Voorraadbeheer
docentJoachimKerckhove
studiegebiedbiotechniek
graduaatproductiebeheerland-entuinbouw
campusRoeselare
docentJoachimKerckhove
studiegebiedbiotechniek
graduaatproductiebeheerland-entuinbouw
campusRoeselare
Denkvraag
Leerdoelen
Formule
Extra informatie
Niet vergeten
Opdracht/Oefening
Presentatie (PowerPoint)
Rekenblad (Excel)
Samenwerking
Studeeraanwijzinge n
Tijdsinschatting
Toledo
Beeld/geluidsfragment
Voorbeeld
Tools/Apps
Website
Zelfstudie (Zelf)toets
1
1.1
1.2
1.3
1.3.1
1.3.2
1.4
1.5
2.1
3.5.1
3.6 Voorbeelden
3.8 Voorbeelden 21
4 Opslag en bewaring
4.1 Veevoeder
4.2 (Kunst) mest
4.3 Gewasbeschermingsmiddelen en biociden
5 Kosten
5.1 Bestelkosten
5.2 Rente- of intrestkosten
5.3 Ruimtekosten
5.4 Risicokosten
6 Belasting over toegevoegde waarde (Btw)
6.1 Uitleg en berekening
6.2 Btw tarieven
6.2.1 Tarief van 0%
6.2.2 Tarief van 6%
6.2.3 Tarief van 12%
6.2.4 Tarief van 21%
6.3 Bijzondere regeling landbouw
7 Factuur en aankoopborderel
7.1 Factuur
7.2 Aankoopborderel
8 Woordenlijst
Bibliografie
In deze cursus wordt eerst een basis geschetst van supply chain management, om algemeen te kunnen spreken over voorraadbeheer. Een aantal basisprincipes over economie worden hier ook meegegeven.
Daarna gaan we verder volgens het 4CID model dat gebruikt wordt in de lessen van de graduaatsopleiding, nl we starten met concrete beroepssituaties en proberen de leerstof daar aan vast te hangen. In het geval van deze cursus Voorraadbeheer zal heel veel met het rekenprogramma
Excel gewerkt worden, zodat ook over het werking van dit programma en een aantal berekeningswijzen in het algemeen de juiste info zal worden verschaft.
Daarnaast wordt heel veel interactie met het werkplekleren verwacht, onder de vorm van opdrachten en de bundeling in een presentatie. Volgende beroepssituaties komen aan bod :
- Bestellingen bekijken en praktisch uitvoeren
- Etiketten analyseren
- Opslag en bewaring organiseren
- Een ruwe kostprijsberekening uitvoeren
- Een factuur of aankoopborderel aanmaken
Dit hoort bij de volgende doelstellingen van de opleiding: de gegradueerde
- Volgt de staat en de omvang van de voorraad op en rapporteert aan/informeert de ondernemer land- en tuinbouw
- Stemt de te bestellen hoeveelheden af op het verbruik, de planning, de opslagcapaciteit, en rapporteert/informeert de ondernemer land- en tuinbouw
- Maakt afspraken over prijzen, hoeveelheden, transport, leveringstermijn, ... binn en afgesproken marges
- Volgt bestellingen op en controleert de levering
- Evalueert de kwaliteit van producten en geleverde diensten
- Neemt, zo nodig corrigerende maatregelen bij problemen i.v.m. grondstoffen en productiemiddelen
- Meldt problemen i.v.m. grondstoffen en productiemiddelen aan de ondernemer land- en tuinbouw indien de levering niet voldoet aan de gewenste eisen
Als algemeen uitgangspunt geldt dat de etikettering en de aanbiedingsvorm van diervoeders op geen enkele manier 'misleidend' mag zijn voor de gebruiker, met name voor wat betreft de bestemming (diersoort) of de kenmerken (aard, eigenschappen, samenstelling, hoeveelheid, houdbaarheid) van het diervoeder. Ook mag men aan een diervoeder geen effecten of eigenschappen (claims) toeschrijven die het niet bezit, en ook niet suggereren dat een diervoeder bijzondere kenmerken vertoont hoewel alle soortgelijke voeders dezelfde kenmerken bezitten.
De verplichte etiketteringsgegevens moet op een opvallende plaats worden aangebracht en mogen zij niet aan het oog onttrokken worden door andere informatie. Deze gegevens moeten duidelijk, goed leesbaar en onuitwisbaar vermeld worden in ten minste de taal of een van de officiële talen van de lidstaat of de regio waar het diervoeder in de handel wordt gebracht.
Wanneer diervoeders te koop worden aangeboden door middel van een 'techniek voor communicatie op afstand', zoals het internet of publiciteitsfolders, moeten de verplichte etiketteringsgegevens vermeld worden op het materiaal ter ondersteuning van de verkoop op afstand (vb. op de website, reclamefolder, advertentie met bestelbon, ...) (FOD Volksgezondheid, 2020)
1.1.1 Verplichte vermeldingen
- naam van het voedermiddel
- de diersoort of categorie dieren waarvoor het voeder bestemd is
- vermelding van de soort diervoeder: ‘voedermiddel’, ‘volledig diervoeder’ of ‘aanvullend diervoeder’ (of in voorkomend geval ‘mineraalvoeder’, ‘volledige melkvervanger’, ‘aanvullende melkvervanger’);
- naam of handelsnaam en het adres van de voor de etikettering verantwoordelijke persoon;
- het erkenningsnummer van de verantwoordelijke
- het lotnummer
- nettohoeveelheid, uitgedrukt in massa- of volume-eenheden;
- toevoegingsmiddelen
o welke vorm
o evt het vochtgehalte
- een gebruiksaanwijzing indien er maximumgehalten gelden voor de toevoegingsmiddelen
- de minimumhoudbaarheid indien nodig
- bij mengvoeders een opschrift 'Samenstelling' met alle aanwezige voedermiddelen in afnemende volgorde van gewicht (volgens de formule).
- de rubriek 'Analytische waarborgen” met de gewaarborgde totale gehalten.
(FOD Volksgezondheid, 2020)
1.1.2 Definities
- mengvoeders: mengsels van ten minste twee voedermiddelen, met of zonder toevoegingsmiddelen, bestemd voor orale vervoedering
- volledige diervoeders: mengvoeders die door hun samenstelling toereikend zijn als dagrantsoen
- aanvullende diervoeders: mengvoeders met een hoog gehalte aan bepaalde stoffen, die echter, wegens hun samenstelling, slechts toereikend zijn als dagrantsoen indien zij samen met andere diervoeders worden gebruikt
- mineraalvoeders: aanvullende diervoeders die ten minste 40 % ruwe as bevatten;
- melkvervangers: mengvoeders die in droge staat of na oplossing in een bepaalde hoeveelheid vloeistof worden toegediend en bestemd zijn voor het voederen van jonge dieren, als aanvulling of ter vervanging van de moedermelk na de biestperiode
- minimumhoudbaarheid: de periode waarvoor de verantwoordelijke garandeert dat de diervoeders hun opgegeven eigenschappen behouden indien zij in passende omstandigheden worden bewaard
o te gebruiken tot …, gevolgd door de vermelding van een bepaalde dag in het geval van door afbraakprocessen zeer bederfelijke diervoeders
o ten minste houdbaar tot …, gevolgd door de vermelding van een bepaalde maand voor andere diervoeders
- partij of lot: een identificeerbare hoeveelheid diervoeder waarbij gemeenschappelijke kenmerken zijn vastgesteld, zoals herkomst, soort, type verpakking, verpakker, verzender of etikettering
- FCA : (Feed Chain Alliance, een nieuwe naam voor GMP), is een betrouwbaar kwaliteitssysteem dat ontwikkeld werd voor en door de volledige diervoederketen. In deze standaard zijn de voorwaarden vastgelegd voor het produceren, verwerken, verhandelen, opslaan en transporteren van diervoeders. De FCA wordt beheerd door OVOCOM, het Belgisch overlegplatform voor de diervoedersector. Het doel is voederveiligheid en kwaliteit garanderen doorheen de volledige diervoederketen.
1.1.3 Voorbeelden
Ook voor zaai- of plantgoed moet de buitenkant van de verpakking voorzien worden van een officieel etiket dat opgesteld is in een van de officiële talen. Bij doorzichtige verpakkingen mag het etiket zich aan de binnenkant bevinden, indien het door de verpakking heen kan worden gelezen. Elke verpakking die officieel goedgekeurd zaaizaad bevat, moet uitwendig voorzien zijn van een officieel etiket (certificaat) goedgekeurd door de afdeling Productkwaliteitsbeheer.
Dit moet zodanig vastgehecht zijn dat het onmogelijk door een ander kan worden vervangen of opnieuw kan worden gebruikt. De certificaten bestaan uit onscheurbaar materiaal (bestemd om in te naaien) of zijn zelfklevend. De kleur van het etiket is wit voor basiszaad en blauw voor gecertificeerd zaad. Ook hier is het belangrijk dat de etiketten duidelijk, waarheidsgetrouw en niet verwarrend zijn.
- EG-systeem, (CE : conformité européenne)
- Keuringsdienst en lidstaat of desbetreffend kenteken
- Maand en jaar van de officiële sluiting of van de laatste monstername
- Partij- of lotnummer
- Soort, ten minste in Latijns schrift aangegeven met de botanische benaming, ofwel de gewone benaming, of beide.
- Ras
- Bij rassen die hybriden of ingeteelde stammen zijn: de naam van het ras waartoe het zaad behoort, met daarbij het woord "hybride".
- Categorie en klasse
- Producerend land
- Opgegeven netto- of brutogewicht of opgegeven aantal zuivere zaden.
- Wanneer er korrelvormige bestrijdingsmiddelen, omhulsels of andere vaste toevoegingsmiddelen worden gebruikt, de aard van het toevoegingsmiddel, de naam van elke actieve stof en de verhouding tussen het gewicht zuiver zaad en het totale gewicht.
- basiszaad: (synoniem stamzaad) dient als basis van waaruit het zaad in het groot tot hybridezaad zal wordt vermeerderd. Het zaad wordt verkregen door de inteelt op een ouderlijn. De genetische eigenschappen van dit zaad zijn zeer homogeen, wat er tevens voor zorgt dat de ouderlijnen zwakker zijn door een gebrek aan heterogeniteit. De homogene genetica is echter noodzakelijk om een zuivere F1 Hybride te produceren. Het heterosis effect wat optreedt na het kruisen van 2 op deze wijze verkregen ouderlijnen is de oorzaak van de weerbare en sterkte in weerbaarheid van hybride planten.
- gecertificeerd zaad: zaad dat dient voor productie door de gangbare landbouw. Dit zaad voldoet aan de eisen op het gebied van voedselveiligheid en traceerbaarheid in de productiekolom. De productie van gecertificeerd zaaizaad staat volledig onder controle van de overheid, zowel bij de vermeerdering in het veld als tijdens de zaaibereiding bij de zaadbedrijven.
- certificaat : meestal synoniem voor of voldoende beschreven door het officieel etiket, goedgekeurd door de afdeling Productkwaliteitsbeheer van het Agentschap voor Landbouw en Visserij.
1.2.3 Voorbeelden
Indien de producten onverpakt worden vervoerd voor de verkoop of wanneer zij onverpakt worden geleverd, moeten zij vergezeld zijn van een document dat de aanduidingen draagt.
- de aanduiding meststof of kalkmeststof
- de typeaanduiding, drie onderling van elkaar gescheiden getallen voor de NPK-meststoffen en door twee onderling van elkaar gescheiden getallen voor de NP-, PK- en NK-meststoffen.
- de gewaarborgde gehalten
- het gewaarborgde netto- of brutogewicht (of volume)
- naam en adres van degene die verantwoordelijk is voor het verhandelen
- voor de vloeibare meststoffen: de passende aanduidingen inzake de temperatuur voor het opslaan en het voorkomen van ongevallen
Op volgende voorbeeld wordt verwezen naar R- en S-zinnen, die kwamen voor op verpakkingen en beschrijvingen van chemische stoffen en hadden betrekking op risico's (R-zinnen) en veiligheidsmaatregelen (S-zinnen).
Sinds een paar jaar staan er H- en P-zinnen op het etiket, ter vervanging van de letters R (risico), S (veiligheid), H (gevaar) en P (voorzorg). Dit zijn gestandaardiseerde en genummerde zinnen; zo kun je, of je een taal nu wel of niet spreekt, via het nummer het gevaar en de juiste voorzorgsmaatregel vinden in je eigen taal.
Bij H-zinnen kan onder meer gedacht worden aan fysische gevaren, zoals bvb exploderende of licht ontvlambare stoffen. Ook kan gedacht worden aan gezondheidsgevaren (oogirritatie, huidirritatie of wanneer iets mogelijk kankerverwekkend is) en milieugevaren (als het een acuut gevaar vormt waterorganismen of een gevaar op de lange termijn heeft).
De P-zinnen geven met name informatie over de (voorzorgs)maatregelen die genomen moeten worden bij het gebruik van 1 stof óf product voor preventie; en dan in het geval van een ongeluk of bij opslag en verwijdering.
- Gegevens over de leverancier (naam, adres, telefoonnummer)
- Nominale hoeveelheid stof in de verpakking die aan het publiek wordt aangeboden
- Het erkenningsnummer van het product,
- Zijn gehalte aan actieve stof
- Gevarenpictogrammen en hun GHS-code (Globally Harmonized System) vanuit de CLPverordening (Classification, Labelling and Packaging) vervangen de oude gevarenpictogrammen,
Pictogrammen op bovenstaande voorbeeld :
- Signaalwoorden (vb “Gevaar”, “Waarschuwing”)
- Gevarenaanduidingen (H-zinnen)
- Veiligheidsaanbevelingen (P-zinnen)
- Eventueel EUH-zinnen (extra door EU verplichte H-zinnen) en andere aanvullende gevareninformatie
- Door de gebruiker na te leven voorschriften De producten mogen enkel gebruikt worden voor de doeleinden die erkend zijn.
- Verdunning en toepassingsdosis.
Biociden zijn bestrijdingsmiddelen die gebruikt worden om ongewenste organismen af te schrikken, onschadelijk te maken of te vernietigen. Samen met gewasbeschermingsmiddelen vallen biociden onder de noemer van pesticiden.
Voorbeelden zijn insectenbestrijdingsmiddelen, muizen- en rattenvergif, reinigings- en ontsmettingsmiddelen, schimmeldodende producten en houtbeschermingsproducten.
Regels voor de etikettering van chemische stoffen en mengsels (dus ook van biociden) zijn vastgelegd in de Verordening over de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels (in het Engels Classification, Labelling and Packaging, CLP) en zijn dus de zelfde als die voor gewasbeschermingsmiddelen.