Zuigers en drijfstangen

Fig. 17.

De lichtmetalen zuigers van de DH 825 motor hebben een excentrisch aangebrachte verbrandingsruimte. De verchroomde bovenste compressieveer is in een gietijzeren zuigveergroef gevat.

Fig. 18.

Deze afbeelding toont (zij het in geaccentueerde mate) de doorsnede van de zuigerveren.

20 CO 449

20 CO 454 20 CO 448

Fig. 19.

Bovenaanzicht van de zuiger. De boring voor de zuigerpen is gedesaxeeerd in de zuiger aangebracht. A en B = hartlijnenen van de zuiger C = hartlijn van de zuigerpen D = middelpunt van verbrandingsruimte De zuigerbodem heeft geen uitsparingen t.b.v. de kleppen. De zuigers moeten zodanig in het cilinderblok worden aangebracht, dat de pijl op de zuigerbodem naar de distributie wijst (zie ook fig. 20).

20 CO 467

Fig. 20.

In de drijfstangvoet is een oliekanaal aangebracht. De drijfstang moet zodanig op de krukas worden aangebracht, dat de monding van het oliekanaal zich niet aan de nokkenaszijde van de motor bevindt. Houdt hiermee rekening bij het bevestigen van de zuiger op de drijfstang (zie ook fig. 19).