Heemschut nummer 1 2019

Page 1

Jaargang 96 | nr. 1 | februari 2019 | prijs in losse verkoop € 5,95

VOOR HET BEHOUD VAN ERFGOED

Energietransitie

Project kerkenvisie

Koolhaas’ monument?


Heemschut-lid? Geef uw emailadres aan ons door!

De specialist voor onderhoud en renovatie. Van der Leij is dé specialist in onderhoud en renovatie. Een eigentijds bouwbedrijf, dat innovatieve oplossingen biedt. Voor corporaties, VvE’s en vastgoedeigenaren. Onderhouden, renoveren, transformeren,

Wilt u als Heemschut-lid tussentijds ook op de hoogte blijven van het laatste erfgoednieuws? Geef dan uw emailadres aan ons door! U ontvangt gedurende het lidmaatschapsjaar vier keer een email met informatie over actuele erfgoedzaken en excursies. Daarnaast ontvangt u twee keer per jaar onze boekentips in de vorm van een handig digitaal overzicht. Mail naar info@heemschut.nl. Geen email of internet? Bel of schrijf ons, en wij zetten u op de verzendlijst voor een geprint exemplaar.

verduurzamen en restaureren is bij Van der Leij in ervaren en vertrouwde handen.

De Lintumsmolen Houtzagerij

En dankzij slimme, flexibele financiële oplossingen bovendien bereikbaarder dan ooit. Wat mogen wij voor u betekenen? Ontdek Van der Leij. Voor meer informatie verwijzen wij u naar onze website: www.vdleij.nl.

Eiken – Douglas – Lariks – Grenen Te zagen op elk gewenste maat. Lengte’s tot 12 meter.

Hoofdkantoor: Amsterdam

Vestigingen: Apeldoorn Den Haag Zeewolde

Gosselinkweg 6, 7108 BP Winterswijk Tel. 06-12698736 Tel. 0543-564788, Fax 0543-564362 www.gebinten.nl heemschut-lintusmolen 181204.indd 121022.indd 1

04-12-18 14:04 11:50 23-10-12

sinds 1922

Meubelmakerij specialiseerd in Antiekrestauratie (eigenaar A.G.M.Willemsen)

Molenallee 5 7384 AM Wilp E-mail: info@hekkers-spijker.nl

heemschut-van ijken 121022.indd 1

Telefoon: 0571 - 26 20 07 Telefax: 0571 - 26 21 23 Internet: www.hekkers-spijker.nl

22-10-12 heemschut-hekkers 09:35 180410.indd 1 Naamloos-16 1

Link, follow en like!

17-04-18 15:49 13:58 02-12-13

Steun Heemschut ook online via de social media: • Discussieer mee via LinkedIn • Verspreid nieuwtjes via Twitter • Deel je erfgoedinteresse met vrienden en familie via Facebook Bezoek de Heemschut pagina op Facebook en volg ons via Twitter@heemschut.


INHOUD 6 De energietransitie

11 De nationale kerkenaanpak

23 Muziekkoepels, wat moeten we er mee?

34 Strijd voor behoud karakter Schoutenwerf

Koolhaas’ eerste monument. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . In memoriam Chris Versteeg. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Norgervaart geen gewoon kanaal. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hoogleraar luidt noodklok interieurs. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

10 28 32 42

Omslag:

En verder:

Windturbines in het landschap van Flevoland.

Heemschut Actief. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Bedreigd - Gered. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Nieuwe leden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Gastcolumn.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Verenigingsnieuws. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Koepel eindelijk herbouwd. . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Tijsse’s Hof, groene parel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Monumentenvandalen in gevangenis?. . . . 44 Excursies.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Lezersaanbieding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46

Bron: FotoPxHere

Een terugblik op 2018 laat zien dat Heemschut als erfgoedvereniging maar liefst 106 meldingen van bezorgde burgers binnen kreeg. Een enorm aantal, dat mede is ingegeven door de huidige periode van grote economische groei. Nederland verandert en de rol van erfgoed is daarin belangrijk. Echter niet op alle locaties waar ontwikkelingen gaande zijn, wordt even goed rekening gehouden met ons erfgoed. Maar al te vaak is er helaas sprake van ontwikkelingen die simpelweg niet passen in onze waardevolle cultuurhistorische omgeving. Vaak zijn burgers boos, bijvoorbeeld omdat ze vinden dat hun woongenot wordt aangetast. Dikwijls staan er ook algemenere belangen op het spel. Onze commissies beoordelen vanuit haar onafhankelijke positie iedere melding, nemen een standpunt in en voeren actie, waar mogelijk en nodig. Uitgangspunt daarbij is het brede maatschappelijke belang van het behoud van cultuurhistorische kwaliteiten. Omdat we werken met een landelijk netwerk van vrijwilligers is de inzet van Heemschut soms vooral ondersteunend aan lokale belangenorganisaties. Die steun vanuit een brede, landelijke vereniging, wordt volop gewaardeerd. Samen zetten we de schouders eronder. U, als gewaardeerd lid van onze vereniging, maakt dat in financiële en morele zin mogelijk. Daarmee zijn we allen Erfgoedbeschermers! En vanuit deze insteek dragen we met elkaar, als één sterk front, bij aan de brede belangenbehartiging voor het behoud van ons waardevolle cultuurlandschap en erfgoed daarin.  Karel Loeff, directeur

maart 2013 |

3


VERLEDEN TIJD

4

| september 2016


Munnekeholm 1, Groningen Het komt nooit meer terug: de periode dat iedere gemeente een eigen postkantoor had. Eind 2018 sloot het laatste zelfstandige postkantoor aan het Kerkplein in Den Haag de deuren. Daarmee kwam een einde aan het in 1850 in de Postwet bepaalde, dat elke zelfstandige gemeente over een eigen postkantoor diende te beschikken. In 1950 telde Nederland ongeveer 2.000 zelfstandige postkantoren. Een enorm aantal en daarmee is het een typologie waar in architectuurhistorische zin ook veel over te vertellen valt. Dat alle postkantoren uiteindelijk de deuren sloten, komt omdat uit onderzoek zou zijn gebleken dat consumenten de afhandeling van post en pakketten graag willen combineren met het doen van boodschappen, aldus PostNL. De diensten zijn nu ondergebracht bij service­punten in buurten en wijken, in supermarkten en kantoorboekhandels. Gelukkig zijn er al vele goede voorbeelden van herbestemming van deze talrijke als monument beschermde gebouwen. Ze worden verbouwd tot bibliotheek, brasserie of hotel. Andere werden verbouwd tot apparFoto: Kris Roderburg / Paul van Galen, 2006. Collectie RCE 20390200.

tementengebouwen, waarbij de centrale hal - eens de wachtruimte voor de verschillende balies van post, check- en girodiensten niet meer publiek toegankelijk is. Het voormalige hoofdpostkantoor aan de Munnekeholm is een dergelijk bouwwerk van rijksbouwmeester C.H. Peters. Het is in 1909 ontworpen in de trant van de neogotiek en sinds 1995 rijksmonument. Met de herbestemming tot woningen verdween de publieke functie van de hal, die de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed middels deze fraaie foto goed heeft gedocumenteerd. ď Ž De centrale hal met bijzondere kooflijst en bovenlicht nog in functie.

februari 2019 |

5


Uitdagingen voor toekomst van Nederland

De energietransitie Zonnepanelen op onze woningen, hogere windmolens op meer plekken, zonneweiden om collectief energie op te wekken. Ons land zal in de toekomst door de energietransitie, die zich in de komende decennia zal voltrekken, ingrijpend veranderen. En dat levert forse dilemma’s op en gevolgen voor het waardevolle en kwetsbare cultuurlandschap. Karel Loeff

6

| februari 2019


Meedenken Heemschut denkt met haar vrijwilligers na over hoe ons standpunt in de discussie over energietransitie bepaald moet worden. Een aantal hoofdlijnen lijkt daarbij duidelijk. We kunnen niet om maatregelen heen, maar de vraag is: waar, wanneer en hoe? Kern bij het toestaan van zonneweiden is bijvoorbeeld de vraag of andere (tijdelijke) oplossingen (industrieterreinen, braakliggende bouwlocaties, boerenschuren enzovoorts) al binnen de gemeenten zijn benut. Bij windturbines moeten kwetsbare en waardevolle gebieden worden ontzien. Als er locaties worden bepaald, dan moet er heel goed gekeken worden naar de meest optimale schaal en inpassing. Bij maatregelen aan monumenten staat behoud van cultuurhistorische waarden voorop. In alle gevallen

Eind december werd door de regering een concept-klimaatakkoord gepresenteerd. Een concept, omdat na veel praten aan zogenaamde klimaattafels er geen eenduidige uitkomst is over de aard en snelheid van te nemen maatregelen om Nederland te laten voldoen aan het Klimaatakkoord van Parijs. In 2030 moet, volgens de doelstellingen, een reductie van 30 procent op de uitstoot van CO2 zijn gerealiseerd. Dat deze maatregelen resulteren in een veranderend Nederland staat vast. In welk tempo en op welke wijze, dat is de discussie die zich de komende tijd zal voltrekken. Ondertussen staan de ontwikkelingen niet stil. Want met hogere prijzen voor gas, lage rente op spaargeld en veel aanbieders in de markt zal de particuliere huizenbezitter gaan kijken naar zonnepanelen of maatregelen om energie in zijn woning te besparen. Agrariërs zijn nu al - getriggerd door een hogere opbrengst op hun landbouwgrond - met investeerders aan het kijken of zonneweiden niet een zekerder voortbestaan bieden voor hun bedrijf. En

21 december 2018

Ontwerp van het Klimaatakkoord

is behoud van de omgevingskwaliteit leidraad voor de inpassing. We zullen daarnaast ook partners moeten zoeken bij organisaties die dezelfde zorg om ons landschap delen. Met hen zal samengewerkt moeten worden om tot een gezamenlijk beleid te komen. Zie voor informatie: www.klimaatakkoord.nl, www.cultureelerfgoed.nl/ publicaties/ruimte-voor-energie-enerfgoed en www.nm.nl/landschap Wat is uw mening? Onze zustervereniging Natuurmonumenten heeft een brede enquête uitgezet over het landschap, waarin bovenstaande vragen ook aan de orde komen. Uw rechtstreekse bijdrage aan deze discussie verneemt Heemschut graag via info@heemschut.nl.

energiemaatschappijen zoeken, al dan niet gesteund door provinciaal beleid, naar locaties om ook wind op land meer te benutten voor de opwekking van groene stroom. Dat er verschillende overwegingen spelen bij bovengenoemde maatregelen moge duidelijk zijn. In veel gemeenten zijn sinds de verkiezingen van vorig jaar coalities gevormd waarbij het college inzet op duurzaamheid. Een aantal gemeenten zet fors in op een energie neutrale aanpak. Daarbij lopen ze soms ook op tegen de belemmeringen die er zijn vanuit andere sectoren, zoals monumentenzorg en landschaps- en natuurbeheer.

Meningsvorming en debat Binnen gemeenten, maar ook bij erfgoed-, landschaps- en natuurbeheerorganisaties vinden discussies plaats over welke maatregelen om energie op te wekken of te besparen zinvol en gewenst zijn. Vanuit de erfgoedsector wordt daarbij al een aantal jaren geroepen dat erfgoed per definitie duurzaam is: gebouwen staan er immers al eeuwen en vormen daarbij qua footprint

dus een uiterst lage belasting op ons milieu. De beste maatregelen zijn, zo weten we uit diverse onderzoeken onder andere van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, niet dat we moeten investeren in een groot pakket aan maatregelen bij monumenten. Maar het gaat vooral om bewustwording bij de eigenaar en de gebruiker, waar de meest directe winst kan worden behaald.

Isolatie en warmtepompen De basistemperatuur in huis een graadje lager zetten, gordijnen aanschaffen dan wel gebruiken, net als het sluiten, indien aanwezig, van de luiken. Een trui aantrekken in plaats van de thermostaat een tandje hoger zetten. De zolder benutten als natuurlijke buffer, evenals de gang, die niet dezelfde temperatuur hoeft te hebben als de woonkamer. Veel monumenteneigenaren realiseren zich dit en voeren deze leefwijze in de praktijk al uit. Toch komen andere ingrepen ook in beeld, omdat veel eigenaren van monumenten desondanks flink ‘leeglopen’ op hun energierekening.

februari 2019 |

7


ademen van de woning is essentieel om later hoge kosten aan onderhoud en zelfs restauratie te voorkomen. Veel eigenaren die twintig jaar geleden hun spouwmuren lieten isoleren door middel van de bekende ‘bolletjes’, lopen nu tegen haast onoplosbare vochtproblemen in huis aan, met alle gevolgen voor balkkoppen en een plezierig binnenklimaat tot gevolg.

Zonnepanelen

De discussie over warmtepompen lijkt wat te zijn gestopt, omdat die alleen effect hebben bij zeer goed geïsoleerde woningen. En waar eigenaren van monumenten vooral niet (meteen) aan moeten beginnen, is het ‘dicht’ isoleren van hun woning. Het laten

December 2018

Gelders Genootschap

Beleidsnotitie 01

Welstandsbeleid zonnepanelen in rijksbeschermde dorpsgezichten

gemeente Rheden Rijksbeschermde dorpsgezichten gemeente Rheden

8

| februari 2019

Voor woonhuiseigenaren zijn zonnepanelen vaak de eerste optie waaraan wordt gedacht. Hier doet zich het bijzondere fenomeen voor dat zonnepanelen ook een nieuw soort statussymbool lijken te worden. Als ze niet op eigen dak zijn aangebracht, zie je namelijk niet wat iemand doet aan het klimaat. En dat terwijl een aantal gemeenten prima coöperatievormen faciliteert, waarbij huiseigenaren mee kunnen doen aan opwekking van duurzame energie op andere locaties, met alle (belasting)voordelen van dien. Veel mensen vinden zonnepanelen lelijk, omdat ze schijnbaar ongeordend en willekeurig op daken worden geplaatst. Los van de discussie over de duurzaamheid - de fabricage, het transport en de duurzaamheid worden vaak in de berekeningen van de belasting voor ons milieu niet meegenomen - zullen we de komende decennia veel meer zonnepanelen aan gaan treffen. Wat is daarbij de beste strategie om erfgoedbehoud en omgevingskwaliteit te combineren? Toegegeven: de plaatsing van panelen is in de meeste gevallen niet schadelijk voor het monument. En wellicht - als de ontwikkelingen voor de opslag en transport van door zon opgewekte elektriciteit verder gaan - zijn we net als bij de schotelantennes over zeg 25 jaar weer af van die lelijke zwarte panelen op de daken. Een gemeente als Rheden heeft - om richting te geven aan wat wel en niet kan en hoe je dat zou moeten begeleiden - door het Geldersch Genootschap een interessante brochure laten maken met richtlijnen om bijvoorbeeld zonnepanelen in beschermde stads- en dorpsgezichten waar mogelijk toe te staan.

Zonneweiden Een andere discussie die sinds vorig jaar op Heemschut afkomt is de aanleg van zogenaamde zonneweiden. Als eerste werd Heemschut Friesland hiermee geconfronteerd (zie: Heemschut 2018, aflevering 3, pagina 14). Over het wel of niet accepteren van zonneweiden is helaas nog maar weinig maatschappelijke discussie ontstaan. Toch zal deze ontwikkeling, zo is de verwachting, binnen een aantal jaren zeker leiden tot een grootschalig maatschappelijk debat. Dit vooral omdat de zo kostbare ruimte voor akkerland of weidegrond dan misschien alleen benut gaat worden voor energieopwekking. Rijksbouwmeester Floris Alkemade signaleert dit probleem ook. Hij pleit voor onderzoek naar goede inpassing en vooral ook meervoudig ruimtegebruik op plaatsen waar het kwetsbare cultuurlandschap niet wordt geschaad. In sommige landen wordt al gekeken naar alternatieve manieren van plaatsing van reeksen panelen, zodat de grond onder de zonnepanelen ook voor andere doeleinden benut kan worden.

Handreiking RCE De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft in 2018 een brochure uitgebracht waarin zij richting geeft aan de wijze waarop de transformatie van erfgoed en cultuurlandschappen zou kunnen worden begeleid. De brochure heeft als titel: Nederland, een land van betekenis. Ruimte voor energie en erfgoed. Hierin wordt op schematische wijze aangegeven op welke manieren ruimte kan worden gegeven aan een duurzame energieproductie. Een goede inpassing in het cultuurlandlandschap is daarbij een belangrijk aspect van de zorg. Tevens wordt een overzicht gegeven van een aantal historische energielandschappen, zoals die van de turfen steenkoolwinning.


De beste uitkomst van de discussie over zonneweiden is volgens Heemschut echter om de enorme oppervlakten aan onbenut dakvlak op bijvoorbeeld bedrijventerreinen en (boeren)schuren eerst te benutten voor energieopwekking. Waarom staat een gemeente zonneweiden toe terwijl de plaatselijke bedrijventerreinen uitblinken door dakvlakken waar nog geen paneel op te bespeuren valt? Voor schoolgebouwen komt er nu een fonds, maar hoe zit dat bijvoorbeeld bij sporthallen? Ook hier valt, alvorens we ons landschap dichtzetten, een eerste en grote slag te maken. Bij de aanpak van boerenschuren kan een en ander bovendien mooi gecombineerd worden met de aanpak van asbestverwijdering.

Biomassa Biomassa is een manier van energiegebruik waarbij het hout uit karakteristieke landschapselementen zoals houtwallen en houtsingels opnieuw kan worden gebruikt als energiebron. Een voorbeeld is landgoed Twickel, waar biomassa wordt gebruikt voor de verwarming van het kasteel. Op kleine schaal is dit een mooi voorbeeld van circu-

laire energie, maar werkt dit ook op grote schaal? De vrijwilligers van Heemschut Overijssel merkten op dat de provincie in haar visie zo zwaar inzet op biomassa, dat aan de productie van al dat hout bij lange na niet kan worden voldaan. Dan moet het hout dus aangevoerd worden met alle negatieve gevolgen van dien zoals een toename van transport. Of moeten we het waardevolle agrarisch gebied benutten voor de aanplant van nieuwe bossen? De dilemma’s worden er niet minder op.

Windturbines Het opwekken van windenergie op zee zal een oplossing bieden voor onze industrie. Op het land zal de door wind opgewekte energie vooral gebruikt worden voor huishoudens en transport. Soms is er sprake van zorg voor de aantasting van waardevolle cultuurlandschappen. Vaak voelen bewoners zich geraakt in hun woongenot door slagschaduwen, visuele verontreiniging of geluid. Uit de discussie over de plaatsing van nieuwe windturbines blijkt dat bezwaren deels kunnen worden weggenomen als omwonenden zelf direct profijt hebben van de opbrengst van de turbines. Maar daar-

Bron: wikimedia commons

Grote dakvlakken eerst benutten

Weinig fraaie toepassing van zonnepanelen op de voorzijde van een gemeentelijk monument aan de Rouwenhofstraat in Wageningen.

mee is de schade aan het landschap vaak niet weggenomen. Bij grote infrastructurele projecten is er sprake van een regeling van bijvoorbeeld natuurcompensatie. Maar dat is in het geval van de aantasting van landschap door bijvoorbeeld horizonvervuiling lastig te beoordelen. Inmiddels zijn er architecten die op een nieuwe manier inzichtelijk kunnen maken welke impact de plaatsing van windturbines heeft op het landschap. Los van de keuze waar - langs kanalen, snelwegen en op industrieterreinen - is de vraag hoe - in een rij, op één lijn of juist verspreid - van belang. Waar krijg je ze te zien, in de openheid? Welke zichtassen, zichtlijnen en karakteristieke skylines van dorps- en stadssilhouetten als bijvoorbeeld Urk worden geraakt en hoe schadelijk is dat voor ons landschap? Of levert de plaatsing van windturbines juist een nieuw element op in de schaal van ons landschap, dat van oudsher al veranderd is door delfstoffenwinning en energieopwekking? In Groningen is een nieuw type windmolen van maximaal vijftien meter in opmars. Ook dat is een nieuwe ontwikkeling. 

februari 2019 |

9


Het gebouw bestaat uit kenmerkende

Foto: Ben te Raa

en deels gestapelde blokken.

Almere voornemens tot aanwijzing politiebureau

Koolhaas' eerste monument De gemeente Almere heeft de monumentenaanvraag van Heemschut voor het oude politiebureau van Rem Koolhaas in Almere Haven in behandeling genomen. En is voornemens het pand aan te wijzen tot gemeentelijk monument, zo laat de gemeente officieel weten.

t raH t leiZ & Christiaan Pfeiffer

Het gebouw werd in 1985 door het bureau voor stadsarchitectuur van Koolhaas, het OMA (Office for Metropolitan Architecture), ontworpen en was het eerste ontwerp van zijn hand dat daadwerkelijk werd voltooid. Na de verhuizing van de politie naar een nieuw gebouw stond het pand er verlaten bij. De angst van veel inwoners was dat het beeldbepalende pand gesloopt of geveild zou worden.

Vroege Rembrandt? Volgens Heemschut zijn er meerdere redenen om het gebouw te bewaren. Het oude politiebureau past door de locatie goed bij de beginperiode van de stad. Het gebouw wordt

beschouwd als een van de iconen van de naoorlogse stroming New Town. Het politiebureau is het eerste voorbeeld van modern ogende architectuur in Almere, waarbij de vormgeving afwijkt van de destijds gebruikelijke jaren zeventig-look. Het gebouw bestaat uit strokenbouw met de kenmerkende, deels gestapelde blokken, waarbij enkele gevelvlakken zijn voorzien van geglazuurde bakstenen in de kleuren wit, blauw, groen en zwart. In december opende de gemeente de deuren om de bewoners en bezoekers van Almere de kans te geven het bijzondere ontwerp te bewonderen. Het politiebureau is gelegen aan Bivak 1 in Almere Haven.

De kans is groot dat het politiebureau tot gemeentelijk monument wordt benoemd. Eerder pleitte de gemeentelijke Commissie Welstand en Erfgoed al voor behoud van het politiebureau. Het werk van Rem Koolhaas (1944) werd vergeleken met een vroege Rembrandt! aP

3 anig

Koolhaas heeft ondertussen wereldfaam verworven met ontwerpen als Het Danstheater op het Spuiplein in Den Haag uit 1987, de Nederlandse ambassade in Berlijn uit 2003 en het multifunctionele complex De Rotterdam in Rotterdam dat na een lange aanloop voltooid werd in 2013. ď Ž

elanoitan eD KAPNAANEKREK

nâls TE NE

leiz edne

DI

tein negivol laahrev DIE

10

| februari 2019

nethc REG


Opstellen van kerkenvisies van onderop stimuleren

Heemschut zet in op draagvlak en samenwerking Vorig jaar november ondertekende Heemschut een ambitieuze samenwerkingsovereenkomst. Onder de titel ‘Nationale Kerkenaanpak’ zet onze vereniging zich samen met het ministerie van OCW, de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, de verenigende kerkgenootschappen en een aantal andere organisaties de komende jaren in om de problematiek van vrijkomende kerkgebouwen het hoofd te bieden. Karel Loeff

m

met Har t

& Ziel

rF-tsewdúS

Súdwest-Fryslân

navtno neE

Een ontvangende ziel

HMAAZRUUD

DUURZAAMHEID

g ed teegreV

Vergeet de gelovigen niet

EISIVNEKREK NIGADTIU 061

KALVGAARD

KERKENVISIE MET 160 UITDAGINGEN

DRAAGVLAK

ee krek eklE

Elke kerk een verhaal

zni ne sdnerT

Trends en inzichten

KJILEKNAGEOT RD SLA SINNEK

Pagina 3

De nationale KERKENAANPAK

Het doel van de samenwerking is een duurzaam toekomstperspectief voor het religieus erfgoed in Nederland te ontwikkelen. Om dat te bereiken is het noodzakelijk om alle kerken in samenhang te bezien: van alle tijden, van alle geloven, monumentaal en niet-monumentaal. Om dat toekomstperspectief dichterbij te brengen wordt een samenhangend pakket aan afspraken, maatregelen en voorzieningen ontwikkeld binnen het door de rijksoverheid met maatschappelijke partners opgestelde Programma Toekomst Religieus Erfgoed. Een ambitieus project, waarvoor de nodige middelen beschikbaar zijn. Heemschut zet zich naast de algemene uitgangspunten specifiek in voor het vergroten van het draagvlak onder burgerorganisaties die opkomen voor het erfgoedbelang. Daarnaast zetten we in op het professionaliseren van de vele vrijwilligers. Voor de realisering van deze beide doelen hebben we vorig jaar een projectaanvraag ingediend bij de RCE. Dit projectplan kreeg onlangs groen licht en daarmee start voor

TOEGANKELIJKHEID

KENNIS ALS DRAGER

februari 2019 |

11


Foto: erfgoed.nu

Projectleider Lilian Grootswagers is gevraagd om als projectleider vanuit Heemschut bij te dragen aan de Nationale Kerkenaanpak. Lilian heeft als vrijwilliger ervaring opgedaan toen zij zich inzette voor het behoud van de R.K. Sint Jozefkerk in haar woonplaats Kaatsheuvel. De herbestemming heeft een aantal jaren in beslag genomen en werd in 2019 voltooid. Lilian is initiatiefnemer van een aantal Brabantse en Europese initiatieven op het gebied van religieus erfgoed en heeft inmiddels haar eigen adviesbureau. Ook heeft zij aan de wieg gestaan van de Brabantse Open Kerkendag. Voor Heemschut is zij contactpersoon en rechtstreeks te bereiken via grootswagers@heemschut.nl

Heemschut een ambitieus project! Samen met onze provinciale commissies willen we bij de lokale erfgoedorganisaties het instrument van de zogenaamde kerkenvisie onder de aandacht brengen.

Wat is een kerkenvisie? Een kerkenvisie is het resultaat van een gemeenschappelijk proces waarbij de gemeentelijke overheid, kerkelijke organisaties, omwonenden en andere belanghebbenden samen kijken naar de waarden en ontwikkelingen rond het totale bestand van religieus erfgoed in een

12

| februari 2019

gemeente. Dus gezamenlijk een strategische visie ontwikkelen voor alle kerken. Welke religieuze gebouwen zijn er in een gemeente aanwezig? Welke ontwikkelingen zijn te verwachten? Is er sprake van krimp of groei van geloofsgemeenschappen? Dreigt sluiting? Zijn er mogelijkheden voor een verantwoord medegebruik? Zijn er waarden die aanpassingen in de weg staan? Moeten we sloop en herontwikkeling incalculeren of zijn er kansen op overname, instandhouding en herbestemming? Dit soort vragen komen in een dialoog aan de orde, waarbij het uiteindelijk resultaat, de visie, gedeeld kan worden of bestuurlijk kan worden vastgesteld. Het doel is te voorkomen dat er van geval tot geval ad-hoc actiegevoerd moet worden om kerkgebouwen te redden. Met een dergelijke visie wordt vooraf overeengekomen welke kant het met de gebouwen op gaat. Omdat eerdere kerkenvisies nogal van aard en omvang verschilden, zal dit voorjaar een handreiking verschijnen waarin staat aangegeven waaraan een kerkenvisie in ieder geval moet voldoen.

Werkwijze Wat gaan wij als belangenorganisatie voor behoud van erfgoed doen in dit proces? Allereerst werkt Heemschut aan een landsdekkende inventarisatie van alle organisaties die zich richten op erfgoed en erfgoedbehoud. Wellicht klinkt het verbazingwekkend, maar het is een lastige klus om alle erfgoedverenigingen en organisaties die zich inzetten voor behoud in beeld te krijgen en te houden. Dat heeft deels te maken met de eigen structuur van onze vereniging, waar commissies zelf de contacten onderhouden met plaatselijke actiegroepen en betrokkenen. Deze lokale, soms thematisch of regionaal georganiseerde organisaties zijn cruciaal bij het samenwerken en kunnen met ons de bezorgdheid over de toekomst van ons religieus erfgoed een stap verder op de politieke en bestuurlijke agenda brengen. Vanuit de provinciale steunpunten worden

dit jaar regiobijeenkomsten georganiseerd voor gemeenten, om uitleg te geven over het instrument kerkenvisie. Heemschut is daarbij aanwezig om zich te presenteren als verbinder en motivator van de lokale inzet voor de kerkenproblematiek vanuit het maatschappelijk-participatieve veld.

Eigen netwerkbijeenkomsten Heemschut start in 2019 met een aantal pilots om bijeenkomsten te organiseren voor het maatschappelijke veld van betrokken erfgoedliefhebbers. Dit doel sluit een op een aan bij de vorig jaar gestarte Heemschut Academie, die een netwerk wil creĂŤren van betrokken burgers die zich inzetten voor erfgoed(behoud). Door onze commissieleden te koppelen aan de lokale partners willen we meer begrip bewerkstelligen en vooral meer mensen beter leren kennen. Kennismaken en uitwisselen is dus hoofddoel van de eerste verkenning. Door middel van een routekaart wil Heemschut duidelijk maken wat van ons als maatschappelijke organisaties wordt verwacht rondom de kerkenproblematiek; aan meningsvorming, maar ook aan visievorming, kennis en kunde. In een beperkt aantal plaatsen neemt het gemeentebestuur inmiddels het voortouw met het opstellen van een kerkenvisie in samenwerking met de kerkgenootschappen. Burgers behoren ook tot de groep belang-

Publicatie Ter gelegenheid van de start van het samenwerkingsverband is een publicatie verschenen, waarin onder andere bestuurslid en architect Henk Dirkx vanuit Heemschut werd geĂŻnterviewd. De publicatie biedt een goede introductie op het onderwerp, dat de komende jaren vaak in de schijnwerpers zal staan. www.toekomstreligieuserfgoed.nl/ nieuws/de-nationale-kerkenaanpak


Foto: Heemschut

Het Ministerie van OCW biedt gemeenten vanaf dit jaar middelen om een integrale kerkenvisie op te stellen. Gemeenten kunnen aanvragen doen via www.cultureelerfgoed.nl. Het doel is een duurzame toekomst bieden voor ons religieus erfgoed. Vanaf najaar 2018 zijn zes pilotgemeenten met het opstellen van een dergelijke visie van start gegaan; te weten de gemeenten Oss, Amersfoort, Rotterdam, Zaanstad, Ooststellingwerf en Súdwest-Fryslân. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed hoopt dat vanaf 2019 vele gemeenten zullen volgen. Heemschut draagt vanuit haar betrokkenheid bij aan dit streven. De pilots die nu gaan draaien, zijn niet de eerste kerkenvisies die Nederland straks rijk is. In de afgelopen jaren zijn er al een stuk of twintig gemaakt zoals in 2007 een visie op vijf katholieke kerkgebouwen in Bergen op Zoom en een beschouwing van alle 23 kerkgebouwen in Deventer in 2013. De laatste geeft ook inzicht in de rol van de gemeente, eigenaren en investeerders. Het dekenaat Heerlen maakte in 2013 een uitgebreid afwegingskader per kerkgebouw. In Eindhoven werden

Foto: C-Zero, Wikimedia Commons, 2011

De bibliotheek van Zutphen werd gevestigd in de Broederenkerk.

De H. Martinuskerk in Bussloo uit 1818 werd in 2018 aan de eredienst onttrokken.

hebbenden, omdat juist bij de sluiting van kerkgebouwen vaak pas laat, veel reacties loskomen. Door in een vroeg stadium mee te denken over het toekomstig gebruik van kerkgebouwen, wordt ook de weg richting medegebruik of invulling met functies, die anders op nieuwbouwlocaties gerealiseerd zouden worden, beter geplaveid.

in 2011 vooral de wederopbouwkerken in kaart gebracht. De visies zijn tot nu toe allemaal heel verschillend van karakter. Voor de nieuw op te stellen kerkenvisies wordt beoogd dat hiermee niet alleen een strategie voor een deel van de kerken wordt gemaakt, maar een strategie voor alle religieuze gebouwen. Ook al is de gemeente nu als partij aan zet om middelen aan te vragen voor het opstellen van een kerkenvisie, hoeft Heemschut niet stil te zitten en af te wachten. Heemschut kan de gemeentelijke overheid en kerkelijke eigenaren wijzen op de mogelijkheid om een visie op te stellen en hen aanbieden daarover mee te denken. Een gezamenlijke aanpak is immers ook wat overheden voor ogen hebben als invulling gegeven moet worden aan de Omgevingsvisie die elke gemeente moet opstellen.

We voorkomen daarmee ook dat we in een te laat stadium worden geconfronteerd met sluiting, verkoop, ongewenste herbestemming of sloop. Uiteindelijk zal dit drie jaar durende project ertoe moeten leiden dat bij gemeenten bestuurlijk aandacht is om een kerkenvisie op te stellen. Met als neveneffect

dat we - kerkgenootschappen, burgers en bestuurders - elkaar beter weten te vinden en dat we gezamenlijk kunnen denken in kansen en oplossingen voor de kerkenproblematiek. 

februari 2019 |

13


Groningen Leeuwarden

GRONINGEN

Geknakte Bloemsingel

Zwolle

Amsterdam

Groningen - In september 2018 ontvingen wij een sloopmelding voor een pand aan de Bloemsingel 8 aan de noordoostrand van het centrum. Op het perceel staan twee villa’s: de oudste (B) dateert uit 1899 en de jongste (A) uit 1910. De villa’s waren ooit onderdeel van de Groninger Gasfabriek

Maarsbergen

gesticht in 1854. De fabriek produceerde lichtgas, een combinatie van

Leeuwen

waterstof, methaan en koolmonoxide, en een aantal onbrandbare bestanddelen. Met de komst van de gloeilamp raakte het gas in de eerste helft van Nuenen

de 20ste eeuw in onbruik als bron voor verlichting. Wel werd het toen nog gebruikt voor verwarming en koken, tot de komst van het aardgas uit Sloch-

Deurne

teren. Na de sluiting restte een complex met een zwaar vervuilde grond. Na bodemsanering is het gebied tot leven gewekt met nieuwbouw. Hierbij is niet altijd even zorgvuldig omgesprongen met het aanzicht van de stad en werden ook veel oude panden, vooral langs het Boterdiep, gesloopt. Nu is villa A aan Bloemsingel 8 met status beeldbepalend aan de beurt en de commissie vroeg zich af of sloop kon worden afgedaan met een

melding. Een sloopmelding volstaat als een pand niet in een beschermd stadsgezicht ligt en geen monument is. Maar hoe zit het met een beeldbepalend pand? Het bestemmingsplan bood geen uitsluitsel. Daarom vielen we terug op de Provinciale Omgevingsverordening, die sloop van karakteristieke panden verbiedt. Eerst werd bij de gemeente een handhavingsverzoek ingediend met als doel de sloop via de uitgebreidere procedure van een omgevingsvergunning te laten verlopen. Er was nog geen aanvraag ingediend voor een vervangend bouwwerk. Daarnaast hebben we de provincie om uitleg gevraagd of een sloopverbod ook geldt voor beeldbepalende panden. Het handhavingsverzoek werd afgewezen en het sloopverbod gold niet voor beeldbepalende panden. Het pand is gesloopt. Wel heeft Heemschut Groningen bereikt dat zowel bij de gemeente als bij de provincie hernieuwde aan-

Foto: Heemschut Groningen

dacht is voor de verplichting van de gemeente

14

| februari 2019

om de procedures voor sloop van karakteristieke en beeldbepalende panden in 2019 vast te leggen in het bestemmingsplan. Wij zijn benieuwd of de plannen voor nieuwbouw op deze plek straks het beeld van het gesloopte pand zullen volgen.  Gijsbert Boekschoten


Foto: Heemschut Friesland

FRIESLAND

een theorie- en een praktijkgedeelte is nog

Het interieur van de school verkeert nog gro-

geheel aanwezig. Vooral het hoofdgebouw met

tendeels in originele staat met een fraai trap-

Leeuwarden - De naoorlogse stedenbouw ken-

de stalen ramen, gevelbekleding en de oud-

penhuis en tegelvloeren. Wel is een aantal

merkt zich niet alleen door veel woningbouw,

ste praktijklokalen aan de Breitnerstraat met

jaren geleden een halplastiek van beeldend

maar ook door de bouw van nieuwe scholen,

de sheddaken hebben hoge cultuurhistorische

kunstenaar Jentsje Popma overgezet naar een

waaronder technische scholen. Een halve eeuw

waarden. Ook de latere uitbreidingen zijn vanuit

nieuwe school. Sinds een aantal jaren biedt de

later zijn veel van deze scholen verouderd en

bouwhistorisch oogpunt waardevol.

vroegere CLTS atelierruimte aan kunstenaars

worden gesloopt. Zo verging het ook de oude

In 1959 werd gestart met de bouw van de CLTS

en is een creatief hart voor de buurt. Helemaal

LTS aan de Nijlânsdyk (1966). Heemschut Frys-

met een hoofdgebouw in twee lagen aan de

gerust op een duurzaam behoud van de oude

lân wil daarom actie ondernemen om de laatste

Cornelis Trooststraat, een praktijkvleugel aan

CLTS is Heemschut niet. Op grond van de eer-

LTS van Leeuwarden, de oude Christelijke Lagere

de Breitnerstraat en een gymnastieklokaal aan

ste verkenning koerst Heemschut daarom af op

Technische School (CLTS), te beschermen. Een

de Dirk Boutstraat. Dit was een kenmerkende

aanwijzing als gemeentelijk monument. 

eerste verkenning van bouwhistoricus Maarten

opzet voor technische scholen. In de jaren ’60

de Graad geeft aan dat exterieur en interieur

breidde de school uit met praktijklokalen, een

van de oude CLTS monumentale waarde heb-

tweede gymlokaal en een derde verdieping op

ben. De opzet van het technisch onderwijs in

het hoofdgebouw.

Behoud ambachtsschool

Paula Voorthuijsen

februari 2019 |

15


UTRECHT

Bedreiging rijksmonument Maarsbergen - Heemschut Utrecht heeft de gemeente Utrechtse Heuvelrug dringend verzocht handhavend op te treden tegen de verwaarlozing van de voormalige boerderij annex horecagelegenheid de Grote Bloemheuvel, gelegen aan de Woudenbergseweg 3 in Maarsbergen. De 18de-eeuwse boerderij maakte oorFoto: Heemschut Utrecht

spronkelijk deel uit van het Landgoed Maarsbergen. Vanwege de ligging, aan de doorgaande weg van Leersum naar Woudenberg-Amersfoort, ontwikkelde de Grote Bloemheuvel zich tot café-herberg en later ook nog tot varkenswaag. Met de komst van het station in Maarsbergen in 1845 kreeg het tevens de functie van stationskoffiehuis. In 1889 is het verbouwd in opdracht van jhr. Mr. K.A.G. de Beaufort, de bewoner van kasteel Maarsbergen. Daarbij is met een fors bouwdeel van twee lagen en kap.

WERKGROEP MONUMENTALE KUNST

Het architectonisch accent ligt op de zijgevel

Herbestemming glaskunstwerk

met elementen als geblokte hoeklisenen, deco-

Amsterdam - De Werkgroep Monumentale

raties boven vensters en deuren en een ruitmo-

Kunst van Heemschut heeft zich met succes

tief in de top. Tevens werd op de verdieping een

ingezet voor de redding en herbestemming van

grote natuurstenen plaat aangebracht met het

een glas appliquéraam van kunstenaar Hendrik

wapen van Maarsbergen. Rondom de boerderij

Brouwer (1922-1978). Het betreffende raam

is een ruim erf, omzoomd met hoog opgaand

uit 1959-1960 is bij de sloop van de Troelstra-

geboomte. Sinds 1940 maakt het door de

school in de wijk Geuzenveld gered. Vervolgens

aanleg van de rijksweg Utrecht-Arnhem geen

is het raam onderzocht door glasdeskundige

deel meer uit van het landgoed Maarsbergen.

Lisya Bicaci van de TU Delft. Het raam heeft

Het pand werd in 2002 aangewezen als rijks-

een prominente rol gekregen in haar onder-

monument. Het stalgedeelte van de boerderij

zoek naar het behoud van appliquéramen uit

verkeerde toen al in slechte staat. Overleg tus-

de wederopbouwperiode, die na enkele decen-

sen gemeente en eigenaar over herstel van het

nia vaak in matige conditie zijn. Dit heeft te

pand heeft indertijd niets opgeleverd en vijf jaar

maken met de lijmsoorten die in de jaren vijftig

later was het gehele stalgedeelte ingestort en

en zestig zijn gebruikt. Het raam behoort tot

het verval zette verder door. Slechts de muren

de vroegste nog bestaande appliquéramen en

en een deel van het dak van het voorhuis res-

vertegenwoordigt een grote kunsthistorische

ten. Op last van de gemeente zijn nu de ramen

waarde. Op basis van de bevindingen van Lisya

met platen dicht gezet en is er een zeil gelegd

is een restauratieplan opgesteld en vervolgens

over een gedeelte van het dak. Jammer genoeg

een nieuw onderkomen voor het raam gevon-

ziet het er echter naar uit dat de eigenaar niet

den in de Louis Bouwmeesterschool in de wijk

van zins is om verdere maatregelen te nemen

Slotervaart. In deze recent verbouwde school

voor instandhouding. Heemschut blijft aandrin-

uit de jaren vijftig heeft het gerestaureerde

gen bij de gemeente Utrechtse Heuvelrug om

kunstwerk een mooie plek gekregen in een

het rijksmonument te behouden. 

nieuw trappenhuis. 

Martha de Wit

16

| februari 2019

Norman Vervat

Foto: Norman Vervat

de linker zijbeuk van het voorhuis uitgebouwd


ZEELAND

Waar gaat het over?

Wat (bewust?) niet onderhouden of gecom-

(Ver)bouwplannen waarvoor een bestemmings-

municeerd wordt, behoort geen opmaat te zijn

Demografische ontwikkelingen zijn van groot

plan wordt aangepast. Een steenworp verderop

tot een latere sloopvergunning. En dat laten we

belang voor de woningmarkt. Vergrijzing van de

wervende proposities op (Vlaamse) makelaars­

weten.

bevolking, kleinere huishoudens, de trek naar

sites. Of bij een ander pand, het langdurig

Op een paar kilometer afstand van elkaar zijn

de stad en krimp aan de randen van Nederland

gebrek aan onderhoud, in dit geval van een

verhoudingen op de woningmarkt in Zeeuws-

bepalen de komende jaren het beeld. (Dorien

rijksmonument. Het kwam allemaal in 2018

Vlaanderen soms net zo tegengesteld als voor

Manting: NRC 29-12-2018)

langs. Actief dus, vanuit een heel ander per-

het hele land wordt geschetst. De nabijheid

Zeeuws-Vlaanderen bevindt zich in die periferie

spectief dan bevolkingskrimp in de regio!

van de grens met België draagt daar aan bij.

en Heemschut merkt dat.

Wat doet Heemschut ermee? Verifiëren, uit-

En monumenten hebben daar in dit geval alles

Ook in Zeeland zijn de verschillen in woning-

zoeken, plannen en procedures inzien en schif-

mee te maken!

behoefte groot. Tot 2040 zullen er in Zeeuws-

ten wat er wel en wat er niet toe doet, terug-

Vlaanderen 3.600 meer woningen aanwezig zijn

koppelen, waken en zo nodig op de bres. Want

Heemschut Zeeland organiseert in 2019 een

dan huishoudens. In het westen van Zeeuws-

ook dat was nodig. Niet altijd, maar dat weet je

excursie in West Zeeuws-Vlaanderen met in het

Vlaanderen, in de gemeente Sluis, zijn dat er

pas nadat alles op een rij is gezet.

bijzonder aandacht voor de wederopbouw van

dan 1.700. Bijzondere waakzaamheid dus voor

En wat levert dat op?

dit in de oorlog zwaar getroffen gebied. 

leegstand, verval van karakteristieke gebouwen

Wat makelaars beweren blijkt geen maatstaf.

uit de wederopbouwperiode en ook voor het in

Wat in een officiële procedure zit is controleer-

standhouden van monumenten. Dat is de eer-

baar en bleek doorgaans zorgvuldig gedaan en

ste gedachte die opkomt. Misschien is dat zo,

gemotiveerd.

Op weg naar St. Anna…

Arjen Drijgers

maar vooralsnog merkt Heemschut Zeeland dat er ook een andere kant van de medaille is. In het kleine beschermde stadsgezicht Sint Anna ter Muiden met 50 inwoners, is iets heel anders aan de hand dan bij de wijken en rijtjeshuizen uit de wederopbouwperiode in Oostburg of Schoondijke. Het ene woonmilieu is het andere niet en dat heeft alles met monumentale kwaliteit te maken. In 2018 is van verschillende kant bij Heemschut Zeeland zorg aangekaart over wat er speelt in St. Anna ter Muiden. Betrokken burgers, de ogen en oren van wat er niet (of wel?) goed gaat. Voor Heemschut Zeeland is dat het reguliere vrijwilligerswerk, maar toch… schijnwerper wel eens worden gezet. Wat is er aan de hand? Sint Anna ter Muiden - vroeger ‘Mude’ geheten was in de Middeleeuwen de voorhaven van Brugge - is een van de kleinste stadjes van ons land en ligt in het meest westelijke puntje van Nederland, pal aan de grens met België. Sint Anna vormt mede dankzij de kwaliteit van het beschermde stadsgezicht een buitengewoon aantrekkelijk woonmilieu, ook voor Belgen, soms met uitgesproken opvattingen over wooncomfort en exterieur.

Foto: Yhoitink, Wikimedia Commons, 2010

er is energie in gestoken en ook hierop mag de

Sint Anna ter Muiden, Marktstraat 2.

februari 2019 |

17


NOORD-BRABANT

Handhaving in Deurne en Nuenen

te maken met een dwangsom van € 5.000 per maand met een maximum van € 25.000. De

Deurne en Nuenen - Vaak duurt het lang tot

eigenaar heeft voor de laatste optie gekozen.

heel lang voordat leegstaande monumen-

De commissie houdt verdere ontwikkelingen in

ten gerestaureerd worden. In die tijd wordt er

de gaten.

geen onderhoud gepleegd en dat is funest.

In Nuenen staat al lange tijd de boerderij Ger-

Vooral als het monument niet meer wind- en

wenseweg 3 te verkrotten. Op 17 december

waterdicht is. De eigenaar heeft een wettelijke

2017 schreef Heemschut Brabant de gemeente

onderhoudsplicht en moet het pand minimaal

daarop aan en eiste dat de gemeente handha-

wind- en waterdicht houden om verdere ach-

vend zou optreden om het monument in ieder

teruitgang te voorkomen. Gemeenten hebben

geval te beschermen tegen weersinvloeden.

daarbij ook een rol. Zij moeten hierop hand-

Dat was geen overbodige eis, want op 18 janu-

haven.

ari 2018 stortte een deel van het dak in. Het

Gevels spoorwegloods

In Deurne werd voor het pand Lindenlaan 45-

heeft uiteindelijk tot oktober geduurd voordat

Zwolle - Voor het terrein van de Zwolse

47 een omgevingsvergunning verleend, maar

de erven zijn aangeschreven en een dwangsom

spoorzone worden sinds 2015 herontwikke-

de eigenaar bouwde op het perceel wel een

is opgelegd. Ook hier moeten wij de vinger aan

lingsplannen voorbereid door de gemeente,

nieuw pand, maar ging niet over tot de restau-

de pols houden.

in samenwerking met ProRail. Het betreft

ratie. Heemschut Brabant heeft de gemeente

Gemeenten hebben op basis van de Erfgoed-

een

hiervan in kennis gesteld en verzocht om hand-

wet mogelijkheden om handhavend op te tre-

Deventerstraatweg, met het stationsge-

having. Daarna volgde op 11 april 2018 een

den en zouden dat uit eigen beweging meer en

bouw als middelpunt, tot aan de Veerallee.

brief aan de eigenaar om met de restauratie

sneller moeten doen. 

In 1863 werd het Stationsgebouw Zwolle

te beginnen of het pand wind- en waterdicht

De centrale werkplaats 2 in 1986.

OVERIJSSEL

uitgestrekt

plangebied,

vanaf

de

gebouwd in opdracht van de Staatsspoor-

Gerard van der Vliet

wegen. In 1873 werd de centrale werkplaats van de spoorwegen gevestigd op het spoorwegemplacement tegenover het stationsgebouw. De centrale werkplaatsen groeiden in de loop der tijd uit tot een groots bedrijfscomplex, in de hoogtijdagen werkten er ca. 6.000 spoorwegarbeiders. Na de sluiting van de werkplaats in 1936 werden de gebouwen deels herbestemd tot onderhoudswerkplaatsen en locomotiefrijtuigloodsen. Van de oudste delen van het complex werd het grootste deel van de werkplaatsloodsen, gebouwd in baksteen met markante gietijzeren rondboogvensters, helaas eind jaren ’80 gesloopt. In september 2016 heeft Heemschut Overijssel de gemeente Zwolle verzocht de nog Foto: Foto Heemschut

overgebleven waardevolle panden in de

Gerwenseweg 3 te Nuenen

18

| februari 2019

spoorzone te inventariseren en te waarderen. Inmiddels is door de gemeente een uitgebreide cultuurhistorische analyse gepubliceerd (2017). De gemeente heeft hierop positief gereageerd en diverse gesprekken met de gemeente Zwolle, NS en ProRail volgden. Heemschut heeft in deze gesprek-


GELDERLAND

Oude meelfabriek aan rivier

woningbouw ontwikkeld. Voor de meelfabriek, waarvoor Heemschut al 2014 aandacht vroeg, zijn voor zover bekent nog geen plannen. Het

oude fabriekscomplexen een fraai onderdeel van

oude bakstenen gebouw met vier verdiepingen

een oude meelfabriek uit 1900 aanwezig. Deze

uit 1900 is voor een groot deel aan het oog

bedrijfsactiviteiten gelegen aan de zogenaamde

onttrokken door een grote uitbreiding die der-

strang van de rivier de Waal gaven de ontwikke-

tig jaar geleden is opgetrokken in de bekende

ling weer van ambacht naar industriële bedrij-

plaatwerk fabrieksconstructie. Thans staat het

vigheid van rond 1900. De bedrijven vestigden

gebouw al meer dan twintig jaar leeg en wacht

zich daar om aan- en afvoer van hun producten

op woningbouwplannen die in ontwikkeling zijn.

per schip mogelijk te maken. Zo waren er rond

Heemschut, mede ondersteund door Stichting

1900 een scheepswerf, later houthandel met

Industrieel Erfgoed Gelderland-Flevoland, heeft

zagerijen, een groot boerenbondsgebouw (de

aan de gemeente West Maas en Waal verzocht

Klef) en een meelfabriek (de Waal) gevestigd.

om een waardenstelling voor het oude deel van

Ook staan er enkele bijzondere kraanbanen; nu

de fabriek te laten maken. Het oude industriële

rijksmonument. Het gehele gebied kenmerkt

monument zou na sloop van de ontsierende

zich al enkele tientallen jaren door leegstand of

metalen aanbouwen de glorie van weleer kun-

extensief magazijngebruik. Er zijn verschillende

nen krijgen. Bij inpassing van de plannen voor

plannen om het gebied te ontwikkelen voor

nieuwbouw zou de geschiedenis aan de Waal-

woningbouw. Heemschut Gelderland vindt dat

dijk met het behoud en herbestemming van

Ontwerptekening herbouw van de

een tweetal historisch waardevolle gebouwen

enkele oude waardevolle bedrijfscomplexen

spoorwegloods, ontwerp Sacon bv.

in deze plannen betrokken dienen te worden.

een flink stuk meerwaarde krijgen. 

Foto: P. Nijhof

Leeuwen - Aan de Waaldijk is tussen een aantal

Voor de Klef zijn plannen met naast gelegen

Jan Reijnen

ken aangedrongen op passende herbestemming van de laatste overgebleven loodsen van de centrale werkplaatsen. Een deel van de oude werkplaatsloodsen, een bakstenen bedrijfshal uit ca. 1910, is in gebruik bij de Fa. Stork-Wärtsila. In verband met de uitbreiding van het emplacement Zwolle en de uitbreiding van sporen is een bochtafsnijding noodzakelijk. Hiervoor moet de oude werkplaatshal uit 1910 worden verplaatst, aangezien de kopgevel van deze loods direct aan het spoor grenst. Heemschut heeft bij ProRail aangedrongen op een zorgvuldige sloop van de karakteristieke gevel en herbouw volgens de oorspronkelijke situatie. Begin december 2018 Foto: Heemschut Gelderland

heeft architectenbureau Sacon in opdracht van ProRail een nieuwe ontwerptekening gemaakt voor de te verplaatsen gevel. Dit voorlopige ontwerp sluit geheel aan bij de visie en wensen die Heemschut heeft geuit ten aanzien van het behoud.  Marcel Overbeek

februari 2019 |

19


BEDREIGD Body Bedreigd Gered

Bron: foto Deutmann, Zwolle

Zwolle

De oorspronkelijke watertoren werd

Bron: foto Adriaan Velsink, 1990

gebouwd in 1892.

De watertoren na de verbouwing in 1959.

20

| februari 2019

Dit jaar worden in de voormalige watertoren van Zwolle 21 loftappartementen opgeleverd. In 2003 werd de watertoren met de omliggende gebouwen aangekocht door Nijhuis Bouw, met de bedoeling alles te slopen en een fors nieuwbouwproject te ontwikkelen. Een actie van Heemschut Overijssel voorkwam sloop van deze bijzondere toren. De watertoren aan de Turfmarkt in Zwolle werd in 1892 naar ontwerp van architect Jan Schotel gebouwd in neorenaissancestijl. De toren had een hoogte van 36 meter met een waterreservoir van 500 m3. In 1959 is, nadat een stuk natuursteen uit de toren viel, een tienhoekige muur om de oorspronkelijke toren opgetrokken met daarop een nieuwe kap. Het reservoir bleef behouden, de bekroning bovenin moest echter worden verwijderd. In 1998 werd de toren buiten gebruik gesteld.


GERED

Om dreigende sloop tegen te gaan heeft Heemschut Overijssel in 2010 de gemeente gevraagd de toren als gemeentelijk monument aan te wijzen. Deze aanvraag gaf de aanzet voor een cultuurhistorisch onderzoek en de herwaardering van het gebouw. Nijhuis Bouw en architectenbureaubureau 19 het atelier architecten zagen vervolgens kansen voor herbestemming. Nijhuis vroeg Heemschut de aanvraag op te schorten om de gelegenheid te krijgen herbestemming voor woningbouw te onderzoeken. Met veel creativiteit lukte het 19 het atelier architecten een uitvoerbaar plan voor Nijhuis te ontwikkelen dat is gebaseerd op de beide oude torenvormen. Het nieuwe ontwerp volgt de contouren van beide, de onderzijde uit 1892 en de bovenzijde uit 1959. Bijzonder is dat na een halve eeuw hierdoor weer een deel van de oude toren zichtbaar wordt. Wat Heemschut betreft verdienen architect en ontwikkelaar daarom een compliment. ď Ž

Bron: foto Adriaan Velsink, 2018

Van watertoren naar woontoren

De watertoren, na de recente transformatie tot appartementen.

februari 2019 |


Nieuwe leden

Bevoorrecht wonen in de Stichtse Lustwarande Regelmatig melden zich nieuwe leden bij Heemschut. Maar wie zijn zij en waarom voelen zij zich betrokken bij de bescherming van ons erfgoed? In deze rubriek introduceren we de nieuwkomers bij Heemschut. Deze keer Hein Foto: Eric le Gras

Vader uit Huis ter Heide. Eric le Gras

Vader (76) keek zo’n vijfentwintig jaar geleden al likkebaardend naar de buitenplaats Overplaats Zandbergen in Park Rodichem: ‘Tot mijn vrouw wat op Funda rondneusde en ontdekte dat er een appartement op de benedenverdieping te koop was. We hebben meteen toegeslagen. De koop was in drie dagen rond.’

Armlastige bejaarden Overplaats Zandbergen is in 1912 ge­­ bouwd naar een ontwerp van architect F.A. Bodde en is tegenwoordig een rijksmonument. Het omringende park is ontworpen en aangelegd door H. Copijn en geniet ook bescherming. Park Rodichem kent een boeiende geschiedenis, waarover Vader graag vertelt. Hij noemt de families Soeters en Blooker, in vroeger dagen bekend van de cacao, die het park en de bebouwing

22

| februari 2019

lieten aanleggen: ‘Later kwamen daar ook 107 kleine woninkjes voor armlastige bejaarden te staan. De mensen die daar nu wonen zijn overigens allang niet meer armlastig.’ Het appartement van Vader heeft een terras van 75 vierkante meter en hij kijkt uit op een zichtas die Copijn heeft ontworpen: ‘We kunnen een kilometer ver kijken en wonen in een huis dat deel uitmaakt van de serie buitenplaatsen op de Utrechtse Heuvelrug die bekend staat als de Stichtse Lustwarande. Vind je het gek, dat ik hier vijfentwintig jaar al met de hond aan de lijn likkebaardend over de heg keek?’

Goed beschermd Vanwege een servituut, een overeenkomst met de gemeente Zeist, zijn het huis en het

omringende park goed beschermd. Vader: ‘Daarover maak ik me weinig zorgen en dat was ook geen reden om lid van Heemschut te worden. Het is eerder zo, dat sinds ik hier woon het besef echt tot me is doorgedrongen dat dit soort historische panden bewaard moeten blijven. Ik ben op zoek gegaan naar een organisatie die daarvoor opkomt en kwam bij Heemschut uit.’ Vader is nu dus lid van Heemschut, maar de vraag of hij ook actief gaat worden in de erfgoedbescherming laat hij onbeantwoord: ‘Ik ga binnenkort wel naar een lezing over het behoud van buitenhuizen zoals Overplaats Zandbergen. En daarna? Wie weet. Ik ben in ieder geval bevoorrecht omdat ik mag wonen in een huis van de buitenklasse.’ 


Special

Wat moeten we er mee?

Foto: Š Woest & Ledig

MUZIEKKOEPELS

De muziektent in het Groningse Noorderplantsoen dateert uit 1905.

Het mogelijk verdwijnen van de muziekkoepel in Emmen gaf de aanzet tot een verzameling foto’s van muziekkoepels. Een specialisatie in het nutteloze. Joep van Ruiten

februari 2019 |

23


Special Dit artikel gaat over muziekkoepels, muziektenten, muziekkapellen en muziekkiosken, over wat in het buitenland wordt aangeduid als bandstands, Musikpavillons en kiosques à musique. Ik heb er inmiddels honderd opgespoord en gefotografeerd. Te beginnen in Noordoost-Nederland, daarna ook daarbuiten.

Blaricum, naar ontwerp van H. Sijmons, 1926.

Het begon onschuldig, met een stukje voor de krant. Aanleiding: de aangekondigde sloop van een bouwsel in Emmen dat niet meer werd gebruikt. Waarop een inventarisatie volgde van vergelijkbare bouwsels om te zien of die eveneens stonden te verpieteren. In Drenthe vond ik er negen. In Groningen telde ik er tien. Ik zette ze allemaal op de foto. En besloot daarna Friesland te bezoeken.

Muziekfestivalcultuur

In Leiden staat een ontwerp van A. Janson

Dat opsporen viel niet mee. Internet bood minder soelaas dan gehoopt. Op gelukkige dagen verscheen er een reeks oude ansichtkaarten in beeld. Op ongelukkige dagen bleek ter plekke de koepel verplaatst of afgebroken. Daarom besloot ik gemeentehuizen aan te schrijven. Waar een automatische beantwoorder een antwoord beloofde, maar ambtenaren zelden van zich lieten horen. Behalve als ik zei dat ik journalist was. Het lijkt een luttel aantal, honderd muziekkoepels. In werkelijkheid is het veel, want niemand weet hoeveel koepels Nederland telt. Er zijn geen studies naar gedaan. Niemand die het registreert en vermoedelijk interesseert. Behalve ik, expert op dit onont-

uit 1998.

gonnen terrein, deskundig in een vergeten hoekje, specialist follies en andere nutteloos geworden zaken. Als naar het waarom van mijn verzameling wordt gevraagd, vertel ik met mijn ernstigste gezicht dat ik gefascineerd ben door het schijnbaar marginale. Als dan de eerste verbazing voorbij is, vertel ik dat ik geïnteresseerd ben in hoe wij in dit land met ons cultureel erfgoed omgaan. Dan vertel ik dat met de bouw van muziekkoepels de verspreiding van de schone kunsten op gang is gekomen. Dat ze tot onze oudste podia behoren. Dat ze de kiem vormen van onze rijke muziekfestivalcultuur. Plekken waar het massapubliek zonder beletsel en kassa kennis kan maken met georkestreerde muziek. In de zon of in de regen, in weer en wind.

Foto’s: © Woest & Ledig

Overgewaaid uit Engeland?

De koepel op de Markt in Emmen uit 1934.

24

| februari 2019

Vermoedelijk hebben we de muziekkoepels te danken aan de Britten die in de 19de eeuw besloten dat de muziekkorpsen van het leger overdekt moesten kunnen spelen. Wat toentertijd goed mogelijk was dankzij de industrialisatie en ontwikkeling van staalconstructies. Daarna moet het verschijnsel bandstand zijn overgewaaid naar het Europese vasteland. Feit is dat de oudste nog bestaande Nederlandse muziekkoepels uit de vorige eeuw stammen. Die van Leeuwarden in de Prinsentuin is van 1881. De oudste van Groningen, in het Noorderplantsoen is van 1905. De oudste van Drenthe, op het Marktplein in Emmen, is van 1934. De oudste van Overijssel staat in Kampen en dateert uit 1872.


Special

Mobiele muziektent gered

Foto: Š Woest & Ledig

Een groepje inwoners van de gemeente Laren is in 2018 begonnen met het herstel van een voor Nederland uniek mobiel monument. In 1924 werd architect Wouter Hamdorff benaderd voor een ontwerp voor een muziektent. Hij maakte verschillende ontwerpen, die werden voorgelegd aan de inwoners. Van de plaatselijke kunstenaarsvereniging stemden zestig leden tegen en zeven voor, en zo kwam de discussie op gang. Ook de plaatselijke Schoonheidscommissie was niet gelukkig met de bouw op de wonderschone Brink. Daarop werd een verplaatsbare muziektent ontworpen, die werd gebouwd door de plaatselijke wagenmaker Jan Majoor. De maquette van de koepel bevindt zich in de collectie van de historische kring. De koepel was een succes en er werd zelfs mee geadverteerd, maar voor zover bekend zijn er geen andere exemplaren gebouwd. De op een wagen met houden wielen gebouwde koepel werd ieder jaar opgebouwd met Koninginnedag, tot Arbo-regels en kosten dat verhinderden. Met de restauratie door vrijwilligers hoopt Laren dit jaar met Koningsdag de mobiele muziektent weer te laten pronken. Om deze samen met de historische poffertjeskraam te beschermen als gemeentelijk monument is echter nog niet aan de orde. Daarvoor moet eerst de monumentenverordening worden aangepast.

De muziekkoepel in het Julianapark, Bolsward, is een rijksmonument. Een ontwerp van M. Meijer uit 1913.

Sommigen zien er uit alsof ze gisteren gebouwd zijn: die van Bolsward is zeer goed onderhouden, ook die van Bad Nieuweschans is net opgeknapt. Maar de meeste hebben hun beste tijd gehad en zijn in onbruik geraakt. Door desinteresse bij het publiek en vooral omdat in de loop der jaren is ontdekt dat georkestreerde muziek beter tot zijn recht komt in speciaal daarvoor gebouwde concertzalen met een akoestisch systeem. Een beetje arrangement waait zo onder de koepel vandaan, zeker als er geen achterwandje is gezet.

De mobiele muziektent in de jaren ’90.

oplossing voor een planologisch probleem waar een passant geen weet van heeft. Ondertussen ziet die van Appelscha eruit als een te groot uitgevallen trofee voor een hondenshow, maar vormt de koepel wel een ankerpunt op het weidse plein aan de Boerestreek. Die van Musselkanaal prijkt sinds 2014 op het Diemerplein en oogt als een kolossale hang glider op een landingsbaan waar het gras uit de tegels groeit. Verder van huis: die van Zaandam doet denken aan een omgekeerde boot die boven de Gedempte Gracht drijft.

Foto: Karel Loeff

Oude en nieuwe koepels Toch worden ze nog steeds gebouwd. Ried heeft bijvoorbeeld een gloednieuwe, net als Ommen. In Roden en Winschoten gaan stemmen op om muziekkoepels te plaatsen. Of dat met liefde voor muziek te maken heeft, valt te betwijfelen. Het is vaker een

Koepeltje gezien? Stuur een foto met vindplaats naar woestenledig@home.nl Zie ook: www.muziekkoepels.nl

februari 2019 |

25


Special Wat opvalt aan de nieuwe koepels, is dat het uiterlijk belangrijk wordt gevonden. Met als gevolg dat soms architecten worden aangetrokken. De koepel van Nuis uit 2014 naar ontwerp van Bert Boer, heeft bijvoorbeeld een esthetisch doordacht ontwerp. Net als die van Assen uit 2005 van Hanshan Roebers en die van Nieuw-Vennep uit 2014 een ontwerp van Frank Halmans. Het uiterlijk vertoon is wel eens anders geweest. Vooral in Overijssel en Gelderland staan veel exemplaren met dezelfde doodse uitstraling, allemaal stammend uit de jaren vijftig. Eenvoudig gemetselde nononsense bakken in Rijssen, Zwartsluis, Groenlo, Eibergen en Neede doen vermoeden dat ze allemaal door hetzelfde bedrijf zijn gebouwd. In de jaren ’30 was het rieten dak populair: Emmen, Dwingeloo, Ruurlo, Zelhem, Velp, Ellecom en Blaricum. In de jaren ’90 kon het blijkbaar niet gek genoeg. De koepels van Drachten, een ontwerp Gunnar Daan, Zuidwolde van Wiek Röling en Wezep (ontwerp onbekend) zien er op de eerste plaats gedurfd uit.

De moderne koepel in Drachten werd ontworpen door Cunnar Daan in 1996.

Gebruik Maar wat moet je ermee? Op die vraag bestaat geen goed antwoord. Sinds ik koepels spot, heb ik één keer live mogen meemaken dat er een concert werd gegeven: in Leiden op zondagmorgen in het voorjaar. Wat ik vaker zag, was dat ze gebruikt werden als hangplek voor blowende jongeren, wat ook een functie is.

Onlangs deed de eigenaar van de koepel in Emmen een oproep om tot bruikbare ideeën te komen. Hoe moeilijk kan het zijn? Een podium kan gebruikt worden als podium, voor muzikanten en acteurs, variërend van politici tot en met Sinterklaas, dj's en PowerPointpresentaties, voor concerten op Moeder- of Vaderdag. In Eibergen zijn rond de koepel tribunes gebouwd zodat het publiek ook openluchtspelen kan bijwonen. De koepel in het Noorderplantsoen in Groningen wordt tevens gebruikt voor filmvertoningen. In de muziekkoepel in het Sterrebos in Groningen wordt jaarlijks het poëzie-evenement Dichters in het Donker gehouden. Over schijnbaar marginale verschijnselen gesproken: poëzie liegt er ook niet om.

Foto’s: © Woest & Ledig

Enfin. In Wijnjewoude staat sinds kort aan de Merkebuorren een nieuwe muziekkoepel. In Barger-Osterveld willen ze er een. Die van Harlingen kan nog gefotografeerd worden. De koepels in Amsterdam en Rotterdam wachten nog op mij. En anders valt in Noord-Brabant en Limburg nog heel veel te spotten. Joep van Ruiten is cultuurjournalist voor Dagblad van het Noorden & de Leeuwarder Courant en gespecialiseerd in literatuur, beeldende kunst, erfgoed en Drenthe.  Een heel recent exemplaar uit 2016 op de Markt in Ommen.

26

| februari 2019


Gastcolumn

Naar een rijker, hechter en schoner Nederland Nederland verandert voortdurend. Al sinds de vroege menselijke bewoning hebben we ons met dijken beschermd tegen de dreiging van het water. In de loop van generaties hebben die dijken structuur gegeven aan onze delta. Eerst hebben we de bossen, toen het veen en daarna kolen en gas gebruikt als energiebron. En telkens heeft dit zijn sporen achtergelaten in het land. Zo hebben ook de steden en dorpen, infrastructuur en landbouw onze landschappen vormgegeven. Er is geen vierkante meter die niet door ons is bewerkt. Nederland is voortdurend in beweging.

Floris Alkemade is rijksbouwmeester

De komende decennia zal er meer dan ooit een beroep worden gedaan op ons vermogen om het land op een slimme manier aan te passen aan veranderende omstandigheden. De klimaatadaptatie, het verduurzamen van de landbouw, de verstedelijking en de energietransitie; het zijn stuk voor stuk opgaven waarvan we allemaal de gevolgen zullen ervaren. Deze noodzakelijke veranderingen leiden vaak tot onrust en onzekerheid in de samenleving. Dat komt deels doordat de urgentie om te veranderen vaak onterecht wordt geschetst in doemscenario’s die zo dreigend zijn, dat ontkenning en onverschilligheid gemakkelijk de kop opsteken. Dit terwijl optimisme en verbeelding veel krachtigere motoren zijn voor verandering. Het College van Rijksadviseurs, waar ik voorzitter van ben, heeft onlangs Panorama Nederland gelanceerd: een optimistisch toekomstperspectief voor de ruimtelijke inrichting van Nederland. In dit panorama verbeeldt het College hoe de grote maatschappelijke vraagstukken van nu, de komende decennia de sleutel kunnen vormen voor welkome, structurele verbeteringen van ons land. We tonen een Nederland waarnaar je kunt verlangen. We schetsen een Nederland dat in 2050 nog steeds voor iedereen uiterst herkenbaar blijft, maar dat toch op allerlei terreinen fundamenteel anders werkt: de manier waarop we reizen, de manier waarop we voedsel produceren, de manier waarop we bouwen en de manier waarop we energie opwekken. Geen enkele opgave staat op zichzelf. Door opgaven te combineren kan maatschappelijke meerwaarde ontstaan. Hoe mooi zou het zijn om in een volledig zelfvoorzienende woning te wonen? En hoe geweldig als onze waterveiligheid gepaard zou gaan met de ontwikkeling van nieuwe natuur? Er liggen zo veel prachtige kansen. Onze boeren zouden een eerlijk inkomen kunnen verdienen, zonder dat voedselproductie ten koste gaat van de natuur. We zouden meer tijd voor elkaar kunnen hebben, wanneer we door slimme stedelijke planning de reistijden laten afnemen. De huidige generatie Nederlanders wordt geconfronteerd met een aantal ingewikkelde en zeldzaam relevante vragen die het beste in ons naar boven zullen halen. Niet eenvoudig, maar een uitgelezen kans om Nederland rijker, hechter en schoner te maken. ď Ž

Zie ook: www.panorama-nederland.nl

februari 2019 |

27


In memoriam Chris Versteeg Op kerstavond 2018 overleed Chris Versteeg, het oudste bestuurslid van Heemschut Limburg. In zijn beroepspraktijk leverde hij een belangrijke bijdrage aan de wederopbouw van Venlo.

Bron: Collectie familie Versteeg

Hans Vermeer

Chris Versteeg, ca 1950, in huize Sint-Jan te Venlo, waar de gemeentelijke Dienst Stadsontwikkeling na de oorlog tijdelijk was ondergebracht.

Chris Versteeg werd in 1925 geboren in Kerkdriel. Op 14 mei 1940 maakt hij als 15-jarige jongen het bombardement op Rotterdam mee. De verwoesting van de binnenstad en de bezetting hadden grote invloed op de koers van zijn leven. Na de bevrijding volgde hij de avond-HTS, waarna hij kort werkte voor het Ministerie van Wederopbouw. Begin jaren vijftig trad hij in dienst bij de Venlose Dienst Gemeentewerken. Hij kon aan de slag als de ambtelijke ondersteuning van de voor de wederopbouw van Venlo aangetrokken stedenbouwkundige Jos Klijnen. De aan beide oevers van de Maas gelegen dubbelstad Venlo - de oude stad Venlo aan de oostelijke oever van

28

| februari 2019

de Maas, aan de andere oever ligt Blerick was bij de bevrijding in 1944 zwaar beschadigd. Er vielen daarbij onder de bevolking 620 doden. Nadat de spoorbruggen over de Maas door geallieerde bombardementen al zwaar waren beschadigd, werden ze door Duitsers op hun terugtocht volledig opgeblazen. Kort voor het binnentrekken van de geallieerde troepen evacueerden de Duitsers nog 1200 inwoners, richting het noorden.

Tegengestelde visies Jos Klijnen had modernistische opvattingen over de toekomst van de vernielde stad. In tegenstelling tot de stadsbouwmeester

Jules Kayser, die uitging van de opvatting die we tegenwoordig met een stadsvernieuwing met behoud van bestaande structuren zou associëren. Waar Klijnen met zijn vernieuwende Brugplan oplossingen voor de ontsluiting van de stad en de herontwikkeling van de spoorzone ontwikkelde, richtte Kayser zich op de oude binnenstad van Venlo. Doorslaggevend voor het welslagen van het Brugplan, was de bereidheid van de NS om een nieuw spoorwegstation te bouwen. Architect Koen van der Gaast bedacht een soort van grote kiosk, die zich opent naar de stad. Ernaast staat de klokkentoren, nu een icoon van de wederopbouw van Venlo. Chris Versteeg assisteerde Klijnen bij de ontwikkeling van het Brugplan. Chris werkte daarbij nauw samen met burgemeester Charles van Rooy die direct verantwoordelijk was voor de wederopbouw en stedelijke uitbreiding van Venlo. Hij was voor de beginnende stedenbouwkundige een grote inspirator in aanpak en houding: ‘Als je bij hem geroepen werd, hoefde je geen stropdas te dragen. Dat kenmerkte hem.’ vertelde hij nog onlangs aan Sef Derkx van het Limburgs museum in Venlo.

Wonen in Wildveld Een uitbreidingsplan waarmee Versteeg zelf aan de slag ging, was het Wildveld: ‘Als stedenbouwkundige heb ik de eerste schetsen op papier gezet, die in een latere fase zijn uitgewerkt tot concrete plannen. We hebben gekozen voor een duidelijke structuur in de wijk en voor een menselijke schaal. Er werd gewerkt met kleine aannemers en


Foto: Heemschut

Het station van Venlo van architect Van der Gaast met de kenmerkende klokkentoren.

Bron: Nationaal Archief, toegang 26054, via Wikimedia Commons.

projectontwikkelaars. Het was geweldig om te zien hoe je eigen plannen gestalte kregen.’ Chris en zijn vrouw Lien besloten zelf

een van de laatste huizen te kopen. Chris Versteeg zou er na de dood van zijn vrouw tot zijn laatste dagen blijven wonen.

Schaal en ambacht Chris had veel aandacht voor een goede verbinding van het oude en het nieuwe. Visie op grote stedenbouwkundige schaal wist hij te combineren met ambachtelijke detaillering. Na zijn pensionering bracht hij die kennis en visie volop in bij Heemschut Limburg. Hij pleitte daarbij sterk voor het verbinden van de opvattingen van vaklieden en bestuurders met ideeën die binnen de bevolking leven. Zijn Heemschut-activiteiten gericht op aanpassing van de plannen voor een Multifunctionele Accommodatie, door de gemeente gepland vlakbij het monumentale kasteel van Arcen - waarover in Heemschut regelmatig werd bericht - vonden daarin ook hun oorsprong. Chris was betrokken en vitaal, bijna tot het laatst. Heemschut zal zijn kennis en ervaring erg gaan missen. 

De opgeblazen brug te Venlo, 1945.

februari 2019 |

29


Verenigingsnieuws Afscheid en welkom Op 11 oktober 2018 heeft dr. ir. Frans Brugman na ruim vijf jaar officieel afscheid genomen als voorzitter van Heemschut Noord-Holland. Wij danken Frans voor zijn inzet en professionele inbreng gedurende deze jaren zowel voor zijn werkzaamheden voor de commissie als voor zijn werk binnen het landelijk bestuur van Heemschut. Op dezelfde dag kon de commissie Willem van der Spek officieel verwelkomen als nieuw lid. Wij wensen hem veel succes en plezier toe bij zijn Heemschut werkzaamheden in het Noord-Hollandse.  Frans Brugman (links) en Willem van der Spek.

Algemene Vergadering van Leden De jaarlijkse Algemene Vergadering van Leden van erfgoedvereniging Bond Heemschut zal plaats vinden op vrijdag 28 juni aanstaande. Alle leden worden van harte uitgenodigd deze vergadering bij te wonen. De locatie wordt binnenkort bekend gemaakt. Op de agenda staan onder andere de vaststelling van de jaarrekening 2018, de presentatie van het jaarverslag 2018, benoemingen en herbenoemingen. Op de website vindt u het concept-verslag van

Jan Reijnen gedecoreerd Jan Reijnen, lid van Heemschut Gelderland, is in oktober 2018 gedecoreerd met een Koninklijke onderscheiding voor zijn vrijwilligerswerk voor erfgoedbehoud. Jan was 35 jaar bestuurslid van Baet en Borgh, waarvan 23 jaar actief als voorzitter. In die hoedanig-

30

| februari 2019

1 en 29 juni 2018. Via onze website en de digitale Nieuwsbrief houden wij u op de hoogte over de AVL. U kunt zich nu vast aanmelden voor deze vergadering via kampen@heemschut.nl, waarna wij u tijdig de agenda en bijbehorende stukken zullen doen toekomen. Indien u zich nog niet heeft aangemeld voor onze digitale nieuwbrief volstaat het sturen van een email naar bovenstaand adres, of een telefoontje naar 020- 622 52 92 op maandag, dinsdagochtend of donderdag. 

heid restaureerde hij met een groep vrijwilligers stoomgemaal De Tuut in Appeltern. Hij was negen jaar voorzitter van de Federatie Industrieel Erfgoed Nederland en thans nog adviseur. Verder was hij 19 jaar bestuurslid van de Nederlandse Gemalenstichting. Binnen Heemschut is Jan al twintig jaar betrokken als adviseur voor Gelderland. We feliciteren Jan van harte met deze verdiende onderscheiding! 

NIEUWE LEDEN 4e KWARTAAL 2018

Heemschut heet de volgende nieuwe leden van harte welkom: Mevrouw J. Hoogenkamp, Amsterdam De heer J.H.J. van Blommestein, Twello Mevrouw B. Priem, Moerstraten De heer T. Spits, Amsterdam De heer Ch. Soeteman, Den Haag De heer R. Max, Hilversum De heer T. van Nouhuys, Ubbergen De heer R. Blankenstein, Bennekom De heer S.A.G. Rutgers, Twello De heer J. Tiggelaar, Haarlem De heer A.C. Groeneveld, Bussum Mevrouw H.J. Kleijn-Jonker, Soest De heer W. Fhij, Borne Mevrouw B.M.M. Ploeg, Rotterdam De heer A.J. van der Burg, Zoetermeer De heer M. Koldijk, Groningen De heer J.P. Janse, Oudendijk De heer F.F.H. Ogier, Amstelveen De heer O. Schepel, Bussum Mevrouw P. Jansma, Amsterdam De heer J. de Wit, Cruquius Vereniging Vrienden van het Spiegel, Bussum Mevrouw A. Boon, Amsterdam Mevrouw L. Le Coultre, Arnhem De heer Ir. H. Kaashoek, Delft Mevrouw D. Onderdelinden, Sittard De heer G. Lange, De Waal Mevrouw M.J. Hodges, Bussum De heer J.J. Mobron, Zaandam Mevrouw C.J.M. de Rouw, Vorden Mevrouw Ir. H.T.W. Boender, Hattem De heer D.O. Cox, Leiden De heer C.J.M. Tak, Oosterbeek De heer P. Timmerman, Enschede De heer C.H. Haafkens, Amsterdam Mevrouw C.A. Geerlings, Utrecht

Bent u nog geen lid van Heemschut? Of zoekt u een leuk cadeau idee? Word dan lid of maak iemand uit uw vriendenkring lid. Als dank krijgt u Het Monumentenboek (winkelwaarde € 14,95) cadeau. Ga naar www.Heemschut.nl/doe-mee en meldt u aan.


Verenigingsnieuws

De Urker kotter UK 114 is een herinnering aan Nederlands bekendste tekstschrijver, Lennaert Nijgh. Afgelopen najaar reikte Heemschut Flevoland de Willem Baarsen prijs 2018 uit aan Stichting Urker Botter, de eigenaar van het schip. In 1969 kochten Lennaert en zijn vrouw Astrid het schip op Urk. ‘We zagen een oude verdrietige IJsselmeerkotter liggen en werden bekoord door zijn stiekeme knipoog.’ Zo omschrijft Astrid de aankoop, in haar in 2017 verschenen boek 'Varen met de Jonge Jacob, Lennaert en ik op de Urker kotter 114'. Nijgh zou 33 jaar leven en werken op het vaartuig en al varend aan een tweede en derde huwelijk beginnen. Als hij in 2002 op 57-jarige leeftijd overlijdt, beslist Astrid het schip voor één gulden te verkopen aan de Stichting Urker Botter. De Willem Baarsen prijs is nu voor het eerst uitgereikt. Over het hoe en waarom gaf Peter Nijhof, voorzitter van Heemschut Flevoland, uitleg. De uit Urk afkomstige

naamgever was tot aan zijn overlijden commissielid van Heemschut Flevoland. Hij liet een legaat na en dat is bestemd voor de erfgoedprijs. Waarom voor de UK 114 is gekozen en wat de geschiedenis is van het schip werd uitgelegd door commissielid Roelof Oost. Voor haringvangsten na de Tweede Wereldoorlog voeren de gebroeders Woord met hun kotter de Noordzee op. Het was de tijd waarin overbevissing gestalte kreeg; de industrialisatie van de zeevisserij was begonnen. Dat maakte hun hoopvolle onderneming, net als die van vele andere kleine, ambachtelijke vissers, kansloos. Het vissen ging verder op het IJsselmeer, maar het IJsselmeer bood niet meer wat de Zuiderzee ooit te bieden had. De kotter kwam langs de kade te liggen, te koop. Maar het is ook om een andere reden dan Nijgh een gedenkwaardig schip. De UK 114 ligt nu in de haven van Urk en is beschikbaar voor vaartochten. 

Ben te Raa

Foto: Heemschut

Willem Baarsen prijs uitgereikt

Ton Gijsbers krijgt prijs Heemschut-Erespeldhouder Ton Gijsbers uit Beek kreeg voor zijn inzet op het gebied van erfgoedbehoud op 14 december in de Bartholomeuskerk in Beek-Ubbergen de exclusieve Martens van Sevenhovenpenning uitgereikt. Op de foto: Coen Schimmelpenninck van der Oije, links, midden Ton Gijsbers met burgemeester Mark Slinkman van de gemeente Berg en Dal. 

Foto: Ben te Raa

In Memoriam Jan van der Eerden

De onthulling van de plaquette. Links Roelof Oost van Heemschut Flevoland en Jan Hoekstra,

Op 5 januari overleed Jan van der Eerden, de Bossche architect die zich met zijn plaatsgenoot en voormalig Heemschut Brabantvoorzitter Hein Bergé succesvol verzette tegen het dempen van de Binnendieze in Den Bosch. De liefde van Van der Eerden voor de Bossche historie kwam tot uiting in vele acties en pleidooien. Hij was tevens een aanjager als het ging om het behoud van monumentale panden, onder meer in zijn rol als bestuurslid van de stichting ‘s-Hertogenbossche Monumentenzorg. Voor zijn inzet kreeg Jan van der Eerden in 2003 de Ton Kootpenning van onze vereniging uitgereikt. Jan is 92 jaar geworden. 

voorzitter Stichting Urker Botter.

februari 2019 |

31


Bedreigt verbreding werelderfgoedstatus Veenhuizen?

Norgervaart

geen gewoon kanaal

Verkeersveiligheid of behoud van erfgoed? Bij het verbreden van de N373, de weg ten zuiden van Assen langs de Norgervaart, lijkt dat de vraag te zijn. Eric le Gras

maken. Dat is een goed plan. Er hebben zich al heel vervelende ongelukken voorgedaan.´ Bij het kruispunt van de Domeinweg met de Norgervaart en de N373, waar regelmatig schoolgaande jeugd moet oversteken, is daarom tijdelijk een stoplicht geplaatst. Het is een maatregel die werkt. Een schooljongen komt aanfietsen, wacht netjes bij het stoplicht, drukt op een knopje en ziet het langsrazende verkeer tot stilstand komen. Als het licht op groen springt, steekt hij veilig over.

Van 80 naar 60

Harry Berg: de Norgervaart is een wezenlijk onderdeel van de geschiedenis van Veenhuizen.

Maar dat is niet meer dan schijn, zegt Heemschutlid en landschapsarchitect Harry Berg: ‘Waarom zouden verkeersveiligheid en zorg voor erfgoed niet kunnen samengaan?’ Net als Berg op de fiets wil stappen om de situatie bij de Norgervaart te laten zien,

32

| februari 2019

gaat zijn telefoon: ‘Dat was RTV Drenthe,’ zegt hij even later. ‘Ik moet straks in hun uitzending uitleggen wat onze visie is.’ Fietsend op de Domeinweg richting de Norgervaart legt hij uit wat er aan de hand is: ‘De provincie Drenthe wil vier gevaarlijke oversteekpunten voor fietsers veiliger

‘Dat is wat er nodig is’, zegt Berg, die in het verleden nauw betrokken was bij de inrichting van het landelijke gebied ten zuiden van Assen en een landschapsontwikkelingsplan heeft opgesteld voor de kolonie Veenhuizen: ´Waar nodig stoplichten plaatsen of anders de rijbanen scheiden, zodat fietsers in twee keer kunnen oversteken. En liefst ook het verlagen van de maximumsnelheid van tachtig naar zestig kilometer.’ De provincie heeft andere plannen. Die kiest voor het verbreden van de N373 over een lengte van ongeveer drie kilometer en het handhaven van de maximumsnelheid van tachtig kilometer. De dammen die liggen op plekken waar wegen zoals de Domeinweg kruisen met de Norgervaart en de N373, worden vervangen door niet beweegbare bruggen.


Historische sluis Berg wijst nog op een mailtje dat hij van een bevriende Heemschutter kreeg: ‘Die schrijft dat het herstel van de recreatievaart naar Veenhuizen al jarenlang in de provinciale plannen staat. Zo bezien is er eigenlijk weinig nieuws onder de zon. Let bij de herinrichting ook op de historische sluis op de plaats waar de Norgervaart aftakt naar de Kolonievaart die naar Veenhuizen voert. Een detail misschien, maar niet onbelangrijk.’

Versmalling van de Norgervaart biedt weinig heil.

Van de Norgervaart, die nu een meter of tien breed is, blijft dan weinig over, vreest Berg: ‘Op de site van Radio Drenthe staat al dat ik gezegd zou hebben dat het dan weinig meer dan een sloot zou zijn. Dat klopt niet, ik spreek liever van een waterlossing met een breedte van een meter of drie, vier. Dat is meer dan een sloot, maar zeker geen kanaal.’

Vermindert de aantasting van de Norgervaart ook de kans op toekenning van de werelderfgoedstatus? Berg: ‘Het zal die kans in ieder geval niet verhogen. Bekijk het zo: als je kunt aantonen dat je bij de herinrichting van de N373 rekening houdt met het historisch belang van het kanaal, dan is dat een extra argument voor de toekenning.’

‘De strijd rond de Norgervaart is nog niet gestreden…’, concludeert Berg: ‘De provinciale plannen liggen ter visie en we gaan zeker onze mening geven. De historie van de Maatschappij van Weldadigheid en Veenhuizen is het waard.’ Dat is ook wat hij die middag voor de microfoon van Radio Drenthe zegt. 

Beweegbare bruggen Pauperparadijs En daar wringt de schoen. Berg: ‘De Norgervaart was in de 19de eeuw eigenlijk de enige manier waarop je Veenhuizen over water kon bereiken. In Veenhuizen waren destijds drie gestichten van de Maatschappij van Weldadigheid gevestigd, waar paupers werden ondergebracht. Later werd het een gevangenisdorp. Die historie, samen met de bebouwing en het landschap, maken Veenhuizen dermate bijzonder, dat er pogingen worden gedaan om de status van UNESCOwerelderfgoed te verwerven.’ De Norgervaart is daarmee geen gewoon Drents kanaal. Het is een wezenlijk onderdeel van de historie van Veenhuizen, zegt Berg: ‘Destijds reisden de paupers per schip via de Zuiderzee en Meppel naar het koloniedorp. Dat moet je zichtbaar en vooral ook navoelbaar houden.’

Verkeersveiligheid valt best te combineren met zorg voor erfgoed, zegt Berg: ‘Verbreed de weg alleen op de plekken waar ander verkeer, vooral fietsers, moeten oversteken en verlaag de maximumsnelheid. Even verderop is dat op de N373 ook al gebeurd. Dan kun je de bestaande elzenbeplanting ook grotendeels bewaren, wat weer voorkomt dat auto’s in de Norgervaart belanden.’ En het kan nog beter, zegt Berg: ‘Zorg dat de bruggen die de huidige dammen moeten vervangen, niet vast maar beweegbaar worden. Dan kun je de recreatievaart de ruimte geven of een historisch beurtschip bezoekers laten vervoeren vanaf de Drentse Hoofdvaart naar Veenhuizen. De lokale bevolking profiteert dan mee. Je kunt er zelfs samen met het Gevangenismuseum een arrangement van maken.’

Het tijdelijke stoplicht voor fietsers.

februari 2019 |

33


Nautisch karakter in Muiden dreigt verloren te gaan

Strijd voor behoud karakter Schoutenwerf In het Noord-Hollandse havenstadje Muiden is de scheepvaartgeschiedenis nog altijd goed voelbaar. Het stadje aan het IJmeer is een van de thuishavens van de bruine vloot. Wie in de historische binnenstad op de rijksmonumentale Groote Zeesluis staat, heeft een adembenemend uitzicht over de monding van de rivier de Vecht, geflankeerd door het middeleeuwse Muiderslot.

Bron: auteur

Christian Pfeiffer

De loodsen van de Schoutenwerf vormen een dominant onderdeel in de binnenstad.

34

| februari 2019


Bron: Schoutenwerf.nl

Bron: auteur

Vervallen ligt de werf aan de westoever van de Vecht.

In datzelfde blikveld is ook de Schoutenwerf te vinden. Een grote scheepswerf aan de westelijke oever van de Vecht. Een verkrotte en leegstaande herinnering aan de rijke scheepsbouwgeschiedenis die hier eeuwen hand-in-hand ging met de belangrijke havenfunctie. De Schoutenwerf is karakteristiek en zeer dominant voor het aanzicht van de oude Muider binnenstad. Heemschut Noord-Holland maakt zich dan ook grote zorgen over de zeer losse eisen die de gemeente stelt aan de geplande nieuwbouw.

Onderzoek naar geschiedenis Op verzoek van Heemschut deed eind vorig jaar architectuurhistoricus Michiel Kruidenier van bureau De Onderste Steen onderzoek naar de geschiedenis van de Schoutenwerf. ‘In 1621 werd de eerste scheepswerf in Muiden in bedrijf gesteld. Omstreeks 1630 waren er twee werven op de westwal van de Vecht. Door de Eerste Engelse Zeeoorlog (1652) kwam de vraag naar schepen goed op gang. In Muiden kwam een lijnbaan voor het benodigde touw, alsook een taanderij voor het bewerken van de zeilen. In dat jaar wordt er gesproken van drie werven, waar zeegaande schepen werden gebouwd’, zo schrijft Kruidenier in zijn onderzoek. ‘Omstreeks 1800 waren er in Muiden 100 tot 130 mensen in de scheepsbouw werkzaam. Daarna ging het snel bergafwaarts. In 1819, waren er nog maar 18 mensen op de drie werven over. Vervolgens ging het in 1840 weer wat beter, want toen konden er 40 mensen in de scheepsbouw hun brood verdienen. De bloei duurde tot ongeveer 1850. Wanneer men de kadastrale kaarten uit 1824 van Muiden vergelijkt met kaarten uit omstreeks 1850 ziet men nauwelijks verschil. Wat opvalt is dat alle werven aan de Hellingstraat in de

De beoogde nieuwbouw, met knipogen naar de oude bebouwing.

loop van de 19de begin 20ste eeuw in handen komen van één eigenaar: de familie Schouten.’ Daarmee werd de basis gelegd voor de scheepswerf die nu nog steeds te boek staat als de Schoutenwerf.

Stilstand en leegstand In de 20ste eeuw blijft de scheepswerf nog lang een belangrijke rol spelen in Muiden. ‘Eind jaren zeventig kwam de klad in de scheepsbouw. Ook de scheepsbouw in Muiden kwam na bijna drieënhalve eeuw ten einde. Schouten werd in 1979 verkocht. Er werden geen nieuwe schepen meer gebouwd; er was alleen nog wat reparatiewerk en berging, totdat ook dat eindigde. Keer op keer werden er plannen gesmeed tot nieuwbouw op de plek van de werf, maar tot op heden heeft dat niet tot concreet resultaat geleid. De staat van de gebouwen is ondertussen slecht. In 2010 stelt de toenmalige gemeente Muiden, midden in de economische crisis, een zeer ruim bestemmingsplan vast om de herontwikkeling van het terrein te bevorderen. Op de plek van de Schoutenwerf mag alles worden gesloopt en op delen mag er tot bijna 15,5 meter, dat is circa 5 verdiepingen, hoog worden teruggebouwd. Ook de bebouwingsdichtheid van het terrein neemt sterk toe. Het karakter van de oorspronkelijke werffunctie wordt ook niet beschermd. Een droomkavel voor projectontwikkelaars.

Monumentenstatus aangevraagd Nu de plannen voor de nieuwbouw op de plek van de Schoutenwerf in versnelling zijn geraakt door het economische hoogtij, is Heemschut betrokken geraakt bij de weerstand van de lokale bevolking tegen de eerder genoemde ruime eisen en aantasting van de binnenstad. Heemschut Noord-Holland

heeft daarom aan de hand van het onderzoek van Michiel Kruidenier in november de gemeentelijke monumentenstatus aangevraagd voor de ijzerwerkloods en timmerwerkplaats, beide uit 1908, en de draaierij annex bankwerkerij uit 1922. Dit verzoek is gedaan aan de gemeente Gooise Meren, waar Muiden sinds een gemeentelijke fusie in 2016 onderdeel van uitmaakt. Het zijn vooral deze loodsen die op de nominatie staan om gesloopt te worden, maar die een belangrijk onderdeel uitmaken van het nautische karakter van de Muider binnenstad. Kruidenier: ‘Scheepswerf Schouten was de laatste en grootste nog in gebruik zijnde werf van de havenstad Muiden en is daarmee van invloed geweest op de historie en ontwikkeling van de stad. De huidige gebouwen vertellen samen het verhaal van meer dan 150 jaar scheepvaartgeschiedenis.’ Ook Heemschut heeft bij de gemeente aangedrongen om nieuwe en aanvullende eisen te stellen aan de ontwikkeling van het nieuwbouwplan om belangrijke elementen van de voormalige scheepswerf te bewaren. Daarbij wordt onder andere gedacht aan de hellingbaan en de karakteristieke lasloods, die nog te modern zijn om echt monumentaal te noemen.

Politiek De oproep van Heemschut vindt ook politieke steun. Er zijn partijen binnen de gemeenteraad van Gooise Meren die een breed debat willen organiseren over de toekomst van de Schoutenwerf. Het college van Gooise Meren heeft de monumentenverzoeken ondertussen in behandeling genomen. Het dossier speelt in Muiden al geruime tijd en het is te hopen dat door de hoogconjunctuur nu geen overhaaste beslissingen worden genomen. 

februari 2019 |

35


Bron: TeKa groep

Post ’65

Het Aviodome werd herbouwd in het westelijk havengebied, heet tegenwoordig Amsterdome en wordt gebruikt voor evenementen.

De wondere wereld van Buckminster Fuller

Koepel eindelijk herbouwd! Slechts zes geodetische koepels kende Nederland. Drie zijn er nog op locatie en drie werden gesloopt. De allereerste lag jarenlang opgeslagen in zeecontainers. Die is dan ook het meest bekend. Nu is deze koepel herbouwd in Amsterdam. Karel Loeff

De Amerikaanse uitvinder, ontwerper en dichter Richard Buckminster Fuller (18951983) is de bedenker en architect van de geodetische koepels, die kenmerkend zijn voor de experimentele architectuur uit de jaren ’70. Buckminster Fuller was een bijzonder mens, die op heel veel vlakken een vernieuwend denker was. Zo ontwikkelde hij in 1927 het Dymaxion, dynamic and

36

| februari 2019

maximum efficiency, een huis dat wordt beschouwd als de start van een beweging van meer ecologiegericht denken. In 1932 bouwde hij een auto die in alle richtingen kon rijden. Hij kreeg na de oorlog een bijzondere leerstoel aan de Southern Illinois University en in 1962 werd hij hoogleraar dichtkunst aan Harvard, waar hij eens studeerde.

Octrooi Hoewel al in de jaren ‘20 Walther Bauersfeld voor het Zeiss-planetarium in Jena een roosterstructuur ontwikkelde om de koepel van het planetarium aldaar te construeren, was het Fuller die in 1954 een Geodesic Domeoctrooi (US 2.682.235) wist te registreren. De geodetische koepel was het resultaat van Fuller's verkenning van de bouwprincipes van


in kampeer- en caravanuitrustingen. De meest iconische hal naast die van het Aviodome is ongetwijfeld de koepel van het voormalige Nationaal Automobielmuseum in Raamdonksveer. De familie Louwman, importeur van het merk Toyota, gebruikte de hal als showroom en was in die tijd beperkt toegankelijk voor publiek. Na de verhuizing van hun automuseum naar een nieuw gebouw in Wassenaar kon de consument er terecht voor de nieuwste Toyota en Lexus modellen.

Van de zes geodetische koepels zijn er inmiddels twee gesloopt, te weten die in Budel en in Deurne. Drie staan nog op de oorspronkelijke locatie, die in Zoetermeer, Best en Raamdonksveer, tegenwoordig ge­­ meente Geertruidenberg. De koepel van het Aviodome werd in 2004 afgebroken en opgeslagen in 29 zeecontainers. De demontage was het gevolg van de verplaatsing van het luchtvaartmuseum naar Lelystad. De koepel zou aanvankelijk worden herbouwd in de gemeente Haarlemmermeer, waarbij het plan was om het gebouw als kerk her te bestemmen. Die ontwikkeling ging niet door. Uiteindelijk werd de TeKa Groep eigenaar van de onderdelen, bestaande uit 1100 aluminium platen en bijbehorende koppelstukken. Een nieuwe locatie werd gevonden in het westelijk havengebied en na bijna vijftien jaar kon eind 2018 de hal worden heropend als evenementenlocatie. Over de naam Aviodome werd nog een rechtszaak gevoerd, want deze bleek te zijn verkocht aan de firma Lips die het luchtvaartmuseum in Lelystad exploiteert. De hal is daarom nu heropend als Amsterdome, waarbij de nieuwe eigenaar de naam wel mag blijven gebruiken om de historie van de koepel te vertellen. Bron: Wikipedia

De eerste koepel in ons land was die van het Aviodome. Deze werd gebouwd in 1971 en had een overspanning van 60 meter. De Frans Hoebenshal in Deurne volgde in 1977, gebouwd als sporthal in de wijk Koolhof. Met 53 meter was de overspanning van dit gebouw iets kleiner. Een jaar later, in 1978, opende de Olympushal in Zoetermeer, gevolgd door de sporthal de Schulp in Budel. In Best verrees eveneens een kleine koepel, die nu onderdeel is van een bedrijf

tijdens de bouw, ca 1923.

Het Aviodome stond voorheen op SchipholOost. In 2002 werd deze afgebroken.

Sloop en herbouw

Verspreid over Nederland

De constructie van de Zeiss-koepel te Jena

Foto: Peter Nijhof

de natuur om ontwerpoplossingen te vinden. De Amerikaanse firma Temcor Inc. nam de koepel in productie, omdat ze er brood in zag deze te verkopen aan het Amerikaanse leger, als onderdeel voor militaire radarstations. Door zijn uiterlijk was de koepel echter ook een opvallende verschijning. Ongetwijfeld nam de verkoop een vlucht door de bouw van het Amerikaanse paviljoen op de Wereldtentoonstelling te Montreal in 1967. De constructie van de koepel is gebaseerd op het uitbreiden van enkele basisprincipes om eenvoudige tensegrity-structuren (tetraëder, octaëder en de dichtstbijzijnde pakking van bollen) te bouwen, waardoor ze licht en stabiel zijn. In de hele wereld zijn naar verluid 300.000 koepels in allerlei soorten en maten geleverd. In Nederland werden in de jaren ’70 van de twintigste eeuw uiteindelijk slechts zes exemplaren geleverd.

Bescherming? Een rondgang langs de gemeenten waarin de nog overgebleven koepels zich bevinden maakt duidelijk dat geen van deze koepels is beschermd. De historie van Nederlandse koepels maakt duidelijk dat sloop,

maar zeker ook demontage en opties voor herbestemming mogelijk zijn voor deze in lichte materialen uitgevoerde hallen. De gemeente Geertruidenberg geeft aan dat bescherming voor dit jaar op de agenda staat. Heemschut is daar uiteraard verheugd over. De vormgeving alleen al rechtvaardigt, naast de cultuurhistorische waarde en in een enkel geval ook de ligging, zoals die in Raamsdonksveer en Amsterdam, een monumentenstatus. Of zoals de TeKa Groep het formuleert: ‘Wij geloven in de kracht van inspirerende locaties.’ Met de herbouw en herbestemming van de Aviodome-koepel is dat zeker bewaarheid geworden. 

Geodetische koepels in Nederland Schiphol: Aviodome, overspanning 60 meter. Demontage 2003, heropend 2018 op het Westelijk Havengebied in Amsterdam. Deurne: Frans Hoebenshal, overspanning 53 meter. Gesloopt in 2013. Zoetermeer: Olympushal. Nog bestaand. Budel: Sporthal de Schulp. Gesloopt in 2009. Raamsdonksveer: Voormalig Natio­­naal Automuseum. Nog bestaand. Best: Bedrijfshal aan de I.B.C.-weg. Nog bestaand.

februari 2019 |

37


Groene parel in Bloemendaal

Thijsse’s Hof Thijsse’s Hof, Planten- en Vogeltuin in het ‘Bloemendaalsche Bosch’ behoorde in vroeger tijden tot een natuurlijke wildernis. Nu is het een gekoesterd rijksmonument, waarvan de geschiedenis verbonden is met die van onze vereniging Heemschut. Karel Loeff

Bron: Heemschut serie, deel 2. Archief Heemschut

Foto: Karel Loeff

namen in 1924 het initiatief om inwoner dr. Jac. P. Thijsse te eren met een geschenk voor zijn zestigste verjaardag. Het werd het twee hectare grote gebied dat de gemeente Bloemendaal hem in 1925 aanbood om daarop zijn ‘Hof’ aan te leggen: een plantentuin met alles wat in het Kennemerland in het wild groeit en bloeit. De tuin zou de ideale broed- en verblijfplaats zijn voor de vele vogelsoorten en vooral ook dienen als tuin voor iedere liefhebber van de natuur. Thijsse’s Hof werd geopend op 25 september 1925 en zou als instructietuin vele bezoekers en liefhebbers ontvangen. De rond 1750 gebouwde tuinmanswoning van het Bloemendaalse Bos, beter bekend als

De entree van Thijsse’s Hof.

Wegenaanleg en woningbouw maakten dat het ‘Bloemendaalsche Bosch’ waar eens de graven van Holland gejaagd moeten hebben, ten offer vielen aan de nieuwe tijd. We schrijven 1920, het jaar waarin de vereniging Natuurmonumenten amper vijftien jaar oud was en de vereniging Heemschut nog geen lustrum had gevierd.

38

| februari 2019

Instructietuin De locatie van Thijsse’s Hof bleef gespaard. Het voormalige aardappellandje werd ge­­ bruikt als trapveldje door de plaatselijke jeugd. Burgemeester Bas Backer, tevens voorzitter van de Vereniging ‘Bloemendaals Bloei’, de rector van het Kennemer Lyceum en landschapsarchitect Leonard Springer

Jac. P. Thijsse in 1940 in ‘zijn’ Hof.


Thijsse bemoeide zich flink met de aanleg, die werd ontworpen door de Haarlemse tuinarchitect Leonard Springer. Cees Sipkes, eigenaar van hoveniersbedrijf De Teunisbloem verzorgde de aanleg.

Heemschut Noord-Holland organi­ seert op donderdag 9 mei een excursie naar Thijsse’s Hof. Daarbij zijn, klimaat- en weersomstandigheden daargelaten, nog diverse stinsenplanten te zien en staat al een aantal vroege zomerbloeiers in bloei.

Omslag van het boekje in de Heemschut-serie.

Een jaar in Thijsse’s Hof In 1943 wijdde Jac. P. Thijsse, toen hij 75 jaar werd, een deeltje in de bekende Heemschutserie aan ‘zijn’ Hof. In de inleiding schreef hij geïnspireerd te zijn door het boekje Onkruid; botanische wandelingen, geschreven in 1880 door Frederik Willem van Eeden, de vader van de bekende Tachtiger Frederik van Eeden. Het tweede deel in de Heemschutserie bevat onder meer een interessante plattegrond van de tuin, die is gewijzigd zoals hier beschreven. Het boekje was een enorm succes. De eerste druk was binnen drie maanden uitverkocht en een aantal herdrukken zou spoedig volgen. Op onze website www.heemschut.nl onder periodieken kunt u met de zoekterm ‘Thijsse’ het betreffende deel van de Heemschutseries online raadplegen.

het Pannenkoekenhuisje, hoorde ook tot de schenking. Op 17 juli van dat jaar was de stichting opgericht die zich zou inzetten voor de ontwikkeling en instandhouding. Thijsse zelf werd de eerste voorzitter.

De wildernis werd een ‘geleide wildernis’ en die is, met het grootste deel van het ontwerp van Springer, anno 2019 nog steeds intact. Natuurlijk werd er in de loop der jaren wel het een en ander veranderd aan de tuin. Vooral omdat het concept van de tuin eind jaren ’50 als verouderd werd beschouwd. In 1959 en 1964 werd een renovatieplan uitgevoerd en werd een buitentuin bij de westoever van de grote vijver aangelegd. Een klein nat gebied ‘de holle kies van Sipkes’ ontstond. Dat werd in 1990 vergroot en voorzien van een bruggetje. In 1961 kwam er een demonstratiestrook en in 1976 werd een instructielokaal gebouwd. Nu is er een prachtig passend, moderner instructielokaal gerealiseerd. Bij de entree is een tuindeel gemaakt met muurtjes, waarop verschillende varens en mossen zijn te vinden. Helaas is de voormalige tuinmanswoning geen onderdeel meer van Thijsse’s Hof. Deze is door de gemeente afgesplitst en wordt apart verhuurd. Dat maakt mede dat de stichting die de tuin onderhoudt jaarlijks een flinke klus heeft aan de instandhouding, die met een kostendrager vanuit commerciële horeca - die nu richting de gemeente vloeit - makkelijker zou zijn geweest. In de tuin zijn meer dan vierhonderd plantensoorten te ontdekken. In het voorjaar ligt daarbij het accent op de stinsenflora. 24 soorten broedvogels nestelen in het gebied, dat is aangewezen als beschermd rijksmonument. Gepassioneerde en deskundige vrijwilligers leiden de bezoekers rond en wijzen ons op de rijkdom die de biodiversiteit biedt. Daarmee is Thijsse’s Hof, in deze tijd waarin de natuur verschraalt en we hard moeten werken aan het overeind houden van de aanwezige waarden, uiterst actueel.  www.thijsseshof.nl

Programma 12.30 uur aanvang met een lunch, gevolgd door een lezing over de geschiedenis van Thijsse’s Hof. Aansluitend vindt er een rondleiding plaats onder leiding van gidsen. We besluiten met een kopje koffie of thee in het instructielokaal of op het terras. De kosten bedragen € 45,00. Aanmelden via de website van Heemschut www.heemschut.nl, info@heemschut.nl of telefonisch 020-6225292 (ma, di, do).

Foto: Karel Loeff

Bron: archief Heemschut

Uitbreidingen

De grote vijver.

februari 2019 |

39


Bron: Heemschut Limburg

Op dronefoto zien we een nieuw gerealiseerde manege, tussen de historische structuur van het dorp Bemelen en de natuurwetenschappelijk en cultuurhistorisch belangwekkende Bemelerberg.

De kwaliteit van het Nationaal Landschap Zuid-Limburg is de laatste decennia sterk gedegradeerd en staat in visueel en ecologisch qua beleving sterk onder druk. De aantasting en achteruitgang van het ZuidLimburgse landschap is echter niet voor iedereen altijd even zichtbaar. Voor de gemiddelde inwoner of bezoeker lijkt Zuid-

40

| september 2016

Limburg nog steeds op het Zuid-Limburg van enkele decennia geleden. Door schaalvergroting van de landbouw en ‘verstening’ van kampeerterreinen is het karakter van belangrijke delen sterk aan het veranderen. Heemschut Limburg is een actie gestart om hiervoor aandacht te vragen. Een belangrijke rol bij het opstellen van structuurvisies,

waarin het bewaken van de waarden van het Nationale Landschap vast gelegd dient te worden, ligt bij de provincie en gemeenten. Ook hier ziet Heemschut Limburg dat er gaten vallen. De Heuvellandgemeenten (inclusief Sittard) zijn vooral bezig met problemen in de eigen kernen. Agrarische belangen voeren vaak de boventoon. Door


Wordt kip met gouden eieren geslacht? deze ontwikkelingen is Limburg naar de mening van Heemschut de kip met de gouden eieren aan het slachten. Om het proces van bewustwording van de achteruitgang van het Limburgse landschap op gang te brengen is Heemschut Limburg daarom een project gestart om de aftakeling van het Zuid-Limburgse landschap in

beeld te brengen. Verschillende jaargangen van topografische en kaartbeelden worden met elkaar vergeleken. De drastische achteruitgang van het aantal landschapselementen, zoals hoogstamboomgaarden, solitaire bomen versus boomgroepen, heggen, knotbomen, graften en drinkpoelen wordt in kaart gebracht. Via dronebeelden worden

dorps- en stadsuitbreidingen, toename van industrie- en bedrijventerreinen, infrastructuur, verblijfs- en recreatieve voorzieningen zoals vakantiebungalowparken, kamperen bij de boer enzovoorts in beeld gebracht. ď Ž

februari 2019 |

41


Kaalslag bij beschermde interieurs

Hoogleraar luidt noodklok Achter vele monumentale voordeuren vindt een kleine aardbeving plaats. Bouwhistoricus Gabri van Tussenbroek trekt aan de bel over de aantasting van historische interieurs in Amsterdam. Zeker nu het kapitaal hoogtijdagen viert op de vastgoedmarkt. Christian Pfeiffer

Foto: Gillissen

Samenwerken bij onderzoek

Gabri van Tussenbroek trekt aan de bel over de teloorgang van historische interieurs.

Van Tussenbroek (49) is werkzaam voor Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam en daarnaast hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Vanuit mijn hoogleraarschap kan ik dingen agenderen die opvallen en die ik belangrijk vind’, zo vertelt hij. Zijn recente zorgen over de interieurs deelde hij met de wereld

42

| februari 2019

op de jaarlijkse Geurt Brinkgrevelezing in oktober in de Doopsgezinde kerk. Hij kijkt met een Amsterdamse bril naar de situatie, maar zijn bevindingen kunnen gemakkelijk als een landelijk probleem worden bestempeld. In de hoofdstad lijkt er tenminste nog een klein beetje zicht op de kaalslag in beschermde interieurs.

‘De interesse in historische interieurs is pas in het midden van de jaren ’70 echt ontstaan. Toen de strijd om de buitenkant van gebouwen werd gewonnen. De tijd van de verkeersdoorbraken en saneringen was achter de rug en de interesse voor het behoud van oude gebouwen gekweekt. Vooral in ’s-Hertogenbosch en Utrecht is in die tijd pionierswerk verricht in het onderzoek van historische interieurs. Daar kwamen achter de voordeuren delen van de oude middeleeuwse steden naar boven’. Ook komen vanaf die tijd de traditionele bouwhistorici die vaak zuiver naar de constructie keken en de kunsthistorici die vooral naar de geschiedenis van het interieur, meer naar elkaar toe. Zo ontstaat de gezamenlijke interesse in het interieur als onlosmakelijk onderdeel van het beschermde monument.’

Antropologische benadering En hij vervolgt: ‘Als je kijkt naar de omliggende landen dan zie je dat wij op een andere manier naar monumenten kijken dan bijvoorbeeld in de Anglo-Saksische landen waar het gebruik, het verhaal achter de monumenten, een belangrijkere rol speelt. In Nederland hebben we het de afgelopen decennia meer over de stenen gehad. Maar het antropologische aspect is onmisbaar om huizen echt te kunnen begrijpen.’


Collectieve bewustwording noodzaak

Juist het moderne gebruik van de huizen zorgt voor een toegenomen druk op historische interieurs, zo meent Van Tussenbroek. ‘Sinds de uitvinding van de centrale verwarming gebruiken we veel meer ruimtes in het huis. We hebben per persoon meer vierkante meter nodig om te leven en daardoor gaan we ruimtes gebruiken in woonhuizen die voorheen op andere manieren werden gebruikt. Zoals de slaapkamers, zolder enzovoorts. Ook neemt achter de voordeur de omloopsnelheid steeds meer toe. We zijn dan wel aan de buitenkant traditionalistisch - kijk maar naar de nieuwbouw met baksteen, dakkapellen en erkertjes - geworden, maar in ons interieur zijn we uiterst modernistisch: we willen een gladde muur en een grijze bank.’

Een oplossing voor het probleem ziet hij dan ook niet zo snel. ‘Op dit moment zijn het vooral de tips van erfgoedorganisaties zoals Heemschut en buurtbewoners die ertoe leiden dat we achter de vernieling van een interieur komen en dat dit soort zaken bij een breed publiek bekend wordt. Ook zijn lang niet alle bijzondere interieurs in beeld. Het komt voor dat prachtige interieurs worden gesloopt, zonder dat wij weten dat ze bestaan.’ Daarom zoekt Gabri van Tussenbroek het publieke debat. De oplossing zit volgens de hoogleraar namelijk in de collectieve bewustwording. ‘Als we maar met zijn allen beseffen en vertellen hoe belangrijk interieurs zijn, dan wordt er misschien ook zorgvuldiger meer omgegaan.’ Een analyse die voor binnenstedelijk Amsterdam overigens wel moeilijk wordt. Door de

In toenemende mate sneuvelt daarbij het oude interieur. ‘Ik heb vanuit Monumenten en Archeologie enkele jaren panden in Oud-Zuid gewaardeerd en daar zag ik hoe de mooiste interieurs werden vernield. Compleet gave voorbeelden uit de jaren ’20, met schouwen, glas-in-lood, paneeldeuren en kastjes werden zonder pardon gesloopt.’ Maar ook aan de grachtengordel komen de medewerkers van Monumenten en Archeologie schrijnende gevallen tegen. In maart 2017 greep de gemeente onder meer in op de Keizersgracht waar een eigenaar beschermde stucplafonds uit 1763 vernielde, terwijl in de vergunning expliciet stond dat ze behouden moesten blijven. ‘We krijgen zoveel aanvragen voor verbouwingen bij de gemeente Amsterdam, dat we een heleboel kleinere vergunningen gemandateerd afhandelen. Dat wil zeggen dat ze na een korte scan door onze medewerkers zonder verder onderzoek worden toegekend. En juist daar gaat het vaak mis. We krijgen bijvoorbeeld een vergunning binnen voor de verbouwing van een keuken en zonder dat wij het weten wordt dan ook ineens de woonkamer veranderd. Bij de grotere vergunningen speelt dat minder om dat we op bezoek gaan bij de aanvragers en dan leggen we meteen de bestaande situatie vast’, aldus Van Tussenbroek.

De recente stappen op weg naar bescherming van complete interieurensembles - dat wil zeggen onroerende en roerende goederen bij elkaar - ziet Van Tussenbroek als een goede ontwikkeling. ‘Maar dan moet daar wel een impuls tegenover staan, zoals in de jaren ’70 waarin het rijk veel geld uittrok voor restauratie van monumenten. Dan wordt het voor eigenaren ook nog eens financieel interessant.’ 

Foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Zonder pardon gesloopt

komst van buitenlandse investeerders die vooral interesse hebben in vastgoed op de juiste locatie, lijkt de zorg voor het interieur verder weg dan ooit. ‘Dat zijn geen mensen die bij de verhuizing aanbellen bij de kersverse buren en zo op een sociale manier meer te weten komen over de geschiedenis van hun nieuwe huis.’

Achter veel Amsterdamse voorgevels zitten prachtige interieurs. Zoals Huis van Brienen, dat in goede handen bij vereniging Hendrick de Keyser is.

februari 2019 |

43


Handhaving

Mogelijkheden van strafrecht bij monumententoezicht

Monumentenvandalen gevangenis in? Het is nog nooit gebeurd: monumentenvandalen die vanwege strafbare feiten in de gevangenis belanden. Of dat er ooit van komt is de vraag, maar dat het in principe mogelijk is, bleek op 31 oktober 2018 in Utrecht bij een studiemiddag van het Platform Monumententoezicht.

Han Timmer

Wat zijn de mogelijkheden van het strafrecht om eigenaren aan te pakken die hun monumenten beschadigen of zonder vergunning slopen? Dat was de centrale vraag van deze studiemiddag. Duidelijk werd meteen dat het alleen geschikt is voor zeer ernstige zaken, vooral bij glasharde opzet. Strafrecht is, zoals de naam al aangeeft, bedoeld om personen te straffen. Het gaat dan niet meer om het herstel van het monument, zoals bij bestuursrechtelijke handhaving door de gemeente. Iedere belanghebbende kan overigens aangifte van een strafbaar feit doen, ook een erfgoedvereniging.

Bron: Wikimedia commons, foto 2010

Economisch delict

Beukerstraat 30 in Zutphen, waar de gemeente handhavend optrad.

44

| februari 2019

In strafrechtelijke termen vormt monumentenvandalisme een zogeheten economisch delict. Bij opzet is er sprake van een misdrijf en kan de veroordeling bestaan uit een gevangenisstraf, een taakstraf of een geldboete. Zonder opzet is het een overtreding en levert de veroordeling nog altijd een strafblad op. Allemaal niet mals dus, maar uit de presentaties bleek dat er zeer weinig aangifte wordt gedaan. In 2017 slechts negen keer. Gebrek aan ervaring met de procedure, het vele werk van een aangifte en de bewijslast zijn daar onder andere debet aan.

Illegale sloop Twee leerzame praktijkgevallen lieten zien wat er bij een aangifte allemaal komt kijken. In Zutphen had de gemeente na de volledige interne sloop van een winkel, een rijksmonument, aangifte gedaan. De gemeente wilde een duidelijk signaal afgeven. Het interieur is uiteindelijk grotendeels hersteld en de eigenaar werd veroordeeld tot een boete. In Den Bosch besloot de gemeente aangifte te doen van de vrijwel volledige sloop van een monument. Veelzeggend is dat in beide gevallen de politie niet wist hoe ze met een dergelijke aangifte moest omgaan en de omgevingsdienst uitkomst moest bieden. Directe aangifte bij het Openbaar Ministerie behoort tot de mogelijkheden, maar men moet erop voorbereid zijn dat ook daar de prioriteit voor monumentenzaken niet hoog ligt.

Handreiking Erfgoedinspectie Het strafrecht kan een doeltreffend middel zijn om tegen excessen op te treden en te voorkomen dat de daders ermee wegkomen, was de conclusie van de studiemiddag. Ook bleek dat het doen van aangifte nogal wat voeten in de aarde heeft. Daarom is het goed nieuws dat de Erfgoedinspectie een handreiking voorbereidt die informatie geeft over de mogelijkheden, maar ook over de beperkingen van het strafrecht bij monumententoezicht. ď Ž


Excursies Wandeling langs industrieel erfgoed in Sliedrecht

Foto: Janneke Hille

Op zondag 31 maart organiseert Stichting Groene Hart een wandeling langs industrieel erfgoed in baggerdorp Sliedrecht. Twee uitvindingen stonden aan de wieg van de hedendaagse, moderne baggerindustrie: het zinkstuk en de klepschouw. Sliedrechters claimen beide te hebben uitgevonden. Het zinkstuk is een vlechtwerk van wilgentakken dat men onder de waterspiegel aanbracht op het dijktalud waarna het met stenen werd verzwaard. Baggeren was zwaar lichamelijk werk en tot de komst van de (stoom)baggermolens werd dit met de hand gedaan. Adriaan Volker (1827-1903) was een van de eersten die met de klepschouw ging werken. De schouw had afzonderlijk afsluitbare compartimenten. Deze konden, na handmatig vol te zijn gestort, door het openzetten van een klep onder water worden gelost. Een enorme tijdwinst. In de 19de en 20ste eeuw telde Sliedrecht veel scheepswerven. Bagger- en scheepsbouwindustrie zijn nauw met elkaar verbonden. De eerste baggermolens waren namelijk nog niet zelf varend, dus was er altijd een schip nodig om de molen te verplaatsen. De baggerbedrijven werkten over de hele wereld en enkele zijn uitgegroeid tot internationale grootheden zoals Royal Boskalis. U wordt ontvangen in het Baggermuseum met een korte lezing over het industrieel erfgoed en de familiegraven van de bekende captains of industry. Daarna gaan we met een gids op pad. Voor informatie mail naar contact@groenehart.info o.v.v. wandeling Sliedrecht. 

De uitkijktoren van fort de Roovere.

Brabantse waterwerken

Het programma start om 13.00 uur en zal de hele middag in beslag nemen. De kosten bedragen € 15,00 voor Heemschutleden en € 17,50 voor niet leden

Opgave voor excursies en kennisbijeenskomsten kan via www.heemschut.nl of 020-6225292 (ma/di/do) onder vermelding van naam, emailadres en uw mobiele nummer.

Foto: Stichting Groene Hart

Of het nu de strijd tegen het water was, of om de vijand tegen te houden in tijden van oorlog, of voor het vervoer van materialen, water heeft in ons land altijd een belangrijke rol gespeeld. Op zaterdag 20 april organiseert Heemschut Brabant een excursie naar vestingsteden in West-Brabant om waterbouwkundige- en verdedigingswerken te bezoeken, die onderdeel vormen van de Zuiderwaterlinie. De start is op Fort de Roovere te Halsteren, waar we ontvangen worden met koffie en thee. Met een bus rijden we gezamenlijk naar het sluizencomplex Beneden Sas in de gemeente Steenbergen. Dit sluizencomplex dateert uit 1824 en is gebouwd om het achterliggende land te beschermen tegen hoog water. Na de sluis gaan we op weg naar Bergen op Zoom en bekijken we de Waterschans, een verdedigingswerk uit 1584 dat de haven beschermde. Na de schans brengt de bus ons terug naar Fort de Roovere waar we vanaf de nieuwe toren Pompejus een mooi overzicht hebben over een deel van de waterlinie. Op deze locatie krijgen wij het verhaal te horen hoe crowdfunding een belangrijke rol kan spelen in de ontwikkeling van erfgoed.

Het Baggermuseum aan de Molendijk uit 1885 was oorspronkelijk de woning van de familie Volker.

februari 2019 |

45


Lezersaanbieding NEDERLAND AAN HET EIND VAN EEN MILLENNIUM BOUWEN EN ORDENEN 1965-2000

Dirk Baalman

HEEMSCHUTSERIE onder redactie van Erfgoedvereniging Bond Heemschut

Colofon Heemschut is het kwartaaltijdschrift voor leden van de Bond Heemschut, de vereniging tot bescherming van cultuurmonumenten in Nederland. Opgericht in 1911. Beschermvrouwe: Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix der Nederlanden.

Heemschut blaast de legendarische Heemschutserie nieuw leven in met een eerste publicatie over architectuur en stedenbouw uit de periode 1965-2000. Dirk Baalman schreef een boeiend essay onder de titel Nederland aan het eind van een millennium, bouwen en ordenen 1965-2000. Het boekje is uitgevoerd met een hardcover en bevat veel beeldmateriaal. De uitgave geeft ook een overzicht van reeds verdwenen iconen uit deze recente periode van onze (architectuur)geschiedenis. De uitgave is te bestellen bij Heemschut voor € 14,95 inclusief verzendkosten via onze website www.heemschut.nl of telefonisch via 020-6225292 op maandag, dinsdag en donderdagochtend. 

Jaargang 96, no. 1, januari 2019 Redactie Anne-Marie ten Cate, eindredactie Jephta Dullaart Eric le Gras Willem Heijbroek Ruud Kuipers Karel Loeff, hoofdredactie Christian Pfeiffer Redactieadres redactie@heemschut.nl Grafische productie en bladcoördinatie Pack & Parcel BV, Nieuwegein m.m.v. Pencilpoint | online & offline design, Woerden

Erespeld voor Norman Vervat Tijdens een zeer druk bezochte Nieuwjaarsbijeenkomst in de 16de-eeuwse Mannenzaal, onderdeel van het St. Pieters- en Bloklandsgasthuis in Amersfoort, ontving Norman Vervat uit handen van voorzitter a.i. Jan van Gils de Erespeld van onze vereniging. Dit vanwege zijn tomeloze passie en inzet voor het behoud van erfgoed in heel Nederland. Hij is een voorbeeld voor vele vrijwilligers. Norman is sinds 2007 lid van Heemschut Amsterdam. Hij was gedurende zeven jaar lid van de redactie van ons tijdschrift en sinds 2014 lid van de Werkgroep Monumentale Kunst van Heemschut. Ook is hij al jaren actief binnen het Cuypersgenootschap. 

Advertenties Bureau van Vliet, Zandvoort 023-571 47 45 zandvoort@bureauvanvliet.com Losse nummers Prijs € 5,95, incl. verzendkosten € 7,50. Bestellen via www.heemschut.nl Foto: Heemschut

AANBIEDINGEN

ls Voordeel a

Normen Vervat, rechts, met Jan van Gils.

Word lid van Heemschut!  Ja, ik ondersteun de doelstelling van Heemschut en word lid. Naam:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .  De heer  mevrouw  firma  organisatie Adres:.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Postcode:.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Plaats:.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Telefoon:.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Email:.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Handtekening:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het lidmaatschap bedraagt minimaal € 35,- per jaar, jongeren <25 € 15,-, bedrijven € 70,-. U ontvangt van ons een acceptgirokaart en Het monumentenboek als welkomstgeschenk. U kunt deze bon in een ongefrankeerde envelop sturen naar: Bond Heemschut, Antwoordnummer 3808, 1000 PB Amsterdam 46

| februari juni 2013 2019

Erfgoedvereniging Bond Heemschut Nieuwezijds Kolk 28, 1012 PV Amsterdam 020-622 52 92 www.heemschut.nl info@heemschut.nl Contributie Individuele leden minimaal € 35,Gezinslidmaatschap € 45,Jongerenlidmaatschap (tot 25 jaar) € 15,Rechtspersonen en bedrijven € 70,Opzegging alleen schriftelijk en voor 1 december. ISSN 0017-9515 Rabo-rekening nummer IBAN NL 36 RABO 01462.53.388 Excursie-rekening IBAN NL 33 RABO 01462.53.442


Excursies

Langs landgoederen van Groningen en Drenthe

De meeste huizen waar we langskomen zijn bewoond of in gebruik en we zullen dus niet overal in kunnen. Maar een wandeling om het huis, door de tuin of het 19de-eeuwse landschapspark met de slingerpaadjes, vijvers, bruggetjes, bergjes en lanen met monumentale bomen, zal in de meeste gevallen wel mogelijk zijn.

Programma 10.15 uur vertrek vanaf station Groningen, direct na aankomst van de trein uit het westen. Busrit met koffie, een korte toelichting en een lunch- en theepauze op bijzondere locaties. Onderweg zijn er voldoende uitstapmogelijkheden met een korte wandeling door tuin en park en wellicht nog een bezichtiging van een huis. 17.00 uur retour op station Groningen. De kosten bedragen € 45,00 voor leden. Niet-leden betalen € 50,00. Maximaal 45 deelnemers. Aanmelden kan tot maandag 20 mei. 

Foto: Willemieke Ottens

Op zaterdag 25 mei organiseren Heemschut Groningen en Drenthe een bustocht langs een aantal wat minder bekende landgoederen die goed verscholen liggen op de flanken van het beekdal van de Drentsche Aa onder de rook van de stad Groningen. Op weg naar het gebied leidt de tocht vanaf Groningen over de met rijksmonumenten bezaaide Verlengde Hereweg en Rijksstraatweg via Haren naar de omgeving van Glimmen. Daar drinken we koffie terwijl excursieleider, landschapshistorica drs. Willemieke Ottens, ons inzicht geeft in de ontwikkeling van het gebied en waarom juist daar bijvoorbeeld Huis te Glimmen, of verder naar het westen rond Eelde-Paterswolde, de huizen Lemferdinge, Vosbergen, Vennebroek, de Braak, Huis de Duinen, Oosterbroek en Westerbroek zijn ontstaan.

Havezate Lemferdinge in de gemeente Eelde is tegenwoordig in bezit van stichting Het Drentse Landschap.

Opgave voor excursies en kennisbijeenskomsten kan via www.heemschut.nl of 020-6225292 (ma/di/do) onder vermelding van naam, emailadres en uw mobiele nummer.

Foto: Heemschut

Bedreigd huis Uithoorn gered Onze zustervereniging Hendrick de Keyser heeft met steun van de BankGiro Loterij het woonhuis naar ontwerp van Michel de Klerk in Uithoorn gered van de sloop. Heemschut voerde de afgelopen maanden fel actie voor behoud het pandje aan de Thamerlaan 14. Het staat bekend als het eerste uitgevoerde woonhuisontwerp van De Klerk, grondlegger van de Amsterdamse School. Door leegstand, vandalisme en

brand raakte het verwaarloosde huis steeds meer in verval. Recentelijk werd het aangeboden ter afbraak, als ‘buitenkans’ voor nieuwbouw. Heemschut sprak haar zorgen uit over het verlies van dit karakteristieke pand en vroeg de monumentenstatus aan. Met de aankoop is het behoud van het huis nu verzekerd. 

februari 2019 |

47


De energietransitie raakt ons erfgoed en cultuurlandschap. Veranderingen daarin verdienen een verantwoorde aanpak.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.