Groninger Kerken - oktober 2014

Page 1

Groninger Kerken 2 0 1 4

GRONINGER KERKEN

STICHTING OUDE

ok tobe r

E e n g e s l o t e n b o e k . D e v o o r m a l i g e A c a d e m i e ke r k v a n G r o n i n g e n • D e R i j k s ­ universiteit Groningen: al 45 jaar par tner van de SOGK • Groeten uit Wester wijt werd (van de heer en mev rouw Lewe • Muziek voor kerk en Hoogeschool. Rond het Schnitgerorgel in de voor malige Academiekerk


inhoud Martin Hillenga en Kees Kuiken

Een gesloten boek. De voormalige Academiekerk van Groningen

97

31 / 4 – oktober 2014

Stichting Oude Groninger Kerken opgericht 13 mei 1969 Stichting Der Aa-kerk Groningen opgericht 1 maart 1985

Beschermheer Drs. M.J. van den Berg, Commissaris van de Koning in de provincie Groningen

Justin Kroesen

De Rijksuniversiteit Groningen: al 45 jaar partner van de SOGK

105

De Stichting

109

Werk in uitvoering - Educatie - Nieuws - Winkel - Mediatheek Groninger kerken digitaal - Excursies - De kerk als podium

Kees Kuiken

Groeten uit Westerwijtwerd (van de heer en mevrouw Lewe)

117

Bestuur en directie P.M. de Bruijne, voorzitter C. Kool, secretaris J. Wolters, penningmeester E.A.M. Bulder, vice-voorzitter J.A. de Vries M. van Zanten P.G.J. Breukink, directeur Adres Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen telefoon (050) 312 35 69 telefax (050) 314 25 84 e-mail info@groningerkerken.nl www.groningerkerken.nl abn amro 48 61 14 333 Redactieadres Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen e-mail hillenga@groningerkerken.nl

Victor Timmer

Muziek voor kerk en Hoogeschool. Rond het Schnitgerorgel in de voormalige Academiekerk

119

Twee lustra In 2014 worden in Groningen twee belangrijke lustra gevierd. De Rijksuniversiteit Groningen bestaat 400 jaar, de Stichting Oude Groninger Kerken 45 jaar. Aanleiding genoeg om een speciaal nummer van ons tijdschrift aan de historische relatie tussen de academische wereld en het religieuze erfgoed van Groningen te wijden. Vanaf de oprichting van de stichting in 1969 is er een band met de universiteit. Het Liturgisch Instituut, later het Instituut voor het Christelijk Cultureel Erfgoed, van de Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap heeft zich in de afgelopen periode ontwikkeld tot ‘het wetenschappelijk geweten’ van onze stichting. Met instemming van de oprichter van een van onze fondsen op naam konden wij de jarige universiteit een cadeau aanbieden. Door de instelling van het Van Tuikwerd Fellowship zijn er nu mogelijkheden om het onderzoek naar de geschiedenis en de betekenis van de Groninger kerken te verdiepen en te verbreden. Resultaten ervan zullen zeker gepubliceerd worden in toekomstige nummers van ons tijdschrift! Omslag: fragment uit een 3D-animatie van de stadsplattegrond van Groningen door Egbert Haubois (1643). © Axe Kooi, Groningen.

Oude Gronin­ger Kerken. Het tijdschrift verschijnt viermaal per Gronin­ger Kerken, ¤ 15,00 per jaar. Nieu­we donateurs ont­vangen Gro­nin­ger Kerken het eerste jaar gratis.

issn 0169 - 3719

Katern ‘De Stichting’ Martin Hillenga Donateurschap Minimaal ¤ 17,50 per jaar Tijdschrift ¤ 15,- per jaar Advertenties Informatie en tarieven worden verstrekt door Stichting Oude Groninger Kerken telefoon (050) 312 35 69 contact Gerda Lüürssen, e-mail: info@groningerkerken.nl Drukwerk en verzending Zalsman Groningen, Groningen

Het tijdschrift Groninger Kerken is een uitgave van de Stich­ting jaar. Abonnement, alleen voor dona­teurs van de Stichting Oude

Redactie Groninger Kerken Dr. J.E.A. Kroesen, voorzitter Drs. M. Hillenga, secretaris Drs. R.H. Alma Drs. A. van Deijk E. Hofman MA Dr. K. Kuiken J.F. Oldenhuis Dr. C.P.J. van der Ploeg

Professionele Organisatie voor Monumentenbehoud (POM)

Opmaak en productie Ekkers & Paauw, Groningen


Mar tin Hillenga en Kees Kuiken

1 Aangezicht van de stad Groningen, afkomstig uit de in 1575 uitgegeven stedenatlas van Braun en Hogenberg. Boven de kerk van het Minderbroeder­ klooster staat abusievelijk ‘S. Martinus’ vermeld – de tekenaar heeft zich verder ook enkele topografische vrijheden veroorloofd. Collectie Hebrew University of Jerusalem.

De voormalige Academiekerk van Groningen

Een gesloten boek In de eenentwintigste eeuw werd het de meest geliefde studie- en ontmoetingsplek voor studenten in Groningen: de Universiteitsbibliotheek trok in 2013 liefst 1,6 miljoen bezoekers. Tot 1594 heerste hier de rust van een klooster. Twintig jaar later werd de kerk van dit stadsklooster verbouwd tot Academiekerk.1

Minderbroeders Het adres van de oude kerk en de huidige ‘UB’, Broerstraat 4, verwijst naar het middeleeuwse stadsklooster van de francis­ canen of minderbroeders, dat hier in 1253 voor het eerst is vermeld (Groninge … in claustro fratrum minorum, ofwel: ‘te Groningen … in het minderbroedersklooster’).2 De broeders waren bedelmonniken: ze leefden in strikte armoede en mochten daarom bedelen om zichzelf en hun klooster te kun­ nen onderhouden. Dat lukte het beste in de stad. ‘Bedel­ orden’ zoals de franciscanen bouwden hun kloosters daarom bij voorkeur in steden zoals Groningen.3 Uit de tijd van de Groninger minderbroeders zijn twee af­ beeldingen van hun kerk bewaard: op de vogelvluchtkaarten van Jacob van Deventer (ca. 1562) en van Braun en Hogenberg (1575). 4 De tekening van Van Deventer is erg schetsmatig, maar Braun en Hogenberg hebben goed naar de kerken in 1 De auteurs danken drs. R.H. Alma, drs. F.R.H. Smit en drs. V.H.M. Timmer voor hun informatie. 2 H.P.H. Jansen en A. Janse, ed. en vert., Kroniek van het klooster Bloemhof te Wittewierum (Hilversum 1991) 386-387. 3 P.A. Henderikx, De oudste bedelordekloosters in het graafschap Holland en Zeeland (Dordrecht 1977); F.J. Bakker, Bedelorden en begijnen in de stad Groningen tot 1594 (Assen 1988). 4 M. Schroor e.a., De Atlas van Kooper: oude kaarten van de provincie Groningen (Bedum 2003) 57, 66.

2 Het Minderbroedersklooster in 1575. Uitsnede uit de stadplattegrond van Braun en Hogenberg. Collectie RHC Groninger Archieven (1536-5210).

97


Groningen gekeken. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de details van de Martinitoren. De ‘Broerkerk’ lijkt op de Grote Kerk in Leeu­ warden, die eveneens door een bedelorde is gebouwd: de ja­ cobijnen of predikheren. Braun en Hogenberg tekenden de kerk in Groningen met een zadeldak over de middenbeuk en topgevels aan de zeven zijbeuktraveeën. Met steekkappen sloten deze laatste aan op het grote kerkdak, dat een dakrui­ ter met een hoge spits droeg: een zogeheten Angelusruiter. Net zoals de kerk van de jacobijnen in Leeuwarden was de kerk van de minderbroeders in Groningen deel van een kloos­ tergebouw. In Groningen vormde de kerk de noordzijde van een besloten binnenplaats, die toegankelijk was vanuit de Oude Kijk in ’t Jatstraat. Ten zuiden ervan lag een grote tuin, aan de noordzijde een ommuurd kerkhof. Ten noorden van de kerk kwamen in de veertiende eeuw twee begijnhuizen: het Vrouw Menolda- en het Vrouw Siwenconvent. De begijnen of lekenzusters die er woonden, onderhielden met het klooster nauwe betrekkingen. Ze speelden waarschijnlijk ook een rol bij begrafenissen en het onderhoud van het kerkhof. Van het interieur van deze kloosterkerk weten we bijna niets. Waarschijnlijk werd het koor, waar de broeders zeven keer per etmaal het koorgebed baden, van het overdag voor leken toegankelijke schip gescheiden door een doksaal zo­ als dat nu nog in de kloosterkerk van Ter Apel is te zien. Een aanwijzing daarvoor is de vondst van een 31,5 centimeter 98

hoog zandstenen beeldje van Johannes de Evangelist bij op­ gravingen naast het voormalige kloosterterrein in 1990. Het heeft aan de achterzijde een ijzeren klamp. Waarschijnlijk was het daarmee aan het doksaal bevestigd.5 Het beeldje kan worden gedateerd in het tweede kwart van de vijftiende eeuw. Dat bewijst echter niet dat de pseudobasiliek die Braun en Hogenberg in 1575 tekenden, ook uit die tijd stamde. Aan­ nemelijk is dat wel, want de stad gonsde in die periode van kerkbouwactiviteiten. Zo werd omstreeks 1425 begonnen met de het koor van de Martinikerk en met de vergroting van de Der Aakerk tot kruisbasiliek. Tot de vijftiende-eeuwse begunstigers van de Broerkerk mogen we de adellijke familie Clant rekenen. Een bezoeker van de kerk zag in 1617 de wapenzerk van een van de kinde­ ren van Allert Clant en Grete Lewe. Een tante van Grete was in 1459 begijn in het Menoldaconvent. Na haar dood zouden in de Broerkerk jaarlijks twee kaarsen voor haar zielenheil wor­ den gebrand.6

Academiekerk Tussen 1566 en 1614 wisselde de Broerkerk enkele malen van bestemming. In 1566 en 1579 diende de kerk tweemaal kort als protestants bedehuis. Toen Westerlauwers Friesland in 1580 hervormd werd, bood het klooster onderdak aan ge­ vluchte Friese franciscanen. In 1594 werd ook de stad Gronin­

5 K. van der Ploeg, ‘Een beeld van Johannes de Evangelist en de Broerkerk in Groningen’, Groninger Kerken 17 (2000) 76-81. 6 Redmer Alma, ‘De oudst bekende eigenaren en bewoners van het Hinckaertshuis. Drie vrouwen in de hoofdrol’, in: T.J. Hoekstra e.a. (red.), Het Hinckaertshuis. Zeven eeuwen bouwhistorie en bewoners (Groningen 2012) 200 en 228 noot 62.

3 De Broerkerk en aangrenzende academische gebouwen op de kaart van Egbert Haubois, 1643.


99 5 De zilveren pedelstaf uit 1615, hier gedragen door Hero Jan Kars, pedel aan de Groninger hogeschool van 1872-1906. Schilderij door F.H. van Wolde uit 1912. Collectie Universiteitsmuseum Groningen.

Pedel 4 Hoogleraar in de Godgeleerdheid Jacobus Alting (1618-1679) werd in 1647 benoemd als eerste academieprediker. Portret opgenomen in Effigies & vitae Professorvm Academiae Groningae & Omlandiae (Groningen 1654). Collectie Universiteitsbibliotheek Groningen.

gen voorgoed protestants en werd het klooster opgeheven, maar niet afgebroken. Het is nog in vrijwel intacte toestand te zien op de vogelvluchtkaart van Egbert Haubois (1643). Het doorlopende zadeldak van de Broerkerk had alleen geen top­ gevels meer maar dakkapellen. Inmiddels was het klooster, evenals de tegenoverliggende begijnhuizen, in gebruik bij de in 1614 gestichte hogeschool of ‘Academie’. Sinds 1612 gaven Gedeputeerde Staten geld uit aan de ‘opbouwinge van de Hooge School’ en in 1615 en 1616 een fors bedrag aan de ‘opmakinge’ en ‘preparatie’ van de Broerkerk.7 Na twintig jaar leegstand zal een verbouwing hoognodig zijn geweest. Hoe de kerk er toen van binnen uit­ zag, weten we alleen uit schriftelijke berichten. De bezoeker 7 Auke van der Woud, ‘De St.-Martinuskerk en de Broerkerk in Groningen’, KNOB. Tijdschrift van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond 84 (1985) nr. 4, 195-219, daar 211.

De pedel is vandaag de dag vooral bekend van zijn ceremoniële rol bij promoties, maar in de eerste eeuwen van het bestaan van de Academie was hij naast de rechterhand van de rector vooral een manusje-van-alles. Zijn werkzaamheden strekten zich ook uit tot de Academiekerk. De pedel zorgde voor de reinheid van het kerkge­ bouw, hield het register van verhuurde graven bij, legde kussens, stookte stoven, hield het uurwerk gaande en bij academische boek­ veilingen op het koor trad hij op als veilingmeester. Bij plechtighe­ den in de kerk, zoals oraties, promoties en begrafenissen, droeg hij de pedelstaf voor de rector uit. Het was ook een pedel die in 1682 bijna voor een vroegtijdig ein­ de van de Academiekerk zorgde. Op 9 augustus van dat jaar vatte de toren vlam. De schade was aanzienlijk, maar de brand breidde zich gelukkig niet uit naar de kerk. Uit getuigenverklaringen bleek dat pedel Johan Becherer ‘door een student een test met vuur en enkele pijpen op de toren had laten brengen, om daar ‘toback te drincken’. Tot vervolging kwam het niet, waarschijnlijk omdat de curatoren Be­ cherer de hand boven het hoofd hielden. Lit.: B. Lonsain, ‘Een Academiebeambte in de zeventiende eeuw’, Groningsche Volksalmanak (1908) 30-50.


6 Titelblad van de dissertatie van Johannes van Rikkenga (1724) met allegorische voorstelling waarop ook de Academiekerk is te zien. Collectie RHC Groninger Archieven (1536-3595)

100 7 ‘Plan van de Academie Kerk met de daartoebehorende Academie Gebouwen en Latijnsche Scholen binnen Groningen’, 1819. Het westen boven. Tekening W. van Rees, collectie RHC Groninger Archieven (817-3163).


8 Gezicht op Groningen vanuit het westen; op de voorgrond het Reitdiep. Rechts van de Martinikerk is de Academiekerk zichtbaar. Tekening door Jacobus Versteegen, 1780. Collectie Groninger Museum.

uit 1617 beschreef een gebrandschilderd venster met het wa­ pen van de Republiek der Verenigde Nederlanden. We ver­ moeden dat dit was aangebracht bij de verbouwing van 16151616 om de nieuwe status van het gebouw te onderstrepen. De bezoeker uit 1617 merkte verder op dat de kerk werd ge­ bruikt ‘voor promoties en openbare disputen’ en ‘prachtig [was] ingericht met een verhoging voor stoelen en banken’. Volgens hem werd er ook in het Frans gepreekt. 8 Van de ‘stoelen en banken’ noemen we hier de verrijdbare herenbank die in de jaren 1680 in opdracht van de Groninger Staten is gemaakt door de timmerman Allert Meijer.9 Hoe het omstreeks 1700 toeging bij promoties in de kerk, weten we uit enkele gelegenheidsverzen uit die tijd. Er is sprake van ‘juffers op dat beuntje’. Volgens andere promotieverzen uit die tijd werd daar soms ook gegeten, gedronken, gespeeld en gezongen. Mogelijk was dit ‘beuntje’ het oude doksaal, dat nu dienst deed als tribune voor vrouwelijke genodigden en voor eventuele musici.10

De promoties zelf vonden plaats in het koor, waar een groot en een klein spreekgestoelte waren opgesteld. Hoogle­ raren en curatoren zaten in de vaste banken tegen de noorden zuidwand. Daartussen waren banken geplaatst voor stu­ denten en ander ‘geletterd publiek’.11 In het schip hielden hoogleraren en studenten theologie zogeheten ‘Academie­ preken’. De preekstoel stond tegen de vierde pilaar aan de zuidkant. Het schip was behalve door de hoofdingang aan de westkant, via het portaal onder het orgelbalkon (zie over het orgel de bijdrage van Victor Timmer, p. 124), ook toegankelijk door een deur in de noordmuur.12 In 1819 is door Provinciale Waterstaat een plattegrond van de kerk en overige ‘academische gebouwen’ gemaakt. De Aca­demiekerk was driebeukig met een driezijdig afgesloten koor. In de sacristie ten zuiden van het koor bevond zich het ‘anatomisch theater’ waar medicijnstudenten getuige waren van de ontleding van kadavers. Een traptoren gaf toegang tot de UB. Door een steegje was de hoofdingang van de kerk toe­ gankelijk vanuit de Oude Kijk in ’t Jatstraat.13

8 Tresoar, Leeuwarden, Eysinga-Vegelin van Claerbergen inv. nr. 3373 (A. Buchelius, Monumenta quaedam sepulcralia et publica) fol. 26v (www.hetutrechtsarchief.nl/collectie/handschriften/buchelius/monumenta-quaedam/050). 9 Freerk J. Veldman, Pracht & Macht. Het Groninger provinciehuis aan het eind van de 17e eeuw (Groningen 2013) 21, 25. 10 T.J. de Boer, ‘Groninger disputaties en promoties in de 17e en 18e eeuw’, Groningsche volksalmanak voor het jaar 1904 (Groningen 1903) 124-140, daar 131. 11 P. Hofstede de Groot, Geschiedenis der Broederenkerk te Groningen (Groningen 1832) 69-70. 12 Deze ingang was aanvankelijk bedoeld voor bezoekers van de universiteitsbibliotheek, maar zal later wellicht ook gebruikt zijn door kerkbezoekers. A.C. Klugkist en S. Sybrandi, Van knekelhuis tot kloppend hart. Geschiedenis van de Bibliotheek van de Rijksuniversiteit Groningen (Groningen 2012) 10. 13 Klugkist en Sybrandi, Van knekelhuis, 10; vergelijk C.H. Peters, Oud-Groningen. Stad en lande (Groningen 1921)75.

101


102

9 Het Academiegebouw aan de Broerstraat gezien naar het westen, met links een deel van de Broerkerk. Litho van C.C.A. Last, uitgegeven in 1860. Het eerste Academiegebouw, dat in 1614 werd gehuisvest in het verbouwde Vrouw Sywenconvent, werd in 1846 vanwege de bouwvallige staat afgebroken. Daarna kwam in 1850, met ingezameld geld van de stad en de provincie, het hier afgebeelde gebouw tot stand. Het zou in 1906 afbranden. Collectie RHC Groninger Archieven (1536-3867) 10 Stereofoto van de Sint-Martinuskerk, uitgegeven in 1868 door F.J. von Kolkow. Collectie RHC Groninger Archieven (1988-1410)


Overig gebruik De vermelding van Franse preken in 1617 wijst erop dat de Academiekerk tevens als ‘Waalse kerk’ diende. Onder die naam staat het schip van de kerk ook op de kaart van Hau­ bois. Het koor van de kerk heet op die kaart uit 1637 templum Academicum, ofwel Academiekerk.14 Franstalige kerkdien­ sten waren onder meer in trek bij het stadhouderlijk hof. Om­ streeks 1700 had de kerk dan ook een speciaal overhuifd ge­ stoelte voor de stadhouder, gemaakt door Allert Meijer. In 1685 werd Groningen overstroomd met gevluchte Franse pro­ testanten. De ‘Waalse gemeente’ verhuisde in 1686 tijdelijk naar de Pelstergasthuiskerk aan de Pelsterstraat, maar kerk­ te daarna nog ruim een eeuw in het schip van de Academie­ kerk. In 1804 verliet de Waalse gemeente de Broerstraat voorgoed. De kerk was hen inmiddels te groot, te leeg en te koud geworden.15 Vanaf 1781 stond Henri Daniël Guyot (1753-1828) als Waals predikant in Groningen. Hij is vooral bekend als stichter van

een onderwijsinstituut voor doven en stommen (1790). De schoolexamens van dit instituut werden aanvankelijk afgeno­ men in het koor van de Broerkerk. Net zoals de overige stads­ kerken diende deze tot 1825 tevens als grafkerk. In 1710 vond een Duitse reiziger, op zoek naar ‘sierlijke monumenten en epitafen van professoren’, tot zijn teleurstelling alleen een handvol ‘simpele grafstenen’ achterin het koor. Hij noteerde grafschriften van de hoogleraren Jacobus Oiselius († 1686), Samuel Maresius († 1673), Johannes Freitagius († 1641) en Ni­ colaus Mulerius († 1630) en de epitaaf voor de eerste rector magnificus Ubbo Emmius († 1625).16 De graven op de binnen­ plaats keurde hij geen blik waardig. Toch waren ook daar sinds 1614 veel academische prominenten begraven. Er is één grafschrift van de Waalse gemeente bewaard: van de Franse vluchteling Nicolas du Bois uit Nancy († 1623).17 Sinds enige jaren zijn een paar voormalige Nederlandse bedelordekerken zoals de Broerenkerk in Zwolle in gebruik als boekwinkel. Helemaal nieuw is dit niet, want in het audi­

14 Schroor e.a., Atlas van Kooper kaart 11. 15 A.T. Schuitema Meijer, Inventaris van het archief van de Waalse gemeente te Groningen (Groningen 1965); M. Bakker e.a., Hugenoten in Groningen. Franse vluchtelingen tussen 1680 en 1720 (Groningen 1985). 16 Z.C. von Uffenbach, Merkwürdige Reisen durch Niedersachsen Holland und Engelland II (Ulm 1753). 17 Volledig overzicht in A. Pathuis, Groninger gedenkwaardigheden (Assen en Amsterdam 1977) 853-857, en op www.dodenakkers.nl/artikelen/verdwenen/267-academiegebouw.html.

11 De Broerkerk gezien vanuit het noordoosten, omstreeks 1885-1890. Op de voorgrond de woning en atelier van fotograaf J.G. Kramer, de vervaardiger van deze opname. De kenmerkende dakruiter (‘angelus’) werd waarschijnlijk bij de verbouwing in 1829-30 afgebroken; er voor in de plaats kwam een koepeltje met vierkante onderbouw, meer naar het westen gesitueerd. Collectie RHC Groninger Archieven (1785-8041-1)

103


12 De nieuwe Sint-Martinuskerk, omstreeks 1895 gefotografeerd

104

vanuit de Oude Kijk in ‘t Jatstraat. Foto P. Kramer, collectie RHC Groninger Archieven (1785-7766).

torium (lees: het koor) van de Academiekerk werden in de achttiende eeuw en aan het begin van de negentiende eeuw eveneens boekverkopingen gehouden. De universiteit had het alleenrecht op de veiling van bibliotheken van hooglera­ ren, waaruit de UB dan de eerste keus had. De pedel trad op als veilingmeester.18

Memoriecultuur

De Duitse bezoeker uit 1710 vond de Academiekerk een kale boel, maar de toestand van het hele gebouw was in feite zorgwekkend. De provinciale commies Thomas Seeratt rap­ porteerde in 1716 aan de Staten dat de kerk in ellendige staat verkeerde. Herstel zou meer kosten dan de Provincie jaarlijks uitgaf aan het onderhoud van alle overige voormalige kloos­ tergoederen.19 In de Franse tijd werd het Rijk eigenaar van dit vervallen kerkgebouw en in 1815 werd de academie een ‘rijkshoge­

school’. In 1821 deed het Rijk afstand van de Academiekerk. Er vonden tot in 1826 nog wel academische promoties plaats.20 Het orgel was al in 1814 verwijderd en daarna her­ plaatst in de Der Aa-kerk. De heropgerichte rooms-katholieke Sint-Martinus-statie (later: -parochie) nam het gebouw over en wijdde het in 1836 in als ‘Sint-Martinuskerk’. In 1893-1895 werd deze oude kerk vervangen door een neogotische kruis­ basiliek. Deze maakte in 1982 plaats voor de nieuwe (en hui­ dige) UB.21 Zoals de Broerkerk in de vijftiende eeuw een rol speelde in de herdenking van adellijke begunstigers uit de families Clant en Lewe, zo speelde de Academiekerk ruim twee eeu­ wen lang een hoofdrol in de universitaire memoriecultuur, of­ wel in het organiseren en ritualiseren van het historische ge­ heugen van de universitaire gemeenschap. Na 1821 zijn de professorenzerken uit de kerk verwijderd. Vanaf 1850 vonden de promoties plaats in het nieuwe Academiegebouw. Dit ge­ bouw brandde in 1906 af. In 1909 kregen de professorenzer­ ken een plaats in de kelder van het huidige gebouw. Toen Groningen in 1934 een Universiteitsmuseum kreeg, werd bij de opening gegrapt dat de ‘enige historische verzameling’ van de universiteit tot dan toe geen ‘museum maar een mau­ soleum’ was: de twaalf professorenzerken in de kelder van het Academiegebouw.22 Het ‘mausoleum’ in de kelder moest in 2010 wijken voor een nieuwe kantine. De zerken zijn toen gerestaureerd en el­ ders in het gebouw herplaatst: die van Ubbo Emmius rechts van de staatsietrap in de entreehal en de overige in de nieu­ we kantine en de hal daarnaast.23 Daarmee zijn ze een met­ selvast onderdeel van het monumentale Academiegebouw geworden.24 Deze stenen, het doksaalbeeldje en het orgel in de Der Aa-kerk zijn alles wat nu nog rest van de Academie­ kerk. Het Academiegebouw heeft de rol ervan overgenomen als voornaamste lieu de mémoire van de nu 400-jarige univer­ siteit. Het was mooi geweest wanneer bij de bouw van de nieuwe UB in 1982 bodemonderzoek was verricht. Het arche­ ologisch instituut was tenslotte om de hoek gevestigd. An­ derzijds is de kans groot dat bij de nieuwbouw van de Sint-Martinuskerk in de jaren 1890 de bodem zo grondig is verstoord dat ter plaatse vrijwel geen sporen zijn overgeble­ ven. Martin Hillenga (m.hillenga@online) en Kees Kuiken (kui­ ken@prosopo.nl) zijn zelfstandige historici en redacteuren van Groninger Kerken.

18 H. van der Laan, Het Groninger boekbedrijf. Drukkers, uitgevers en boekhandelaren in Groningen tot het eind van de negentiende eeuw (Assen 2005) 51. 19 Van der Woud, ‘St.-Martinuskerk’, 214. 20 G. Mak en M. Mathijsen, ed., Lopen met Van Lennep. Dagboek van zijn voetreis door Nederland (Zwolle 2000) 98-99; Hofstede de Groot, Broederenkerk, 72. 21 Klugkist en Sybrandi, Van knekelhuis, 146-153. 22 E. Visser e.a., Universitas Groningana MCMXIV-MCMLXIV (Groningen 1964) 268. 23 Dagblad van het Noorden, 25-02-2010. 24 Rijksmonument nummer 485446, aangewezen 30-12-1994.


Justin E . A . Kroesen

De Rijksuniversiteit Groningen: al 45 jaar partner van de SOGK In haar 45-jarig bestaan heeft de Stichting Oude Groninger Kerken steeds intensief samengewerkt met de Rijksuniversiteit Groningen, die dit jaar haar 400e verjaardag viert. Het is zelfs de vraag of de Stichting had bestaan zonder de Groninger universiteit. In dit artikel wordt de balans opgemaakt van een langjarig partnerschap. Bij het ontstaan van de Stichting Oude Groninger Kerken in 1969 speelde theoloog, liturgiewetenschapper en RUGmedewerker dr. Regnerus Steensma een sleutelrol. In 1965 kreeg hij een aanstelling als wetenschappelijk medewerker in tijdelijke dienst aan het twee jaar eerder aan de Faculteit Godgeleerdheid opgerichte Instituut voor Liturgieweten­ schap. Daar legde hij zich voornamelijk toe op de studie van de kerkbouw en religieuze kunst in vooral de noordelijke provincies. Een jaar later verscheen zijn eerste boek Vroomheid in hout en steen, dat in de jaren erna maar liefst viermaal herdrukt zou worden. Ook nu nog zal deze klassieker bij veel donateurs van de SOGK een vaste plek in de boekenkast heb­ ben. Steensma zag dat veel krimpende kerkelijke gemeenten op het Groninger platteland in financiële nood waren geraakt, en samen met een viertal gelijkgestemden ontwikkelde hij het destijds nieuwe model van een donateursstichting die kerkgebouwen overneemt en in stand houdt. De structuur die toen is ontworpen is tot op de dag van vandaag wezenlijk 1 en 2 Het Instituut voor Christelijk Cultureel Erfgoed is gevestigd aan de Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap van de RUG.

105


3 Het fotoarchief van het Instituut voor Christelijk Cultureel Erfgoed is de grootste gespecialiseerde beeldbank met meer dan 60.000 opnames van kerken in heel Nederland. Sinds 2009 zijn de bestanden uit de kaartenbakken ook digitaal beschikbaar via www. kerkeninbeeld.nl. Foto Justin Kroesen.

onveranderd gebleven. In het stichtingsbestuur en de raad van toezicht hadden verschillende RUG-medewerkers zitting, onder wie de archeologen prof. dr. H.T. Waterbolk en drs. J.W. Boersma. In de eerste jaren bleef Steensma als secretaris nauw bij ‘zijn’ Stichting betrokken. Er werd hartstochtelijk vergaderd, waarbij de bestuursleden per toerbeurt gastvrij­ heid verleenden. Of Steensma dit nu deed in de tijd van de universiteit of die van hemzelf was een vraag die destijds nog niet zo’n rol speelde als vandaag. Vast staat dat de Stichting zonder zijn grote en blijvende inzet en de toestemming van de RUG om dat te doen niet zo snel tot bloei had kunnen komen.

Wetenschappelijke productie

106

In de eerste jaren na 1969 werd naast de instandhouding meteen veel werk gemaakt van de wetenschappelijke bestu­ dering van de Groninger kerken. Hier gingen de belangen van de Stichting en die van de universiteit hand in hand. Tijdens restauraties werden de bouwkundige details nauwkeurig in beeld vastgelegd door Jan Schurer en Alex Luttmer, mede­ werkers van de Centrale Fotodienst van de RUG. De foto­ collectie van het Instituut voor Liturgiewetenschap zou in de loop der jaren uitgroeien tot de grootste gespecialiseerde kerken-beeldbank van Nederland. Sinds 2007 is deze collec­ tie ook digitaal toegankelijk via www.kerkeninbeeld.nl. Al bij de oprichting van de SOGK werd een redactiecom­ missie ingesteld die zich bezighield met de uitgave van een publicatieband met wetenschappelijke artikelen over de oude Groninger kerken. Steensma trad aan als voorzitter, een rol die hij tot aan zijn overlijden in 2012 zou bekleden. In 1983 maakten de groene ringbandjes plaats voor het tijdschrift Groninger kerken. In de redactiecommissie hadden in de loop der jaren verschillende RUG-medewerkers zitting: naast de al genoemde personen Steensma en Boersma waren dat histo­ ricus dr. Remi van Schaik, kunsthistoricus dr. Kees van der Ploeg, mediëviste dr. Lydia Wierda, religiewetenschapper en sinoloog dr. Kees Kuiken en ikzelf (als theoloog en kunsthis­ toricus van het christendom). De medewerkers van de RUG zijn steeds een vruchtbare poule van scribenten gebleken. Naast bijdragen van de re­ dactieleden zelf verschenen er artikelen van onder anderen archeologen (prof. dr. H.T. Waterbolk en dr. Piet Kooi), theo­ logen (dr. Jan Luth en dr. Ton Hilhorst), een taalkundige (dr. R.A. Ebeling), mediëvisten (prof. dr. Jos Hermans en dr. Anne­ ke Mulder-Bakker), historici (dr. Peter Hoppenbrouwers, dr. Folkert Bakker en drs. Martin Hillenga), een kunsthistoricus (dr. Victor Schmidt), een judaicus (prof. dr. Wout van Bekkum) en een natuurkundige (dr. Frank van Steenwijk) in Groninger


kerken. Ook de studenten Frans van Liere (theologie en me­ diaevistiek), Saskia van Lier, Elizabeth Kooy (godsdienstwe­ tenschap), Anne Baljeu (theologie) en Elmar Hofman (ge­ schiedenis) schreven bijdragen voor het tijdschrift.

Erepenning en studentenstages Met de opvolging van Regnerus Steensma als docent en on­ derzoeker aan de theologische faculteit door ondergeteken­ de in 2004 bleef de nauwe samenwerking tussen RUG en SOGK in stand; samen waren we enkele jaren in de redactie actief als voorzitter en secretaris. Op 8 september 2010 mocht ik namens het Instituut voor Christelijk Cultureel Erf­ goed (vanaf 2009 de naam voor het Instituut voor Liturgie­ wetenschap) uit handen van voorzitter Gert van den Bremen de tweejaarlijkse erepenning van de Stichting in ontvangst nemen tijdens de feestelijke opening van het facultaire aca­ demisch jaar in de zittingszaal van de oude rechtbank. Met de penning bracht de SOGK ‘haar grote waardering voor de bijdrage van het Instituut aan het versterken van de kennis over en het wekken van belangstelling voor het religieuze erfgoed van Nederland, in het bijzonder van de provincie Groningen’ tot uitdrukking. Half grappend betitelde Van den Bremen toen het Instituut als het ‘wetenschappelijk bureau van de SOGK’. Een nieuwe vorm van samenwerking tussen SOGK en RUG die in de afgelopen jaren een vlucht heeft genomen, is die van RUG-studenten die hun stage lopen bij de stichting. Stu­ denten theologie Kaj van der Plas en Jacobine Gelderloos richtten hun aandacht op respectievelijk middeleeuwse muur- en gewelfschilderingen en her- en nevenbestemmin­ gen van historische kerkgebouwen. Studenten godsdienst­ wetenschap Jon Elbert en Daan Udema bestudeerden de inzet van de Groninger kerken in het middelbaar onderwijs en de meerwaarde van kerkelijk gebruik in de waardering van his­ torische kerkgebouwen. Studente vastgoedkunde Karolinka de Jong schreef bij de SOGK haar afstudeerscriptie over de toegevoegde waarde van religieus erfgoed op de leefbaar­ heid van het Groninger platteland. Momenteel werkt studen­ te landschapsgeschiedenis Marloes Fransen aan de afron­ ding van haar scriptie over de cultuurgeschiedenis van kerk­ hoven en begraafplaatsen in Groningen.

4 Veel foto’s in het archief zijn inmiddels van historische waarde. Zo is de kerk van Leegkerk er nog te zien in desolate toestand, voor de restauratie van 1970-1973. Foto collectie ICCE. 5 Van de kerk van Godlinze zijn opnames te zien van voor het herstel van de beschildering in de jaren tachtig. Foto collectie ICCE. 6 Sommige foto’s in het archief tonen de kerk in bedrijf, zoals de kerk van Middelstum tijdens het avondmaal in de late jaren zestig. Foto collectie ICCE.

107


Er zijn ook andere vormen van samenwerking tussen SOGK en RUG ontstaan, zowel op institutioneel als op een meer in­ dividueel niveau. In het kader van het lopende project ‘Over het hek!’ over kerkhoven in het Groninger landschap werkt de SOGK samen met prof. dr. Theo Spek van het Instituut voor Landschapsgeschiedenis, en een groep studenten onder lei­ ding van prof. dr. Henny Groenendijk verrichtte archeologi­ sche onderzoek in en rond de kerk van Garsthuizen. In 2010 schreef Elmar Hofman, toen nog student geschiedenis, een boekje in de kerkhoven-reeks van de SOGK over de eigen­ domsgeschiedenis van rouwborden in de Ommelanden. Vorig jaar vond de afronding van een cursus aan het Honours Colle­ ge van de RUG over Religieus Erfgoed in het Noorden plaats bij de SOGK. Bij het begin van deze cursus gaf SOGK-direc­ teur Peter Breukink een gastcollege over de doelstelling en het werk van de Stichting. In de afgelopen jaren verzorgden (oud-)medewerkers van de RUG met regelmaat lezingen voor vrijwilligers en donateurs van de SOGK.

de SOGK voor elkaar (kunnen) betekenen. Doel van het fel­ lowship is ‘de samenwerking tussen universiteit en stichting SOGK te intensiveren en beter zichtbaar te maken door on­ derzoek naar de Groninger kerken (in hun cultuurhistorische context en in een Europees verband) te stimuleren en te dis­ semineren’. Het bestaat uit een jaarlijks bedrag van ¤ 7000,over een periode van tien jaar dat beschikbaar is voor het or­ ganiseren van studiedagen, debatten, excursies en educatie­ ve activiteiten, en voor het uitnodigen van sprekers en gast­ onderzoekers. Een deel van de activiteiten zal in de komende jaren in het teken staan van het te ontwikkelen bezoekers­ centrum op de kerklocatie in Garsthuizen. Ook staat voor de komende jaren het project Vijf eeuwen leven en werken in de pastorie op het programma, in het kader van de herdenking van 500 jaar Reformatie. De beoogde producten hiervan zijn twee conferenties en twee tentoonstellingen. Zo heeft de sa­ menwerking tussen RUG en SOGK die al sinds het allereerste begin op een heel natuur­lijke wijze heeft bestaan nu ook een meer formeel karakter gekregen.

Op 3 september jl. is de lange samenwerking tussen SOGK en RUG een nieuwe fase ingegaan met de uitreiking van het Van Tuikwerd-fellowship bij de opening van het academisch jaar in de Der Aa-kerk. Ten bewijze hiervan ontving ondergeteken­ de een certificaat uit handen van SOGK-voorzitter Pim de Bruijne, waarna in een lezing aan bod kwam wat de RUG en

Dr. Justin E.A. Kroesen is universitair docent Kunstgeschiede­ nis van het Christendom aan de Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap van de Rijksuniversiteit Groningen en coördinator van het daar gevestigde Instituut voor Christe­ lijk Cultureel Erfgoed. Daarnaast is hij voorzitter van de re­ dactie van dit tijdschrift.

Van Tuikwerd-fellowship

108

7 Uitreiking van de Erepenning van de Stichting Oude Groninger Kerken aan het Instituut voor Christelijk Cultureel Erfgoed, 8 september 2010. Foto Elmer Spaargaren.

1 Het lag geheel voor de hand dat Steensma’s persoonlijke onderzoeksarchief, voor zover dat op de Groninger kerken betrekking had, na zijn overlijden in 2012 werd overgedragen aan de mediatheek van de SOGK. 2 Sinds 2012 is hij lid van de redactie van dit tijdschrift. 3 Een verslag van dit studentensymposium is verschenen in het laatste aprilnummer van Groninger kerken.


De Stichting

o k to b e r 2 0 1 4

In deze aflevering van ‘De Stichting’ leest u over het werk van de Stichting Oude Groninger Kerken en vindt u een selectie van de vele activiteiten in en rondom de Groninger kerken.

Groninger Kerken viert 9e lustrum

In 2014 bestaat de Stichting Oude Groninger Kerken 45 jaar. Het negende

lustrum wordt opgeluisterd met een aantal bijzondere projecten en activiteiten. En zoals altijd proberen we ons waardevolle Groninger erfgoed weer op een andere, verrassende manier te belichten. Ditmaal door de ogen van de zuiderburen.

Grijze en groene vingers

We r k in ui t voe r ing

‘Grijs en groen’, het klinkt wat cryptisch. ‘Grijs’ staat in dit geval voor objecten op kerkhoven en begraafplaatsen, zoals grafmonumenten, lijkenhuisjes en kerkpaden. ‘Groen’ voor de daar aanwezige beplantingen. Hoe ze samengaan weet Albert-Erik de Winter, projectleider bij Landschapsbeheer Groningen, beeldend te illustreren. ‘Bij het herstel van het kademuurtje rondom de begraafplaats van Godlinze bleek daarop een tongvaren te groeien. Een niet erg algemene plant voor Groningen. De bewuste steen is er voor de werkzaamheden voorzichtig uitgehaald, daarna is het muurtje gevoegd. De stenen met de varen zijn daarna herplaatst.’ Albert-Erik de Winter op het kerkhof van Leegkerk. Foto Ietse Jan Stokroos.

Integrale aanpak ‘Zo’n vijftien jaar geleden’ – zo vertelt De Winter – ‘begonnen we samen aan het project Kerken in het Groen. Bij restauraties werd tot die tijd vooral aandacht en geld besteed aan het kerkgebouw. Het omringende kerkhof bleef er na de werkzaamheden vaak “verpauperd” bij liggen, met verzakte graven, beschadigde stenen en oude monumentale bomen die


liek adviseren wij altijd om alleen die delen van de monumenten schoon te maken waarop tekst of symboliek staat, mosbegroeiingen op de overige delen van het monument kunnen dan blijven zitten’.

Veel uitstraling

‘Grijze’ vingers: het herbeletteren van grafzerken met behulp van een kurk. Foto Albert-Erik de Winter

nodig aan kroonverzorging toe waren. Najaarsstormen zorgden er voor dat dikke takken uit bomen waaiden en grafmonumenten verder beschadigden. Op kerkhoven zijn de grafmonumenten en bomen echter vaak aan elkaar verbonden. Ze vormen een ruimtelijk geheel en versterken elkaar. Om deze waarden te behouden is met Kerken in het Groen een koers van integrale aanpak ingezet. Met werkdagen en scholingsactiviteiten wordt bovendien kennis over herstel, beheer en onderhoud overgedragen aan vrijwilligers en eigenaren van kerkterreinen zodat deze enthousiast zijn en betrokken blijven bij het vervolgbeheer.’

Groen Met het groen wordt daarbij steeds vaker rekening gehouden. Het behoud van een varen, zoals in Godlinze, is er een voorbeeld van. Hetzelfde geldt voor mosbegroeiingen. De aanwezigheid van verschillende steensoorten, oude bomen en diverse grondsoorten draagt er aan bij dat kerkhoven vaak een grote diversiteit aan mossoorten bezitten. ‘Mossen geven een eigen sfeer en karakter aan de grafmonumenten en benadrukken daarnaast de ouderdom van de kerkhoven. Tijdens het weer zichtbaar maken van teksten en grafsymboHet herstel van de kerkhoftrap in Toornwerd. Foto Albert-Erik de Winter

Cultuurhistorie en praktisch beheer gaan hand in hand bij de cursussen ‘Grijs & Groen’ die Landschapsbeheer in samenwerking met de SOGK organiseert. De vraag komt altijd vanuit dorpsverenigingen, kerkbesturen of plaatselijke commissies. Dit jaar stonden twee cursussen op het programma, in Godlinze en Midwolda. Daarbij was voorlichting gekoppeld aan een praktijkdag: Reint Wobbes verzorgde een presentatie over de Groninger grafcultuur, De Winter gaf uitleg over Kerken in het groen en de praktische uitvoering van herstelwerkzaamheden door vrijwilligers, zoals het lijmen van gebroken zerken, het aanvullen van grind en het verven van hekwerken. ‘Met relatief kleine ingrepen is vaak al veel uitstraling te bereiken. Denk eens aan de gebroken glazen grafplaatjes die je her en der ziet liggen. Deze zijn gemakkelijk te lijmen op een plaatje trespa waardoor ze voor de toekomst behouden blijven.’ Ook het bijwerken van de – onleesbaar geworden – belettering op zerken, met behulp van een kurk, stukje stof en verf is een even secuur als dankbaar klusje. Tijdens de praktijkdagen krijgen cursisten praktische tips aangereikt: ‘Leun af en toe even naar achter om uw werk te bekijken. Het verven van een steen kan wel een paar uur duren, en om scheelheid te voorkomen moet u af en toe uw ogen even rust geven.’ Tijdens de praktijkdagen zijn medewerkers van Landschapsbeheer aanwezig om vrijwilligers op weg te helpen bij dit uitvoeren van kleine herstelwerkzaamheden. Gespecialiseerd herstel zoals metselwerk, kroonverzorging van bomen of de reparatie van gietijzeren hekwerken wordt verricht door gespecialiseerde bedrijven.

Gevraagd: handen voor Toornwerd Vanaf dit najaar staan herstelwerkzaamheden op het kerkhof van Toornwerd op het programma. Dit kerkhof werd, evenals de eenzame toren die er staat, jongstleden maart door de Stichting Oude Groninger Kerken overgenomen. De monumentale trap die de wierde opvoert is enige tijd geleden al gerestaureerd. Ook werden de aanwezige grafmonumenten geïnventariseerd. Naast het herstel van grafmonumenten en bestrating zullen hier werkzaamheden aan bomen en groenbeplantingen worden uitgevoerd. ‘Tijdens de landelijke Natuurwerkdag op 1 november wordt het groen onder handen worden genomen. Jongere opslag op de steilrand van de wierde ontrekt nu het karakteristieke terrein behoorlijk aan het zicht.’ Als u een handje wilt helpen met het verwijderen ervan: meldt u zich dan aan via de website www.natuurwerkdag.nl.


E duc at ie Educatie is een speerpunt in het beleid van de Stichting Oude Groninger Kerken. De Stichting vindt het belangrijk om mensen al jong te informeren over het kerkelijk cultuurhistorisch erfgoed. De educatieve activiteiten sluiten aan bij de aandacht voor erfgoededucatie op scholen. Zo hopen we een bouwsteen te leveren voor draagvlak in de toekomst.

Kindercollege

Masterclass Kerken

Wat zeggen de gewelfschilderingen in Groninger kerken over het leven van mensen vroeger, en wat kunnen we daar nu nog mee? Welke helden en heiligen, fantasiedieren, geloofstaferelen, ideeën over hemel en hel, en over leven en liefde vind je op muren en gewelven? Op 25 augustus gaf architectuurhistoricus Marieke van Zanten een kindercollege over deze onderwerpen voor driehonderd eerstejaarsleerlingen van het stad-Groninger H.N. Werkmancollege. Wat het college mede bijzonder maakte, was het decor: de Aula van het Academiegebouw is verfraaid met een wandvullende schildering van de hand van kunstenaar Matthijs Röling. Van Zanten toonde aan het einde van het college beelden van de kerk van Wehe-den-Hoorn (het Marnehoes) waar grote schilderingen van Röling het plafond sieren. Het kindercollege werd georganiseerd door de Scholierenacademie, in samenwerking met de SOGK. Na afloop bezocht een deel van de kinderen de Der Aa-kerk, om de gewelven te beklimmen, te bekijken en te tekenen.

Wat zie je als je als leerkracht een kerk bezoekt met leerlingen? Kun je de elementen in een kerkgebouw vanuit een historische context voor kinderen tot leven brengen? Het helpt als je weet wat je ziet, en uit welke tijd dat komt. Pas dan kun je de kerk ‘lezen als een geschiedenisboek’ en kinderen beter faciliteren in hun leerproces. De SOGK organiseert om die reden een masterclass voor leerkrachten en cultuurcoördinatoren. Daarin wordt in drie blokken dieper ingegaan op kerken. Het eerste blok gaat over de Middeleeuwen: hoe zag het landschap er uit, hoe ontstonden wierden en waarom werd juist hier op gebouwd? Hoe werd baksteen gemaakt? Wat is romaans, wat is gotisch en waaraan kun je dat zien? Wat vertellen muurschilderingen? Het tweede deel begint bij de Reformatie. Wat gebeurde er toen in Groningen, en hoe hadden deze gebeurtenissen effect op hoe de kerk er uit kwam te zien? En hoe komt het dat er in Groningen zoveel grafpoëzie is geschreven? Tot slot gaan we in op ‘de kerk in de klas’. De masterclasses worden verzorgd door Christaan Velvis, Anne Baljeu en Agmar van Rijn. Ze vinden plaats op 12 november, 10 december en 28 januari. Voor meer informatie: vanrijn@groningerkerken.nl

Kindercollege in de aula van het Academiegebouw. Foto Agmar van Rijn.


Nie u w s

De uitreiking van het Van Tuikwerd Fellowship. Van links naar rechts Pim de Bruijne (voorzitter SOGK), prof. dr. Kocku von Stuckrad (Hoogleraar Religiewetenschap en Decaan van de Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap) en dr. Justin Kroesen.

Van Tuikwerd Fellowship De Stichting Van Tuikwerd Fonds en de SOGK hebben besloten tot de instelling van het Van Tuikwerd Fellowship: jaarlijks, voor een periode van tien jaar, wordt een bedrag van zevenduizend euro beschikbaar gesteld aan het Instituut voor het Christelijk Cultureel Erfgoed van de Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap van de Rijksuniversiteit Groningen. Op 3 september werd dit fellowship feestelijk aangeboden aan dr. Justin E.A. Kroesen. De uitreiking vond plaats in het kader van de opening van het academisch jaar van de Faculteit in de Der Aakerk. Doel van het fellowship is de samenwerking tussen RUG en SOGK te intensiveren en beter zichtbaar te maken door onderzoek naar de Groninger kerken – in hun cultuurhistorische context en in een Europees verband – te stimuleren. Middelen daartoe zijn onder meer het organiseren van studiedagen, debatten, excursies en educatieve activiteiten en het uitnodigen van sprekers en gastonderzoekers. Ook wordt hieruit het Regnerus Steensma-scholarship gefinancierd, bestemd voor getalenteerde studenten en andere jonge onderzoekers op het terrein van religieus erfgoed.

SOGK wint Willem Wolffprijs De SOGK won de Willem Wolffprijs 2014 met ‘BOUWWERK’. Dit educatieve programma voor het primair onderwijs brengt in de kerk van Leegkerk historische bouwtechnieken tot leven voor kinderen. De prijs bestaat uit een bedrag van ¤ 2.000,- en een plaquette. ‘BOUWWERK’ kwam tot stand in samenwerking met het Wetenschapsknooppunt Noord-

Nederland, en is ontwikkeld door Menno Sikkink van Monumenten Inspectie en Advies. De prijs wordt besteed aan de ontwikkeling van een online module, in aansluiting op de les op locatie. Deze verwerkingsmodule biedt de kans om nogmaals in te gaan op de behandelde bouwkundige principes met voorbeelden en filmmateriaal. Kinderen krijgen daarmee de mogelijkheid om te analyseren wat zij hebben ervaren en geleerd, om zo nog meer grip te krijgen op de boeiende geschiedenis van bouwtechniek. De Willem Wolffprijs is een jaarlijks initiatief van de afdeling Geschiedenis der Techniek van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs, de Stichting Historie der Techniek, en de familie Wolff.

Overdrachten: 75 Op 11 juli werd de Goede Herderkerk te Bedum door de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) overgedragen aan de SOGK. De kerk werd in 1937 gebouwd naar een ontwerp van Egbert Reitsma (1892-1976) uit Groningen; de Bedumer Albert Wiersema (1895-1966) trad op als mede-uitvoerend architect. De vormgeving van deze laatste vooroorlogse kerk van Reitsma beweegt zich duidelijk in de richting van de Delftse School. De kerken – met kerkhoven – die op 14 september in een ‘dubbeloverdracht’ aan het bezit van de Stichting werden toegevoegd, zijn opmerkelijk ouder. De kerk van Holwierde, oorspronkelijk gewijd aan Sint-Nicolaas, wordt tegenwoordig Stefanuskerk genoemd en het oudste gedeelte stamt uit de 11e eeuw. De dertiende-eeuwse Sebastiaankerk van Bie-


De Goede Herderkerk in Bedum. Foto Omke Oudeman.

rum is is gebouwd in de overgangsperiode van romaanse naar laatromaanse bouwstijl. Met deze overdrachten heeft de SOGK 75 kerken, twee synagogen, 44 kerkhoven/begraafplaatsen en zeven (vrijstaande) torens in haar bezit.

Periodiek schenken neemt een vlucht Sinds begin dit jaar is het periodiek schenken aan onze Stichting (een vastgelegde donatie gedurende een periode van meer dan vijf jaar met belastingfaciliteiten) gemakkelijker geworden. De Belastingdienst vraagt niet meer dat een periodieke schenking wordt geregeld via een akte bij de notaris (met de daaraan verbonden kosten voor onze organisatie), maar het invullen van een eenvoudig formulier volstaat voortaan. Steeds meer donateurs leggen sindsdien hun donatie voor de komende jaren op die manier bij ons vast. Wij zijn daar uiteraard heel blij mee. Mocht u daarover meer willen weten? Een telefoontje naar het secretariaat (0503123569) of een mail (info@groningerkerken.nl) en wij nemen contact met u op. Opnieuw waren verjaardagen, gedenkdagen en het afscheid als directeur van een landelijke organisatie aanleiding om onze Stichting als ‘cadeautip’ te vermelden. Onze giftenkerk heeft daarbij zijn diensten bewezen. Mocht u over de giftenkerk willen beschikken, een telefoontje of een mail en hij komt naar u toe!

Fotowedstrijd en kerkenkalender 2015 Dit jaar was ‘kerken door de seizoenen heen’ het thema van de fotowedstrijd. We hebben vele, en kwalitatief hoogwaardige inzendingen mogen ontvangen. Het was voor de jury

dan ook geen makkelijke opgave een keuze te maken. Uiteindelijk is als winnende foto gekozen voor een voorjaarsopname van de kerk van Marsum. Terwijl het fluitenkruid op de voorgrond volop in bloei staat, verzamelen dreigende wolken zich boven de kerk. De fotograaf, Jaap Jonker uit Leusden, kreeg een driedaags arrangement in erfgoedlogies Nieuw Midhuizen aangeboden. Daarnaast krijgt zijn foto een prominente plaats op de voorkant van de kalender; de overige bekroonde inzendingen krijgen een plaats binnenin. De kalender is te bestellen via www.groningerkerken.nl of met de bestelkaart in het midden van dit tijdschrift.

Eindejaarspakketten Ook dit jaar biedt de SOGK bedrijven en donateurs de mogelijkheid eindejaarspakketten samen te stellen. Neem hiervoor contact op met het secretariaat van de Stichting op telefoonnummer 050-3123569 en we bekijken samen welke mogelijkheden er zijn om uw medewerkers of dierbaren aan het einde van het jaar een cadeau aan te bieden. De kerken van Holwierde en Bierum werden overgedragen binnen een kerkdienst in Bierum. Foto Ronny Benjamins.


Wink e l Donateurs krijgen 20% korting op alle artikelen uit onze (web) winkel. Bezoek onze webwinkel via www.groningerkerken.nl om het totale aanbod te bekijken.

Kerkenkalender 2015

Prijs ¤ 15,50 (donateurs 20% korting)

GRONINGER KERKEN

Het thema voor de SOGK-fotowedstrijd van dit jaar was ‘kerken door de seizoenen heen’. De mooiste opnamen vindt u in de Kerkenkalender 2015. Ook dit jaar is de kalender zo verpakt dat u deze gemakkelijk per post kunt versturen; ook leuk om als oudejaarsgeschenk weg te geven dus!

STICHTING OUDE

De foto’s op deze kalender zijn gemaakt door de winnaars van de kalenderfotowedstrijd 2014 van de SOGK. Het thema was dit jaar: Kerken door de seizoenen heen.

jaarkalender 2015

Onvervangba ar cultureel erfgoed

Sneeuwkaarten De herfst is nog maar net begonnen, maar voor u het weet is het al weer winter. De Stichting Oude Groninger Kerken heeft daarom vijf sneeuwkaarten met enveloppen voor u in de aanbieding. Deze dubbele kaarten zijn uitermate geschikt om als kerstkaart te versturen, maar ook voor andere gelegenheden bruikbaar omdat er geen tekst aan de binnenzijde staat vermeld. Prijs ¤ 7,50 (donateurs 20% korting)

De kerk als Schatkamer – De keuze van Museum Catharijneconvent Ter gelegenheid van het 45-jarig bestaan vroeg Stichting Oude Groninger Kerken aan Museum Catharijneconvent

Ter gelegenheid van haar 45-jarig bestaan heeft de SOGK aan Museum Catharijneconvent in Utrecht gevraagd een uitgave te realiseren over uitzonderlijke voorwerpen die in kerkgebouwen worden aangetroffen. Marco Blokhuis, erfgoedspecialist bij het museum, maakte hiervoor een keuze uit de ‘schatten’ die zich bevinden in onze kerken. In de bijbehorende verhalen weidt over de geschiedenis en de betekenis van de verschillende voorwerpen.

Marco Blokhuis De keuze van Museum Catharijneconvent

te Utrecht een uitgave te realiseren over uitzonderlijke

voorwerpen die in kerkgebouwen worden aangetroffen.

GRONINGER KERKEN

STICHTING OUDE

Marco Blokhuis, erfgoedspecialist bij Museum

Catharijne convent, maakte hiervoor een keuze uit de ‘schatten’ die zich in kerkgebouwen in Groningen bevinden en die eigendom zijn van de stichting.

Vervolgens zocht hij daar de verhalen bij, waarin hij

uitweidt over de geschiedenis en de betekenis van de

verschillende voorwerpen. Die verhalen roepen een beeld op van de maatschappij van onze voor ouders: de

De kerk als schatkamer

ambachtslieden en hun gilden, de elite en hun rechten, predikanten en gelovigen. Met recht is de kerk het

geschiedenisboek van een dorp of stad. Deze uitgave wil ervoor zorgen dat dat geschiedenisboek ook leesbaar blijft voor later.

Prijs ¤ 9,50 (donateurs 20% korting)

Egbert Reitsma – Meester in baksteen De in Ulrum geboren Egbert Reitsma (1892-1976) was in zijn jonge jaren onder meer medewerker van de beroemde Rotterdamse architect Willem Kromhout. Daar werd zijn grote talent herkend. Begin jaren twintig vestigde Reitsma zich als zelfstandig architect in de stad Groningen. In de jaren tot aan de Tweede Wereldoorlog maakte hij vooral naam als kerkenbouwer. De gereformeerde kerken in Kollum, Appingedam, Bedum en Leeuwarden zijn hiervan voorbeelden, evenals de afgebroken Parklaankerk in Groningen. De gereformeerde kerk in Andijk wordt beschouwd als een hoogtepunt in zijn oeuvre. Naast kerken ontwierp Reitsma ook villa’s, landhuizen, woningblokken, winkels met bovenwoningen en bedrijfspanden. Na de oorlog bemoeide Reitsma zich intensief met de plannen voor de herinrichting en de wederopbouw van de Groninger Grote Markt. Zijn laatste werk was de gereformeerde kerk van Hoogezand uit 1969. Prijs ¤ 22,50 (donateurs 20% korting) Zo bestelt u: elders in dit tijdschrift vindt u de bestelkaart van onze winkel. Vul deze in, plak er een postzegel op en doe deze op de bus. U ontvangt uw bestelling dan zo snel mogelijk thuis. Verzend- en administratiekosten zijn ¤ 4,- per bestelling. Bij uw bestelling zit een nota voor uw betaling. De inkomsten komen ten goede aan de Stichting Oude Groninger Kerken. Wanneer u meer informatie wilt over uw bestelling kunt u contact opnemen met het bureau van de Stichting, (050) 312 35 69. Alle uitgaven zijn ook te koop via onze webwinkel: www.groningerkerken.nl/winkel


Winterexcursie 2014/2015 za 13 dec 2014 / za 3 jan 2015

Kerstwandeling (a.u.b. aankruisen)

naam

m v

vr 26 dec

(a.u.b. aankruisen)

naam

m v

adres

adres

postcode

postcode

woonplaats

woonplaats

e-mail

e-mail

telefoonnummer

telefoonnummer

gewenste datum

Totaal aantal personen , van wie donateurs-kind / donateurs-volwassene / niet-donateurs-kind / niet-donateursvolwassene

 zaterdag 13 december 2014, per  bus /  eigen vervoer  zaterdag 3 januari 2015 (alleen per bus) Totaal aantal personen

   

, van wie  donateurs

 Ik meld mij/ons aan voor de lunch (kosten niet inbegrepen)

Kosten voor donateurs ¤ 5,- (kinderen t/m 11 jaar ¤ 4,-) en voor niet donateurs ¤ 8,- (kinderen t/m 11 jaar ¤ 6,-)

Kosten voor donateurs ¤ 20,- en voor niet donateurs ¤30,-.

bestelkaart

Lezing Elite in de kerk Ik bestel: Kerkenkalender 2015 Prijs ¤ 15,50 (donateurs 20% korting) aantal

di 11 november naam

(a.u.b. aankruisen)

m v

adres postcode

Sneeuwkaarten Prijs ¤ 7,50 (donateurs 20% korting) aantal

Ter gelegenheid van het 45-jarig bestaan vroeg Stichting Oude Groninger Kerken aan Museum Catharijneconvent

Marco Blokhuis De keuze van Museum Catharijneconvent

te Utrecht een uitgave te realiseren over uitzonderlijke voorwerpen die in kerkgebouwen worden aangetroffen. Marco Blokhuis, erfgoedspecialist bij Museum Catharijne convent, maakte hiervoor een keuze uit de ‘schatten’ die zich in kerkgebouwen in Groningen bevinden en die eigendom zijn van de stichting. Vervolgens zocht hij daar de verhalen bij, waarin hij uitweidt over de geschiedenis en de betekenis van de verschillende voorwerpen. Die verhalen roepen een beeld op van de maatschappij van onze voor ouders: de ambachtslieden en hun gilden, de elite en hun rechten, predikanten en gelovigen. Met recht is de kerk het geschiedenisboek van een dorp of stad. Deze uitgave wil ervoor zorgen dat dat geschiedenisboek ook leesbaar blijft voor later.

De kerk als schatkamer

De kerk als Schatkamer – De keuze van Museum Catharijneconvent Prijs ¤ 9,50 (donateurs 20% korting) aantal

Egbert Reitsma – Meester in baksteen Prijs ¤ 22,50 (donateurs 20% korting) aantal

vul a.u.b. ook de achterzijde in

woonplaats e-mail telefoonnummer

Totaal aantal personen

, van wie  donateurs

Gratis voor donateurs, kosten voor niet donateurs ¤2,50.


Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen

Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen

Plak hier uw postzegel

Plak hier uw postzegel

bestelkaart

î Žm î Žv naam

adres

postcode

woonplaats

handtekening

telefoonnummer overdag

Plak hier uw postzegel

Plak hier uw postzegel

Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen

Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen

e-mail


Me di at he e k

Groninge r k e r k e n digi ta a l

De mediatheek is toegankelijk voor een breed publiek: voor donateurs van de stichting, voor leerlingen of studenten die informatie zoeken voor werkstuk, spreekbeurt of scriptie, voor mensen die monumenten een warm hart toedragen. De catalogus is online te raadplegen: www.groningerkerken.nl/mediatheek

Wat is de Stichting zonder haar vrijwilligers? Dit gaat zeker op voor de mediatheek. Vanaf de oprichting in 2003 zijn er continu vrijwilligers die hun steentje bijdragen. Medewerker van het eerste uur is Bart Vrolijk die een carrière doorlopen heeft waarin beeldmateriaal centraal staat. Het gros van het fotoarchief, voor een groot deel zichtbaar op Groninger kerken digitaal en in de online catalogus van de mediatheek, is door zijn handen gegaan. Ook scant hij de Ommelander Courant op relevante berichten, die vervolgens in onze digitale knipselkrant komen. Johan Vegter is de scan- en fotobewerkingsspecialist. Een grote klus waar hij momenteel aan werkt is het digitaliseren van de omvangrijke archiefonderzoeken. Het resultaat is voor u zichtbaar in de online catalogus. Zoek maar eens in de mediatheek catalogus op ‘archiefonderzoek Noordwijk’. Daar vindt u onderaan de titelbeschrijving twee adobe-acrobat icoontjes die toegang geven tot het digitale document. Liet Loudon vormt samen met Margreet Bakker de Commissie roerende goederen. Dit is weliswaar een activiteit buitenshuis, maar de zorgvuldige registratie vervolgens van de objecten in ons Content Management System (CMS, de achterkant van onze website) is de taak van Liet. Dit is voor u deels zichtbaar op Groninger kerken digitaal: bij de kerkbeschrijving ziet u een ‘vaas-icoontje’ dat u een selectie van roerende goederen in de desbetreffende kerk laat zien. Margreet zit dan niet fysiek in de mediatheek, maar voert in hetzelfde CMS thuis gegevens in van grafzerken in de kerk. Een redelijk aantal is zichtbaar op Groninger kerken digitaal, in het digitale register op grafzerken in de kerk. Over het andere digitale register op grafzerken, dat op kerkhoven, is al eerder geschreven. Dit register is vormgegeven door oud-projectmedewerkster Anne Baljeu, en wordt nu aangevuld door Hanneke de Vries. Tineke Noordhof is degene die met eindeloos geduld de voortdurende aanvoer van documenten uit giften en nalatenschappen beschrijft in de mediatheek catalogus, zoals bijvoorbeeld het privéarchief van Regnerus Steensma. Last but not least Richard Vogt. Alle digitaal aangeleverde beeldmateriaal zet hij in onze beeldbank. Ook scant hij de digitale versie van het Dagblad van het Noorden op relevante artikelen en verwerkt deze. Zie hier in vogelvlucht een groep zeer gemotiveerde vrijwilligers die (op één na) allen genieten van een welverdiend pensioen, maar zich ook graag willen inzetten voor de Stichting. En wij zijn bijzonder blij met hun inzet! Zonder hen zou u nog veel (digitale) informatie missen.

Blog Groninger kerken Ieder twee weken verschijnt er een blog van de bouwkundige over het werk van de SOGK. Deze blog gaat over de zaken waar onze bouwkundigen zoal tegenaan (kunnen) lopen: een kijkje in de keuken van deze afdeling van de stichting. ‘Welke keuzes worden er waarom gemaakt en welke gevolgen heeft dit dan?’ Natuurlijk kunt u ook een reactie achterlaten. www.groningerkerken.wordpress.com/

Orgelboekje samenvatting Duits en Engels online Onlangs verscheen in onze Orgelreeks Naam en Faam – Vijf Schnitgerorgels in Groningen. Cees van der Poel neemt de lezer daarin mee naar de wereld van orgelbouwer Arp Schnitger en laat u nader kennismaken met vijf Schnitgerorgels in onze provincie. Omdat de orgels van internationale allure zijn, hebben we van het boekje een Engels en Duitse samenvatting gemaakt die als pdf aangeboden worden via de website. www.groningerkerken.nl/naamenfaam/uk en www.groningerkerken.nl/naamenfaam/de


E xcur s ie s

Het schip van de kerk van Leermens. Foto Omke Oudeman. Op het kerkhof van Leermens is een rijkdom aan poĂŤtische grafdichten te vinden. Foto Martin Hillenga.

Traditionele Winterexcursie 2014-2015 De Traditionele Winterexcursie vindt plaats op zaterdag 13 december 2014 en wordt afgesloten met een concert. De zogeheten herhalingstocht (zonder concert) zal plaatsvinden op zaterdag 3 januari 2015. De keuze van de Excursiecommissie viel dit keer op Termunten, Farmsum en Leermens. In laatstgenoemd dorp staat een kruiskerk waarvan het schip romaans is en nog veel tufsteen bevat. De transeptarmen tonen een verhoging met baksteen. Het koor is een van de mooiste voorbeelden van het laatromaans; het meloengewelf bestaat uit acht vakken met siermetselwerk. Op de scheiding van koor en schip staat een restant van een doksaal. Halverwege de negentiende eeuw verkeerde de kerk van Farmsum in slechte staat. Van het laatromaanse gebouw werd in 1854 eerst de toren gesloopt, waarna de huidige toren tot stand kwam naar een ontwerp van J. Maris. In 1867 werd de kerk afgebroken voor nieuwbouw naar plannen van de architect C. Wind. De stijl van de driebeukige hallenkerk is eclectisch met veel classicistische elementen. Het orgel werd in 1828 in de oude kerk geplaatst door orgelmaker N.A. Lohman. Bij de overplaatsing werd een vrij pedaal aangebracht door P. van Oeckelen. In 2012-2013 werden onder de kerkvloer tientallen grafzerken uit de vijftiende tot en met de achttiende eeuw ontdekt. Ooit was er sprake van Grote Munte en Kleine Munte, twee wierdedorpen geschieden door het Kleine Diep of de Munte.


In beide stond een kerk, die in Klein Termunten werd rond 1575 afgebroken. De kerk van (Groot) Termunten is het restant van een dertiende-eeuwse kruiskerk. Eind zestiende eeuw werden dwarspanden afgebroken, in de zeventiende eeuw volgde het schip. De koortravee behoort evenals die te Leermens tot de belangrijkste uitingen van het laatromaans. In de Tweede Wereldoorlog liep de kerk grote schade op. De toren, aangebracht na de oorlog, is tegenwoordig een uitzichtpunt.

Praktische informatie Het excursieprogramma kent een middagpauze waarin tijd is voor een gezamenlijke erwtensoepmaaltijd. Ook is er dan, traditiegetrouw, weer de gelegenheid om inkopen te doen bij de promotiestand van de Stichting. De bus vertrekt steeds om 10.30 uur bij het Hoofdstation in de stad Groningen. Op 13 december wordt de terugkomst aldaar ingeschat om circa 19.15 uur. Op 3 januari zal dat eerder zijn, omdat er dan geen concert is. Indien u de excursie op eigen gelegenheid maakt (alleen mogelijk op 13 december), wilt u zich dan wel aanmelden? U krijgt dan de routeplanning thuisgestuurd. Het mapje met kerkbeschrijvingen, dat standaard wordt uitgereikt aan de deelnemers in de bussen, is voor 7 euro door individuele deelnemers te verkrijgen in de eerste kerk van de route. De kerken zijn op 13 december 2014 van 10.00-17.00 uur geopend en op 3 januari 2015 alleen zolang de bus voor de deur staat.

Uitzicht vanuit de kerktoren van Termunten, één van de Landmerken.

De kosten voor deelnemers in de bussen bedragen ¤ 20,voor donateurs en ¤ 30,- voor niet-donateurs (inclusief mapje kerkbeschrijvingen, maar exclusief lunch). Aanmelding kan alleen via de kaart in dit blad, te versturen per gewone post. Plaatsing geschiedt op volgorde van binnenkomst. Deelnemers ontvangen een bevestigingsbrief. De nota voor reizigers in de bus wordt eveneens per post verstuurd. De organisatie behoudt zich het recht van programmawijzigingen voor, als omstandigheden ter plaatse daartoe aanleiding geven.

Kerstwandeling SOGK Ook dit jaar organiseren we op tweede kerstdag een begeleide kerstwandeling. Op vrijdag 26 december wandelt u onder leiding van een deskundige gids door de binnenstad van Groningen met als thema ‘kerstviering door de geloven heen’. De tocht start om 14.00 uur in de synagoge aan de Folkingestraat (gebouw open vanaf 13.30 uur). Om circa 15.45 uur eindigt de wandeling in de Remonstrantse kerk aan de Coehoornsingel in Groningen. U wordt hier ontvangen met een drankje, aansluitend volgt om 16.15 uur een kort (kerst)concert. Het programma wordt rond 17.00 uur afgesloten. De kosten voor de wandeling, inclusief concert, bedragen ¤ 8,- p.p. (kinderen tot en met 11 jaar ¤ 6,-). Donateurs van de SOGK betalen slechts ¤ 5,- (kinderen ¤ 4,-). Het concert kan ook apart bezocht worden; de toegangsprijs bedraagt dan ¤ 5,- (SOGK-donateurs ¤ 2,50). U kunt zich opgeven voor de wandeling (inclusief concert) met het antwoordkaartje in het middenkatern.


D e k e r k a l s p odium

In alle kerken Stichting Oude Groninger Kerken worden bijzondere activiteiten aangeboden. In deze rubriek lichten we een aantal daarvan uit. Voor een compleet en actueel overzicht kunt u terecht op www.groningerkerken.nl/agenda. Geen beschikking over internet? Neem dan contact op met ons secretariaat. De medewerkers kunnen u van een papieren agenda voorzien.

Museum Het Hoogeland - De kerk als schatkamer

St. Maria im Kapitol, Keulen, doksaal uit de vroege renaissance, vervaardigd in Mechelen, voorzien van de familiewapens van de gulle gevers.

Lezing en tweegesprek – ‘Elite in de kerk’ Op dinsdag 11 november 2014 organiseren wij een tweede bijeenkomst in het kader van ons jubileumthema ‘Het Noorden door de ogen van het Zuiden’. Jurist en canonist Maurice van Stiphout (één van de drie zuiderlingen uit de campagne) en Justin Kroesen (universitair docent Kunstgeschiedenis van het Christendom) zijn dan te gast in de Remonstrantse kerk. Het onderwerp van hun lezing is ‘Heilig en profaan – kerkelijk en wereldlijk gezag in historische kerken, een vergelijking tussen Groningen en het katholieke Zuiden’. Van Stiphout begint met een inleiding over de verhouding tussen wereldlijk en kerkelijk gezag in het algemeen en in de katholieke kerkinterieurs in het bijzonder. Hierna geeft Kroesen een overzicht van dezelfde verhoudingen in de Groninger kerken. Beide sprekers gaan daarna graag met de toehoorders in gesprek over deze onderwerpen. Locatie: Remonstrantse kerk, Coehoornsingel 14 Groningen. Tijd: aanvang 19.30 uur (kerk open 19.00 uur) tot circa 21.30 uur. De lezing is gratis toegankelijk voor donateurs, niet-donateurs betalen ¤ 2,50. Aanmelding graag met het kaartje in het middenkatern van dit tijdschrift.

Tot de inventaris van de Groninger kerken behoren tal van roerende goederen: van avondmaalsbekers tot collectezakken en van Statenbijbels tot zandlopers. Marco Blokhuis van Museum Catharijneconvent maakte in samenwerking met de SOGK een selectie voor een tentoonstelling in Openlucht­ museum Het Hoogeland in Warffum, te zien vanaf 5 oktober. De expositie kreeg, net als de bijbehorende publicatie, de toepasselijke titel De kerk als schatkamer – De keuze van het Catharijneconvent. Meer informatie: www.hethoogeland.com.

Kwartaalaanbieding donateurs Op de vier concerten in de serie Proefkamermuziek in de Der Aa-kerk krijgt u als donateur 10% korting. Eerste concert donderdag 25/10 - Nederlands Kamerkoor: 'In Engelse Kringen'. www.blgroningen.nl/agenda

Kleintje Cultuur start met Ilse Bos De SOGK organiseert dit najaar met Bijzondere Locaties Groningen ‘Kleintje Cultuur’: vier zondagmiddagen voor basisschoolkinderen en hun (groot)ouders. Twee daarvan zijn in oktober, tevens Oktobermaand Kindermaand. Op 12 oktober starten we met kinderboekschrijfster Ilse Bos. Zij schreef Troep, volgens Trouw-recensent Bas Maliepaard ‘het sprankelendste en best geschreven kinderboekendebuut dat ik in tijden heb gelezen.’ Op 26 oktober staat schaken op het programma, in samenwerking met Schaakstad Groningen. Op 23 november is het thema bouwen, en op 7 december muziek. ‘Kleintje Cultuur’ is op alle data van 14.00 uur tot 16.00 uur, de entree is gratis. Meer informatie op www.blgroningen.nl/agenda

Expositie Remonstrantse kerk Van 13 oktober t/m 28 november is in het toegangsgebouw van de Remonstrantse kerk werk te zien van Anne Wine onder de titel ‘Niets = iets of Iets = Niets’. De kunstenares uit Kloosterburen ziet zich meer als een bouwer en vindt inspiratie bij het jutten van materialen, op straat of tijdens haar wandelingen langs het wad. Het gaat haar niet zozeer om het gevondene, maar juist om dat wat daar in te zien is. Deze beeldtaal vertaalt Anne Wine in schilderijen, tekeningen en sculpturen. Locatie: Remonstrantse kerk Groningen, Coehoornsingel 14, Groningen. Open op werkdagen van 9.00-16.30 uur, gratis entree; graag even aanbellen. De Stichting is een uitgave van de Stichting Oude Groninger Kerken. Dit katern verschijnt vier maal per jaar, los en als onderdeel van het tijdschrift Groninger Ker­ken, voor donateurs van de stichting. • Redactie: Martin Hillenga • Vormgeving en productie: Ekkers en Paauw • Drukwerk en verzending: Zalsman Groningen • Adres: Coehoornsingel 14, 9711 bs Groningen • telefoon (050) 312 35 69 • e-mail: info@groningerkerken.nl • www.groningerkerken.nl


Kees Kuiken

1 De gevelsteen in de achtergevel van de voormalige pastorie van Westerwijtwerd. Foto Creative Commons / Hardscarf.

Groeten uit Westerwijtwerd (van de heer en mevrouw Lewe) De Groninger Academie heeft in tal van kerken in Stad en Ommeland haar sporen nagelaten. Veel alumni theologie werden in de provincie beroepen. Onder hen waren relatief veel buitenlanders,

117

op wie de universiteit – vooral in de eerste driekwart eeuw van haar bestaan – grote aantrekkingskracht uitoefende. Een gevelsteen in Westerwijtwerd vormt het aanknopingspunt voor een kleine zoektocht naar academische relaties. Het huis oogt als een boerderij, maar was ooit een hervorm­ de pastorie. Verklaart dat misschien dat Pastoriepad 3 in Westerwijtwerd een gevelsteen heeft met Griekse en Latijnse tekst? De bovenste (Griekse) regel luidt in vertaling: ‘In de stilte en de hoop (ligt) je kracht – Jesaja’.1 Het Latijnse cou­ plet eronder luidt in vrije vertaling: Scheer je weg, woeste Mars, / Vulcanus en Aeolus, jij ook! Vrede zij aan dit huis, / met gelovige vroomheid. De wapens links en rechts van de tekst zijn van de heer en mevrouw Lewe, om precies te zijn van Johan Lewe van Middelstum, op 17 oktober 1648 te Groningen getrouwd met 1 Jesaja 30:15. Deze tekst staat zo niet in de Griekse standaardtekst van de Bijbel (de zogeheten Septuagint) maar lijkt terugvertaald uit de Latijnse standaardtekst (de Vulgata; vriendelijke mededeling van Birgit van der Lans MA). 2 A. Pathuis, Groninger gedenkwaardigheden (Assen en Amsterdam 1977, hierna: GDW) nr. 4121: ΕΝ ΤΗ ΣΙΓΗ, ΚΑΙ ΕΛΠΙΔΙ, Η ΙΣΧΥΣ, ΗΣΑΙ. Λ. Ite procúl Mars, Vúlcane, hinc simúl Aeole saévi. Pax sit huíc domuí, cúm pietate fides. 3 GDW nr. 4122.

Geertruida Alberda.2 Dit paar was van adel en woonde op de borg Ewsum te Middelstum. De Lewes maakten toen de dienst uit in de kerk van Westerwijtwerd, dat wil zeggen: de familie bepaalde wie er als predikant werd benoemd. In 1630 werd dit recht (het ‘collatierecht’) in brons gegoten toen de kerk een nieuwe klok kreeg.3 Boven de ingang van sommige oude kerken zijn ook nu nog gedenkstenen te zien met wa­ 1a De voormalige pastorie van Westerwijtwerd. Foto Creative Commons / Hardscarf.


2 en 3 Miniatuurportretten van Geertruida Alberda (1628-1665) en Johan Lewe van Middelstum (1622-1671), bewoners van de borg Ewsum bij Middelstum. De portretten zijn gevat in een zogenaamde ‘schroefdaalder’, een munt is die kan worden opengedraaid, in dit geval een piaster uit 1635. Collectie Groninger Museum, foto Marten de Leeuw.

118

pens van plaatselijke adellijke machthebbers. Zou de steen op deze voormalige predikantenwoning dan ook van de kerk komen? Dat was immers ook een huis vol vroomheid. Voor heidense afgoden was daarin geen plaats: wegwezen uit Westerwijtwerd! Toch is bij nader inzien een andere herkomst van de steen aannemelijker. De pastorie van Westerwijtwerd is namelijk in 1863 herbouwd. In datzelfde jaar werd de vervallen borg van de Ewsums door de toenmalige eigenaar H.W. Wierda ge­ sloopt. Hij droeg vijf wapenstenen over aan de familie Alber­

4 Anonieme tekening van Ewsum uit 1843. De borg werd twintig jaar daarna afgebroken. Collectie RHC Groninger Archieven (1536-1986).

4 5 6 7

da, die er in 1870 zijn eigen borg Ekenstein bij Appingedam mee verfraaide. 4 Het vermoeden dat de gevelsteen in Wes­ terwijtwerd uit de borg Ewsum komt, wordt bevestigd door conservator Egge Knol van het Groninger Museum. ‘Zulke stenen zaten in de schouwen (‘kemenades’) van adellijke en andere voorname huizen’, vertelt hij, ‘en deze vrijwel zeker ook’. Maar was jonker Johan Lewe van Middelstum zo geleerd dat hij Jesaja in het Grieks las? Je zou eerder denken dat een door hem aangestelde predikant deze tekst aanleverde. Het uitwisselen van Griekse en Latijnse teksten, bijvoorbeeld in vriendenalbums (alba amicorum), was in de zeventiende eeuw een normaal onderdeel van de academische cultuur. Een theologiestudent kon hiermee bijvoorbeeld de aandacht trekken van een (adellijke) kerkbestuurder die een predikan­ tenplaats te vergeven had.5 Het opschrift op de voormalige pastorie in Westerwijtwerd past goed in deze academische traditie. Johan Lewe was behalve landjonker ook curator van de Groninger universiteit. Mogelijk heeft hij via dit netwerk de student Johann Gross (‘Johannes Grossius’) uit Elbing in Oost-Pruisen (nu Elblag in Polen) leren kennen, die na zijn af­ studeren in 1658 predikant in Westerwijtwerd was. Zijn naam staat daar op een avondmaalsbeker uit 1656. Hij is er in 1677 begraven.6 Maar Lewe mocht als heer van Ewsum ook de pre­ dikanten in Middelstum benoemen. Van 1647 tot 1668 was dat Martinus Johannis, die eerder in Kantens had gestaan.7 Van Lewe, Gross en Johannis zijn geen albums bewaard. De auteur van de geveltekst blijft dus voorlopig anoniem.

W.J. Formsma e.a., De Ommelander Borgen en Steenhuizen (Assen 1987) 268-269 (met dank aan Redmer Alma). K. Kuiken, ‘De Keesen zijn weeder considerabel moedig’, De Vrije Fries 86 (2006) 204, 206. GDW nrs. 4124, 4129; Ned. Adelsboek 87 (1998) 213. J.P. de Bie en J. Loosjes, Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland 4 (Den Haag 1931) 549.


Victor Timmer

Muziek voor kerk en Hoogeschool Rond het Schnitgerorgel in de vroegere Academiekerk Het beroemde Schnitgerorgel in de Der Aa-kerk werd oorspronkelijk in 1702 gebouwd voor de Academiekerk en leidde daar de eerste ruim honderd jaar een betrekkelijk onopvallend bestaan. In deze voormalige kloosterkerk vormde het tezamen met balkon en toegangsportaal tegen de westwand van het schip het meest gezichtsbepalende element. Opmerkelijk was ook de aanwezigheid van een koorgalerij. In deze bijdrage wordt vooral de blik gericht op de muzikale gebruiksaspecten van kerk en orgel in de periode tot omstreeks 1815, het moment dat de kerk steeds meer in onbruik raakte en het orgel werd overgeplaatst naar de Der Aa-kerk.1 1 Voor de geschiedenis van het orgel zie: Jan R. Luth (red.), Wereldberoemde klanken. Het Schnitgerorgel in de Der Aa-kerk te Groningen en zijn voorgangers, (Zutphen 2011). Over Schnitger onder andere: Cornelius H. Edskes en Harald Vogel, Arp Schnitger en zijn werk (Bremen 2009).

1 Het Schnitger-orgel uit de voormalige Academiekerk, zoals het zich toont in de Der Aa-kerk. Foto Omke Oudeman.

119


Het Schnitgerorgel

120

2 Het gekroonde wapen van Stad en Lande op de balustrade. Foto Omke Oudeman. 3 De beschrijving van het orgel in de Academiekerk, zoals afgedrukt in de Dispositien (1788) van N.A. Knock .

Nadat het Van Loon/De Mare-orgel (1679) in de Academiekerk voor verder gebruik ondeugdelijk werd bevonden, bouwde de beroemde Duitse orgelmaker Arp Schnitger van 1699-1702 op dezelfde plaats een groot nieuw orgel, met gebruikmaking van pijpwerk uit het vorige instrument. De orgelkassen wer­ den vervaardigd door Allert Meijer, het snijwerk door Jan de Rijk. Samen waren zij ook verantwoordelijk voor de bouw en vormgeving van het toegangsportaal en het daarop geplaats­ te orgelbalkon (waarvan vier van de zes zuilen mogelijk af­ komstig waren van het vorige orgel). Enige details van het beeldsnijderswerk: dat van het por­ taal bevat naast een groot schelpmotief onder andere festoe­ nen en guirlandes met druiventrossen en wijnranken en twee adelaars.2 Het blinderingssnijwerk (met plantaardige motie­ ven, zoals acanthusbladeren) van het orgelfront en de vleu­ gelstukken (die van de hoofdkast met kenmerkende, in dit geval hoornblazende engelen) zijn nog origineel aanwezig. Ook in het snijwerk van de borstwerkdeurtjes vinden we twee adelaars. In de balustrade zien we verschillende muziekin­ strumenten, wellicht bedoeld om tezamen met het orgel het ‘hemelse orkest’ te verbeelden.3 De opdrachtgevers voor de bouw, de Staten van Stad en Lande, lieten zich op de balu­ strade zien met hun gekroonde wapen. Welke ornamenten oorspronkelijk op de torens van beide kassen stonden, is niet bekend. Op grond van een in het Duitse Golzwarden bewaard gebleven voorbeeld-frontontwerp voor - wellicht - het Gronin­ ger orgel, zouden het meerarmige bekroningen geweest kun­ nen zijn, een soort op de kop ‘staende’ lampetten. Het orgel was het grootste deel van de achttiende eeuw in onderhoud bij de voortzetters van Schnitgers bedrijf, van wie A.A. Hinsz tweemaal uitgebreide herstelwerkzaamheden uitvoerde: van 1754-1761 en in 1783-1784. Vier jaar na het laatste herstel werd het instrument beschreven door Nicolaas Arnoldi Knock (zie afb. 3). 4

Muziek voor de kerk Het orgel werd in de eerste plaats gebruikt ter ondersteuning van de gemeentezang, tijdens de kerkdiensten in het ‘hoog­ duits’ (van 1644-1748), die van de Waalse gemeente (tot 1804) en tijdens de ‘Academiepreken’ (tot 1812)5. Omwille van een krachtiger zangbegeleiding werd door Hinsz een koppel rug­ werk – hoofdwerk aangebracht (1754-1761), terwijl in 1783/84 door hem het snijwerk werd afgedicht van de borstwerkdeur­ tjes vlak boven de organist omdat deze anders bij gebruik van het borstwerk de gemeente niet meer kon horen zingen. 2 Voor een beschrijving van het hele meubel- en snijwerkensemble van Meijer en De Rijk, zie: Edskes en Vogel, Arp Schnitger, 92-94. 3 Jan R. Luth, ‘De muziekinstrumenten op de orgelkast’, in: Luth, Wereldberoemde klanken, 167-174 (tekst), alsmede 177-189 en 192 (afbeeldingen). 4 Nicolaas Arnoldi Knock, Dispositien der merkwaardigste Kerk-Orgelen welken in de Provincie Friesland, Groningen en Elders aangetroffen worden (Groningen 1788) 50. In deze waarschijnlijk door Knock zelf genoteerde dispositie ontbreekt de wel aanwezige Octaaf 4 voet van het Rug-Positief, terwijl de samenstelling van de Pedaal-Mixtuur in werkelijkheid slechts 4-5 sterk was. Over Knock: Victor Timmer, ‘Nicolaas Arnoldi Knock, “een dilettant van eerste klasse”’ (1), Het Orgel, 108/4 (2012) 4-15; idem (2), Het Orgel, 108/5 (2012) 4-13. 5 P. Hofstede de Groot, Geschiedenis der Broederenkerk te Groningen (Groningen 1832) 70.


4 Frontontwerp van Arp Schnitger voor (mogelijk) het orgel in de Academiekerk, tegenwoordig bewaard te Golzwarden.

De bekendste bespelers6 waren Petrus Havingha (van 1683 – 1728; daarnaast was hij vanaf 1694 ook organist van de Martinikerk) en de veelzijdige Johannes Tammen (van circa 1760-1809).7 Over wat en hoe tijdens de diensten werd gespeeld is wei­ nig bekend, maar doorgaans zal men ter begeleiding van het gezang destijds gangbare koraalboeken hebben gebruikt. Een kleine indruk voor Groningen is te vinden in het PsalmBoek voor het orgel van Marten Jellen Zuidhof (1737-1817).8 Het bevat psalmmelodieën, steeds aangevuld met zes baslij­ nen, waarvan één van ‘eenen Eitzing’9, een andere van de hand van Derk Tjaden, drie andere van Jacob Wilhelm Lustig. Tammen kende het spel van beide laatstgenoemden: Tjaden was zijn vermoedelijke leermeester in Noordbroek en het spel van Lustig in de Martinikerk zal hij later veelvuldig heb­ ben beluisterd (als klokkenist had hij er een vrije zitplaats). Volgens Jan Luth geven met name de ‘balken’ van Lustig ver­ moedelijk goed weer hoe in de provincie Groningen door­ gaans werd begeleid: langzaam spel met gelijke notenwaar­ den (alleen de eerste en laatste noot langer), waarbij vooral met de linkerhand de melodie werd ondersteund en met de rechterhand ook versieringen werden aangebracht, later ook met korte interludia tussen de regels van elk couplet.10 Het spel van Tammen zal daarvan niet veel afgeweken hebben. 5 Een impressie hoe het Schnitgerorgel er uitgezien zou kunnen hebben als het in 1815 uiterlijk ongewijzigd zou zijn herplaatst in de Der Aa-kerk, dus met smallere onderkas, consoles onder de hoofdwerkkas en met veelarmige bekroningen op de torens (conform een ontwerp van Arp Schnitger voor een negendelig front met dezelfde ornamenten). Afbeelding door Hans Brink, afgedrukt in C.H. Edskes, De nagelaten geschriften van de orgelmaker Arp Schnitger (1648-1719) (Sneek 1968) 56. 6 Volledige lijst bij Peter Westerbrink, ‘De organisten van de Der Aa-kerk’, in: Luth, Wereldberoemde klanken, 196-197. 7 Tammen was gelijktijdig klokkenist op de Martinitoren. Als organist van de Waalse diensten verhuisde hij in 1804 (alleen voor die kerkelijke gemeente) mee van de Academiekerk naar de Pelstergasthuiskerk. Hij werd geregeld gevraagd nieuwe of herstelde orgels te keuren. Victor Timmer, ‘Rond Johannes Tammen, “beroemd Organist en Klokkenist te Groningen”(1), Het Orgel, 109/5 (2013) 18-29; idem (2), Het Orgel, 109/6 (2013), 4-15. 8 Meer bij: Gert Oost, ‘“Mast heare, hoe ’t die mân spielet, Hij het nooit ien les hoân.” Over orgelspel in Groningen en Friesland ten tijde van Albertus Anthoni Hinsz’, in: Jan Jongepier (red.), Een Konstkundig orgelmaker. Enkele bijdragen over het werk van de orgelmaker Albertus Anthoni Hinsz (1704-1785) (Groningen 1994) 84-96. Zie ook: Jan R. Luth, ‘Daer wert om ’t seerste uytgekreten…’ (Kampen 1986) 368-373. 9 Bedoeld wordt Johannes (III) Eitzen, van 1697-1719 organist van de Der Aa-kerk. Na 1710, toen de toren van de kerk instortte waarbij het Schnitger-orgel verloren ging, begeleidde hij in de Academiekerk diensten van de tijdelijk daarheen uitgeweken Der Aa-kerkgemeente. Zie Westerbrink, ‘De organisten’, 118 en 196. 10 Luth, Daer wert, 369.

121


6 Aankondiging van de verkoping van muziek uit de nalatenschap van Johannes Tammen op 15 maart 1813 in het koor van de Academiekerk.

Welke literatuur er eventueel werd gespeeld is niet be­ kend. Wel weten we dat Tammen onder andere contact had met de Leidse organist en componist Ruppe, van (dan wel via) wie hij muziek aanschafte. Tammens boedel bevatte na zijn dood ‘een menigte fraay MUZYK’, ‘van onderscheidene Mees­ ters’.11

Muziek voor de Academie

122

Uit onder andere de resoluties van de Curatoren van de Gro­ ninger universiteit blijkt dat er in de zeventiende en achttien­ de eeuw bij academische plechtigheden (zoals inauguraties, promoties. e.d.) in de Academiekerk werd gemusiceerd. Of dat incidenteel of structureel gebeurde, en hoe frequent en door wie, is helaas niet meer precies na te gaan. Zo klonk er in de zeventiende eeuw muziek bij plechtig­ heden in 162712, 1695 (inauguratie van Johann Bernoulli 13) en 1698. Later werden in elk geval organist Petrus Havingha en/of de stadmuzikanten ingeschakeld. Gezamenlijk vroegen ze op 17 september 1717 om een hogere gage, aangezien ze tijdens een promotie langer hadden moeten doorspelen dan was afgesproken. Op 25 november van hetzelfde jaar werd gesteld dat de musici tijdens de inauguratie van een hoog­ leraar of bij een promotie ‘het vocaal muziek tracteren’. Havingha kan bij dit gezelschap zowel het orgel hebben be­ speeld, als een klavecimbel. Als we aan de instrumentalisten al naar behoefte enkele zangers toevoegen, dan was het en­

semble in Groningen in die tijd qua grootte en samenstelling vergelijkbaar met dat aan de Leidse universiteit. Daar be­ stond het ‘orkest’ in 1725 uit een organist, enkele violisten en vocalisten, welke bij grotere evenementen werden aange­ vuld met andere musici.14 In hoeverre na het overlijden van Havingha (in 1728) diens opvolger in de Martinikerk (Jacob Wilhelm Lustig), alsmede zijn hem opvolgende collega’s uit de Academiekerk daarbij als zodanig optraden en of daarbij (en hoe) ook het Schnitgerorgel werd gebruikt, is zeer be­ perkt gedocumenteerd.15 Ook bij prinselijke bezoeken in 1749 , 1773 en 1777 werd gemusiceerd.16 Daarbij moest in 1749 nog nader overlegd worden ‘over de belooning aan de musici toe te kennen.’ 17 Op 7 maart 1769 werd ‘aan van Swin­ deren gepermitteerd om bij zijne promotie met de kap een orchest ten zijnen koste te mogen oprichten.’ Het betrof de promotie op 15 maart 1769 van Wicher van Swinderen (1745 – 1829). Over de omvang, samenstelling en repertoire van dit ad hoc ensemble is niets bekend. Kennelijk was het inzetten van de stadsmusici op dat moment geen vanzelfsprekend­ heid. Of in die tijd en de periode daarna musiceren bij genoemde plechtigheden nog regel was dan wel een uitzondering was geworden, is niet meer vast te stellen. Op 18 juni 1778 klonk bij het jubileum van hoogleraar Offerhaus een ‘martial Mu­ zijk’ van het ‘gewoon Orchester’.18 Deze omschrijving sugge­ reert juist de aanwezigheid van een min of meer vast ensem­ ble, dat geregeld kon worden ingezet bij dergelijke gelegen­ heden. Het is niet bekend of bijvoorbeeld de (Martini-)orga­ nist en stadsmuzikanten er (nog) bij betrokken waren, dan wel leden van het vroegere stedelijke Collegium Musicum (opgeheven in 1771), toevallige ‘liefhebbers’, musicerende hoogleraren en/of studenten. Enkele voorbeelden van de twee laatste categorieën: Tot de boedel van professor J.J. Schwartz behoorden in 1762 on­ der andere twee ‘Steertstukken’ (klavecimbels), een ‘Cla­ vicordium’(clavichord), alsmede diverse strijkinstrumenten en veel gedrukte en geschreven muziekstukken.19 Professor Paulus ’s Grauwen had een kabinetorgel met vier registers en

11 Advertenties in de Groninger Courant, 20 oktober 1810 en Feuilles d’affiches, annonces et avis divers de Groningue = Advertentieblad, bekendmakingen en onderscheidene berigten van Groningen, 12 maart 1813. 12 W.J.A. Jonckbloet, Gedenkboek der Hoogeschool te Groningen (Groningen 1864) 268, waar tevens wordt opgemerkt dat al vanaf de inwijding van de Hogeschool bij plechtigheden werd gemusiceerd. 13 Tijdens de inauguratie in 1695 werd hij ‘onder trompetgeschal en muziek’ door de kerk naar het koor geleid. G. Sierksma, ‘Johann Bernoulli (1667-1748). Een Zwitsers wiskundige bekneld tussen Stad en Ommelanden’, in: G.A. van Gemert e.a., Om niet aan onwetendheid en barbarij te bezwijken. Groningse geleerden 1614-1989 (Hilversum 1989) 73. 14 Zie: Jan A.F. Doove en J. Luc Knödler, Een Ding van Parade. Muziekhistorische overwegingen over academische muziek te Leiden met niet zo algemeen bekende muziek (Leiden 1975) 9 en 10. 15 Het enige bekende gegeven is een vermelding in J. du Saar, Het leven en de werken van Jacob Wilhelm Lustig (Amsterdam 1948) 62. Een muziekcatalogus (vermoedelijk uit 1755) vermeldt ‘V. Geestryke Zang- en Muzyk-Stukjes op de verheffing van Twee Professoren, etc.’, geschreven voor de inauguratie van Tiberius Lambergen en Wouter van Doeveren in 1754. Het zal niet de enige keer zijn geweest dat Lustig op deze wijze zijn medewerking verleende. 16 Jonckbloet, Gedenkboek, 123 (1749: ‘instrumentale en vokale muziek’), 155 (1773: ‘Musicanten, in grooten getale, op een nieuw opgericht Orchester tegen het oude aan geplaatst’) en 157 (1777: ‘een voortreffelijk musicq’). 17 Jonckbloet, Gedenkboek, 124. 18 Jonckbloet, Gedenkboek, 160; Groninger Courant, 23 september 1778. 19 Advertentie Groninger Courant, 20 april 1762.


een staartstuk (klavecimbel) met ‘3 Registers groot 4 Octa­ ven’.20 Student Nicolaas Arnoldi Knock was al vóór zijn stu­ dietijd in Groningen een zeer vaardig klavecinist en bezat on­ getwijfeld een klavecimbel; bij zijn promotie in 1780 zal er zeer waarschijnlijk ook gemusiceerd zijn. Ook student Henri­ cus Tammen, een zoon van organist Johannes Tammen, was al op jeugdige leeftijd zeer vaardig op toetsinstrumenten.21 Op 25 september 1790 werd ‘schoon Vocaal en Instrumen­ taal Muzyk’ uitgevoerd bij de inauguratie van twee hooglera­ ren.22 In 1813 werd tijdens de plechtige installatie der univer­ sitaire faculteiten gemusiceerd door ‘een wel bezet Orchest, hetwelk op het Orgel geplaatst was.’23 Zelfs bij de installatie der Hoogeschool op 6 november 1815 klonk nog muziek in de Academiekerk.24 Of en hoe vaak voordien op het orgelbalkon werd gemusiceerd, is niet bekend. In elk geval bood dat oor­ spronkelijk méér ruimte dan bij de huidige opstelling in de Der Aa-kerk: sinds de overplaatsing is het balkon minstens een halve meter minder diep.25 In voorkomende gevallen was plaatsing van een klein ensemble beneden in de kerk bij het koor of (bij grotere ensembles) op een apart podium ook denkbaar. De Academiekerk had daarnaast een ‘beun’ (galerij) bij de overgang van koor en schip, hoewel de verbinding tussen beide kerkdelen verder open was, zodat men bij meer groot­ schalige evenementen beide ruimten samen kon gebruiken (zie de plattegrond op pagina 100). 26 Ook op deze koorbeun, waar bij promoties ‘genodigde dames’ zaten, werd gemusi­ ceerd, al ging het daar soms zó weinig plechtig toe, dat in 1679 gerept werd over ‘enige inconvenienten ter gelegenheyt der music op de publique promotien’, zodat de curatoren be­ paalden dat ‘den Candidatis’ zou worden meegedeeld dat men voortaan ‘geen wijn off bancket (…) aen de Musicanten off anderen sullen mogen praesenteren’.27

20 Zie bijv. de advertenties in de Groninger Courant van 3 december 1782 en 25 februari 1783. 21 Vgl. Timmer, ‘Rond Johannes Tammen’ (1) 24. 22 Ommelander Courant, 28 september 1789. 23 Th. Van Swinderen, Almanak der Akademie van Groningen (Groningen 1813) 71. 24 Jonckbloet, Gedenkboek, 191. 25 Het balkon was in de Academiekerk sowieso dieper, omdat daar de afstand tussen hoofdwerkkas en die van het rugwerk groter was, terwijl achter de hoofdwerkkas ook ruimte nodig was voor een stemgang en de windvoorziening. 26 J. Huizinga, Academia Groningana MDCXIV – MCMXIV. Gedenkboek ter gelegenheid van het 350-jarig bestaan van de Rijks-Universiteit te Groningen (Groningen 1914) 28, alsmede Hofstede de Groot, Geschiedenis, 69: ‘Voor het gehoor was echter slecht gezorgd; dewijl zelfs geen muur of beschot het koor van het schip der kerk afscheidde’. 27 T.J. de Boer, ‘Groninger disputaties en promoties in de 17e en 18e eeuw’, Groningsche Volksalmanak 1904 (Groningen 1903) 131. Veel lijkt dat niet geholpen te hebben, gezien enkele daar genoemde voorbeelden van ‘kermis in de kerk’ in de jaren na 1700. 28 Voor bijzonderheden: Timmer, ‘Nicolaas Arnoldi Knock’ (1), 11. 29 Zie het uitvoerige verslag in de Ommelander Courant, 13 maart 1789.

7 Het snijwerk van Jan de Rijk bevat diverse muziekinstrumenten. Hier zijn onder andere een (snaarloze) lier, panfluit, bazuin, gamba en pauk herkenbaar. Foto Omke Oudeman.

In hoeverre ook kerkorganist Johannes Tammen, die thuis diverse toetsinstrumenten had, muzikaal in deze academi­ sche activiteiten participeerde, is niet bekend. Het gegeven dat hij in 1785, samen met Nicolaas Arnoldi Knock, muzikaal actief was tijdens het tweede eeuwfeest van de Hoogeschool in Franeker, doet echter vermoeden dat een dergelijke deel­ name aan academische gebeurtenissen hem niet onbekend was.28

Publieke orgelbespelingen Op 12 maart 1789 was alumnus Nicolaas Arnoldi Knock – hij had in Groningen rechten gestudeerd en was daar in 1780 summa cum laude gepromoveerd – als organist en dirigent actief in het kader van festiviteiten ter gelegenheid van de verjaardag van prins Willem V: nadat hij ’s morgens al in de Martinikerk het orgel had bespeeld, deed hij dat ’s middags ‘eenen zeer geruimen tyd’ in de Academiekerk, terwijl hij er te­ vens een ‘groot Concert Vocal en Instrumental’ dirigeerde.29 8 Musicerende engel aan de zijkant van het hoofdwerk. Foto Omke Oudeman.

123


Er waren incidenteel ook andere orgelbespelingen: zo gaf de toentertijd beroemde rondreizende orgelvirtuoos Georg Vogler in Groningen behalve op 29 maart in de Martinikerk, op 31 maart 1786 ook een concert in de Broerkerk, mogelijk op instigatie van Knock en Tammen. Op 1 maart 1794 be­ speelde Justus Theodorus Rauschelbach (oud-leerling van Carl Philipp Emanuel Bach), organist van de Dom in Bremen, het orgel en op 16 november 1803 gaf Johannes Tammens zoon Willem, al een aantal jaren muziekmeester en organist te Amsterdam, een orgelconcert ‘ten voordele der gezamenly­ ke Armen dezer Stad.’ 30

Einde en nieuw begin Het orgel was vanaf 1812 buiten gebruik en werd in 1814 -1816 door J.W. Timpe overgeplaatst naar de Der Aa-kerk. Daar be­ gon het, aangepast aan de nieuwe standplaats, aan een nieu­ we fase in zijn bestaan: in een nieuwe context, met een ande­ re vormgeving en ook met een nieuwe organist. Een voorstel van de laatste bespeler van het orgel in de Academiekerk, Jo­ hannes Christianus van Dunne (een kleinzoon van Johannes Tammen), om met ‘zijn’ orgel mee te mogen verkassen naar de Der Aa-kerk, werd niet gehonoreerd. Het orgel werd in de Der Aa-kerk voor het eerst weer bespeeld op 28 januari 1816. 9 N.A. Knock op dertienjarige leeftijd, olieverfschilderij (gedateerd

124

19 september 1772) door Friedrich Ludwig Hauck. Let op het klavier rechts. Foto Rijksinstituut voor Kunsthistorische Documentatie, Den Haag.

Drs. V.H.M. (Victor) Timmer (victortimmer@ziggo.nl) studeer­ de Sociale geografie aan de RuG en onderzoekt aspecten van het ‘fenomeen’ orgel. Publicaties daarover van zijn hand ver­ schenen in binnen- en buitenland.

30 Timmer, ‘Nicolaas Arnoldi Knock’ (2), 7-10; Groninger Courant, 15 november 1803.

10 Het vermoedelijke programma van het concert door Abt Georg Vogler in 1786 op het orgel in de Academiekerk, met een wel heel andere programmering dan we tegenwoordig gewend zijn.


Nieuwbouw Verbouw Renovatie Restauratie

Haven Zuidzijde 7 9679 TD Scheemda Tel. 0597-55 19 09 Fax: 0597-55 29 98 E-mail: info@boerbouw.nl www.boerbouw.nl

Orgel te Tolbert. Gerestaureerd in 2001

Het Lohman-orgel in de Middeleeuwse kerk te Zuidwolde

MENSE RUITER orgelmakers b.v.

Oosterseweg 13 9785 AD Zuidwolde (Gron.) Tel. 050-3010550 - Fax 050-3010560 E-mail: info@menseruiter.nl www.menseruiterorgelmakers.nl


Al jaren vertrouwd partner van de SOGK vertrouw ons ook úw bouwwerk bouw werk toe!

H. Pot bouwbedrijf (ver)bouwen met overleg Onderhoud, verbouw, renovatie, nieuwbouw en alle materialen voor de doe-het-zelver

Hoofdweg 25 9795 pa Woltersum (050) 502 15 55 www.bouwbedrijfpot.nl

Het succes van automatisering Het klinkt misschien wat vreemd, maar… Het succes van automatiseren begint met koffie drinken bij de klant. Vanaf de start hanteert Arrix Automatisering deze aanpak. Je moet immers eerst een goed beeld vormen van de klantsituatie, voordat er gedacht kan worden aan automatiseren. Naast het persoonlijk contact is klare taal een onmisbaar gegeven. Onze medewerk(st)ers gebruiken geen ingewikkelde ICT-termen, maar communiceren in begrijpelijk Nederlands. De klant staat bij Arrix centraal en wij verplaatsen ons graag in zijn situatie (“Voelen hoe het voelt”). Daarmee creëren wij altijd een win-win-situatie. Meer weten? Kijk op onze website naar onze relatiegedreven aanpak of bel geheel vrijblijvend voor een persoonlijk gesprek. Het succes van automatiseren begint met koffiedrinken… Heideanjer 2, Drachten, T. 0512 - 543 221, Meer weten? www.arrix.nl

UW BOUWPARTNER

VOOR:

NIEUWBOUW RENOVATIE / RESTAURATIE ONDERHOUD VAN: - BEDRIJFSPANDEN - WOONCOMPLEXEN - WONINGEN AAN EN VERBOUW VAN UW WONING

G R O N I N G E N KIELER BOCHT 33  0 5 0 - 5 7 5 7 8 0 0

E M M E N

NAUTILUSSTRAAT 7  0 5 9 1 - 6 5 7 9 0

W W W . B R A N D S B O U W . N L


Postbus 5086 9700 GB Groningen

T 050-2100194 M 06-26888044

www.tomfeith.nl info@tomfeith.nl

Schildersbedrijf  W. Dijkema Noorderstraat 5 9989 AA Warffum telefoon (0595) 42 22 67 Ook leveren wij professionele verven, dubbele beglazing, voorzetramen en alle bijkomende schildersmaterialen

Voor al uw - voegwerken - voegwerkrestauratie - gevelreiniging Noordveenkanaal n.z. 21 7831 aw Nieuw Weerdinge tel. 0591 - 522 258 / 522 770 fax 0591 - 521 016

De Schilder, de beste vriend van je huis


www.kleioskoop.nl Kleioskoop, het historisch onderzoeksbureau van Bernardine Beenackers, realiseert grote en kleine cultuurhistorische projecten in opdracht van erfgoedinstellingen, overheden, scholen en particulieren.

Bouwbedrijf W.H. Blokzijl Hoofdweg 154 Blijham Telefoon 0597 - 56 12 25 fax 56 12 83 Utiliteitsbouw Restauratie Particuliere bouw Houtskeletbouw Onderhoud Renovatie Verbouw

Voor al uw bouwwerken


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.