VIVES - bachelor ergotherapie - ergotherapeutische vaardigheden

Page 1


Inhoudsopgave

6.1.3

1 Woord vooraf

In dit onderdeel van het opleidingsonderdeel ‘Ergotherapeutische vaardigheden 3’ leren de studenten wat assistieve technologie is. De studenten leren een omgeving aanpassen door assistieve technologie te adviseren in functie van het optimaliseren van het handelen van een cliënt in zijn woon-, werk en vrijetijdsomgeving. De studenten krijgen denkkaders en stappenplannen aangereikt om hun taak als adviseur op te nemen. Ze kunnen in dit opleidingsonderdeel oefenen om deze taak te vervullen. De cursus is opgevat als een combinatie van interactieve hoorcollege’s (theorielessen) en actieve werkcollege’s (praktijklessen).

Docent ‘Ergotherapeutische vaardigheden 3’

2 Leerdoelen

LEERDOELEN

De studenten kunnen:

 omschrijven wat assistieve technologie (AT) is.

 de verschillende begrippen rond AT omschrijven.

 beschrijven wat het doel van assistieve technologie is

 de doelgroep van AT omschrijven.

 omschrijven waar AT te vinden is.

 omschrijven wie adviseurs zijn van AT.

 de eisen die cliënten stellen aan AT opsommen.

 het belang van AT op maat omschrijven.

 de verschillende soorten AT opsommen en uitleggen.

 uitleggen dat het adviseren van AT geen gemakkelijke opdracht is.

 alles over de efficiëntie van AT uitleggen.

 de fundamentele principes bij de advisering van AT uitleggen.

 aan de hand van aan gestructureerd stappenplan AT kunnen adviseren.

 de verantwoordelijkheid van een adviseur omschrijven.

 het proces van adviseren van AT omschrijven, maar ook toepassen aan de hand van een casus (taak woningaanpassingen).

 de verschillende soorten hoogtechnologische AT opsommen en uitleggen.

 de begrippen in verband met hoogtechnologische AT uitleggen.

 de opportuniteiten en vragen die hoogtechnologische AT oproepen uitleggen.

 de gebruikers en doelgroepen van de aangepaste woningen definiëren.

 de termen bezoekbaar, aanpasbaar en aangepaste woningen uitleggen.

 de termen healing environment en EBD uitleggen.

 uitleggen dat een ergotherapeut een adviseur is op vlak van woonomgeving.

 de verschillende soorten assistentiehonden uitleggen.

 de taken van aan adviseur bij een huisbezoek omschrijven.

 de meerkost en de aandachtspunten bij het (ver)bouwen van aangepaste woning omschrijven.

 een overzicht van alle hulpmiddelen in functie van verticaal en horizontaal transport en hun voor-en nadelen geven.

 motiveren waarom een ergotherapeut een adviseur van AT is.

2

Wat is assistieve technologie (AT)?

We kunnen spreken van ‘assistieve’ of ‘ondersteunende’ technologie omdat de technologie mensen ‘ondersteunt’ om activiteiten uit te voeren (te handelen) of te participeren in de maatschappij (Vlaams Instituut voor Wetenschappelijk en Technologisch Aspectenonderzoek, 2007)

Meer dan één miljard mensen hebben wereldwijd één of meer assistieve technologie nodig. Door onder andere de vergrijzende wereldbevolking zullen meer dan twee miljard mensen tegen 2030 minstens één hulpmiddel nodig hebben. Tegenwoordig heeft slechts één op de tien mensen in nood toegang tot hulpmiddelen (World Health Organization, 2018).

Wat de definities omtrent assistieve technologie gemeen hebben is dat er ‘een ‘speciaal ontworpen’ of ‘algemeen verkrijgbaar’ voorwerp of omgeving wordt aangeboden aan de cliënt en/of cliëntsysteem omdat een persoon handelingsproblemen heeft. De omgeving waar de persoon werkt, leeft en/of zijn vrije tijd besteedt, wordt aangepast.

In de Nederlandse versie van de ISO 9999, hulpmiddelen voor mensen met functioneringsproblemen, -classificatie en terminologie wordt assistieve technologie als volgt omschreven: “elk product (inclusief apparaten, uitrusting, instrumenten, technologie en computerprogrammatuur), speciaal vervaardigd of algemeen verkrijgbaar, dat wordt gebruikt door personen met functioneringsproblemen” (Nederlands Normalisatie Instituut, 2016; Heerkens, 2010). Assistieve technologie is een overkoepelende term voor woningaanpassingen en hulpmiddelen (World Health Organization, 2018).

In ‘Grondslagen van de ergotherapie’ (2017) wordt ondersteunende technologie als volgt gedefinieerd: “ondersteunende technologie kan individueelofalsgroepgebruiktworden,omactiviteitenofparticipatiemogelijk te maken. Hieronder vallen hulpmiddelen, robotica en domotica, maar ook allerlei smartphone-applicaties om bijvoorbeeld het zelfmanagement te bevorderen” (Hagedoren-Meuwissen, Heijkers, & Roentgen, 2017).

Technologie kan ook ingezet worden om ergotherapeutische interventies of andere zorgprofessionals te ondersteunen, denk bijvoorbeeld de robot, Zohra & tilliften in de zorgverlening.

3 Doel van assistieve technologie

In de Nederlandse vertaling van ‘assistive technology’ in de Internationale classificatie NEN-EN-ISO9999 (2016) staat ook het doel van AT omschreven: “eenhulpmiddeliselkproduct (inclusief apparaten,uitrusting,instrumentenen computerprogrammatuur) (externe factoren in de ICF) speciaal vervaardigd of algemeen verkrijgbaar, dat wordt gebruikt door of voor personen met functoneringsproblemen

 om te participeren;

 om lichaamsfuncties/anatomische eigenschappen en activiteiten te beschermen, ondersteunen, trainen, meten of vervangen;

 om stoornissen, beperkingen of participatieproblemen te voorkomen“ (Handy wijzer, 2015; Nederlands Normalisatie Instituut, 2016)

Het doel vanhetassistieve technologie isomhet handelen van de cliënt (terug) mogelijk te maken of te vergemakkelijken (Bouckaert, 2011) Assistieve technologie verbetert of behoudt het functioneren en zo de onafhankelijkheid van het individu. Ze bevorderen het welzijn van het individu (World Health Organization, 2018)

Aan de hand van assistieve technologie kan de kwaliteit van leven van de cliënt met een handelingsprobleem verbeteren Assistieve technologie maakt een verschil in het streven naar een onafhankelijk leven Advisering van correcte ondersteunendetechnologie verkleint de impactvan de beperking ophet leven van de cliënt. Met de juiste ondersteuning is de cliënt in staat om zijn doelen te bereiken en te participeren in de maatschappij (De Keyser, Vincke, & Beyaert, 2019)

Het gebruik van asssitieve technologie is soms een voorwaarde die het handelen van personen met een beperking mogelijk maakt. Zonder de juiste ondersteuning is inclusie in de maatschappij vaak niet mogelijk De ondersteunende technologie en een integraal toegankelijke omgeving zorgen ervoor dat mensen met een beperking niet meer ‘gehandicapt’ zijn in bepaalde situaties (De Keyser, Vincke, & Beyaert, 2019)

Assistieve technologie heeft als doel: het functioneren te verbeteren; de veiligheid en de draagkracht te vergroten; preventie en participatie te bevorderen. Dit bij de cliënt en eventueel ook het cliëntsysteem (Siebert, Smallfield, & Stark, 2014)

4 Doelgroep van assistieve technologie

Gebruikers (de doelgroep) van assistieve technologie zijn mensen met stoornissen van lichaamsfuncties of anatomische eigenschappen Daardoor ervaren zij beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten en ondervinden zij problemen op vlak van participatie in de maatschappij (Handy wijzer, 2015)

Assistieve technologie isgeschikt voor mensen van alle leeftijden; voor mensen met verschillende acute, tijdelijke, chronische en progressieve gezondheidsproblemen of mensen met het risico op gezondheidsproblemen (bv. valrisico door problemen in hun woning) (Siebert, Smallfield, & Stark, 2014)

“Assistieve technologie verwijst naar ondersteunende technologische hulpmiddelen voor mensen die beperkingen ondervinden, als gevolg van bijvoorbeeld zintuiglijke, motorische, cognitieve, emotionele of psychische problemen” (Instituut Samenleving en Technologie, 2014).

Assistieve technologie is een overkoepelende term voor alle hulpmiddelen en aanpassingen in de woon-, werk- en vrijetijdsomgeving die worden gebruikt door personen met een beperking om hun handelen te ondersteunen en faciliteren. Dit heeft een invloed op de kwaliteit van leven van personen met een beperking (jong en oud).

De vergrijzing, de toename van het aantal personen met een beperking, multipathologie, een tekort aan hulpverleners, een cliëntgecentreerde benadering, een veranderde attitude van de burger (zelfverzekerder, onafhankelijker en toenemend belang van vrijheid) zorgen er voor dat assistieve technologie een belangrijkere plaats inneemt in onze maatschappij (Heerkens, 2010). Assistieve technologie kan voor die steeds groter wordende groep mensen een zelfstandig leven voor een langere tijd mogelijk maken (Vlaams Instituut voor Wetenschappelijk en Technologisch Aspectenonderzoek, 2007).

5 Soorten

assistieve technologie

5.1 ‘Aanpassingen aan de omgeving’ en hulpmiddelen

De assistieve technologie omvat zowel ‘aanpassingen aan de omgeving’ (bv. woningaanpassingen) als hulpmiddelen. Deze termen worden frequenter gebruikt dan de term ‘assistieve technologie’.

In de literatuur en in de praktijk blijkt dat er geen éénduidigheid bestaat over het gebruik van de termen ‘hulpmiddelen’ en ‘woningaanpassingen’. Deze termen worden vaak door elkaar gebruikt (Kenniscentrum Hulpmiddelen, 2009) In deze cursus wordt het verschil tussen deze termen bepaald op basis van de verplaatsbaarheid, waarbij een hulpmiddel op elk moment uit de omgeving kan worden weggenomen. Een woningaanpassing kan een structurele verandering van de omgeving inhouden en is dan niet zomaar omkeerbaar. Badplank is verplaatsbaar dus een hulpmiddel terwijl een steunbeugel die vast geboord is aan de muurzijde van het bad een woningaanpassing is (Bouckaert, 2011)

5.2 High- en lowtech hulpmiddelen

In de praktijk wordt assistieve technologie meestal geassocieerd met hoogtechnologische of ‘high-tech’ hulpmiddelen voor individuen met een langdurige of blijvende stoornis (Vlaams Instituut voor Wetenschappelijk en Technologisch Aspectenonderzoek, 2007) Hoogtechnologische ondersteuning van personen met een beperking zijn bijvoorbeeld zorgrobots en sensoren in de woonomgeving. Laag technologische of ‘low-tech’ assistieve technologie zijn eenvoudige hulpmiddelen en aanpassingen zoals een badhandgreep, een aangepaste lepel… (voor meer uitleg zie verder in de cursus).

5.3 ‘Gewone’ en ‘op maat gemaakte’ hulpmiddelen

Ook dagelijkse voorwerpen, ‘gewone producten’ bijvoorbeeld een leesbril, een wandelstok … zijn technologisch eenvoudige, maar belangrijke hulpmiddelen voor veel van onze cliënten (Vlaams Instituut voor Wetenschappelijk en Technologisch Aspectenonderzoek, 2007). De scheidingslijn tussen een hulpmiddel en een ‘gewoon’ product is soms dun omdat de principes van Universal Design meer en meer toegepast worden. Vroeger waren bijvoorbeeld de afstandsbediening en mengkraan hulpmiddelen terwijl deze de dag van vandaag door quasi iedereen worden gebruikt (Bouckaert, 2011) Een adviseur kan ook zoeken naar ‘assistieve technologie’ die in de handel vrij verkrijgbaar is en denkt niet alleen aan gepersonaliseerde of met andere woorden ‘op maat gemaakte’ assistieve technologie zoals bijvoorbeeld een rolstoel of steunzolen. Massaproducten ofmetanderewoorden‘iets dat ontworpen is voor iedereen’ is minder stigmatiserend, gemakkelijker te bekomen en heeft een lagere kostprijs. Bij de meeste badkamerwinkels zijn er onderrijdbare lavabo’s te vinden. Ikea verkoopt koelkastlades die super handig kunnen zijn voor rolstoelgebruikers. Ook een bezoek aan Batibouw kan verrijkend zijn in de zoektocht naar inloopdouches of onderrijdbare lavabo’s. Tegenwoordig zijn er veel ‘gewone’ winkels zelfs grootwarenhuizen, die hulpmiddelen verkopen.

Veel doe-het-zelf zaken hebben assistieve technologie zoals bijvoorbeeld een douchezit in hun assortiment. Er moet wel extra aandacht besteed worden aan de kwaliteit van deze producten (Bouckaert, 2011)

5.4 ‘Aanvullende’ en ‘vervangende’ hulpmiddelen

Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) maakt een onderscheid tussen ‘aanvullende’ en ‘vervangende’ hulpmiddelen. ‘Aanvullende‘ hulpmiddelen worden aangewend bij personen met restfuncties en ‘vervangende’ hulpmiddelen nemen bepaalde functies van het lichaam geheel over.

5.5 AT benoemt naar hun doel

Assistieve technologie wordt soms ook benoemd op basis van hun doel, op basis van het domein waarin het de persoon ondersteunt, bijvoorbeeld‘communicatiehulpmiddelen’ ondersteunen personen met communicatieproblemen,

‘mobiliteitshulpmiddelen’ ondersteunen personen op vlak van mobiliteit. Deze groep assistieve technologie omvat zowel krukken, rollators, rolstoelen…

5.6 Assistieve technologie voor bepaalde doelgroepen

Assitieve technologie kan het handelen van personen met bepaalde handelingsproblemen ondersteunen. Bepaalde bronnen verzamelen informatie over assistieve technologie die het handelen van personen met dementie, mensen met Parkinson of …. ondersteunen (zie verder in de cursus voor meer uitleg).

5.7 Redelijke aanpassingen

In onze Vlaamse wetgeving wordt de term ‘redelijke aanpassingen’ gebruikt. Het gaat ook hier over assistieve technologie. - In het Vlaams Parlement (12 maart 2014) is een belangrijke stap gezet om het onderwijs meer inclusief te maken voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Het parlement stemde het M-decreet. ‘M’ staat voor maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Kinderen met beperkingen die dankzij redelijke aanpassingen het gewoon onderwijs kunnen volgen, hebben het recht om zich in te schrijven in een gewone school. Redelijke aanpassingen zijn bijvoorbeeld laptops in de les, aangepaste software voor een blind kind, langere toetstijden, ringeleiding in de klas voor een kind met een auditieve beperking … (Onderwijs Vlaanderen, 2014).

- In de ‘Antidiscriminatiewet’ (18 februarie 1993) en in het ‘Vlaams decreet houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt (24 april 2002) wordt ook de term ‘Redelijke aanpassingen’ vermeld. Dit zijn maatregelen of oplossingen zodat personen met een handicap of een chronische ziekte kunnen participeren op vlak van werk. Denk bijvoorbeeld aan een aangepaste bureaustoel, een aangepaste telefoon voor personen met een auditieve beperkingof een specialetelefoon voorpersonen met een visuele beperking.

6 Waar is assistieve technologie te vinden?

6.1 Zoeken aan de hand van classificaties, databanken en het internet

Hetzoekennaardejuisteassistievetechnologiekandoormiddelvaneenaantal databanken en classificatiesystemen die (informatie over) assistieve technologie verzamelen.

6.1.1 ISO 9999 van de International Organization for Standardization (classificatie)

De internationale ISO 9999© (Assistive products for persons with disabilityClassification and terminology ISO 9999, sixth edition, 2016) is een classificatie van speciaal vervaardigde ofalgemeen beschikbare hulpmiddelen voor mensen met functioneringsproblemen (World Health Organization, 2016)

In 2003 is de ISO 9999© door de Wereldgezonheidsorganisatie aanvaard als verwant lid in haar familie van internationale classificaties (WHO-FIC) Het is bedoeldvoorgebruikers,vertrekkers, leveranciers, fabrikantenenverzekeraars (Family of International Classifications (FIC), 2011; World Health Organization, 2016)

De hulpmiddelen zijn ingedeeld op basis van hun functies. De ISO 9999 maakt gebruik van de terminologie en definities van de ICF (Family of International Classifications (FIC), 2011)

6.1.2 Cliq (classificatie)

‘Cliq’ is een verfijning of uitbreiding van de ‘Internationale classificatie voor hulpmiddelen ISO9999’ (World Health Organization, 2016) Deze classificatie stelt de individuele zorgvraag centraal. Waar ISO 9999 bijvoorbeeld niet verder gaat dan ‘onderbeenprothese’, voegt ‘Cliq’ de categorie ‘activiteitenniveau’ toe. ‘Cliq’ maakt de koppeling tussen de eigenschappen van een hulpmiddel enerzijds en de wensen en mogelijkheden van de toekomstige gebruiker anderzijds (Family of International Classifications (FIC), 2011; van der Lugt, 2012; World Health Organization, 2016)

Met ‘Cliq’ wordt het gebruik van hulpmiddelen helder en in vaste vaktermen

6.1.3

omschreven Op die manier wordt de eenheid van taal bevorderd en ontstaat transparantie bij selectie. Dezelfde Cliq-codes voor bepaalde hulpmiddelen, betekenen dat deze hulpmiddelen dezelfde functionaliteit bieden (van der Lugt, 2012)

Europees Hulpmiddelen Informatie Netwerk, Eastin (databank)

De meest gekende Europese hulpmiddelendatabanken werken samen in EASTIN, het Europees Hulpmiddelen Informatie Netwerk. Ze geven informatie over hulpmiddelen die te verkrijgen zijn in Europa aan personen met een handicap, ouderen, hun families, mantelzorgers en professionele hulpverleners. Alle producten in de EASTIN-databanken zijn volgens de ‘ISO 9999 classificatie’ geordend. Er kunnen verschillende zoekmethodes worden gehanteerd (Eastin, 2015; Eastin, 2020)

6.1.4 De Hulpmiddelendatabank

De hulpmiddelendatabank van het Vlaamse Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) biedt een overzicht van hulpmiddelen en aanpassingen die in België en het buitenland verkocht worden. De assistieve technologie is ingedeeld in 20 hoofdcategorieën: schrijven, lezen, horen, zich verzorgen, mobiliteit … Per categorie kan direct worden gefilterd op productsoorten: douchestoel, brailleleesregel … of kan verder worden genavigeerd via subcategorieën. Er kan ook worden gefilterd op doelgroep: motorische, cognitieve, visuele, auditieve handicap, spraak-, taal- of stemstoornis … (Vlaams Agentschap voor personen met een Handicap, sd).

6.1.5 Andere zoekmethodes

Ook via het internet (bv. bij de leveranciers, groothandelaars ...) kan een adviseur de juiste AT op het spoor komen. Catalogi en de websites van leveranciers kunnen heel verruimend zijn. Een bezoek aan groothandelaars (bv. Advys, Metra,…),hulpmiddelenbeurzen (bv.tweejaarlijkse REVA beurs) kunnen een meerwaarde betekenen (Bouckaert, 2011).

Een voorbeeld van een website van een leverancier in Nederland is ‘Able2‘ https://www.able2.nl/nl/algemeen en een leverancier in België is ‘Advys’ https://www.advys.be/index.php?id=274

Via internet zijn ondertussen heel wat interessante gespecialiseerde websites te vinden waar een overzicht te vinden is voor assistieve technologie voor mensen met bepaalde doelgroepen. Hieronder staan verschillende linken naar assistieve technologie voor mensen met dementie.

De Dienst ‘Wonen, Zorg en Samenleving’ van de gemeente Amsterdam ontwikkelde een hulpmiddelengids ‘Handig bij zelfstandig’ voor veilig en zelfstandig wonen voor mensen met geheugenproblemen en dementie. Deze gids is te vinden op toledo of via deze link http://www.dementie.be/wpcontent/uploads/2016/06/hulpmiddelengids_handigbijzelfstandig_wzs_012010.pdf.

‘AT Dementia’ is een website die informatie biedt over assistieve technologie voor mensen met dementie. Bezoek deze website via deze link https://www.atdementia.org.uk/productSearch.asp?page_id=16

‘AskSARA’ is een ‘awardwinning self-help guide’ online die de ouderen met dementie helpt om advies en informatie te geven over assisitieve technologie. De gids is onderverdeeld in thema’s en de advisering gebeurt door middel van vraagstelling. De AT Guide ‘Howtechnoloycanhelptolive well with dementies is teraadplegen via: https://asksara.dlf.org.uk/?auth=atdementia

In functie van de groepsopdracht van het OPO ‘Ergotherapeutische vaardigheden3’moetendestudentenindebovenstaande bronnenopzoeknaar de juiste assistieve technologie.

6.2 Aankopen van assistieve technologie

De keuze aan assistievetechnologie is onuitputtelijken dagelijks komennieuwe op de markt. Het marktaanbod is groot.

De hulpmiddelen zijn te vinden in verschillende gewone winkels waar het aanbod variërend is. Maar meer en meer is een basisaanbod in bv. ‘doe-hetzelf-zaken’ te vinden Er zijn ook verschillende gespecialiseerde zaken om assistieve technologie aan te kopen (Bouckaert, 2011)

Op de databanken wordt er een link gemaakt naar de leveranciers van de hulpmiddelen. Mogelijke leveranciers zijn:

- mutualiteiten (bij sommige mutualiteiten hoeft men geen lid te zijn om hulpmiddelen aan te kopen.);

- bandagisten/orthopedisten;

- apothekers;

- gespecialiseerde firma’s in hulpmiddelen voor slechthorenden/doven, slechtzienden/blinden, hoogtechnologische hulpmiddelen … (Bouckaert, 2011)

Zoek naar een aantal voorbeelden van leveranciers van assistieve technologie. Werp via hun website een blik op hun aanbod.

Eénzelfde type hulpmiddel is vaak bij verschillende verkopers beschikbaar. In dat geval is het belangrijk dat de prijzen, verkoops- of verhuurvoorwaarden worden nagegaan. In onderstaande tabel worden enkele criteria aangegeven, die de kwaliteit van de dienst bij en na verkoop bepalen. Het afwegen van de kostprijs vanhetzelfdehulpmiddelbij verschillende verdelerstegendekwaliteit van het product en de dienstverlening leidt tot de keuze van de gewenste verdeler.

Kwaliteitskenmerken bij de verdeling van hulpmiddelen

Verkoop /verhuur

Prijs

Demonstratie

Uitproberen, testen

Gratis levering

Geografische kenmerken

Leveringsduur

Eigen of ingevoerde producten

Vakkennis

Instructies

Training (kostprijs)

Installatie (kostprijs)

Figuur (Uit www.koc.be, 2007: 30)

Dienst na verkoop / verhuur

Prijs

Aanpassingen`Technische Ondersteuning

Herstelservice

Onderhoudscontract (kostprijs)

Service bij noodgevallen

Standaard reparatietijden

Voorraad vervangonderdelen

Bij defect: ophalen en terugbrengen

Geografische liging

Ook wat structurele aanpassingen bij verbouwingen betreft, is het belangrijk om op vergelijkbare wijze de prijzen en de voorwaarden bij verschillende firma’s na te gaan. Voor het bouwen van een aangepaste nieuwbouw wordt uiteraard samengewerkt met de nodige professionelen bv. architecten, aannemers ...

Voordat de cliënt overgaat tot de aankoop van assistieve technologie moet er rekening gehouden worden met de terugbetalingsmodaliteiten (zie verder).

7 AT adviseren, geen makkelijke opdracht

7.1 Assistieve technologie op maat geselecteerd

De advisering van assistieve technologie, is een complexe ergotherapeutische interventie, met als doel het handelen van een cliënt in zijn omgeving optimaliseren. Het hulpmiddel moet op maat van de cliënt geselecteerd worden (De Keyser, Vincke, & Beyaert, 2019) Daarmee bedoelen we niet dat het ulpmiddel op maat gemaakt is, het kan evengoed een ‘gewoon’ allledaags voorwerp of ‘low tech’ hulpmiddel zijn.

Als een adviseur aan de hand van assistieve technologie het autonoom handelen van de cliënt wil bevorderen, moet de adviseur in eerste instantie beseffen dat elk individu uniek is. De keuze van het hulpmiddel of woningaanpassing moet gebaseerd zijn op kennis van de drie componenten die het handelen van de cliënt bepalen (Nederlandse WHO-FIC Collaborating Centre, 2002; Verhoef & Zalmstra, 2006; Van Nes, Heysman & Désiron, 2006): 1 de cliënt met zijn mogelijkheden & beperkingen; 2 de omgeving (fysieke en sociale omgeving); 3 de occupaties / de activiteiten die de cliënt in zijn woonomgeving wenst uit te voeren (De Keyser, Vincke, & Beyaert, 2019).

Deze drie componenten, die we verder kortweg als ‘cliënt’, ‘omgeving’ en ‘activiteit’ benoemen, bepalen en beïnvloeden het handelen. Indien bijvoorbeeld de rolstoel onvoldoende op het individu is afgestemd en de omgeving onvoldoende is aangepast, dan heeft de cliënt bijvoorbeeld meer spierkracht nodig om zich met de rolstoel voort te bewegen (activiteit). Een lichtere op maat afgestelde rolstoel vereist minder kracht en maakt de uitvoering van de activiteit gemakkelijker. De cliënt zal beter kunnen handelen in zijn rolstoel. Er bestaat dus een duidelijke interactie tussen deze drie componenten (Van Nes, Heysman & Désiron, 2006, p. 315; De Keyser, Vincke, & Beyaert, 2019).

Technologie die niet ‘matcht’ met de individuele noden en vereisten, de verwachtingen en wensen van een cliënt en zijn omgeving heeft een negatieve invloed op het activiteiten- en het participatieniveau, de (levens)doelen en de gezondheid van de ciënt. De ICF benadrukt dat het evenzeer de technologie en de omgevingsfactoren (dus de rolstoel), als de functiestoornissen en de beperkingen zijn die voor participatieproblemen kunnen zorgen (Nederlandse WHO-FIC Collaborating Centre, 2002; De Keyser, Vincke, & Beyaert, 2019).

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.