VIVES - bachelor immobiliën en verzekeringen - Intro immobiliën
IntroInsurance
Studiegebied Handelswetenschappenenbedrijfskunde
Opleiding bachelor Immobiliënenverzekeringen
2.5.
2.6.
Hoofdstuk III: De vastgoedmakelaar en zijn aansprakelijkheid: principes24
Hoofdstuk IV: De vastgoedmakelaar en het respect voor het privé-leven26
Hoofdstuk V: De vastgoedmakelaar in zijn relatie tot zijn opdrachtgever26
Hoofdstuk VI: De vastgoedmakelaar – informatieverstrekking over zijn vastgoedkantoor en de verhandelde of beheerde goederen, in het kader van de promotie of de uitoefening van zijn diensten 30
Hoofdstuk VII: De vastgoedmakelaar in relatie met zijn collega’s..........31
Hoofdstuk VIII: De vastgoedmakelaar, zijn honoraria en vergoedingen 32
Hoofdstuk IX: De vastgoedmakelaar en de financiële bewegingen .......33
Hoofdstuk X: De vastgoedmakelaar en de discretieplicht 35
Hoofdstuk XI: De vastgoedmakelaar en zijn beroepsvervolmaking 36
Hoofdstuk XIII : De vastgoedmakelaar en het Instituut 38
Hoofdstuk I: De vastgoedmakelaar
Hoofdstuk II: De informatieverstrekking over de goederen
Hoofdstuk III : De vastgoedmakelaar – bemiddelaar in zijn relatie tot sommige derden en collega’s
4.1.3.1.
A.2.
4.1.3.2.
A.
A.1.
A.2.
B.
Bijzondere verplichtingen
4.2.1.
4.2.1.1.
4.2.1.2.
4.2.2.
INLEIDING
Het doel van deze cursus, “Intro Immobiliën”, is de student kennis te laten maken met het beroep van vastgoedmakelaar. De nadruk wordt hierbij gelegd op de praktische organisatie en op de inhoud van het beroep.
De cursus is voornamelijk opgebouwd rond de reglementering van het erkend beroep van vastgoedmakelaar.
We bestuderen het KB van 6 september 1993, tot bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar. We bekijken wat dit KB omschrijft en gaan per onderdeel meer in detail in op:
• de oprichting van een beroepsinstituut (BIV) met haar organisatie en werking
• de deontologie of plichtenleer voor de vastgoedmakelaar
• de richtlijnen om vastgoedmakelaar te worden – KB van 23 juli en 30 augustus 2013
• de beschermde beroepsactiviteiten: bemiddelen en beheren.
Daarnaast verdiepen de studenten zich eveneens in en documenteren ze zich over de sector. Dit doen ze door de aanleg van een portfolio met artikelen uit de media. Wekelijks worden deze artikelen besproken in de les.
De vastgoedmakelaar
Wie in België een onroerend goed wil kopen of verkopen, huren of verhuren, kan dit ofwel zelf doen of hij kan hiervoor de diensten inschakelen van een door het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars (BIV) erkende vastgoedmakelaar.
Vóór 1993 kon iedereen zijn diensten aanbieden als makelaar in onroerend goed indien hij deze activiteit had ingeschreven in het Handelsregister1 Sedert het Koninklijk Besluit van 6/09/93 (BS 13/10/1993), op basis van de kaderwet Verhaegen van 1 maart 19762 en op uitdrukkelijk verzoek van de beroepsorganisaties uit de sector (CIB en UIB), werd hieraan een einde gesteld. In dit KB tot bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar werd voortaan duidelijk omschreven welke beroepsactiviteiten beschermd worden3 . Eveneens voorzag dit KB in de oprichting van een Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars (BIV, opgericht in 1995). Deze publiekrechtelijke instelling met rechtspersoonlijkheid dient de sector in goede banen te leiden: verifiëren of aan alle bepalingen wordt voldaan om toegang te krijgen tot het beroep, toelating geven om de titel van vastgoedmakelaar te voeren, opsporen van onwettige uitoefening, opmaken van de plichtenleer en controleren of de vastgoedmakelaar ze naleeft en zo niet sancties op leggen, opmaken van een stagereglement,...
Op 1 september 2013 trad de Vastgoedmakelaarswet in werking (Wet houdende de organisatie van het beroep van vastgoedmakelaar, 11/02/2013). De vereisten waaraan men dient te voldoen om in België de titel van vastgoedmakelaar te bekomen en te voeren staan beschreven in het KB van 23 juli en 30 augustus 20134
1 We spreken over het Ondernemingsloket waar je als zelfstandige een ondernemingsnummer aanvraagt
2 kaderwet Verhaegen, namelijk de reglementering van de bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen, www.staatsblad.be
3 KB 06/09/1993 tot bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar, www.staatsblad.be of www.biv.be
4 KB 23/06/2013 tot goedkeuring van het stagereglement van het BIV – KB 30/08/2013 betreffende de toegang tot het beroep van vastgoedmakelaar
Deze wet moet zowel voor de consument als voor de bonafide vastgoedmakelaar meer bescherming bieden. De wet herschrijft een stuk de bestaande wetgeving van 1993. Daarnaast voorziet de wet in de optimalisering van het tuchtrecht, de invoering van een verplichte competentietest voor iedereen die in het vak wil stappen en een striktere regeling voor aanverwante beroepen die het beschermd beroep van makelaar, syndicus of rentmeester willen uitoefenen.
1. BEROEPSINSTITUUT VAN
VASTGOEDMAKELAARS (BIV)5
Het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars (B.I.V.) is een tweetalige, nationale instelling. Het is een publiekrechtelijke beroepscorporatie6 met rechtspersoonlijkheid en werd opgericht bij Koninklijk Besluit van 6 september 1993. Het Instituut werd officieel geïnstalleerd op 1 maart 1995 (KB van 17 februari 1995).
De opdrachten van het Instituut zijn bij wet vastgelegd (Kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de beroepstitel van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen, B.S., 27 maart 1976).
In hoofdzaak betreft dit (Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars, 2016):
1) het controleren van de toegang tot het beroep;
2) het opstellen van het tableau van de beoefenaars en de lijst van stagiairs
3)het waken over de naleving van de deontologie
Het BIV telt vier organen:
• de Nationale Raad
• het Bureau
• de Uitvoerende Kamer(s) en de Verenigde Uitvoerende Kamer(s)
• de Kamers van Beroep en de Verenigde Uitvoerende Kamers van Beroep
6 De leden van de verschillende organen worden verkozen onder en door de vastgoedmakelaars zelf
Bij de samenstelling van deze organen worden een aantal spelregels gehanteerd, namelijk:
• geheime vierjaarlijkse verkiezingen onder alle erkende vastgoedmakelaars;
• onverenigbaarheid tussen mandaat in de Nationale Raad, de Uitvoerende Kamers en de Kamers van Beroep.
1.1. De Nationale Raad (Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars, 2016)
De Nationale Raad vormt het hoogste orgaan van het Instituut en heeft de meest uitgebreide bevoegdheid (= “wetgevende macht”).
A. Samenstelling
De Nationale Raad bestaat uit 9 effectieve en 9 plaatsvervangende leden die Nederlandstalig zijn, en uit 9 werkende en 9 plaatsvervangende leden die Franstalig zijn. De effectieve en plaatsvervangende leden zijn telkens voor een termijn van vier jaar gekozen onder en door de vastgoedmakelaars die ingeschreven zijn op het Tableau van het Instituut.
De leden van de Nationale Raad worden verkozen onder de kandidaten die sedert ten minste drie jaar zijn ingeschreven op het tableau van de beoefenaars en die geen tuchtstraf hebben opgelopen, tenzij zij in ere werden hersteld.
Zij behoren tot dezelfde taalgroep als de Kamer die hen op het tableau van de beoefenaars heeft ingeschreven.
B. Opdracht
De wet bepaalt de juiste opdracht van de Nationale Raad:
1.2. Het Bureau (Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars, 2016)
A. Samenstelling
De Nationale Raad kiest tijdens haar eerste vergadering onder haar leden de vier personen die het Bureau zullen vormen. Het Bureau wordt als volgt samengesteld: een voorzitter, een eerste ondervoorzitter, een tweede ondervoorzitter en een penningmeester. Zij worden verkozen voor een mandaat van 4 jaar en de voorzitter is beurtelings Nederlands- of Franstalig.
B. Opdracht
Het Bureau is belast met het dagelijks bestuur van het Instituut. Zij vormen de “uitvoerende macht”. Dit omvat onder andere:
De penningmeester heeft een aantal specifieke bevoegdheden:
1.3. De Uitvoerende Kamers (Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars, 2016)
A. Samenstelling
Er bestaan twee Uitvoerende Kamers die respectievelijk het Nederlands en het Frans als voertaal hebben.
Elke Uitvoerende Kamer bestaat uit: een voorzitter, een rechtskundig assessor, een rechtskundig assessor-generaal, een secretaris en 3 verkozen leden. Telkens ook met een plaatsvervanger. Zij worden verkozen voor een mandaat van 4 jaar.
Er bestaat onverenigbaarheid tussen het mandaat van lid van een Uitvoerende Kamer en het mandaat van lid van een Kamer van Beroep.
B. Opdracht
Zij vormen de basisfundamenten van het Beroepsinstituut (= de “rechterlijke macht”).
Hieronder vallen de tucht- en administratieve kamers. De voornaamste opdrachten van de Uitvoerende Kamers zijn:
