Psychosocialehulp1
Opleiding bachelorcrisisenveiligheidsmanagement
Opleidingsfase fase1
6.4
Opleiding bachelorcrisisenveiligheidsmanagement
Opleidingsfase fase1
6.4
Psychosociale hulpverlening gaat over het verlenen van ondersteuning aan individuen en gemeenschappen die te maken hebben met de psychologische en sociale gevolgen van rampen en crisissituaties. Deze vorm van hulpverlening richt zich op het bevorderen van emotioneel en sociaal welzijn, het verlichten van stress en trauma, en het ondersteunen van mensen bij het herstellen van hun dagelijkse functioneren en sociale rollen. Psychosociale hulpverlening kan variëren van kortdurende interventies zoals psychologische eerste hulp (PFA) tot langdurige therapeutische ondersteuning en maatschappelijk werk (Sphere Project, 2018).
Het belang van psychosociale hulpverlening kan niet genoeg worden benadrukt. Rampen en crisissituaties brengen intense emotionele en psychologische stressoren met zich mee die langdurige effecten kunnen hebben op individuen en gemeenschappen. Onderzoek toont aan dat de psychologische impact van rampen ernstige gevolgen kan hebben, zoals posttraumatische stressstoornis (PTSS), angststoornissen en depressie (Galea, Nandi, & Vlahov, 2005). Psychosociale hulpverlening speelt een cruciale rol in het verminderen van deze negatieve effecten door direct na de ramp ondersteuning te bieden, veerkracht te bevorderen en het herstelproces te versnellen (Norris, Friedman, & Watson, 2002).
Effectieve psychosociale hulpverlening draagt bij aan het algemene welzijn van getroffen gemeenschappen en helpt om verdere sociale ontwrichting te voorkomen. Het versterkt de veerkracht van individuen, waardoor ze beter in staat zijn om toekomstige stressoren te beheersen en hun leven weer op te bouwen (van Ommeren, Saxena, & Saraceno, 2005).
Daarnaast kan het ook helpen bij het verminderen van de belasting op de gezondheidszorgsystemen door het voorkomen van langdurige psychische aandoeningen die intensieve medische zorg vereisen (World Health Organization [WHO], 2005).
Psychosociale hulpverlening heeft een lange en evoluerende geschiedenis als onderdeel van rampen- en crisisbeheer. De oorsprong van georganiseerde psychosociale hulpverlening kan worden herleid tot de Eerste Wereldoorlog, toen de term "shell shock" werd geïntroduceerd om de psychische gevolgen van oorlogservaringen te beschrijven. Dit was een van de eerste erkenningen van de psychologische impact van oorlogstrauma. In de Tweede Wereldoorlog werden er meer systematische inspanningen geleverd om psychologische hulp te bieden aan zowel veteranen als burgers die getroffen waren door bombardementen. Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd verdere vooruitgang geboekt met de erkenning van de noodzaak van psychologische ondersteuning voor soldaten en burgers (Jones & Wessely, 2003).
Na de Tweede Wereldoorlog verschoof de focus geleidelijk van oorlogstrauma naar de bredere impact van rampen. De ontwikkeling van de nucleaire technologie en de dreiging van een wereldwijde oorlog leidden tot een groeiende bezorgdheid over de psychologische gevolgen van massale rampen. In de jaren 1970 en 1980 begon de term "psychosociale hulpverlening" steeds meer ingang te vinden in de context van humanitaire hulpverlening en rampenbeheer. De aardbeving in Mexico-Stad in 1985 en de Tsjernobyl-ramp in 1986 markeerden belangrijke momenten waarop internationale hulporganisaties zoals het Rode Kruis en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) begonnen met het systematisch integreren van psychosociale ondersteuning in hun rampenresponsteams (Sphere Project, 2018).
Met de toename van internationale rampen en crises, zoals terroristische aanslagen en natuurrampen, is de vraag naar psychosociale hulpverlening alleen maar toegenomen. Tegelijkertijd is er steeds meer kennis beschikbaar over de effectiviteit van verschillende interventies. De Verenigde Naties en andere internationale organisaties hebben sindsdien richtlijnen en protocollen ontwikkeld om psychosociale interventies te standaardiseren en te integreren in noodhulpoperaties. Deze richtlijnen benadrukken het belang van een holistische benadering van rampenbeheer, waarbij zowel fysieke als mentale gezondheidsbehoeften worden aangepakt (Inter-Agency Standing Committee [IASC], 2007). Bijvoorbeeld, de Inter-Agency Standing Committee (IASC) Guidelines on Mental Health and Psychosocial Support in Emergency Settings bieden een kader voor coördinatie en uitvoering van psychosociale interventies tijdens rampen (IASC, 2007).
Ethische
Het verlenen van psychosociale hulp brengt verschillende ethische overwegingen met zich mee, die cruciaal zijn voor het waarborgen van respect, waardigheid en rechtvaardigheid in de hulpverlening:
- Respect voor Autonomie: Hulpverleners moeten de autonomie en waardigheid van individuen respecteren. Dit betekent dat ze de keuzevrijheid van slachtoffers moeten ondersteunen en hen moeten betrekken bij beslissingen die hen aangaan (American Psychological Association [APA], 2017).
- Confidentialiteit of vertrouwelijkheid: Het waarborgen van de vertrouwelijkheid van de persoonlijke informatie van cliënten is cruciaal. Hulpverleners moeten gevoelige informatie beschermen en alleen delen met toestemming van de betrokken personen, tenzij er sprake is van een wettelijke verplichting om dit te doen (APA, 2017).
- Non-Maleficence en ‘do no harm’ (Geen schade doen): Hulpverleners moeten ervoor zorgen dat hun interventies geen verdere schade veroorzaken. Dit omvat het vermijden van goedbedoelde maar potentieel schadelijke acties (Beauchamp & Childress, 2019). Dit
betekent dat ze zich bewust moeten zijn van de potentiële risico's van bepaalde interventies en dat ze deze risico's moeten minimaliseren.
- Rechtvaardigheid: Gelijke toegang tot hulpbronnen en ondersteuning is een fundamenteel principe. Hulpverleners moeten zorgen voor een eerlijke verdeling van middelen, ongeacht ras, geslacht, sociale status of andere factoren (European Federation of Psychologists’ Associations [EFPA], 2005).
● Toestemming: Voordat hulpverlening wordt gestart, moet er toestemming worden gevraagd aan de hulpvrager of, in het geval van minderjarigen of wilsonbekwamen, aan de wettelijke vertegenwoordiger.
● Verplichting tot hulpverlening: In sommige situaties kunnen hulpverleners een wettelijke verplichting hebben om hulp te verlenen, bijvoorbeeld als er sprake is van een noodsituatie.
● Aansprakelijkheid: Hulpverleners kunnen aansprakelijk gesteld worden voor fouten die ze maken tijdens de hulpverlening. Het is daarom belangrijk dat hulpverleners zich goed verzekeren en dat ze werken binnen de grenzen van hun competenties.
● Privacywetgeving: Hulpverleners moeten zich houden aan de privacywetgeving. Dit betekent dat ze de persoonsgegevens van de hulpvrager vertrouwelijk moeten behandelen en dat ze alleen de gegevens mogen verwerken die nodig zijn voor de hulpverlening.
● Massaliteit: Bij rampen is er vaak sprake van een groot aantal hulpvragers. Dit kan leiden tot logistieke problemen en kan de kwaliteit van de hulpverlening in gevaar brengen.
● Culturele verschillen: In een multiculturele samenleving is het belangrijk om rekening te houden met culturele verschillen bij het bieden van psychosociale hulpverlening.
● Politieke context: Rampen kunnen zich afspelen in een complexe politieke context. Hulpverleners moeten zich bewust zijn van deze context en de mogelijke gevolgen voor hun werk.
- American Psychological Association (APA). (2017). Ethical principles of psychologists and code of conduct. Retrieved from https://www.apa.org/ethics/code
- Beauchamp, T. L., & Childress, J. F. (2019). Principles of biomedical ethics. Oxford University Press.
- European Federation of Psychologists’ Associations (EFPA). (2005). Meta-code of ethics. Retrieved from https://www.efpa.eu/meta-code-of-ethics
- Galea, S., Nandi, A., & Vlahov, D. (2005). The epidemiology of post-traumatic stress disorder after disasters. Epidemiologic Reviews, 27, 78-91. https://doi.org/10.1093/epirev/mxi003
- Inter-Agency Standing Committee (IASC). (2007). IASC guidelines on mental health and psychosocial support in emergency settings. Retrieved from https://interagencystandingcommittee.org/mental-health-and-psychosocial-supportemergency-settings-0/documents-public/iasc-guidelines-mental
- International Federation of Red Cross and Red Crescent Societies (IFRC). (2020). Code of conduct for disaster relief. Retrieved from https://www.ifrc.org/code-of-conduct-disaster-relief
- Jones, E., & Wessely, S. (2003). Shell shock to PTSD: Military psychiatry from 1900 to the Gulf War. Psychology Press.
- Norris, F. H., Friedman, M. J., & Watson, P. J. (2002). 60,000 disaster victims speak: Part II. Summary and implications of the disaster mental health research. Psychiatry, 65(3), 240260. https://doi.org/10.1521/psyc.65.3.240.20169
- Sphere Project. (2018). The Sphere handbook: Humanitarian charter and minimum standards in humanitarian response. Retrieved from https://www.spherestandards.org/handbook/editions/
- United Nations (UN). (2007). Guidelines for mental health and psychosocial support in emergency settings. Retrieved from https://www.un.org/en/mental-health-and-psychosocialsupport-guidelines
- van Ommeren, M., Saxena, S., & Saraceno, B. (2005). Mental and social health during and after acute emergencies: Emerging consensus? Bulletin of the World Health Organization, 83, 71-76. Retrieved from https://www.who.int/bulletin/volumes/83/1/71.pdf
- World Health Organization (WHO). (2005). Mental health atlas 2005. Retrieved from https://www.who.int/mental_health/evidence/atlas/mental_health_atlas_2005.pdf
- World Medical Association (WMA). (2017). WMA declaration of Helsinki – Ethical principles for medical research involving human subjects. Retrieved from https://www.wma.net/policies-post/wma-declaration-of-helsinki-ethical-principles-for-medicalresearch-involving-human-subjects
Stress is een universele menselijke ervaring, een reactie van het lichaam op een verstoring van de homeostase, oftewel het evenwicht. Wanneer we geconfronteerd worden met een uitdaging of bedreiging, zet ons lichaam een complexe reeks fysiologische en psychologische processen in gang om hierop te reageren. Dit proces wordt vaak geïllustreerd door het biopsychosociale model, dat stelt dat biologische, psychologische en sociale factoren samenwerken om onze gezondheid en welzijn te beïnvloeden. Stress is een toestand van mentale of emotionele spanning als gevolg van ongunstige of veeleisende omstandigheden. Terwijl acute stress een normale reactie is op bedreigingen en kan helpen bij het hanteren van noodsituaties, kan chronische stress leiden tot ernstige gezondheidsproblemen zoals hartziekten, depressie en angststoornissen (Selye, 1976).
Fight-flight-freeze-respons
Het vecht-vlucht-bevries systeem, ook wel de acute stressreactie genoemd, is een evolutionair ontwikkeld mechanisme dat ons lichaam in staat stelt om snel te reageren op potentiële gevaren. Dit systeem is essentieel voor onze overleving, maar kan ook leiden tot chronische stress wanneer het overactief wordt. Wanneer we ons bedreigd voelen, bereidt ons lichaam zich voor om te vechten, te vluchten of te bevriezen. Deze reactie wordt gestuurd door het autonome zenuwstelsel en zorgt voor een snelle afgifte van stresshormonen zoals adrenaline en cortisol. Hoewel deze reactie in veel situaties adaptief is, kan chronische stress leiden tot ernstige gezondheidsproblemen, zowel lichamelijk als geestelijk.
Hoe werkt het systeem?
Wanneer ons brein een dreiging waarneemt, activeert het een cascade van neurologische en hormonale reacties. De hypothalamus, een deel van de hersenen, stuurt signalen naar de hypofyse. Deze klier scheidt vervolgens het hormoon ACTH (adrenocorticotroop hormoon) uit. ACTH stimuleert de bijnieren om de stresshormonen cortisol en adrenaline vrij te geven.
● Adrenaline: Dit hormoon zorgt voor een snelle toename van de hartslag, bloeddruk en ademhaling. De bloedvaten naar de spieren verwijden zich, terwijl die naar de darmen en huid zich vernauwen. Dit zorgt voor een snelle toevoer van zuurstof en glucose naar de spieren, waardoor we in staat zijn om te vechten of te vluchten.
● Cortisol: Cortisol heeft een meer langdurige werking. Het zet extra energie vrij uit de reserves van het lichaam en onderdrukt ontstekingen. Hoewel cortisol in acute situaties nuttig is, kan langdurige blootstelling aan cortisol schadelijk zijn voor het lichaam.
Afhankelijk van de situatie en de individuele persoonlijkheid, kan het lichaam reageren met vechten, vluchten of bevriezen.
● Vechten: In deze reactie wordt het lichaam voorbereid op een fysieke confrontatie. De hartslag en bloeddruk stijgen sterk, de spieren spannen zich aan en de zintuigen worden scherper.
● Vluchten: Bij de vluchtreactie bereidt het lichaam zich voor op een snelle terugtocht. De hartslag en ademhaling nemen toe, de spieren spannen zich aan en de bloedvaten naar de benen verwijden zich.
● Bevriezen: In sommige gevallen kan het lichaam bevriezen als reactie op een dreiging. Dit kan gebeuren wanneer iemand zich volledig overweldigd voelt en geen andere optie ziet dan stil te staan en te hopen dat het gevaar voorbijgaat.
Wanneer het vecht-vlucht-bevries systeem chronisch geactiveerd wordt, kan dit leiden tot verschillende gezondheidsproblemen, zowel fysiek als mentaal. Enkele voorbeelden zijn:
● Fysieke klachten: Hoge bloeddruk, hartziekten, spijsverteringsproblemen, vermoeidheid, slapeloosheid, hoofdpijn.
● Mentale klachten: Angststoornissen, depressie, concentratieproblemen, prikkelbaarheid.
Conclusie
Het vecht-vlucht-bevries systeem is een belangrijk overlevingsmechanisme, maar het kan ook een bron van stress en ziekte zijn. Door te leren omgaan met stress en te ontspannen, kunnen we de negatieve gevolgen van chronische stress verminderen.
Het concept van de window of tolerance is hierbij relevant. Dit is een metafoor voor het optimale niveau van arousal, oftewel opwinding, waarin een persoon zich kalm, gefocust en in staat voelt om met uitdagingen om te gaan. Wanneer iemand buiten deze window terechtkomt, bijvoorbeeld door te veel of te weinig arousal, kunnen er problemen ontstaan. Bij te veel arousal kan iemand overweldigd raken en symptomen van angst of paniek ervaren. Bij te weinig arousal kan iemand juist lusteloos of depressief worden.
Wet van Yerkes-Dodson
De wet van Yerkes-Dodson ondersteunt dit concept. Deze wet stelt dat er een optimale arousalniveau is voor het uitvoeren van taken. Te weinig arousal kan leiden tot onderprestatie, terwijl te veel arousal kan leiden tot overprikkeling en fouten.
Wanneer we het hebben over traumatische ervaringen, denken we vaak aan schokkende gebeurtenissen zoals een ernstig ongeluk, een natuurramp, of een geweldsmisdrijf. Hoewel deze gebeurtenissen inderdaad traumatisch kunnen zijn, is het belangrijk om onderscheid te maken tussen een traumatische gebeurtenis en de diagnose Posttraumatische Stressstoornis (PTSD). In dit hoofdstuk zullen we dieper ingaan op de verschillen tussen deze twee concepten.
Een traumatische gebeurtenis is een ervaring die zo intens en bedreigend is dat het een diepe indruk achterlaat op een persoon. Het kan gaan om een eenmalige gebeurtenis, zoals een overval of een verlies van een dierbare, maar ook om herhaalde blootstelling aan trauma, zoals bij chronische mishandeling of oorlogservaringen. Een traumatische ervaring kan de window of tolerance van een persoon drastisch verkleinen. Dit betekent dat iemand gevoeliger wordt voor triggers die aan de traumatische gebeurtenis herinneren en sneller overweldigd raakt.
Kenmerken van een traumatische gebeurtenis:
● Intense angst of hulpeloosheid: De persoon voelt zich overweldigd door de situatie en heeft het gevoel geen controle te hebben.
● Bedreiging van leven of lichamelijke integriteit: De gebeurtenis vormt een ernstige bedreiging voor het fysieke welzijn van de persoon of van iemand anders.
● Duurzame impact: De gebeurtenis heeft een blijvende indruk achtergelaten op de persoon, die er vaak aan terugdenkt.