1 minute read

gendag!

Advertisement

Naar jaarlijkse gewoonte namen afgelopen semester enkele leerlingen uit de tweede graad deel aan de Junior Olympiade Natuurwetenschappen. In deze wedstrijd worden de deelnemers via meerkeuzevragen over de vakken fysica, chemie, biologie en aardrijkskunde uitgedaagd.

Op onze campus namen een twintigtal leerlingen aan de eerste ronde deel, waaronder Arne De Smet uit 4NWBc. Arne zette een knappe prestatie neer: hij raakte tot in de tweede ronde en werd na afloop met een bronzen medaille beloond. Arne nam even de tijd om enkele vragen over zijn ervaring te beantwoorden.

HOE HAD JE JE OP JOUW DEELNAME VOORBEREID?

Ik heb er eigenlijk niets voor gedaan. Ik ben naar de wedstrijd gegaan met de gedachte: ik kan maar proberen.

WELK GEVOEL HAD JE NA AFLOOP VAN DE TWEEDE RONDE?

Ik dacht dat ik het goed gedaan had. Toen ik achteraf met de leerkracht mijn antwoorden nakeek, ontdekte ik toch enkele foutjes. Ik was dan ook verrast dat ik een medaille won.

DE WEDSTRIJD BEVAT VRAGEN UIT VIER VAKKEN.

VOND JE DE VRAGEN VOOR ÉÉN BEPAALD VAK MOEILIJKER?

Per vak kreeg ik een volledig andere soort vragen voorgeschoteld. Bij de fysicavragen moest ik de formules goed kunnen toepassen, terwijl ik voor vragen over aardrijkskunde goed de atlas moest kunnen gebruiken. Bij biologie en chemie werd vooral mijn kennis binnen deze vakgebieden getest. Achteraf vond ik de vragen over fysica het moeilijkst.

This article is from: