6ToendaaldenSeth,Evaenhunkinderenvandebergaf naardeGrotmetdeSchatten.
7MaarAdamwasdeeerstediestierfinhetlandvanEden, indeGrotmetSchatten.Erstierfimmersniemandvóór hem,behalvezijnzoonAbel,dievermoordstierf.
8ToenstondenallekinderenvanAdamopenhuildenover hunvaderAdamZebrachtenhemoffers,honderdveertig dagenlang.
HOOFDSTUK11
1NadedoodvanAdamenEvascheiddeSetzijnkinderen endekinderenvanzijnkinderenvanKaïnskinderen.Kaïn enzijnnakomelingentrokkennaarhetwestenenwoonden daar,tenzuidenvandeplaatswaarhijzijnbroerAbelhad gedood.
2Setenzijnkinderenwoondenechternoordwaarts,opde bergmetdeGrotderSchatten,omdichtbijhunvader Adamtezijn.
3EnSet,deoudste,waslangengoed,meteenedelharten eensterkverstandHijstondaanhethoofdvanzijnvolken leiddehenmetonschuld,berouwenzachtmoedigheid.Hij stondniettoedateenvanhennaardekinderenvanKaïn ging
4Maarvanwegehuneigenzuiverheidwerdenze ‘KinderenvanGod’genoemdZewarenbijGod,inplaats vandelegersengelendiegevallenwarenZeblevenGod lovenenpsalmenvoorHemzingeninhungrot,deGrotder Schatten
5ToenstondSethvoordelichamenvanzijnvaderAdam envanzijnmoederEva,enhijbaddagennachtensmeekte ombarmhartigheidvoorzichzelfenzijnkinderen,endat Hijhemraadzougevenwanneerhijhetmoeilijkhadmet eenkind.
6MaarSethenzijnkinderenhieldennietvanaardswerk, maarwijddenzichaanhemelsedingen;wantzijhadden geenanderegedachtendanlofprijzingen,doxologieënen psalmenvoorGod
7Daaromhoordenzijteallentijdedestemmenvande engelen,dieGodloofdenenverheerlijkten,vanuitdetuin, wanneerzijdoorGodoppadwerdengestuurdofwanneer zijnaardehemelgingen
8WantSethenzijnkinderenhoordenenzagendieengelen, omdatzereinwarenDetuinwasechternietverbovenhen, maarslechtsvijftiengeestelijkeellen
9Eéngeestelijkeelnuisgelijkaandrieelvandemens, samenvijfenveertigel
10Sethenzijnkinderenwoondenopdebergbenedende hof;zezaaidennietenoogsttenniet;zemaaktengeen voedselvoorhetlichaamZeatenzelfsgeentarwe,maar alleenoffersZeatenvandevruchtenenvandebomendie goedvansmaakwarenendiegroeidenopdebergwaarze woonden
11Sethvasttevaak,omdeveertigdagen,netalszijn oudstekinderenWantdefamilievanSethrookdegeur vandebomenindetuin,alsdewinduitdierichting waaide.
12Zewarengelukkig,onschuldig,zonderplotselingeangst, erwasgeenjaloezie,geenkwaad,geenhaatonderhenEr wasgeendierlijkehartstocht;uitgeenmondonderhen kwamenvuilewoordenofvloekenvoort;geenkwaderaad ofbedrogWantdemannenvandietijdzwoerennooit,
maarondermoeilijkeomstandigheden,wanneermenmoest zweren,zwoerenzebijhetbloedvanderechtvaardige Abel
13Maarzijdwongenhunkinderenenhunvrouwenelke dagindegrotomtevastenentebiddenendeallerhoogste GodteaanbiddenZijzegendenzichzelfmethetlichaam vanhunvaderAdamenzalfdenzichermee
14EnzijdedendittotdatheteindevanSethnaderde.
HOOFDSTUK12
1ToenriepSeth,derechtvaardige,zijnzoonEnos,en Kenan,dezoonvanEnos,enMahalaleel,dezoonvan Kenan,enzeitothen:
2Omdatmijneindenadert,wilikeendakbouwenboven hetaltaarwaaropdeofferswordengebracht.
3Zijgehoorzaamdenzijnbevelengingenerheen,allemaal, jongenoud,enzewerktenerijverigaan,enzebouwden eenprachtigdakbovenhetaltaar.
4EnSethdachtdaarbijdatereenzegenoverzijnkinderen opdebergzoukomenendathijvoorzijndoodeenoffer voorhenzoubrengen.
5Toendebouwvanhetdakvoltooidwas,bevalhijhun offerstebrengenZewerktenerijverigaanenbrachtenze naarhunvaderSet,diezeophetaltaarofferde.Zebaden totGodomhunoffersteaanvaarden,genadigtezijnvoor dezielenvanzijnkinderenenhentebehoedenvoorde machtvanSatan.
6EnGodaanvaarddezijnofferenzegendehemenzijn kinderenToendeedGodeenbelofteaanSet:"Aanhet eindevandegrotevijfeneenhalvedag,waaroverIkjou enjevadereenbeloftehebgedaan,zalIkMijnWoord zendenenjouenjenageslachtredden"
7ToenkwamenSethenzijnkinderenendekinderenvan zijnkinderenbijeenZedaaldenvanhetaltaarafengingen naardeGrotmetdeSchattenDaarbadenzeenzegenden zezichzelfinhetlichaamvanonzevaderAdamenzalfden zezichzelfermee
8SethbleefnogeenpaardagenindeGrotmetdeSchatten, entoenleedhijeenlijdendattotdedoodleidde.
9ToenkwamEnos,zijneerstgeborenzoon,naarhemtoe, samenmetzijnzoonKenan,Mahalaleel,Kenanszoon, Jered,dezoonvanMahalaleel,enHenoch,dezoonvan Jered,methunvrouwenenkinderen,omdezegenvanSet teontvangen
10ToenbadSethvoorhenenzegendehen.Hijbezwoer hunbijhetbloedvanAbel,derechtvaardige,enzei:‘Ik smeekjullie,mijnkinderen,datjullienietéénvanjullie vandezeheiligeenreineberglatenafdalen
11HebgeengemeenschapmetdekinderenvanKaïn,de moordenaarendezondaar,diezijnbroerdooddeWant jullieweten,mijnkinderen,datwijmetalonzekrachtvoor hemenvooralzijnzondevluchten,omdathijzijnbroer Abeldoodde
12Nadathijdithadgezegd,zegendeSethEnos,zijn eerstgeborenzoon,engeboodhemomvoortdurendin reinheidvoorhetlichaamvanonzevaderAdamtedienen, aldedagenvanzijnleven;daarnaookomafentoenaar hetaltaartegaandatSethhadgebouwdEnhijgebood hemomzijnvolktevoedeningerechtigheid,inrechten reinheid,aldedagenvanzijnleven