daarmee zou de metafoor die Martin Liebregts en Jelle Persoon zo mooi verwoorden, kunnen worden bewaarheid. 1

www.bestaandewoningbouw.nl/actiefhuis-morgen-gangbaar-de-iphone-als-metafoor/

2

Foto Velux

In de Guldberg Skole zijn extra dakramen boven bestaande dakramen geplaatst. Het openen en sluiten van de ramen gebeurt automatisch, afgestemd op de ventilatiebehoefte en het weer. Bij regen en storm sluiten de ramen, er vindt nachtventilatie plaats en bij extreme koude vindt zogenaamde ‘pulseventilatie’ plaats: er wordt dan kort gespuid, waarna de ramen weer dicht gaan. (1) PV-cellen naast de ramen voorzien de gebouwen van elektriciteit. (2) De ramen zijn bij de renovatie vervangen, zonder dat de architectonische uitstraling van het gebouw is veranderd. (3)

1

3

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

25


Edwin Normann over de toepassing van duurzame technieken

Duurzame installaties: hobbels en oplossingen Bart van Ommeren

Edwin Normann: ”Duurzaamheid loont, als we maar kijken naar kosten gedurende de levensduur in plaats van naar de investering!”

Oplossingen die leiden tot een energiezuinig en

Hoewel de technieken bekend zijn, bewijst het Belevingscentrum zijn

comfortabel gebouw lijken al helemaal ingeburgerd te

technieken zijn. Bij veel gebruikers en professionals, echter, zijn ze nog erg

zijn. Toch worden ze nog steeds niet altijd toegepast. Hier praten we over met Edwin Normann, manager van de afdeling Duurzame Energieprojecten van Wolter & Dros.

waarde. “De technieken zijn inderdaad bekend, in die zin dat het bewezen onbekend”, vertelt Edwin Normann. “Lang niet iedereen in de sector heeft dit soort systemen al eens toegepast en/of geïnstalleerd. Hier informeren wij alle partijen in de bouwkolom over de mogelijkheden op het gebied van installaties. Daarnaast is ook het onderwijs, bijvoorbeeld de opleiding facilitair management, vaste bezoeker om studenten een beeld te geven van de mogelijkheden. Daarnaast willen gemeenten zich informeren over maatregelen die ze kunnen opnemen in hun beleid. Opdrachtgevers en gebruikers van gebouwen oriënteren zich om het comfort te verbeteren en het verbruik van energie te verminderen. Installatiebedrijven komen hier om kennis te maken met technieken die nieuw zijn voor hen.”

I

n het Informatiecentrum Duurzame Energietechnieken (IDET) in Amers­ foort kunnen mensen kennisnemen van verschillende installaties zoals

Wat is de motivatie van deze partijen om duurzaam te

een HR-E ketel van Remeha, vloerverwarming van WTW en een zonneboi-

­bouwen? “De motivatie om dit te doen is verschillend: maatschap-

ler van Renson. Bezoekers kunnen in het centrum terecht voor informatie

pelijk verantwoord ondernemen kan een motivatie zijn. TNT is een goed

en technische documentatie. In het naastgelegen belevingscentrum van

voorbeeld van zo’n bedrijf. In de kantorenmarkt kan de waarde van het

Wolter & Dros kunnen zij vervolgens het effect van de technieken, zoals

vastgoed worden verbeterd door een hogere comfortklasse te realiseren.

vloer- en wandverwarming en verschillende lucht inblaassystemen, ervaren.

Ook het besparen van geld en energie kan een motivatie zijn als men een

26

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010


“Bewezen technieken zijn veel gebruikers en professionals lange termijn visie heeft. Dat geldt bij particulieren met name voor men-

Installaties

nog erg onbekend.”

sen die zelf bouwen. In de zakelijke markt geldt dat vooral wanneer de opdrachtgever ook de eindgebruiker is.” De waarde van het vastgoed lijkt mij dan een heel belangrijk argument. “Ja, dat zie je in de zakelijke markt. Het is te hopen dat in de toekomst ook voor woningen gaat gelden dat woningen met een A-label een hogere taxatiewaarde krijgen dan vergelijkbare woningen met een lager label.” Daarnaast is comfort een belangrijk argument vooral in de kantorenmarkt? “Ja, in de zakelijke markt geldt dat al. Een gebouw in een hogere comfort klasse levert meer op. Voor de woningbouw geldt dat nog niet. Daar is het financieel niet hard te maken. Een ontwikkelaar kan een woning maken met de mooiste technieken en een perfect

Wat adviseren jullie ontwikkelaars als ze die duurzaamheid wel

comfort, maar kopers herkennen dat nog niet en hebben daar geen geld

willen realiseren? “Het beste is om, en dat is niet makkelijk, vooraf

voor over.”

met de toekomstige koper en misschien de gebruiker in overleg te gaan en te bepalen hoe je het over de hele levensduur oplost. Er zijn al voor-

Komt dat ook doordat er een periode is geweest dat duurzame

lopers in de markt die het op deze manier doen. TNT bijvoorbeeld, gaat

woningen wat minder comfortabel waren? “Er waren inderdaad

als opdrachtgever én gebruiker samen met de ontwikkelaar, de bouwer

enkele voorbeelden waardoor dat beeld is ontstaan. Het is een verkeerd

en de financier om de tafel zitten om voor hetzelfde geld een veel duur-

beeld, want een goed geïsoleerde woning is niet per se een slecht geven-

zamer kantoor te realiseren. Doel is om nieuwe gebouwen te realiseren

tileerde woning. Als het goed is, zou het comfort van een duurzame

die over de gehele levensduur niet duurder zijn dan de referentie, een

woning juist prettiger moeten en kunnen zijn. Dat hoor ik ook als reactie

gebouw dat ‘slechts’ aan de wettelijke energieprestatie norm voldoet.

van mensen, en dat geldt ook voor WTW.”

Dit is een voorbeeld waarbij opdrachtgever ook gebruiker is, dat praat makkelijker. Bij een winkelcentrum zou een opdrachtgever met allerlei

Wat weerhoudt partijen ervan om deze bekende en algemeen

winkelketens en middenstanders om tafel moeten gaan zitten. En dat is

geaccepteerde duurzame technieken toe te passen? Een lager

ingewikkeld. Hiervoor is het outsourcen, uitbesteden, bedacht. Hieraan

energieverbruik levert toch geld op? “Het is niet gezegd dat het

zitten twee aspecten, het uitbesteden van de financiering aan een aparte

geld oplevert. Ik vind dat de sector voorzichtig moet zijn om geen ver-

partij die ook een deel van het rendement krijgt. Daarnaast wordt ook vaak

keerde verwachtingen te wekken. Dat gebeurt nog wel eens. De energie-

het beheer en onderhoud uitbesteed om de werking en het rendement van

rekening gaat omlaag, maar de duurdere installatie veroorzaakt hogere

het systeem over de gehele levensduur te waarborgen.

vaste kosten. Het is dus niet gezegd dat je minder gaat betalen.”

De basis is steeds dat de gehele exploitatie van de installaties voor een langere periode (vijftien jaar) bij een derde partij ligt. Dit is inclusief financie-

Wat schiet je er dan mee op? Mensen willen toch gewoon

ring, bouw, onderhoud en facturering. Alle budgetten voor deze diensten

­minder betalen? “Ja, maar als het nou echt zo zou zijn dat duurzaam

leggen we dan bij deze derde partij in een verzamelmand. Hiermee inves-

bouwen goedkoper zou zijn dan traditioneel bouwen, dan zouden we

teert deze partij in de installatie. Gedurende de looptijd ontvangt deze par-

toch gek zijn als we nog traditioneel zouden bouwen?”

tij een rendement uit het lagere verbruik omdat de gebruiker een bedrag betaalt dat overeenkomt met het bedrag dat hij anders zou betalen.”

Duurzaam bouwen is gewoon duurder? “Het kost in aanvang meer en het duurt redelijk lang voordat je de meerkosten hebt terugver-

Het niet meer dan anders principe! Dan heeft de gebruiker

diend. Pas op langere termijn, als de energieprijzen gaan stijgen, ben je

toch geen winst of besparing doordat hij een duurzame

in het voordeel met een duurzaam gebouw. Ik hoop dat ik het niet te

­installatie heeft? “Er zit natuurlijk een plafond aan: het mag niet

somber voorstel. We moeten deze kant wel op, maar ik zie dat het in de

duurder worden voor de gebruiker, maar het verschil tussen de ener-

praktijk wel eens te rooskleurig wordt voorgesteld en dat is niet reëel.

giekosten bij een duurzame installatie en een gewone installatie kun je

Het is niet zo dat je met een duurzaam gebouw vanaf dag één het ren-

gebruiken voor de investering in de installatie.”

dement op je bankrekening kunt bijschrijven. Binnen vijftien jaar ontstaat er wel voordeel.”

Wat vind jij de beste manier om duurzame toepassingen te stimuleren? “Het instrument van wetgeving is effectief. Toen de EPC-eis

Is dit een van de hobbels bij een keuze voor duurzaam? “Er zijn

voor Utiliteitsbouw werd verscherpt, ging de vraag naar duurzame oplos-

twee hobbels. De eerste is de initiële investering. Projectontwikkelaars

singen bijvoorbeeld omhoog. Voor gemeenten is het ingewikkeld, tijd-

weten niet zeker of deze investering bij verkoop van het project wordt

rovend en kostbaar om een eigen beleid te ontwikkelen. Daar zie je dat

terugverdiend. Overigens geldt dat ook voor de woningbouw. De tweede

partijen op semi-vrijwillige wijze worden gestimuleerd tot het toepassen

hobbel is het beheer van het systeem.”

van duurzame maatregelen.” Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

27


Vroeger gebruikte men lee m vo o r d e b o u w v a n vakwerkhuizen en in de jaren negentig brachten we het om esthetische redenen aan op onze muren. Anno 2010 zien we leem vooral als een milieuvriendelijk materiaal met een positieve invloed op het binnenklimaat. Leem is een materiaal van alle tijden.

Goede perspectieven voor grootschalige toepassing van leem

Ontwikkelingen in de moderne leembouw Charles Thuijls

N

Moderne leembouw

naamste reden hiervoor is het klimaat. Onze stormachtige zuidwes-

De laatste jaren wordt er meer en meer leem toegepast. Dit begon onge-

ters zijn een zware belasting voor de buitengevels. Pure, ruwe, ongebak-

veer twintig jaar geleden met de komst van Tierrafino BV. Als producent

ken aarde werd vroeger voornamelijk in Limburg, gebruikt voor de bouw

van gekleurde leemfinish hebben zij eigenlijk de toepassing van leem

van vakwerkhuizen. Hierbij werd een eikenhouten skelet opgevuld met

opnieuw ge誰ntroduceerd. Deze gekleurde leemfinish wordt op behang-

dunne, gevlochten staken en vervolgens afgesmeerd met een vette klei.

klare ondergronden aangebracht, bijvoorbeeld beton, gipsplaten of oud

Soms werd deze klei vermengd met stro. Om de leem voldoende water-

stucwerk, in een dikte van drie millimeter. Toepassing van leemfinish als

afstotend te maken, werd deze periodiek geschilderd met een kalkverf.

wand- en plafondafwerking is om zuiver esthetische redenen. De rustige

Het houten skelet blijft hierbij zichtbaar. Ook in de provincies Drenthe en

aardetinten en zichtbare zandkorrels geven het oppervlak een subtiele,

Overijssel werd leem gebruikt voor het maken van muren en vloeren in

levendige structuur.

boerderijen en stallen.

Onder invloed van een aantal grootschalige milieuproblemen groeit hal-

28

ederland kent een beperkte traditie in bouwen met leem. De voor-

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010


Bouw methode

Nationaal Congres Bouwen met Leem Op 17 maart 2011 vindt het Nationaal Congres Bouwen met Leem plaats. Tijdens dit congres zullen master classes worden gecombineerd met praktische workshops. Verschillende leembouw technieken zullen aan de orde komen, maar ook zaken als duurzaamheid, detaillering met leem, grootschalige toepassing in utiliteitsbouw en machinale ver­werking krijgen aandacht. Voor meer informatie: www.sbr.nl/leembouwcongres of www.leemwerk.nl Water 1%

materiaal 20%

Figuur De verdeling van de milieu­ belasting van utiliteitsbouw Bron: Ieke Kuijpers-van Gaalen, 2009

Leembouw en Viba

verwege de jaren negentig het milieubewustzijn. De klimaatverandering, het gat in de ozonlaag en verzuring van de atmosfeer, het ongeluk in 1986 bij Tsjchernobyl en de aandacht voor het zogenaamde ‘Sick Building Syndrome’. Door dergelijke problemen wint de milieubeweging aan invloed en komt het milieu op de politieke agenda. Men wordt zich steeds meer bewust van het belang van een goed klimaat. Buiten, maar ook in huis en op kantoor. Er komt aandacht voor de gebruikte materialen en de manier waarop ze het binnenklimaat beïnvloeden: spaanplaat geeft formaldehyde af en in veel verven zitten vluchtige organische stoffen (VOS). Natuurlijke materialen hebben deze negatieve eigenschappen niet of veel minder. Sterker nog: indien in grote hoeveelheden toegepast, kunnen

Sinds de oprichting van de Viba heeft men interesse in deze bijzondere bouwtechniek getoond. Het lemen huisje dat begin jaren tachtig bij kasteel Nieuw Herlaer te Halder bij St. Michielsgestel door enthousiaste Viba-pioniers werd gebouwd, was een van de eerste uitingen binnen de vereniging om met leem bezig te willen zijn. Door de inspanningen van met name Vibaleden in de vorm van (experimentele) leembouwprojecten, leembouwproducten en cursussen, workshops en publicaties op het gebied van leembouw zijn er nu tal van professionele bedrijven die zich hierin gespecialiseerd hebben. Sinds de jaren tachtig zijn er nogal wat leembouwprojecten gerealiseerd, maar is de pionierstijd voorbij? De leembouw is een eigen leven gaan leiden in Nederland, waardoor de behoefte om te weten wat er allemaal gaande is op dat gebied, wat de (nieuwe) mogelijkheden zijn, waar welke expertise (binnen de VIBA) zit en wat de ontwikkelingen zijn alleen maar toeneemt. Steeds strengere bouwregels, duurzaam bouwen, Cradle to Cradle, crises met betrekking tot gezondheid van mens, milieu en economie… Nu en in de toekomst is leembouw niet meer weg te denken in het duurzame, gezonde en ecologisch verantwoorde bouwen, wonen en werken. Het wordt dus tijd om binnen de Viba een werkgroep Leembouw op te richten en onze ‘krachten’ te bundelen! Het is de bedoeling dat de werkgroep een platform wordt voor de leembouw in Nederland van waaruit kennis en ervaring op het gebied van de leembouw gedeeld worden met anderen, onder meer in de vorm van cursussen, lezingen, excursies, congressen, publicaties, onderzoeken, een leembouw databank en nog veel meer! Weet jij veel van leem(bouw), heb je (praktische) ervaring of wil jij er uit interesse meer van weten en ben je bereid je (leem) steentje bij te dragen? Meld je dan aan bij de Viba-werkgroep Leembouw! info@arTchitecture.nl / www.arTchitecture.nl

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

29

energie 79%


Bouw methode

natuurlijke materialen juist positieve effecten hebben op het binnenkli-

Rau om een aantal redenen in haar ontwerp opgenomen. De muur verwijst

maat. In het geval van leem betekent dit dat de toegepaste laag dikker

naar de oude vestingmuur met slotgracht van kasteel Coevorden die hier

wordt. Huizen worden nog wel op de traditionele manier gebouwd, maar

vroeger lag. Maar ook de kenmerkende eigenschap van leem, het grote

in plaats van de gangbare gipspleisterlaag wordt een laag leemstuc van

vocht- en warmteaccumulerend vermogen, speelt een belangrijke rol.

minimaal tien millimeter aangebracht, eventueel afgewerkt met een leem-

Leem draagt op deze manier bij aan een stabiel en aangenaam binnenkli-

finish op kleur. Deze leemlaag heeft voldoende massa om van invloed te

maat. Leem als lowtec airconditioning.

zijn op het binnenklimaat door: • het bufferen van vocht waardoor de relatieve luchtvochtigheid wordt

Toekomst

gestabiliseerd. Bij hoge luchtvochtigheid wordt vocht opgenomen en bij

Het groeiend milieubewustzijn in Nederland en de klimaatveranderingen

lage luchtvochtigheid weer afgegeven

hebben ertoe bijgedragen dat duurzaam bouwen steeds meer aandacht

• warmte-accumulatie: leem reduceert schommelingen in temperatuur omdat het snel warmte opneemt en lang vasthoudt • de ‘grove’ poreuze structuur waardoor het een gunstige invloed heeft op de akoestiek • het feit dat het elektrostatisch neutraal is.

krijgt. Echter op dit moment is duurzaam bouwen nog voor een groot deel synoniem aan CO2-neutraal, energiezuinig en hoge isolatiewaarden. Op basis van Greencalc+, een computerprogramma om de totale milieubelasting van een gebouw in kaart te brengen, wordt de milieubelasting van een utiliteitsgebouw veroorzaakt door: 80-85 procent energie, 15-20 procentmateriaal en 1 procent water. (1Kuijpers-van Gaalen, 2009, pg 8)

Toepassing

Dit betekent dat de grootste milieuwinst bij het ontwerpen van een nieuw

Begin 21e eeuw vindt er weer een belangrijke verschuiving plaats. Het is

gebouw te halen is op het gebied van energiegebruik. Dit zal de komende

niet langer de particuliere klant die besluit leem toe te passen, maar de

jaren leiden tot ontwerpen die op energieprestatie zeer goed scoren.

architect die leem integreert in zijn ontwerp. Dit heeft enerzijds tot gevolg

Makkelijk meetbaar en zeer belangrijk.

dat leem vaker wordt toegepast in de utiliteitsbouw. Kantoren van onder

Maar ook voor materialen komt langzaam steeds meer aandacht. Bij het

andere Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, de Triodos Bank, Rabobank,

ontwerpen van zeer energiezuinige gebouwen wordt het materiaalaspect

DHV, Organon Oss, Rijkswaterstaat, de Belastingdienst en verschillende

steeds belangrijker. Bij een 0-energie gebouw wordt de milieubelasting

stadskantoren zijn van binnen gestuct met leem. Anderzijds verschuift de

hoofdzakelijk veroorzaakt door de materialen. Er zal dus in de toekomst

toepassing van een voornamelijk decoratieve wandafwerking naar leem als

ook nadrukkelijk gekeken worden naar het gebruik van de minst milieu-

onderdeel van een systeem, zoals bijvoorbeeld in combinatie met wandver-

belastende materialen. Het zogenaamde 0-materiaal gebouw waarbij de

warming. Doordat leem makkelijk warmte opneemt en lang vasthoudt, is

milieuaspecten van materialen gereduceerd en gecompenseerd zullen

dit een comfortabele en energiezuinige manier van verwarmen.

worden (2Haas, 2009). Dan scoort leem vanzelfsprekend zeer goed en daarmee groeien de mogelijkheden voor de grootschalige toepassing van

Een sprekend voorbeeld van een toepassing van leemstuc als wezenlijk

leem in Nederland.

onderdeel van het totale concept is het hoofdkantoor van het WNF in Zeist. In het ontwerp is een dikke laag leem op het plafond voorzien waarin

Deze ontwikkelingen bieden dus goede perspectieven voor de grootscha-

slangen zijn opgenomen, zogenaamde klimaatmatten, voor de koeling en

liger toepassing van leem in Nederland in de utiliteitsbouw. Dit zal meer

verwarming van het gebouw. Deze klimaatmatten bestaan uit capillaire

leemstuc betekenen, in dikkere lagen, grotere oppervlakken en bijvoor-

buisjes met een diameter van zeven millimeter en zijn bevestigd op de

beeld de toepassing van leemstenen of stampleem voor massieve lemen

ondergrond en vervolgens afgestuct. Door het grote oppervlak (3.500)

binnenwanden.

vierkante meter en de dikte van de leemlaag (45 millimeter), draagt de leem bij aan een passieve vorm van klimaatbeheersing. Een tweede voorbeeld van grootschalige toepassing van leem in een utiliteitsgebouw is het Stadskantoor van Coevorden. In de centrale hal staat een imposante lemen muur van dertien meter lang, acht meter hoog en dertig centimeter dik. Deze massief lemen muur is door Architectenbureau

30

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

Charles Thuijls studeerde Milieuhygiëne aan de Landbouw Universiteit Wageningen Nederland. Hij is gespecialiseerd in leembouw. Charles Thuijls werkte op dit gebied voor diverse bouwprojecten in het buitenland en richtte in 1998 eigen bedrijf op met de naam Euroleem: stro- en leembouw. In 2007 startte hij Leemwerk: advies en uitvoering van leembouw-projekten. thuijls@leemwerk.nl Bibliografie 1 Kuijpers-Van Gaalen, I. (2009) GreenCalc+ en materialen. TU Delft. 2 Haas, M. (2009) Intreerede: LCA - Jongleren met milieugetallen. TU Delft.


opinie

De visie van Frank Willems

WillemsenU is een

“Energiezuinig en aanpasbaar wordt de standaard” Wat is in uw ogen de toepassing of het uitvoeringsaspect dat een gebouw duurzaam maakt?

archi­tectenbureau

“Duurzaam is geen eenduidig begrip. Energiezuinig is belangrijk, maar echt niet de enige factor. Ik

dat ernaar streeft

blijft om in te werken of te wonen, is per definitie duurzaam.”

om gebouwente

ste drempel om een duurzaam gebouw te realiseren? Gebruiker, aannemer of opdrachtgever?

maken die niet alleen

komen naar onze gebouwen kijken om te zien hoe je een duurzame omgeving maakt, die aantrek-

geschikt zijn voor

gebouwen is dat je vanaf het begin een geïntegreerd ontwerp maakt samen met constructie en

vandaag, maar ook

kunnen inbrengen om een duurzaam gebouw te maken.”

voor morgen. Gezond

gebruikers?

Bouwen & Wonen

reserveren wij gedurende het ontwerpproces met regelmaat een gebruikersoverleg, waar vaak ook

vroeg Frank Willems

mogelijke wensen van gebruikers. Vaak wordt dan de nadere inrichting pas ontworpen als de gebrui-

naar zijn visie op duurzaamheid.

zie duurzaam als respect voor omgeving, mensen en materialen. Een gebouw dat lang aantrekkelijk U heeft al een flink aantal duurzame gebouwen gerealiseerd. Wie veroorzaakt de groot­ “Onze ervaring is dat gebruikers juist echt geïnteresseerd zijn in een ander soort gebouwen. Ze kelijk is om in te werken en onderscheidend van de standaard kantoren. Belangrijk voor duurzame installatie ontwerp. We werken ook in de uitvoering met name samen met partners, die hun expertise In hoeverre vinden ontwerp en uitvoering plaats in samenspraak met de (toekomstige) “Wij vinden het erg belangrijk dat wij rechtstreeks met gebruikers aan tafel komen te zitten. Hiervoor de eigenaar aan tafel komt. Als de gebruiker nog niet bekend is, spelen wij uit onze ervaring in op ker bekend is. Ook hier geldt dan dat aanpasbaarheid van het gebouw belangrijk is.” Zou u er voor pleiten om gebouwen zo te maken dat ze redelijk eenvoudig te transformeren zijn van kantoor naar woning en andersom? Of is dat financieel onrealistisch? “De recente geschiedenis heeft ons inmiddels wel geleerd, dat het belangrijk is om erover na te denken hoe we deze transformatie van werken naar wonen en andersom tijdens de levensduur van een gebouw kunnen realiseren. Ik verwacht ook dat de vraag steeds meer zal toenemen naar gebouwen met een gemengde functie van wonen en werken en met de vraag mee kunnen bewegen. Dat betekent wel dat we in de ontwikkeling en realisatie van gebouwen zullen moeten investeren. Ook voor deze vorm van duurzaamheid geldt, dat je aan de voorkant moet durven investeren, om dat later weer terug te kunnen verdienen. Leegstand kost ook erg veel geld. Het vraagt wel dat we anders moeten gaan kijken naar ons vastgoed en de financiering daarvan. De tijd is nu rijp om deze omslag te gaan maken.”

Het dit jaar geopende duurzame kantoor van WillemsenU in Eindhoven is het visitekaartje van het bedrijf

Laten we eerst in gaan op de bestaande bouw. Wat kunt u als architect met de bestaan­ de leegstaande kantoorgebouwen op minder centrale locaties? “Ik denk dat het onvermijdelijk is om op zoek te gaan naar een nieuwe bestemming van deze gebouwen en locaties. De mono culturen van bedrijventerreinen zijn op de lange termijn niet meer te handhaven en zullen structureel getransformeerd moeten worden naar een meer gedifferentieerde gebouwde omgeving. Dat betekent helaas wel dat op een gegeven moment de waarde van het slechte onroerend goed zal moeten worden afgeschreven en iemand de pijn zal moeten pakken. En dat is in de huidige economische tijden natuurlijk geen eenvoudige opgave.” Dan de nieuwe gebouwen. Waaraan moeten nieuwe gebouwen naar uw mening vol­ doen om duurzaam en toekomstbestendig te zijn? “Energiezuinig en aanpasbaarheid wordt dadelijk echt de standaard. Maar van zeker zo groot belang voor de kwaliteit is de manier waarop gebouwen passen in hun omgeving en hier een dialoog mee aan gaan en dus aantrekkelijk zijn om in te werken en wonen. Een gestapelde vormen van bouwen kan een bijdrage leveren doordat het duurzaam grondgebruik impliceert en een veel interessantere leefomgeving oplevert dan de monoculturen waar wij nu in denken.” Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

31


Gelamineerd Vuren hout in 377 kopmaten direct leverbaar Gelamineerd hout voor uw constructies, in diverse houtsoorten Projecten in gelamineerd hout; ontwerp, levering en montage Vilam速 Lariks en Vuren voor ramen, deuren, kozijnen en trappen Vilam速 Sandwich; geisoleerd kozijnhout met koudebrug onderbreking Vilam速 Lariks is leverbaar met DUBOkeur en PEFC of FSC certificaat

www.withagenhoutprodukten.nl Withagen Houtprodukten BV is in het bezit van een FSC certificaat, met nummer SGS-COC-2385 en PEFC-certificaat, met nummer SGS-PEFC/COC-0929 SGS-COC 2385

Withagen Houtprodukten BV De Haven 1 - 9468 CP Annen Tel 0592 - 27 42 80 - Fax 0592 - 27 32 09 info@withagenhoutprodukten.nl


De noodzaak om te investeren in de bestaande voorraad

U-Bouw

De uitdaging in de Nederlandse kantorenmarkt Phlip Boswinkel

Praktijkvoorbeeld: De Tempel. De eigenaar Aurelius Monumenten en Local hebben voor het rijksmonument De Tempel in Den Haag een concept ontwikkeld dat meer dan zeventig procent energie bespaart. Deze energiebesparing is met de klant, de afdeling Archeologie van de gemeente Den Haag, verwerkt in een totale prijs voor huur en energielasten. Hierdoor heeft de afdeling archeologie lage huisvestingslasten voor een zeer hoogwaardig en comfortabel kantoor. Mede door het organiseren van subsidiestromen en de Greenlease leidt deze constructie voor de eigenaar tot een forse waardestijging van meer dan twintig procent.

Met meer dan zes miljoen vierkante meter leegstand

H

et zijn roerige tijden in vastgoedland. Drie onafhankelijke marktontwikkelingen leiden tot grote verschuivingen op de kantorenmarkt in

en een pijnlijke druk op de waardeontwikkeling van

Nederland:

kantorenportefeuilles hebben vastgoedeigenaren

ontwikkelingen en veranderende indelingswensen van de klant (het nieuwe

Een verschuiving van aanbodmarkt naar huurdersmarkt. Economische

een serieuze uitdaging. Kantorenfondsen en -beleg-

werken) leiden tot een krimp van de vraag in vastgoed en een overaanbod.

gers zijn zich bewust geworden van de noodzaak

goed steeds meer beschouwd als invulling voor zijn MVO doelstellingen, en

om de portefeuille te verbeteren en te investeren in bestaande voorraad. De belegger staat daarbij voor de keuze hoever hij moet gaan met deze renovatie.

Bewustwording van de klant. De klant heeft de afgelopen jaren vastis zich bewust geworden van de impact van zijn huisvesting op de productiviteit, gezondheid en tevredenheid van zijn medewerkers (Voorbeelden zijn TNT, Logica en RGD). Dit leidt tot de vraag naar hoogwaardige huisvesting waarin onder andere duurzaamheid een grote rol speelt. Opstelling van de overheid. De overheid heeft de afgelopen tien jaar

Local heeft als herontwikkelaar van kantoren een

de eisen voor nieuwbouw op het gebied van duurzaamheid aangescherpt.

marktanalyse opgesteld, waarin antwoord wordt

leringsprogramma’s opgezet voor het verbeteren van bestaande voorraad.

gegeven op deze vragen.

Daar­naast heeft de overheid de afgelopen jaren een groot aantal stimuDeze maatregelen helpen de eigenaar om verbeteringen financieel haalbaar te maken.

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

33


Le ve ns la ng Levenslange bescherming van houten gevelelementen www.lamikon.nl

Praktijkvoorbeeld: De Groene Toren. TNT en ING REIM hebben in 2009 overeenstemming bereikt over het verlengen van de huisvesting van TNT POST in Den Haag. TNT heeft als klant deze keuze gemaakt op basis van een Total Cost of Ownership (TCO) analyse gedurende het gehele huurcontract. TNT heeft tien partijen uit de vastgoedmarkt uitgenodigd om een concurrerende aanbieding te doen. ING REIM heeft TNT aangeboden om de toren zeer grondig te renoveren tot een CO2 neutraal kantoor (emissievrij), met energielabel A. De uiteindelijke keuze voor de Groene Toren is gemaakt omdat de TCO voor TNT het laagst waren. De waardestijging van de Groene Toren voor ING REIM bedroeg bij een huurverlenging van tien jaar circa tien procent.

Hoe kan een eigenaar van vastgoed hierop inspelen? Een eigenaar van vastgoed is primair gericht op het beperken van de leegstand van zijn portefeuille. In een rustige kantorenmarkt gebeurt dit traditioneel door verlengingsaanbiedingen te schrijven voor huurders die dreigen te vertrekken. De tijden waarin de eigenaar op deze wijze zijn leegstand kan beperken zijn echter voorbij. Door de verschuivingen in de markt eist de klant, ook bij verlenging, veelal een andere aanpak. Om aan de gewijzigde eisen van de klant te kunnen voldoen, zal de eigenaar een kantoor moeten aanpassen. Hierbij spelen de volgende vragen: • Hoeveel moet worden geïnvesteerd om de wensen en eisen van de klant te kunnen invullen? • Wat levert dit op voor de belegger? • Hoe komt de belegger aan de ideale combinatie tussen investering en gecreëerde waarde? Naast deze hoofdvragen spelen vanzelfsprekend ook financierings- fiscale en juridische vragen een rol bij de optimalisatie van de aanbieding aan de klant. De oplossing voor deze complexe problematiek ligt in het sturen op gecreëerde waarde in het gehele proces, van het voorbereiden van een aanbieding, het realiseren van de aanpassing tot en met het waarmaken van de verbeteringen tijdens de nieuwe huurperiode.

Wat levert waardesturen op voor de eigenaar? Een cruciale vraag voor een vastgoedeigenaar is de vraag wat waardesturen oplevert voor de eigenaar. Om antwoord te geven op deze vraag heeft Local een analyse gemaakt van een tiental projecten dat de afgelopen anderhalf jaar is geoptimaliseerd. In deze periode heeft Local als herontwikkelaar voor een aantal verschillende vastgoedeigenaren concepten ontwikkeld en aanbiedingen voorbereid voor het grootschalig renoveren van bestaand vastgoed. Zeer binnenkort wordt het eerste project dat op deze wijze is herontwikkeld opgeleverd (De Tempel in Den Haag). Daarnaast is Local voor in totaal 200.000 vierkante meter aan vastgoed verantwoordelijk voor het Energy Management, waarin zij de waarde die een klant wordt toegezegd ook in de praktijk waarmaken, door de beloofde energiebesparingen in een gebouw te verwezenlijken. Deze combinatie stelt ons in staat om een evaluatie te maken van het effect van waardesturing in de praktijk. In de grafiek is een samenvatting gegeven van de stijging van de waarde voor de eigenaar in drie scenario’s: • De klant betaalt niet meer voor het gerenoveerde gebouw dan de huidige situatie. (Dit scenario geeft inzicht in de ondergrens van de waarde voor een vastgoedeigenaar). • De klant is bereid om de kwaliteit die hij geboden krijgt tegen geringe

34

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010


U-Bouw Methode en techniek waardestijging De berekende waardestijging is als volgt bepaald: • De stichtingskosten voor een renovatieconcept zijn door een kostendeskundige (of door een aanneemsom) onafhankelijk vastgesteld • De nieuwe markthuur, behorende bij een bepaalde kwaliteit na renovatie, is in samenspraak met eigenaar en makelaar vastgesteld. Hierbij zijn besparingen die zich voordoen tijdens exploitatie in servicekosten en energie opgeteld bovenop de markthuur. De boekwaarde van de eigenaar is vastgesteld aan de hand van marktconform Bruto Aanvangs Rendement (BAR). Daarnaast is in een DCF de werkelijke besparing in de exploitatie voor de eigenaar in beeld gebracht. Deze hangt samen met lagere vervangingsinvesteringen na renovatie en lagere onderhoudslasten na renovatie. In overleg met de taxateur is een correctie gemaakt op de BAR indien de DCF hiertoe aanleiding gaf, of zijn de toekomstige hogere lasten van de eigenaar netto contant gemaakt en afgetrokken van de renovatielasten.

stijging van de huisvestingslasten te betalen. Dit principe wordt veelal

waarmaakt en zo de investering haalbaar maakt.

‘energie in de huur’ of ‘Greenlease’ genoemd. Een maximale stijging van

Daarnaast vergt het Greenlease concept ook de bereidheid van de klant om

de huisvestingslasten van 2% per kwaliteitsstap is meegenomen in deze

mee te werken aan het verschuiven van geldstromen. De klant moet helder

analyse (vgl. G. Berkhout in RERQ). Dit leidt voor kantoren die in slechte

en eenduidig hierover ingelicht worden en zich in een zo vroeg mogelijk

staat verkeren tot een maximale huurstijging van tien procent wanneer

stadium de berekeningsmethodieken eigen maken. Een dergelijke vertaling

deze gerenoveerd worden tot hoogwaardige kantoren.

vergt bedrijfseconomische, technische en juridische kennis van innovatieve

• De klant is bereid om een door de makelaar/taxateur aangegeven markt-

methodes en technieken.

huur te betalen voor de gerenoveerde huisvesting, inclusief een opslag

Ten slotte vraagt het verrekenen van toekomstige besparingen in de huur

voor de harde besparingen op bijvoorbeeld energielasten (‘marktcon-

van een kantoor, dat deze besparingen langdurig gegarandeerd worden

forme greenlease’). Deze bovenkant van de markt komt overeen met de

aan de klant. De klant zal, in ruil voor hogere huur, garanties eisen aan-

aanbiedingen die voor de diverse eigenaren zijn voorbereid en de contrac-

gaande besparingen op servicekosten en energie. Dit vereist kennis van

ten die in het afgelopen jaar zijn afgesloten.

energiemanagement, die niet altijd bij vastgoedeigenaren aanwezig is. Wij komen dan ook tot de ontdekking dat een reguliere vastgoedeigenaar

De stijging van de waarde voor de eigenaar die hier weergegeven is, is de

niet de kennis en ervaring heeft om de optimale herontwikkeling met suc-

netto waardestijging na aftrek van de investeringen die nodig zijn voor de

ces door te voeren.

renovatie. (Zie kader ‘Methode en techniek’). De resultaten van de analyse zijn als volgt samen te vatten: • Het renoveren van bestaand vastgoed in de huidige markt levert de vast-

Welke nieuwe kennis en ervaring heeft de vastgoed­ eigenaar nodig?

goedeigenaar een forse waardestijging op zodra de klant bereid is om

Wil een eigenaar succesvol zijn in de huidige kantorenmarkt, dan zien wij

te betalen voor de meerwaarde die geboden wordt. Wanneer de klant

dat zijn activiteiten zich moeten verschuiven van traditioneel asset manage-

marktconform een huurcontract aangaat, kan de netto waardestijging (na

ment naar het herontwikkelen van bestaand vastgoed tot hoogwaardig

aftrek van kosten) oplopen tot meer dan twintig procent van de huidige

vastgoed met een laag energieverbruik. Praktijkvoorbeelden laten zien dat

boekwaarde.

dit een forse waardestijging kan creëren voor de eigenaar van het vastgoed,

• Het investeren in renovatie heeft met name zin wanneer een concept

en daarbij leidt tot tevredenheid bij de huurder doordat hij of zij kan werken

gekozen wordt dat het kantoor hoogwaardig maakt. Lapmiddelen die

in een gezond en comfortabel kantoor.

een kleine verbetering geven, leiden niet tot waardestijging, maar kunnen

De vastgoedeigenaar zal zich op de volgende hoofdpunten moeten richten:

zelfs tot een netto daling van de waarde leiden. Afgewogen verbeterin-

• Pas waardesturing toe vanaf het moment dat renovatie overwogen wordt.

gen die de kwaliteit van het kantoor echt verbeteren, geven de meeste

• Stuur op de wens (en dus de waarde) van de klant en stem het concept

kans om tot netto waardestijging te komen. • Verdere verbeteringen van de kwaliteit van het kantoor leiden na een bepaald punt niet tot waardestijging, maar vereisen niet rendabele investeringen die leiden tot een waardedaling. De achterliggende methode waarop deze analyse is gebaseerd is te vinden

hierop af. • Bespreek met de klant de mogelijkheden om geldstromen te verschuiven (onder andere Greenlease). • Organiseer exploitatiegarantie van beloofde besparing (en verleg deze eventueel naar derden).

in het kader ‘Methode en techniek waardestijging’. Uit deze analyse volgt direct de vraag hoe een eigenaar deze waardestijging het beste kan bereiken.

De vaardigheden die de eigenaar nodig heeft vertegenwoordigen een complexe samenhang tussen bedrijfskundige, technische en juridische kennis.

Hoe bereikt de eigenaar de optimale combinatie?

Een deel van deze kennis is beschikbaar in zijn eigen organisatie, maar een

De eigenaar van vastgoed is gericht op het realiseren van rendement door

groot deel veelal niet. De eigenaar zal dan ook zorgvuldig moeten zijn met

goed asset management. Het selecteren van een optimale renovatie ­vereist

de selectie van partijen die hij hierbij betrekt, of zelfstandig deze kennis

kennis van de werkelijke wens van de klant voor haar huisvesting en van

ontwikkelen en uitbouwen.

de technieken die hierbij komen kijken. De wens van deze klant moet omgezet worden naar een renovatieconcept dat de beoogde besparingen

Phlip Boswinkel is partner bij Local. Local is gespecialiseerd in de (her)ontwikkeling van duurzaam vastgoed.

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

35


De ontwikkeling van een duurzaam gemeentelijk kantoor

Haarlem bouwt voor de toekomst Ivar Dijk

Drie jaar geleden bepaalde de gemeenteraad van Haarlem dat de nieuwbouw van de gemeente moest voldoen aan strenge eisen op het gebied van duurzaamheid

D

e gemeente Haarlem bouwt voor de toekomst. Op dit moment zijn de medewerkers gehuisvest op zes verschillende locaties in de stad die verouderd zijn en niet voldoen aan actuele

duurzaamheiddoelstellingen. Aan deze situatie komt binnenkort een einde nu de gemeente nieuwe huisvesting realiseert op twee naast elkaar gelegen locaties in het centrum van de stad. Beide kantoren moeten voldoen aan strenge eisen met betrekking tot duurzaamheid en energiezuinigheid, zoals de gemeenteraad in 2007 heeft bepaald. Het nieuwe onderkomen van de gemeente Haarlem bestaat uit de kantoorpanden Raakspoort en Zijlpoort. Raakspoort wordt gerealiseerd door MAB Development en Zijlpoort door Fortress Development. Voor de gemeente Haarlem voert advies- en

en energiezuinigheid. Op dit mo-

ingenieursbureau DHV het projectmanagement voor de nieuwbouw.

ment verrijzen in het centrum van

GPR

de stad de kantoorpanden Raakspoort en Zijlpoort. Dankzij verschillende maatregelen kunnen de panden aan de eisen voldoen.

Voor beide kantoorpanden geldt dat ze moeten voldoen aan een Gemeentelijke Praktijk Richtlijn (GPR-gebouw) van 8 (zie kader). Het bouwbesluit 2006 geeft een minimale eis van gemiddeld 5. Het programma van eisen lag in eerste instantie op een gemiddelde van 6,9 voor de Raakspoort en 7 voor de Zijlpoort, ruim boven het bouwbesluit. Vanuit het project is onderzocht welke aanvullende investeringen en maatregelen noodzakelijk zijn om de gemiddelde GPR-score op 8 te brengen. Daarnaast heeft DHV de terugverdientijd in kaart gebracht. De ontwerpen van beide kantoorgebouwen kwamen al hoger uit dan het bouwbesluit niveau. Dit komt onder meer door de voorgenomen aanleg van een warmte/koude opslag onder het gebouw Zijlpoort (energielevering naar beide gebouwen) en de mogelijkheid om in beide gebouwen de ramen te openen. DHV heeft onderzoek gedaan naar de mogelijkheden en haalbaarheid van Groenfinanciering. Met ASN bank is een regeling overeengekomen met een rente van één procent onder de geldende marktrente op voorwaarde dat een aantal maatregelen voor duurzame utiliteitsbouw werd toegepast.

Vijf maatregelen Om te kunnen voldoen aan de strenge eisen op het gebied van duurzaamheid en energiezuinigheid, hebben de betrokken partijen vijf maatregelen genomen. • Maatregel 1: Het ontwerp moet dertig procent energiezuiniger zijn dan de eisen in het Bouwbesluit Het bouwbesluit 2006 eist een EPC van 1,4 voor kantoren. De eis voor dit project was dat de EPC dertig procent zuiniger dient te zijn. Dat betekent dat de EPC op 1,0 moet uitkomen. In overleg

36

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010


U-Bouw met de ontwikkelaar is een pakket aanvullende duurzame maatregelen uitgewerkt waarmee deze waarde wordt gehaald. Om dit te bereiken zijn de volgende aanvullende maatregelen genomen: - dichte geveldelen, vloer en dak: warmteweerstand Rc > 4.0 m2 K/W; - toepassen van laag temperatuurverwarming; - buitenzonwering, zonwerende beglazing. • Maatregel 2: Het ontwerp moet bouwkundig en installatietechnisch flexibel zijn. Demontabele binnenwanden en plafonds worden toegepast in het interieurontwerp. Voor beide stadskantoren wordt een WKO-installatie gerealiseerd die de energievoorziening regelt voor de gebouwen. Installaties zijn opgedeeld in bouwdelen. Het kantoorconcept is zodanig opgezet dat eventuele organisatiewijzigingen zonder grote bouwkundige ingrepen kunnen worden gefaciliteerd. Dit komt onder meer doordat kabelgoten die onder de vloer zijn aangelegd op meerdere punten bovengronds gehaald kunnen worden. Er wordt geventileerd met een gebalanceerd luchtventilatiesysteem. • Maatregel 3: In het ontwerp moet sprake zijn van een gesloten grondbalans. Voor de huisvesting van de gemeente vinden formeel gezien geen grondwerkzaamheden plaats. De ontwikkeling van de stadskantoren kan derhalve worden gezien als een ontwikkeling met een gesloten grondbalans. • Maatregel 4: In het ontwerp wordt uitsluitend duurzaam geproduceerd hout toegepast Met de ontwikkelaar is overeengekomen dat alleen gebruik wordt gemaakt van hout met een FSCkeurmerk. Voor het interieur worden alle houten delen gemaakt van bamboehout. • Maatregel 5: In het ontwerp zijn waterbesparende maatregelen opgenomen. In de gebouwen worden toegepast: - watervrije urinoirs - toiletten met 4-liter reservoirs - kranen toiletruimten met volumebegrenzers - kranen pantry met volumebegrenzer

Warmte Koude Opslag (WKO) Vanuit het project is ervoor gekozen om energieopslag in de bodem toe te passen voor de duurzame klimatisering van de twee nieuwe kantoorlocaties. De mogelijkheden voor de ontwikkeling van de WKO zijn vanuit het project onderzocht. De realisatie van de WKO is vervolgens aanbesteed. De WKO blijft in beheer en eigendom van de opdrachtgever gemeente Haarlem. Om op lange termijn energieopslag in de bodem mogelijk te maken, wordt een grondwater systeem aangelegd. Het systeem bestaat uit één koude en één warme bron waar grondwater aan kan worden onttrokken en in geïnfiltreerd. Ten behoeve van warmtelevering wordt grondwater uit de warme bron opgepompt. Het opgepompte grondwater staat zijn warmte af via één of meerdere warmtewisselaars aan het water in het secundaire circuit, waar het wordt gebruikt voor verwarming. Door de afgifte van warmte koelt het grondwater af. Het afgekoelde grondwater wordt vervolgens via de koude bron in de bodem geretourneerd en opgeslagen voor de zomerperiode. Voor koeling in de zomerperiode vindt hetzelfde procedé plaats, maar dan in omgekeerde vorm.

Energiebesparing en emissiereductie Voor het bepalen van de maximale energiebesparing en de maximale emissiereductie is de warmteen koudelevering met energieopslag en warmtepompen vergeleken met een conventionele installatie (gasgestookte CV-ketel) voor koeling en verwarming. In de duurzame energievoorziening wordt de warmtevraag geleverd door middel van warmtepompen, gekoppeld aan het grondwatersysteem van de WKO en een conventionele CV Ketel. De koudevraag wordt volledig geleverd door het grondwatersysteem. Door middel van koudelevering wordt honderd procent van de opgeslagen hoeveelheid koude in de bodem nuttig ingezet. Indien jaarlijks 1.729 MWht aan warmte en 1.729 MWht aan koude wordt onttrokken aan de bodem, bedraagt de besparing in het primaire aardgasverbruik 262.000 m3 aardgasequivalenten per jaar. Dit komt neer op een primaire energiebesparing van 59 procent. Deze energiebesparing resulteert in een jaarlijkse emissiereductie van 450 ton (55 procent) koolstofdioxide (CO2) en 590 kg (86 procent) stikstofoxiden (NOx). Drs. Ivar Dijk is werkzaam voor advies- en ingenieursbureau DHV

GPR-gebouw De Gemeentelijke Praktijk Richtlijn voor gebouwen is een methode die gebruikt wordt om de duurzaamheid van gebouwen te toetsen. De methode geeft de mate van duurzaamheid van een bouwproject aan in een vijftal categorieën: energie, materialen, afval, water en gezondheid. GPR-gebouw bestaat voor bestaande en nieuwe gebouwen. GPR-stedenbouw is in ontwikkeling. Het is zaak om vroeg in het planproces met de betrokken partijen de duurzaamheidambities in heldere en toetsbare prestatieafspraken vast te leggen. Duurzaamheid krijgt daarmee een duidelijke plek in het ontwikkelingsproces: al in het voorlopig ontwerp kan snel met GPR Gebouw een verkenning op alle thema’s worden uitgevoerd. Ieder thema wordt in de GPR-methode berekend aan de hand van een aantal parameters. De score van de afzonderlijke thema’s leidt uiteindelijk tot een GPR-score voor het gebouw. Er zijn diverse maatregelen mogelijk om het GPR getal omhoog te brengen. Sommige maatregelen zijn rendabel, andere maatregelen zijn niet direct rendabel. Investeringen in water en materialen zijn rendabel omdat zij direct leiden tot lagere kosten. Dit geldt niet voor afval en gezondheid. Vanwege het feit dat het verminderen en hergebruik van afval maatschappelijk belangrijk is en de ermee gemoeide kosten relatief gering zijn, is toch besloten om deze investering te doen. Vanuit het project is bij de gemeenteraad een aanvullend krediet van € 1,9 miljoen aangevraagd en ook toegekend voor het nemen van duurzame maatregelen in de nieuwe stadskantoren. Doel van het budget is om een duurzamere huisvesting te realiseren die resulteert in een GPR score van 8. Met de ontwikkelaars is een pakket van maatregelen overeengekomen dat wordt opgenomen in de casco-ontwikkeling.

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

37


Slim hergebruik draagt bij aan ­duurzame ontwikkeling van de stad

Nieuwe kansen voor bedrijven­terreinen Michaël Meijer en Sandra Pérez Raatgerink

Door de economische crisis gaan op dit moment veel bouwplannen de ijskast in en worden projecten gestopt. Daarbij komt er steeds meer aandacht voor het hergebruik van leegstaande kantoren. Deze aandacht zou zich nu ook moeten richten op bedrijventerreinen. Veel terreinen kampen met leegstaand en verloedering. Slim en flexibel hergebruik en functieverandering van bestaande bedrijventerreinen kan, juist tijdens de economische crisis, bijdragen aan een duurzame ontwikkeling van de stad en de economie.

O

p dit moment is er veel aandacht voor leegstaande kantoren. Dat

Gemeenten proberen de problemen op bedrijventerreinen wel aan te

is logisch want de leegstand is enorm en valt bovendien erg op.

pakken, maar deze kostbare herstructureringen zijn vaak maar voor een

Langs de grotere Nederlandse wegen zien we veel leegstaande kantoren

beperkte periode succesvol omdat ze zich alleen richten op het opknap-

met grote ‘te huur’ borden. Ook op bedrijventerreinen die minder in het

pen van vastgoed en de openbare ruimte. Het onderliggende probleem

oog springen, is sprake van een flinke leestand. Ongeveer een derde van

wordt niet aangepakt en er wordt geen ruimte geboden aan nieuwe

de oppervlakte van bestaande bedrijventerreinen is niet als volwaardig

ideeën, wensen en functies of de verduurzaming van de terreinen. Ook het

te beschouwen. Desondanks worden er nog wel nieuwe terreinen uitge-

Convenant bedrijventerreinen, dat het rijk en de samenwerkingsorganisa-

geven in verschillende gemeenten. Dit gaat niet alleen ten koste van de

ties van de Nederlandse gemeentes (VNG) en provincies (IPO) in november

schaarse ruimte en het landschap in Nederland, maar ook ten koste van

2009 gesloten hebben, lijkt geen antwoord te bieden op de gegeven

de bestaande terreinen.

problemen. Toch zijn er slimme oplossingen te bedenken die de situatie structureel verbeteren. Voor deze oplossingen geldt dat flexibiliteit in tijd

Problemen op bedrijventerreinen

en ruimte de hoofdvoorwaarde is.

De leegstand op bedrijventerreinen ontstaat door reorganisaties, faillissementen en het wegtrekken van bedrijven naar de nieuwe terreinen.

Vier generaties bedrijventerreinen

Vrijgekomen locaties verloederen met sociaal onveilige situaties en een

In Nederland zijn grofweg vier generaties bedrijventerreinen te onder-

slechte kwaliteit van de openbare ruimte als gevolg. Hierdoor vestigen zich

scheiden: vooroorlogse bedrijventerreinen, naoorlogse bedrijventerreinen,

geen nieuwe ondernemers meer en trekken er weer meer ondernemers

nieuwe bedrijventerreinen en toekomstige bedrijventerreinen. Iedere gene-

weg. De achterblijvers zijn vaak niet bereid te investeren in hun locatie.

ratie heeft ruimtelijke kenmerken die handvatten bieden voor slim gebruik

Daarbij zijn de mogelijkheden voor aanwezige bedrijven om uit te breiden

en hergebruik van deze terreinen en daarmee de duurzame ontwikkeling

beperkt door milieuwetgeving of het veelal versnipperde grondeigendom.

van de stad en economie.

Kortom, veel bedrijventerreinen zitten letterlijk en figuurlijk vast.

De eerste generatie is die van de vooroorlogse bedrijventerreinen met voor-

38

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010


Wijken

Bron Studio Marco Vermeulen en VHP stedenbouwkundigen (klavertje vier).HNS en HKB stedenbouwkundigen (RBAZ). 2

al opzichzelfstaande fabrieken. Hier vind je oude typen bedrijvigheid, zoals textielindustrie en scheepswerven met soms ook nog historische bedrijven met dito monumentale bedrijfsbebouwing. De ligging van deze gebieden, waar ook oude spoorwegemplacementen toe behoren, is vaak tegen stadscentra aan. Knelpunten die zich op dit soort terreinen voordoen, zijn oude bodemvervuilingen, overlast van de bedrijvigheid voor omwonenden en een slechte bereikbaarheid van de terreinen voor zwaar verkeer door de ligging midden in de stad. De kansen voor deze terreinen liggen vooral in functieverandering. Nieuwe functies, zoals wonen, dienstverlenende bedrijven en cultuur kunnen de binnenstad verdichten en versterken. Thema’s die bij deze transformaties bijdragen aan een duurzame ontwikkeling van de stad zijn de creatieve economie, hergebruik en hoogwaardig wonen. Wanneer deze terreinen al vrij zijn gekomen maar nog niet ontwikkeld kunnen worden, vormen tijdelijke functies in oude gebouwen of tijdelijke natuur en openbare tuinen een prima invulling. 1

Visualisatie Klavertje vier in Venlo (1) en het ontwerp van Regionaal Bedrijventerrein Apeldoorn Zuid (2). Toekomstige bedrijventerreinen krijgen een zeer ruime groenstructuur, liggen niet meer pal aan de snelweg en krijgen veel duurzame uitgangspunten mee.

De tweede generatie is die van de naoorlogse bedrijventerreinen die tussen 1950 en 1980 zijn aangelegd. De wederopbouw vroeg om een snelle productie die zijn plaats vond op nieuwe industrieterreinen langs stedelijke invalswegen. Deze terreinen liggen meestal tussen het centrum van de stad en de latere Vinex-uitbreidingen en zijn goed bereikbaar voor stadsbewoners. Vanuit het centrum van een stad geredeneerd liggen ze steeds aan Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

39


Bron SAB Arnhem

Bron SAB Arnhem

Sfeerbeelden van de mogelijke nieuwe invulling van bedrijventerreinen volgens het concept Let’s Move’.

Een analyse van de huidige en gewenste ontwikkelingen op bestaande bedrijventerreinen.

de overkant van een ringweg, spoor of watergang. Het type bedrijvigheid

nen. De ligging, tussen stad en snelweg, bij grote knooppunten maakt de

is vaak industrieel en ambachtelijk en in kleine eenheden sterk gemengd

terreinen zeer goed bereikbaar over de weg. De thema’s openbaar vervoer

op het terrein aanwezig. Na meerdere decennia gebruik zijn de bovenge-

en regie op ruimtegebruik speelden bij de aanleg van deze terreinen een

noemde problemen volop ingetreden. De naoorlogse bedrijventerreinen

hoofdrol maar zijn niet altijd goed uit de verf gekomen. Vaak is er sprake

zijn vaak het sterkst vervallen en resterende bedrijven, zoals autosloperijen,

van ongebruikte reserve ruimte en randruimte rond bedrijven of staan

of illegale activiteiten houden nieuwe ondernemers weg. Te verbeteren

er nog vele kavels leeg door het overaanbod aan bedrijventerreinen. De

punten zijn doorgaans de beeldkwaliteit, de bezettingsgraad en bijvoor-

kansen voor de verduurzaming van deze bedrijventerreinen liggen onder

beeld het waterbeheer. Het uitplaatsen van ongewenste bedrijven kan

andere in intensivering, het onderling gebruikmaken van reststromen, zoals

hier een goede start voor zijn. De bestemmingsplannen van deze terreinen

energie, of het verhogen van de beeldkwaliteit om daarmee de aantrek-

bevatten vaak de mogelijkheid voor functiemenging. Dit geeft ruimte voor

kelijkheid van deze terreinen te verbeteren en te behouden. Ook hier zijn

het introduceren van nieuwe flexibele ontwikkelstrategieën voor de revita-

nieuwe flexibele ontwikkelingsprocessen nuttig om de dynamiek van deze

lisering van deze terreinen.

terreinen te behouden.

De nieuwe bedrijventerreinen die in de periode van economische groei

Ondanks de crisis worden er ook nieuwe bedrijventerreinen gepland en

tussen 1980 en 2010 zijn aangelegd, zijn vaak ruim opgezet, grootschalig,

aangelegd. De landelijke norm van de Sociaal Economische Raad is dat

divers en dynamisch. Er zijn bedrijven in de productie en distributie actief,

eerst bestaande terreinen zo goed mogelijk benut worden alvorens nieuwe

maar ook de brains zijn er vertegenwoordigd met allerhande dienstverle-

aan te leggen. Soms kan het echter voorkomen dat er nieuwe ruimte nodig

nende bedrijven in bedrijfsverzamelgebouwen en kantoren. Ook zijn er

is voor bedrijvigheid. De generatie van de toekomstige bedrijventerreinen

vaak nog ongebruikte kavels op deze terreinen. Desondanks treedt ook

die nu wordt gepland of aangelegd, is vaak regionaal opgezet. We spre-

hier soms al leegstand op van bedrijfsgebouwen. Dit komt hard aan voor

ken dan ook vaak van regionale bedrijventerreinen en werklandschappen.

deze terreinen omdat het bestaande vastgoed vaak niet te gebruiken is of

Deels gaat het ook om uitbreidingen van bestaande terreinen. De nieuwe

niet aantrekkelijk is voor andere ondernemers. Hierdoor blijven gebouwen

terreinen liggen vaak op kwetsbare locaties in het landschap, kennen

leegstaan of minder hoogwaardige bedrijvigheid strijkt neer op deze terrei-

een zeer ruime groenstructuur en worden niet meer pal aan de snelweg

Het ontwikkelprincipe van ‘Let’s Move’ in stripvorm.

40

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010


Foto’s Michaël Meijer

Wijken

gelegd. De thema’s die op deze nieuwe terreinen spelen zijn meervoudig ruimtegebruik, regie op kwaliteit en parkmanagement. Voor deze terreinen worden vaak zeer hoge duurzaamheidsdoelstellingen geformuleerd, mogelijk om de nieuwbouw in kwetsbare landschappen te legitimeren. Een voordeel van nieuwe terreinen is dat grootschalige en zware industrie van binnenstedelijke terreinen kan uitwijken waardoor binnenstedelijke locaties zich ten dienste van de stad kunnen ontwikkelen.

Flexibele ontwikkelstrategie Vooral de naoorlogse en nieuwe bedrijventerreinen kampen met het probleem van leegstand en verloedering. Ze zijn gebaat bij een veel flexibeler gebruik van de ruimte waardoor bijvoorbeeld ook kleine ondernemingen kunnen starten op een bestaand terrein. Dit is te realiseren met een gedeelde verantwoordelijkheid over het terrein en een aangepaste ordening daarvan. Een verloederd bedrijventerrein is gebaat bij het vastleggen van een heldere hoofdindeling of casco. Het casco bevat de hoofdinfrastructuur en de groen- en waterstructuur en mogelijk ook een gedeelde energie-infrastructuur. Binnen het casco is ruimte voor een flexibele zone die zich volgens het door SAB ontwikkelde concept ‘Let’s Move’ kan ontwikkelen. Bij het inkrimpen of vertrek van bedrijven in de flexibele zone komen de vrijgevallen locaties in het beheer van een zogenaamd industrieschap. In dit industrieschap zitten afgevaardigden van de gemeente, ondernemers, beleggers en ontwikkelaars. Het industrieschap deelt de flexibele zone opnieuw in door het plaatsen van een groot aantal stalen dragers volgens een passende gridstructuur. Hiermee ontstaat een

IJsseloord 2 in Arnhem is een voorbeeld van een nieuw bedrijventerrein. Dienstverlening en industrie zijn er gemengd en de ligging is aan een groot verkeersknooppunt. De opzet is ruim en groen

constructie die naar gelang de vraag ingevuld kan worden met prefab vloeren, muren en daken. Nieuwe bedrijven vestigen zich binnen deze structuur en bestaande bedrijven groeien of krimpen er binnen. De structuur is vrij in te delen en geheel naar de wens van de ondernemer in te vullen. Niet gebruikte ruimtes binnen het grid van stalen dragers worden

De Hutten in Ulft. Een voorbeeld waar de herontwikkeling van een vooroorlogs bedrijventerrein ruimte biedt aan wonen, kunst en cultuur vlakbij het centrum van Ulft.

ingevuld als parkeerterrein of tijdelijke natuur. De dragers bewaren het Foto Michaël Meijer

industriële karakter van het terrein. Onderzoek naar trends, problemen en toekomstige behoeften op bedrijventerreinen wijst uit dat ondernemers steeds minder lang op dezelfde plek blijven zitten. Met het flexibele concept Let’s Move kan hierop worden ingespeeld en is het mogelijk dat een terrein binnen tien jaar geheel opnieuw is uitgegeven. In die tijd is er ruimte voor nieuwe initiatieven en wordt de ruimte efficiënt gebruikt terwijl de kwaliteit van de openbare ruimte in het casco en het grid op pijl wordt gehouden door het industrieschap. Instabiliteit wordt zo tot kwaliteit gemaakt. Michaël Meijer en Sandra Pérez Raatgerink werken respectievelijk als landschaps­ ontwerper en planoloog en landschapsarchitect bij SAB in Arnhem.

Bron: SAB Arnhem. Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

41


EPC-0-woning in Leek (architect: Johan Sijtsma Architecten Leeuwarden)

Onderzoek naar materiaalbelasting en energieconcept woningen

Wat is de CO2 footprint van woningbouw? Annemarie Weersink

Om in 2020 een EPC 0 te kunnen realiseren, moeten meer energie­­besparende technieken in een woning worden aangebracht. Hierdoor zal de milieu­belasting door energiegebruik afnemen terwijl die van bouwkundige en/of installatie­ technische materialen zal toenemen. Een onderzoek geeft een indicatie van de ontwikkeling van de CO2 footprint van woningbouw. Belangrijke conclusie: het energie­concept is bepalend voor de CO2 foot­print van een woning.

42

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010


energie vs materialen

H

oe groot is de invloed van materialen in de totale CO2 footprint van een woning? Om

een antwoord op deze onderzoeksvraag van het Beton Platform te kunnen formuleren, is

door Nieman Consultancy/Adviesburo en Intron een variantenstudie uitgevoerd waarin de totale milieubelasting van vier bouwsystemen en acht energieconcepten variërend van EPC 0,8 tot EPC 0,4 werd bepaald voor de SenterNovem referentie rijwoning en hoekwoning. De CO2 footprints van al deze combinaties werden berekend op basis van de som van het gebouwgebonden energie- en materiaalgebruik vanaf productie en bouw via gebruiksfase tot en met de uiteindelijke sloop na 75 jaar. De gemiddelde milieubelasting is de totale equivalente CO2 ­belasting gedeeld door 75 jaar. Het gebouwgebonden energiegebruik werd berekend op basis van de energieprestatienorm voor woningen, NEN 5128, inclusief de ‘correctiepost’ TO-indicatie. Dit houdt een vergelijkbare kwaliteit van het binnenklimaat voor alle woningconcepten in. De berekening gaat ervan uit dat overmatige warmte wordt weggekoeld met (energie-inefficiënte) elektrische airco’s. Gebruiksgebonden energiegebruik (witgoed, computers, tv’s) is buiten beschouwing gelaten. Dit geldt ook voor watergebruik.

Vier bouwsystemen In de studie zijn vier bouwsystemen met elkaar vergeleken: een gietbouwwoning, een betonnen prefabwoning, een houtskeletbouwwoning en stapelbouw (kalkzandsteen).

Tabel 1. Overzicht van energieconcepten die zijn betrokken in de CO2 footprint studie concept

installaties

Rcgevel/ dak/vloer

EPC

a

HR ketel, zelfregelende ventilatieroosters

3,5/4,0/3,5

0,8

gebruiksfase - die uit een cyclus van onderhouds/beheersfasen bestaat en renovatie/transfor-

b

HR ketel, 95% wtw

3,0/3,0/3,0

0,67

matiefase - en ten slotte sloop en recycling. Per materiaal is de milieubelasting, uitgedrukt in

c

HR ketel, CO2 gestuurde ventilatie

4,0/4,5/3,5

0,6

Handleiding Milieuprestaties Gebouwen. Gebruik is gemaakt van MRPI (milieu relevante product

d

HR ketel, 95% wtw

10/10/6,5

0,5

informatie) bladen en openbare databases. De CO2 kentallen voor materialisatie van installaties

e

HR ketel, 95% wtw, zonneboilercombi

10/10/6,5

0,45

f

warmtepomp, betonkernactivering/vloerverwarming, wtw, zonneboilercombi

5,0/6,0/4,0

0,4

g

warmtepomp, betonkernactivering / vloerverwarming, lage COP installaties, wtw

5,0/6,0/4,0

0,4

h

warmtepomp, betonkernactivering/ vloerverwarming, douche-wtw, vraaggestuurde ventilatie

5,0/6,0/4,0

0,37

De CO2 milieubelasting van de materialen is bepaald voor de gehele levenscyclus. Hierin zijn de volgende fasen onderscheiden: de productiefase (vanaf het delven van grondstof tot en met fabricage en transport van bouwmaterialen inclusief verliespercentages), de bouwfase, de

equivalente CO2 uitstoot, bepaald op basis van een levenscyclusanalyse (LCA) en conform de

zijn zeer globaal meegenomen in de berekeningen. De kentallen voor installaties zijn ontleend aan de EcoInvent 2.0 database (de installatiebranche was ten tijde van het onderzoek nog bezig met het opstellen van een beter model).

Acht energieconcepten Per bouwsysteem zijn acht energieconcepten doorgerekend. De belangrijkste kenmerken van deze concepten staan in tabel 1. Deze energieconcepten variëren van EPC 0,8 tot EPC 0,4 (gebaseerd op NEN 5128). Verschillende installatietechnieken en isolatiegraden werden toegepast. Voor alle woningen is uitgegaan van een standaard onderhouds/renovatiecyclus. Hierin wordt onder andere rekening gehouden met vervanging van technische installaties per vijftien jaar en groot onderhoud in jaar vijftig, met een energetische upgrading naar EPC 0,4. We gaan ervan niet verder uitgewerkt.

Verloop van de CO2 footprint in de tijd De verschillende fasen die de woning gedurende haar levensduur van 75 jaar doorloopt, zorgen voor een niet-stationair verloop van de CO2 milieubelasting. Figuur 1 laat globaal het verloop zien van de equivalente CO2 milieubelasting voor een woning met EPC 0,7. In de grafiek is het aandeel van materiaal, energiegebruik en het totaal aangegeven. Initieel zien we tot de oplevering de materiaalbelasting door de productiefase (vanaf delving tot en met fabricage van bouwmaterialen inclusief verliespercentages) en de bouwfase als één ‘startwaarde’ opgenomen voor tijdstip 0. Vanaf tijdstip t=0 zien we het gebouwgebonden ener-

Figuur 1. Verloop van de CO2 milieubelasting in 75 jaar voor een woning met EPC 0,7 CO2 uitstoot woning door materialen, installatiesnen energie [kg CO2]

uit dat de stap naar EPC 0 wordt gemaakt met zonnecollectoren. Deze stap is in deze studie

giegebruik oplopen. Het niet rechtlijnig verlopen van de materiaal- en energiecomponent is het gevolg van onderhoudsingrepen. Uiteindelijk is de totale milieubelasting circa 175.000 kg CO2 uitstoot, ofwel circa. 2343 kg CO2/jaar. Het energieaandeel is ongeveer zeventig procent en het materiaalaandeel is een kleine dertig procent. Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

43


energie vs materialen

Figuur 2. Jaargemiddelde milieubelasting door gebouwgebonden energiegebruik en materialen.

Effect van energiezuiniger bouwen De keuze van het energieconcept heeft een grote invloed op de totale milieubelasting. De keuze van het bouwsysteem blijkt zeer beperkt invloed te hebben op de totale milieubelasting: het Milieubelasting (kg CO2 /jaar)

gaat om enkele procenten verschil. Een standaard tussenwoning heeft een milieubelasting van circa 180.000 kg CO2, ofwel circa 2.400 kg CO2/jaar. Dezelfde tussenwoning met het hoogwaardiger energieconcept warmtepomp en betonkernactivering heeft een milieubelasting die zo’n twintig procent lager is. Onderling vertonen de varianten voor de CO2 milieubelasting door materialen en energie wel grote verschillen. De CO2 footprint van gebouwen met lichte bouwmassa’s, hebben op zich een gunstiger materiaalprofiel, maar scoren vanwege de berekende temperatuuroverschrijding energetisch ongunstiger, waardoor het eindresultaat in vergelijkbare orde groter was qua CO2 belasting. In de studie zijn de ontwerpen niet aangepast aan de bouwtechniek/comfortaspecten. In de praktijk zou daar terdege rekening mee gehouden kunnen worden om de milieubelasting en het comfort in lichtere woningen te verbeteren. De referentie hoekwoning heeft een milieugebouwgebonden energiegebruik materiaal

EPC x 1000 (wit) gebruiksgebonden energiegebruik

belasting die circa tien procent hoger is dan de referentie tussenwoning van SenterNovem. Voor de acht energieconcepten is voor een woning met een betonnen drager de footprint weergegeven in figuur 2. De EPC staat in witte kolommen aangegeven. Te zien is dat de materiaalcomponent tussen de golven door een stijgende lijn vertoont bij toename van de EPC, terwijl de energiecomponent een dalende trend te zien geeft.

Figuur 3. Globaal verloop van de totale milieu­ belasting van een woning gedurende de levensloop (75 jaar)

Dat de materiaalcomponent steeds belangrijker wordt, blijkt onder andere uit het feit dat bij de concepten a en b met een EPC van 0,7 à 0,8 tot circa 17 à 20 jaar na ingebruikname de CO2 uitstoot als gevolg van het materiaalaandeel het hoogst is, en in de periode daarna het energie-

Milieubelasting (kg CO2 in 75 jaar)

gebruik. Voor de woning met EPC 0,4 wordt dit kantelpunt pas na jaar dertig bereikt als gevolg van een lager energiegebruik en extra materiaalinzet (zie figuur 3).

Stabiel binnenklimaat De studie laat zien dat combinaties van warmtepompen, betonkernactivering en vraaggestuurde natuurlijke ventilatie een gunstige combinatie zijn voor zowel materiaalinzet als energetisch. Vermits sterke temperatuurwisselingen worden voorkomen, en dat is bij toenemende isolatiegraden te verwachten, kan deze techniek ook voor woningbouw gunstig zijn. De hogere isolatiegraden van de gebouwschil leiden ook zonder nachtverlaging slechts beperkt tot enerTijd (0-75 jaar) energie installatie overig materiaal

gieverlies. Ook vanuit gezondheid is betonkernactivering een gunstig systeem. ’s Zomers levert dit systeem met hoge temperatuurkoeling een positief klimaat en ’s winters door de lage temperatuurverwarming. Stofbeweging wordt beperkt. Wel is verhoogde aandacht voor positionering/uitvoering van de ventilatievoorzieningen nodig om tochtklachten te voorkomen. Een ander bijkomend voordeel is de toekomstwaarde van woningen met betonkernactivering. Met de voorspelde klimaatverandering, met warmere zomers en warmere winters, slaat de balans richting betonkernactivering in vergelijking tot conventionele systemen positief uit. Klimaatverandering levert voor woningen met warmtepompen en betonkernactivering globaal 25 procent reductie van de CO2 belasting op, terwijl dit in woningen zonder geïntegreerde koeling tot een, zij het beperkte, toename van de CO2 belasting leidt als met airco’s wordt gekoeld.

Annemarie Weersink is werkzaam voor Nieman Consultancy BV

Conclusie Door aanscherping van de EPC eisen neemt de CO2 belasting door energiegebruik af, maar

Bronvermelding CO2 Footprint Woningbouw – CO2 uitstoot van wonin­ gen van productie tot sloop. Auteurs A.M.S. Weersink, H. Valk, M. Dunnink, J. Meijer. Vertrouwelijk rapport Nieman Consultancy, Adviesburo Nieman & Intron, in opdracht van Beton Platform, 1 juni 2010.

veelal zal de CO2 belasting door materiaalgebruik toenemen, als gevolg van extra energiebe-

Begeleidingscommissie van dit onderzoek: Ing. H. Köhne (Cement en Betoncentrum), Ing. M.P. Van der Poel MBA (VOBN) en Ir. J.W.M. de Wijs (BFBN)

en vraaggestuurde ventilatie. Deze combinatie levert een robuust systeem op dat ook voldoende

44

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

sparende maatregelen. Door een selectieve keuze van energieconcepten is de toename van het materiaalaandeel te beperken bij verdere aanscherping van de EPC. Een concept waarbij dat het geval is, is warmtepompen met thermische massa activering (bijvoorbeeld betonkernactivering) comfort kan leveren bij toekomstige klimaatverandering.


PRAKTIJKDAG Energiebesparing bestaande woningbouw 18 november 2010 - Utrecht - congrescentrum Mereveld

2 e editie

Barrières doorbreken Om energiebesparing in bestaande bouw op grote schaal mogelijk te maken. De ambitie is 20% energiebesparing voor de bestaande bouw in 2018. Diverse barrières moeten worden doorbroken om dat te realiseren. Op deze dag komen uitdagingen én oplossingen op een veelzijdige wijze aan bod.

U bent van harte uitgenodigd! Voor wie? Projectleiders en energiecoördinatoren bij corporaties, bouwers, gemeenten en ontwikkelaars. Deze dag is georganiseerd in samenwerking met:

Met lezingen van:

www.praktijkdagbestaandebouw.nl


Mogelijkheden voor het ontwerp van een gezonde inrichting

Wonen en werken in een duurzaam interieur Jean Frantzen

Het interieur kan een bron zijn van schadelijke stoffen die invloed hebben op onze gezondheid. Maar terwijl voor duurzaam bouwen verschillende tools zijn ontwikkeld om doelstellingen te Foto www.cradletocradlekantoor.nl

meten, bestaan er voor het interieur nog geen instrumenten. Er zijn echter verschillende mogelijkheden om tot een duurzaam interieur te komen.

e milieuproblemen zitten steeds dichter op onze huid en gaan letterlijk

D

Ten aanzien van de gezondheid kan worden opgenomen dat op elke werk-

door onze huid naar binnen. Zeker in het interieur waar we fysiek dicht

plek de werknemer zijn eigen omgeving optimaal kan regelen: hoeveelheid

bij veel materialen komen is dit aan de orde. Onderzoek heeft aangetoond

(dag)licht, geluid, frisse lucht en temperatuur. Invloed op de eigen omgeving

dat alkofynolen uit schoonmaakmiddelen, broomhoudende vlamvertragers

is de belangrijkste voorwaarde voor een gezond interieur.

uit computers, ftalaten uit vinyl vloerbedekking en elektriciteitskabels in ons bloed voorkomen. Van deze stoffen is aangetoond dat zij schadelijke effec-

Conceptontwerp

ten veroorzaken bij dieren. Wat de gevolgen voor mensen zijn is nog niet

Het interieurontwerp vindt plaats nadat het bouwkundig ontwerp klaar is.

bekend. Stoffen in ons interieur worden in verband gebracht met kanker,

Vaak is er toch nog een mogelijkheid om te kijken naar het ruimtelijk ont-

ontwikkelingsstoornissen bij kinderen, ademhalingsproblemen en nog meer.

werp en met de indeling rekening te houden met de energiehuishouding van het gebouw. Ook kan een interieurontwerper nog invloed hebben op

Programma van eisen

de bereikbaarheid en aantrekkelijkheid van de trappen. Hierdoor kan het

De eerste stap in het interieurontwerp is het opstellen van het programma van

liftgebruik teruggebracht worden. Ook de toewijzing van functies kan het

eisen (pve). Dit wordt opgesteld voor de opdrachtgever en kan aansluiten bij

verticaal verkeer terugbrengen.

het beeld dat een opdrachtgever heeft bij een duurzaam interieur. Naast de

Een interieurontwerper kan alternatieven bieden voor de standaard kantoor-

mogelijkheid om hier aanwijzingen te geven over het materiaalgebruik, kun-

opzet. Met een flexibel kantoorconcept kan veel ruimte bespaard worden.

nen hier ook proceseisen opgesteld worden. Zoals het opstellen van een proto-

De bezettingsgraad is bij sommige bedrijven niet hoger dan veertig procent.

col hoe intern omgegaan wordt met het meten van prestaties. Ook kan de eis

Veel kantoren hebben grotere open ruimten. Het koelen van deze ruimten is

voor een handleiding voor het gebruik van het interieur opgenomen worden.

makkelijker als ze aan de westgevel gesitueerd zijn.

46

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010


Interieur

op groen. Liefst groen buiten en als dat niet

Foto’s Desso

Zorg dat er vanuit de werkplekken zicht is

een lagere milieubelasting, is het gebruik van spaanplaat in het interieur. Er zijn fabrikanten die spaanplaat leveren van

mogelijk is, zorg dan in het gebouw voor veel

afval van FSC -hout en zonder formaldehyde-emissie (E0).

groen. Zicht op de natuur heeft een aantoon-

In dat geval is het wel raadzaam de randen af te werken.

baar goede invloed op het welbevinden van

In het kader van robuust ontwerpen kan het noodzakelijk

mensen. Groen in het gebouw draagt positief

zijn om aluminium te gebruiken om de levensduur van

bij aan een goede vochtbalans in het gebouw.

een meubel te verlengen. Een levenskostenanalyse kan uit-

Bovendien nemen planten CO2 op, produ-

komst brengen om tot een dergelijke beslissing te komen.

ceren ze zuurstof en kunnen ze de emissies

Cradle to Cradle

uit materialen (zoals formaldehyde) afbreken.

Een andere strategie is het gebruik van Cradle to Cradle

Voorlopig ontwerp, Definitief ontwerp

(C2C) producten. C2C is te zien als een variant op stap

In deze stadia wordt het ontwerp gemateria-

insteek. C2C wil niet dat we minder slechte producten

liseerd. Voor het ontwerp kunnen we gebruik

toepassen, maar dat we producten ontwikkelen die goed

maken van twee strategieën die we op elkaar

zijn. Dus in plaats van te kiezen welk product de minste

kunnen laten aansluiten. Ten eerste gebruiken

milieubelasting heeft, wil C2C producten ontwikkelen

we in Nederland al jaren de Trias Ecologica:

zonder milieubelasting.

• beperk materiaalgebruik

De producten worden met behulp van duurzame energie

• gebruik duurzame materialen

geproduceerd en er wordt veel aandacht besteed aan

• gebruik niet duurzame materialen efficiënt

schone productieprocessen. Zo zijn er ook tapijtfabrikan-

2 van de Trias Ecologica, maar met een principieel andere

ten met C2C certificering. Dat is opmerkelijk want tapijt

Beperk materiaalgebruik

bestaat uit veel soorten kunststof en er wordt veel gebruik

Het minimaliseren van het materiaalgebruik

gemaakt van verven. De giftige stoffen uit kunststof en

is de grootste stap die behaald kan worden. Als er geen materiaal gebruikt

verf zijn vervangen door natuurlijke substituten, zodat het spoelwater met

wordt, wordt het milieu niet belast. Het materiaalgebruik halveren staat

biologische processen gereinigd kan worden. Het afvalwater verlaat nu zo

grofweg gelijk aan de helft minder milieubelasting.

schoon het gebouw dat het op het oppervlaktewater geloosd kan worden.

In het interieur kunnen we denken aan slimme oplossingen waarbij akoesti-

Aan het einde van de economische levensduur kunnen de producten

sche elementen opgenomen worden in (archief-) kasten, waardoor er geen

gedemonteerd worden. De onderdelen moeten terug kunnen komen in

plafond hoeft te worden aangebracht. In een (flexibel) interieur kunnen

de biologische of technische kringloop. In de biologische kringloop kan het

hoge kasten tevens dienen om ruimten te scheiden.

onderdeel opgenomen worden als voedsel en in de technische kringloop kan het onderdeel zonder veel energie toe te voegen gerecycled of nog

Gebruik duurzame materialen

liever ‘geupcycled’ worden. Vandaar de term Cradle to Cradle, (van wieg

De tweede stap is het gebruiken van duurzame materialen. In de interi-

tot wieg) in tegenstelling tot de LCA-methodiek die het proces beschrijft

eurbranche bestaat nog geen milieubeoordelingsmodel. We maken voor

van wieg tot graf.

deze advisering vooral gebruik van NIBE’s basiswerk Duurzaam en Gezond

Cradle to cradle en Trias Ecologica sluiten elkaar niet uit. In het ontwerp-

Bouwen waarin de LCA’s van bouwproducten zijn opgenomen. De LCA van

proces kan gekeken worden welke producten C2C leverbaar zijn en of deze

een materiaal is gerelateerd aan de toepassing van het materiaal. Dat is in de

voldoen aan de functionele (en economische) eisen. Daarna kan gebruik

bouw anders dan in een interieur. We moeten dus een inschatting maken als

gemaakt worden van de Trias Ecologica.

we verschillende materialen vergelijken. Daarnaast nemen we de richtlijnen mee van AgentschapNL (voorheen

Conclusie

SenterNovem) voor duurzame inkopen van kantoorstoffering. Deze zijn

In de verschillende stappen van het ontwerpproces is er de mogelijkheid

opgesteld in het stuk “Criteria voor duurzame inkoop van kantoorstoffe-

duurzaamheid te borgen in het interieur. Bij het ontwerp kan gekeken wor-

ring”. Hierin worden de laatste ontwikkelingen opgenomen. Ook is er een

den of er Cradle to Cradle producten zijn die voldoen aan het programma

stuk opgesteld ten behoeve van kantoormeubilair.

van eisen, vervolgens kan met de Trias Ecologica het ontwerpproces verder vervolgd worden. De handleiding van de overheid voor duurzaam inkopen is

Gebruik niet duurzame materialen efficiënt

een goede aanvulling met aanwijzingen en aanbevelingen.

Soms is het onvermijdelijk niet-duurzame materialen te gebruiken. Zet deze

Langzaam komt de bewustwording op gang dat we onze meest directe

dan efficient in. De tactiek van de Trias Ecologica kan toch leiden tot com-

omgeving ook met zorg moeten inrichten. Toevoegingen zijn vaak om pro-

plexe keuzen. Eén van de vaak voorkomende ontwerpbeslissingen in het

ductietechnische redenen in onze producten gekomen. Door dit te herzien,

interieur is de afwerking van tafels en bladen. De eenvoudigste manier is

kunnen inkoop- en productieprocessen vereenvoudigd worden met als

gebruik te maken van massief hout. Dit is een vernieuwbaar materiaal dat

resultaat minder giftige stoffen in interieurproducten.

genoeg sterkte heeft om zonder afwerking toegepast te kunnen worden.

Informatie over duurzaam inkopen van de overheid: www.senternovem.nl/duurzaaminkopen/Criteria/index.asp ir. J.W. (Jean) Frantzen is Projectleider duurzaam bouwen DGMR.

Prijstechnisch interessanter, en gemaakt van afval uit zagerijen dus ook met

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

47


RUBRIEKSADVERTENTIES Per regel (43 mm, kapitaal: max. 25 tekens, onderkast: max. 35 tekens) € 7,50­ex­clusief 19% BTW. Minimaal 4‑regels, uitsluitend op jaarbasis voor 4 nummers (min. € 120,- exclusief­19% BTW). Tekst­ wij­zi­ging per nummer mogelijk. Nieuwe advertenties en wijzigingen opsturen­naar: Uitgeverij van Westering Bart van Ommeren telefoon: 035 - 54 23 281 ­telefax: 035 - 54 24 119 bart@gezondbouwenenwonen.nl

Aannemers VEERDONK EN MULDER BOUWBEDRIJF Goed in duurzaam ambachtelijk verbouw- en restauratiewerk Leemptstraat 34, 6512 EN Nijmegen T: 024-3222925 www.veerdonk-mulder.nl kantoor@veerdonk-mulder.nl

Adviesbureaus ANNE UBBELS ENERGIE EN DUURZAAM BOUWEN Advisering nieuwbouw en bestaande bouw. Hoofdredactie GBW en Kennisbank DuBo. Tel: 06-11277755 edb@anneubbels.nl Viba lid Boom Onderzoek en advies in bouwen, stedebouw en installaties Delft/Maastricht Tel: 015-2123626 / 043-3560398 www.boomdelft.nl Group4Wellness-LHM B.V. Metingen, advies, producten en projectbegeleiding voor vitaliteitverhogende woon enwerk­omgevingen volgens bouwbiologische richtwaarden. Tel: 020-6704352 info@group4wellness.com Viba lid/SVE lid/DGBC lid Nederlandse i­­­nstituut voor bOuwbio­logie en Ecologie bv Advies- en onderzoeksbureau voor milieuvriendelijk en gezond bouwen Tel: 035-6948233 info@nibe.org Viba lid/Viba expo

Architecten Acanthus, ir. Piet Tuin Organische architectuur Kromsteeg 4, 5331 AK Kerkdriel Tel: 0418-634306 www.ArchitectenbureauAcanthus.nl Viba lid/Viba Expo

48

Archi Service BV Renz Pijnenborgh ‘s-Hertogenbosch Bio-Ecologisch architect Tel: 073-6415709 www.archiservice.nl Viba lid Architectuur design bna viba www.Architectuur-Design.nl Architectonisch Dynamisch Vormgeven Westwal 48, 5211 DC ‘s Hertogenbosch AM.deVrieze@Architectuur-Design.nl Viba lid/Viba Expo Eco-design Architectuur Met meerwaarde voor mens en milieu Ir. Sjap Holst, architect Viba/BNA De Raadstraat 1, 5666 EA Geldrop Tel: 040-2863792 www.arTchitecture.nl Grotenbreg Architecten Architectenbureau voor duurzame architectuur en stedebouw Rhienderinklaan 21, 7232 DB Warnsveld Tel: 0575-527478 www.grotenbreg-architecten.nl Viba lid/ Viba expo Architecten- en ingenieurs­bureau Kristinsson Prof.ir. Jon Kristinsson Milieuvriendelijke ontwerpen, ontwikkelingen en onderzoeken Noordenbergsngl. 10, 7411 SE Deventer Tel: 0570-615035 Fax: 0570-611606 www.kristinsson.nl Viba lid/ Viba expo

Groendaken EKOGRAS DAKBEGROEIING Ook ‘Doe-het-zelf’ pakket leverbaar www.ekogras.com info@ekogras.com Tel: 0418-512927, Zaltbommel Viba lid

Inspectiebedrijven De Woonbioloog-LHM B.V. De Werkbioloog-LHM B.V. Inspecties en metingen van woon en werkomgevingen conform bouwbiologische richtwaarden o.a. straling, licht, water en luchtkwaliteit. Tel: 020-6704352 info@dewoonbioloog.nl Viba lid/SVE lid/DGBC lid

Interieurarchitecten Atelier Jan Franssen Geeft vorm aan duurzaam wonen en werken Hoenveldsestraat 5-a, 6665 NB Driel Tel: 026-4437583 Fax: 026-3705786 info@atelierfranssen.nl www.atelierfranssen.nl

Isolatiematerialen Goldshell Duurzame vloerisolatie met geselecteerde waddenschelpen Reitdiepskade 21, 9974 PJ Zoutkamp Tel: 0595-447141 Fax: 0595-401414 info@goldshell.nl www.goldshell.nl ISOSCHELP Onkwetsbare vloerisolatie voor gezond/droog binnenklimaat Fuchsialaan 12, 4401 HV Yerseke Tel: 0113-571249 Fax: 0113-573774 info@isoschelp.nl www.isoschelp.nl Isovlas Oisterwijk b.v. Warmteaccumulerend, vochtregulerend en verwerkingsvriendelijke Isolatie en dakelementen Postbus 348, 5060 AH Oisterwijk Tel:013 52 10 858 Fax: 013 52 10 862 info@isovlas.nl www.isovlas.nl

ORIO architecten bna Ecologische en Organische Gevoelsarchitectuur Tel: 0346-551173 info@orioarchitecten.nl www.orioarchitecten.nl VIBA lid/Strobouw Nederland/Owaze VORTEX ARCHITECTEN BNA Duurzame architectuur en renovatie: wonen en werken. Groningen Tel: 050 312 14 00. www.vortex-architecten.nl

Vancouver, Canada

WPP Kol architekt BNA scholen - woningbouw - kantoren G. Noodtstraat 4, 6511 SW Nijmegen Tel: 024-3607751 Fax: 024-3607693 scholen - woningbouw - kantoren wpp.kol@planet.nl Viba lid

Bouwmaterialen Groenebouwmaterialen.nl De ecologische online bouwmarkt; Isolatie, wandverwarming, leem, natuurverf, hout, enz. www.dubomat.nl Isolatie, hout, pleisters, leem, verf, terracotta tegels, wandverwarming, kurktegels, vloerbedekking, Isocell

Coolsingel, Rotterdam

Kom naar dé daktuinspecialist van Nederland. Groen op niveau van tramhalte tot skyscraper...

www.daktuinen.com

Gezond Bouwen & Wonen 3-2010 VanVliet 1-4.indd 1

26-03-2010 17:36:06


bouw & Woon wijzer WARMTEPLAN B.V. Renovatie: Isofloc, geblazen cellulose-isolatie Homatherm Q11 houtvezel binnen­ isolatieplaat Homatherm Q11 leemstucplaat Homatherm Twindak, buitendaks Pro clima winddichting Pro clima variabele damprem Nieuwbouw en prefabricage: Swelite I-liggers Homatherm Flex isolatieplaten uit ­cellulose- en hout Homatherm Q 11 koudebrugonder­ brekende beschotplaten Pro clima winddichting en vochtregulering Sprayplan+ akoestisch esthetische spuitcellulose Tel: 0575-564805 www.warmteplan.nl info@warmteplan.nl

Kachels (accumulerend) Tigchelaar Tegelkachels Bouwt het warme hart van uw huis Haedstrjitte 26, 9008 SR Reduzum Tel: 0566-602171 Fax: 0566-601971 www.tigchelkachels.nl info@tigchelkachels.nl

keukens

Natuurverven

DE NIEUWE KEUKEN... ... natuurlijk mooi én duurzaam. Bernhagen Natuurkeukens Traay 196-198 3971 GV Driebergen-Rijsenburg Tel: 0343-755006 Fax: 0343-755007 www.natuurkeukens.nl

Aglaia natuur- en Beeck ­mineraalverven www.natuurlijk-kleurrijk.nl info@natuurlijk-kleurrijk.nl Tel: 06 - 41852557 (VIBA expo) FarvoCOLOR bv natuurverven Tel: 0511-425628 Fax: 0511-421396 info@farvocolor.com www.farvocolor.com Viba lid/ Viba expo

Leembouw Livingearth Company Leemstucwerk met LivingEarth leemstucprodukten, leembouw, warmtewanden met leem, Stucco Lustro en Tadelakt Tel. 035-685 4008 www.livingearth.nl Sebunga leembouw Na-isolatie, warmtewanden, leemkachels, leem, kalk en tadelact stucwerk Tel; +31-(0)6-53581928 info@sebunga.nl sebunga.nl Viba lid / Viba expo Trepein Leembouw advies-projektontwikkeling-levering-­ uitvoering-herstel Tel: 033-4701598 Fax: 033-4701914 www.trepeinleembouw.nl info@trepeinleembouw.nl Viba lid

Riolering TWEBO TUBES B.V. ENSCHEDE Duurzame PP-leidingsystemen Postbus 1360, 7500 BJ Enschede Tel: 053-4340205 Fax: 053-4340415 Viba lid/ Viba expo

Warmtemuren WARMTEPLAN B.V. Comfort Vite prefab wandverwarming Eco-Brick massieve wandverwarming Stukiso voorzet wandverwarming Tel: 0575-564805 www.warmteplan.nl info@warmteplan.nl

WEM wandverwarming Drie systemen één principe. wem@wandverwarming.nl wandverwarming.nl

Water BrinkVos Water BV Individuele Behandeling Afvalwater Kiwa gecertificeerde IBA systemen o.a. Helofytenfilters. Tevens zwem-, vijver- en regenwaterhergebruik. Tel: 0522-482090 Fax: 0522-480777 info@brinkvoswater.nl www.brinkvoswater.nl

Winkels www.WOONWINKELATRIUM.nl Biologisch bouwen en wonen Arnhem, Nijmegen www.VANBINNEN.com Natuurlijk wonen Rotterdam

Advertenties

Recreatiecentrum "Ter Spegelt" Eersel

Rozenbogerd 2 - 5301 KD Zaltbommel Tel. 0418 - 512 927 - Fax. 0418 - 515 277

www.ekogras.com Tevens leverbaar als DOE-HET-ZELF pakket Gezond Bouwen & Wonen 3-2010

49


agenda

NOVEMBER 3/4 november (en 15/16 december) 4-daagse cursus De wijkaanpak: sociaal, fysiek en economisch Plaats: OTB TUDelft www.otb.tudelft.nl/agenda

18 november

Seminarreeks (ook op 10/12, 14/1, 11/2 en 18/3) Energiezuinig en duurzaam (ver)bouwen Plaats: ABC, Haarlem Tel 023 – 511 35 11 of pastokman@haarlem.nl

Evenement Dag van de ruimte Plaats: Bink 36, Den Haag www.dagvanderuimte.nl

VIBA-café Goethe en de architectuur van de 21e eeuw Plaats: SVE, Den Bosch www.vibavereniging.nl

4 november Congres NVB-Jaarcongres 2010 Plaats: Kasteel De Vanenburg, Putten (deelname alleen op uitnodiging) www.rostra.nl

6 november Beurs Hout en Groen Wonen 2010 Plaats: Antwerpen www.houtengroenwonen.be

1 & 2 december Congres Nationaal Energie Forum Plaats: Steigenberger Kurhaus Hotel, Scheveningen www.energieforum.nl

18 november Congres Windenergie 2010 Plaats: WTC, Rotterdam www.congreswindenergie.nl

16 en 25 november

4 november

DECEMBER

12 november

Workshop Recht doen aan bomen Plaats: Utrecht www.bomenstichting.nl

2 december

30 november

VIBA-café Houtstook, comfortabel of overlast? Plaats: SVE, Den Bosch www.vibavereniging.nl

17 november Klimaatcongres Plaats: De Fabrique, Utrecht www.senternovem.nl/gemeenten

17 november

Symposium Gezond en Zuinig Binnen Plaats: Leerhotel Het Klooster, Amersfoort www.lente-akkoord.nl

2 december

30 november

Lezingenserie Met excursie door de houtskeletbouwfabriek Plaats: De MAR, Grou www.ipdubo.nl

Visiebijeenkomst Active House Plaats: RDM Campus Congrescentrum www.sbr.nl

Congres Nationaal Congres Bouwen met Leem Plaats: MADE Center, Tilburg www.sbr.nl

januari 17 t/m 22 januari

www.gezondbouwenenwonen.nl

Beurs BAU 2011 Plaats: München www.bau-muenchen.com

Advertentie

“Leverancier van

natuurlijke

en

aan or na-isolatie systemen vo ls Naturetherm van ongeïsoleerde geve e de binnenzijd

stucmaterialen isolatie-systemen”

Stukie van Technostuc

© 2010

Technostuc is gespecialiseerd in afwerkings- en isolatieproducten voor een aangenaam en gezond binnenklimaat. Leem en kalk, en ook houtvezelisolatie, voorkomen schimmel, reguleren de luchtvochtigheid en zijn duurzaam. Oude materialen voor moderne en gezonde oplossingen.

conluto

quick-mix

tubag

natureflex

Voor meer informatie: Technostuc systemen - Robing Design b.v. - T: +31 (0)53 433 03 60

Kijk op: www.technostuc.nl

naturetherm

©

ng met: in samenwerki

n onder wone tie voor gez

binnenisola

diffutherm

Nature therm

sono

wem

conlino

Verstand van stucwerk


SAB adviesgroep is een onafhankelijk ontwerp- en adviesbureau dat zich richt op vraagstukken met betrekking tot stedenbouw en ruimtelijke ordening. Met haar brede kennis en ervaring wil SAB een bijdrage leveren aan de inrichting van de openbare en private ruimte. Kwaliteit en haalbaarheid staan hierbij voorop. SAB is zich nadrukkelijk bewust van de verantwoordelijkheid die zij draagt bij het inrichten van de ruimte. Vanuit dit bewustzijn streeft SAB ernaar de publieke en private markt in Nederland te voorzien van creatieve ontwerpen en onafhankelijke adviezen, die in elk opzicht realistisch en doordacht zijn. Adviezen waaruit respect blijkt voor natuur, cultuur en leefomgeving. SAB wil zo zorgvuldig mogelijk met de inrichting van de ruimte omgaan. De werkwijze van SAB is gebaseerd op drie kernwaarden: gedegenheid, flexibiliteit en betrouwbaarheid. In een wereld die steeds complexer wordt, wil SAB creatieve en kwalitatief hoogstaande oplossingen bieden. Oplossingen, die met de tijd meegaan en zo een brug vormen tussen het hedendaagse erfgoed en de toekomstige inrichting en ordening van de ruimte om ons heen.

www.sab.nl Amsterdam | Arnhem | Eindhoven

adviseurs in ruimtelijke ontwikkeling


Nuon WoonOptimaal

Energiezuinig en comfortabel wonen.

Nuon WoonOptimaal helpt u met het energiezuinig maken van woningen. Dit start met een maatwerkadvies en loopt door tot en met de realisatie van de juiste energiebesparende maatregelen, inclusief de nazorg. Daarmee zorgen we er samen met u voor dat uw bewoners energiezuinig, gezond en comfortabel kunnen wonen.

Nuon helpt. Stimuleren betrokkenheid bewoners.

Wijkgerichte aanpak.

Met een speciaal ontwikkeld

Een complete aanpak, gericht op

communicatietraject vergroot Nuon

kopers en huurders, samen met

de betrokkenheid van bewoners.

gemeenten en woningcorporaties.

Advies op maat.

Uitvoering in één hand.

Ons maatwerkadvies geeft u een

Nuon coördineert de uitvoering

helder inzicht in het rendement van

van maatregelen door gespecia-

energiebesparende maatregelen.

liseerde bedrijven om de kwaliteit te kunnen waarborgen.

Meer weten? Kijk op www.nuon.nl/professionelewoningmarkt of bel 020 892 02 18.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.