Ekoland nr 4/2014 - gratis online versie

Page 1

Thema Stadslandbouw

Bedrijf in beeld Landgoed Eyckenstein 4

No.

04/2014

Een uitgave van Van Westering Groep bv Losse verkoop â‚Ź 8,49

www.ekoland.nl

Thema Stadslandbouw: Goed boeren op gemeentegrond

GRATIS ONLINE VERSIE House of Food in Kopenhagen

Stadslandbouw in het tijdperk van verstedelijking



EKOLAND

april  |  nummer 4 – 2013

bedrijf in beeld

De mooiste groentetuin van Nederland Een paar kilometer buiten het dorp Maartensdijk, schuin tegenover een groot wit landhuis, begint een bospad. De bomen aan weerszijden van het pad groeien tot in de hemel. Het bospad eindigt bij een hoge poort in een lange muur. Daarachter verborgen ligt tuinderij Eyckenstein. NIET ONLINE

10

9

Onderzoek

Stadslandbouw in het tijdperk van verstedelijking De wereld verstedelijkt in een snel tempo. Al die mensen moeten eten. Een immense opgave. Is het produceren van voedsel in de stad – stadslandbouw – een antwoord op de uitdagingen in dit tijdperk van verstedelijking?

Inhoud Opinie

Nieuwe Rubriek Regels & Wetten

Thema Stadslandbouw

bedrijfsvoering

internationaal

In iedere grotere gemeente past 6 een stadsboerderij De consument heeft behoefte aan afstandsverkleining met boer

Goed boeren op gemeentegrond 14 Een gemeente kan zelf het initiatief nemen voor stadslandbouw

House of Food in Kopenhagen Grootkeukens schakelen om naar bio NIET ONLINE

bedrijfsvoering

Bedrijf in beeld

De mooiste groentetuin van Nederland Bioloog Luuk Schouten werd van adviseur biologisch boer in een hele mooie oude moestuin NIET ONLINE

bedrijfsvoering

Regels & wetten - Deel 1 9 Hoe om te gaan met (nieuwe Europese) regelgeving Stadslandbouw & regels Voedsel produceren en verkopen, valt onder de Warenwet

onderzoek

Stadslandbouw in het tijdperk 10 van verstedelijking Welke rol kan stadslandbouw vervullen in het voeden van een groeiend aantal stedelingen OP DE cover: Luuk Schouten FOTO: Bernard Faber

EKOLAND | april – 2014

vaste Rubrieken Editoriaal 5 ______________________________ Landbouwberichten 6 Column Bertus Buizer 7 Recensie Jan Diek van Mansvelt 8 Column Kees van Veluw 9 Marktberichten 28 Biohuis update 29

NIET ONLINE

_____________________________ Trekkers 34

Wordt vervolgd - Deel 34 Bedrijfscontinuïteit in de ­biologische landbouw Zonnehoeve draagt over met nieuwe rechtsvormen NIET ONLINE

handel & Afzet

EKOPartners - Deel 3 De volgende schakel in de bioketen Bio+ wil biologische voeding haalbaar en betaalbaar maken NIET ONLINE Goed boeren op de markt Boerenmarkt brengt biologische producten in de stad NIET ONLINE 3



voor woord

‘Boerloos’ Stadslandbouw, wat moet Ekoland daar nou weer mee? Naast belangrijke pioniers die goedlopende biologische stadsboerderij en –tuinderijen hebben opgezet, is stadslandbouw opeens ‘de redding van alles’. Met stadslandbouw kan je lege kantoorpanden een nieuwe bestemming geven. Hele steden van sla voorzien. Of lekker kneuteren met een tomaat op je balkon, en dat is dan landbouw. Stadslandbouw lijkt soms wel ‘boerloos’. Persoonlijk krijg ik daar alleen maar jeuk van. Voldoende en gezond eten produceren is een vak! Maar ik heb even gekrabd en bijgeleerd. De populariteit van stadslandbouw geeft aan dat mensen zoeken naar een verbinding met hun eten. Biedt dit de biologische sector een extra kans? Kunnen boeren met zin in contact met de stad en burgers naast groentepakketten ook ‘compostpakketten’ gaan verkopen? Of een serie buurtmoestuinen even goed komen ploegen met een fatsoenlijke trekker en de juiste mechanisatie? Of een gevarieerd aanbod zaden en sterk plantgoed doorleveren? Uiteraard als vakman en tegen vergoeding. Ik zie een nieuw soort stadsboer, als dienstverlener voor de ploeterende stadsmens met een groene wens. Een lastiger punt voor de biologische sector is dat stadslandbouw soms niet alleen ‘boerloos’ lijkt, maar ook nog ‘grondloos’. Slateelt in verlaten kantoorgebouwen, onder kunstlicht en in water met voedingsstoffen, brengt de slablaadjes dichtbij de grootstedelijke supermarkt. En zo wordt tegelij-

kertijd een wijk met lege kantoorpanden gerevitaliseerd door kort houdbare groenten of dure kruiden. Tsja. Biologischdynamisch opgevoed, zie ik mijn slablaadjes toch liever met hun worteltjes in de volle, biologisch gecertificeerde grond. Kunnen we voor de helderheid niet pleiten voor een nieuwe naam voor deze vorm van grondloos telen? Kantoorkas ofzo. Allitereert lekker. En is onderscheidend voor de stadslandbouw-pioniers waar stad en land nog een verbinding aangaan, met een boer en op een bodem. In deze Ekoland over stadslandbouw daarom de kansen voor de biologische sector: een Bedrijf in Beeld reportage van Tuinderij Eyckenstein, waar tuinder Luuk Schouten zijn landgoedgroenten in de volle grond teelt voor de burgers in de regio Utrecht. En een portret van de Biologische Boerenmarkt, waar boeren, bakkers, vissers en slagers hun producten direct in de stad komen verkopen. Plus aandacht voor regels en wat grondeigenaren dicht bij de stad – zoals gemeenten of woningbouwcorporaties - met hun percelen en de landbouw kunnen. Daadwerkelijke voorbeelden van binding tussen vakgerichte boeren en betrokken burgers. Ook zin in stadslandbouw? Bekijk je kansen en ontmoet elkaar op de Dag van de Stadslandbouw op 15 mei a.s. in Utrecht in DeFabrique.

Maria van Boxtel Gasthoofdredacteur

colofon ISSN: 0926-9142

Uitgever

Vormgeving

Advertentieacquisitie

Abonnementen

Vilarrica bv, Baarn

Van Westering Groep bv, Baarn T 035-8873531 E sales@ekoland.nl

Ekoland verschijnt 11x per jaar. Een jaarabonnement kan elke maand ingaan en kost € 87,49 (NL) inclusief BTW. Het abonnement wordt ­stilzwijgend verlengd, tenzij twee maanden voor het verstrijken van het lopende abonnementsjaar schriftelijk (kan ook via de website) wordt opgezegd. Indien niet anders is overeen­ gekomen wordt jaarlijks een acceptgiro ter beta­ling van het a ­ bonnementsgeld toegezonden. Adreswijzigingen s.v.p. vijf weken van te­voren schriftelijk opgeven aan de abonne­men­ten­ad­ministratie o.v.v. het oude adres (via de adresdrager of www.ekoland.nl, zie abonnee service).

Jaap van Westering

Aan dit nummer werkten mee

Hoofdredacteur

Frans van Alebeek, Diana Beekvelt, Dick Boschloo, Harry de Bot, Maria van Boxtel, Bertus Buizer, Bernard Faber, Iris van de Graaf, Matthijs de Kruijff, Rob Stokkers, Kees van Veluw, Helmer Wieringa, Han Wiskerke

Kees van Veluw

Gasthoofdredacteur Maria van Boxtel

Eindredactie Bernard Faber

Redactie

Redactie-adres

Maria van Boxtel Eline de Bot Harm Brinks Leen Janmaat

Postbus 696, 3740 AP Baarn T 035-8873531 E redactie@ekoland.nl

Bladmanager

Drukkerij Veldhuis Media, Raalte

Druk

Annemieke Praamstra

www.ekoland.nl EKOLAND | april – 2014

34ste jaargang nr 4

Abonnementen­administratie Van Westering Groep bv Postbus 696, 3740 AP Baarn T 035-8873531 E abonnementen@ekoland.nl ©2014. Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen en/of ­illustraties is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie noch de uitgever aanvaardt enige verantwoor­delijkheid voor schadelijke gevolgen die kunnen ontstaan na gebruikmaking van gegevens uit dit blad.

Ekoland is een uitgave van Van Westering Groep bv @vakbladekoland

Los nummer € 8,49 Het volgende nummer van Ekoland verschijnt op 21 mei 2014

5


De consument heeft behoefte aan afstandsverkleining met boer

De stadsboerderijen lijkt een succes zijn, mede dankzij de In iedere combinaties met zorg en educatie. Ekoland neemt polshoogte stadsboerderijen in Amsterdam, Eindhoven en Almere. grotere bijDe ondernemende stadsboeren passen zich aan de lokale en mogelijkheden aan. Alle drie vinden dat er in gemeente vraag Nederland ruimte genoeg is voor meer stadsboerderijen. past een stadsboerderij Tekst Matthijs de Kruijff | foto’s Dick Boschloo & Ridammerhoeve

Ridammerhoeve

Geiten melken en bezoekers ontvangen vergt creativiteit Geitenboerderij Ridammerhoeve is een stadsboerderij op een bijzondere plek. De Riddammerhoeve ligt namelijk midden in het Amsterdamse Bos en trekt mede daardoor ongeveer 250.000 bezoekers per jaar. Het bedrijf is 25 jaar geleden opgezet door Willem Dam en Corine Riteco en wordt nog altijd door het tweetal gerund. Naast de ongeveer 120 melkgeiten lopen er op de Ridammerhoeve ook een aantal varkens en kippen rond. Het boerenwerk wordt gecombineerd met educatie en zorg, waarmee ook een maatschappelijke taak wordt uitgevoerd.

“We zijn eind jaren tachtig echt begonnen als stadsboerderij”, vertelt Corine Riteco. “Toen al zagen wij het als een kans om ‘het nieuwe boeren’ uit te vinden, door op meerdere terreinen actief te zijn. De focus ligt op onze melkgeiten, maar alleen daarop kan ons bedrijf nooit draaien. Het is dan ook lastig te zeggen

6

hoe ons verdienmodel eruit ziet, omdat alle takken van onze onderneming geld opleveren en met elkaar verbonden zijn.” Het ontvangen van schoolklassen is voor de Ridammerhoeve geen vetpot, maar geldt wel als een stukje marketing. De stadsboerderij is ook een sociale werkplaats. “Dagelijks werken wij met zeven zorgcliënten”, vertelt Riteco. “Dat geeft waardering, maar bovendien helpt het ons bedrijf draaiende te houden.” Van subsidies hoeft de Ridammerhoeve het niet te hebben. “Helemaal in het begin hebben we subsidie gekregen voor het bouwen van een extra gebouw, maar daarna nooit meer”. Volgens haar gaat er zoveel tijd en moeite in het aanvragen van subsidies zitten dat het bijna niet meer loont. ­Crowdfunding heeft de

Corine Riteco

april – 2014 | EKOLAND


opinie

Ridammerhoeve wél geholpen. “Vorig jaar hebben we zonne­panelen kunnen plaatsen met behulp van onze vaste klanten en bezoekers. Dat werkte veel makkelijker en is bovendien leuk, omdat het klanten bindt.” De verdeling van tijd en omzet tussen ­publiek ontvangen en het boeren is lastig in te schatten. “Ik ben vooral druk met managen, terwijl mijn man het boerenwerk op zich neemt. Toch loopt alles dwars door elkaar heen, maar gelukkig hebben we een vijftal vaste medewerkers en een handjevol parttimers ter beschikking”, vertelt Riteco. Zij en haar partner

Ridammerhoeve

Vorig jaar hebben we zonnepanelen kunnen plaatsen met behulp van onze vaste klanten pleiten voor een sterkere groei van het aantal stadsboerderijen in Nederland. “Variatie is aantrekkelijk, meerdere bedrijven zou de stadslandbouw ten goede komen. Met een geitenboerderij om de hoek zou ik natuurlijk niet blij zijn, maar gezonde concurrentie is leuk en goed voor het vak!” De Ridammerhoeve heeft te maken met twee gemeenten, Amsterdam en Amstelveen, van wie de grond is. “Dat kan lastig zijn, maar het toont wel aan dat gemeenten blij zijn met stadsboerderijen”, vindt Riteco. Zij denkt wel te weten waar die waardering vandaan komt: “Wij boeren op een moderne manier en combineren het met zorg en educatie. Daardoor hebben wij een eigen verhaal te vertellen, indirect is dat ook het verhaal van de gemeenten.”

Boer met een publieksfunctie hebben is onbetaal baar

“Uitgangspunt van de Stadsboerderij is dat we de kost verdienen met onze landbouwproductie die akker­ bouw, grove groenteteelt en vleesproductie omvat, en dat de publieksfunctie wordt ingevuld uit de ‘overvloed’ van het landbouwbedrijf”, vertelt Tineke van den Berg. De boerderij is geen decor, maar een praktijk­omgeving voor educatie, voorlichting en zorg. “Deze extra functies zijn onlosmakelijk verbonden met de landbouwfunctie. Het een niet zonder het ander. Zonder de publieksactiviteiten zouden we als Stadsboerderij geen bestaansrecht hebben kunnen opbouwen en waren we dus nooit in aanmerking gekomen om gronden van de gemeente te pachten.” Ook van den Berg vindt het lastig om de verschillen de inkomsten met elkaar te vergelijken. “De meerwaarde van onze combinatie is zo groot dat het bijna armoedig is om die in euro’s uit te drukken. Voor mij is het onbetaalbaar.” Een grove schatting: het aandeel in de omzet van de akkerbouw/groenteteelt is 80%, van de veehouderij/vleesverkoop is 15% en van de publieksfunctie is 5% van het totaal. “De inkomsten van de publieksfunctie komen onder andere uit de verhuur van de boerderijkeuken en andere ruimtes, het geven van lessen aan schoolklassen en rondleidingen”, vertelt Van den Berg. Subsidies ontvangt de Stadsboerderij niet. “We hebben wel eens een projectaanvraag voor ont-

EKOLAND | april – 2014

wikkeling van een initiatief gedaan en beloond gekregen. Ook hebben we voor bepaalde projecten sponsoringen van het bedrijfsleven gekregen. Daarbij werken we altijd met andere organisaties of initia­ tiefnemers samen.” Omdat het landbouwwerk pieken en dalen kent is het lastig om van een vaste tijdverdeling te spreken. “De publieksfunctie is veel constanter, maar al met al ben je toch wel drukker met het houden van vee en verbouwen van groente”, vertelt Van den Berg.

Tineke van den Berg

Je wordt een beetje van de stad

‘Meer dan een boer’ noemt Van den Berg zichzelf: ”Je wordt een beetje ‘van’ de stad en je stemt je bedrijf ook af op de dynamiek van de stad. Zonder te kort te doen aan de peilers van het bedrijf en zonder je te laten verleiden tot hypes en losse flodders die van alle kanten op je af komen vliegen. Het is een combinatie van goed vasthouden aan de kernactiviteiten van je bedrijf en op basis daarvan de stad ten dienste staan.” Ook van den Berg zou graag meer stadsboerderijen zien ontstaan. “Stadslandbouw is zo divers dat ik niet geloof in concurrentie. Ieder bedrijf heeft iets anders, zoekt een eigen doelgroep en draagt iets bij aan ontwikkeling van de omgeving”, vindt stadsboerin. “In Nederland kunnen niet teveel stadsboeren zijn, er zijn consumenten genoeg.”

Stadsboerderij Almere

De Stadsboerderij is gelegen in Almere. Het biologisch-dynamisch landbouwbedrijf doet onder andere aan akkerbouw, houdt vleesvee en heeft een publieke functie. Tom Saat en Tineke van den Berg begonnen in 1996 met hun bedrijf en zijn inmiddels uitgegroeid tot de ‘boeren van de stad’.

7


Age Opdam

Genneperhoeve

Boerderij ingericht voor bezoekers De Genneper Hoeve is een biologisch gemengd bedrijf midden in Eindhoven. Hoofdtaak van eigenaar Age Opdam is het houden van melkvee. Op de boerderij worden ook varkens afgemest en groenten geteeld. Ook In het beheren van natuurgebied wordt ook flink wat tijd en moeite gestopt. De Genneper Hoeve biedt verder dagbesteding aan 25 zorgvragers, terwijl het speciaal opgerichte educatiecentrum schoolklassen opvangt en rondleidt. Alles bij elkaar opgeteld trekt de stadsboerderij ongeveer 50.000 bezoekers per jaar.

“De Genneper Hoeve is een zeer divers bedrijf met veel verschillende inkomstenbronnen”, vertelt Age Opdam. “Onze primaire inkomstenbron is de melkveestapel. De producten die daaruit voortkomen verkopen we voor het grootste deel meteen door aan onze bezoekers.” Daarnaast is de zorgtak van het bedrijf een belangrijke pijler. Dagelijks werken er maarliefst 25 zorgvragers op de boerderij, waarvan er zeventien op het landgoed wonen. “Met het onderhouden met natuurland verdienen we ook wat bij. We maaien bijvoorbeeld flink wat graslanden in de omgeving”, vertelt Opdam. Als laatste speelt ook de educatie een belangrijker rol binnen de bedrijfsvoering van de ­Genneper Hoeve. “Omdat we veel klassen rondleiden zou je kunnen zeggen dat we daarvoor subsidie ontvangen, maar ik ben van mening dat we er wel een dienst voor verlenen”, vindt Opdam. Zijn bedrijf heeft vorig jaar wel gebruikt gemaakt van plattelandssubsidie om investeringen te kunnen doen. “We ontvangen ongeveer 50.000 bezoekers per jaar, maar daar zijn we relatief weinig tijd aan kwijt. We hebben de boerderij

8

Ik besteed 90% van mijn tijd aan het boerenwerk

zo ingericht dat bezoekers zelfstandig kunnen rondlopen en informatie ophalen”, vertelt Opdam. Schoolklassen worden opgevangen door het educatiecentrum. “Het directe werk dat het ontvangen van zoveel bezoekers vergt wordt ons dus voor het grootste deel uit handen genomen, maar achter de schermen zijn we natuurlijk wel altijd druk met de organisatie. Toch ­besteed ik 90% van mijn tijd aan het boerenwerk”, schat Opdam in. Ook van Opdam mag het aantal stadsboerderijen zeker nog groeien. Hij wijst op de aantrekkingskracht van bedrijven als de zijne: “We verkleinen de afstand tussen boer en consument, iets waar steeds meer vraag naar is. Daar profiteren steden en gemeenten ook van. Het merendeel van onze bezoekers komt op de fiets, zo zien het ook graag!” De stadsboerderij is ontstaan uit een collectief initiatief van gemeente, inwoners en Opdam zelf. “Dat toont aan dat een stadsboerderij als die van ons door alle partijen wordt gewaardeerd. Toch kan het lastig zijn om een gemeente te overtuigen van je plannen. We zijn nu aan het knokken om een extra stal te mogen bouwen. ­Hoewel iedereen sympathie heeft voor het nieuwe ­boeren gaat niet alles vanzelf”, vindt Opdam. “Hoewel we eigenlijk midden in Eindhoven zitten voel ik me een echte boer. We worden letterlijk en figuurlijk gezien, de consument weet dat wij zijn voedsel maken.” Toch benadrukt Opdam dat zijn bedrijf geen veredelde kinderboerderij is: “Onze boerderij draait op en om de melkveestapel, maar ook natuur en cultuur hebben wij hoog in het vaandel staan.”

april – 2014 | EKOLAND


bedrijfsvoering

Regels & wetten Deel 1 Hoe om te gaan met (nieuwe Europese) regelgeving

Voedsel produceren en verkopen, valt onder de Warenwet

Stadslandbouw & regels Stadslandbouw als ‘landbouw in de stad’ gaat vaak over buurt- en moestuinen. Veel gemeenten zien het als wijkopbouwwerk en streven naar een mix van enthousiaste burgers en ervaren tuinders. Met verstand aan de slag gaan, is dan een goede leidraad. Het is echter naïef om te stellen dat er geen regels gelden. Elke samenleving bouwt op afspraken en regels. De buurttuinen maken zelf ook regels over taken, geld, activiteiten. De kunst is om de regels niet af telaten leiden van het doel van gezond lokaal voedsel. Tekst Helmer wieringa | Foto Maria van Boxtel

Wij verbouwen groenten en willen die verkopen. Is er kort te zeggen op welke wetten we moeten letten? Iedereen die voedsel produceert en verkoopt, valt onder de Warenwet. De Warenwet bepaalt waar ieder bedrijf op moet letten ter bescherming van de consument. Je kunt er geen vergunning voor krijgen: iedereen moet er aan voldoen. ‘Je moet de wet kennen.’ Verkoop van verse groenten aan jouw klanten heeft geen regels. Hoe meer je met producten doet, hoe meer regels en hoe kwetsbaarder de producten, hoe meer regels er gelden. Voor melk gelden dan ook andere regels dan voor ongesneden groenten. Hygiëne staat voorop, en aantonen dat je daar actief mee bezig bent, is cruciaal (koeling meten, logboek, schoonmaakrooster etc). Allemaal logisch en zo logisch dat het misschien niet in een wet hoeft. Groenten telen met elkaar en de oogst verdelen: gewoon doen. Groenten opslaan en koelen en later verdelen: denk na en vind de regels over schoonmaak, geen afval in de koeling enz.. Groenten EKOLAND | april – 2014

bedrijfsmatig verkopen? Dan gaan alle fiscale bedrijfsregels en brancheregels meespelen. Verder kunnen aan de orde komen: water (legionella), milieubeheer (omvang compost, (snoei)afval, mestopslag), openbare orde (buurtfeestje, alcohol, hinder), besmetting door huisdieren, dieren houden, aansprakelijkheid en belonen vrijwilligers. Voor lezers van Ekoland logisch: slechts met een licentie mag je stellen dat je product ‘biologisch’ is. Hieronder twee detailvragen hoe zoiets uitpakt. Dit zijn formele antwoorden van de rijksoverheid. Mag ik verse producten bereiden in kraampjes? U mag voedsel alleen in (tijdelijk) daarvoor ingerichte bedrijfsruimtes klaarmaken. Zo voorkomt u gevaar voor kruisbesmetting (contact tussen een besmet product en een product dat niet besmet is). Tijdens braderieën en evenementen is zo’n bedrijfsruimte meestal niet voorhanden, maar moeten toch hapjes worden gemaakt. In kraampjes mag u

daarom alleen het eten verwarmen dat u direct verkoopt. bron: www.antwoordvoorbedrijven.nl

Groenten in aparte ruimten opslaan? Groenten die geen koeling nodig hebben, moet ik opslaan in een ruimte met een vloeistofdichte vloer. Dat vind ik vreemd, want de kisten waar de groenten in zitten zijn vaak afkomstig van veilingen zonder vloeistofdichte vloeren. Daarbij snap ik niet waarom ik bepaalde groenten wel en andere niet in een aparte ruimte moet opslaan. De eisen voor het bewaren van groenten zijn beschreven in de Hygiënecode voor het AGF-bedrijf. Vaak zijn de inrichtingseisen zodanig opgesteld dat er gemakkelijk en goed gereinigd kan worden. De regelgeving is samengesteld in overleg met de brancheorganisaties. bron: www.antwoordvoorbedrijven.nl Vergelijkbare vragen en antwoorden, voor boeren en tuinders en voor enthousiaste burgers, staan op www.landregels.nl. Over de regels voor stadslandbouw, publiceert Helmer Wieringa op de Dag van de Stadslandbouw op 15 mei a.s.

9


Welke rol kan stadslandbouw vervullen in het voeden van een groeiend aantal stedelingen?

Stadslandbouw in het tijdperk van verstedelijking

De wereld verstedelijkt in een snel tempo. Tussen nu en 2050 zal de stedelijke bevolking met ongeveer 200 duizend personen per dag toenemen. En al die mensen zullen van eten moeten worden voorzien. Een immense opgave. Er is nu al sprake is van de enorme impact van voedselvoorziening op ons leven en onze planeet, hoe moet dat dan in de komende decennia? Voor welke uitdagingen staan we? En, is het produceren van voedsel in de stad – stadslandbouw – een antwoord op de uitdagingen waar we in dit tijdperk van verstedelijking voor staan? Tekst Han Wiskerke | foto’s Ekoland

S

inds mei 2007 wonen er wereldwijd meer mensen in stedelijk gebied dan op het platteland. De verwachting is dat de groei van de wereldbevolking zich de komende decennia uitsluitend in stedelijk gebied zal voordoen, resulterend in 6.5 tot 7 miljard stedelingen en 2.5 tot 3 miljard plattelandsbewoners in 2050. Anders geformuleerd, tussen nu en 2050 zal de stedelijke bevolking met ongeveer 200 duizend personen per dag toenemen. En al die mensen zullen van eten moeten worden voorzien en dat is, zo stelt Carolyn Steel in haar boek ‘De Hongerige Stad’ een enorme opgave: ‘Het voeden van de stad is een gigantische onderneming; een onderneming die een grotere maatschappelijke en fysieke impact op ons leven en onze planeet heeft dan enig andere menselijke bezigheid. Als we nagaan dat er voor een stad als Londen elke dag voldoende voedsel voor dertig miljoen maaltijden moet worden geproduceerd, geïmporteerd, verkocht,

10

bereid, genuttigd en weer weggewerkt, en dat ongeveer hetzelfde elke dag gebeurt in alle steden op de wereld, dan is het eigenlijk verbazingwekkend dat stadsbewoners überhaupt te eten hebben.’ Als er nu al sprake is van de enorme impact van voedselvoorziening op ons leven en onze planeet, hoe moet dat dan in de komende decennia? Voor welke uitdagingen staan we? En is het produceren van voedsel in de stad – stadslandbouw - een antwoord op de uitdagingen waar we in dit tijdperk van verstedelijking voor staan? Nieuwe kaders. De afgelopen decennia zijn in de geïndustrialiseerde samenlevingen agrarische ondernemers, wetenschappers, onderzoekers, beleidsmakers, voorlichters en agro- en voedselindustrieën er gezamenlijk in geslaagd om de naoorlogse beleidsdoelstelling ‘voldoende en betaalbaar voedsel voor iedereen’ te realiseren. De hoeveelheid en diversiteit april – 2014 | EKOLAND


onderzoek

aan voedselproducten in de supermarkten is indrukwekkend gegroeid, veel verse producten zijn jaar rond verkrijgbaar en het aandeel van het inkomen dat we in de geïndustrialiseerde samenlevingen aan voedsel uitgeven is nog nooit zo laag geweest: in de VS is het minder dan 10%, in Europa varieert het tussen 10 en 20%. De Britse hoogleraar voedselbeleid Tim Lang noemt dit een enorme prestatie “binnen de destijds geldende kaders” en voegt daaraan toe dat de huidige kaders voor de ontwikkeling van landbouw- en voedselsystemen fundamenteel anders zijn dan die van de naoorlogse decennia . Deze nieuwe kaders worden gevormd door een vijftal uitdagingen: 1) veranderende dieetsamenstelling, 2) toenemende schaarste van natuurlijke hulpbronnen, 3) afval, 4) klimaatverandering, en 5) dieet-gerelateerde gezondheidsproblemen. Veranderende dieetsamenstelling. Wereldwijd is er sprake van een geleidelijke toename in het aantal kilo­ calorieën dat per dag persoon wordt geconsumeerd (zie tabel). Er zijn wel grote geografische verschillen, waarbij het verschil tussen geïndustrialiseerde landen (o.a. Europa, Noord-Amerika, Australië) en sub-Sahara Afrika het meest extreem is.

Wij laten burgers de veelzijdigheid van de landbouw beleven

Naast toename in het aantal geconsumeerde kilocalorieën is er ook sprake van een toename van de consumptie van dierlijke eiwitten. Voor dierlijke eiwitten zijn de mondiale verschillen nog veel groter dan voor calorische inname. De toename in consumptie van dierlijke eiwitten is relevant omdat de ecologische voetafdruk van dierlijke eiwitconsumptie veel groter is dan van plantaardige eiwitconsumptie. Of de verwachte groei in consumptie van dierlijke eiwitten de komende decennia ook daadwerkelijk plaatsvindt, valt te betwijfelen, omdat we in Noord Amerika en Europa de laatste jaren een daling in vleesconsumptie zien. Schaarste natuurlijke hulpbronnen. Voor de productie van voedsel zijn hulpbronnen als energie, nutriënten en water onontbeerlijk. Het geïndustrialiseerde voedselsysteem is steeds afhankelijker geworden van fossiele brandstoffen. Was er rond 1950 1 kcal aan fossiele brandstof nodig om 2 tot 3 kcal aan voedingsenergie te produceren, nu zijn er 7 tot 10 kcal aan fossiele brandstof nodig. Kunstmest en bestrijdingsmiddelen, lange afstand transport van voedsel, gekoeld trans-

Energie (kcal p.p./dag)

port en opslag, industriële verwerking en verpakking: al deze onderdelen van de voedselvoorzieningsketen behoeven fossiele brandstoffen en de omvang van al deze onderdelen is in ruim 60 jaar enorm toegenomen. Dit maakt het geïndustrialiseerde voedselsysteem niet alleen energie-inefficiënt, maar ook kwetsbaar in het licht van piek-olie (het moment waarop de vraag naar olie de productiecapaciteit gaat overtreffen). Het betekent ook dat stijgende olieprijzen ook zullen resulteren in stijgende voedselprijzen. Dat is vooral een probleem in veel ontwikkelingslanden waar tot 80% van het inkomen aan voedsel wordt besteed. Een tweede hulpbron die schaarser wordt is water. Volgens het watervoetafdruk-netwerk, opgericht door hoog­leraar waterbeheer Hoekstra van de Universiteit Twente, wordt 92% van de mondiale watervoetafdruk veroorzaakt door voedselproductie. Met name de productie van dierlijke eiwitten behoeft veel water. Zo is er voor de productie van 1 kg rundvlees 15 duizend liter water nodig. In bepaalde delen van de wereld is er reeds een tekort aan water voor voedselproductie en wereldwijd zullen deze tekorten toenemen. Afval. Van al het voedsel dat wordt geproduceerd, wordt ruim 35% niet geconsumeerd. In veel ontwikkelingslanden is er sprake van verliezen door bederf tijdens opslag en/of transport. In veel geïndustrialiseerde landen wordt een deel van het gekochte voedsel weggegooid omdat er teveel is ingekocht of omdat de uiterste houdbaarheidsdatum is verstreken. De toename in het gebruik van bewerkt en verpakt voedsel draagt ook bij aan de groei van de afvalberg. Ruim een derde van al het stedelijk afval bestaat uit voedselresten en voedselverpakking. Het verzamelen en verwerken hiervan kost geld en brandstof en belast het milieu. Het recent verschenen vijfde IPCC klimaatrapport laat zien dat de opwarming van de aarde als gevolg van menselijk handelen doorgaat en de gevolgen ervan zelfs onomkeerbaar zullen zijn als er nu niet wordt ingegrepen. Er wordt in het nieuwe ­rapport onder andere gerept over slinkende watervoorraden en heviger wordende hittegolven en zware regens. Met name de negatieve invloed van klimaat­verandering op de voedselproductie is volgens de o ­ pstellers van het rapport zorgwekkend, temeer omdat de wereld niet is voorbereid op de gevolgen ervan.

Vlees (kg p.p./jaar)

Zuivel (kg p.p./jaar)

Jaar

1965

2000

2030

1965

2000

2030

1965

2000

2030

Wereld

2350

2800

3050

24

36

45

74

78

90

Geïndustrialiseerd

2950

3350

3500

62

88

100

189

212

221

Sub-Sahara Afrika

2050

2250

2500

10

9

13

29

29

34

EKOLAND | april – 2014

11


De belangrijkste sociale betekenis van stadslandbouw is de bijdrage aan voedselzekerheid Gezondheid. Alhoewel er momenteel, vanuit calorisch opzicht bezien, meer dan voldoende voedsel wordt geproduceerd om iedereen ter wereld te voeden, hebben we wereldwijd te kampen met omvangrijk dieet-gerelateerd gezondheidsprobleem. Enerzijds is er sprake van honger door tijdelijke of chronisch ondervoeding, anderzijds van overgewicht en obesitas. De meeste schattingen komen uit op 350 miljoen mensen die enkele maanden per jaar ondervoed zijn en 850 miljoen mensen die chronisch ondervoed zijn. Dit kan betrekking hebben op een tekort aan calorieën, maar ook op een deficiëntie aan micronutriënten als gevolg van een te eenzijdig dieet. Daarnaast telt de wereld 1.4 miljard mensen die lijden aan overgewicht of obesitas. In een deel van de gevallen gaat obesitas samen met een deficiëntie aan micronutriënten, omdat de ongezonde 12

calorieën vaak de goedkoopste zijn. Honger en obesitas kennen dan ook deels dezelfde oorzaak, namelijk armoede, waardoor de toegang tot en betaalbaarheid van gezond voedsel wordt belemmerd. Wat is stadslandbouw? Alvorens in te gaan op de vraag of en hoe stadslandbouw een antwoord is op de hierboven uiteengezette nieuwe kaders, is het belangrijk om aan te geven wat onder stadslandbouw wordt verstaan. Stichting RUAF omschrijft stadslandbouw als agrarische productie (zoals planten, vee, vis, bomen) in urbaan en peri-urbaan gebied voor voedsel (groenten, fruit, melk, eieren, vlees) en andere gebruiksdoelen (bloemen, medicinale kruiden, veevoer, agrotoerisme, wateropvang, stedelijk groen) en de daaraan gerelateerde voorziening van inputs, transport, verwerking, april – 2014 | EKOLAND


onderzoek

Het voeden van de stad is een gigantische onderneming.’ ‘92% van de mondiale watervoetafdruk wordt veroorzaakt door voedselproductie.

vermarkting en ondersteunende diensten. Kenmerkend voor stadslandbouw is de verwevenheid met het stedelijke systeem: het maakt gebruik van stedelijke bronnen, het staat onder invloed van stedelijke weten regelgeving en het is gericht op het leveren van producten en diensten aan stedelingen. Wereldwijd is er sprake van een enorme diversiteit aan soorten stadslandbouw, die samenhangt met locatie (in of aan de rand van de stad, in de grond of in of op gebouwen, in Europa of sub-Sahara Afrika), het type productie (groente, vis, gevogelte), de schaalgrootte, de mate van marktoriëntatie (hobby, zelfvoorzienend of commercieel), de gebruikte technologie en de mate van verweving met andere activiteiten, producten en diensten (bijvoorbeeld zorg, educatie, waterberging, energie of biodiversiteit). De (potentiële) betekenis van stadslandbouw. Wat is nu de betekenis van stadslandbouw bekeken vanuit de nieuwe kaders voor ons landbouw- en voedselsysteem? Alhoewel hier geen eenduidig antwoord op kan worden gegeven – daarvoor is de diversiteit aan vormen van stadslandbouw te groot – geeft een gestaag groeiend aantal wetenschappelijke studies wel zicht op de (potentiële) sociale, economische en ecologische betekenis van stadslandbouw. De belangrijkste sociale betekenis van stadslandbouw is de bijdrage aan voedselzekerheid. Met de toenemende verstedelijking neemt ook de armoede in steden toe. Zelf voedsel produceren kan dan een manier zijn om voor een deel de eigen voedselvoorziening te waarborgen. Het gaat hierbij vooral om groente, fruit, eieren en kippenvlees; 50-90% van de stedelijke consumptie van deze producten wordt in sommige steden in Afrika en Azië voorzien door stadslandbouw. Verder lijkt, maar daar is meer onderzoek voor nodig, stadslandbouw een middel te zijn voor wijkopbouw en het versterken van sociale cohesie. Stadslandbouw kan ook een rol vervullen in voedsel, natuur- en milieueducatie van kinderen, in het verlenen van zorg en het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving. De economische betekenis betreft werkgelegenheid en de ontwikkeling van nieuwe bedrijven en markten. Voedselproductie in steden is vaak arbeidsintensief en stimuleert soms ook de ontwikkeling van nieuwe economische activiteiten op het gebied van voedselverkoop (markten), distributie (directe levering aan horeEKOLAND | april – 2014

ca of keukens van publieke instellingen) en verwerking (nieuwe producten) alsmede nieuwe toeristische arrangementen (een wandel of fietstocht langs stadslandbouwinitiatieven en andere voedselplekken in een stad, zoals bijvoorbeeld in de Old Amsterdam food tour). De ecologische betekenis van stadslandbouw is meerledig. Ten eerste kan stadslandbouw een belangrijke rol spelen in het sluiten van kringlopen. Het kunnen locaties zijn waar stedelijk GFT afval kan worden verzameld en gecomposteerd, waarbij de compost de meststoffen levert voor voedselproductie. Maar ook rioolwater, overtollig regenwater en menselijke urine en ontlasting kunnen als hulpbron worden ingezet in stadslandbouw. Daarmee kan stadslandbouw een antwoord zijn op de uitdaging van schaarser wordende natuurlijke hulpbronnen. Ten tweede biedt stadslandbouw de mogelijkheid om functies ruimtelijk te combineren. Laten we het voorbeeld nemen van stadslandbouw op platte daken. Groene daken hebben een isolerende werking, waardoor er minder energie nodig is om gebouwen warm dan wel koel te houden. Maar groene daken dragen ook bij aan mitigatie van klimaatverandering; door meer groen in de stad kan hittestress worden verminderd en kan de waterbergingscapaciteit van een stad worden vergroot. En groene daken hebben ook een positief effect op de stedelijke biodiversiteit, het wegvangen van fijn stof en het omzetten van CO2 in zuurstof. Dit alles tezamen kan resulteren in een gezondere leefomgeving. Tot slot draagt stadslandbouw bij aan het verkorten van de voedselketen. Dit kan leiden tot een vermindering van het gebruik van fossiele brandstoffen en tot een betere toegang tot vers voedsel en gezondere calorieën. Het optimaal benutten van de meervoudige betekenis van stadslandbouw valt of staat met: a)het onderkennen van de sociale, economische, ecologische en gezondheidsimpact van het voedselsysteem op de stad, b) het herkennen van de meerwaarde van stadslandbouw en c) het opnemen van voedsel(productie) op de stedelijke beleidsagenda. Dit gebeurt, zij het soms nog mondjesmaat, in steeds meer steden. Zo ook in ­Nederland in steden als Rotterdam, Amsterdam, ­Almere, Groningen, Amersfoort en Ede. Johannes (Han) S.C. Wiskerke is hoogleraar Rurale Sociologie, Leerstoelgroep Rurale Sociologie, Wageningen University en Lector Voedsellandschappen, Academie van Bouwkunst, Amsterdamse Hogeschool van de Kunsten

13


Een gemeente kan zelf het initiatief nemen voor stadslandbouw

Goed boeren op gemeentegrond

S

tadslandbouw is werkende landbouw in of aan de rand van de stad, waarbij de verbinding ­tussen burgers, boer en land centraal staat. Vaak wordt gezegd dat stadslandbouw niet of moeilijk mogelijk is vanwege beperkende regelgeving of knellende bestemmingsplannen. Als adviseur van verschillende gemeenten heeft planoloog Helmer Wieringa deze ervaring niet. “Het opzetten van een stadsboerderij kan ingewikkeld zijn en de bestuurders moeten echt willen”, vertelt hij, “maar de ruimtelijke ordening biedt gemeenten ook mogelijkheden om juist te sturen op duurzame ontwikkeling in de land- en tuinbouw.” Het begint met een grondge­ bonden structuurvisie gericht op ‘groene’ landbouw. De gemeente kan duurzaamheid heel goed opnemen als leidend principe in het bestemmingsplan. “Om duurzame landbouw in het buitengebied of een biologische stadsboerderij echt van de grond te krijgen, zijn gemeentebestuurders met wat durf nodig.” Gemeentegrond verpachten. De eenvoudigste manier om een stadsboerderij te realiseren is door gemeentegronden te verpachten. Gemeenten zijn vaak eigenaar van gronden met een groene functie. De gemeente kan dan een duurzame vorm van stadslandbouw vastleggen in het pachtcontract of in een maatwerkbestemming. Stadsboeren Tineke van den Berg en Tom Saat pachten van de gemeente Almere gronden die de gemeente (nog) niet nodig heeft voor stadsuitbreiding. Het rundvlees van de Stadsboerderij wordt verkocht op de boerderij en op de boerenmarkt in Almere. Burgers en scholieren zijn welkom om een kijkje te nemen op de boerderij. Ook boer Age Opdam en boerin Mirjam Matze van de Genneper Hoeve in Eindhoven delen dagelijks hun erf met stadsbewoners. Mensen die graag de varkens in de modderpoel bekijken, langs de kippen in de wei scharrelen en kaas uit eigen kaasmakerij kopen. De gemeente kocht de grond in de Genneper Parken en gaf deze uit aan een stichting om een ruim groengebied te handhaven en er een biologische boerderij te vestigen. Age en Mirjam zijn al 12 jaar in dienst van de stichting. Ze ontvangen ruim 25.000 bezoekers per jaar en runnen sinds 2007 als zelfstandige ondernemers in een VOF de Genneper 14

Grazend vee naast station Almere? “Mijn koeien verbeteren het woonklimaat in deze groeiende stad”, zegt stadsboerin Tineke van den Berg stellig. Veel gemeenten zoeken naar vitalisering van het platteland en naar contact tussen de stedeling en de boer. Stadslandbouw biedt daartoe goede mogelijkheden. De gemeente – of een andere grondeigenaar – kan deze ontwikkeling zelf aanjagen. Tekst Maria van Boxtel | foto’s De Nieuwe Akker


Bedrijfsvoering

Tips voor gemeenten of andere grondeigenaren • Verken ondernemerschap. Landbouw stopt niet om vijf uur ’s middags of in het weekend, en juist dan willen burgers een bezoek brengen aan de stadsboerderij. Een ondernemer doet waar hij goed in is en maakt keuzes gericht op continuïteit van het bedrijf. • Bied voldoende omvang. In grond (minimaal 3 hectare voor groenteteelt met directe verkoop; meer voor bijvoorbeeld veehouderij) of in het bieden van ruimte in regelgeving van andere verdienmogelijkheden (zorg, recreatie, horeca). • Langjarige contracten. Biologische landbouw werkt aan de opbouw van een goede bodemvruchtbaarheid. Dat gaat beter met een zesjarig pachtcontract dan steeds een ‘jaartje verlengen’. Gun stadslandbouw dat vertrouwen.

Hoeve. “We hebben de boerderij met het landgoed van 40 hectare in erfpacht. Daarnaast beheren we 85 hectare aan natuur en akkerbouw in de stadsrand. Werken als ondernemer geeft meer vrijheid van ­handelen”, zegt Age. “Juist omdat de Genneper Hoeve draait op het grensvlak van landbouw, natuur en mensen, is er enorm draagvlak onder de burgers van Eindhoven. Wij laten burgers de veelzijdigheid van de landbouw beleven.”

Wij laten burgers de veelzijdigheid van de landbouw beleven

Bronvermelding: www.nieuweakker.nl www.stadsboerderijalmere.nl www.genneperhoeve.nl

Gemeenten nemen soms ook zelf het initiatief voor nieuwe bedrijven. Meppel zocht als groeikern naar een verbinding van nieuwe stadsuitbreiding en voormalig platteland. Nieuwbouwwijk Nieuwveense Landen is gepland tussen groenstroken waarop ­bio­logische (be)leefboerderijen de nieuwe bewoners recreatiemogelijkheden bieden. Bewoners kunnen direct producten kopen bij de boerderij. Planoloog Helmer Wieringa: “Voor de gemeente Meppel heb ik meegewerkt aan een speciaal bestemmingsplan waarin precieze criteria zijn opgenomen voor een biologische beleefboerderij. Daar hebben we ondernemers bij gezocht en gevonden. Stadsboerderij de Paardenbloem draait nu.” De gemeente is nog bezig de nieuwbouwwijk Nieuwveense Landen te realiseren. Het opzetten en uitbouwen van stadsboerderijen duurt vaak enkele jaren. Naast bestuurders met durf zijn dus ook boeren en tuinders met doorzettings­ vermogen nodig om een stadsboerderij tot een ­succes te maken.

Veilig met juridisch vastgelegde biologisch landbouw Niet alle stadsboerderijen zijn biologische bedrijven. Toch biedt biologische landbouw grondeigenaren als gemeenten, projectontwikkelaars en corporaties een extra kans. Bijvoorbeeld in de discussie met burgers over het gebruik van chemischsynthetische bestrijdingsmiddelen. In de biologische landbouw zijn ze niet toegestaan en kunnen dan geen overlast voor vlakEKOLAND | april – 2014

Boeren op grond van een woningbouwcorporatie. Tuinder Jan Jaap Scholten van de Nieuwe Akker ­nabij Deventer ziet ook goede kansen voor jonge boeren om te starten op grond van woningcorporaties. Na ruim 15 jaar in de psychiatrie gewerkt te hebben, stapte hij over naar een biologische zorgboerderij. “Ik zag de boerderij als goed middel om aan zorg te doen”, zegt hij. Jan Jaap deed landbouwervaring op bij verschillende tuinderijen, maar raakte echt gegrepen door Community Supported Agriculture. “Ik hoorde alle verhalen van CSA-tuinders en ik dacht ‘dat ga ik ook doen’. Gewoon grond huren en beginnen.” In de regio rondom zijn woonplaats Deventer vond hij een gestopte varkenshouder die wel grond wilde verhuren. De teelt ging geweldig, maar het aantal burgers dat lid werd bleef helaas beperkt, mede door de afstand tot de stad, zo’n acht kilometer fietsen. Ook omdat de varkenshouder zijn privacy weer terug wilde, verhuisde Jan Jaap zijn tuin naar grond van een woningbouwvereniging. “Zij konden niet bouwen, en zien de Nieuwe Akker als zinvol gebruik waarmee ook de bewoners van naburige wijken elkaar kunnen ontmoeten. Ik denk dat er ook voor andere ondernemers kansen liggen om op zulke gronden een tuin te starten. Ik heb nu een pachtcontract voor vijf jaar.” Met die tijdelijkheid raakt Jan Jaap een teer punt. Als biologische boer wil je natuurlijk langjarig over de grond kunnen beschikken, om een goede bodemvruchtbaarheid op te bouwen. “Ook tijdelijk kan heel lang duren,” lacht hij.

bij wonende burgers veroorzaken. Dit is afdwingbaar voor de grondeigenaar, want ‘biologisch’ is wettelijk vastgelegd. Door een juridische koppeling naar biologische landbouw op te nemen in een pachtcontract, of door een maatwerkbestemming voor de gronden van een stadsboerderij vast te leggen, kan een grondeigenaar een duurzame en veilige productie afdwingen. Concrete voorbeelden staan in het IPO rapport ‘Ruimte voor biologische landbouw’ (www.landwerk.nl). 15


Trekkers Ter overname Biologische Groente kraam in Deventer op zaterdag. Wegens het openen van een winkel. Info bij Meindert Landgoed Tongeren het nieuwe biologische melkvee- en zorgbedrijf Boerderij Buitengewoon te Epe, wil in september 2014 starten met melken. Daarom zoeken Hidde en Nynke nog ongeveer 20 oudere melkkoeien. Juist dieren die niet meer drachtig hoeven te worden, maar nog wel in het laatste jaar worden gemolken, zijn interessant. Heb je melkkoeien over voor vervroegde uitstoot richting de nieuwe vrijloopstal op Landgoed Tongeren? Neem dan contact op met Nynke en Hidde Abels-Pos op 06-144 543 54 of www.boerderijbuitengewoon.nl Te koop, met een optie tot uitbreiden, voormalig biologisch fruitbedrijf in West Friesland. De familie zoekt (na 30 jaar succesvol biologisch beheer) opvolgers, met oog voor de kwaliteit van de grond en omgeving. Een aaneengesloten perceel, de fruitbomen zijn nagenoeg gerooid van 3 ha, heel mooie zavelgrond (16% afslibbaar). Het bedrijf is goed ontsloten en fraai gelegen, nabij een grote

BIOLOGISCHE VOEDERS BV

woonkern met zeer goede perspectieven voor de ontwikkeling van neventakken. Goede mogelijkheden voor jonge startende ondernemers in de biologische tuinbouw. Het bedrijf heeft tot eind 2014 in ieder geval nog een Skal-licentie. Interesse? Lees na op www.landgilde.nl of schrijf naar Kees Water, Ekopart, “Bedrijf NH” Westerkerkweg 81, 1606 BB Venhuizen. Ter overname : Biologische Geitenkaasboerderij - Geitenstal, melkstal, kaasmakerij, winkel aan huis, marktplaats, hooischuur, graansilo’s, 7 ha grond, 7 ha pacht, veestapel ± 45 geiten, machinepark, voorraden, woonhuis 125m², kelder 55m², moestuin. Om de kneepjes van dit bedrijf over te dragen is, indien gewenst, parrainage mogelijk. Wij staan open voor onderhan­delingen. Vraagprijs : € 255.000,- kk Foto’s: http://lagravette.mijnalbums.nl. fransanya@hotmail.com, 0033(0)254311074 Te koop: Stokland zaaimachine met reserve zaaipijpen. tel. 0503095676/0610747152. smit@duon-advies.nl

voeders e h c is g lo io b in t s li ia c e De sp De biologische voeders worden apart geproduceerd in onze fabriek te Schalkwijk en zijn leverbaar in de gehele BENELUX Informatie: Tel. 0416-315770 - Fax 0416-315779 Zomerdijkweg 2 - 5145 PK Waalwijk NL info@van-gorp.com - www.van-gorp.com

Kijk op www.kopersporen.nl voor een uitgebreide catalogus

PKS-tuingereedschap van nature beter! PKS-tuingereedschap van brons werkt gemakkelijker, roest niet en is beter voor de grond Kopersporen • Sparrenlaan 5 • 9401 RA Assen • tel: 0592-319402

SOS Save Our Seeds

Advertentietekst per e-mail, sturen naar:

trekkers@ekoland.nl Vermeld altijd duidelijk het adres waar de rekening naar toe moet w ­ orden gezonden.

AND

AND

Organic growth in Belgium

SUSTAINING SOIL FERTILITY

EMPOWERING SMALLHOLDERS

Sustainable Cocoa production and market

green

No 1 // February 2014

No 3 // November 2013

AND

The future for organics is sweeter than honey

ecology

ecology

No 2 // June 2013

economy is going to come by wisdom or by crisis

Van Westering Groep bv

Brazil and the World Football Cup, how does this affect organics?

Growth in the American organic sector

ecology

No. 1 // February 2013

The

voor particulieren en land- en tuinbouwbedrijven € 5,- (excl. BTW) per regel (±30 tekens, incl. spaties of minder)­. Vet‑gedrukt € 5,extra per regel. Minimum plaatsing € 15,-. Duidelijk aangeven welke tekst vet gedrukt moet worden.

VAN GORP

Who Made your clothes?

Towards the best manure

GLOBAL GREEN ACTION ROOF TOP MARKET GARDENS

Organic spirits and liquors

ecology farming AND

thors With au nd u from aro e the glob

aders With re an th in more ies ntr 165 cou

The quarterly worldwide magazine on organic farming, for decision makers in the organic industry, farming, trade, processing, retail, governments and non-governmental organizations. Quarterly magazine on organic agriculture.

Subscribe Now!

www.ecologyandfarming.com Annual subscription fee: €44,Ecology and Farming is published by Van Westering Groep bv, the Netherlands, under the auspices of IFOAM




Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.