bachelor verpleegkunde - psychische kwetsbaarheid

Page 1

Psychische kwetsbaarheid

Docenten Christophe Casteleyn, Bart Debyser, Tijs Maerten, Johan

Mestdagh, Hadewijch Blockeel, Annelies Verkest studiegebied gezondheidszorg

PBA verpleegkunde

Campus Brugge – Kortrijk - Roeselare academiejaar 2023-2024

Legende van de gebruikte iconen

Legende van de gebruikte iconen

Denkvraag

Leerdoelen

Niet vergeten

Opdracht/Oefening

Studeeraanwijzingen

Extra informatie

Toledo

Stress-kwetsbaarheids-coping model

Leerdoelen

Na het bestuderen moet je:

• De verschillende elementen van het biopsychosociaal model kunnen benoemen en illustreren met voorbeelden.

• Het stress-kwetsbaarheid-coping model kunnen uitleggen aan de hand van de balkmetafoor en toepassen op een concrete situatie.

• Biologische, psychologische en sociale factoren kunnen illustreren met voorbeelden.

• Het concept coping uitleggen.

• De verschillende stappen in het copingproces kunnen benoemen en toepassen op een concrete situatie.

• De verschillende types van coping kunnen uitleggen, herkennen en illustreren met voorbeelden.

• De problemen met copingstrategieën kunnen benoemen en illustreren met voorbeelden.

model
Stress-kwetsbaarheids-coping
1

1.1 Het biopsychosociaal model

Het ontstaan van psychische aandoeningen of een psychische kwetsbaarheid wordt vaak verklaard door het biopsychosociaal model. Hierbij worden zowel biologische (erfelijkheid, werking van de hersenen, …), psychologische (emotionele ervaringen, trauma’s, …) als sociale factoren (levensomstandigheden, woonplaats, socio-culturele context, …) in kaart gebracht die mee aan de basis liggen van het ontstaan van een psychische kwetsbaarheid. Dit model verklaart het ontstaan van een psychische kwetsbaarheid als een dynamisch samenspel van bovenstaand genoemde factoren, Binnen de geestelijke gezondheidszorg maakt men vooral gebruik van het stress-kwetsbaarheidscoping model. Dit is ook een biopsychosociaal model waarbij er een wisselwerking is tussen een bestaande psychische kwetsbaarheid, beschermingsfactoren (coping) en stressfactoren. Dit model is ook wel gekend als het draagkracht-draaglast model. De volgende figuren geven een overzicht weer van de verschillende factoren van het stress-kwetsbaarheids-coping-model.

Stress-kwetsbaarheids-coping model
(Schema Francis De Groot)

Stress-kwetsbaarheidsmodel voor suïcidaal gedrag (naar Goldney,2008; Willams et al., 2005)

1.2 Stress

We ervaren gedurende ons leven heel wat stress. Deze stressfactoren of stressvolle situaties worden ook wel stressoren genoemd. De mate van het ervaren van stress wordt echter door iedereen anders gepercipieerd. Wat voor de ene persoon veel stress betekent is dat niet voor de andere persoon. Stress hoeft niet noodzakelijk gekoppeld te worden aan negatieve situaties, ook zogenaamde positieve zaken kunnen stress met zich meebrengen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld een huwelijk. Het organiseren ervan brengt heel wat spanningen, onzekerheden, beslommeringen met zich mee. Een ander voorbeeld is de geboorte van een kind, dit brengt de bestaande balans van een koppel uit evenwicht. Alle aandacht van de moeder gaat nu plots naar het kind waardoor de partner het gevoel kan krijgen op de tweede plaats te komen. Deze voorbeelden kunnen we catalogeren onder de noemer van lifeevents of (stresserende) levensgebeurtenissen. Dit zijn allemaal zaken die min of meer ‘normale’ situaties zijn, eigen aan het leven. Denk maar aan overlijdens, een ongeval, verliefdheid, puberteit, … maar ook rampen, oorlogssituaties, ongevallen vallen daaronder.

Ander voorbeelden van stressoren zijn:

• Teveel (school)werk, deadlines die moeten behaald worden,…

• Voortdurend piekeren, zich zorgen maken over,…

• Teveel kritiek van ouders, baas of leraar.

• Overbezorgdheid van ouders waardoor ze geen ruimte geven of te dicht op je vel zitten, teveel controleren,…

• Teveel gepusht worden om een bepaalde studierichting te volgen of een bepaalde vrijetijdsactiviteit te doen die je eigenlijk niet graag doet,…

model
Stress-kwetsbaarheids-coping

Stress-kwetsbaarheids-coping model

• Eenzaamheid, zich niet verbonden voelen met een groep mensen bv familie, medestudenten,...

• Relationele problemen

• Financiële problemen

• Dagelijkse ongemakken als het lawaai van medestudenten op kot, lawaai van verbouwingswerken bij de buren, slaande deuren,…

• Opdracht/Oefening

Som voor jezelf een aantal zaken op die je op dit moment stress geven hoe veel of weinig ook? Indien je nu niet veel stress ervaart, denk dan aan een moment in je leven waarop je wel veel stress ervaarde.

1.3 Kwetsbaarheid

Erfelijkheid is één van de belangrijkste kwetsbaarheidsfactoren. Uit onderzoeken blijkt dat in een aantal gevallen psychische kwetsbaarheid genetisch bepaald is. Zo zien we in bepaalde families meer psychische kwetsbaarheid voorkomen dan in andere families. Het al dan niet manifesteren van deze kwetsbaarheid is dan weer het resultaat van een samenspel met andere factoren.

Biochemische stoornissen worden ook genoemd als een belangrijke kwetsbaarheidsfactor. In een aantal gevallen is er sprake van een verstoord evenwicht in de hormonenhuishouding. Zo blijkt dat o.a. een disfunctioneren van de schildklier een invloed heeft op de stemming. Ook de menopauze die gepaard gaat met belangrijke verschuivingen in de hormonenhuishouding heeft een belangrijke invloed op het psychisch functioneren.

Bij bepaalde psychische stoornissen is er sprake van afwijkend functioneren of afwijkende structuren in de hersenen bv: vergroting van de grote hersenen. Deze worden ook wel neurofysiologische stoornissen genoemd. Sommige van deze stoornissen treden op als gevolg van een Niet Aangeboren Hersenletsel – ook wel NAH genoemd - zoals een hoofdtrauma na een verkeersongeval, hersenbloeding, …

Cognitieve stoornissen zoals concentratieproblemen, inprentingsstoornissen, geheugenproblemen, … verhogen de kwetsbaarheid. Deze cognitieve stoornissen kunnen aangeboren zijn, maar kunnen ook optreden als het gevolg van bepaalde neurologische en psychiatrische aandoeningen.

De intelligentie van iemand speelt ongetwijfeld een grote rol. De mate waarin dat iemand bepaalde probleemsituaties kan begrijpen en inschatten is bepalend om al dan niet stress te ervaren. Ook de

verschillende soorten intelligentie spelen hierbij een rol. Denk maar aan bijvoorbeeld emotionele intelligentie = het herkennen en reguleren van emoties.

Ook de persoonlijkheid van iemand speelt een rol. Iemand die van nature eerder paranoïde of eerder pessimistisch is zal vanzelfsprekend meer stress ervaren dan een optimist. Een extraverte persoon zal veel gemakkelijker zijn emoties ventileren dan iemand die eerder introvert is.

De opvoeding speelt ook een belangrijke rol. Gedurende de opvoeding worden heel wat vaardigheden aangeleerd zoals omgaan met stress, probleemoplossend vermogen, emoties mogen en kunnen verwoorden, sociale omgang, … Indien kinderen een problematische opvoeding hebben gekend ten gevolge van bv. psychische of sociale problemen bij de ouders, dan heeft dit ongetwijfeld zijn weerslag op hun later functioneren, op de wijze waarop ze met probleemsituaties zullen omgaan.

Bepaalde mensen werden in hun jeugd geconfronteerd met ernstige vormen van misbruik, verwaarlozing of mishandeling. Deze traumatische ervaringen laten ongetwijfeld hun sporen na op het psychisch welzijn van een mens.

Deze oplijsting is niet exhaustief, niet volledig. Je kan deze lijst aanvullen met tal van andere factoren die bijdragen tot een zekere kwetsbaarheid.

Opdracht/Oefening

Ga voor jezelf na waar jouw kwetsbaarheid/kwetsbaarheden zich situeert /situeren.

1.4 Coping

1.4.1 Inleiding

Heel wat factoren kunnen beschermend werken om de stress te kunnen dragen en dat wordt individueel bepaald.

• Informatie over psychisch welzijn, hoe omgaan met stress, …

• Ervaren van sociale steun door familie, vrienden, …

• Een zinvolle daginvulling, vrijetijdsbesteding, …

• In een aantal gevallen kan medicatie beschermend werken.

• Het hebben van een vertrouwenspersoon.

• Probleemoplossende vaardigheden

• Assertiviteit

• Sporten en bewegen

model
Stress-kwetsbaarheids-coping

Stress-kwetsbaarheids-coping model

• Krachten (als intrinsieke steun)

• Waar haalt men steun uit (externe steun)

Een aantal van deze factoren wordt ook wel coping genoemd. Dit zijn hulpbronnen die men gebruikt of handelingen die men stelt om met stress om te gaan. Op deze hulpbronnen wordt in dit hoofdstuk verder ingegaan.

Opdracht/Oefening

Ga voor jezelf na wat helpend, ondersteunend is wanneer je te veel stress ervaart.

1.4.2 Begripsomschrijving

Het Engelse werkwoord 'to cope' staat voor 'het hoofd bieden aan' of 'strijd leveren met' voornamelijk moeilijke situaties. Het geeft aan dat je jezelf probeert te handhaven als je door omstandigheden uit evenwicht dreigt te raken. In de Engelse taal wordt coping tegenwoordig vooral gebruikt in de betekenis van omgaan met stress. In het Nederlands is het moeilijk om een begrip te vinden dat in één woord hiervoor kan staan. Daarom werd de term coping in het Nederlands overgenomen (Van der Ploeg, 2013).

Coping wordt in het Engels omschreven als “the constantly changing cognitive and behavioral efforts to manage specific external and/or internal demands that are appraised as taxing or exceeding the resources of the person” (Lazarus & Folkman, 1984, p. 141).

Coping is met andere woorden het zich cognitief en gedragsmatig inspannen om externe en/of interne bedreigingen het hoofd te bieden. Voor het moment van handelen is aangebroken, vindt er eerst een proces plaats waarbij we de ernst en betekenis van de situatie of gebeurtenis inschatte (Hill Rice, 2012)

1.4.3 Het inschattingsproces of de appraisal

Als iemand een stressor of stresserende prikkel ervaart, dan ontstaan er enkele mechanismen.

Voor iemand tot bepaalde acties overgaat, vindt er eerst een inschatting (appraisal) of taxatie van de bedreigende situatie plaats. Hoe gevaarlijk of ongevaarlijk is de situatie? Hoe duidelijk of onduidelijk is de situatie eigenlijk? En hoe schat iemand in de situatie of gebeurtenis te kunnen tackelen? Dit proces werd door Lazarus (1966) omschreven als appraisal of het inschattingsproces. Dit proces verloopt gefaseerd en wordt hieronder beschreven.

1.4.3.1 De eerste fase: de primary appraisal

De persoon gaat vooreerst, direct na de confrontatie met de stressor, de aard en de omvang van de bedreiging inschatten. Er vindt een afweging plaats om te bepalen in hoeverre een bepaalde situatie bedreigend is voor het eigen welzijn of het welzijn van belangrijke derden (familie, vrienden,…). Het welzijn moet hierbij breed geïnterpreteerd worden. In de overweging heeft het betrekking op zowel het psychische, het lichamelijke als het materiële welzijn. In deze fase wordt onder meer naar antwoorden gezocht op vragen zoals de volgende:

• Moet ik me druk maken om wat er plaatsvindt?

• In welke mate ben ik bij de gebeurtenissen betrokken?

• Wat kunnen de negatieve gevolgen zijn?

Het antwoord op deze vragen zal heel individueel zijn. Wat de een als erg bedreigend ervaart, kan de ander als minder of helemaal niet bedreigend beleven. In principe zijn er vier inschattingen mogelijk. Men schat de situatie of gebeurtenis in als:

• Onbelangrijk: het individu zal in dit geval niet reageren op de situatie en het leven gaat gewoon verder. In deze situatie ontstaat er verder geen stress en stopt ook het proces.

• Uitdagend: het individu mobiliseert krachten om de uitdaging aan te gaan.

• Bedreigend: bij het individu zullen er krachten vrijkomen om weerstand te bieden.

• Ambigu of 'dubbel': in dit geval zal het individu meer informatie zoeken om tot een scherpere, beter afgewogen inschatting te kunnen komen.

Algemeen kan gesteld worden dat de primary appraisal meer bedreigend wordt als een situatie onverwacht, nieuw, oncontroleerbaar en onvoorspelbaar is.

Als er geoordeeld wordt dat er wel degelijk sprake is van een bedreiging, dan zet het proces zich verder (Grypdonck, 2011; Hill Rice, 2012; Van der Ploeg, 2013)

1.4.3.2 De tweede fase: de secondary appraisal

In de tweede fase vindt een afweging plaats tussen enerzijds de ingeschatte bedreiging (uit de eerste fase) en de vaardigheden en mogelijkheden waarover het individu meent te beschikken om die bedreiging het hoofd te bieden. Het gaat dus over de beoordeling van het individu van de persoonlijke mogelijkheden waarover hij beschikt om met de stressor om te gaan. Naast deze persoonlijke kwaliteiten of mogelijkheden, gebeurt hier ook een inschatting van de mate waarin iemand op steun uit de omgeving kan rekenen. Er wordt gezocht naar antwoorden op de volgende vragen:

• Wat kan ik aan de situatie doen?

• Hoe moet ik me erin opstellen?

• Hoe kan ik me verweren?

Stress-kwetsbaarheids-coping model

Deze beoordeling leidt uiteindelijk tot een bepaalde aanpak of reactie van het individu (Grypdonck, 2011; Hill Rice, 2012; Van der Ploeg, 2013)

1.4.3.3

Emoties tijdens het inschattingsproces

Tijdens het inschattingsproces worden de signalen die uitgaan van de bedreigende situatie opgevangen en verwerkt om de situatie betekenis te kunnen geven en op een bepaalde manier te interpreteren. Het nadenken en overwegen gaat gepaard met heel wat emoties. Wie bijvoorbeeld een situatie als gevaarlijk inschat, kan angst of kwaadheid ervaren. Het zijn precies deze emoties die door het individu moeten worden beteugeld tijdens het daaropvolgende copingproces (Raemdonck, 2016; Van der Ploeg, 2013)

1.4.4 Het copingproces

De coping zelf is de reactie van het individu of de copingreactie of –mechanismen. Het gaat met andere woorden over de wijze waarop iemand met bedreigende situaties omgaat. Deze reactie wordt beschouwd als het toepassen van bewuste pogingen of het doen van inspanningen om emoties (gevoelens), cognities (gedachten/verwachtingen) en gedrag dat voortvloeit uit stressvolle gebeurtenissen of situaties onder controle te houden of onder controle te krijgen. Deze pogingen worden omschreven als copingstrategieën, of het antwoord van een individu op een gepercipieerde (ervaren) bedreiging of belasting.

Sinds het ontstaan van het begrip coping werden al tal van 'types' coping onderscheiden. Aanvankelijk werden vooral de volgende categorieën benoemd, een indeling die nog steeds actueel is en die we ook hier in de syllabus aanhouden:

• Probleemgerichte versus emotiegerichte strategieën

• Vermijdende versus confronterende of benaderende strategieën (Grypdonck, 2011; Van der Ploeg, 2013)

1.4.4.1 Benaderende versus vermijdende coping

Iemand kan met een bedreigende situatie omgaan door ermee bezig te zijn (benaderend) of door er zo weinig mogelijk aan te denken of mee bezig te zijn (vermijdend). Bij benaderende of confronterende strategieën is het individu zich er sterk van bewust dat er een probleem is en dat er een oplossing voor moet komen. Bij vermijdende copingstrategieën zal het individu de stressor zoveel mogelijk vermijden of ontlopen of ontkennen. Het is kenmerkend om het probleem niet onder ogen te zien en zichzelf voor te houden dat er eigenlijk geen probleem is (Hill Rice, 2012; Van der Ploeg, 2013)

Voorbeeld:

Bij een mondeling examen, kun je aan de studenten die klaar zijn met het examen, vragen hoe het geweest is en welke de vragen waren (benaderend). Of je kan ervoor kiezen om er niets over te vragen

Stress-kwetsbaarheids-coping model

en de sfeer luchtig te houden door te vertellen over het komende weekend en wat je plannen dan zijn (vermijdend).

Een toepassing van de benaderende versus de vermijdende copingstijl, vinden we als verpleegkundige in het omgaan met het geven van informatie en adviezen aan mensen over hun gezondheid. Mensen verschillen namelijk in het benaderen van en omgaan met door hen als bedreigend ervaren informatie, in het bijzonder als het gaat over informatie over hun gezondheid.

Hierbij onderscheiden we de monitors en de blunters. Monitors zijn meer bezorgd en gespannen over gezondheidsrisico’s. Ze zijn bijzonder gevoelig voor bedreigende boodschappen als ze informatie krijgen over hun gezondheid en maken zich zorgen over deze bedreigingen voor een lange tijd. Ze ervaren daarnaast meer angst hierbij en blijven piekeren over deze bedreigende informatie. Onderzoek wijst uit dat het daarom goed is om deze mensen zo goed als mogelijk en uitgebreid te informeren zodat dit een positief effect kan hebben op hun angst. Daarentegen zijn blunters mensen die geen gedetailleerde informatie zoeken over gezondheidsrisico’s of hun gezondheidstoestand. Zij zullen sneller gewoon de adviezen over hun gezondheid volgen, ook als ze er geen uitgebreide informatie over krijgen. Blunters kunnen zelfs overweldigd zijn door een teveel aan informatie over hun gezondheid. Ze worden gespannen door deze grote hoeveelheid informatie en gaan daarom de informatie wegduwen uit hun aandachtsveld. Daarom zijn boodschappen over hun gezondheid best kort en bondig, zonder al te veel details (Williams-Piehota, Pizarro, Schneider, Mowad, & Salovey, 2005)

1.4.4.2 Emotiegerichte versus probleemgerichte coping

Bij probleemgerichte coping probeert iemand iets aan de probleemsituatie te doen. Dit houdt enkele stappen in: het probleem goed definiëren, verschillende alternatieve aanpakken of oplossingen bedenken, de voor- en nadelen van deze strategieën afwegen, actie ondernemen om te veranderen wat er kan veranderd worden en, indien nodig, nieuwe vaardigheden aanleren. Dit zijn allemaal stappen om de situatie opnieuw de baas te worden. Probleemgerichte coping kan gericht zijn op een verandering in de context of op een verandering bij zichzelf (Grypdonck, 2011; Hill Rice, 2012; Van der Ploeg, 2013)

Voorbeeld

Je vraagt je af hoe het komende examen zal verlopen en je stapt op de docent af om het hem of haar te vragen.

Emotiegerichte coping is erop gericht om de negatieve emoties die de stress meebrengt te verminderen. Het gaat over het toepassen van enkele tactieken zoals afleiding zoeken, stoom aflaten, vermijden, iemand of iets de schuld geven, minimaliseren, externaliseren, wishful thinking, sociale steun zoeken,… Kenmerkend hierbij is dat de stressreactie wel vermindert, maar dat het probleem onaangeroerd blijft. Als het gaat om probleemsituaties die niet vanzelf verdwijnen, zal de stress dus waarschijnlijk weer opduiken (Grypdonck, 2011; Hill Rice, 2012; Van der Ploeg, 2013)

Voorbeeld

Stress-kwetsbaarheids-coping model

Stress-kwetsbaarheids-coping model

Je wacht op de uitslag van een belangrijk medisch onderzoek en je probeert ondertussen voortdurend met andere dingen bezig te zijn zodat je er niet aan denkt.

1.4.4.3

Adequate of effectieve versus inadequate of ineffectieve coping

Het effect van het gebruik van copingmechanismen leidt tot een opsplitsing in adequate of effectieve coping en inadequate of ineffectieve coping. Bij adequate coping wordt de invloed van de stressor op de kwaliteit van leven van het individu beperkt; bij inadequate coping niet. Het is echter niet altijd gemakkelijk om vast te stellen of een copingmechanisme adequaat of inadequaat is omdat er vele verschillende effecten op korte, middellange en lange termijn moeten overwogen worden (Van der Ploeg, 2013)

1.4.5 Coping en psychische kwetsbaarheid

Een psychiatrische problematiek is het resultaat van een complexe interactie tussen een bepaalde kwetsbaarheid enerzijds en stressverhogende, balansverstorende factoren anderzijds (cfr. Stresskwetsbaarheidsmodel). Coping vervult hierin een mediërende 1 rol, net als sociale steun (ook wel coping assistance genoemd). Steun verwijst hier naar de hulp die iemand in materiële of emotionele zin ondervindt (Van der Ploeg, 2013)

1.4.6 Ontwikkeling van copingstrategieën en -stijl

Algemeen ontwikkelt zich, normaal gezien bij een persoon, een variatie aan copingstrategieën, die men spontaan kan aanpassen, onder meer afhankelijk van de context waarin we ons bevinden.

Het aanleren van deze copingstrategieën gebeurt in de eerste plaats in het ouderlijk gezin. Kinderen zien van nabij hoe hun ouders omgaan met lastige situaties en leren daarvan. Ze zijn geneigd om de wijze van reageren van hun ouders over te nemen. De ouders zijn ook aanvankelijk de enige voorbeelden die kinderen hebben. Zo ontwikkelt elke jongere in de loop van zijn leven bepaalde strategieën waarmee gereageerd wordt op problematische, lastige of bedreigende situaties. Naarmate deze ontwikkeling zich verderzet, neemt het aantal strategieën toe en krijgen die verschillende manieren van reageren ook meer gestalte in bepaalde stijlen. Mensen hebben namelijk na verloop van tijd een bepaalde manier van reageren die ze bij voorkeur gebruiken, wat dan een copingstijl wordt genoemd.

Een positieve insteek hierbij is dat een copingstijl een veranderlijk kenmerk van een persoon is en dat er dus een beïnvloeding van de copingstijl mogelijk is (Van der Ploeg, 2013)

1 Een mediator is een variabele die het verband tussen X en Y versterkt of verzwakt. Er is een duidelijk verband tussen een psychische kwetsbaarheid en stressfactoren enerzijds en het ontstaan van een psychiatrische problematiek anderzijds. De vertrouwde copingsstrategieën zullen dit verband versterken of verzwakken.

Voorbeeld

Iemand die gewoon was om met spanning om te gaan op een vermijdende manier, namelijk door alcohol te drinken, heeft assertiviteitstraining gevolgd en komt nu in vele situaties meer voor zichzelf op.

1.4.7 Problemen met of door copingstrategieën

Er kan zich bij een individu echter ook een heel nefaste algemene stijl van vermijding ontwikkelen die automatisch of reflexmatig gehanteerd wordt. Hierdoor kan zich onbewust een patroon ontwikkelen waardoor het individu veel vrijheid verlies. Peplau 2 spreekt dan over disfunctionele patronen en chroniciteit. Deze patronen staan een verdere ontwikkeling in de weg waardoor bij een individu heel wat capaciteiten en vaardigheden onbenut blijven, afwezig lijken of ondergesneeuwd geraken (Raemdonck, 2016).

Voorbeeld:

Als ik kwaad word, dan loop ik altijd weg van die situatie die me kwaad maakt. Zo moest ik al heel vaak van werk veranderen, maar ik kan me eigenlijk op geen enkel werk goed voelen. Ik geef altijd op.

Daarnaast is het mogelijk dat mensen in de problemen komen doordat ze over (te) weinig copingstrategieën beschikken. Een beperkt arsenaal aan strategieën zorgt ervoor dat iemand niet altijd een strategie vindt die goed aansluit op een bedreigende gebeurtenis of een stressvolle situatie. De kans is dan ook veel groter dat iemand hierdoor tot inadequate of ineffectieve coping komt (Van der Ploeg, 2013).

Voorbeeld

Ik kan me niet meer voorstellen dat ik naar een feestje ga zonder er alcohol te drinken. Alleen met een paar glazen op, praat ik vlot genoeg met anderen.

Een ander probleem kan ontstaan bij mensen die eerder een opstandige manier van benaderen hebben. Zij stevenen vaak onbedacht af op een bedreigende situatie of stressor, wat dikwijls veel meer problemen oproept. Deze aanpak of copingstrategie werkt veeleer averechts waardoor meer relationele botsingen ontstaan (Van der Ploeg, 2013)

Ten slotte zijn er mensen die niet gericht op de stressor reageren om de situatie aan te pakken, maar blijven afwachten en vooral hun emoties de vrije loop laten. Zij hebben een kleinere kans om positieve relaties op te bouwen omdat ze vooral gericht zijn op zichzelf en daardoor weinig rekening houden met anderen in hun reactie (Van der Ploeg, 2013).

2 Hildegard Peplau ontwikkelde in de 20e eeuw een belangrijke verpleegkundige theorie die de relatie tussen de verpleegkundige en patiënt benadrukt en de mogelijkheden die in deze relatie verscholen zitten. Ze richtte zich vooral op patiënten met een psychische kwetsbaarheid.

Stress-kwetsbaarheids-coping model

1.5 De balkmetafoor

1.5.1 Inleiding

In de geestelijke gezondheidszorg heeft het stress-kwetsbaarheids-coping model reeds jarenlang zijn nut bewezen. Aangezien het model niet eenvoudig uit te leggen is, maakt men heel vaak gebruik van metaforen. Deze moeten bruikbaar zijn in het dagelijks gebruik en bovendien toegankelijk en begrijpbaar zijn voor iedereen. Deze metaforen helpen om complexe informatie te vertalen naar toegankelijke informatie (ook voor kinderen). Veelal zijn deze metaforen cultuurgebonden. Zo spreekt men in Engeland van een schip dat te zwaar geladen is, terwijl men in Zwitserland spreekt van een bergbeklimmer met een veel te zwaar geladen rugzak. In de volksmond spreken we dan vaak ook over iemand die ‘een rugzak' (met problemen) met zich meedraagt. In Vlaanderen maakt men veelal gebruik van de balkmetafoor.

1.5.2 De balkmetafoor

Dit onderdeel van de cursus is geïnspireerd op Mestdagh & Noyez (2001).

1.5.2.1 Balk

De menselijke draagkracht stellen we voor door een balk. Een samenspel van heel wat factoren bepaalt hoe dik en sterk deze balk is, m.a.w. hoe groot onze draagkracht is. We denken hierbij aan factoren als: intelligentie, trauma’s die we meemaakten, levenservaringen, … . Ook onze persoonlijkheid bepaalt mee de aard van de draagbalk: denk maar aan iemand die als perfectionist of als pessimist door het leven gaat.

1.5.2.2 Noot in de balk = kwetsbaarheid

Hout met noten erin is minder sterk: elke schrijnwerker weet dat een noot een zwakke plaats vormt in de balk, die maakt dat ze minder gewicht zal kunnen torsen. Wanneer deze balk onder druk gezet wordt, zal die immers breken op de plaats van de noot.

Mensen met psychische problemen hebben een specifieke psychische kwetsbaarheid. In de loop der jaren zijn reeds heel wat hypothesen ontwikkeld omtrent het ontstaan van deze psychische kwetsbaarheid doch tot op heden is geen enkel theorie sluitend genoeg. Wel is duidelijk dat het gaat om een samenspel van biogenetische en ontwikkelingsfactoren.

Deze psychische kwetsbaarheid tast de draagkracht aan en bepaalt welke draaglast (stress) iemand kan verwerken.

Stress-kwetsbaarheids-coping model

1.5.2.3 Draaglast of blokken op de balk = stressoren

De draaglast is de spanning /stress die men als mens doorheen zijn ganse leven ervaart. Deze kan zich op velerlei manieren manifesteren en heeft meestal een individueel karakter d.w.z. wat voor de een stress geeft, is dit niet voor een ander. De ene mens moet er ook meer verwerken dan de andere.

De draaglast in zijn verschillende vormen tast de draagbalk aan. Enerzijds kan de stress zich manifesteren van binnenuit -zoals een houtworm aan de balk vreet en zo de sterkte van de balk van binnenuit ondermijnt. We spreken dan van intrapsychische stress zoals bijvoorbeeld het voortdurend piekeren over de zin van het leven, eigen identiteit, onverwerkte traumata, chronische psychische spanning, onzekerheid, … kunnen de draagkracht ondermijnen.

Anderzijds kan de stress ook van buiten uit op ons afkomen. In het balkmodel stellen we dit voor als blokken (last) die door de balk moet gedragen worden. Deze stressoren hebben een individueel karakter. Met andere woorden de grootte van de blokken zal variëren van persoon tot persoon naargelang de beleving. Voorbeelden van stressoren zijn.

• Levensgebeurtenissen: vb: het overlijden van een geliefde

• Traumatiserende ervaringen

• Oorlog

• Ongevallen

• Geboorte, huwelijk

• Reis

• Dagelijkse ongemakken: burenlawaai, slaande deuren, een droge mond t.g.v. medicatie, de kamer moeten delen met iemand, …

• Teveel kritiek van de omgeving: verwijten dat iemand lui is.

• Overstimulatie: te veel druk op iemand zetten

• Middelenmisbruik zoals drugs en alcohol

• Relationele problemen

• Financiële problemen

• …

Stress-kwetsbaarheids-coping model

1.5.2.4 Barsten van de balk

Op een bepaald ogenblik is het onevenwicht tussen de reeds verzwakte draagbalk en de draaglast zo groot dat de balk begint te barsten. Deze barsten zullen zich meestal situeren in de buurt van de noot (meest kwetsbare plaats in de balk). Dat zijn dan de zogenaamde waarschuwingssignalen (eerste verschijnselen/ prodromen/ early warning signs) die wijzen op een dreigende psychische decompensatie.

Ook hier geldt dat deze waarschuwingssignalen erg individueel bepaald zijn. Bij de ene zal deze ‘barst’ zich uiten onder de vorm van een slechte nachtrust, bij de ander gaat het over veranderingen in de eetgewoonten of de spijsvertering, bij nog iemand anders gaat het over vage lichamelijk klachten zoals hoofdpijn (psychosomatische symptomen), …

1.5.2.5 Breken van de balk

Wanneer men niet tijdig ingrijpt om de balk te ondersteunen, breekt de balk vroeg of laat volledig door en manifesteert dit zich in een psychische decompensatie zoals een depressie, middelenmisbruik, een angststoornis, … Typisch bij een decompensatie is de chaos die dit met zich meebrengt, men voelt zich verward en ontredderd, weet niet waar eerst te beginnen, …

Ook kan de draaglast met zijn volle gewicht ineens op de balk terechtkomen, die dan doormidden breekt, zonder voorafgaandelijk waarschuwingssignalen te vertonen.

Stress-kwetsbaarheids-coping model

1.5.2.6 Herstellen en ondersteunen van de balk

De behandeling van een psychische decompensatie richt zich in eerste instantie op het terug ‘aan elkaar lijmen’ van deze balk. Via medicatie en/of gesprekken tracht men zo snel mogelijk de ergste symptomen op te doen klaren. Deze medicatie of gesprekken zijn als het ware de lijm die de stukken van de balk terug aan elkaar hecht. Dit laat ons toe het contact met de betrokkene te herstellen. Een positieve bejegening gericht op het zoeken naar contact is hier van cruciaal belang.

Doch dit hechten is onvoldoende. Daar de balk gebroken werd, is die niet meer zo sterk als voorheen en dienen we uit te kijken naar ‘stutbalken’ om de balk te ondersteunen. Op die manier kunnen we voorkomen dat deze opnieuw gaat breken. Deze stutbalken worden ook wel de beschermingsfactoren genoemd of coping.

Tegelijkertijd is het ook belangrijk om de blokken proberen te verkleinen of weg te nemen daar waar dit mogelijk is bv. bij relatieproblemen kan relatietherapie helpen, bij financiële problemen kan men budgetbegeleiding krijgen,

Soms kan het gebeuren dat bij het breken van de balk er stukjes van de balk verloren gaan en dan spreken we van restsymptomen (vb: cognitieve beperkingen, …) die de kwetsbaarheid van de balk nog eens vergroten.

Via onderstaande website kan je je persoonlijke balk opmaken.

Website

https://www.balkmetafoor.be/nl

Opdracht

Ga na wat voor jou stressoren zijn op dit moment. Welke zou je benoemen als stressoren die van binnenuit komen en welke komen van buitenuit op je af?

Ga na welke symptomen/signalen je ervaart wanneer je te veel stress hebt of als er te veel draaglast op je draagbalk staat.

Ga na wat helpend/ steunend is voor jou wanneer je te veel stress ervaart?

Stress-kwetsbaarheids-coping model

1.5.3 Casus

Léon is een vlotte student en levensgenieter. Hij kan terugvallen op een stevige band met zijn familie, het is een hecht gezin. Zijn ouders hebben uitgesproken meningen over minderheidsgroepen. Dit is vaak voer voor discussie tijdens het avondeten. Beide ouders zijn sterk gelovig en proberen deze boodschap ook aan hun zoon mee te geven. Léon twijfelt steeds meer aan de waarde die zijn ouders aan dit geloof hechten. Onlangs leerde hij een vriend kennen. Deze prille relatie geeft hem vleugels. Tegelijkertijd weet hij dat tolerantie t.o.v. homoseksualiteit in zijn gezin onbestaande is. Zijn vader uitte eerder zijn ongezouten zijn mening over “dat soort mensen”. Hij voelt zich verscheurd tussen de drang om dit met iemand te delen en de angst voor negatieve reacties. Daar hij meer een meer optrekt met zijn vriend worden er af en toe ‘grapjes’ gemaakt door zijn familie. Hij lacht dan zogezegd mee maar diep vanbinnen voelt hij zich gekwetst en onbegrepen.

Ook op school kan hij er met niemand over praten – daar wordt steevast spottend gereageerd op ‘jeanetten’ e.d. Zijn vriend wil hun relatie ten volle beleven en dit ook tonen aan de buitenwereld terwijl Léon vooral de negatieve reacties van zijn familie en schoolkameraden vreest.

Hij is voortdurend aan het piekeren waardoor hij ook moeilijk inslaapt, hij trekt zich ook meer terug op zijn kamer en vermijdt de buitenschoolse contacten met zijn schoolkameraden. De schoolresultaten lijden er ook onder. Léon kan zich moeilijk concentreren in de lessen, … Op een bepaald moment begon hij te denken over ‘hoe zou zijn familie reageren moest ik er niet meer zijn?’ Aanvankelijk was dit sporadisch maar op den duur begon hij meer en meer na te denken over zelfmoord, te fantaseren hoe hij dat zou kunnen doen.

Opdracht

Noteer wat de stressoren, de kwetsbaarheden en mogelijke beschermende factoren zijn van Léon

Stress-kwetsbaarheids-coping model

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.