Heemschut nr 1 2018

Page 1

Jaargang 95 - nr. 1 - februari 2018

VOOR HET BEHOUD VAN ERFGOED

Waterschapserfgoed

Landschap onder druk

Gevelfonds werkt!


Waarborg voor kwaliteit Vertrouw de restauratie van monumenten toe aan een expert. Kijk voor aangesloten leden op www.vakgroeprestauratie.nl

Vakgroep Restauratie De Vakgroep Restauratie is de branchevereniging van gecertificeerde restauratie bouwbedrijven

Partners in restauratie, onderhoud en herbestemming

sinds 1922

Meubelmakerij specialiseerd in Antiekrestauratie (eigenaar A.G.M.Willemsen)

Molenallee 5 7384 AM Wilp E-mail: info@hekkers-spijker.nl

heemschut-hekkers 131202.indd 1

Telefoon: 0571 - 26 20 07 Telefax: 0571 - 26 21 23 Internet: www.hekkers-spijker.nl

ijken 121022.indd 1 03-12-13 heemschut-van 09:45

De Lintumsmolen Houtzagerij

22-10-12 09:35

Eiken – Douglas – Lariks – Grenen Te zagen op elk gewenste maat. Lengte’s tot 12 meter. Gosselinkweg 6, 7108 BP Winterswijk Tel. 0543-564788, Fax 0543-564362 www.gebinten.nl Naamloos-7 1

121022.indd 1 10-01-17 heemschut-lintusmolen 14:46

23-10-12 14:04


INHOUD 11

6 Nationaal landschap onder druk

Vergane glorie in Middelburg

23 Heemschut en waterschapserfgoed

28 Landschap Limburg steeds schraler

Apeldoorn fraaier door gevelfonds. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Luchtwachttoren als landmark. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Kiezen voor karakter!.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Plan Zuid Amsterdam beschermd.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

32 34 36 38

Welkom in het Europees jaar voor het Cultureel Erfgoed 2018! Met Leeuwarden als Culturele Hoofdstad van Europa is een bijzonder thema­ jaar begonnen, dat is ingezet door de Europese Commissie. Erfgoed verbindt, en juist dit themajaar legt de nadruk op de kans die wij hebben om met erfgoedliefhebbers, professionals en bestuurders in andere Europese lidstaten van gedachten te wisselen, van elkaar te leren, kennis te nemen van elkaars initiatieven en de gezamenlijke Europese waarden rond het cultureel erfgoed uit te dragen. Wat hebben we daaraan als Nederland, vraagt u zich wellicht af. Nederland is dan misschien wel klein, maar zeker niet onbelangrijk binnen Europa, met een unieke identiteit, open grenzen en veel passie en kennis op het gebied van erfgoedbehoud. Wij kunnen leren, maar ook zeker uitdragen. 2018 is daarom voor mij persoonlijk ook zeker een jaar om te laten zien dat we best trots mogen zijn op wat we doen en wat er bereikt is. Hoe onze democratie georganiseerd is en het debat over erfgoedbehoud daarin een plek vindt. Hoe we budget vrijspelen voor restauraties, energie steken in vrijwilligerswerk en hoeveel particulier initiatief er is als het gaat om het behoud van erfgoedwaarden en tradities. Onze organisatiekracht is groot. Die waarden draag ik graag uit in Europa. Doet u met ons mee? 

Karel Loeff, directeur

Omslag:

En verder:

Voorjaar in ’s-Graveland:

Heemschut Actief. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Bedreigd - Gered. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Verenigingsnieuws. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Gastcolumn Peter Bos. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Weg met die fietsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Erfgoedzorg begint bij onderwijs. . . . . . . . . . . 42 Betere monumentencommissies gewenst.43 Voordeel als Heemschutter. . . . . . . . . . . . . . . . . 46

de theekoepel van Jagtlust. Foto: Chris Booms

maart 2013 |

3


100 JAAR! 4

| september 2016


Villa Rams Woerthe in Steenwijk Vereniging Hendrick de Keyser bestaat 100 jaar! Heemschut en ‘Hendrick de Keyser’ hebben in die eeuw vaak samen opgetrokken in hun strijd voor het behoud van historische huizen en gebouwen. Terwijl Heemschut maatschappelijk actie voert, staat ‘Hendrick de Keyser’ met de voeten op de grond van de restauratiebouwplaats. De Vereniging koopt met steun van velen bedreigde panden op, restaureert op hoog ambitieniveau en geeft ze vervolgens terug aan de samenleving door ze te verhuren. De gerestaureerde panden worden nooit meer verkocht, maar zorgvuldig beheerd en gekoesterd, als woon-, vakantie- of museumhuis. Op deze manier is een collectie ontstaan met pareltjes uit de Nederlandse architectuurgeschiedenis, waaronder huizen uit alle perioden, van renaissance tot art nouveau, van Berlage tot Rietveld. In het jubileumjaar 2018 kijkt de Vereniging vooral vooruit. Het project Museumhuizen heeft als doel de meest bijzondere panden uit de collectie publiek toegankelijk te maken en het verhaal te vertellen van de ontwikkeling Foto: Lia Goené

van het Nederlandse woonhuis. U bent als eerste welkom in de hier afgebeelde villa Rams Woerthe in Steenwijk. Daar beleeft u hoe het was om omstreeks 1900 te wonen in een uitzonderlijke art nouveau villa; een spannend verhaal om zelf te ontdekken. In het jubileumjaar

openen

museumhuizen

en

meer vol-

gen tal van activiteiten, waaronder

theatervoor-

stellingen en concerten. Hou daarvoor de website www.hendrickdekeyser.nl in de gaten. 

februari 2018 |

5


Redt het Rijk ons? Ons nationale landschap onder druk Onze economie draait op volle toeren. Discussies over uitbreiding van vliegvelden lopen volop. Er moet meer woningbouw komen om de bevolkingsgroei op te vangen. De UNESCO Wereld­ erfgoedstatus van de Stelling van Amsterdam loopt gevaar door de voorgenomen aanleg van een nieuwe snelweg. Er zijn zorgen over krimpgebieden, waar geen toekomst lijkt voor agrarisch erfgoed en voor­zieningen. En wat gebeurt er met de Nationale Landschappen die ineens van de kaart zijn verdwenen? Kortom: hoe gaan we de Foto: Heemschut

komende decennia om met het landschap in Nederland? De verbrede Rijksweg A1 bij Muiden.

6

| februari 2018

Karel Loeff en Christian Pfeiffer


Met de introductie van de Omgevingswet, in 2021, worden op allerlei niveaus wetten en regels gebundeld. Bestemmingsplannen verdwijnen, net als de periodieke vaststelling daarvan. Daarvoor in de plaats komt één omgevingsplan per gemeente, dat telkens op allerlei onderdelen kan worden aangepast. Het omgevingsplan is de uitwerking van de gemeentelijke Omgevingsvisie. Iedere gemeente is straks verplicht een dergelijke visie op te stellen. Maar ook provincies moeten een Omgevingsvisie opstellen. En op nationaal niveau is het Rijk verplicht tot het vaststellen van een visie op de belangrijkste hoofdlijnen. Deze Nationale Omgevingsvisie, de zogenaamde NOVI, is het sturingsinstrument voor bovenlokale ontwikkelingen. De Omgevingsvisie is feitelijk een samenvoeging en moderne versie van de vroegere Nota’s Ruimtelijke Ordening en Structuurvisies. Een aantal bekende uitvloeisels van deze Nota’s waren de VINEX-locaties, maar ook de rode contouren rond het Groene Hart, de Nationale Landschappen en Belvedere-gebieden. Er is dus een nieuwe beleidsnota in de maak. En dat proces heeft nogal wat voeten in de aarde.

Weggelopen In de startnotitie - de eerste verkenning voor de NOVI - werd, naast een groot aantal andere aandachtsgebieden, cultureel erfgoed duidelijk genoemd. ‘Cultuur en erfgoed zijn de dragers van de identiteit van Nederland, hebben een positief effect op het vestigingsklimaat en zijn belangrijk voor het

Foto: Heemschut

Het landschap zoals wij dat kennen staat onder druk. We zien het allemaal. Goedkope bouwkavels langs snelwegen zorgen ervoor dat bedrijventerreinen met stalen blokkendozen als paddenstoelen uit de grond schieten. Lokale gemeentelijke plannen worden slecht op elkaar afgestemd en bieden geen soelaas. Het landschap schreeuwt om een leidraad. Want we slibben dicht. Het Rijk wil richting geven. Dit moet samen komen in de nieuwe Omgevingswet en de Nationale Omgevingsvisie (NOVI).

Door verbreding van snelwegen wordt landschap steeds meer doorsneden.

toerisme’, zo viel tot onze vreugde te lezen. Groot was de verbazing voor Heemschut dat in de opvolgende vier verdiepingsrapporten erfgoed ineens nauwelijks terugkwam. Samen met andere belangenorganisaties hebben we eind 2017 hierover flink aan de bel getrokken, waarbij Heemschut zelfs is weggelopen bij een van de bijeenkomsten! De relatie met het ministerie is weer hersteld en Heemschut heeft op diverse bij-

NEDERLAND SLIBT DICHT eenkomsten het belang, namelijk dat van de waarde van erfgoed en cultuurlandschap, neer kunnen leggen. In 2018 wordt een vijfde rapport met de gesignaleerde ‘witte vlekken’ gepresenteerd en wordt op basis van al deze ‘bouwstenen’ gestart met het schrijven van de concept-NOVI.

Erfgoed als uitgangspunt Duidelijk is dat het Rijk grote opgaven te

wachten staat. Het wensenlijstje is fors. Zo moet Nederland klimaatneutraal en klimaatbestendig zijn, moet onze woonwerkomgeving toekomstbestendig en bereikbaar zijn en moet onze leefomgeving ‘waardevol’ zijn. Wat dit laatste onderdeel betreft, stelt Heemschut dat die waardevolle leefomgeving simpelweg al bestaat. Wij, Nederlanders, leven in een uitermate zorgvuldig vormgegeven, cultuurlandschap, met vele oude en nieuwe artefacten die ons land zo bijzonder maken en identiteit geven. Hoe ouder deze worden, hoe eerder de kans dat we die zaken benoemen als ‘erfgoed’. Zo is ons cultuurlandschap erfgoed geworden, dat overigens heel goed samen kan gaan met tal van functies als landbouw, woningbouw, bedrijvigheid of recreatie. Heemschut pleit daarom voor een beschrijving in de visie van het Rijk van de kwaliteiten van ons Nederlandse landschap als een status quo. We dienen te allen tijde als uitgangspunt te nemen dat wat we hebben, ons heem - om maar eens een passende term te gebruiken - onze eigen omgeving,

februari 2018 |

7


naar Binnenlandse Zaken, de grootste uitdaging voor de nieuwe minister Ollongren.

Foto: Heemschut

Klimaatbestending

Industrie- en energielandschap bij Vianen, midden in de Nieuwe Hollandse Waterlinie.

uitgangspunt is. De taak van Heemschut is om die te schutten, te beschermen en te koesteren. We beseffen ook dat niet al het heem tot in lengte van dagen onveranderd kan blijven en dat hoeft ook niet. Een landschap verandert immers continue. Transformeren kan, echter alleen vanuit en met kennis en gebruikmaking van bestaande waarden.

samen met gegevens en belemmeringen. Hier rust een zware en belangrijke taak voor de overheid, want diegene die de website www.ruimtelijkeplannen.nl wel eens heeft bezocht, zal het met ons eens zijn, dat de doorsnee burger daar niet veel wijzer van wordt. In die zin vormt de invoering van de Omgevingswet, die nu is overgeheveld van het ministerie van Infrastructuur & Milieu

Het zal duidelijk zijn dat het streven naar een klimaatbestendige en -neutrale samenleving een enorme opgave is. Neem de projecten rond de dijkverzwaringen. Aanvankelijk werd er geen rekening gehouden met erfgoed, maar door steeds te wijzen op het belang van de identiteit van de rivierlandschappen mĂŠt bijbehorende bebouwing zijn projecten aangepast en wordt er nu meer rekening gehouden met erfgoed en het behoud van het bestaande. Ook de opgaven rond bodemdaling en duurzame energieopwekking zijn enorm. We moeten naar een aardgasloos tijdperk en in die zin is het vooral ook te hopen dat we elders in de wereld volop natuurlijke stroom kunnen opwekken, waarbij energieopslag en transport de grote uitdagingen zijn. Indien die ontwikkeling uitblijft, zullen we moeten leren leven met vele aanpassingen, van windturbines op het land tot zonnecollectoren op gebouwen en in het landschap. De inpassing daarvan is waar Heemschut zich voor inzet, want ook nu al is duidelijk dat dit niet overal zomaar kan zonder schade aan erfgoed en cultuurlandschap.

Daarom heeft Heemschut meegegeven aan het Rijk dat we die veranderingen van het landschap, de transformaties, graag mede willen begeleiden. Vanuit onze visie dat het landschap erfgoedwaarden heeft die we in kaart moeten brengen. Inventariseren gaat vooraf aan waarderen. Beschermen komt mogelijk pas daarna. Iedereen die aan de slag gaat met ons landschap - of dat nu stedenbouwkundigen, ondernemers, inwoners of bestuurders zijn - zou moeten weten welke waarden het landschap heeft. Het inzichtelijk maken van die waarden kan op velerlei manieren. Heemschut is vooral benieuwd op welke wijze er straks, een voor iedereen begrijpelijke digitale infrastructuur wordt gebouwd, waarmee we alle waarden van ons cultuurlandschap kunnen inzien,

8

| februari 2018

Foto: Heemschut

Digitale infrastructuur

Wat betekent een golf van nieuwe huizen voor ons landschap?


Waardevolle leefomgeving De grondstelling is dat wij Nederlanders een waardevolle leefomgeving hebben. Weliswaar met problemen en uitdagingen, maar ook met kenmerken die ons visitekaartje zijn. Daar dienen overheden en bestuurders zich van bewust te zijn en deze dienen volop te worden ingezet bij de uitdagingen die de Rijksoverheid op zich af ziet komen. Bij een duurzame en concur-

NAAR EEN AARD­G AS­LOOS TIJDPERK

rerende economie speelt hergebruik, maar ook toerisme een belangrijke rol. Erfgoed is bij uitstek duurzaam, en ons cultuurlandschap kan alleen maar worden versterkt als we bij nieuwe ontwikkelingen uitgaan van waarden uit het verleden. Nu al zien we de discussie in de agrarische sector: misschien moeten we niet meer naar een verdere intensivering streven, maar naar een meer extensieve, hoogwaardige agrarische

sector? Inclusief boeren heet dat, met aandacht voor natuur- en landschapswaarden, voor ecologie en biodiversiteit en historie. Erfgoed is het middel: immers waar schuilen de kleine knaagdieren, waar broeden de weidevogels, waar zoemen de bijen? In een cultuurlandschap dat alle kenmerken heeft van een landschap zoals dat eeuwenlang is geweest; met houtwallen, lanen en dreven, met traditionele erven en tuinen. Nu zult u denken: we hoeven toch niet helemaal terug naar vroeger? Nee, dat is absoluut niet wat Heemschut nastreeft. Maar wat we wel willen meegeven - en de huidige trends laten dat volop zien - is dat juist op basis van de kernwaarden van het verleden er ruimte is voor de toekomst met ‘behoud door ontwikkeling’. Multifunctioneel gebruik van de boerderijen, oude boerenschuren en historische industriële complexen en zorgvuldige inpassing van nieuwbouw in het landschap: het kán en zal moeten samengaan, om onze economie duurzaam te maken en te zorgen voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Erfgoed is daarbij onze asset!

Bron: archief Heemschut

Een toekomstbestendige leefomgeving is ook een bereikbare leefomgeving. En de verstopping van ons wegennet gaat maar door. Meer asfalt lijkt onontkoombaar en juist daar is het dilemma vooral zichtbaar. De plak asfalt wordt groter en groter. Nieuwe technieken kunnen oplossingen bieden. Zijn tunnels de uitweg voor handhaving van de beschermde status van het werelderfgoed van de Stelling van Amsterdam? Is de A1 onder de grond de oplossing voor het voorkomen van verdere congestievorming in het Gooi? En hoe breidt Lelystand of Eindhoven uit als er meer vliegbewegingen komen? Als erfgoedorganisatie zal Heemschut de krachten meer moeten bundelen met milieubewegingen en natuur- en landschapsorganisaties; zo ook voor een hoogwaardig fietsnet, geschikt voor de opmars van de elektrische fiets. Harde keuzes om ons pleidooi te ondersteunen voor ‘handen af’.

De cover van een tijdschrift uit 1935.

Terug naar de toekomst? Een mooi, rustgevend landschap heeft effect op onze gemoedsrust. Niet voor niets vinden we stilte en weidsheid prettig, maar we wennen ook aan stedelijkheid. Leeftijd, achtergrond, opleiding en werk spelen ongetwijfeld een rol bij de acceptatie, waardering van dan wel verzet tegen nieuwe ontwikkelingen. Als we tegen zijn, hoe moet het dan anders? Krijgen we de dozen van distributiecentra rond de grote knooppunten nog van tafel? Of zullen we moeten leven met een snelwegpanorama dat vaak voorziet in schermen of doosvormige landschappen? Gelukkig maakt niet alleen Heemschut zich zorgen. Ook Natuurmonumenten luidt de noodklok. Wat minder over het erfgoed, maar wel over de dreigende eentonigheid van Nederland. Wegkijken is niet langer een optie, zo betoogt onze zusterorganisatie. De recente en succesvolle actie ‘Bescherm de Kust’ van Natuurmonumenten is een voorbeeld van een integrale benadering van de discussie over de toekomst van ons ruim-

tegebruik langs de kustzone. Natuurmonumenten keert daarmee terug naar een van haar doelstellingen: het behoeden van het Nederlandse landschap. Hetzelfde geldt voor Heemschut, dat zich al meer dan 100 jaar inzet voor de kwaliteit van het landschap. In ons archief bevindt zich een uitgave uit 1935 van het tijdschrift ‘Wegen’. Het is gewijd aan de Weg in het Landschap en uitgegeven door de Vereeniging het Nederlandsche Wegencongres, de ANWB en de Commissie de Weg in het Landschap (WIL). Deze ‘subcommissie van den Bond Heemschut’ maakte door middel van foto’s met goede en foute ontwikkelingen dat heel goed duidelijk. Misschien moet Heemschut dat maar weer eens doen, om zo te komen tot het oude ideaal: ‘het bewaren, bevorderen, het verhoogen van de Schoonheid van ons Vaderland…’ 

februari 2018 |

9


Behoud en herstel Sloterweg 711-715

Fragment van een kaart uit ca 1650 van de Riekerpolder.

Sinds mensenheugenis staan aan de Sloterweg drie landarbeidershuisjes opvallend dicht aan de weg, die in de loop van de tijd steeds breder is geworden. Ze behoorden tot boerderij Zomerlust, die aan de overkant ligt. De laatste boer van Zomerlust, tevens oud-wethouder van Sloten dat in 1921 is geannexeerd door Amsterdam, heeft in 1950 met juridische procedures weten te voorkomen dat de gehele Sloterweg gesloopt is. De landarbeidershuisjes geven dit stuk van de Sloterdijk samen met de nog resterende boerderij De Bijweg die speciale beleving van de middeleeuwse verbinding tussen Kennemerland en Amstelland in een agrarische omgeving. Ruim acht eeuwen geschiedenis kijken hier op ons neer, die herinnering moet gekoesterd worden voor ons en de generaties na ons. Het stadsdeel Nieuw West wil op deze plek vijf zogenaamde vrije kavels realiseren waar karakterloze villaatjes op gebouwd kunnen worden. Door grondophoging verdwijnen hoogteverschillen en het dijkkarakter van de Sloterweg. Van deze sloop omwille van geldelijk gewin moet worden afgezien voor behoud en herstel van wat steeds zeldzamer wordt in dit gebied. Bond Heemschut, in samenwerking met de dorpsraad Sloten-

10

| februari 2018

Oud Osdorp en Stadsherstel, maakt zich hard voor deze oplossing. Door een aanvraag voor gemeentelijk monument in te dienen, niet vanwege de bijzondere architectonische kwaliteiten, die ontbreken per definitie bij arbeiderswoningen, maar vanwege het bijzonder ensemble van agrarisch erfgoed dat hier nog aanwezig is. Hopelijk kan dit de politiek overtuigen om een andere keuze te maken.

Op dit fragment van een kaart van circa 1650 van de Riekerpolder staan de huisjes links afgebeeld. Rechts ervan staat de herberg de Roo Leew, waarvan het gevelsteentje bij Monumenten en Archeologie bewaard wordt. De Molen Weteringe liep naar de Riekermolen (1636) aan het Nieuwe Meer. De molen staat tegenwoordig aan de Amstel bij Het Kalfje. De huisjes liggen wat verdiept op het peil van de Riekerpolder in een lommerrijk gedeelte. Erachter ligt het Wilde Bos waar in de dertiger jaren Jan Strijbos zijn onderzoek naar de blauwe reiger verrichtte. Tegenwoordig behoort dit bosje tot het Siegerpark dat in de dezelfde dertiger jaren door dr. W. Sieger is aangelegd als lusthof en als proeftuin voor gewassen met mogelijk medische toepassing. Hij woonde op Riekerstaete. Net als hij hadden meer welgestelde Amsterdammers aan de Sloterweg huizen laten bouwen, vanwege de aantrekkelijke en toen nog landelijke omgeving. Deze geschiedenis laat zich nog goed zien en ervaren en is de moeite van behoud meer dan waard! ď Ž

Foto: Nico Jansen

Bron: Noord-Hollands Archief

Nico Jansen


De Sint Sebastiaansdoelen aan lager wal Arjen Drijgers en Gerrit Schoenmakers

Moet monumentenstad Middelburg het van vergane glorie hebben? Figuurlijk gesproken uiteraard wel. Immers, veel prachtige monumenten in deze historische stad refereren aan de glorie van weleer. Maar wat staat ons als burgers te doen als die glorie echt vergaat?

Middelburg kent maar liefst drie schuttershoven. De Kloveniersdoelen van de schutters ‘met den haakbus’, de Sint Jorisdoelen van de schutters ‘met de voetboog’, en het schuttershof Sint Sebastiaan van de schutterij ‘van den edelen handboog’. Dit laatste schuttershof staat er, op zijn zachtst gezegd, niet florissant bij. Een zorgenkind in een monumentenstad met meer dan 1100 rijksmonumenten die met z’n allen niet alleen van cultuurhistorische waarde zijn, maar ook van grote toeristische betekenis. Middelburg moet het dan ook van zijn vergane glorie hebben. Figuurlijk weliswaar, maar niet letterlijk! Sinds het vertrek van de cinema en dansgelegenheid is ‘Sint Sebastiaan’ zonder functie. Het pand staat leeg en verval treedt al jarenlang op. De Vrienden van Middelburg en Heemschut maken zich dan ook grote zorgen en mede daardoor is het onderwerp van politieke discussie geworden. Dit artikel gaat over wat actie vanuit de gemeenteraad teweeg heeft gebracht. Actie die is ontstaan omdat een particuliere eigenaar van een rijksmonument de onderhoudsplicht verzaakt. Maar eerst wat meer over schuttershof Sint Sebastiaan zelf.

Bron: Wikimedia Commons

Van monniken naar mannekens

De gevel aan de Kromme Weele.

Middelburg kreeg 800 jaar gelden stadsrechten en omstreeks die tijd moet er een burgermilitie van handboogschutters zijn opgericht om de stad te beschermen. Deze oudste schutterij werd in 1574 binnen de stadswallen gebracht. Veel voormalige rooms-katholieke gebouwen kregen een andere bestemming en zo werd het voormalig Augustijnenklooster aan de Kromme Weele aan de schutters toegewezen. Het werd ingrijpend verbouwd en zou daarna drie en een halve eeuw deze confrérie huisvesten. Als herkenning zien we boven

februari 2018 |

11


de toegangspoort in de Beddewijkstraat Sint Sebastiaan zelf te paard en hij wordt geflankeerd door twee mannekens in schutterskledij. Het geheel is vervaardigd in zandsteen door Hans Campenhout.

Hoewel de broederschap van schutters nog bestaat, zijn de gebouwen in de jaren ’30 van de vorige eeuw verkocht. Het complex

is ongeschonden de oorlog doorgekomen, maar wel verworden tot een bonte verzameling gebouwen, lang in gebruik voor horeca en aanverwante functies. Op veel plekken op de gevels, plafonds en ramen prijkt nog het wapen van de confrérie. Het oorspronkelijke doelencomplex is hier en daar herkenbaar, maar veel is bij latere verbouwingen en aanbouwen verstopt geraakt. Van het hoofdgebouw resteert een fragment met zijtrapgevel en een deel van de achtkantige traptoren. De topbekroning ontbreekt. Natuursteenbanden, boogankers en gebeeldhouwde wapens van de schutterij en het gewest Zeeland dateren zeker uit de bouwtijd. Zoals bij meer monumenten is er meer achter de gevel, maar dat ontwaar je pas bij binnenkomst. Wat in elk geval nog blinkt is de oorspronkelijke gildezaal. Deze heeft een plafond van moer- en kinderbalken, voorzien van sjabloonschildering en sleutelstukken met koppen in reliëf. De Sint Sebastiaansdoelen steken droevig af bij de andere twee schuttersdoelen in Middelburg. Voor die schuttershoven heeft de stad zich ingespannen om ze weer in goede staat te krijgen. Daar is vergaand verval gekeerd en zelfs sprake van reconstructie na de stadsbrand van mei 1940.

Verwaarloosd glas-in-lood raam.

Het aangetaste wapen van de confrérie.

Bij een verbouwing aan het eind van de 19de eeuw komt er een nieuwe ingangspartij, bekostigt door de vermogende filantroop De Stoppelaar. In de jaren dertig werd het achtererf bebouwd. Het oorspronkelijke veilig omsloten erf, gebruikt voor het boogschieten, herbergt sindsdien een aantal eenvoudige burgerwoningen. De mannekens verhuizen naar een nieuwe gevel. Dat er nu nog steeds replica’s uit 1999 in die gevel staan is te danken aan de stichting Vrienden van Middelburg, die de uit elkaar gevallen oorspronkelijke, maar ‘zoekgeraakte’ zandstenen beelden heeft weten op te sporen en te redden. Heemschut Zeeland treedt graag in de voetsporen van de Vrienden van Middelburg nu het complex opnieuw in verval raakt.

Droevig en verweesd

12

| februari 2018

Met 1167 rijksmonumenten staat Middelburg samen met Den Haag op plaats zes van gemeenten met de meeste beschermde rijksmonumenten in ons land. Bij de beantwoording van vragen van de gemeenteraad, geeft het college aan 0,2 FTE aan ambtelijke capaciteit beschikbaar te hebben voor advies en ondersteuning. Noblesse oblige, vindt Heemschut Zeeland. Daarom hoopt ze dat na de verkiezingen er door een nieuw college extra ingezet gaat worden op de erfgoedtaak.

Nu zijn dat weer parels die met gloed de verhalen vertellen die zo belangrijk zijn voor een stad met geschiedenis. Sint Sebastiaan is echter aan lager wal geraakt en de huidige eigenaar, horecaondernemer Cees Rijn, is vooralsnog niet geneigd tot het plegen van het dringend noodzakelijke onderhoud. Dit rijksmonument staat niet op de menukaart, zoals ook bleek uit diens uitlatingen in de Provinciale Zeeuwse Courant.

Overal sporen van nalatig onderhoud.


De gemeenteraad aan zet Het bevoegd gezag voor de instandhouding van monumenten is in de Erfgoedwet bij de gemeenten gelegd. Als de instandhouding van een monument door de eigenaar op de tocht komt te staan dan is het gemeentebestuur aan zet. Onderhoud dat langdurig achterwege blijft, ondermijnt immers het voortbestaan van de rijks- of gemeentelijk beschermde waarden. Als er ambtelijk en bij het dagelijks bestuur weinig schot in zit, dan moet de gemeenteraad daarop aangesproken worden. Die actie moet vaak wel door een derde partij worden aangekaart. En dat was in dit geval Heemschut Zeeland. In juni 2017, het jaar waarin de stad haar 800 jarig bestaan vierde, formuleerde Heemschut Zeeland een aantal vragen, die door enkele raadsleden werden opgepikt. In de gemeenteraadsvergadering stelde Wim Kant aan het college van B&W vervolgens de volgende vier vragen: Wordt de mening gedeeld dat een afwachtende houding grote risico’s voor het schuttershof Sint Sebastiaan inhoudt? Welke instrumenten en mogelijkheden zijn er vanuit het toezicht op de instandhoudingsplicht? Kan met de eigenaar proactief gezocht worden naar oplossingen? En tot slot: Kan de BV Monumentenbeheer hier een rol spelen?’ De antwoorden van het college op de vra-

gen vanuit de raad waren ronduit ontluisterend. Bij erkenning van het probleem met het onderhoud van Sint Sebastiaan meldt het college zelfs dat er nog meer vergelijkbare problemen zijn met de instandhouding van monumenten… Er is volgens B&W echter geen capaciteit in de personeelsformatie om de wettelijke taak, meer dan minimaal, handen en voeten te geven. Iets waar de gemeenteraad mede voor verantwoordelijk wordt gesteld en waar de toenmalige VROM-inspectie in 2005 ook al op had gewezen. Dit antwoord deed een deel van de raad echt schrikken. Op 18 september 2017 werd een motie ingediend. Hierin worden B&W van Middelburg opgeroepen met een voorstel te komen hoe de wettelijke toezicht- en handhavingstaak op de Erfgoedwet versterkt kan worden. De stad werd aan het begin van de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd door bommen, granaatvuur en een stadsbrand. Nog tijdens de oorlog werd de wederopbouw ter hand genomen waarbij behoud van het monumentale karakter van de binnenstad voorop stond. Ook daarna is in de jaren ‘60 en ‘70 van de twintigste eeuw veel geld en energie gestoken in het verdere herstel van de monumentenstad. De motie, die in een landelijk partijverband door het CDA werd uitgeroepen tot Motie van de Maand, werd aangenomen. Ze

De gildezaal met beschilderde moer- en kinderbalken.

spreekt van: ‘De plicht om ervoor te zorgen dat het monumentenbestand in goede staat blijft verkeren’ en van: ‘Een mooie stad die voor een deel van haar inkomsten van het toerisme afhankelijk is.’ In dit laatste ligt natuurlijk in financieel opzicht ook een sleutel tot aanpak die instandhouding van monumenten garandeert. Immers waar inkomsten zijn, kun je ook ruimte scheppen om te investeren.

Wachten op nieuwe tijden Een half jaar later staat Sint Sebastiaan er niet beter bij, maar Heemschut houdt moed. Maar er staat nu wel een schijnwerper op en als het aan ons ligt blijft dat tot herstel volgt en de gemeente haar capaciteit op peil heeft. Als de wettelijke toezichts- en handhavingstaken van een gemeente een lege huls blijken, wordt het tijd om hoger bestuurlijk toezicht aan te kaarten. Onze hoop is nu nog gevestigd op het zelfreinigend vermogen van de lokale democratie, waarvan Middelburg blijk heeft gegeven. De politieke discussie maakt ook duidelijk dat er bij de verkiezingen deze maand op het gebied van het veiligstellen van erfgoedbelangen nog wel wat te ijken of te herijken valt. Vast ook in andere gemeenten. Vraag er eens naar, als u een wervende verkiezingsfolder in de hand wordt gedrukt. 

februari 2018 |

13


Noordpolderzijl Eastermar

Tynaarlo Assen De Wolden Meppel

Marken

Dronten

Foto Stijn van Genuchten, juli 2016.

Amsterdam

Enschede Zeist

Oud-Beijerland

Tholen

Zaltbommel

Etten-Leur

Het verval van de sluis.

GRONINGEN

FRIESLAND Rolduc

Sluis gerestaureerd

Lokale canons

Noordpolderzijl - Ze markeert het enige getij-

Eastermar - Dam Jaarsma (1914-1991), pre-

denhaventje van Nederland en vormt het snij-

dikant uit Eastermar, verzamelde tegen de

vlak van Waddenzee en vruchtbaar polderland.

17.000 volksverhalen in de Friese Wâlden.

gingen of werkgroepen van Dorpsbelang zich

De sluis van de Noordpolder (zijl betekent sluis)

Met zijn verhalenbundels kreeg hij internatio-

aanmelden als canoncommissie. Voor advies is

zorgt er sinds 1812 voor, dat overtollig water

nale bekendheid. Met dezelfde gedachte als

er een team van deskundigen.

uit het drooggelegde kleigebied wordt afge-

Jaarsma, om op te schrijven wat niet vergeten

Heemschut Fryslân vindt het een prachtig initi-

voerd naar zee. Sinds 1985 is haar taak over-

mag worden, heeft de stichting Friesland Won-

atief om iedere Friese plaats zijn eigen canon

genomen door een elektrisch gemaal en is de

derland het initiatief genomen voor de opstel-

van de lokale historie te laten schrijven. Met de

bakstenen sluis de functie van spuisluis kwijt-

ling van de Canons van de Friese dorpen en

uitwerking van het plan door de dorpen zelf wor-

geraakt. In dezelfde periode werd de dijk op

steden. Vanaf 2018 kunnen alle Friese dorpen

den bewoners zich meer bewust van de eigen

deltaniveau gebracht en werd de sluis getooid

en steden hun geschiedenis gaan ontsluiten op

geschiedenis. Vaak ik men daar nauwelijks van

met een kunstwerk.

de speciale website www.dorpscanon.nl. Met

op de hoogten en nog minder weet men dat

De laatste jaren vertoonde de sluis ernstige

dit onlineproject wordt doorgedrongen tot in

nog veel sporen van vroeger naast de deur

sporen van verval. Voegwerk verkruimelde en

de haarvaten van de Friese geschiedenis. Het

te vinden zijn. Heemschut hoopt dat op deze

zandstenen hoekstukken raakten los. Bakste-

gaat om canons over bijzondere gebeurtenis-

manier ook meer mensen actie zullen onder-

nen vielen in de spuikom of lagen los in het gras

sen, het ontstaan van de dorpen of markante

nemen als erfgoed bedreigd wordt. Heemschut

van het dijklichaam. Bezoekers van deze popu-

personen in de dorpen en steden. Men kan de

Fryslân maakt inmiddels deel uit van een bege-

laire Groningse plek zagen de neergang onge-

eigen canon bepalen. Voor de opstelling van de

leidingsgroep en roept geïnteresseerden op om

rust aan. Ook leden van de Heemschut Gronin-

canons kunnen bijvoorbeeld historische vereni-

mee te doen via: www.dorpscanon.nl. 

gen spraken onderling hun zorgen uit. Bij gebrek aan een monumentenstatus, ontbraken de for-

Eastermar, It Waltsje, woonplaats Dam Jaarsma.

mele wegen om iets tegen het verval te ondernemen. Tot onze grote vreugde heeft het waterschap Noorderzijlvest maatregelen genomen en lijkt een grondige restauratie van de sluis in de provincie - een van de weinige plekken die toegang biedt tot de Waddenzee - en een waardevolle herinnering aan onze waterstaatkundige geschiedenis zijn hiermee behouden.  Stijn van Genuchten

14

| februari 2018

Foto: Heemschut

het verschiet te liggen. Een markante plek in


schakelen. Het gemeentehuis van Eelde, evenFoto: Heemschut Drenthe

als de tuin en de herenboerderij in eclectische stijl aan het Haakswold 29 in Ruinerwold, zijn rijksmonument. Het Klokkehuis aan de Groenmarkt in Meppel in neo-classistische stijl en de school in Assen zijn gemeentelijk monument. Een projectontwikkelaar wilde 34 zorgappartementen in en achter het oude gemeentehuis in Eelde bouwen. De buurt en ook Heemschut

Verval van het pand Dijkhuizen 14 te Ruinerwold.

vonden dit te massaal. De grotendeels gave herenboerderij in Ruinerwold is rijksmonument

DRENTHE

1938, een herenboerderij uit 1901 in Ruiner-

vanwege het boerderijtype, de vormgeving, het

wold, lagere school nr. 7 uit 1881 in Assen en

materiaalgebruik en de ligging in het waarde-

het Klokkehuis uit 1850 in Meppel hard bezig

volle dorpsgezicht.

gemeenten aangeschreven met het dringende

zijn te verpauperen.

Het Klokkehuis geldt als een van de weinige

verzoek actie te ondernemen tegen achterstal-

Heemschut Drenthe vindt dat genoemde

herkenningspunten van het Meppel van meer

lig onderhoud van monumenten. Het gaat om

gemeenten in gesprek moeten gaan met de

dan honderd jaar geleden. De voormalige

de gemeenten Tynaarlo, De Wolden, Meppel en

eigenaren van deze monumenten en advi-

school aan de Hoofdvaartsweg 94 in Assen is

Assen. De commissie ziet hoe in deze gemeen-

seert de gemeenten voor de rijksmonumenten

een bijzonder schoolgebouw uit die tijd. ď Ž

ten het voormalig gemeentehuis van Eelde uit

de Rijksdienst voor het cultureel erfgoed in te

Verpaupering Heemschut

Drenthe

heeft

vier

Drentse

Theo Wortel

OVERIJSSEL

Eindelijk op lijst

koos de gemeente daarom voor een vermelding

Enschede - Twaalf naoorlogse panden komen

op de cultuurhistorische waardenkaart. Die

toch op de gemeentelijke monumentenlijst te

vermelding moet in ieder geval voorkomen dat

staan. Dat heeft het college van B&W van de

panden (gedeeltelijk) zouden worden gesloopt.

gemeente Enschede in september besloten,

Nu de gemeente op de eerdere beslissing is

nadat de rechter vorig jaar december bepaalde

teruggekomen, krijgen de volgende panden

dat de gemeente de twaalf panden opnieuw

de monumentenstatus: de Bethelkerk (J.H.

aan een onderzoek moest onderwerpen.

Boschstraat), Detakerk (H.B. Blijdensteinlaan),

Heemschut Overijssel en het Cuypersgenoot-

Maranathakerk (2e Emmastraat), Apostolisch

schap hadden eerder beroep aangetekend bij

Genootschap (Van der Waalslaan), het drink-

de rechtbank te Zwolle tegen het besluit van

waterpompstation aan de Weerseloseweg, het

de gemeente Enschede om de twaalf panden

oude kantoor van Menko aan de Voortsweg, de

geen monumentenstatus te geven.

waterzuivering aan de Lonnekerbrugstraat en

De gemeente Enschede wilde de panden eer-

appartementencomplexen aan de Laaressin-

der na een positief rapport van Het Oversticht

gel, Kortenaerstraat, Bentrotstraat, Oldenzaal-

wel de monumentenstatus geven, maar deed

sestraat en Oliemolensingel. ď Ž Peter Dekker

eigenaren vreesden dat de panden lastiger te verkopen zouden zijn, dat ze hoge onderhoudskosten moesten gaan betalen doordat er geen

De gehoorzaal van het Apostolisch Genoot-

vrije materiaalkeuze is en er bovendien dure

schap uit 1958 van de architecten

vergunningen nodig zijn. Als tussenoplossing

H. Mastenbroek en J.A. de Herder.

Foto: Peter Dekker

dat na bezwaren van eigenaren toch niet. De

februari 2018 |

15


den eensgezind onder het lonkende, nieuwe bestaan gezet. Men noemde dat 'pionieren'. Vroege herinneringen beklijven: wat het pionieren aangaat zijn dat vooral de houten barakFoto: Het Flevolands Archief, Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, Potuyt.

ken, de eerste onderkomens van het nieuwe land. Eerst voor het werkvolk, maar later voor de bewoners en hun feesten en kerkdiensten, het spreekuur van de dokter, officiële gebeurtenissen en voor bijpraten bij dampende bakken koffie en walmende sigaretten. Zo is het allemaal begonnen. Het was dan ook met grote weemoed dat Drontenaren hun eigen, in de loop van jaren vervallen pioniersbarak moesten afbreken. Met hun blote handen deden ze dat, als een soort boetedoening, als we de foto bij een krantenbericht hierover uit het jaar 2012 mogen geloven. Boeren en hun vrouwen, die in 1967 een boerderij kregen toegewezen in Oostelijk Flevoland,

Maar of het nou om weemoed, romantiek of

worden ontvangen in de pioniersbarak.

realiteit gaat, het eigen verleden laat zich niet wegstoppen. Op aandringen van onder meer dat de saamhorigheid. Zo zijn nergens zoveel

Heemschut Flevoland heeft de gemeenteraad

stichtingen en verenigingen opgericht of waren

van Dronten 70.000 euro beschikbaar gesteld

de ledenaantallen zo groot en de activiteiten zo

voor een replica. Het wachten is nu op de uit-

Dronten - Als iets de beginfase van de samen-

veelvuldig als in de drooggelegde polders van

voering. 

leving op het nieuwe land kenmerkt, dan is

de voormalige Zuiderzee. De schouders wer-

Ben te Raa

Aantasting van de Buitenstad

Dit ensemble van scheepsbouw langs de Waal is

aantal gebouwen hoog gewaardeerd, maar

Zaltbommel - In het kielzog van de oude ves-

uniek te noemen en van grote cultuurhistorische

bij de nieuwe plannen komt dit helaas niet

tingwerken van de stad is een omvangrijke

waarde voor de scheepsbouwgeschiedenis. Het

tot uitdrukking. Van het gehele historische

FLEVOLAND

Pioniersbarak

GELDERLAND

gebied is gelegen binnen de beschermde histori-

gebied moet nu een aanvullende studie worden

bestond uit een reeks van gebouwen waar-

sche onderdelen van de vestingwerken.

gemaakt hoe herbestemming en behoud van

onder de grote afbouwhal en gebouwen voor

Heemschut heeft per brief aandacht gevraagd

dit waardevolle industriële erfgoed in combina-

de vervaardiging van scheepsonderdelen. De

bij de gemeente Zaltbommel. In het cultuur-

tie met nieuwbouw mogelijk kan worden. 

scheepsactiviteiten zijn vele jaren geleden ver-

historische waardenonderzoek uit 2014 is een

scheepswerf

geweest.

Deze

scheepswerf

dwenen en het grootste deel van de omvangrijke gebouwen heeft inmiddels een andere functies gekregen. Nu ook deze functie komt te vervallen, worden er plannen voor appartementenbouw ontwikkeld. Deze nieuwbouw aan de rivier wordt vier lagen hoog. De relatief bijzondere gebouwen, niet alleen vanwege hun omvang maar ook door de nog aanwezige grote kraanbaan en scheepshelling ten behoeve van de vroegere scheepsbouw en reparatie, zouden hiervoor moeten verdwijnen.

16

| februari 2018

Cristel Paul en Jan Reijnen


UTRECHT

Airey-woningen bedreigt

groot deel gesloopt of onherkenbaar gerenoveerd. Daarom is het van belang zuinig om te

Zeist - In de wijk Griffenstein is in de jaren ’50

gaan met de resterende woningen van dit type.

een aantal sociale woningen gebouwd die gel-

De woningbouwvereniging die de woningen

den als waardevolle toonbeelden van wederop-

in bezit heeft, wil ze echter slopen; ze heb-

bouwarchitectuur. Ze zijn dan ook aangewezen

ben vochtproblemen en zijn gehorig. Er is ook

als gemeentelijk monument. Het betreft 191

sprake van achterstallig onderhoud, waardoor

woningen aan de Ridderschapslaan, Jacoba

renovatie en verduurzaming volgens de eige-

van Beierenlaan en Cornelis Schellingerlaan.

naar moeilijk te realiseren is. De gemeente is

De woningen zijn zeer beeldbepalend en ver-

vooralsnog bereid de monumentstatus van de

dienen het alleen al om die reden om behou-

woningen op te heffen en een vergunning tot

den te blijven. Een deel van de woningen is

sloop te verlenen.

gebouw door de bekende architect Jan Wils; de

Heemschut Utrecht is het niet eens met dit

overige zijn gebouwd volgens het zogenaamde

voornemen en zet zich in voor behoud. De

lijken zich onvoldoende rekenschap te hebben

Airey-systeem. Met dit type systeembouw was

ervaring heeft geleerd dat vergelijkbare woning-

gegeven van nieuwe technieken die tegenwoor-

het mogelijk om in korte tijd een groot aan-

bouwcomplexen in onder andere Amsterdam

dig bestaan, waarbij bijvoorbeeld vochtproble-

tal woningen te bouwen. In verband met de

en Amersfoort, met veel respect voor de oor-

men en geluidsoverlast kunnen worden aange-

woningnood na de oorlog werd het systeem

spronkelijke architectuur, werden gerenoveerd.

pakt. 

veel toegepast. Intussen is in ons land een

De woningbouwvereniging en de gemeente

AMSTERDAM

Herontwikkeling van de IJ-oevers

kunnen spelen als identiteitsdrager in de heront-

voor het behoud van deze panden en het toe-

Amsterdam – Langs de oever van het IJ liggen

wikkeling van het gebied. Hetzelfde geldt voor

kennen van de monumentenstatus. Behoud kan

de Amsterdamse industrie- en havengebieden,

de Kromhouthal in het Hamerkwartier, waarbij

een enorme bijdrage leveren aan de succesvolle

die onlosmakelijk verbonden zijn met de ont-

de gemeente van plan is om het zuidwestelijke

ontwikkeling van het gebied! 

wikkeling van de stad. Deze gebieden ontlenen

deel te slopen. Heemschut Amsterdam strijdt

Eline Splinter

hun identiteit aan de vele nog aanwezige industriële gebouwen, de kades en de nog gedeeltelijk bestaande insteekhavens. In de komende jaren zal een deel van dit gebied echter sterk veranderen: Amserdam gaat hier de hoog stedelijke woon-werkgebieden Haven-Stad en het Bron: Wikimedia Commons, Alf van Beem, 2016.

Hamerkwartier ontwikkelen. De gemeente stelt dat zij de historische herkenbaarheid en identiteit van deze havengebieden wil behouden. Echter, veel van de bijzondere panden en objecten hebben nog geen beschermde status. De woningen zijn binnen de wijk zeer beeldbepalend en verdienen het alleen al om die reden om behouden te blijven voor de verdere versterking van cultuurhistorische waarden in de plannen, evenals het behoud van verschillende beeldbepalende en behoudenswaardige complexen. Zo staat in het toekomstige gebied Haven-Stad het imposante Cargill-complex met karakteristieke silo’s, dat een belangrijke rol zou

Het complex van Cargill in het Amsterdamse havengebied.

februari 2018 |

17


NOORD-HOLLAND

Wie kent Marken niet‌.

gevraagd hierin mee te denken om die bedreigingen het hoofd te bieden. Van de 27 werven

Marken – Zowel nationaal en internationaal is

die ooit op het eiland aanwezig waren, liggen

Marken een geweldige publiekstrekker. Men

er eigenlijk nog maar vier los in het landschap.

komt erop af, omdat het een zeer karakteris-

De Wittewerf ligt eigenlijk al door verromme-

tieke bebouwing heeft. Marken is nog steeds

ling van bebouwing rond het parkeerterrein en de supermarkt niet meer mooi vrij in het land-

wind en water een rol spelen. Ondanks het feit

schap. Verder worden er allerlei bouwplannen

dat de Zuiderzee het IJsselmeer is geworden en

ontwikkeld. Na de crisis is ook op het eiland

sinds 1957 met een dijk aan het vaste land is

behoefte aan woningen voor de eilandbewo-

geklonken. De bebouwing staat van oudsher op

ners. Uiteraard is dit legitiem, maar het is van

terpen om de voeten droog te houden wanneer

het grootste belang dat dit secuur gebeurd

het eiland door stormen weer eens werd over-

zonder verdere aantasting van het open karak-

spoeld met water. De werven zijn dan ook uniek

ter rond de werven. Er liggen ook plannen om

in het landschap. Houten huisjes staan op de

losse boerderijen meer mogelijkheden te bie-

terp zeer dicht op elkaar gepakt met daarom-

den in transformatie naar intensievere bewo-

met rondom de open ruimte wordt door bouw-

heen de ruimte van het land. Ondanks het

ning en uitbreidingen toe te staan, waardoor

plannen aangetast. Heemschut zal dit kritisch

alom gewaardeerde karakter zijn er wel dege-

de open ruimte dreigt dicht te slibben. Juist

blijven volgen.

lijk bedreigingen. Heemschut Noord-Holland is

deze typische ligging: huisjes dicht op elkaar

Paul Carree

Bedreiging van Rolduc

Rolduc was een belangrijk centrum van

tot grote schade aan de abdij geleid hebben.

Rolduc - Tussen 1000 en 1300 vonden op

maatschappelijke ontwikkeling. Al rond de 11

de

De bedreigingen zijn na het sluiten van de mij-

de plateaus van het huidige Limburg belang-

eeuw startte de mijnbouw in het naast Rol-

nen niet voorbij. Heemschut Limburg maakt

rijke ontginningen plaats. Bos maakte plaats

duc gelegen Wormdal. In 1741 nam de abdij

zich al enige jaren zorgen over plannen die er

voor een agrarisch landschap met verspreid

de mijnbouw zelf ter hand. Na de bezetting

zijn om op de kloostergronden een golfbaan aan

liggende dorpen. Gemeenten als Kerkrade en

door de Fransen in 1794 en de ontmanteling

te leggen. In een recent ontwerp bestemmings-

Herzogenrath, laten in hun naam zien dat ze

van Rolduc, werd de mijnbouw een staats-

plan buitengebied Kerkrade was de mogelijk-

ontstaan zijn op een vrijgemaakte (gerooide)

zaak. In de jaren veertig van de vorige eeuw

heid tot aanleg van het golfterrein open gehou-

plaats in het bos. Dat geldt ook voor het kloos-

wilde de mijnbouwmaatschappij zelfs een

den. In een zienswijze liet Heemschut Limburg

ter Rolduc tussen Kerkrade en Herzogenrath.

poging wagen de rijke steenkoollagen onder

weten deze ontwikkelingen onaanvaardbaar

Het stond vroeger bekend als Kloosterrade.

Rolduc te ontginnen. Dat zou ongetwijfeld

te vinden. Het zou het karakter van het abdij-

Foto: Paul Carree

als eiland herkenbaar en het is voelbaar dat

De Wittewerf.

LIMBURG

Bron: beeldbank van de Nederlandse Kastelen stichting

complex absoluut aantasten, een deel van het Luchtfoto van het kloostercomplex uit 1938.

nog aanwezige ontginningslandschap voorgoed doen verdwijnen, terwijl er in de regio geen tekort aan golfterreinen is. Ook de provincie, de Tuinenstichting en de Limburgse milieufederatie lieten hun bezwaren horen. Mede omdat de initiatiefnemers van de golfbaan verzuimden een inrichtingsplan en aanvullende onderzoekgegevens over de natuurwaarden en de cultuurhistorie aan te leveren, besloten B&W de ontwikkeling van de golfbaan buiten het bestemmingsplan te houden dat 20 december 2017 door de Raad werd vastgesteld. Hans Vermeer

18

| februari 2018


ZEELAND

verstoord. Vier particulieren, Heemschut en

Tholen - In het kader van de uitbreiding van de

de twee heemkundekringen stonden midden

stad Tholen is een sterk verouderd industrieter-

december bij de Raad van State in Den Haag

rein gesaneerd en geschikt gemaakt voor nieuw-

voor de behandeling van hun beroep tegen de

bouw. Door de hoge kosten van de sanering is

komst van de woontoren. Een behandeling door

er veel kunst- en vliegwerk aan te pas gekomen.

de meervoudige kamer ruimtelijke ordening

Het overgebleven gedeelte is een lastige loca-

van de afdeling bestuursrechtspraak. Willem

tie binnen het beschermd stadsgezicht. Er

Heijbroek heeft namens de drie verenigingen

komen kadewoningen en een appartementen

een aantal onderbouwde argumenten inge-

gebouw van 36 meter hoog met de naam Kruit-

bracht, die weerlegd werden door de vertegen-

toren. Deze toren past niet in de omschreven

woordiger van de gemeente.

maatvoering van het beschermde stadsge-

De RvS informeerde op welke wettelijke bepa-

zicht (maximaal veertien meter). Toch heeft de

ling de inbreng is gebaseerd. Ondanks herhaalde

gemeenteraad het bestemmingsplan Kruitto-

vragen zijn de betrokkenen pas nadat de verkoop

ren aangenomen.

al rond was over de planvorming geïnformeerd.

WMK

Heemschut Zeeland heeft, samen met twee

De aanwijzing van een beschermd stadsgezicht

Etten-Leur - Op 18 januari 2017 verscheen in

lokale heemkundeverenigingen, bezwaar aan-

heeft weinig zin als een gemeenteraad dat niet

BN/de Stem een artikel ‘Mozaïek kunstwerk

getekend tegen de toren. De hoogte van ruim

meeneemt in de besluitvorming. Je kunt dan

zwembad Banakker niet te redden van sloop’.

dertig meter boven de dijk, gelegen op de

overal woontorens bouwen. De uitspraak wordt

Precies een jaar later is door actief handelen

hoogste plek van de stad, zorgt ervoor dat het

eind januari verwacht. 

van een inwoner van Etten-Leur, Anton Barten,

historische aanzicht van de stad ernstig wordt

Oscar Huiskamp

Foto: Visumar/Gerard van Offeren?

De zaak Kruittoren

NOORD-BRABANT

de monumentencommissie en gemeenteraadslid Clasien de Regt, daarbij ondersteund door de Werkgroep Monumentale Kunst van Bond Heemschut (WMK), het kunstwerk niet alleen

ZUID-HOLLAND

gered, maar krijgt het ook een herbestemming.

Koni weer monument

met het bedrijf Koni. Het pand heeft een frisse

Het gaat om een mozaïek van Jan van den

Oud-Beijerland - Heemschut Zuid-Holland heeft

actuele uitstraling en een solide constructie die

Brink (Oosterhout 1919 - Etten-Leur 1993)

bezwaar gemaakt tegen het besluit van het col-

verschillende vormen van hergebruik toelaten.

in zwembad Banakker in Etten-Leur dat hal-

lege van Oud-Beijerland om de gemeentelijke

Naar aanleiding van het bezwaar van Heem-

verwege 2018 wordt gesloopt. Het kunstwerk

monumentenstatus van het Koni-kantoorpand

schut en de toelichting van Heemschut, heeft

is in 1959 in het kader van de 1,5%-regeling

op te heffen. Het argument voor opheffing

het college besloten om het bezwaar gegrond

speciaal voor dit gebouw vervaardigd en stelt

was dat het financiële belang van Koni zwaar-

te verklaren en het besluit tot intrekking van de

een onderwaterwereld voor met vissen, zee-

der diende te wegen dan het belang van een

beschermde status te herroepen.

wier, een zeemeermin en twee kinderen die

beschermde status van het pand.

De gemeente werkt aan een herontwikkeling

vissen als transport gebruiken. Zoals gebrui-

Naar de mening van Heemschut Zuid-Holland

van de locatie, waarbij de monumentale status

kelijk bij kunstwerken uit de Wederopbouw-

is het Koni-kantoorpand van groot belang als

van het kantoorpand uitgangspunt is. Heem-

periode straalt ook dit werk vrolijkheid en

zichtbaar blijk van de recente na-oorlogse his-

schut Zuid-Holland is tevreden dat, mede door

optimisme uit. Architect Hokan Nummelin van

torie van Oud-Beijerland, juist vanwege de band

onze inzet, dit pareltje behouden zal blijven! 

Hooper Architects uit Oosterhout was onmiddellijk bereid het mozaïek te herplaatsen in het door Pellikaan Bouwbedrijf te bouwen nieuwe

Foto: Peter Neukirchen

zwembad. Het kunstwerk krijgt daar een prachtige plek bij de toegang naar de hoge glijbaan. Arno van Sabben, tegelrestaurator en die nauw samenwerkt met de WMK, verrichte de verwijdering en zal ook de herplaatsing voor zijn rekening nemen.  Johanna Jacobs

februari 2018 |

19


BEDREIGD Foto’s: Heemschut

Villa De Rietvink

Villa De Rietvink werd in 1926 ontworpen door de Larense gemeentearchitect H.F. Smit. Het echtpaar Polak-Groen woonde er rustig en met plezier tot de omlegging van de Rijksweg A1 ertoe leidde dat de villa - al voor de Tweede Wereldoorlog - vlak naast de nieuwe snelweg kwam te liggen. Na de oorlog kwamen er ongelijkvloerse kruisingen. De villa werd ingeklemd tussen een viaduct en de oprit naar de A1. Rijkswaterstaat hield vanaf 1963 een aantal decennia kantoor in de villa, waarbij ondanks aanpassingen zowel het exterieur als het interieur

goed bewaard bleven. In de jaren `90 werd de villa verlaten en verhuurd aan notariskantoor Le Coultre. In 2011 werd het huurcontract beëindigd en door Rijkswaterstaat een sloopvergunning aangevraagd. Een strook van het terrein moest opgeofferd worden voor verdubbeling van de toerit naar de A1 richting Amsterdam. Inwoners van Laren kwamen met de actiegroep ’Stop de A1 onder de grond’ en erfgoedvereniging Heemschut gezamenlijk in actie. De beschrijving en waardering van het gebouw toonden aan dat er voldoende


GERED

Foto’s: Teka Groep

Laren, Hilversumseweg 37

cultuurhistorische waarden aanwezig waren om het in elk geval op gemeentelijk niveau te beschermen. Het toenmalige college van B&W, onder leiding van burgemeester Roest, besloot daarop de gemeentelijke monumentenstatus toe te kennen, mede omdat gesprekken met Rijkswaterstaat over behoud niets opleverden. Volgens Laren kon de toerit-verdubbeling ook worden uitgevoerd zonder het hoofdgebouw te slopen. Rijkswaterstaat ging niet in beroep tegen de aanwijzing, maar liet het pand een aantal jaren antikraak staan zonder actie te onder-

nemen. Na een inschrijving werd het pand verkocht aan de TeKa Groep. Dit bedrijf, dat gespecialiseerd is in verhuur en exploitatie van monumentale locaties voor onder andere evenementen, restaureerde het exterieur en interieur van het pand op uitzonderlijke wijze, waardoor het er mooier bij staat dan ooit tevoren. De Rietvink is nu te huur voor vergaderingen waarbij men mikt op het hogere marktsegment. ď Ž www.villaderietvink.nl


Nieuwe leden

Karin en Kees de Boer-Wagenvoort, ‘winkeliers’ te Lochem Regelmatig melden zich nieuwe leden bij Heemschut. Maar wie zijn zij en waarom voelen zij zich betrokken bij de bescherming van ons erfgoed? In deze rubriek introduceren we de nieuwkomers bij Heemschut. Deze keer Karin en Kees de Boer-Wagenvoort uit Lochem. Eric LeGras

Nuttig werk

‘De winkel van Hassink’ is meer dan gebouwd erfgoed en een bron van verhalen: ‘Het is ook een bindend element in de gemeenschap van Lochem. Toen we de winkel, het bijbehorende pakhuis en het stadsboerderijtje erachter gingen opknappen, kregen we regelmatig positieve reacties. Buurtbewoners stapten van hun fiets of zetten hun auto aan de kant om te zeggen dat ze blij waren dat het pand gespaard bleef. Voor veel inwoners van Lochem is de winkel een deel van hun jeugd.’

Karin en Kees werden lid van Heemschut op de Erfgoedfair in Hoevelaken. Ze liepen langs de stand, maakten een praatje en gaven zich op. Karin: ‘We vonden dat Heemschut nuttig werk doet, vandaar.’ Het lidmaatschap lijkt een logisch gevolg van de aankoop van het pand, waar Karin enthousiast over praat: ‘We proberen zo veel mogelijk te behouden, met name ook de sfeer. Maar we moeten keuzes maken. Wat doen we bijvoorbeeld met het behang? Welke laag bewaren we? Wij kijken nu aan tegen bruine bloemen uit de jaren twintig van de vorige eeuw. Niet onze smaak, maar het heeft ook wel weer wat. De verschillende lagen zijn trouwens wel netjes gedocumenteerd. Of de tegeltjes bij de kachel. Die vind ik niet mooi maar ze blijven bewaard. Het is steeds kiezen en dat is niet eenvoudig.’

Foto: Hajo Kruijf

Karin en Kees kochten een winkelwoonhuis in het stadje in de Achterhoek. Karin: ‘Gebouwd in 1890, met een handgemaakte winkelinventaris uit 1947. Er is nog veel origineel in het pand. We hebben mevrouw Hassink, de oude eigenares, en Stien die haar jarenlang hielp in de kruidenierswinkel en die later overnam en tot 2004 voortzette, goed leren kennen. Zodoende hebben we ook hun verhalen kunnen optekenen.’

22

| februari 2018

Voor het winkelpand hadden Karin en Kees aanvankelijk geen bestemming: ‘Toen de opening van Open Monumentendag 2016 in Lochem deels bij ons in de winkel plaatsvond, leek dat een mooi moment om de winkel weer een sociale functie te geven. Wij spelen nu ruim een jaar hobbymatig winkeltje. Zoveel als mogelijk, is de winkel aan de Emmastraat 7 op vrijdag en zaterdag open van 10.30 tot 16.00 uur. Iedereen is welkom, ook voor koffie. Als we tijd over hebben dan gaan we ook vrijwilligerswerk doen, onder andere voor Heemschut.’ 


Special

Foto: Erfgoedfoto

Heemschut en waterschapserfgoed Dijkverzwaring bedreigt herkenbaarheid van de waterschapshistorie in Molkwerum, Friesland.

Dit jaar zet Heemschut in op meer aandacht voor het waterschapserfgoed. Onder andere door een kennisbijeenkomst te organiseren voor de Heemschutvrijwilligers, waar relevante informatie gedeeld kan worden. Hierbij een verslag van een onderzoek dat Heemschut liet uitvoeren naar de relatie tussen waterschappen en cultureel erfgoed. Wat zijn de resultaten en wat kunnen we daarmee? Akke de Vries

Aanleiding In 2015 ondertekende Heemschut samen met andere organisaties een oproep aan de waterschappen en hoogheemraadschappen om meer te doen met het eigen erfgoed. Dit deed Heemschut beseffen om ook zelf in actie te komen en te streven naar een beter

en intensiever contact met de waterschappen. Al eerder was in ons tijdschrift een artikel te lezen met een duidelijke boodschap aan Heemschut: zie ook de waterschappen als het werkterrein, want dat is nodig. Een bezoek aan de rubriek ‘Bedreigd Erf-

goed’ op de Heemschut-website leert dat er inderdaad nogal wat water gerelateerd erfgoed is dat aandacht verdient. Het gaat om poldermolens, sluizen en gemalen, maar ook worden een historisch waterschapshuis, een oude dijk en het watersysteem rond een kasteel genoemd. Allemaal erf-

februari 2018 |

23


Special goed in bezit of beheer van waterschappen. Een goede relatie met de waterschappen is wenselijk, want praten over erfgoed kan bijdragen aan een goede omgang met dat erfgoed. Maar in de praktijk blijkt er nog te weinig contact te zijn tussen Heemschut en de waterschappen.

Bewustwording hard nodig Om daar verandering in te brengen is allereerst bewustwording nodig. Nog te weinig wordt beseft dat ook waterbeheerders te maken hebben met cultuurmonumenten. Als waterbeheerder voeren de waterschappen regelmatig werkzaamheden uit. Denk bijvoorbeeld aan onderhoud van sluizen, het sterker maken van dijken en het verbreden van kanalen. Bij dit soort projecten is vaak ook erfgoed betrokken. Heemschut ziet een taak om in een zo vroeg mogelijk stadium betrokken te raken bij dergelijke waterschapsprojecten. En wel om in een vroeg stadium aandacht te vragen voor het belang van het erfgoed. Makkelijker gezegd dan gedaan: hoe geef je dat handen en voeten? Om dit goed op te pakken is het in ieder geval belangrijk om geïnformeerd op pad te gaan. En te weten hoe de waterschappen zich verhouden tot cultureel erfgoed. Voorjaar 2017 gaf Heemschut aan onderzoeksbureau De Waterfabriek de opdracht om dat uit te zoeken en een praktisch basisdocument op te stellen waarmee de Heemschutcommissies aan de slag kunnen. Het resultaat is het rapport met de titel Erfgoedvereniging Heemschut en waterschaps­ erfgoed, een verkenning uit juli 2017. In het rapport staat basisinformatie over 21 van de 22 waterschappen die Nederland rijk is. Het waterschap Blija Buitendijks is buiten beschouwing gelaten, omdat het hier gaat om een onbewoond buitendijks gelegen gebied. Voor ieder waterschap is een tabel samengesteld met contactgegevens, in welke provincie(s) het waterschap werkzaam is, informatie over toegankelijkheid van het erfgoed, het erfgoedbeleid van het waterschap en wat actueel is met betrekking tot dat erf-

24

| februari 2018

provincie

aantal waterschappen

Groningen

3

Friesland

4

Drenthe

4

Overijssel

4

Gelderland

4

Flevoland

1

Utrecht

4

Noord-Holland

3

Zuid-Holland

7

Zeeland

1

Noord-Brabant

4

Limburg

1

erfgoed verhouden. Als graadmeter voor de aandacht van een waterschap voor het eigen erfgoed is gekeken naar wat een waterschap laat zien op de eigen website over het erfgoed. Daarbij vallen een aantal zaken op. Ten eerste: wat is erfgoed volgens de waterschappen? Erfgoed is een breed begrip en wordt door de waterschappen verschillend ingevuld. Erfgoed is niet alleen opgevat als het ruimtelijk erfgoed (gebouwen, landschappen, monumenten, objecten en structuren zowel bovengronds als ondergronds), maar ook het historisch archief en het roerende erfgoed (de collectie historische voorwerpen, zoals werktuigen en de inventaris van een waterschapshuis) vallen onder dat erfgoed. Aan deze drie categorieën wordt door de waterschapppen op de website op verschillende manieren aandacht besteed. Er zijn daarbij opvallende verschillen tussen de waterschappen. Als er aandacht is voor het ruimtelijke erfgoed gaat dat voornamelijk over gebouwde objecten. Sommige waterschappen besteden ook aandacht aan landschappelijke structuren zoals sprengenstelsels, beken, rivieren, wielen en kolken (waterschap Vallei en Veluwe, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, waterschap Amstel, Gooi en Vecht).

Figuur 1 Aantal waterschappen per provincie. Bron: rapport Erfgoedvereniging Heemschut en waterschapserfgoed – een verkenning

goed. Er is ook een overzicht per provincie gemaakt, omdat in de meeste provincies meer dan één waterschap verantwoordelijk is voor het waterbeheer. In de provincie Zuid-Holland zijn bijvoorbeeld maar liefst zeven waterschappen werkzaam. (Figuur 1) Verder zijn in het rapport teksten over waterschappen en waterschapserfgoed en over Heemschut en waterschapserfgoed opgenomen. Voorts bevat het een stappenplan met praktische tips voor een aanpak.

Historisch archief

Informatie over erfgoed op de website van Dan wat betreft de informatie over het historisch archief met vele documenten en Waterschap en cultureel erfgoed waterschappen kaartmateriaal. Ook voor het waterschap Uit de verzamelde gegevens komt een beeld zelf is het van belang om een makkelijke

naar voren hoe de waterschappen zich tot

historisch archief

roerend erfgoed

ruimtelijk erfgoed

2

6

8

8 13

7

19

eigen beheer, info elders, info

info

geen info

elders, geen info

Figuur 2 Informatie over erfgoed op de website van de waterschappen.

info

geen info


Bron Stichtse Rijnlanden

Special

Bezoekerscentrum Dijkhuiscomplex Jaarsveld.

en rechtstreekse digitale toegang te hebben. Als de informatievoorziening op orde is, kunnen planvormers immers snel controleren hoe de historische situatie in het plangebied was. Acht waterschappen beheren zelf het historisch archief en hebben dat goed ontsloten. De overige waterschappen hebben het archief elders ondergebracht. Van die overige dertien waterschappen hebben zes waterschappen geen informatie op de website over het historisch archief. (Figuur 2) Twee waterschappen (Waterschap Hollandse Delta en het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier) hebben op de website informatie opgenomen over de collectie roerend erfgoed. Deze collecties zijn digitaal ontsloten. (Figuur 2) Ten tweede: weet een waterschap wat het

aan gebouwd erfgoed in huis heeft? De meeste waterschappen, op twee na, hebben het gebouwde erfgoed laten inventariseren. Deze inventarisaties zijn vaak de basis voor de digitale informatie over het gebouwde erfgoed. Toch ontbreekt informatie over het ruimtelijke erfgoed op de website van acht waterschappen. (Figuur 2)

Ruimtelijk erfgoed Ten derde: is informatie over ruimtelijk erfgoed makkelijk te vinden op de websites van waterschappen? Dat is heel verschillend. Drie waterschappen presenteren het erfgoed op een interactieve kaartlaag meteen op de startpagina van de website Noorderzijlvest, Hunze en Aa’s en Schelde­ stromen. Andere waterschappen bieden

informatie over monumentale objecten en erfgoed aan onder tabbladen met titels als: organisatie, over ons, ons werk, kennis en informatie, leren over water, water beleven, recreatie, genieten van het water of mooie plekjes kijken. Op de websites van acht waterschappen is geen informatie over ruimtelijk erfgoed te vinden. Twee waterschappen (Wetterskip Fryslân en het Waterschap Rijn en IJssel) hebben de informatie op een separate erfgoedwebsite ondergebracht.

Communicatiemiddel Ten vierde: hoe zetten waterschappen cultuurmonumenten in als een communicatiemiddel naar het publiek? Ook dat geeft een indruk van de mate waarin waterschappen

februari 2018 |

25


Special

Dierense Sluis is in onbruik en raakt verder in verval. Bescherming is hard nodig.

zich bewust zijn van het eigen erfgoed en de kansen die dat biedt. Onderzocht is wat de waterschappen doen met de fysieke presentatie van erfgoed, dat wil zeggen het openstellen voor publiek van hun cultuurmonumenten. Dat kan permanent zijn georganiseerd, bijvoorbeeld in de vorm van een bezoekerscentrum met vaste openingstijden of een bezoek op afspraak. Of incidenteel als een gebouw opengesteld is tijdens bepaalde evenementen. Voor deze verkenning is nagegaan of waterschappen meedoen aan de landelijk georganiseerde Open Monumentendag. Ook hier blijken de verschillen tussen de waterschappen groot. (Figuur 3) Het Hoogheemraad-

schap de Stichtse Rijnlanden beschikt over een bezoekerscentrum, het Dijkhuiscomplex Jaarsveld. Het Friese waterschap heeft bij het Ir. D.F Woudagemaal een bezoekerscentrum ingericht.

Is er erfgoedbeleid? Ten vijfde: hebben waterschappen eigenlijk beleid voor erfgoed gemaakt? Ja, ten dele, maar de meeste waterschappen niet. Sommige waterschappen hebben al jaren terug erfgoedbeleid opgesteld (onder andere Waterschap Hunze en Aa’s in 2005, Waterschap Amstel, Gooi en Vecht in 2011). Andere waterschappen hebben het beleid geactualiseerd (Hoogheemraadschap Rijnland en Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden). Andere waterschappen werken daar inmiddels aan. Bij sommige waterschappen is het er niet van gekomen. Er zijn wel inventarisaties uitgevoerd die als vertrekpunt voor het opstellen van beleid moesten dienen. Aan enkele inventarisaties is een waarderingsystematiek gekoppeld voor de omgang met erfgoed. Die waardering is dan soms doorvertaald naar een investeringssystematiek. Elk waterschap doet het op de eigen manier.

e presentatie waterschapserfgoed: ame waterschappen Open Monumentendag Open Monumentendag

8 13

ja

nee

Figuur 3 Fysieke presentatie waterschaps­ erfgoed: deelname waterschappen Open Monumentendag

26

| februari 2018

Leerpunten uit de verkenning De opzet van de verkenning is om een prak1 tische bijdrage te leveren in het opbouwproces dat Heemschut in gaat naar een con-

structieve relatie met de waterschappen. Uit de verkenning blijkt dat erfgoed door elk waterschap op een eigen wijze benaderd wordt. Het zal tijd en energie vergen om goed vat te krijgen op de verschillende bedrijfsculturen ten aanzien van erfgoed. Provinciegrenzen en waterschapsgrenzen zijn niet hetzelfde. Bovendien zijn in een aantal provincies meerdere waterschappen werkzaam. Dat besef is van belang voor de verschillende Heemschutcommissies. In het ene deel van de provincie geldt een andere erfgoedaanpak dan in het andere. De verkenning geeft een eerste indruk van wat waterschappen hebben met cultureel erfgoed. Het vraagt ook tijd om erachter te komen hoe de werkprocessen bij de waterschappen in de praktijk verlopen. Acht waterschappen willen in ieder geval graag kennismaken met Heemschut. Het begin is er, nu is Heemschut zelf aan zet.  Akke de Vries is eigenaar van onderzoeksen adviesbureau De Waterfabriek - voor erfgoedvragen.

De uitkomsten van het onderzoeksrapport Erfgoedvereniging Heemschut en waterschapserfgoed- een verkenning zijn als eerste aangeboden aan de Unie van Waterschappen, de koepelvereniging voor Waterschappen in Nederland. Vervolgens is het rapport gedeeld met de betrokkenen vanuit de waterschappen en aangeboden aan de verschillende besturen van de waterschappen. Onze dertien Heemschut-commissies hebben het onderzoek inmiddels ook ontvangen met de vraag om aan de hand van de bevindingen met de waterschappen contact te zoeken. Deze informatie en uitkomsten publiceren we ook om andere belanghebbenden breder te informeren. Voor reacties en informatie over het rapport kunt u contact opnemen met pfeiffer@heemschut.nl.


Gastcolumn

Met erfpacht sloop te lijf Het onderwerp erfpacht houdt de gemoederen in mijn stad Den Haag nog steeds bezig. Het gaat dan meestal over de vraag of het in erfpacht houden van grond door de gemeente nog wel van deze tijd is. Ik wil het in deze column over een bijzondere vorm van erfpacht hebben die van belang kan zijn bij het behoud van cultuurhistorisch erfgoed. En dan hebben we het niet over de grond onder de gebouwen, maar over de gebouwen zelf.

Peter Bos is fractievoorzitter van de Haagse Stadspartij

Op 12 december 2017 sloot wethouder Joris Wijsmuller (Haagse Stadspartij) een erfpachtovereenkomst met een stichting die de Buitenplaats Ockenburgh gaat exploiteren. De stichting heeft zich jarenlang ingezet voor behoud van het vervallen 17de-eeuwse rijksmonument bestaande uit een landhuis met bijgebouwen en een groot erf. Lange tijd zag het ernaar uit dat een projectontwikkelaar de buitenplaats zou kopen en er een hotelcomplex met nieuwbouw zou komen. Buurtbewoners hebben zich hiertegen verzet en met succes een alternatief plan ontwikkeld om van de buitenplaats een sociaal-culturele ontmoetingsplek te maken. Het grote struikelblok bleek de financiering. Want zie maar eens als buurtinitiatief het geld op te hoesten om zo’n groot pand te kopen en te verbouwen. In Den Haag hebben we bedacht dat de gemeente als eigenaar van het pand ook kan kiezen voor een erfpachtconstructie in plaats van een traditionele verkoop van het pand. Dat houdt in dat de stichting niet in één keer een enorm bedrag op tafel hoeft te leggen, maar jaarlijks een erfpachtcanon betaalt. Deze bedraagt in 2018 dankzij de huidige lage rentestand 1,5% van de waarde van het onroerend goed. De erfpachtconstructie heeft zijn nut al vaker bewezen. De voormalige HBS aan de Waldeck Pyrmontkade is in 2002 door de gemeente in erfpacht uitgegeven aan een stichting die het pand nu als creatief woon-werkpand exploiteert onder de naam Grote Pyr. De erfpachtconstructie kwam in beeld toen bleek dat geen enkele bank bereid was om aankoop en renovatie te financieren. De Grote Pyr is uiteindelijk gerenoveerd en het gemeentelijke monument biedt momenteel huisvesting aan vijftig bewoners en vijftien creatieve bedrijven. Een ander pand dat gered is dankzij een erfpachtconstructie is Maakhaven. Het gaat hier om de voormalige Centrale Werkplaats van Shell in Laakhaven. Een prachtig industrieel pand met een karakteristiek zaagtand dak dat gesloopt dreigde te worden. De kunstenaars en ambachtslieden die in het pand waren getrokken, maakten een reddingsplan dat nu wordt uitgevoerd, mede dankzij een erfpachtconstructie. Wat mij betreft gaan we dit vaker doen in Den Haag. Op deze manier slaan we twee vliegen in een klap: cultuurhistorisch erfgoed blijft behouden en maatschappelijke initiatieven krijgen zo meer kans op de vastgoedmarkt. 

februari 2018 |

27


Vrijwilliger op stap

Lee Vos, Heemschut Limburg

Het Nationaal Landschap ZuidLimburg wordt steeds schraler Jephta Dullaart

Lee Vos bij de Volmolen vlakbij Epen in het Geuldal.

28

| februari 2018

Foto’s: Jephta Dullaart


Voor veel Nederlanders voelt Zuid-

joenen bezoekers. Toch wordt dit

van vier kernkwaliteiten stelde Wageningen een raamwerk op voor de ontwikkeling van het landschap. Alle stakeholders schaarden zich achter deze visie, behalve de Limburgse Land - en Tuinbouwbond. De LLTB was tegen de hectareclaims op landbouwgrond en wist hier succesvol tegen te lobbyen. ‘Hun standpunt is er mede de oorzaak van dat de breed gedragen Landschapsvisie Zuid-Limburg al tien jaar in de onderste provinciale la ligt', aldus Vos.

wijzen op details in het landschap. ‘Een van de kernkwaliteiten van het Heuvelland is het schaalcontrast van zeer open naar besloten’, legt Vos uit. ‘De dalen hebben een besloten karakter en zijn rijkelijk gestoffeerd met landschapselementen zoals graften, holle wegen, hoogstamboomgaarden en heggen, terwijl de hogere plateaus open zijn. In de afgelopen vijftig jaar zijn tal van deze karakteristieke elementen verdwenen, waardoor het landschap steeds minder inhoud heeft gekregen’.

lieflijke vakantielandschap serieus

Zwarte vlaggen

Keuzes maken

Vos neemt mij mee naar de plek waar het voor hem allemaal begon, de Volmolen in het Geuldal bij Epen. ‘De aankoop van deze watermolen met omringende gronden langs de Geul was mijn eerste project dat ik als aankomend districtsbeheerder van Natuurmonumenten deed. Het was burgemeester Ficq die deze prachtige plek onder onze aandacht bracht. Bij de start van de Aktie Geuldal (1977) demonstreerden boeren met zwarte vlaggen tegen de aankoop van agrarische gronden door natuurbeschermingsorganisaties. Zij zagen dit als het begin van het einde van hun broodwinning. Nu veertig jaar later kunnen de meeste boeren niet ontkennen dat zij nu enorm profiteren van het natuurtoerisme’. Vos doet weinig moeite om zijn licht cynische ondertoon te verbergen. ‘Helaas heb ik mijn geloof in een constructieve dialoog met de boeren over verantwoord landschapsbeheer in de afgelopen periode grotendeels verloren.’ Vos vraagt zich af waar de verantwoordelijkheid van de boer voor een aantrekkelijk landschap eindigt en vanaf waar de financiële ondersteuning vanuit de gemeenschap om extra kwaliteiten te behouden, begint. ‘Ik vind dat het tijd wordt voor een stevige discussie over maatschappelijke participatie van boeren. Wat verstaan we onder een goede landbouwpraktijk? Landbouwgrond is niet alleen een productiemiddel, het is onze leefomgeving die voor iedereen betekenis heeft’.

Al rijdende vertelt Vos meer over de kernkwaliteiten van het Heuvelland. ‘Naast het contrast tussen het geslotene in de dalen en de openheid van de plateaus, zijn het groene karakter, de aanwezigheid van reliëf en het element cultuurhistorie de pijlers van het landschap’. We stoppen even bij een plek waar dit laatste aspect een behoorlijke knauw heeft opgelopen. Vlak naast de grootste vakwerkboerderij van Nederland, de Dorphof in Epen, is een grote melkvee-stal gebouwd. Voor Vos is dit exemplarisch voor het gebrek aan visie en daadkracht bij de provinciale bestuurders. ‘De belangen vanuit recreatie en toerisme, die behoud en herstel van het kleinschalige karakter van het landschap voor ogen hebben en het gebruik van datzelfde landschap als productiemiddel door de agrarische sector staan vaak op gespannen voet. Het is aan bestuurders om hier duidelijke keuzes in te maken. Je kan niet én boeren alle ruimte geven om megastallen te bouwen en tegelijk de landschappelijke schoonheid omwille van de toeristische aantrekkingskracht behouden. Net zoals bij de uitbreiding van het aantal vluchtbewegingen van Maastricht - Aachen Airport. Als er straks om de vijf minuten een vliegtuig over het Geuldal raast, is het gedaan met de rust en de toeristen.’

Limburg als 'buitenland'. Het zacht glooiende landschap, de witte vakwerkhuizen en Bourgondische levenssfeer trekken jaarlijks mil-

bedreigd. Lee Vos, luidt de noodklok: 'Limburg is de kip met de gouden eieren aan het slachten'. Meer dan vijfentwintig jaar geleden werd Vos via oud-burgemeester Jan Ficq (19232005), die zich als lid van Heemschut met volle overgave inzette voor het behoud van watermolens in Limburg, bij de provinciale commissie binnengeloodst. Sindsdien voeren hij en Heemschut Limburg een kruistocht tegen de verloedering van het Limburgse Heuvellandschap.

Onder in de la Vos: ‘Eli Heimans repte in zijn Uit Ons Krijtland (1911) als eerste over het behoud van de landschappelijke kwaliteiten van ZuidLimburg. In 1980 werd in het eindadvies aan de Tweede Kamer voorgesteld om de twintig Nationale Landschappen, waaronder Heuvelland Zuid-Limburg, binnen een periode van tien à twintig jaar te realiseren. Sinds de aanwijzing is er weinig gebeurd om het Nationaal Landschap Zuid-Limburg veilig te stellen. Sterker nog: het sluipende proces van aftakeling werd versterkt door de landinrichtingsprojecten Ransdalerveld, MergellandWest, Mergelland-Oost en Centraal Plateau.’ In opdracht van de provincie Limburg ontwikkelde de Universiteit Wageningen in 2007 een landschapsvisie voor het Nationaal Landschap Zuid-Limburg. Aan de hand

Stoffering van het landschap Tijdens onze tocht door het Mergelland zet Vos regelmatig zijn auto aan de kant om te

Tentenlandschap Maar met een keuze voor toerisme ben je er nog niet. Vos vertelt dat het Geuldal er ’s zomers heel kleurrijk uitziet door allerlei tenten en caravans. ‘Het begon allemaal kleinschalig met vijf tentjes en een camper

februari 2018 |

29


Vrijwilliger op stap die konden overnachten op het erf van de boer. De regels zijn versoepeld waardoor nu hele campings in het landschap verrijzen’. Is dit wat je wilt, vraagt Vos zich af? De vraag stellen is hem beantwoorden. Tenten en caravans verdwijnen vanzelf als het weer kouder wordt. Dat geldt echter niet voor de volop in opmars zijnde vakantiebungalowparken die in toenemende mate op voormalige kampeerterreinen gerealiseerd worden. Vos: ‘Terug naar de tijd van Eli Heimans van rond 1900 is onmogelijk, maar een integrale visie op behoud, ontwikkeling en beheer van de landschappelijke kwaliteiten in ZuidLimburg is van levensbelang voor deze regio.’

Nationaal belang

De gevolgen van de ruilverkaling zijn goed zichtbaar in het Ransdalerveld. In vergelijking met het landschap van het Geuldal (foto hieronder) heeft het Ransdalerveld zijn kleinschaligheid verloren door een verlies aan landschapselementen zoals graften en stukjes bos op de top van de hellingen. Door egalisatie van de landbouwgrond is een deel van het micro reliëf teniet gedaan. Het uiteindelijke resultaat is een schraler landschap.

Vos vindt dat de sluipende aantasting van het Limburgse Heuvelland zeker ook landelijk aandacht verdient: ‘Heel Nederland gaat met vakantie of doet een weekenduitje in Zuid-Limburg. Daarom is de commissie bezig met de oprichting van een comité van aanbeveling voor het Nationaal Landschap Zuid-Limburg waarin ook, nee juist ‘Hollanders’ acte de présence moeten geven. Pas als niet-Limburgers aan de alarmbel trekken, beginnen Limburgers zich achter hun oor te krabben. Daarom starten we dit jaar met een campagne die laat zien hoe het landschap in de afgelopen decennia verschraald is en welke consequenties dat zal hebben voor de streek die we allemaal zo prachtig vinden. Voor de gemiddelde bezoeker en inwoner lijkt Zuid-Limburg nog steeds op het mooie Heuvelland van decennia geleden, maar schijn bedriegt’. Heemschut Limburg vindt dat het provinciaal bestuur een nadrukkelijke en overtuigende regierol in het Nationaal Landschap ZuidLimburg zal moeten spelen. ‘Omdat een gezaghebbende autoriteit met hoogstaande input ontbreekt, is het ieder voor zich en God voor ons allen. Laten we er samen alles aan doen om te voorkomen dat in dit verweesde landschap de markt het machtsvacuüm vult.’  Wilt u reageren? Stuur een mail aan leevos@outlook.com

30

| februari 2018


Verenigingsnieuws NIEUWE LEDEN 4e KWARTAAL 2017

Heemschut heet de volgende nieuwe leden van harte welkom: De heer H.H. Alderen. Aalsmeer Mevrouw C. Koldeweij, Amsterdam De heer J. Huisman, Rouveen De heer J.D. Paar, Amersfoort Mevrouw L. van der Giessen, Rotterdam De heer G.T. Vijn, Hilversum Mevrouw B.T.M. Koppe, ’t Zandt Mevrouw C. Dekker, Meppel Mevrouw I. Stoffijn, Heinkenszand De heer B.F.L. Zandbergen, Kampen De heer D. Nienhuis, Grou Mevrouw M. Jager, Deventer De heer J. Schiphof, Schalsum Mevrouw R.C.M. Kamsma, Leeuwarden De heer R. van der Spek, Amstelveen De heer R.P. Baayen, Zeist De heer K. Louwerse, Goes De heer N. de Vreeze, Amsterdam Mevrouw A. van Alphen, Amersfoort De heer A. Goos, Breda De heer G.J. van Lookeren Campagne, Rotterdam De heer B. van Hattem, Hellevoetsluis De heer H. van Gugten, Monnickendam De heer D.J. van Dijl, Eindhoven De heer K. Das, Leiden De heer G.J. Hartenberg, Haarlem De heer E. Baas, Ridderkerk De heer R.T. Oost, Urk De heer W.M.C.C. Willems, Zwolle De heer A.J. Beijersbergen, Wassenaar Mevrouw I. Gontar, Groningen Mevrouw E. Splinter, Amsterdam Mevrouw S. Lammers, Zeist De heer T. Schilperoord, Den Haag De heer W. Klein, Lochem De heer J. Prins, Heemskerk De heer N.W. Goldhoorn, Arnhem

Bent u nog geen lid van Heemschut? Of zoekt u een leuk cadeau idee? Word dan lid of maak iemand uit uw vriendenkring lid. Als dank krijgt u Het Monumentenboek (winkelwaarde € 14,95) cadeau. Ga naar www.Heemschut.nl/doe-mee en meldt u aan.

Algemene Vergadering van Leden De jaarlijkse Algemene Vergadering van Leden van erfgoedvereniging Bond Heemschut zal plaats vinden op vrijdag 1 juni aanstaande. Alle leden worden van harte uitgenodigd deze vergadering bij te wonen. De vergadering zal dit jaar worden gehouden in het Stadhuis van Leeuwarden. Het middagprogramma bestaat uit een bezoek aan een of meer bijzondere locaties in de stad. Leeuwarden is verkozen tot Culturele Hoofdstad van Europa 2018. Op de agenda staan onder andere de vaststelling van de jaarrekening 2017, de presentatie van het jaarverslag 2017, benoemingen en herbenoemingen. Ook zal het voorstel voor de bestuurlijke vernieuwing en de daarbij behorende voorstellen voor wijziging van de Statuten en Reglementen worden toegelicht en besproken. De formele vaststelling hiervan zal plaatsvinden in een speciale AVL die naar verwachting direct aansluitend zal plaatsvinden. Op de website vindt u het concept-verslag van 16 juni 2017. Via onze website en de digitale nieuwsbrief - die voor leden zonder emailadres ook in een papieren versie beschikbaar is - houden wij u, indien u zich hiervoor heeft aangemeld, nader op de hoogte van de mededelingen over de AVL. U kunt zich nu vast aanmelden voor deze vergadering via kampen@heemschut.

nl, waarna wij u tijdig de agenda en bijbehorende stukken zullen doen toekomen. Indien u zich nog niet heeft aangemeld voor onze digitale nieuwsbrief volstaat het sturen van een email naar bovenstaand adres, of een telefoontje naar 020- 622 52 92 op maandag, dinsdagochtend of donderdag. 

Kennisbijeenkomsten Heemschut organiseert in 2018 vier kennisbijeenkomsten voor leden. Deze staan open voor vrijwilligers, maar ook voor leden en andere belangstellenden. De eerste kennisbijeenkomst wordt dit voorjaar georganiseerd samen met Stichting De DonderbergGroep en heeft als thema: Vermaaksarchitectuur: een introductie op een ondergeschoven thema. Locatie: pretpark De Waarbeek, Twekkelerweg 327, Hengelo, www. waarbeek.nl. Voor vervoer vanaf Hengelo CS naar het pretpark wordt gezorgd. De eerste bijeenkomst vindt plaats op vrij­dag 6 april vanaf 11.00 uur. Nadere informatie is te vinden op www.heemschut.nl, facebook en de digitale nieuws­-brief.

AVL in verband met statutenwijziging Eerder bent u via ons tijdschrift op de hoogte gesteld van het traject rond de bestuurlijke vernieuwing van Heemschut. Tijdens een bijeenkomst voorafgaand aan de Nieuwjaarsreceptie op vrijdag 12 januari j.l. heeft u als lid kennis kunnen nemen van de plannen voor deze bestuurlijke reorganisatie en opmerkingen kunnen meegeven. Thans wordt gewerkt aan de uitwerking van de plannen, die moeten resulteren in een aanpassing van statuten en reglementen.

Dit zal naar verwachting uitmonden in een speciaal deel van de Algemene Vergadering van Leden, aangezien de huidige statuten voorschrijven dat u speciaal hiervoor wordt bijeengeroepen. Deze vergadering is vooralsnog gepland op 1 juni, direct aansluitend aan de jaarlijkse, gewone AVL. U kunt zich ook voor deze vergadering aanmelden conform de hierboven aangegeven procedure. Alle stukken komen beschikbaar op de website. 

februari 2018 |

31


Foto’s: Theo Wortel

De straat

Hoofdstraat Apeldoorn fraaier door gevelfonds De gemeente Apeldoorn heeft een effectieve manier gevonden om ondernemers enthousiast te maken voor erfgoed. Het drie jaar geleden ingevoerde gevelfonds werkt zo goed dat het volgens Heemschut in andere gemeenten navolging verdient. Maar het fonds functioneert vooral dankzij enthousiaste ambtenaren. Theo Wortel

Rudy Wolfkamp, ruim tien jaar adviseur onderhoud en restauratie bij de gemeente Apeldoorn, is zo’n enthousiasteling. De Veluwse gemeente telt 160.000 inwoners, van wie 140.000 in de stad Apeldoorn. Tij-

32

| februari 2018

dens een wandeling door de Hoofdstraat een van de langste winkelstraten van Nederland - wijst hij wel dertig gevels aan die met hulp van het fonds zijn verfraaid. Op zijn tablet tovert hij de treurigstemmende

foto’s erbij van de oude situatie. Vooral de gevelplaten uit de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw zijn lelijk. Met lichtbakken en luifels werden de oorspronkelijke gevels uit vroegere jaren volledig verhuld.


De Stichting Apeldoornse Monumenten (SAM), een 100% vrijwilligersorganisatie, zet zich sinds 1987 in voor behoud van monumentale panden in Apeldoorn. De SAM is een enthousiaste ambassadeur van het gemeentelijke gevelfonds. Bij sommige gevelrestauraties werkt de SAM intensief samen met de gemeente. Meer over de SAM is te lezen op www.apeldoornsemonumenten.nl. In Apeldoorn zijn ook nog actief de Vereniging Oud-Apeldoorn en de Stichting Erfgoedplatform Apeldoorn.

Met als gevolg dat de winkelpui geen relatie meer had met de overige verdiepingen van het gebouw. Wolfkamp benadrukt meteen dat adviseur cultuurhistorie Annemarie Mascuñan en stedenbouwkundige Doesjka Majdandzic minstens zo actief zijn als hij. En dat ook andere ambtenaren in het stadhuis van Apeldoorn hard meedoen om het fonds tot een succes te maken.

Enthousiaste ondernemers Het fonds begon officieel in 2014 met 170.000 euro voor twee jaar. Die waren na negen maanden op. Inmiddels is 370.000 euro gebruikt. Het gevelfonds wordt zonder problemen aangevuld. Wolfkamp: ‘Ook

Rudy Wolfkamp bij een van de gevels in de Hoofdstraat.

de politiek staat volledig achter het fonds. Iedereen ziet hoe goed het werkt.’ Maar, waarschuwt hij, het is niet alleen het fonds. ‘Je moet er ook actieve en enthousiaste mensen bij hebben. Een paar die de kar trekken.’ Onofficieel waren Wolfkamp en zijn twee collega’s overigens al tien jaar bezig met een vergelijkbare aanpak. ‘We stuurden bijvoorbeeld bij als monumenten aan onderhoud toe waren.’ ‘De bijdrage van het gevelfonds, maximaal 10.000 euro, is een binnenkomertje’, stelt Wolfkamp. Veel belangrijker is het gesprek dat volgt tussen deskundige ambtenaren en steeds enthousiaster wordende ondernemers en eigenaren. De gemeente Apeldoorn denkt volop mee hoe de winkelpui mooier gemaakt kan worden. Dat ligt soms in kleine dingen. Annemarie Mascuñan duikt in het verleden om te laten zien hoe ze er ooit uitzagen. Het drietal werkt zo snel dat de vaart erin blijft. Samen komen ze tot een plan dat naar verwachting snel een vergunning krijgt.

Snel resultaat De adviseurs en stedenbouwkundige wachten niet in het stadhuis af tot mensen naar de gemeente komen voor een gevelsubsidie. ‘We gaan actief naar winkeliers toe om te vragen of ze plannen hebben hun pui te veranderen.’ Daarnaast houden ze in de gaten wat er in de stad gebeurt. Wordt er al aan een gevel gewerkt, dan informeren ze altijd naar het eindresultaat. Ze kunnen de kwaliteit ook dan nog verbeteren. Soms onder de druk dat de regels ook afgedwongen kunnen worden. Wolfkamp vindt het mooie van het gevelfonds dat je direct resultaat ziet. ‘Nu investeren en volgende maand is het soms al klaar.’ Dat vereist wel dat de gemeente er altijd vaart achter zet. ‘Ik zit regelmatig in het weekeinde voor het gevelfonds te werken’, bekent de restauratie-adviseur. ‘Maar dat heb ik er graag voor over.’ Hoewel er nog genoeg gevels beter kunnen - Wolfkamp wijst aan waar hij binnenkort langs wil - is de Hoofdstraat van Apeldoorn een prettige straat om met erfgoedblik in

Ook huurders van winkelpanden in Apeldoorn laten hun gevel verfraaien. Aanleiding was een lichtbak die naar beneden kwam, herinnert onderneemster Laura Visser van het Kaaslokaal zich. Zij en haar moeder Hilde waren meteen enthousiast toen Rudy Wolfkamp vertelde over het gevelfonds. Achter lelijke platen kwam een mooie houten winkelpui tevoorschijn. Die heeft een uitstraling waar zij en hun klanten nog steeds blij van worden.

te lopen. Wolfkamp: ‘De mensen steken elkaar aan. Heeft de buurman een mooie gevel dan wil de omgeving ook.’ Opmerkelijk is overigens dat vooral de winkelpuien van niet-monumenten mooier gemaakt worden. Daarnaast zijn het niet alleen kleine ondernemers die meedoen. De eerste winkel die geld kreeg uit het Apeldoornse gevelfonds was Miss Etam. Ook winkelketen Rituals liet in een vroeg stadium de etalage aanpakken.

Europa Nostra Apeldoorn dingt met zijn gevelfonds mee naar de Europa-Nostraprijs. Die wordt in juni 2018 in Berlijn uitgereikt. Wolfkamp: ‘Als we winnen, organiseren we een congres waarop we onze aanpak als voorbeeld stellen voor andere gemeenten.’ Onder andere Rheden, Velp, Rhenen en Hilversum toonden al belangstelling. Daarnaast zijn er gemeenten die een vergelijkbaar fonds hebben. Zelfs bekende stedelijke ontwerpers zijn onder de indruk van het fonds. Ze brengen het concept onder de aandacht van andere Europese steden. 

februari 2018 |

33


Luchtwachttorens kunstwerken en landmarks Komen de Russen eraan? Tijdens de Koude Oorlog was dat een prangende vraag en Nederland werd overdekt met een netwerk van uitkijkposten, waar het Korps Luchtwachtdienst het luchtruim afspeurde naar vijandelijke vliegtuigen. Van de 138 speciaal gebouwde luchtwachttorens resten er negentien, die vaak in slechte staat verkeren. De restauratie van de toren bij het Groninger Warfhuizen was dan ook aanleiding voor een feestje. Eric LeGras

Luchtwachtoren 701 staat er wat verloren bij in het vlakke Groningerland. Dat heeft als voordeel dat je na een kleine klimpartij een goed uitzicht hebt, niet alleen op het omringende platteland maar ook op het luchtruim. En daar ging het om: vrij uitzicht en de mogelijkheid om vliegtuigen al van ver te horen aankomen. Of er van luisteren veel terecht kwam is de vraag. De wind in Groningen kan onbarmhartig en luidruchtig zijn. In de herfst en de winter was het ook nog koud en voor de luchtwachters was er daarom een schuilhokje ingericht. Naast de apparatuur voor het bepalen van de koers van naderende vliegtuigen, was en is dat de enige voorziening op de 15,5 meter hoge toren.

Foto’s: Eric LeGras

Prefab elementen

34

| februari 2018

Ook de rest van het gebouw straalt eenvoud uit. ‘Alles was gericht op snel en goedkoop bouwen’, vertelt Frederik Schrik, die als bouwkundige bij het Ministerie van Defensie was betrokken bij het onderhoud van de luchtwachttorens: ‘Ze zijn in het midden van de vorige eeuw, de tijd van de Koude Oorlog, ontworpen door architect Marten Zwaagstra


Flinke ingrepen Een medewerker van het aannemersbedrijf licht toe hoe er gerestaureerd is: ‘We hebben de toren verstevigd met een staalconstructie, betonrot hersteld, de trappen vernieuwd, bouten en raatleggers vervangen en nieuw prikkeldraad aangebracht om ongewenst bezoek buiten te houden.’ Hij kijkt tevreden naar het resultaat: ‘Bezoekers kunnen nu weer veilig naar boven.’ Financiële overwegingen zullen ook een rol hebben gespeeld bij de restauratie. Die kostte een kwart miljoen euro, maar daarna moesten het onderhoud en het beheer van de toren nog zeker gesteld worden. De stichting Het Groninger Landschap heeft die taken op zich genomen. Directeur Marco Glastra: ‘Normaal doen we dat alleen bij rijksmonumenten en luchtwachttoren 701 is dat niet. Maar dit is natuurlijk wel een landmark, een kunstwerk en een belangrijk deel van ons militaire erfgoed. Daarom zijn we deze keer van die regel afgeweken.’

Eenzaam in het landschap en opgetrokken uit prefab elementen van gewapend beton, die zijn geproduceerd bij de NV Schokbeton in Kampen. Die zie je bijvoorbeeld ook in schuurtjes uit die tijd.’ Andere torens, onder andere in ZeeuwsVlaanderen, staan er minder goed bij, zegt Schrik: ‘Gelukkig is de toren van Warfhuizen nu weer bestand tegen weer en wind en eventueel vandalisme. Dat waren deze torens eigenlijk altijd al. De constructie was stevig en met vandalisme hielden we destijds ook al rekening.’ Namens Heemschut Groningen is Pier Bosch naar de feestelijke opening gekomen. Heemschut, zegt hij, was niet direct betrokken bij de restauratie: ‘Dat was in dit geval ook niet nodig.’ Bosch is vooral blij met de restauratie, maar heeft ook kanttekeningen: ‘Aan de onderkant van de toren zijn gladde betonplaten gebruikt. Die passen niet echt bij het ruwere beton dat je hogerop ziet. En er stonden hier bosjes, die als camouflage dienden. Ik hoop dat die weer terugkomen.’

De toren wordt opengesteld voor het publiek. Glastra: ‘Maar alleen na afspraak en onder begeleiding. Een groep vrijwillige ‘luchtwachters’ met onder andere mensen uit de omgeving, gaat dat verzorgen. Voor-

Aan het begin van de Koude Oorlog was de radarapparatuur nog niet in staat om laagvliegende vliegtuigen te detecteren. In Nederland werden daarom 276 luchtwachtposten ingericht, waar leden van het Korps Luchtwachtdienst vijandelijke vliegtuigen moesten spotten. De ene helft van die posten was gevestigd op bestaande gebouwen zoals fabrieken, de andere op 138 speciaal gebouwde luchtwachttorens. Veel van die torens zijn gesloopt, maar er resten er nog negentien. Enkele hebben de status van rijksmonument gekregen. Het zijn kunstwerken en militair erfgoed tegelijk.

zieningen zoals horeca komen er niet. Wat ons betreft blijft de toren eenzaam in het Groningerland staan.’ Al met al is Pier Bosch positief over de restauratie: ‘De toren is typerend voor de Koude Oorlog en voor het landschap rond Warfhuizen. Op de banners en de folder van Heemschut Groningen hebben we de toren bij Winschoten afgebeeld en daarop krijgen we veel reacties. Kennelijk maken deze torens herinneringen en verhalen los.’ En dan nu de hamvraag. Zijn er vanaf Luchtwachttoren 701 vliegtuigen van het Warschau Pact gespot? Dat is niet het geval. Het enige Russische gevechtsvliegtuig dat van een luchtwachttoren is waargenomen, vloog boven Zuid-Limburg. De straaljager had een vliegshow in Frankrijk bezocht en was afgeweken van de snelste route naar huis om een kijkje te nemen boven ZuidNederland. Russische verkeersvliegtuigen deden dat soms ook en het is niet uitgesloten dat die wel vanuit Warfhuizen zijn gespot. Meer over de openstelling van de toren op de site van Het Groninger Landschap: www.groningerlandschap.nl 

februari 2018 |

35


Kiezen voor karakter! Gemeenteraadsverkiezingen 2018 Op 21 maart mag Nederland naar de stembus voor een nieuwe gemeenteraad; misschien wel de belangrijkste bestuurslaag als het om bescherming van erfgoed gaat. Heemschut denkt met u mee. Want uw stem is van belang om lokaal het verschil te maken! Karel Loeff

gemeenten in ons land. Ongeveer de helft van onze gemeenten doet het prima, de meesten daarvan zijn ook aangesloten bij de Federatie Grote Monumentengemeenten. Er bleken echter ook gemeenten te zijn die, ondanks een groot aantal beschermde monumenten, nauwelijks ambtelijke capaciteit vrijmaken op dit gebied. Nog steeds komen we in verschillende provincies ge-­ meenten tegen zonder erfgoedbeleid. Ook zijn er gemeenten die websites hebben, maar waar beschermde monumenten, regels en richtlijnen niet te vinden zijn. Gemeenteraden zijn in het bestuurlijke stelsel van groot belang voor een goede ruimtelijke ordening. De gemeenteraad beslist over bestemmingsplannen, zij stellen visies vast en gaan over verordeningen, die bijvoorbeeld de bescherming van cultuurhistorische waarden mogelijk maken.

Foto: Shutterstock

Het aantal gemeenten in ons land is in 2018 opnieuw afgenomen en bedraagt per 1 januari 380. Vier jaar geleden heeft Heemschut in de Grote Monumenten Gemeentetest de grote verschillen op het gebied van erfgoedbeleid aangeduid tussen

36

| februari 2018

Daarom is de keuze nu zo belangrijk. Welke partij kiest u? Kent u de raadsleden en hun visie? Heemschut komt in de praktijk vaak bestuurders en raadsleden tegen die van goede wil zijn. Maar begrijpen partijen eigenlijk wel de belangen die er liggen? Wegen de doelen van woningbouw, verkeer en economie op tegen de aantasting van waarden in kernen, dorpen en steden? Zijn politieke partijen zich bewust van de waarde van erfgoed voor het landschap? En wordt

die waarde ook centraal gesteld bij beslissingen over nieuwe ontwikkelingen?

Erfgoed, fundament voor kwaliteit In de verkiezingsprogramma’s van de lokale politieke partijen zien we grote verschillen. Leefbaarheid staat vaak op de eerste plaats, maar is die leefbaarheid vertaald naar de identiteit van stad en land, van de inzet voor het behoud van erfgoed? Heemschut heeft, samen met Kunsten ’92, vereniging voor kunst, cultuur en erfgoed, vorig jaar al haar statement afgegeven aan alle politieke partijen en fracties in de gemeenten in ons land. Erfgoed legt het fundament voor kwaliteit. Erfgoed levert geld op, het is een bewezen magneet voor toerisme en recreatie. Erfgoed brengt mensen samen, het draagvlak is groot. Erfgoed is de basis voor een duurzame ontwikkeling. En last but not least: erfgoed levert unieke en verrassende herbestemmingslocaties op. Die boodschap heeft Heemschut uitgedragen en wij hopen dat die in veel verkiezingsprogramma’s terecht is gekomen. Aan u nu de uitdaging om vanuit dit perspectief de programma’s van de politieke partijen in uw eigen gemeente te beoordelen én de juiste keuze te maken. In het belang van ons erfgoed, maar bovenal in het belang van uw eigen leefomgeving. Uw heem, is het waard om te schutten! 


Foto: Heemschut

Ingezonden:

Nieuwjaarsbijeenkomst Met ruim 75 leden heeft het bestuur op 12 januari het glas geheven op het nieuwe jaar. Tijdens de bijeenkomst in het Lloyd Hotel in Amsterdam werd teruggekeken op 2017 en vooruit gekeken naar 2018. Het jaar 2018 belooft voor Heemschut een druk jaar te worden. Naast al het beschermingswerk in de provincies staan er ook grote landelijke thema's te wachten. Zoals het inventariseren van interieurensembles, de Nationale Omgevingsvisie en de problematiek van agrarisch en religieus erfgoed. Ook de aardbevingen en de schade daarvan in Groningen hebben onze aandacht. Een beladen onderwerp zal ook dit jaar de Muur van Mussert worden, waar wij pleiten voor een rijksmonumentale status. De nieuwjaarsbijeenkomst was voor velen een moment om even bij te praten met bekenden. Ook was een uitgebreide rondleiding door het Lloyd Hotel: een hotelgebouw op het Lloyd-complex in het Oostelijk Havengebied van Amsterdam dat in opdracht van de Koninklijke Hollandsche Lloyd (KHL) is gebouwd.

Gezond en duurzaam verwarmen of koelen Plafond- en wandverwarming/koeling en vloerverwarming

BioClina capillaire klimaatmatten als oppervlakte afgiftesysteem geeft verwarmen d.m.v. straling vanuit plafond, wand of vloer en koelen vanuit plafond of wand, een nieuwe dimensie. Vanwege zeer efficiënte activering, dicht aan de oppervlakte (2-6 mm), kleine capillaire PP buisjes (ø 4,3 mm) met geringe onderlinge buisafstand (20 mm) en het kleine temperatuurverschil tussen aanvoer en retour (3K), kunnen ruimten al voldoende worden verwarmd met watertemperaturen van 30/27˚C. Energiebesparing 50%. Voordelen: • Verwarmen of koelen met één systeem • Voor zowel renovatie als nieuwbouw • 100% corrosieveilig, lange levensduur • 15 jaar systeemgarantie • Onderhoudsvrij, geen verstoppingen

• • • • •

Minimale inbouwhoogte Onzichtbaar weggewerkt in (leem)stuc Zeer korte reactietijd: 6 – 10 min Voorkomt condensatie en schimmel Superieur comfort, geen stofcirculatie

Infraroodstralingsverwarming met BioClina BioClina is een superieure stralingsverwarming/koeling en functioneert met lage c.v.-watertemperaturen en hoge gekoeld water temperaturen. De IR-straling zorgt ervoor dat de niet verwarmde wanden of vloeren direct door het stralingsplafond worden aangestraald. De wand- en vloertemperatuur is daardoor hoger dan de ruimteluchttemperatuur, waardoor deze condensatie en schimmel voorkomt. Dit in tegenstelling tot een convectieve verwarming. Navos Klimaattechniek B.V. Kleveringweg 20, 2616 LZ Delft T: 015 – 215 37 28 W: www.BioClina.nl E: BioClina@navos.nl

Winnaar Innovatieprijs


Plan Zuid van Berlage beschermd Eind 2017 ging een lang gekoesterde wens van Heemschut Amsterdam in vervulling. Honderd jaar na goedkeuring door de gemeenteraad, is Plan Zuid - het wereldberoemde plan van H.P. Berlage - aangewezen als beschermd stadsgezicht. Het is een erkenning van de architectuur, maar vooral van Berlage’s visionaire ideeÍn die eraan ten grondslag liggen. Deze waarden zijn nu grotendeels veiliggesteld, al betekent de status geen volledige bevriezing van bouwplannen.

Foto: onbekend

Sebas Baggelaar

Luchtfoto Plan Zuid. Het is een scan van een afbeelding uit een oud tijdschrift uit de jaren '20/ '30.

De toewijzing van Plan Zuid als beschermd stadsgezicht is meer dan verdiend. Het plan wordt internationaal geroemd als geslaagd voorbeeld van stedenbouw uit de 20ste eeuw en bezit ruimtelijke en esthetische kwaliteiten die ook nu nog eenvoudig standhouden. Om te wonen is de wijk nog altijd zeer geliefd. Vooral de laatste jaren is de waardering voor Plan Zuid en de Amsterdamse School in het bijzonder toegenomen.

38

| februari 2018

Maar dat de status juist in 2017 is toegewezen, is geen toeval. Het was vorig jaar precies 100 jaar geleden dat de plannen door de gemeenteraad werden aangenomen.

Schilderachtig in detail Plan Zuid was een revolutionair plan. Berlage droomde van een nieuw type stadsuitbreiding waar stedenbouw harmonieerde met kunst en architectuur. Hoewel de plan-

nen in 1917 werden goedgekeurd, had hij de opdracht feitelijk eerder gekregen, vlak na de invoering van de Woningwet. Deze wet uit 1901 moest mooie en gezonde steden opleveren door eisen te stellen aan nieuw te bouwen woningen, zoals minimale oppervlaktes, buitenruimtes en sanitaire voorzieningen. Ook was het afgelopen met de organische groei van steden. Uitbreidingen moesten nu gecontroleerd en planmatig gebeuren om eentonige straatbeelden te vermijden. Berlage streefde juist naar veel variatie door middel van elementen als pleintjes, grachten en bijzondere doorkijkjes. Als uitgangspunt nam Berlage een aantal brede lanen, die het plan doorkruisten en het allure gaven. De gebieden tussen de lanen werden ontworpen als kleine zelfvoorzienende buurten, die daardoor elk een bijna dorps karakter kregen. Het motto hierbij was: Monumentaal van opzet, schilderachtig in detail. De buurten werden verlevendigd met verrassende details zoals kromme straatjes, torenaccenten en poortjes naar knusse binnenplaatsen. Voor elke buurt werden prominente architecten aangesteld die vooraf enkele visuele richtlijnen opstelden; bijvoorbeeld over het type beplanting, hoogte en vorm van de daken. In enkele gevallen dicteerden zij zelfs de kleur van de stenen. Op in het oog springende locaties kregen architecten beide zijden van een straat te


Foto: Janericloebe, wikimedia

ontwerpen om symmetrische straatbeelden te krijgen. Ook dwongen ze de architecten om de architectuur van naastgelegen bouwwerken op elkaar te laten aansluiten door middel van gemeenschappelijke kenmerken. En als de architecten uiteindelijk hun ontwerp volgens alle richtlijnen gereed hadden, was er ook nog een strenge schoonheidscommissie, die bepaalde of de plannen binnen de algehele ideeën van welstand pasten.

Harmonie Het mag duidelijk zijn dat de architectuur van Plan Zuid zo werd gereguleerd dat de individuele architectonische vrijheid sterk werd beperkt. Er werd dan ook veelvuldig geklaagd over de gestelde eisen en vermeende vriendjespolitiek. Afwijkende ideeën werden gewoonweg niet toegelaten. Toch gaf juist het vasthouden aan een visie en de strakke regulering Plan Zuid haar zo homogene kwaliteit. Berlage werd gedreven door een verlangen naar stedelijke harmonie. Hierin zit het idee verwerkt dat architecten en kunstenaars gezamenlijk werken aan de verbetering van de stad en de verheffing van het volk. Deze ideologie paste goed binnen Berlage’s socialistische denkbeelden. Ondanks de regulering is het de architecten toch gelukt hun creativiteit kwijt te kunnen. Zij besteedden veel aandacht aan bijzondere details, zoals baksteenmotieven, siersmeedijzerwerk en opvallende erkers. Het maakt de buurt tot een geheel dat in detail altijd weet te verrassen.

Foto Holendrechtstraat, architect Staal-Kropholler.

houdt, verbreekt onmiddellijk de samenhang. Heemschut Amsterdam heeft zich daarom dan ook lang hard gemaakt voor de nu verleende status. De nieuwe status betekent niet dat woningeigenaren niets meer mogen veranderen. Anders dan bij monumenten wil de status van beschermd stadsgezicht vooral de stedenbouwkundige samenhang bewaren. Dit betekent dat bijvoorbeeld verbouwingen en uitbouwen nog steeds mogelijk zijn, mits de

stedenbouwkundige principes behouden blijven. Het schilderen van gevels of het vervangen van houten kozijnen voor kunststof kan dan niet zonder meer. De details van de bescherming zullen de komende tijd verder worden ingevuld, maar Heemschut is in ieder geval tevreden en hoopt dat hierdoor de visie van Berlage nog lang zichtbaar en beleefbaar blijft.  Sebas Baggelaar is voorzitter van Heemschut Amsterdam

Beschermd Stadsgezicht Het wonen in Plan Zuid wordt over het algemeen als zeer prettig ervaren. De woningen zijn er van een hoge kwaliteit en de buurt heeft voldoende faciliteiten en groen. De grote kracht van de wijk ligt echter in de harmonieuze samenhang tussen bebouwing en openbare ruimte en de zorgvuldig georganiseerde zichtlijnen en accenten. Het is evenwichtig, maar zonder bescherming ook kwetsbaar. Het vervangen van één woningbouwblok door een modern bouwwerk dat zich niet aan de historische richtlijnen

Tekening Plan Zuid, H.P. Berlage.

februari 2018 |

39


40

| september 2016


Het Korenmetershuis is sinds 1967 de zetel van erfgoedvereniging Bond Heemschut. Geen wonder dat wij het ‘ons huisje’ zijn gaan noemen. Het kantoor aan de Nieuwezijds Kolk ligt midden in het centrum van Amsterdam. Alledaagse stadsproblemen gaan daarom niet aan ons voorbij. Waren het nog de krakers in de jaren ’80, tegenwoordig trekken rijen buitenlandse toeristen langs het Korenmetershuis. Gezelligheid troef. En bij gelegenheid laten we ook wel eens wat toeristen meegenieten van de schoonheid van het gildepandje uit 1620. Minder gecharmeerd is Heemschut echter van de hoeveelheid fietsen die tegen diefstal aan de diefijzers voor de souterrainvensters van het Korenmetershuis werden vast gemaakt. Er waren dagen dat wij eerst een paar fietsen moesten verplaatsen om maar de trap naar de deur te kunnen bereiken! Op initiatief van onze onderhuurder, de Nederlandse Tuinenstichting, zijn dankzij subsidie van de gemeente nu mooie plan-

Korenmetershuis geplaatst. Zo krijgt niet alleen de buurt een groenere uitstraling, maar kunnen er ook geen fietsen meer aan ons huisje worden vastgeketend. We zijn benieuwd hoe dit nieuwe stadslandschap zich zal ontwikkelen als de planten - die verwijzen naar het graan waarvan de inhoudsmaten werden geijkt door het gilde - zich straks in hun zomerse groei tonen.  Bron: Heemschut

Weg met die fietsen...

tenbakken langs de lange gevels van het

Meer weten over het Korenmetershuis? www.heemschut.nl/organisatie/hetkorenmetershuis/

februari 2018 |

41


Open avond 8 maart

Goede erfgoedzorg begint bij onderwijs Ons erfgoed verdient goede zorg. Dat lijkt zo vanzelfsprekend, maar dat is het niet. Al vele jaren wordt een tekort aan vaklieden gesignaleerd. Gemeenteambtenaren schijnen gedegen kennis van erfgoed te ontberen.

Bron: Restauratiecentrum

Soms worden we opgeschrikt door een mediabericht over een al dan niet moedwillige vernietiging van erfgoed. Een voorwaarde voor erfgoedzorg is dat professionals en vaklieden goed zijn opgeleid in de specifieke zorg voor monumenten. Zij zijn het die hetzij dagelijks bezig zijn met subsidie- en vergunningverlening, herbestemming en begeleiding van restauratieprojecten of op de steiger het monument daadwerkelijk restaureren. En onderschat uw rol als erfgoedbeschermer niet. Want een erfgoedbeschermer moet ook goed ingevoerd zijn om actie te kunnen voeren. Nederland telt vele erfgoed- en restauratieopleidingen: MBO, HBO en WO, inclusief postbachelors en post-masters specialisaties. Er is keuze uit opleidingen van twee, drie of vier jaar, maar er zijn ook cursussen, praktijktrainingen en masterclasses van enkele dagen.

Ingezonden

En nog een kegelbaan... Opnieuw is er door een oplettende Heemschutlezer een beschermde kegelbaan opgedoken. Leo Endedijk meldde ons dat behalve in Leiden en Deventer zich in het Noorderpolderhuis in Schermerhorn ook een beschermde kegelbaan bevindt. Het pand is gebouwd als boerderij en later verbouwd tot polderhuis voor het bestuur van het voormalige waterschap Schermeer. Ook de twee opvolgers Het Lange Rond en het Hoogheemraadschap Hol-

42

| februari 2018

lands Noorderkwartier hebben het polderhuis gebruikt als ontvangstruimte. De kegelbaan bevindt zich in een deel van de timmerschuur. Volgens Arie Barendregt, oud-dijkgraaf van het waterschap, is het de oudste kegelbaan van Nederland. De baan en de ballen, die vrijwel vierkant zijn, zijn nog aanwezig. De schuur is in 1968 en 1994 vernieuwd. In de ruimte is ook nog oud timmermansgereedschap aanwezig. ď Ž

Op 8 maart 2018 kunt u over de mogelijkheden terecht op de gezamenlijke open avond van het Nationaal Restauratie Centrum, de Hogeschool Utrecht, het Nationaal Centrum Erfgoedopleidingen, de Erfgoed Academie, de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en het Gelders Restauratie Centrum. Locatie: Klooster Onze Lieve Vrouwe ter Eem, Daam Fockemalaan 22, Amersfoort. Tijd: 18 tot 21 uur. Tussen 18 en 19 uur wordt gezorgd voor soep en een broodje. Verdere informatie is te vinden op de website: www.erfgoedopleidingen.nl/opleidingen. Hier is ook een overzicht te vinden van de verschillende opleidingen en cursussen. Aanmelden kan via: info@restauratiecentrum.nl ď Ž


Noord-Brabant slaat alarm Betere monumentencommissies gewenst Tom van Eekelen

Heemschut Noord-Brabant vraagt aandacht voor het functioneren van monumentencommissies. Daar worden ook commissies ruimtelijke kwaliteit en omgevingscommissies mee bedoeld. Heemschut Noord-Brabant constateert dat het met de wettelijk verplichte advisering ten aanzien van rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten in Brabantse gemeenten niet overal goed gaat. Of hier in andere provincies ook zorgen over zijn, is niet helemaal duidelijk. Zonder goed functionerende monumentencommissies kun-

VIJF GEMEENTEN IN NOORD-BRABANT ZIJN ONDER VERSCHERPT TOEZICHT GESTELD nen aan gemeentebesturen geen adviezen van voldoende kwaliteit worden gegeven. Ondanks dat veel Brabantse gemeenten het ‘goed doen’, is in een aantal plaatsen sprake van slecht functionerende commissies. De provincie Noord-Brabant stelde onlangs vijf gemeenten onder verscherpt toezicht. Tijd dus voor Heemschut om voor het onderwerp aandacht te vragen.

genwoordigd zijn. Monumentencommissies adviseren colleges van B&W over vergunningverlening en beleid. Daarnaast ondersteunen ze de eigenaren, onder meer door te kijken waar mogelijk ruimte tot aanpassing van de monumenten zit. De vergaderingen van de commissies zijn openbaar. De adviezen kunnen worden nagelezen op de gemeentelijke websites.

Functioneren commissies in Brabant Heemschut Noord-Brabant heeft de laatste jaren voorbeelden gezien waar monumentencommissies zijn afgeschaft, niet goed werken of slapende zijn. Zo hebben sommige gemeenten geen monumentencommissie meer, hebben de commissie op afstand gezet of schakelen op oproepbasis een bureau in. Plaatselijke kennis ontbreekt dan veelal. Ook is een gemeente bekend waarbij de burgemeester sinds de opheffing van de monumentencommissie de adviezen zelf afhandelt. In een andere gemeente is de commissie al jarenlang niet meer bij elkaar geweest. Heemschut Noord-Brabant heeft succesvol een rechtszaak gevoerd tegen

een gemeente over adviezen van een nietgoed functionerende monumentencommissie. De door B&W op basis daarvan genomen besluiten bleken niet rechtsgeldig. De betrokkenheid van Heemschut bij deze kwesties heeft effect. Zo zijn er gemeenten die (weer) een goed functionerende monumentencommissie hebben en staat erfgoedbeleid opnieuw in de belangstelling. Ook betrokken eigenaren, burgers en heemkundeverenigingen werken hier aan mee.

Commissie Interbestuurlijk Toezicht Wanneer de kwaliteit van de erfgoedzorg in een gemeente niet voldoet of onder druk staat, kunnen burgers dit bij de provincie melden. De Commissie Interbestuurlijk Toezicht van de provincie Noord-Brabant stelt jaarlijks een onderzoek in naar het functioneren van monumentencommissies. Zij kan bij voldoende signalen ingrijpen en de gemeenten aanspreken op hun gevoerde beleid. Meer informatie en meldingen bij Tom van Eekelen, Heemschut Noord-Brabant, seekelen@home.nl 

Foto: Shutterstock

Iedere gemeente is wettelijk verplicht een monumentencommissie te hebben. Ze moeten onafhankelijk van de gemeente kunnen opereren en over voldoende deskundigheid beschikken. Naast restauratie-expertise, architectuur-, kunst- en landschapshistorici kunnen er ook lokale mensen in verte-

februari 2018 |

43


Aandacht voor de jongste tijd De locatie was spraakmakend: de voormalige personeelskantine van de Bijlmerbajes in Amsterdam. Hier werd de eerste kennisbijeenkomst van Heemschut over architectuur uit de periode na 1965 gehouden. Circa zestig deelnemers luisterden naar presentaties, dachten mee en maakten kennis met elkaar en… kregen een kijkje in het gevangeniswezen. Karel Loeff

Herzberger zelf op totaal andere wijze in de jaren ’90 werd uitgebreid. Dilemma’s over visie en gebruik, voortgezet gebruik, aanpassing en sloop werden aangestipt aan de hand van voorbeelden. Het Blauwe Gebouw in Tilburg, waar Heemschut met inwoners strijden om in plaats van sloop en nieuwbouw het tot een groen gebouw te maken. En het GAK-gebouw in Hilversum van architect Onno Greiner, bestempeld als het lelijkste gebouw van Hilversum. Bram de Jong, begonnen als stagiair bij Heemschut, introduceerde deze casus en gaf vervolgens drie studenten van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht het woord. Zij gaven een creatieve invulling op het hergebruik van het gebouw, met gebruikmaking van de ken-

Foto: Heemschut

De studiemiddag, eind oktober, ving aan met een presentatie van architect en Heemschut Noord-Holland commissielid Henk Dirkx over de achtergronden over de periode tussen 1965 en 1995. Van Forum tot structuralisme en postmodernisme. Alle stromingen kwamen voorbij aan de hand van voorbeelden van spraakmakende publicaties die hun invloed hadden op nieuwe generaties ontwerpers. Met voorbeelden van enkele belangrijke gebouwen in ons land werd de problematiek inzichtelijk gemaakt: van de enige als echte campus ontworpen gebouwen in Enschede, onder andere van architect Piet Blom, tot het experimentele kantoorgebouw van Centraal beheer in Apeldoorn, dat door architectenbureau

Studenten presenteren hun visie op het GAK-gebouw in Hilversum.

44

| februari 2018

merken die het gebouw zo bijzonder maken, echter zonder te vervallen in het dogma van het behoud van iedere architectuurhistorische waarde. Johan Snel, stedenbouwkundige bij vastgoedontwikkelaar AM, gaf in zijn presentatie aan hoe de Bijlmerbajes op hun pad was gekomen en hoe zij vanuit de zoektocht naar de identiteit proberen om bij de nieuwbouw- en verstedelijkingsopgave kenmerken van het gebied en delen van het gebouw te behouden. Heemschut-bestuurslid Peter Nijhof tenslotte gaf aan wat de Werkgroep Post ’65 architectuur beoogt. Heemschut heeft het voortouw genomen het debat aan te gaan over de architectonische bijdragen uit deze periode en wil komen tot een kader waarmee overheden kunnen werken om locaties te inventariseren, te waarderen en te behouden. De werkgroep zet in op kennis­ ontwikkeling en draagvlakverbreding en nodigt daarbij iedereen uit om mee te denken. Die oproep leverde een aantal kandidaten op voor een vervolgbijeenkomst van de Werkgroep in oprichting. Met een rondleiding door het gebouw, verzorgd door vluchtelingen die tijdelijk in de Bijlmerbajes gehuisvest zijn, werd de middag afgesloten. De Bajes is dicht, de locatie even open en transformatie ligt in het verschiet. Post ’65 architectuur zal stof tot discussie blijven opleveren, maar duidelijk is dat er draagvlak is en liefhebbers zijn voor deze nog niet algemeen gewaardeerde architectuur. 


Excursies

Bron: Wikimedia Commons, Jvhertum, 2010

Het eiland Tholen

De kerk van Schellingwoude.

Bruisend Amsterdam Noord Op zaterdag 30 juni organiseert Heemschut Amsterdam een excursie naar de overkant van het IJ in het bruisende Amsterdam Noord. Bij deze excursie ligt het accent op hergebruik. 10.30 uur. Verzamelen bij de pont naar de NDSM-werf (lijn 906). Achterzijde CS. Eerst varen we met de pont over het IJ naar het NDSM-terrein, waar een kopje koffie op u staat te wachten. Hier voegen zich twee gidsen bij ons voor een tour over het terrein. 11.45 uur. Per bus naar het dijkdorp Schellingwoude waar we onder andere de Oranjesluizen en de 17de-eeuwse Schellingwouder kerk bezoeken. Vervolgens rijden we door oud Amsterdam Noord naar het Hamerkwartier, het bedrijventerrein dat zal worden omgevormd tot een bruisende

Op zaterdag 9 juni organiseert Heemschut Zeeland een excursie over het eiland Tholen. Tijdens de busexcursie wordt de bijzondere relatie tussen de Amerikaanse president Roosevelt en Oud-Vossemeer uitgelegd. Op de oude veiling in Sint Annaland kunt u via de veilingklok meebieden op streekproducten en in het oude stadhuis van St. Maartensdijk wordt de lunch geserveerd. U maakt kennis met de historie van de stad Tholen middels een presentatie door een bekende inwoner van de gemeente. Het stadhuis en-of de gasthuiskapel worden bezocht. Na een afsluitende borrel brengt de bus u weer terug naar het vertrekpunt, het station van Bergen op Zoom. Inschrijven voor deze excursie kan via een email aan ja.pleijte@scez.nl dan wel telefonisch via 0118 67 06 07 (van dinsdag t/m vrijdag). Het maximum aantal deelnemers is 50. De prijs en overige gegevens worden nader bekend gemaakt. 

nieuwe woonwijk. Hier staat de lunch voor u klaar met uitzicht op het IJ. Na de lunch brengt de bus ons via een andere route naar de historische Van der Pekbuurt. Hier krijgen we nog een kleine rondleiding. Aansluitend drinken we een glas op een spannende locatie en kunt u op eigen gelegenheid drie minuten lopen naar de Tolhuispont, die u weer naar de achterzijde van Amsterdam Centraal brengt. De kosten zijn € 49,50 voor leden en € 52,50 voor niet-leden. Aanmelden via de website van Heemschut www.heemschut.nl of telefonisch via 020 6225292 (m/di/do) onder vermelding van naam, emailadres en mobiele nummer. Er is een maximaal aantal kaarten beschikbaar. 

Agenda Zaterdag 29 september organiseert de commissie Groningen een excursie naar het Nationaal Landschap Middag-Humsterland. Nadere gegevens volgen.

februari 2018 |

45


AANBIEDINGEN

ls Voordeel a

Colofon

De Deventer Bergweide, cultuurhistorische visie De Stichting Industrieel Erfgoed Deventer (SIED) heeft een boek uitgebracht over de industriële geschiedenis van de stad. Hoe een laaggelegen weide zich ontwikkelde tot een hoogwaardig bedrijventerrein. De uitgave geeft een beeld van de ontwikkeling van het grootschalig bedrijventerrein Bergweide vanaf het begin in de jaren 1920 tot nu.

Het boek bevat, naast een historische beschouwing en een kenschets van de verschillende deelgebieden, een cultuurhistorische waardebepaling van alle relevante infrastructuur, gebouwen en kunstwerken op het bedrijventerrein Bergweide. Ook wordt ingegaan op de recente transformatieprocessen die hebben plaatsgevonden en hoe hier in de toekomst verder mee om te gaan. Die transformatie heeft zich vooral voorgedaan in het oudste deelgebied, het Havenkwartier. Met het aanwezige industriële erfgoed als inspiratiebron heeft het Havenkwartier zich inmiddels ontwikkeld tot een uitdagende, levendige stadswijk met gemengde functies voor nieuwe vormen van bedrijvigheid, dienstverlening horeca, kunst en cultuur. De SIED was daar steeds bij betrokken. Met dit boek wil de SIED ook de innovatie in de andere deelgebieden stimuleren. Het is tevens een uitnodiging voor een brede discussie. De prijs van het boek is € 18,50. Voor lezers van Heemschut is er een korting van € 2,50. Bestellen kan door € 21,00 (inclusief € 4,50 verzendkosten) over te maken op rekening NL83 INGB 0000 415141 onder vermelding van: actie Heemschut. 

Word lid van Heemschut!  Ja, ik ondersteun de doelstelling van Heemschut en word lid. Naam:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .  De heer  mevrouw  firma  organisatie Adres:.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Postcode:.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Plaats:.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Telefoon:.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Email:.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Handtekening:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het lidmaatschap bedraagt minimaal € 35,- per jaar, jongeren <25 € 15,-, bedrijven € 70,-. U ontvangt van ons een acceptgirokaart en Het monumentenboek als welkomstgeschenk. U kunt deze bon in een ongefrankeerde envelop sturen naar: Bond Heemschut, Antwoordnummer 3808, 1000 PB Amsterdam 46

| juni 2013

Heemschut is het kwartaaltijdschrift voor leden van de Bond Heemschut, de vereniging tot bescherming van cultuurmonumenten in Nederland. Opgericht in 1911. Beschermvrouwe: Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix der Nederlanden. Jaargang 95 no. 1, februari 2018 Redactie Anne-Marie ten Cate, eindredactie Jephta Dullaart Eric le Gras Willem Heijbroek Bram de Jong Ruud Kuipers Karel Loeff, hoofdredactie Christian Pfeiffer Redactieadres redactie@heemschut.nl Grafische productie en bladcoördinatie Pack & Parcel BV, Nieuwegein m.m.v. Pencilpoint | online & offline design, Woerden Advertenties Bureau van Vliet, Zandvoort 023-571 47 45 zandvoort@bureauvanvliet.com Losse nummers Prijs € 5,95, incl. verzendkosten € 7,50. Bestellen via www.heemschut.nl Erfgoedvereniging Bond Heemschut Nieuwezijds Kolk 28, 1012 PV Amsterdam 020-622 52 92 www.heemschut.nl info@heemschut.nl Contributie Individuele leden minimaal € 35,Gezinslidmaatschap € 45,Jongerenlidmaatschap (tot 25 jaar) € 15,Rechtspersonen en bedrijven € 70,Opzegging alleen schriftelijk en voor 1 december. ISSN 0017-9515 Rabo-rekening nummer IBAN NL 36 RABO 01462.53.388 Excursie-rekening IBAN NL 33 RABO 01462.53.442


Advertorial

BioClina Stralingsverwarming

Ronald de Vos

Monumentaal gebouw verdient beter dan een standaard cv-installatie Bij monumentale en historische gebouwen kan het renoveren met traditionele materialen, negatieve gevolgen hebben voor de technische staat van het gebouw. Bij de keuze van een verwarmingssysteem dient rekening te worden gehouden met de specifieke eisen waaraan een verwarmingsinstallatie in dit soort gebouwen moet voldoen. Er is een systeem dat daaraan voldoet en dat bovendien zeer duurzaam, veilig comfortabel en gezond is: BioClina stralingsverwarming. Om de welbekende problemen, zoals koudebruggen, condensatie en schimmel te voorkomen, moet de ontwerper van de installaties zich bewust zijn van de schade die na verloop van tijd kan worden veroorzaakt, ingeval van een traditionele productkeuze. Met name convectieve verwarmingssystemen, zoals radiatoren, convectoren of (in iets mindere mate) traditionele vloerverwarming, verwarmen de ruimtelucht met een hogere watertemperatuur dan vandaag de dag strikt noodzakelijk is. Warme ruimtelucht kan meer vocht bevatten dan koelere lucht. De warme, vochtige lucht condenseert op de koude buitenmuren en zo kan schimmelvorming ontstaan. Schimmel veroorzaakt schade aan de bouwkundige constructie en is slecht voor de gezondheid. Er zijn diverse manieren om condensatie te voorkomen. Hierbij volgen wij de richtlijnen van ‘Trias Energetica’ en dat begint bij zo goed mogelijk isoleren. In ons geval hebben wij het over ‘reflecteren’. Zie: www.alpha-lupotherm. nl. Met deze Top Class multi folie wordt voorkomen dat warme, vochtige ruimtelucht in aanraking komt met de koude bouwconstructie. Dit in tegenstelling tot traditionele isolatiesystemen, die meestal dampopen zijn en niet in staat zijn om stralingswarmteverlies ( > 90% van het totale warmteverlies door de schil ) tegen te houden, of beter gezegd te ‘reflecteren’.

Stralingswarmte Een andere manier om condensatie en schimmel te voorkomen is stralingsverwarming. De basisprincipes zijn: • Warmtestraling is een elektromagnetische golf, is geen verwarmde lucht en volgt de kwantummechanische wetten.

• De thermodynamica van de verwarmingsbranche geldt hier niet. Een warmteovergang of te hoge temperaturen vindt men alleen bij luchtverwarming. • Ieder lichaam in een ruimte straalt warmte uit (naar alles dat warmer is dan – 273˚C ). • De stralingsbijdrage volgt de wet van Stefan en Boltzmann; deze is proportioneel met de vierde macht van de absolute temperatuur. Alleen afhankelijk van de oppervlaktetemperatuur, ongeacht vorm en kleur. • Een convectieve verwarming daarentegen heeft ‘te hoge temperaturen’ nodig tussen de radiatoren en de lucht. Straling verwarmt alleen vaste en vloeibare lichamen, geen lucht. Deze blijft koel en aangenaam. • De temperaturen van wanden zijn altijd hoger dan de ruimtetemperatuur, daardoor krijgt schimmel geen kans. • De luchttemperatuur in de kamer blijft lager en daardoor energiebesparender; de uitwisseling van lucht bij het ventileren van de woning wordt goedkoper, omdat er geen bijzonder warme lucht uitgewisseld hoeft te worden. • De lucht in de kamer wordt rustgevender, ongezonde stofcirculatie behoort tot het verleden en de lucht wordt schoner. • De warmtestraling gaat niet door enkelglas heen en blijft in de ruimte (broeikaseffect). Daardoor kunnen ook eenvoudigere gelamineerde glasvensters worden gebruikt (kostenbesparing). • Een onzinnige, energieverslindende en gezondheid schadende verwarmingstechniek (convectieverwarming) is overbodig. • Stralingsverwarming is in alle opzichten veel beter, veel comfortabeler en veel energiezuiniger dan een convectieverwarming. • Natuurkunde kan men begrijpen of verwerpen. Wij willen u hier niet met formules van Max Planck, Stefan of Boltzmann vervelen. Bij interesse kunt u deze in de gelijknamige boeken nalezen. Wij gaan er bij ons betoog ervan uit dat een ingenieur zelf kritisch kan narekenen en niet uit winstbejag gewoon blijft vasthouden aan zijn huidige kennis. Dat lijkt namelijk de belangrijkste reden te zijn om de efficiëntere stralingsverwarming te verloochenen.

Stralingsbijdrage Bij plafond-en wandverwarming bedraagt deze b ij 30˚C ca. 900 W/m2 En bij 50˚C ca. 1.150 W/m2. De verhouding aandeel straling tot het aandeel convectie is 9:1, ca. 90% is straling. Convectieve warmtebijdrage bij plaat- of buisradiatoren is bij 60˚C aanvoertemperatuur ca. 350-400 W/m2. Hier vindt men dermate grote verschillen, dat de verwarmingsbranche begrijpelijker wijze in sterke mate verward is. Men vraagt zich af hoe dat mogelijk is. Men doet van alles om deze fysische basisprincipes te onderdrukken en deze enorme bijdragen door foutieve berekeningen omlaag te krijgen. De toekomst van de verwarmingstechniek heet daarom stralingsverwarming. Er hoeft enkel voor temperatuur geregelde omhullende oppervlakken te worden gezorgd. De luchttemperaturen in de ruimten lopen parallel en zijn van ondergeschikt belang. Hier wordt geen lucht verwarmd, maar de temperatuur van de oppervlakken wordt geregeld. Zo gemakkelijk kan het zijn. Deze fysische bijzonderheden hebben ten opzichte van een convectieverwarming beslissende kosten- en gebruiksvoordelen. Daarnaast is dankzij de geringe opbouwhoogte van het systeem een grote mate van vrijheid bij de inrichting van ruimtes.

BioClina stralingsverwarming BioClina is een zeer lage temperatuur oppervlakte stralingsverwarming met dezelfde specifieke eigenschappen zoals deze in het begin van dit artikel is beschreven, overeenkomstig de stralingsverwarming. BioClina is de grootste vriend van warmtepompsystemen, aangezien BioClina met een aanvoer water temperatuur van slechts 30˚C functioneert. De retour temperatuur bedraagt 27˚C. Bij gelijke brontemperatuur bedraagt de verbetering van het rendement van de warmtepomp (C.O.P.) 30%, ten opzichte van een installatie met een traditionele vloerverwarming.

Voor meer informatie: Navos Klimaattechniek B.V.

www.navos.nl | www.BioClina.nl | www.Alpha-LupoTherm.nl

februari 2018 |

47


Heemschut feliciteert de gemeente Leeuwarden met de jongste aanwijzing tot gemeentelijk monument van de Gereformeerde kerk in Grou!


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.