INLEIDING, VEILIGHEID, INTRODUCTION, BORDEN EN STICKERS VOORDAT MET DE MACHINE GEWERKT WORDT Ga de machine niet bedienen voordat U de instructies en waarschuwingen, die vermeld staan in deze handleiding, gelezen en begrepen heeft. De aanwezigheid van vet, olie, modder of ijs (winter) op de opstaptreden en handgrepen kunnen ongevallen veroorzaken. Zorg dat ze altijd schoon zijn. Verwijder elk obstakel dat uw uitzicht belemmert. Houd voorruit en andere ruiten en achteruitkijkspiegels schoon. Indien u ’s avonds bij donker gaat rijden of werken met de machine, controleer dan of lichten en signalen correct werken.
4
Voordat u gaat rijden, dient u zich ervan te vergewissen dat de deuren en de beplating van de motor correct bevestigd zijn. Controleer dat er geen losse objecten of gereedschap op de machine of in de cabine achter blijft. Alleen de bestuurder is toegestaan op de machine. Zorg ervoor dat niemand zich in de buurt van de machine bevindt. Bij in- en uitstappen van de machine altijd het gezicht naar de machine gekeerd houden en gebruikmaken van de opstaptreden en handgrepen aan de linkerkant van de machine. Draag nauwsluitende kleding en veiligheidsuitrustingen voor het uit te voeren werk: - veiligheidshelm; - veiligheidsschoenen; - degelijke handschoenen; - reflecterende kledij; - waterdichte kledij. Wanneer de omgevingscondities dat vereisen, dienen de volgende persoonlijke veiligheidsvoorzieningen ter beschikking te staan: - ademhalingsapparaat of filtermasker;
5
- oordopjes of akoestische oorbeschermers; - veiligheidsbril met bescherming aan de zijkant of een masker voor oogbescherming. Draag geen ringen, horloges, juwelen, niet dichtgeknoopte of loshangende kledingstukken zoals dassen, gescheurde kleding, sjaals, open jasjes of hemden met open ritsen die gegrepen zouden kunnen worden door de bewegende onderdelen. Zorg dat U de plaats en functie van alle bedieningshendels kent. De bedieningsschakelaars verkeerd bedienen kan ernstig letsel veroorzaken.
1-5