Zorg voor beweging Jaarmagazine 2013

Page 61

dokter dan de beperking van de beweeglijkheid van één of beide bovenbeentjes”, zegt prof. dr. Jan Visser. Hij is bijzonder hoogleraar kinderorthopedie aan de Rijksuniversiteit Groningen en auteur van verscheidene boeken over problemen bij het bewegingsapparaat van kinderen.

Heupkop vormt de heupkom Aangeboren heupdysplasie is een lichte afwijking, waarbij de kom van het heupgewricht te ondiep is. Bij jonge kinderen is de behandeling vaak eenvoudig. Een spreidbeugel houdt de kop van het bovenbeen in het midden van de kom. Door de druk van de kop ontwikkelt zich een betere, diepere kom. Visser: “Ik vergelijk het met het drukken van je vuist in de klei: de kom vormt zich om de kop.” Ernstiger, en zeldzamer, is een aangeboren heupontwrichting. Dan is de kom soms zelfs zo vlak, dat de kop er gemakkelijk uitschuift. Als dat tijdig wordt ontdekt, liefst voor de leeftijd van een half jaar, dan is behandeling met de al genoemde spreidbeugel vaak ook succesvol. Bij 80 procent van de patiëntjes lukt dat. Alleen opereren als het echt moet Er blijft een kleine groep kinderen over bij wie de orthopedisch chirurg de heupkop onder narcose handmatig in de kom plaatst. Hierbij volstaat een nabehandeling met een gipsbroek van drie maanden. “Vroeger was dat vaak zes tot negen maanden”, aldus Visser. Soms is een aanvullende operatie nodig. “Daarbij maken we de heupkom dieper, zodat de kop er beter in past.” Na zo’n operatie is ook een gipsbroek nodig, maar dan voor een kortere periode: zes weken. Minder slijtage en op hogere leeftijd De praktijkervaring van Visser wijst uit

orthopedie houdt nederland in beweging

A

B

C

D

dat de resultaten sterk zijn verbeterd. “Heupdysplasie kan de slijtage van het heupgewricht versnellen. Nog niet zo lang hadden heel veel mensen met heupdysplasie al rond hun vijftigste levensjaar een ernstig versleten heup. Door de verbeterde behandeling is dit aan het verschuiven: minder ernstige slijtage en op hogere leeftijd.” Kindvriendelijker behandelingen De verbetering van het behandelresultaat gaat hand in hand met een vermindering van het ongemak voor kind en ouders. Ook hier ontbreken keiharde cijfers, maar de praktijkervaringen wijzen het uit. Visser: “Er zijn tegenwoordig spreidbroeken die gemakkelijker aan en uit kunnen. Een luierverschoning is daardoor geen worsteling meer.” En de gipstechnieken zijn sterk verbeterd. Meestal worden nu

Op deze tekeningen ziet u een rechter heupgewricht: de kop van een rechterdijbeen in de kom van de rechterhelft van het bekken. A Normaal heupgewricht. B Heupdysplasie: de kom is te ondiep waardoor de kop er niet helemaal in past. C Gedeeltelijke heup­­ ont­wrichting (subluxatie): de kop steunt tegen de rand van de kom. D Heupontwrichting (luxatie): de kop ligt geheel buiten de kom. Door de druk van de kom op het bekken is zelfs een nieuwe, ondiepe kom gevormd.

kunststofmaterialen gebruikt: lichter en hygiënischer dan gips. Nog beter worden Voor Visser en zijn collega-kinderorthopeden is én blijft het een van de uitdagingen om de behandelresultaten nog verder te verbeteren. Visser pleit ervoor de operatieve behandeling van aangeboren heupontwrichtingen in Nederland te concentreren in bijvoorbeeld drie tot vijf ziekenhuizen. Zulke complexe heupproblemen bij kinderen zijn immers zeldzaam, zowel voor huisartsen als voor orthopeden. “Als we die operaties concentreren, krijgen minder artsen meer te doen. Dat leidt zonder twijfel tot nog betere zorg.”  www.zorgvoorbeweging.nl, voor meer informatie over aangeboren heupdysplasie.

61


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.