
4 minute read
De blauwe draak
De blauwe draak, ook wel de blauwe engel genoemd, verdient wel degelijk zijn eerste naam, want hij is allesbehalve een engel. Vermits deze slak meer en meer wordt waargenomen in Europese wateren is het de moeite waard om kennis te maken met deze gevaarlijke bengel.
Het dier heeft wel iets van een draak als je naar zijn rare uitsteeksels kijkt. Zijn kleurenpracht versterkt dat nog eens, maar de Glaucus atlanticus (blauwe draak) is een zeenaaktslak die behoort tot de schelploze buikpotige weekdieren. Deze draak kan tot 6 cm lang worden en onder de juiste omstandigheden kan hij wel een jaar leven. Hij komt meestal voor bij Zuid-Afrika en Australië, maar soms vind je hem ook in Europese wateren. Zo wordt hij al vele jaren op de Azoren gespot en vrij recent nog werd hij gezien op de stranden van Tenerife, waar je hem na hoog- of springtij kan aantreffen.
Advertisement

Er bevinden zich twee soorten in de Glaucidaefamilie. Glaucus atlanticus is de grootste en wordt 40 tot 60 mm groot. Glaucus marginatus wordt slechts 17 mm groot.
lui
Deze zeeslak is zeker geen actieveling, ze is pelagisch en leeft dus in open zee. Met behulp van een met gas gevulde zak in de maag, drijft de blauwe draak aan de oppervlakte. Bijzonder is dat deze soort door de ligging van de gaszak ondersteboven drijft. Aan het wateroppervlak zie je de voet (onderkant van een slak), die een blauwwitte kleur heeft. De rugzijde, die zich dan onder water bevindt, is helemaal zilvergrijs. De draak maakt dan ook gebruik van 'countershading'. Bij deze vorm van camouflage is de blauwe kant (de donkere kant) van het lichaam naar boven gericht en versmelt zo – van boven bekeken – met het blauw van het water. De zilvergrijze kant (de lichtere kant) van de zeeslak is naar beneden gericht en versmelt met het zonlicht dat weerkaatst op het oceaanoppervlak, wanneer van onder water naar boven wordt bekeken. Dat helpt hem beschermen tegen roofdieren die zowel van onderuit als van bovenaf kunnen aanvallen. Zo gaat de blauwe draak
Foto: Sahara Frost.
Paren gebeurt met de buikzijde naar elkaar: de onderste zeenaakslak zwemt dan op haar rug met de zilvergrijze kant naar boven gericht.

drijvend door het leven tot hij in de buurt komt van zijn prooi. Doordat hij een plat, toelopend lichaam heeft en zes aanhangsels die zich vertakken in stralende, vingervormige 'cerata' (papillen) kan hij zich omdraaien. Door zijn 'cerata' te gebruiken om zwembewegingen te maken, kan hij zich langzaam naar een partner of een prooi toe bewegen.
'Cerata' zijn uitstulpingen op de rugzijde van sommige naaktslakken. Deze papillen kunnen beschouwd worden als secundaire kieuwen. Ze bevatten soms uitlopers van de middendarmklier.
gek op kwallen
De zeenaaktslak is verzot op neteldieren. Dat is de groep dieren waartoe de kwallen ook behoren. Van een kwallenbeet is deze zeebewoner allesbehalve bang. Integendeel, het is bekend dat hij jaagt op het gevaarlijke en giftige Portugees oorlogsschip (Psysalia physalis), de bij-de-wind-zeiler of het bezaantje (Velella velella), de blauwe knop (Porpita porpita) en de paarse zeezeiler (Janthina janthina).
Het giftige Portugees oorlogsschip is zijn favoriet. Die verslindt hij helemaal met behulp van zijn radula, te vergelijken met een tong, die gekartelde tanden heeft, waarmee hij zijn prooi kan vastgrijpen en afbreken.
gifbommetje
Terwijl het Portugees oorlogsschip voor de kust van Australië regelmatig voor pijnlijke wonden bij mensen zorgt, heeft het blauwe draakje daar geen last van vanwege zijn immuniteit tegen de giftige nematocysten (netelblaasjes).
Erger nog, hij lijkt de meest giftige nematocysten te selecteren en op te slaan voor eigen gebruik. De nematocysten worden verzameld in gespecialiseerde zakjes aan het uiteinde van de cerata van het dier. Omdat de blauwe draak het gif concentreert, kan hij een krachtigere en dodelijkere steek produceren dan het schip dat hij verwoest heeft. Altijd handig, want zodra de blauwe draak zich moet verdedigen, gebruikt hij dat opgeslagen gif als een krachtig wapen.
Een nematocyt is een explosieve cel die één gigantisch organel (een cel met een specifieke functie) bevat, namelijk een nematocyst. De nematocyst kan een angel of pijl, die een gif bevat, afschieten naar andere organismen. Het wordt gebruikt om prooien te vangen of als verdediging tegen roofdieren.
voorzichtig benaderen
Blauwe draken zijn hermafrodieten (zowel mannelijk als vrouwelijk) en proberen de giftige papillen van hun partner te vermij-
Countershading
'Countershading' of omgekeerde schaduwwerking), ook gekend als de Wet van Thayer is een vorm van camouflage, waarbij de bovenkant van het dier of object donkerder en de onderkant juist lichter van kleur is. Deze vorm van camouflage komt voor bij zowel de prooi als bij het roofdier. Een voorbeeld is de witte haai. De onderkant van het dier is wit, waardoor prooien, die onder de haai zwemmen en naar boven kijken, denken dat ze het wateroppervlak zien. Van bovenaf zien ze enkel grijs en denken ze dat ze de zeebodem zien. De omgekeerde schaduwwerking zie je ook bij bijv. pinguïns en meeuwen. Deze techniek wordt trouwens ook bij militaire camouflage gebruikt, zoals bij een militair vliegtuig.
den. Als ze toch paren, gebeurt dat met de buikzijde naar elkaar gericht. Na het paren zijn beide individuen in staat eieren te leggen en kunnen ze er tot 20 aan een eierkoord loslaten, vaak in stukken hout of karkassen.
Mensen die de slak oppakken, kunnen een zeer pijnlijke en potentieel gevaarlijke steek krijgen. Dat gaat gepaard met symptomen die vergelijkbaar zijn met de symptomen die door het Portugese oorlogsschip veroorzaakt worden, namelijk misselijkheid, pijn, braken en allergische reacties. Je bent alvast gewaarschuwd.
CHRISJE DEMUYNCK