A-krant december 2023

Page 1

buurtkrant van het A-Kwartier, Groningen jaargang 39 nummer 4 2023

krant

Kerst in het A-kwartier

verlichte mannen en Winterwelvaart

Emma en de Pelikaan

twee historische schepen

Visserstraat 47/49

Technische Unie & de erfenis Stoppelman 1


De A-krant is een uitgave van buurtvereniging Het A-Kwartier in Groningen en wordt vier keer per jaar in een oplage van 2300 exemplaren huis-aan-huis verspreid in de hele buurt. Bij een teveel aan kopij kan de redactie besluiten de kopij verkort, niet of in een volgend nummer te plaatsen. Ingezonden brieven worden niet anoniem geplaatst en de schrijver/ ster is verantwoordelijk voor de inhoud. De A-krant beoogt te voldoen aan de behoefte van de lezers. De redactie schrijft en stelt de krant samen zonder rechtstreekse of zijdelingse beïnvloeding. Leden van Het A-Kwartier ontvangen - per email - automatisch ook het A-mail bulletin met actuele informatie over ontwikkelingen en aktiviteiten. Niet-leden kunnen zich daar voor inschrijven: stuur een email naar hetakwartier@gmail. com o.v.v. 'aanmelding A-mail bulletin'. Nog geen lid en woon of werk je in het A-Kwartier? Persoonlijk lidmaatschap ¤ 12,50 per jaar. Meerpersoons-lidmaatschap ¤ 17,50 per jaar. Informatie op de website: www.a-kwartier.nl Buurtvereniging Het A-Kwartier Banknummer: NL33INGB0005031398 Kamer van Koophandel: 40025343 Website: www.a-kwartier.nl Email: hetakwartier@gmail.com Email A-krant: Aredactie@gmail.com Buurtpand De Oude Drogisterij Lage der A 4: Hans Imelman, 050-3125020 Post voor Het A-Kwartier en de redactie van de A-Krant: Reitemakersrijge 18, 9711 HT Groningen Bestuur van Het A-Kwartier: Trinet Holtslag (voorzitter) Klaas van der Meulen (secretaris) Giorgio Achterbosch (penningmeester) Marieke Kremer (e-mail en leden) Evelien (Eef) Alkema (activiteiten) Mark Hömmen

• Politie: 0900-8844 • Meldpunt Overlast: 050-5875885 • Wijkpost Binnenstad: voor klachten over uw woonomgeving 050-3678910 • of: www.gemeente.groningen.nl/ overlast-en-zorg-melden

Verspreiding van de A-krant: Hans Mulder, Schuitemakersstraat 7a 06-26769660 / 050-3120413; email: ormu@home.nl Hier kunt u zich ook aanmelden als u wilt meehelpen de A-krant te bezorgen. Voor het plaatsen van advertenties: informatie via Aredactie@gmail.com 2


van de redactie Het einde van het jaar, terugblikken en vooruitkijken. Vaste prik. Dit jaar volgden we Esther Klaver die met haar Piet aanmonsterde op de 'Four Birds' en ons van hun reis van Frankrijk tot Zuid-Australië op de hoogte heeft gehouden. Op zondag 17 december 2023 zullen ze op het historische schip Mars hun zeilverhalen vertellen. Zondag 17 december is ook de laatste dag van het driedaagse festival WinterWelVaart. Er liggen dan weer tientallen (historische) charterschepen aan de Hoge, Lage en Kleine der A, en er is een breed programma aan theater, muziek en kunst. Dit naast de wintermarkt en de kunstroute. Mijn advies: neem vooral ook (even) een kijkje in het souterrain van Hoge der A 17. Deze kelder dateert van circa 1280 als onderdeel van het oude oorspronkelijke voorgebouw, één van de oudste huizen in Stad.

colofon

omslag: A-brug (foto Dllen van der Molen)

We kijken terug op vier 'lijvige' kranten dit jaar, die nooit hadden kunnen worden gevuld zonder het niet aflatende enthousiasme van de vaste redactieleden en andere contribuanten die zich zeer verbonden voelen met dit A-Kwartier. Laat het ons weten wanneer u, vaste of onregelmatige lezer, als schrijver ook eens een bijdrage wil leveren. De site van de buurtvereniging, a-kwartier.nl is vernieuwd. Naast de edities van deze krant is daar nog veel meer lezenswaardigs te vinden! Veel leesplezier en geniet ook in dit seizoen van elkaar en van onze mooie buurt, en kijk nog meer dan anders - naar elkaar om. (HSM)

Redactie:

Medewerkers aan dit nummer:

Dick Veen, Hans van de Sande, Tjitske Zuiderbaan, Henk Sytze Meerema (eindredactie), Han Santing (vormgeving & foto's)

Klaas van der Meulen, Karlijn Donders, Esther Klaver Sacha Landkroon (gedicht)

Kopij voor A-krant 2024 | 1 inzenden vóór 15 februari 2024

Drukkerij Scholma, Bedum

3


Alles is kerst en kerst zit in alles

tekst: Dick Veen | foto's Han Santing 4


T

ijdens de kerstperiode is alles anders langs de A. Niet de Hoge der A is het meest gefotografeerd en bekeken maar de Lage der A, en wel in het bijzonder de ramen van het perceel 23. De woning waar Roelof Huizing en Harry Gubbels wonen. De uitbundige kerstversiering van deze ramen trekt de aandacht en als de kijker zijn neus tegen het raam drukt wordt ook het daarachter gelegen kerstlandschap zichtbaar.

Het roze bankje Eerst was er een roze bankje waarop Roelof een kersthuisje had gebouwd voor zijn dochter Michelle. Dat was leuk en de kleine meid vond het prachtig. De dochter groeide en daarmee ook de kerstversieringen. De ramen kwamen erbij en ook het landschap erachter groeide mee. Elk jaar werden er meer zaken bijgekocht. Er kwamen huizen, molens, treinen, kerken, een ijsbaan en nog vele zaken meer. Roelof en Harry deelden de menselijke gedachte dat het steeds groter moest worden, groei moet er zijn. Het is een beetje uit de hand gelopen, maar je moet het zo zien dat de een steeds uitbreidt met Playmobil voor zijn kind en bij mij is dat de kerstversiering geworden zegt Roelof. En elk jaar groeide het tentoongestelde en elk jaar groeide de aandacht van het publiek, steeds meer mensen voor de ramen, steeds meer gefotografeerd. Maar, benadrukt Roelof, de aandacht van Michelle bleef het belangrijkste. Wat nog meer groeide Er zijn echter ook momenten in het jaar dat de kerstspullen moeten worden opgeslagen. Gelukkig is het huis groot, want wat eerst in de meterkast paste is daar totaal uitgegroeid, gelukkig heeft het huis een aanpalende datsja waar opslag ruimte genoeg is. Want inmiddels is de voorraad kerstspullen zo groot dat er meer dan anderhalve kuub

5


ruimte voor nodig is. 1,5m x 1m x 1m. 1500 liter zoals dat dan heet en het maakt daarbij niet uit of het zand, water of kerstspullen zijn. Daarnaast is er ook nog minstens een kuub bouwspullen in opslag: schuimplastic, karton, oude reclameborden en alles wat verder nog nuttig lijkt om het mooi te maken. Om te voorkomen dat het elk jaar hetzelfde is, wordt er ook nu nog steeds bijgekocht en verkocht. Marktplaats blijkt hiervoor een zeer geschikt platform te zijn. En oude kerstspullen zijn best een goede investering, nieuw gekocht voor een tientje en als tweedehands voor 20 weer de deur uit. Winter Welvaart Tijdens Winter Welvaart moet alles klaar zijn. Het raam en de uitstalling zijn dan helemaal gereed, het treintje rijdt, de ijsbaan is actief en de lichten branden. De ramen gelapt en versierd. Elke halve dag moet het raam even aan de buitenkant schoongemaakt worden in verband met de vette neusafdrukken die ontstaan door de naar binnen foto: Harry Gubbels kijkers. Zoals het de aandachtige kijkers vast is opgevallen staat er geen kraampje voor de deur van pand 23. Dat is afgesproken met de organisatie Winter Welvaart. Het raam is zelfs opgenomen in de Kunstroute. Het uitzicht op de ramen blijft dus vrij, zodat er ongelimiteerd kan worden genoten van het fraaie kerstschouwspel en de fotografen vrij zicht hebben. Ook vanaf de Hoge der A kan worden bezien wat de reden is waarom nu, met kerst, de overzijde plots meer foto-aandacht krijgt van de langslopende bezoekers. De plannen gesmeed Hoe ontstaan jullie plannen, vraag ik. Dat blijkt een heel proces te zijn. Ten eerste worden met mooi weer de twee Ikea kinderstoeltjes lang de A gezet en nemen Harry en Roelof daarop plaats. Ze bespreken dan eerst wat algemene zaken, maar al gauw wordt kerst het onderwerp. Daar aan de oever van de A wordt het plan gemaakt. Dat is dus ook de reden 6


dat je ze regelmatig op de kade kunt zien zitten, volop in gesprek en af en toe even naar het raam kijkend waarop en waarachter de prachtige beelden straks te zien zullen zijn. Dan bekijken welke spullen er nodig zijn en alles op maat maken. Het schuimplastic vormen is daarbij het proces met de meeste zichtbare gevolgen. Net als van de glitter en de sneeuw worden daarvan, lang nadat alles weer is opgeruimd, de sporen nog overal teruggevonden. De finishing touch Als alles klaar is en zowel door Roelof en Harry goedkeurend wordt bekeken, komt de laatste en belangrijkste handeling. De sneeuw moet worden aangebracht. Beide heren stappen achteruit en Michelle komt naar voren. Zij is het die de laatste handeling verricht, met brede zwaaien wordt de sneeuw over het landschap verdeeld. De sneeuw, die de winter aanbrengt, de kerstsfeer echt tot bloei laat komen. Als dit klaar is gaat de verlichting aan, wordt alles in beweging gezet en worden de nieuwsgierige blikken toegelaten. Al gauw verschijnt de eerste toeschouwer en dat blijft tot de eerste dag van het nieuwe jaar. Die dag verdwijnt alles weer naar de datsja om volgend jaar weer tot leven te komen. Hoe lang nog De eerste keer, die van het roze bankje, heeft Roelof zijn dochter beloofd dit te doen tot ze 18 is. Dat is ze dit jaar geworden dus de belofte is vervuld, het werk is gedaan. Maar ja, stopt het nu ook? Opgenomen in de Kunstroute, aandacht van het Dagblad van het Noorden, een reportage op OOG TV, aandacht van TV Noord, al die mensen die komen kijken en, als slagroom op de taart, een stukje in de buurtkrant. Eigenlijk kan stoppen niet. En bovendien zegt Roelof, het geeft ons zoveel plezier en gein en er zit nog steeds ontwikkeling in... dus ja... We zullen zien wat 2024 gaat brengen. Is dan met kerst de Lage der A nog steeds het meest gefotografeerd of is daar dan geen (kerst-)reden meer voor?

7


PW17/Emma, grandeur van boeg tot schroef

tekst: Klaas van der Meulen foto's: Han Santing & collectie Hans Egberts 8


K

ijk haar daar liggen, rustig tegen de kade naast godin Minerva. De Emma is niet meer de jongste maar ze blijft elegant, sierlijk, een beetje voornaam zelfs. Misschien ook wat stram en aan de stevige kant? In de buurt heet ze 'grand old dame', 'prinses' of 'dat lekkere dieselding'. Emma. De Emma, zoals men over haar zegt, alsof er maar één Emma is. Flauwekul natuurlijk, want het scheepsregister vermeldt meer dan vijfentwintig varende Emma's. Maar er zijn niet 25 motorsleepboten die Emma heten. Haar administratieve bijnaam is de PW 17 en vroegere namen waren: Olle Teus en Ventura. Ooit werd dit soort schip een 'Amsterdammer' genoemd. We spreken met Hans Egberts (foto rechts), sinds 2010 vaste schipper op de Emma en met Rudolf Dirksen. De PW17 stamt uit 1922 en werd als directieboot gebouwd op scheepswerf Gideon, voorheen Koster, te Groningen, voor de somma van ƒ 9.380,-. Haar naam heeft ze te danken aan 'Emmaplein Foundation', een stichting die financiële steun verleent aan charitatieve, culturele, wetenschappelijke en algemeen nut beogende instellingen in de drie noordelijke provincies. Het schip heeft maar liefst 66 jaar, van 1922 - 1988, gevaren als directievaartuig van Provinciale Waterstaat Groningen. Ze werd ingezet bij het toezicht, onderhoud en de inspectie van 'kunstwerken' zoals bruggen, sluizen en oeverbeschoeiingen. De sjieke salon (foto rechts) met glimmend hout en blinkend koper is speciaal gemaakt om te dienen als vergaderruimte; en vergaderd werd er door de ingenieurs van Waterstaat. Nu fungeert ze onder de naam PW17/Emma als een soort ambassadeur van het museum en wordt terecht een pronkstuk genoemd. Van 1988 - 1998 fungeerde de sleepboot bij Bokschoten in Groningen onder de naam Olle Teus. Van 1998 - 2010 was het schip in particulier eigendom en van 2010 tot heden hoort de PW17/Emma bij het Noordelijk Scheepvaartmuseum, nu Museum aan de A in Groningen. Het onderwaterschip werd door het museum na de overdracht bij scheepswerf Talsma te Heeg gestraald, gedubbeld en opnieuw geschilderd en vervolgens in historische staat hersteld door vrijwilligers van 9


het museum bij Werf Wolthuis in Sappemeer. De lijst met restauratieve werkzaamheden vermeldt een dertigtal gespecificeerde acties. Dankzij Egberts en Dirksen bestaat er een uitgebreid gedocumenteerd tekst- en fotoarchief. De vaste ligplaats is naast kunstacademie Minerva aan Kleine der A. Het schip wordt nu ingezet voor promotiedoeleinden en themavaartochten. Tevens fungeert de Emma als vergaderlocatie voor de directie en de Raad van Toezicht van het museum. Ook kan de Emma worden geboekt voor dagtrips, bijvoorbeeld voor een familie-uitje, een huwelijk, wijnproeverij of een asverstrooiing. De Emma ligt altijd in de open lucht. Om de vier à vijf jaar gaat ze voor een vlakkeuring op de helling, dan wordt de dikte van het staal gemeten. Dit gebeurt op een werf in Delfzijl. Het onderwaterschip wordt dan gespoten en er wordt een antifoulinglaag aangebracht dat de aangroei van algen moet tegengaan. De Emma meet 16 x 3,26 meter en heeft een tonnage van ruim 6,5. De huidige motor is een 71 pk Gardner LW 6a. Het voormalige Noordelijk Scheepvaart Museum is bezig de banden met de scheepvaart in Drenthe en Friesland door te snijden; objecten uit die provincie zijn beter op hun plek in het Drents Museum en het Fries Scheepvaartmuseum. Het museum in het A-kwartier transformeert naar een museum dat zich richt op de Groninger geschiedenis tout court, waarvan de scheepvaart een onderdeel zal uitmaken. De immense motorenhal, boordevol nautisch machinaal erfgoed, is al leeggehaald: alle scheepsmotoren zijn naar andere musea overgebracht, in het depot opgeslagen of aan de bruikleengever teruggegeven. De Alida op de binnenplaats zal ook de langste tijd hier gehad hebben en wacht nog op een nieuwe eigenaar; er is al contact met verschillende musea in de provincie. De overgang van scheepvaartmuseum naar historisch museum over de stad en provincie Groningen gaat kapitein Hans en schipper Rudolf Dirksen (1950) duidelijk aan het hart. Al pratend komen we zo langzamerhand bij de functie van de kapitein. Voor de duidelijk10


heid: het woord kapitein betekent niet hetzelfde betekent als schipper, er is een belangrijk nuanceverschil. De kapitein heeft een ruim omvattende verantwoordelijkheid en voert het gezag over de sleepboot en over dat wat wordt gesleept. Schippers hebben een beperktere bevoegdheid. In dit verhaal gaat het in de eerste plaats om het schip en niet over personen, maar toch willen we meer over de kapitein weten. Kapitein Hans Egberts vertelt trots over de Emma. Egberts (1944) werd geboren in Rotterdam, als zoon van een schipper en een onderwijzeres. Zijn moeder ging voor één of twee weken naar de wal om te bevallen. Dat was in die tijden heel gewoon. Het was de tijd van de bombardementen in Rotterdam. Een schip werd bewust tot zinken gebracht om het zo te kunnen verstoppen voor de vijand. Later werd het weer opgetakeld en het vaart nu zelfs nog. Hans Egberts woonde tot zijn zevende aan boord, kreeg zogenaamd 'ligplaatsonderwijs' en ging later, vanaf zijn zevende, naar het schippersinternaat in Moordrecht. Daar gingen alle kinderen van schippers en andere reizende beroepen als kermisklanten, naartoe. Na het lager onderwijs, dus op zijn twaalfde, ging Hans naar het voortgezet onderwijs en volgde een technische richting. Er moesten door de ouders moeilijke keuzes worden gemaakt: Hans' moeder bleef met de kinderen aan de wal en zijn vader bleef varen. In die internaatstijd zag je als kind je ouders zo'n vijf keer per jaar. En dan komt de vraag: wat gaat Hans doen: moeders wens was studeren, maar Hans wilde varen. Het werd de Mulo en ondertussen kon Hans varen bij sleepdienst Piet Smit havensleepdiensten te Rotterdam. We laten de kapitein nog heel even aan het woord: "In de jaren 60, ik was kaptein, kwam er een vacature op de kapiteinskamer. Ik solliciteerde en werd aangenomen, zo ging ik van het water naar kantoor, dat was een flinke ommekeer. Het beviel, eeeh, sjaa, toen wel goed. Daarna heb ik gesolliciteerd bij een leverancier van koffieautomaten op het werk. Dat was een toevalstreffer. Je begrijpt, dat was mede onder invloed van mijn verkering. Ik heb daar een mooie carrière gehad tot mijn pensioen. Ondertussen heb ik, hobbymatig, 11


ongelooflijk veel gevaren. We hadden een jachtje en later een tjalk, een platbodem van 21 meter. Dan voeren we in vakanties en in de weekends. Op mijn 50e ben ik bij het Maritiem Museum in Rotterdam begonnen als vrijwilliger, dat was vanwege mijn nautische vakkennis." "In 2009 zijn we van Mijnsheerenland naar een appartement in Groningen verhuisd, dat is vanwege de kinderen. Toen ik via via hoorde dat het scheepvaartmuseum de kans kreeg dit schip te verwerven heb ik me onmiddellijk als vrijwilliger aangemeld. Let wel, alles aan dit schip is Gronings, de enige niet-Groningers zijn Rudolf Dirksen en ik. Alsjeblieft, noem haar geen rondvaartboot, dat is bijna een belediging. Dit is toch een en al statige authenticiteit. En nee, snelheid, het maximum zal zo'n 15km/u zijn, is voor dit schip niet zo belangrijk, het gaat om de trekkracht, de zogenaamde 'bollard pull'." Het wordt tijd voor de praktijk, we gaan uit varen. Hans en Rudolf vormen een goed op elkaar ingespeeld team. Beiden zijn afkomstig uit ZuidHolland en net als Hans heeft ook Rudolf, die zelf op een woonschip in de diepenring woont, een scheepvaartachtergrond: zijn vader werkte lang bij Waterstaat. Terwijl kap'tein Hans het stuurwiel, in scheepstermen het 'haspel' en de 'regelateur', de snelheidshendel in de eenpersoons stuurhut bedient vertelt Rudolf over specifieke scheepszaken. Mooi zijn de koperen elementen: de scheepsbel, het kompas en allerlei haken en ogen. Aan de achterzijde van het schip is de 'herft', een opbergruimte voor losse spullen en helemaal onderin zie je de schroefas. Zo zie je aan de voorzijde de voorpiek, een ruimte voor ballast waar o.a. de ankerketting wordt opgeborgen. De bunkers bevatten 200 liter dieselolie, pure diesel, dus zonder biobijmenging, en de dagtank bevat 60 liter. Het verbruik is zo'n drie liter per uur. Bij full speed verdubbelt dat. Achter de stuurhut zien we een typisch sleepbootonderdeel, de 'beting': een stalen constructie waaraan sleepkabels kunnen worden bevestigd. Op de stuurhut ligt een ladder die in speciale gevallen als loopplank gebruikt kan worden 12


en een pikhaak en slaggaard, (dieptemeter). De 72 pk dieselmotor werd nog niet gereviseerd. Het onderhoud doen de mannen zelf, zoals het carterwassen (olie verversen), brandstoffilters vervangen en als het nodig is de kleppen stellen. Dagelijks is het dekwassen geblazen en voorafgaand aan een trip met gasten wordt het koper gepoetst. Voor de winter worden alle houten banken en het rondhoutmateriaal opgeslagen in de museumwerkplaats. Aan boord zijn zwemvesten voor gasten en drie reddingsboeien, maar die, aldus kapitein Hans, werden nog niet gebruikt. Als we de Oosterhaven passeren zien we de eerste platbodems al liggen die in december bij WinterWelvaart te zien zullen zijn. Onderweg worden alle schippers vriendelijk gegroet; dat heeft alles te maken met de sympathieke, collegiale gedragscode: schippers kennen elkaar doorgaans en helpen elkaar in alle gevallen wanneer hulp geboden is. Thuisgekomen neem ik het bidbook 'Golden Kaans' over de nieuwe plannen van het museum op weg van scheepvaartmuseum naar regionalegeschiedenismuseum nog even door. Op de omslag prijkt een fraaie tekening van de Emma. Hoofd marketing en communicatie Karlijn Donders vertelt enthousiast dat de Emma een prominente rol zal spelen in maar liefst zes aandachtsgebieden: Educatie, Ontmoeting en verbinding, Historisch museum, Collectie met partners, Startpunt ontdekkingsreis, Bedrijfsvoering. Verder zullen, zo vervolgt Karlijn, in de toekomst verschillende tochten i.s.m. andere partijen, bijvoorbeeld Het Groninger Landschap en t.z.t. Het Nationaal Park Drentsche Aa aangeboden blijven, net als de particuliere tochten. De regio vertegenwoordigen is belangrijk, zoals blijkt bij Hunzevaarten of tochtjes naar Onderdendam. Bij belangrijke evenementen als WinterWelVaart, de Groninger Museumnacht, de Swim Challenge en volgend jaar Delfsail is onze trots - natuurlijk - graag aanwezig! 13


De culinaire cadeaushop Grote Kromme Elleboog 8 telefoon 050 31 88 451 www.leuklekker.nl


van het bestuur tekst: Klaas van der Meulen • Of het de twee consumptiebonnen zijn, wie zal het zeggen, feit is dat zo'n vijftig gasten het achterzaaltje van Café Wolthoorn & Co bezetten op een herfstige zondagmiddag. Wat in 2022 klein begon groeit uit tot een waar feestje: de uitreiking van de geveltuinprijs, het Gouden Schepje. Dit jaar niet aan een los tuintje toegekend maar aan een straat, de Westerbinnensingel (foto rechts). De buurtvereniging toont hier wat haar ware aard en doel is: mensen bij elkaar Buurtvereniging Het A-Kwartier brengen en proberen een verbinding tot stand te brengen en voorbij te gaan aan verschillen. (Dominee) Ynte de Groot brengt het goed in beeld met Welke straat heeft de mooiste zijn toespraak bij de uitreiking (foto rechtsboven). Nog geveltuintjes van de buurt onvermeld is dat wij er trots op zijn dat het A-Kwartier en wint het Gouden Schepje? met zijn inmiddels bekende geveltuinen, een prominente 29 oktober, 17.00 uur plaats heeft gekregen op de pas verschenen wandelkaart (Klimaatroute Inspiratiekaart) van Groningen. En dat op deze middag het ledenaantal is gegroeid is mooi meegenomen (zie ook p. 25). genomineerd zijn: Dwarsstraat Schuitemakersstraat Sledemennerstraat Westerbinnensingel

geveltuintjesprijs A4+.indd 1

Café De Wolthoorn & Co Turftorenstraat 6

Prijsuitreiking door: Ds. Ynte de Groot

15-10-23 16:44

• Melden loont; een praktijkvoorbeeld. In de ALV meldt Bernd Stalman dat nabij de Visserbrug een dode boom staat en dat er één is omgewaaid en inmiddels verwijderd. Ons advies: meld het bij Laurens Stiekema van foto's: Han Santing de afdeling Groen van de gemeente, dan krijg je gegarandeerd snel antwoord. Op maandag na de ALV spreek ik dhr. Stalman toevallig en zeg hem toe de melding te doen. Een half uur na mijn mail aan Stiekema krijg ik al antwoord. Stiekema adviseert deze vraag in te dienen bij https://meldingen.groningen.nl/incident/beschrijf. Dat doe 15


ik op 30 oktober om 18.04. Op 31 oktober om 07.48 krijg ik antwoord dat de melding is afgehandeld. Er zullen nieuwe bomen worden geplant. • Personele zaken: Giorgio Achterbosch (foto) moet zijn taak als penningmeester neerleggen vanwege een verhuizing. Onmiddellijk plaatsen we een vacature en melden die op de aankondiging voor de ALV. Een dag na de oproep aan de leden meldt zich al een opvolger. Daarover later meer.

• Van hetzelfde laken een pak bij de websitecolumnistenvijver: twee schrijvers trekken zich terug en in no time melden zich twee nieuwe: Geeske Bakker en Trui in de Wei. En bij de geveltuinenjury: vanwege een geheel andere, nieuwe aanpak in 2024 is de jury van drie naar vier uitgebreid. Hierover later meer info. • Het bestuur vergadert in 2023 tien keer. Elke maand en hartje zomer vrij. Vaak is de ploeg compleet, maar soms ontbreekt er iemand. No problemo, elkaars taken worden moeiteloos overgenomen. We kunnen zeggen dat het bestuur beschikt over een goed draaiende voorzittercarrousel: bij een verblijf in het buitenland of bij ziekte van voorzitter Trinet Holtslag vallen Evelien Alkema en Mark Hömmen in. Zonder moeite. Naar tevredenheid. Een oproep in de groepsWhatsapp en klaar. Geregeld. • Wij werken met een standaardagenda die naar believen aangepast en uitgebreid kan worden. Maandelijks worden we door de juridische dienst van de gemeente geïnformeerd over het onderzoek naar vergunningen van logiesverhuur. 16

foto: Han Santing

• L'histoire se répète. Dat doet me denken aan twee jaar geleden. Hoe ging dat alweer? Er verschijnt een oproep om je als bestuurslid van de buurtvereniging aan te melden. Er gebeurt iets wat bestuursleden van gewone verenigingen voor onmogelijk houden: er melden zich vijf gegadigden voor de club. Omdat buurtverenigingen soms lijken op speeltuin-, studenten-, hoboïsten-, of duivenmelkersverenigingen met beladen geschiedenissen, besluit ik, als een van de vijf, eerst enkele gesprekken aan te vragen: met de voorzitter en een wijze buurman. Uiteindelijk melden alle vijf zich definitief aan. Eén zegt de penningen wel te willen doen, een ander wil wel secretaris worden, iemand is behendig met dubieuze crediteuren, er is een activiteitenofficier in de dop en er komt een manus van alles.


• Ruim een jaar geleden wordt de AKRO-werkgroep (A-Kwartier Ruimtelijke Ontwikkeling) in het leven geroepen. De opzet is er een onafhankelijk opererende werkgroep van te maken die zelf zijn agenda bepaalt. Naast drie verenigingsleden zijn twee bestuursleden (Achterbosch en Holtslag) lid van deze werkgroep. • De activiteitencommissie, aangevoerd door Evelien Alkema en gesecondeerd door Marieke Kremer en Richard Krikken zijn bezig met de voorbereidingen van een onthaal voor wereldreizigers Esther Klaver en Piet Boorsma (foto) op 17 december op De Mars. Dan nog op 26 januari 2024 een pubquiz in Kleintje Klikspaan. Beide nog onder voorbehoud, dat wel. • Het driemaandelijks overleg met de gemeente verloopt doorgaans bijzonder prettig. Meestal wordt onze delegatie ontvangen door een keur aan gemeentelijke medewerkers, de laatste keer is ook binnenstadswethouder Wijnja aanwezig. Keer op keer wordt ons op het hart gedrukt gespreksonderwerpen niet op te sparen, maar vooral de (wat kleinere) onderwerpen tussendoor voor te leggen aan goed ingevoerde ambtenaren. Een interessant onderwerp de laatste keer is onze wens om een op het wegdek gemarkeerde wandelroute te realiseren zoals die ook zichtbaar is in Nijmegen en Nantes. Ook wordt uitgebreid gesproken over een onderzoek naar parkeergelegenheid in onze wijk. Een van onze bestuursleden inventariseert, turft en vinkt al dan niet gebruikte parkeervakken voor auto's en fietsen. Zelfs Groningens enige politieke celebrity, eminence ivoire, Max van den Berg, ooit wethouder en CdK en in die tijden getooid met de veelzeggende bijnamen De Houdini of zelfs de Ayatollah van het Noorden, laat hierover desgevraagd, na afloop van een lezing in het MADA over het VCP (verkeerscirculatieplan) zijn licht schijnen. To be continued. • In de laatste algemene ledenvergadering wordt de vraag gesteld of dit dé jaarlijkse ledenvergadering is of een soort van extra. Goede vraag, aangezien dit al de vierde ledenvergadering in 2023 is. Dit heeft alles te maken met een herziening van de statuten, deze exercitie vergt in 2023 twee extra ledenvergaderingen. Over betrokken 17


heid van de leden bij de club gesproken. Bij de algemene ledenvergadering bespreekt Mark Hömmen de ontwikkelingen op het gebied van de websitevernieuwing. Het klinkt allemaal eenvoudig. Maar dat is het allerminst. Er moeten handmatig allerlei ooit geplaatste artikelen worden overgeplaatst. Selecteren, knippen, plakken en checken. En dat ik weet niet hoe vaak. Om de prijs te drukken is met JAK-design overeen gekomen dat zij en wij elk een deel doen. Mark bedankt! • Onze vier keer 's jaars verschijnende visitekaart, de A-krant wordt huis aan huis verspreid. Daarnaast zie je de krant op leestafels op (on)verwachte adressen liggen, bijvoorbeeld bij Museum aan de A, bij LUHU en bij het gemeentekantoor aan het Gedempte Zuiderdiep. Heel af en toe kom je een dakloze tegen die behalve de Riepe, ook de A-Krant voor een Eurootje aanbiedt. • Nog even en het druk bezochte evenement Winterwelvaart brandt weer los. De laatste tijd zie je al een behoorlijk aantal grote zeilschepen aanmeren aan de Hoge der A. Het gratis toegankelijke, driedaagse spektakel zal plaatsvinden in het weekend voor Kerstmis op 15, 16 en 17 december.

18

logo: Han Santing

• Mispeer. Soms gaat er iets mis. In de vorige editie van bestuursberichten kondigden we aan een nieuw logo te willen laten ontwerpen. Nieuwe website - nieuw logo, dat was de gedachtegang. In al ons enthousiasme hebben we over het hoofd gezien dat Han Santing, onze gewaardeerde vormgever/grafisch ontwerper, jaren geleden al een drietal logo-ontwerpen had gemaakt. We hebben deze vergissing, mea maxima culpa, met Han besproken, de kou is uit de lucht en we beraden ons nu op een vervolg.


Visserbrug onderhoud (foto: Henk Landkroon, 2013)

dichter bij toen

De figuranten

je laat een kwast een kwast zijn onder het dragen van lagen; iedere beweging kan het oppervlak breken en ieder oppervlak jouw beweging, zeker weten opsmuk is vaker een last dan een zegen in miezerige regen

tot druppels op kragen van kleding die je had willen dragen je maakt gewag van de anorak van een passant die je zag, maar zag wordt al zagen omdat je maat staat te slapen hij dreigt overstag van de ladder zo uit het bootje te slaan. Zij versnellen de trap rond hun as tot ze vage passanten en wij, figuranten in vaarwater, drijven af door de dagen. 19

sacha landkroon

op zomaar een dag in het najaar; waar het weekend linksom of rechtsom mijlen weg is, het water dat ruist in je knuisten

Je balanceert met je maat in een luciferdoosje op water, als twee ijsberen op een brokkelige schots in zo'n wnf-spot


Tien jaar Landkroonjuweeltjes tekst: Tjitske Zuiderbaan | foto's Han Santing 20


d

at hij nu nog altijd schrijver zou zijn van de rubriek 'Dichter bij Toen' in de A-krant, had Sacha Landkroon niet verwacht. 'Onvoorstelbaar. Toen ik eraan begon had ik niet het idee: dit doe ik over tien jaar nog.' Zijn vader was brugwachter in het A-kwartier en had contact met Han Santing, vormgever en redacteur van de wijkkrant. En Sacha kende toenmalig columnist Bob van Dijk, bekend van de scheepsdictees. Hij had 'weleens iets voor Bobs dictee gedaan'. De lijntjes naar de krant waren gelegd.

Zijn meester in groep 4 zei het al: 'Sacha wordt later een bekende schrijver.' 'Ik was de enige in de klas die het leuk vond als er een opstel geschreven moest worden. Mensen zeiden altijd dat ik geweldig goed kon schrijven, dan ga je op de middelbare school bij de schoolkrant en mag je vervolgens hoofdredacteur worden.' Op zijn zeventiende schreef en fotografeerde hij voor de buurtkrant van Vinkhuizen. Hij voelde zich een hele piet. Journalist leek hem wel een mooi beroep. Met zijn dichtwerk durfde hij nog niet naar buiten te treden, er waren immers altijd mensen die dat beter konden. Het podium op Die houding veranderde nadat hij in 2008 een workshop had gevolgd van Esther Jansma, een van zijn favoriete dichters en toentertijd gastschrijver aan de universiteit. 'We werden met onze schrijfsels het podium opgeschopt onder het mom: "ga dit voorlezen voor publiek". Ik ben zes keer doodgegaan, maar naderhand vond ik het stiekem toch ook erg leuk.' Zo leuk dat het naar meer smaakte. 'En als dan iemand die je bewondert zegt dat je goed bent…' Hij mengde zich in de literaire scene van Groningen en bouwde al snel een reputatie op. Ook werd hij lid van de dichtclub bij café Marleen, nu Kroeg van Klaas, en was hij een jaar lang huisdichter van de RUG. Hoge en lage taal Hij studeerde weliswaar geschiedenis, maar dankzij zijn dichtersactiviteiten werkt hij al een paar jaar als docent Nederlands. Op dit moment geeft hij Nederlands aan anderstaligen. Iets heel anders dan het schrijven van gedichten. 'In literatuur en poëzie zoek je naar de hoogste vorm van taal en in het scholen van anderstaligen zoek je naar de laagste vorm. "Dit is een deur. Dat is een hoofd." Je moet zelf inzicht hebben in de tweeledigheid van uitdrukkingen. Als ik bijvoorbeeld zeg: "ik heb geld op de bank", dan kun je dat ook letterlijk interpreteren. Boeiend om zo geconfronteerd te worden met regels en gekkigheid van je eigen taal.' Met de journalistiek is het niets geworden, hoewel Sacha de keus om geschiedenis te studeren wel zag als een soort opstapje ernaartoe. Hij voelde zich echter niet thuis in het snelle nieuws en het elkaar vliegen afvangen. Met een geschiedenisachtergrond kom je dan al snel in het onderwijs terecht. 21


Band met A-Kwartier Zijn verbinding met het A-Kwartier werd gelegd in zijn studententijd, toen hij zijn eerste colleges volgde in het Tehuis in de Lutkenieuwstraat. Hij was een wat bleue student die opkeek tegen zijn docenten. Tot hij een bewonderde docent een peukje zag roken in een portiek terwijl deze een banaal gesprek voerde. 'Dit deed toch wat afbreuk aan diens autoriteit. Aan de toren van de A-kerk wapperden op dat moment vlaggen voor de geboorte van Amalia. Die studeert nu zelf. Van het gebouw is niks meer over, de prinses is volwassen, dat illustreert de vergankelijkheid van alles.' Japie Sacha ervaart verschil tussen dichten in opdracht en vrij werk. 'Bij een opdracht gaan er vaak luikjes open waarvan je niet weet dat je die hebt. Voor 'Dichter bij toen' zoekt Han altijd tien mooie historische foto's uit. Dan kijk ik, waar gaat mijn lichtje op aan. Die wordt het. Namen van personages verzin ik soms. Mijn eerste gedicht voor de A-krant ging over een Japie, geen idee hoe hij echt heette. In het begin hielp mijn ex met inspiratie en ideeën op basis van wat zij erin zag. Dat vond ik een interessante manier van werken, ze wist niets van de buurt en weinig van geschiedenis. Iemand die er los van staat, kan interessante ingangen aandragen.' Inmiddels schrijft hij de fotogedichten al vijf jaar alleen. 'Je moet op een bepaalde manier naar de foto kijken, los van wat • boven: eerste Dichter-bij-Toen-gedicht 'Kadepraat' in de (toen nog zwart/wit) A-krant van maart 2013. je al weet, kennis staat soms in de weg. • pagina rechts: optreden in 2010 tijdens het feest Het slaat het fantasie-element dood.' t.g.v. 25 jaar buurtvereniging Het A-Kwartier.

Niet uitleggen Zijn eigen gedichten kunnen over van alles gaan. Die schrijft Sacha meer vanuit een persoonlijk gevoel, wanneer hij zich druk maak over de toestand in de wereld, of iets heeft 22


gezien wat indruk op hem heeft gemaakt. Dat je een gedicht beter niet kunt uitleggen, merkte hij toen Ellen Deckwitz hem ooit vroeg een gedicht voor haar te verklaren. Naderhand zei ze dat ze het nu helemaal niet meer interessant vond omdat ze had gedacht dat het ergens anders over ging. Dat was de eerste en de laatste keer dat ik dit heb gedaan.' Bundeltijd Zo'n veertig fotogedichten zijn er nu. Tijd voor een bundel! En die komt er. Han Santing gaat hem vormgeven en het boekje wordt uitgegeven door uitgeverij Nobelman uit Groningen. 'De foto's als inspiratiebron komen er ook in. Het is belangrijk dat mensen weten waar de gedichten vandaan komen.' Het wordt zijn derde uitgave. Na zijn jaar als huisdichter van de RUG kwam er in 2010 een bundel uit. In 2016 won Sacha het Hendrik de Vriesstipendium van de gemeente. Van dat geld gaf hij nog een boekje uit. Professionele hobby Acht jaar geleden verhuisde hij naar Eelde Paterswolde en nu is hij bekender in Drenthe dan in Groningen. 'De Drentse literatuur is meer afgebakend. Daar zijn dertig à veertig schrijvers actief, waarvan ik al tien jaar de jongste ben.' Dichten betekent voor Sacha een (soms betaalde) hobby op professioneel niveau, zonder de ambitie om ervan te kunnen leven. Hij kiest voor een zekerder bestaan. 'Je hebt gezien wat er tijdens de lockdown gebeurde.' Zijn opa vroeg hem eens: 'Wie heeft er nu eigenlijk gezegd dat jij een dichter bent?' 'Niemand zegt dat. Het is niet zo dat je op een dag wakker wordt en denkt, nu ben ik dichter. Je staat op een podium en dan gaan mensen klappen en als dat nog een paar keer gebeurt, dan ben je blijkbaar dichter.'

23


Kunstatelier Noes Met werk van Beeldend Kunstenaar Annuska ‘t Hart

Geopend op afspraak en iedere zaterdag van 13.00-17.00 u

Pottebakkersrijge 13 9718 AG Groningen Telefoon 06-30109303 Website www.annuska-t-hart.nl


H

oe komt het dat een op het oog wijze jury de geveltuintjes aan Westerbinnensingel de straatprijs toekent terwijl de tuintjes op zich niet geweldig ogen? Het moet de vrolijkheid van samenwerkingsbereidheid zijn, dat lacht de wandelaar toe. Bankjes, bloempotten, een gevelversiering hier en een minibieb daar. Bankjes? Maar liefst zeven. Dit aantal geeft de uniciteit van de straat aan. Op zomeravonden ontvouwt zich hier een gemeenschapszin met theatrale vormen. Naast de stokrozen worden uitklaptafels klaargezet waarop bord- en kaartspelen buren uitnodigen zich met elkaar te meten, verderop zien we boeken lezende buren, die als ze de ene John Grisham uit hebben het boek bij de minibieb kunnen ruilen voor een Dan Brown of Kluun en verder ontluikende romances en kinderen die tot het vallen van de avond hinkelen, tollen, landjepikken en knikkeren: alsof de tijd heeft stilgestaan. Ook interessant is dat deze singel er eentje is zonder waterloop. Dat maakt de straat eigenzinnig, apart, onafhankelijk. Net zoals die jury van de geveltuinen. Volgens het kadaster zijn er maar liefst 137 adressen en is het oudste gebouw van 1865 en het nieuwste van 2020. Het grootste gebouw meet 437m² en het kleinste 25m². Aan de ene uiterste zijde van de straat tref je 'Monument & Materiaal' aan, een monumentekst: Klaas van der Meulen taal pand met werkelijk schitterend metselwerk, een voormalige school waar oude bouwmaterialen worden verkocht. Aan de andere zijde een pas geopend horecapand met vier joekels van ramen waarachter vrouwen, meisjes eigenlijk nog, die plezier maken (zeg nooit meisjes van plezier!), merendeels studentes zich met elkaar onderhouden, elkaar examenantwoorden influisteren en de laatste tentamenresultaten en middernachtelijke veroveringen met elkaar delen. Laptop en foon op de tafel naast munt- of gemberthee of een schuimende cappuccino met havermelk. In de herfst tovert de straat geel van de neervallende bladeren, waarschijnlijk (Noorse) esdoorns. Tegen de avond ritselt en ruist het van elkaar achterna zittende, trippelende egeltjes, nog net in de periode voordat ze in het plantsoen een winterslaaplocatie zoeken.

wester binnen singel

25


Een pelikaan in de stad tekst: Dick Veen | foto's Han Santing 26


S

inds jaar en dag ligt in de winter het schip de Pelikaan in de A, nabij de Visserbrug. Een pelikaan is een watervogel die opvalt door zijn opvallende uiterlijk, zijn grootte en zijn gedrag. Het schip doet zijn naam eer aan. De kleur van het schip is wat moeilijk vast te stellen, mogelijk groen, turquoise, groen-blauw of blauw-groen, zeg het maar, in ieder geval is het een kleur die opvalt. Eigenaar is Peter ter Laak die er al sinds 2001 reizen met groepen mee maakt op de Waddenzee en het IJsselmeer.

De grootte In 1914 bouwde de werf Haeser en Leeuwestein in Neder-Hardinxveld het zeilschip de Spes Salutis. Een één-mast zeilschip, 30,67 m lang, 6,5 m breed en met een tonnage van 212 ton. Ondanks de bouw van dit prachtige schip sloot deze werf in 1917 en werd de heer Haeser weer smid, wat hij ook vroeger was geweest. Leeuwestein raakte in de vergetelheid maar Haeser begon later weer een scheepswerf, deze keer in BovenHardinxveld. Dit lukte wel en deze bleef tot 1965 bestaan. Toen werd de werf verkocht aan de gebroeders Damen. Damen is nu een werf van internationale vermaardheid. Zeilend door het land De eerste eigenaar kon helaas niet lang genieten van zijn sterk gebouwde mooie schip. In 1916 overleed hij en zijn erfgenamen verkochten het schip aan de familie Grinvis. • De eerste Spes Salutis, laden van suikerbieZij voeren met het schip, op zeil, door ons ten in Wolphaartsdijk 1946. land en brachten veel lading op de bestemde • De tweede Spes Salutis onder zeil op het plek. In 1946 werd het schip gemotoriseerd Hollands Diep in de dertiger jaren. ter ondersteuning van de zeilen. Een liggende Deutz werd aan dek geplaatst en deze dreef een zijschroef aan. Een zgn. lamme arm. In 1955 kwam de moderne wereld echt aan boord. Het schip werd voorzien van een motor: een Lister Blackstone en kreeg natuurlijk ook een echte schroef. De lamme arm en de mast werden van het schip gehaald en voortaan werd de lading gemotoriseerd vervoerd. De Lister werd in 1964 vervangen door een tweede27


hands Kromhout 8 TS van 150 PK uit 1955. Een dikke Reintjes keerkoppeling erachter en gaan met de Pelikaan, nou ja toen nog steeds de Spes Salutis. Deze motor keerkoppeling combinatie staat nog steeds in het schip. Afgemeerd In 1989 kreeg het schip een nieuwe eigenaar, Sjoerd Stouten, en een nieuwe naam: als Solo Nova ging het haar nieuwe leven tegemoet. De bestemming veranderde van varend schip tot timmerwerkplaats. Van rondreizend kreeg het een vaste plek, in één van de insteekhavens van het Winschoterdiep in de stad. In het grote ruim was nu geen plaats meer voor lading maar werden houten producten vervaardigd o.a. ruime vergadertafels. Dit duurde tot 1996, toen kreeg Sjoerd geen Hinderwet vergunning meer en ging het schip in de verkoop. En weer varen Dit is het moment waarop de huidige eigenaar Peter ter Laak ten tonele verschijnt. Peter koopt het schip en gaat er op wonen. Op dat moment heeft hij ook nog de Isis, die hij heeft overgenomen van Jan Velthuis, tegenwoordig eigenaar van de Mars. Ook een vaste winterligger in de A. De Solo Nova krijgt de huidige naam Pelikaan die bedacht wordt door Peters vrouw Korrie. In de zomer vaart Peter op de Isis en in de winter werkt hij aan de Pelikaan. Die wordt verbouwd tot een schip dat geschikt is voor de bruine zeilvaart. Er worden twee masten geplaatst, een kluiver aangebracht en het ruim wordt omgebouwd tot verblijf en er worden slaaphutten gecreëerd. De luiken blijven, maar worden aan de bovenkant voorzien van een ijzeren kap. Van binnenuit zie je de luiken, de merkels en de gebinten nog zodat het er nog erg nautisch uitziet. In 2001 gaat de Pelikaan zijn nieuwe toekomst tegemoet die veel lijkt op zijn oorsprong: een zeilend schip in de Bruine vloot. Als schip met 32 slaapplaatsen en geschikt voor 50 personen in de dagvaart, is het een van de grotere uit deze vloot. Het werk Meestal vaart het schip met groepen, schoolkinderen, families of bedrijfsuitjes op de Waddenzee en soms op het IJsselmeer. Ameland, Vlieland en Texel worden aangedaan 28


vanaf de vertrekhaven Harlingen, maar meestal is Terschelling het doel van de reis. Het wordt gebruikt als volgschip voor dé roeirace van Nederland, de Harlingen-Terschelling roeirace. Ook als volgschip tijdens de skûtsje races op de Friese meren wordt het ingezet. De hele zomer is het schip druk doende om de mensen te vervoeren en onderdak te bieden. Omvlaggen Eén keer per jaar wordt de Pelikaan voor een dag omgevlagd. De Nederlandse vlag wordt gestreken en de Spaanse gehesen. De naam Pelikaan wordt veranderd in Valencia of Madrid en er wordt een belangrijke bisschop mee de stad ingevaren. Duizenden mensen vormen een erehaag langs de grachten waar het schip tussendoor vaart. Het schip krijgt die dag de eer die het verdient, 109 jaar oud, nog steeds sterk, krachtig en glanzend. Tijdens deze intocht wordt het schip volop gefotografeerd, of het om het schip gaat of om de man met de mijter blijft onduidelijk. De bemanning die dag bestaat uit mensen die de entourage van de bisschop vormen, Peter als goede bekende van de bisschop, aan het roer. De winter Daarna weer in winterslaap, de Pelikaan vindt haar vaste plaats aan de Hoge der A. Even rust, even geen groepen, even tijd voor wat onderhoud. Een schip dat door zal varen ook al zal Peter in de nabije toekomst misschien niet meer aan het roer staan en zal een andere schipper het schip sturen. In de winter is het schip in de A te zien, in de zomer op de Wadden, IJsselmeer of in de havens daaraan gelegen. Maar u kunt hem ook plotseling tegenkomen in wachtkamers of behandelruimtes in ziekenhuizen, bij tandartsen of openbare gebouwen. Maar dan wel op de posters met het aanzicht van de Hoge der A. 29


Gedrag Twee elementen van een Pelikaan, uiterlijk en grootte, hebben we al behandeld, maar een Pelikaan staat ook bekend om zijn gedrag. Het gedrag van Spes Salutis / Solo Nova / Pelikaan is aan verandering onderhevig geweest. Eerst zeilend, daarna zeilend met ondersteuning van een zijschroef. Het tijdperk van geen masten met zeilen maar een Lister en Kromhout om voor te bewegen. Zelfs een tijd van stilliggen en als werkplaats dienende. En dan toch terug naar zeilen maar wel een motor die het kan ondersteunen. Zoals een Pelikaan, die kan zwemmen en vliegen maar ook op een paal kan zitten rusten om dan toch weer te gaan zwemmen of vliegen. Het schip de Pelikaan, de naam waardig door haar uiterlijk, haar grootte en haar gedrag.

DESIGN MEUBELEN VERLENGDE VISSCHERSTRAAT 1 9718 JA GRONINGEN TELEFOON 050 - 314 36 22 MOBIEL 06 - 30 899 191 INFO@HOEKJEGRONINGEN.NL

WWW.HOEKJEGRONINGEN.NL

30


Paddenstoelen in het Universiteitsmuseum

N

Tjitske Zuiderbaan

adat ik Sacha Landkroon aan de tand heb gevoeld voor een artikel in deze A-krant, word ik bij het Universiteitsmuseum naar binnen gezogen. Of het de onsmakelijke prent van het aderstelsel van het mannelijk lid is die me lokt, of dat ik toegeef aan een herhaaldelijke drang om er eens binnen te kijken, wie zal het zeggen. Het steegje dat naar de ingang leidt, lijkt bekleed met een gelige loper aan weerszijden geflankeerd door ietwat smoezelige kiezeltjes. Uitnodigend… De ingang zelf zit in de moderne aanbouw die vastzit aan het oude universiteitsgebouw. Op weg naar de vaste tentoonstelling over de geschiedenis van de wetenschap word ik aan fallusachtige paddenstoelen, wasmodellen van tweeslachtige menselijke geslachtsdelen en uitvergrote voortplantingsorganen van hooiwagens blootgesteld. Gezien de toenemende preutsheid van de jeugd en de wildgroei aan genderidentiteiten een doordachte keuze om een expositie aan het onderwerp Phallus Norm & Vorm te

wijden. Het ding heeft tenslotte eeuwenlang kunstenaars geïnspireerd en allerlei erecte vormen en voorwerpen worden nog altijd onmiddellijk gebombardeerd tot fallussymbool. Het heeft veel moois gebracht, maar ook schade aangericht. In de reguliere tentoonstelling krijgen wetenschappers Aletta Jacobs en Petrus Camper een (welverdiend) podium. Zou Aletta Jacobs zich in haar graf omdraaien als ze wist van de Phallusexpositie? Of zou ze uitgeroepen hebben: waarom toch altijd die potsierlijke penis? Waarom geen Vagina Norm & Vorm? Met Sacha had ik het onder meer over de hoogste en laagste vorm van taal. De hoogste vorm die je zoekt wanneer je literatuur of poëzie bedrijft. De laagste wanneer je iemand de basisbeginselen van de taal bijbrengt. Het wetenschappelijke taalgebruik in de uitleg bij de tentoongestelde voorwerpen smoort vakkundig elke opkomende giechelaanval in de kiem.

31


Crowdfunding voor Frida Graatsma gebeurt er met je als je van de een op de andere dag ziek wordt? En goed ziek ook: je bent de hele dag doodmoe, je kan niet meer wandelen en gesprekken voeren. Dan denk je: okee, volgende week ben ik weer beter. Het is 2017. De suggestie van een burnout verwerp je, want je hebt zoveel plezier in je werk als verpleegkundige in het UMCG en je hebt alleen fysieke klachten. Help Frida weer een beetje leven in plaats te overleven met onverdraagbare pijn door ME/ CVS en de zenuwziekte DVN. Frida Graatsma (1989) vertelt het rustig. 'Het werd steeds slechter, herstel bleef uit. Ik ging een revalidatietraject in maar voelde me steeds slechter. Zo slecht dat ik weer bij mijn ouders in Tolbert ging wonen, ik was bedlegerig en kon niet meer zelf douchen. Toch bleef ik hopen dat het voorbij zou gaan. De specialisten dachten aan een burnout, maar dat voelde ik anders. Toen ben ikbegonnen met vitamine B-12-injecties. Ik dacht zelfs even aan euthanasie, zo erg was ik eraan toe. Ik verdroeg geen licht en geluid, ging met oordopjes naar buiten. De B-12, deels vergoed door mijn ziektekostenverzekering, hielp gelijk, ik injecteerde mezelf. Het herstelproces zette in, ik ging elke maand vooruit. Mijn huisarts steunde me. Ik kon weer zelf mijn haar wassen en tanden poetsen.' Naast Frida zit haar vriend, Jos Duursma. Samen vertellen ze over hun ontmoeting aan Lage der A. 'Het bleef een tijdje beter gaan, totdat corona toesloeg in 2022. Het oude, slechte beeld kwam terug en ik ging verder achteruit. Ik had heel veel pijn; alles wat ik aanraakte gaf een brandende pijn, alsof een schaafwond werd bewerkt met een schuur32


spons. Ik werd door mijn neuroloog doorverwezen naar Maastricht, naar een ziekenhuis dat gespecialiseerd is in dunnevezelneuroptahie, veroorzaakt door een virus dat het zenuwstelsel aanvalt.' 'Dan krijg ik virusremmers van mijn huisarts en vervolgens kom ik terecht bij een ortomoleculair arts. We zijn er zeker van dat een virus de boosdoener is. Jos begeleidt me naar Duitsland waar ik infusen met vitamine C krijg.' 'Het voorgestelde behandeltraject ziet er nu als volgt uit: vijftien infusen per dag gedurende drie weken. Dan een maand naar huis en daarna weer twee weken infusen. Je kunt het vergelijken met een behandeling tegen lyme, waarbij de lever en het bloed worden opgeschoond. Daar wil ik heen. En daarna naar Australië om het zenuwstelsel te resetten, zeg maar nieuwe breinpaden aanleggen. Op deze manier worden èn de oorzaak èn de pijnbestrijding aangepakt.' 'De behandelingen in Duitsland en Australië gaan veel geld kosten: ¤ 78.000: reis, verblijf en behandeling. Om het te kunnen bekostigen hebben we samen Crowd Funding bedacht. Het doel is weer een gewoon leven kunnen leiden in plaats van overleven.' Wil je meedoen met de crowdfunding? https://gofund.me/2b86d7d2

illustratie: ME/CVS Nederland

ME/CVS is een niet-aangeboren, chronische en complexe multisysteemziekte. De ziekte gaat gepaard met immunologische, neurologische en cognitieve stoornissen, slaapafwijkingen en een verstoorde functie van het autonome zenuwstelsel. Dunnevezelneuropathie (DVN) is een aandoening waarbij mensen last hebben van pijn en gevoelsstoornissen. Doordat de dunne zenuwvezels slecht functioneren, beleven patiënten pijnklachten, maar ook schommelingen in de bloeddruk.

33


D

E

G

E

S

C

H

I

E

D

E

N

I

S

V A

N

Visserstraat 47/49 deel 4: 1945 - 1963 Technische Unie / de Stoppelman-erfenis tekst: Han Santing | foto's: Gemeente Amsterdam Stadsarchief

V

foto: Han Santing

anaf begin 1942 kwam de spiegelfabriek van de Joodse broers Jozef en David Stoppelman in de Visserstraat steeds meer in Duitse handen. In totaal werden er in de oorlog van overheidswege drie bewindvoerders (Verwalter) aangesteld die eendrachtig het droeve lot van de fabriek bezegelden. De laatste bewindvoerder komt op 11 januari 1945 in het bedrijf. Het is Hermann Wilhelm Alexander James Hake, een Duitser uit Leer. Hij is niet meer een Verwalter zoals zijn voorgangers, maar een zgn. Liquidationstreuhänder (een gevolmachtigde/ curator) met slechts één taak: het definitief opdoeken van de fabriek. In een kort verslag van 4 maart 1946 in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Groningen wordt duidelijk hoe Hake zich van zijn liquidatietaken heeft

34


gekweten: hij ontsloeg al het personeel, verkocht de nog aanwezige voorraden en machines en verhuurde het gebouw. De omvang van de holocaust (de systematische moord op miljoenen Joden) was zo vlak na de bevrijding nog niet duidelijk. Dat zo weinigen terugkeerden uit de kampen was veelzeggend en deed het ergste vermoeden, maar strikt gesproken waren de niet-teruggekeerden niet dood. Hierover later meer. Het betekende dat de fabriek aan de Visserstraat nog steeds het bezit van de broers Stoppelman was. Om de impasse te doorbreken werd daarom door het Militair Gezag voor de Stad Groningen, na consultatie bij de Adviescommissie voor Rechtsherstel en Beheer, accountant P. Bolhuis benoemd tot bewindvoerder van het echtpaar Jozef Stoppelman en Rachel Antonette Kats. Een paar maanden later wordt Bolhuis dat ook voor broer David Stoppelman en zijn vrouw Elise Johanna Goudsmit. Bolhuis werd door deze benoeming niet alleen beheerder van de fabriekspanden aan de Visserstraat, hij werd het ook van de diverse andere panden in de stad die eigendom van de broers waren. Dat waren allereerst de beide woonhuizen van Jozef en David aan de J.A. Feith- en de Jan Lutmastraat, maar de kadastrale leggers laten zien dat er meer huizen waren: aan de Spilsluizen, de Paterswoldseweg en de Klaas de Vriesstraat. Al die huizen waren -voor zover ze voorheen bewoond werden door (weggevoerde) Jodenovergegaan van eigenaar of bewoond door 'nieuwe' huurders. Misschien vraagt u zich inmiddels af wat al deze informatie nu te maken heeft met de Technische Unie in de Visserstraat. Verderop in dit verhaal zal blijken waarom de lange inleiding nodig was. De Technische Unie (TU) is vanaf 1954, toen het bedrijf als resultaat van een serie fusies formeel deze naam ging voeren, uitgegroeid tot de grootste technische groothandel van Nederland. Zols men het zelf omschrijft: "Met ruim 280.000 artikelen van meer dan 700 leveranciers is Technische Unie de partner voor de levering van alle installatiematerialen op het gebied van elektrotechniek, licht, gereedschap, (luxe) sanitair, verwarming en klimaattechniek." Drie bedrijven stonden aan de wieg van de TU. De eerste en oudste is de firma H.C. Heybroek Wzn & Co uit Amsterdam, opgericht in 1880 als 'Magazijn van Boheemsch Glaswerk en Lampenartikelen'. Al snel wordt intensief samengewerkt met de firma Philips & Co in Eindhoven (opgericht in H.C. Heybroek

35


1891) die zich aanvankelijk specialiseert in het maken van gloeilampen. Door het uitbreken van de eerste Wereldoorlog in 1914 stegen de prijzen van petroleum en gas - de tot dan toe meest gebruikte bronnen van verlichting - enorm. Daardoor nam de behoefte aan andere methodes sterk toe. Petroleum bleef weliswaar tot ca. 1930 het belangrijkst, gestaag werd elektriciteit de nieuwe norm. De tweede deelnemer in de wording van de TU is de firma NV L. Zélander, opgericht in 1901 en net als Heybroek afkomstig uit Amsterdam. Het bedrijf begon onder de naam L. Zélander's Electrotechnische Materialen en -Machines. In 1916 werd het de NV L. Zélander's Electrotechnische en Technische Handelsvennootschap. Ook Zélander werkte nauw samen met Philips en werd in 1908 hoofdvertegenwoordiger van Philips Gloeilampenfabriek. De derde fusiegenoot van de Technische Unie volgt in 1954. Het is het bedrijf Electrocentrum dat bij de oprichting in 1922 als doelstelling liet noteren: "Electrocentrum wil de belangen dienen van Fabrikanten en Importeurs eenerzijds en van Installateurs en Detaillisten anderzijds door tusschen beide partijen een zoo economisch mogelijk werkende schakel te vormen." En dat allemaal onder het devies: 'Tot overleg en samenwerking steeds gaarne bereid!' De 'schakel' die het bedrijf noemt staat prominent in het beeldmerk (links) en zou dat ook blijven in het beeldmerk van de Technische Unie tot nu toe. Deze laatste fusie betekende in 1954 de fundering van de nieuwe naam 'Technische Unie'. Twee jaar later volgde de officiële wijziging in Technische Unie NV. Van de drie fuserende bedrijven had alleen Zélander een vestiging in Groningen. Het is dan ook dit bedrijf dat eind 1945 neerstrijkt in de Visserstraat. Maar Zélander zat al veel eerder in de stad: vanaf 1925 verschijnt Groningen als derde 36


vestigingsplaats naast Amsterdam en Rotterdam in advertenties. Het lijkt een uiterst mobiel bedrijf: in 1927 zit men in de Gelkingestraat 34, in 1933 in Poelestraat 18, in 1940 in de Oude Ebbingestraat 2 en tot juli 1945 zetelt de vestiging aan de Heereweg 14 ('onder het Viaduct') om van daaruit te verhuizen naar Visserstraat 47, met een expeditie-uitgang op Hoekstraat 48. Het kan natuurlijk ook zijn dat de firma meerdere panden in de stad huurde. Opmerkelijk is dat in advertenties en correspondentie alleen het voormalige onderwijzershuis, Visserstraat 47, wordt genoemd. Pas een paar jaar later betrekt het bedrijf ook nummer 49 (de voormalige school) en de panden aan de Hoekstraat 50/52. • advertentie Zélander, Alg. Handelsblad 03-05-1925

Het is niet helemaal duidelijk wanneer precies in 1945 Zélander in de Visserstraat komt. Uit de correspondentie blijkt wel dat men naarstig op zoek is naar een nieuw pand, maar of het nu 'Verwalter' Hage is die deze nieuwe huurder binnenhaalt of een paar maanden later bewind• op 4 juli 1945 verhuist Zélander naar Visserstraat 47 voerder Bolhuis, is niet te vinden. In het kadaster wordt alleen de naam van een eigenaar genoemd en niet die van de huurder of gebruiker. En mocht het bedrijf tijdens de Groninger bevrijding nog steeds in de Oude Ebbingestraat hebben gezeten, is het goed mogelijk dat men dringend behoefte had aan een nieuw onderkomen, want die straat lag grotendeels in puin. En dan gebeurt er in december 1945 iets opmerkelijks. Het enige lid van de familie Stoppelman dat de oorlog overleefde (Judik) staat samen met haar zwager Oscar Otto Jacques Goudsmit, de broer van Judik's schoonzus Elise Johanna en eigenaar van een manufacturenzaak in Roermond, in het gezelschap van een vroegere bedrijfsleider van de firma Stoppelman, meneer Huising, voor de deur in de Visserstraat. Gevraagd naar de bedoeling van hun bezoek krijgt het nogal verbaasde personeel van de Zélander-vestiging te horen dat men wil nagaan of het bedrijf van de familie Stoppelman onder leiding van de voormalige bedrijfsleider 'weer op gang zou zijn te brengen'. Bedrijfsleider Joustra hoort het aan en besluit met collega Jansen zijn licht op te steken bij de beheerder van de Stoppelmanbezittingen, accountant Bolhuis, die tevens raadsman is 37


van Judik Stoppelman. In een brief aan de directie schrijft Joustra niet blij te zijn met de plannen van de bezoekers: "... daar het ons allesbehalve toelachte om uit dit pand, wat uitermate geschikt voor ons is, te worden verdreven." Beheerder Bolhuis stelt de heren gerust. Niet alleen heeft hij geen hoge dunk van de capaciteiten van vroegere bedrijfsleider Huising, hij meldt ook dat er "... geen recht(-doorhaling-) vermoeden van overlijden der heren Stoppelman is uitgesproken en de toekomstige erfgenamen nog helemaal geen rechten hebben." Dus van een heroprichting van het bedrijf zal het "... althans met mijn medewerking" voorlopig niet • deel van de brief van Joustra na het bezoek van de erven Stoppelman aan de Visserstraat (20/12/1945) komen. In een nota bene schrijft Joustra nog iets dat hem waarschijnlijk 'off the record' is verteld door Bolhuis: zo zou zwager Goudsmit graag zijn 14 jaar oude zoon in de toekomst in het bedrijf onderbrengen en is Judik Stoppelman "... geen grote voorstandster van een wederinbedrijfstelling." Om iets meer vastigheid voor de toekomst te krijgen dringt bedrijfsleider Joustra bij Bolhuis aan op een vast huurcontract, bijvoorbeeld voor een jaar. Tot dan toe heeft Zélander maandelijks ƒ 200,- aan huur betaald, maar een maandcontract bekent ook dat het per maand kan worden opgezegd. Maar hiervan wil Bolhuis niets weten. "Wel heeft hij", schrijft Joustra aan zijn directie, "ons nadrukkelijk verzekerd, dat wij ons niet ongerust behoeven te maken en rustig konden blijven zitten. Onze indruk na het bezoek aan den Heer Bolhuis is dan ook, dat er aan de bestaande toestand niets is gewijzigd." Maar aan Joustra's wens wordt geen gehoor gegeven. Pas 2 jaar later gaat Bolhuis overstag en wordt er een huurcontract voor langere duur overeengekomen. De uitspraak van accountant Bolhuis tijdens zijn gesprek met bedrijfsleider Joustra met betrekking tot de (nog niet) 'doodverklaring' van de broers Stoppelman geeft aan hoe groot dit probleem zo vlak na de bevrijding was. We weten nu dat de broers David en Jozef Stoppelman al in 1943 resp. 1944 met hun gezin werden vermoord, maar in december 1945 waren daar geen 'bewijzen' van. Het is vergelijkbaar met mensen die op volle zee verdrinken van wie het lichaam nooit wordt gevonden. Dat het slachtoffer dood is moet juridisch worden bewezen, wat vaak 38


resulteert in moeizame, langdurige en pijnlijke procedures. Zo dienen er getuigenverklaringen te komen om het overlijden te bevestigen. Dat mag op zee nog incidenteel mogelijk zijn, in de concentratiekampen ontbraken die vrijwel altijd. In sommige gevallen was niet alle administratie van een kamp vernietigd en kon men zo de namen en het lot van de slachtoffers achterhalen. Daarnaast was er de noeste arbeid van organisaties als het Rode Kruis waardoor de identiteit van de gevangenen kon worden vastgesteld. Ter illustratie: na de oorlog ging het Rode Kruis op zoek naar de duizenden Nederlanders die tijdens de oorlog vermist waren geraakt, bijvoorbeeld na deportatie of tewerkstelling. Dat leverde niet alleen goed of slecht nieuws op voor nabestaanden, maar ook een enorm archief van maar liefst 1300 strekkende meter. Ook waren soms de huizen van de weggevoerden in andere (vaak 'foute') handen overgegaan. Teruggekeerde voormalige eigenaars of de erfgenamen van hen die niet terugkwamen (veelal Joden) hadden grote moeite het vroegere bezit te herkrijgen. Grootste obstakel hierbij was of de 'nieuwe' eigenaren te goeder of te kwader trouw hadden gehandeld. De vroegere eigenaren moesten - voor eigen kosten - processen voeren die soms duurder uitvielen dan de prijs van het bezit. Vaak werd dan ook 'in den minne geschikt'. In het geval van Judik Stoppelman wordt duidelijk hoe lang zo'n juridisch proces kan duren. Zij wordt pas tien jaar later, in 1955, de legitiem erkende erfgename.

• lijst uit het onderzoek 'Lege Plekken' i.o.v. de gemeente Groningen (2021) over ontvreemding van Joods vastgoed & rechtsherstel, met in de oorlog onteigende huizen van de broers Stoppelman. Op de lijst o.m. de namen van de 'oorlogskopers', de afwikkeling en het jaar van die afwikkeling.

In 1946 is de fusie van Heybroek en Zélander een feit. Op 2 oktober van dat jaar wordt het nieuwe bedrijf onder de naam NV Heybroek-Zélander ingeschreven bij de Kamer van Koophandel in Groningen. Deze datum geldt dan ook als de officiële vestigingsdatum van de Technische Unie in Groningen. Het is geen groot bedrijf in de Visserstraat. Op een interne notitie van bedrijfsleider Joustra aan het hoofdkantoor in Amsterdam meldt hij dat het aantal personeelsleden in het magazijn bestaat uit 4 mensen met de heer H. de Jager als chef. Een 'chef expediteur' 39


heeft het filiaal niet: "Onze magazijnchef is verantwoordelijk voor alles, zowel verpakking als vervoer. Bij ziekte van onze chauffeur J. Veenstra wordt diens taak waargenomen door de bediende J. Jager, terwijl in noodgevallen ook onze magazijnchef ... bijspringt". Voor de volledigheid wordt ook nog even de omvang van het rijdend materieel genoemd: "Het vervoer van het bedrijf bestaat uit een vrachtauto en een transportrijwiel." Naast de magazijnwerkers waren er natuurlijk de medewerkers op het kantoor. Een paar jaar later (in 1954) wordt dat bescheiden personeelsbestand nogmaals duidelijk. Men ontvangt van de gemeente de 'Richtlijnen voor Bedrijfszelfbescherming', een soort BB (Bescherming Burgerbevolking) voor het bedrijfsleven. Inmiddels is bedrijfsleider Joustra opgevolgd door de heer Kloek. Die meldt de gemeente dat zijn filiaal te klein is voor een eigen beschermingsdienst omdat "... op onze onderneming minder dan 20 personen normaal werkzaam zijn. Maar mocht de nood aan de man komen kan men altijd een beroep doen op de heer Kloek, die zelf zal optreden als Hoofd Bedrijfszelfbescherming." Landelijk kent de TU (i.o.) in deze periode een totale personeelsbezetting van 830 personen, verdeeld over het hoofdkantoor in Amsterdam en de dan 18 verkoopkantoren in het land. Tegenwoordig werken er ca. 2000 mensen bij de TU, verdeeld over 41 vestigingen: (verkoopkantoren, verkooppunten en zgn. 'pick-up points'), twee distributiecentra in Alphen aan de Rijn en Strijen. En daarnaast in het centrale kantoor in Amstelveen. De huidige vestiging in Groningen aan de Jeverweg telt 35 mensen op het Verkoopkantoor en nog eens 35 personen bij het Overslagpunt Distributie. Sinds 1999 is de Technische Unie een volledige dochteronderneming van het Franse familiebedijf Sonepar, een wereldleider op • Toonzalen TU, waarschijnlijk Visserstraat het gebied van elektronica, verwarming/ 40


klimaat, sanitair en gerelateerde diensten. Het bedrijf had in 2022 een jaaromzet van ¤ 32,4 miljard. Het is een zgn. B2B-bedrijf, Business to Business, oftewel van fabrikant naar retailers en groothandel. De groei van de oorspronkelijke TU laat zich aflezen aan de cijfers: de jaaromzet van Heybroek in het oprichtingsjaar 1880 was ƒ 184.004,86½ . In 1954, het jaar dat de naam Technische Unie voor het eerst wordt gebruikt, is de omzet gestegen tot ƒ 50.690.000. Bij het 125-jarig bestaan in 2005 bedraagt de jaaromzet ¤ 800 miljoen. Over het algemeen lijken de zaken in filiaal Groningen in de jaren '50 goed te lopen, de toonzalen zijn gemoderniseerd en worden goed bezocht, maar er zijn oneffenheden. Kort voordat hij in 1955 aan de inventarisatie begint, beklaagt boekhouder Heijtmajer zich over de slordigheid ter plekke. Zo heeft hij "... de gehele groep gloeilampen geteld en alle verschillen afgeboekt. Deze verschillen waren zeer groot, loopt tot in de honderden lampen!" Het magazijn vindt hij 'rommelig': "...overal ligt wat." Bedrijfsleider Kloek zorgt ervoor dat "de gehele voorraad ordelijk en overzichtelijk is opgesteld." Een jaar later - in 1956 - reist een medewerker van het hoofdkantoor naar het Noorden en evalueert in zijn verslag de vestigingen waaronder die in de stad Groningen. "De onderlinge samenwerking is goed te noemen. Er wordt hard gewerkt in een opgewekte geest. Op een half uurtje extra werk wordt niet gekeken en particulieren, die 's avonds na 6 uur naar de toonzaal wilden, werden net zo vriendelijk ontvangen, als of ze om 10 uur waren gekomen." Ook roemt

• opmerkelijke interne post

41



hij het 'goede samenspel' van de vertegenwoordigers. Eén keer per week (op zaterdagmorgen) spreekt men de zaken door met de heer Kloek. Wel wordt in het rapport gemeld dat de concurrentie in Groningen 'erg groot' is. De heer Brust, een detaillist uit Emmen vertelt dat "... een paar weken geleden elf vertegenwoordigers tegelijk bij hem waren (10 auto's en 1 scooter)." Weliswaar doet de concurrentie het niet beter dan de TUvestiging, maar de hoeveelheid afnemers maakt het lastig om dwingend op te treden tegen laat- of wanbetalers. Maar de eindconclusie is lovend, het was volgens de rapporteur :"Een genoegen daar te zijn." In 1961 begint men uit te kijken naar een nieuw pand. De plek in de Visserstraat is goed, maar met name de parkeermogelijkheden zijn beperkt. In 1963 is de kogel door de kerk. De Technische Unie betrekt een groot statig pand aan de Radesingel 27 (foto). Ook het belendende huis op nummer 25 wordt deel van de vestiging. In dat pand wordt in het bovenhuis (25a) een woning voor bedrijfsleider Kloek en zijn gezin gerealiseerd. En dit keer geen gedoe over huurcontracten want Radesingel 25 en 27 zijn koophuizen waar binnen (onder architectuur) naar hartenwens kan worden verbouwd. Nummer 27 is ruimer dan de Visserstraat en daar wordt niet alleen een grote toonzaal gebouwd, er komt ook een lokaal voor contactbijeenkomsten met afnemers uit de detailhandel en voor de opleiding van eigen medewerkers. De Technische Unie zit aan de Radesingel van 1963 tot 1976. Daarna verhuist het bedrijf naar Osloweg 75. Tegenwoordig is Jeverweg 13 de locatie (foto). met dank aan: Remco Tolsma, Ignas van Dijk, Peter Riem, Sebastiaan Vos

43


Sailing Couple tekst & foto's: Esther Klaver Dit is een verkorte (en laatste!) versie van de zeebrieven die Esther (Klaver) stuurt van haar reis met haar levensgezel Piet (Boorsma) naar Z-W Australië. Op zondag 12 november hebben Esther en Piet weer voet op Nederlandse grond gezet.

Stille Oceaan III Waar waren we gebleven? Noumea (Nieuw-Caledonië). De inklaringsprocedure is voor de verandering een eitje: nadat ik een paar formulieren heb ingevuld, handelt de receptie van de jachthaven de rest van de papierwinkel af en als ik terugloop naar de boot, komt de dame van de 'Biosecurity' al aangelopen. Zij zal alle etenswaren aan boord controleren en de risicoproducten in beslag nemen: dag honing, lekker Frans worstje, voorbereide diepvriesmaaltijden, netje met uien, knoflook en dozijn eieren. Als de dame in kwestie met twee vuilniszakken bioafval vertrokken is, moet ik tot mijn schaamte tegenover Piet bekennen dat ik haar niet heb gewezen op de diepvries onder de bank. Zo weten we toch nog een voorraadje kaas en diepvriesgroente te redden van de verbrandingsoven. Langs de kust is een stuk strand ontwikkeld tot badplaats. Met netten tegen de haaien kan er veilig worden gezwommen. Strandwachten waken over de badgasten. Ook buiten de netten worden er veel watersporten beoefend (windsurfen, kitesurfen, etc.). Dat dit niet zonder risico is, blijkt als een paar dagen na ons vertrek een watersporter door een tijgerhaai wordt gegrepen en deze aanval niet overleeft. Op 8 augustus vertrekken we weer. De te overbruggen afstand is ongeveer 850 nM; met de wind uit de goede hoek, een kleine week varen. Ongeveer 100 nM voor de kust ontvangen we een mayday-bericht: een catamaran is bovenop een walvis gevaren en maakt water. 44


We kijken snel op de kaart waar de boot zich bevindt om te bepalen of we te hulp kunnen schieten. De pechvogels blijken echter dicht onder de Australische kust te varen en daardoor gelukkig binnen bereik van de reddingsbrigade die hen binnen afzienbare tijd veilig van boord weten te halen. Als we vlak bij de kust zijn, gooi ik alles waarvan ik met zekerheid weet dat het niet ingevoerd mag worden, overboord. Australië is buitengewoon streng en kan hoge boetes uitdelen wanneer je je niet aan de invoerregels houdt. Nu maar hopen dat we ons huiswerk goed hebben gedaan. Bij zonsopgang varen we op de haveningang van Southport aan. Nog geen 20 meter achter de boot verschijnt een walvis aan de oppervlakte om uit te ademen en een hap verse lucht te nemen. Het is een fantastische verschijning! Mazzel dat we er niet bovenop varen... Zodra we bij de jachtclub van Southport aan de steiger liggen, komt de Kustwacht aan boord voor de douaneformaliteiten. Na wat papierwerk en een kort interview, maken ze plaats voor de inspecteur van 'Biosecurity'. Hij controleert het schip op houtworm en het restje verse etenswaren dat we nog aan boord hebben. Daar gaan alsnog de pepermolen en onze kikkererwten. Ook ons huisvuil wordt in beslag genomen, ondanks het feit dat er alleen plastic verpakkingsmateriaal in zit en geen etenswaren. We krijgen geen boete, maar wel een rekening van¤ 90 om de in beslag genomen spullen te laten verbranden. Afzetterij! De dagen in Southport vermaken we ons onder meer met een driedaagse vliegshow (Pacific Airshow), een paar lange strandwandelingen en een dagje met de trein naar Brisbane. Een week later, wanneer het weervenster gunstig is, gooien we de trossen los voor het rak naar Sidney, een kleine vier dagen varen. Tegen onze principes in lopen we de haven in het donker binnen. Volgens onze Southport informatie is het vaarwater in Sidney goed betond en verlicht, zodat de risico's te overzien zijn. Toch valt het niet mee om wijs te worden uit alle lichtjes en ondertussen ook het andere (veel snellere) vaarverkeer in de gaten te houden. Hoe zat het hier ook alweer met de verlichting 45


en voorrangsregels voor veerboten? Waar is de groene ton van onze afslag? Waar is de betonning van die ene ondiepte nou; die moet hier toch ergens aan stuurboord liggen? Vlak voor middernacht arriveren we in Rose Bay, een baai vlakbij het centrum van Sidney. Verderop zien we het verlichte Opera House. Doordat het in de baai donker is, kunnen we niet goed zien hoe de ankerplaats eruitziet. We gooien op goed geluk het anker uit in de hoop dat we niemand in de weg liggen. De volgende morgen blijkt dat we precies tussen de start- en landingsbaan van de watervliegtuigjes en de aanlooproute van de veerboot liggen, maar niemand schijnt last van ons te hebSydney ben en dus blijven we liggen. De volgende twee dagen gaan we er op uit om de stad te zien. We zouden graag langer blijven, maar er komen een paar dagen van gunstig vaarweer aan, dus weer weg. Aangezien het weervenster slechts een paar dagen duurt, voor de dagen erna een windwaarschuwing geldt en we de beruchte Bass Strait moeten passeren, heeft Piet op de route gezocht naar uitwijkplaatsen waar we desgewenst beter weer kunnen afwachten. De zuidkust van Australië is echter dun bezaaid met dergelijke vluchtplaatsen. De eerste optie is 'Eden Bay', maar daar zijn we te vroeg. De tweede optie draagt de toepasselijke naam 'Refuge Cove' en daar komen we jammer genoeg niet op tijd aan. Er zit niets anders op dan dicht onder de kust te blijven en de harde tegenwind het hoofd te bieden. We kruisen tegen de wind in door elk uur overstag te gaan en doen er 18 uur over om een afstand van 10 nM te overbruggen (daar doen we normaal 2 uur over). Ik ben niet in mijn nopjes. Na 5 dagen bereiken we Apollo Bay, net op tijd voor de volgende depressie. In het kleine vissershaventje worden we hartelijk ontvangen door havenmedewerkers en medegebruikers. Het dorpje zelf is hèt startpunt van de Great Ocean Walk: een prachtige Apollo Bay wandelroute langs de kust waar we een paar stukjes van verkennen. Na een week is er weer een krap weervenster om het laatste rak naar Adelaide af te leggen. Vanwege een windwaarschuwing moeten we ervoor zorgen op tijd beschutting te zoeken bij een ankerplaats in de buurt van Victor Harbour. Tegen de wind kruisend varen we westwaarts, wat prima te doen is, maar veel tijd kost. Als Piet op dinsdag aankondigt dat 46


we voor donderdag nog 200 nM moeten maken, omdat we het anders niet gaan redden, denk ik bij mezelf: “Hoe dan?” De natuur helpt gelukkig een handje mee. Nadat we over een afstand van 100 nM hebben gekruist, draait de wind naar het noordwesten, zodat we aan de wind de laatste 100 mijl kunnen afleggen. Net op tijd voor de rukwinden droppen we het anker achter een granieten rots (Granite Rock) bij Victor Harbour. Terwijl we gebakken aardappeltjes met een frisse salade eten, houden we windvlagen nauwlettend in de gaten. Het anker houdt en tegen half negen gaat de wind liggen. laaste keer diesel laden Wij volgen direct zijn voorbeeld. Een nacht zonder wacht, lekker! De volgende morgen maken we ons gereed voor de laatste 100 nM naar Adelaide. Nadat we met een gunstig tij door Backstairs Passage zijn gevaren weerkaatst in de verte weerkaatst een groot lichtvlek tegen de donkere hemel: dat moet de stadverlichting van Adelaide zijn! Op ons dooie gemak kruisen we in Gulf Saint Vincent onze weg omhoog naar Adelaide. Het geeft ons de tijd om te reflecteren op het afgelopen jaar, de zeemijlen en avonturen die achter ons liggen en ons te verheugen op de vakantie die in het verschiet ligt. Rond drie uur in de middag (16 september), lopen we de jachthaven 'North Haven' binnen. Richard staat al op ons te wachten om missie volbracht: de Four Birds is thuis aanwijzingen te geven. Piet stuurt 'Four Birds' rustig naar haar nieuwe ligplaats, waarna we haar stevig vastleggen. Ze is thuis! En daarmee komt een eind aan ons zeilavontuur dat, na de nodige voorbereidingen, bijna 10 maanden geleden van start ging in La Rochelle...

47


t

ijd

in d

he

i

lt sa

LENTE

eo

tekst: Hans van de Sande foto's: Han Santing

ge n

van d

e A H - co n c u r r e

n te

Op de dag dat de lente begon, startte in onze buurt tevens een andere Lente, namelijk een winkel in seizoensgroenten, fruit, peulvruchten, kazen, vlees en nog meer lekkere dingen. De winkel werd Lente genoemd omdat het jaargetijde dat we ook wel voorjaar noemen, zo goed past bij het concept dat de oprichters voor ogen stond: frisheid, blijheid en kwaliteit en dat dan seizoensgebonden. Lente ligt aan de rand van het A-Kwartier, maar toch ook er middenin. Zijn overburen zijn de A-kerk en het oude postkantoor, Luhu ligt er schuin tegenover en het adres is A-kerkhof 32. In de Schuitemakerstraat kun je zonodig het autootje voor kortparkeren even kwijt en voor fietsen is er ook nog wel een mogelijkheid tot stallen. Zijn achterbuur-op-enige-afstand is de supermarkt in de Brugstraat, maar die is het concept van 'markt' geheel ontstegen. Zo'n supermarkt is eigenlijk een ontbladeringsmachine voor jouw financiële welstand en de benadering van de klanten is zo onpersoonlijk als maar mogelijk is. Niet zo bij Lente. Die zou eigenlijk met recht de naam supermarkt moeten dragen, want hij biedt in geconcentreerde vorm wat de onvolprezen Groninger Vismarkt op DiVrZa te bieden heeft. De rechtgeaarde en kwaliteits-bewuste stadjer, zoals U dus, doet zijn boodschappen op de markt, maar die is niet altijd open en bij slecht weer is het daar toch wat killig, winderig en nat. Dan ben je liever onder dak, maar dan zonder de bedriegelijke marketingtrucs en de overdaad aan industriële producten van Appie en consorten. Dus ga je naar Lente, waar je netjes gevraagd wordt wat je wilt, waar je goed 48


advies krijgt en uitstekende waar en waar je ook, als je een klantenkaart hebt, een gratis kopje koffie krijgt. Ze hebben dus wel wat van AH geleerd! Ook leerden ze van de achterburen dat een winkel in voedingswaren tegenwoordig een enorm assortiment moet hebben. Het winkelen is belevingswinkelen geworden en de moderne mens wil steeds maar weer gekieteld worden door leuke of opvallende dingen. Wat dat betreft is Lente een echte belevingswinkel. Altijd wat bijzonders, altijd wat nieuws! Niet alleen klinkt er soms swingende muziek, zijn er fraaie kleuren en straalt de natuurlijkheid er van af, ook hebben ze een enorm assortiment dat bijna geheel uit lokale producten bestaat. Het lijkt haast de Winkel van Sinkel. Ze verkopen biologische groenten en fruit, biologische melkproducten, ze hebben veel gedroogde peulvruchten, waaronder mijn favoriet: beluga linzen. Dat is de kaviaar onder de bonen, een kleine zwarte linze, die na een kwartiertje koken gaar is, beetje gesnipperde sjalot en wat olijfolie erdoor, eventueel wat gebakken spekjes en smullen maar. Ook vind je er het vlees van de marktslager, veelal ingevroren. Je vindt er vis, conserven, allerlei huisgemaakte jams, je vindt er in deze tijd natuurlijk ook speculaas en pepernoten (hele goeie) en je kunt er ook brood kopen, zowel vers als uit de diepvries. Dan hebben ze elke dag twee kant en klaar maaltijden, een met vlees en een vegetarisch, ze verkopen quiches, pizza’s en groentetaartjes en al die dingen kun je meenemen, maar ook daar in de winkel opeten. Er is nog veel meer, maar dat moet u dus zelf maar eens gaan beleven. Hoe is dat alles eigenlijk ontstaan? Twee vrienden, die elkaar al jaren kenden en die beide al jaren op de Groninger markten zaken deden, Geeske (de Marktslageres) en Thomas (die het vak in de kraam van kruiden-Anneke heeft geleerd), staken de koppen bij elkaar en bedachten dat er een gat in de markt zat. Twee jaar lang is daarover gebrainstormd, gedelibereerd, logistiek bedacht, assortiment bepaald en samenwerking gezocht en uiteindelijk is het dan gelukt: Lente stond al na enkele maanden op eigen benen. Om in deze winterperiode alvast iets van het tere en jonge seizoen mee te krijgen, is het duidelijk waarheen men zich moet wenden: snuffel aan de voet van de A-kerks toren eens aan de Lente. 49


WinterWelVaart in Groningen Traditiegetrouw vindt in december WinterWelVaart plaats, hét winterevenement van Groningen. Van vrijdag 15 tot en met zondag 17 december meren twintig verlichte, historische schepen aan bij de Hoge, Lage en Kleine der A. Bekende klippers en kotters als de Nicolaas Mulerius, de Jade, de Mars, de Pelikaan, de Willem Jacob en de Jantje zijn aanwezig. Stuk voor stuk zeilschepen met bijzondere acts aan boord. Ook op motorschepen als de Verwondering, de Cinclus en sleepboot nr. 4 is er muziek, theater en kunst. Op de kades van de A is de sfeervolle wintermarkt en in Museum aan de A en in de A-kerk zijn verschillende optredens en kinderactiviteiten. WinterWelVaart is met recht een van de meest gefotografeerde evenementen in de stad en gratis toegankelijk.

schepen lampjes wintermarkt kunst optredens

foto: Han Santing

Programma in de stad Groningen

• •

• Naast muziekoptredens, dans en lezingen, kun je in Museum aan de A ook naar de Bom en Berendshow van kindertheater Pannenkoek. • Diversiteit, seksualiteit, schaamte & cancelculture. Studenten van Noorderpoort maken deze onderwerpen met hun talkshow Taboe Takkie op een vermakelijke manier bespreekbaar in het museum. Groninger namen als Zeevonk Records (een collectief van Groninger muzikanten) Vandestraat, Usva en Pittig Gekruid zorgen voor een gevarieerd en aantrekkelijk winters programma op de schepen en op Podium Pomphuis. In de A-kerk kun je onder leiding van een gids over de gewelven wandelen. Een bouwhelm is geen overbodige luxe met de smalle wenteltrappetjes en lage balken. Liefhebber van kunst? De kunstroute is terug van weggeweest. Meer dan twintig 50


51


UW MAKELAAR IN DE BUURT!

● Lokaal en enthousiast team

● Specialist in aankoop- en verkoop van woningen ● Gevalideerde taxaties

● Zekerheid, eerlijkheid & transparantie ● No Cure No Pay

Een gratis waardebepaling van uw woning of een vrijblijvend gesprek? Altijd welkom aan de Westersingel 3!

Lana, Maaike, Norbert & Marissa

Westersingel 3 I 9718 CA Groningen I 050 - 760 17 77 Groningen@iQMakelaars.nl I www.iQMakelaarsGroningen.nl


• •

kunstenaars uit de buurt exposeren voor het eerst of al voor de zesde keer op schepen en in panden in het A-kwartier. Beeldhouwers, schilders, goud- en zilversmeden en andere kunstenaars tonen en verkopen hun werk. Kijk op www.winterwelvaart.nl/kunstroute welke kunstenaars meedoen. Voor kinderen zijn er naast het kindertheater en het mastklimmen op de Jantje ook verschillende creatieve workshops. Aan boord van een chic directievaartuig, een Groninger Platte Bol of een Tuindersvlet, kun je tijdens een vaartochtje de verlichte schepen vanaf het water bekijken.

foto: Niels Knelis

WinterWelVaart is een samenwerking van Museum aan de A, Vereniging Historische Zeilvaart Groningen en Buurtvereniging Het A-Kwartier. Dit jaar wordt het programma mede verzorgd door de A-kerk, de Usva, Pittig Gekruid, Clash Events en historische Werf Wolthuis. Het festival krijgt financiële steun van gemeente Groningen, gemeente Midden-Groningen, provincie Groningen en anderen. (tekst: Karlijn Donders) 53


Kerstrecept voor geglaceerde wortelen De dufste coalitie die er in ons Holland is Vormen gekookte wortels en gebakken vis. Terwijl die combinatie toch op elke dis Een smaaksensatie zijn kan van betekenis. Neem dus een pond normale winterpenen En snij die in `t formaat van dambord-stenen Ga daar vervolgens met een mes omhenen Totdat er drie ons wortelknoopjes is verschenen. Die werpt U onverbiddelijk, sans pardon, In een pan met waterige bouillon. Schep suiker uit de pot, klont boter uit de ton Peper en peterselie vervolmaakt 't liaison. Het vuur gaat eronder, in een hoge stand, Het deksel is schuins op uw pannetje beland. En na twintig minuten, maar dat vraagt verstand Koelt U de pan, opdat de saus niet verbrandt. Als 't goed is zijn Uw knoopjes nu beetgaar En is een geurig, stroperig sausje tevens klaar. Uw neus wordt bij succes een fijn aroom gewaar, Ja, dit gerecht is niet duur, maar on-betaalbaar.

Tekst: Hans van de Sande 54


whisky

Bezoek ons op Akerkhof 31

55


www.napoligroningen.nl A-straat 9 9718 CP Groningen tel. (050) 314 49 91 lunch: 13.00 - 16.00 diner: 16.30 - 22.30 (ook op zon- en feestdagen) 56


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.