
4 minute read
Column Ann Demeester
from HRLM 77
Ann
Fotografie: Jacqueline Haas. Fotografie tentoonstelling: Gert Jan van Rooij. Ann Demeester, geboren in Brugge (1975), studeerde Germaanse taal- en letterkunde, werkte voor de kranten De Morgen en De Financieel-Economische Tijd en was van 2006 tot 2014 directeur van het Amsterdamse kunstencentrum de Appel. Sinds 1 februari 2014 is ze directeur van het Frans Hals Museum en sinds 2020 ook Bijzonder Hoogleraar Kunst en Cultuur aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Advertisement
HRLM neemt afscheid van Ann Demeester. Ann, je gaat het Frans Hals Museum Haarlem verlaten. Dank voor je schitterende columns, we hebben tomeloos van je genoten. HRLM gaat je missen en wenst je veel succes met de mooie stap naar Zürich.
Van het einde en een nieuw begin
What you see is what you get is een gevleugelde uitspraak in het Engels. Je krijgt wat je ziet, meer is er niet. Niets is minder waar als het kunst betreft. Bij een kunstwerk vind je vaak een heel ondergronds wortelstelsel aan verhalen onder de oppervlakte van het beeld. En er ontstaat een spinnenweb aan betekenissen om het beeld heen als er verschillende mensen naar kijken. Iedere kijker omkleedt het beeld met zijn of haar eigen ervaringen, emoties, herinneringen en kennis. Beelden vertakken zich daardoor in alle richtingen en er ontstaat een wildgroei aan vertellingen. In die zin zijn kunstwerken net als levende organismen. Ze blijven groeien en veranderen door de tijd heen. Dat geldt zowel voor eeuwenoude schilderijen en sculpturen als voor recente en nog ‘pasgeboren’ foto’s, films en installaties.
AFTER WE ARE GONE
In de nadagen van 2021 kocht het Frans Hals Museum een nieuw werk van kunstenaar Otobong Nkanga (Nigeria/België), opgeleid aan de Rijksacademie in Amsterdam. Nkanga maakt in haar werk gebruik van verschillende beeldende middelen, van performance en tekeningen tot installaties en workshops. Samen met gespecialiseerde ambachtslieden vervaardigt ze sinds 2010 ook textielwerken. Ze doet dit met een bewustzijn van het feit dat in verschillende culturen wereldwijd geschiedenissen niet alleen worden overgeleverd via geschreven teksten en officiële documenten, maar ook via orale tradities en geweven tapijten. Van de Chinese zijden kesi uit de Mingdynastie en het geborduurde tapijt van Bayeux tot hedendaagse Afghaanse wandkleden. After We Are Gone, het werk van Nkanga dat werd toegevoegd aan de collectie van het Frans Hals Museum, is op het eerste gezicht vooral een stemmig en quasi-abstract landschap in aardekleuren. Een andersoortig landschapsschilderij of botanische prent uitgevoerd in wol, polyester, katoen en kasjmier. Onder het
Otobong Nkanga, After We Are Gone, 2020, textiel wandtapijt geweven in Jacquard-techniek, 250 x 180 cm, Frans Hals Museum, Haarlem.

vredige aangezicht schuilt echter een zee van verwoesting. Nkanga begon haar beeldende onderzoek voor dit tapijt immers door beelden te verzamelen van de grootschalige bosbranden die onder meer Australië, het Amazonewoud, Afrika en Californië teisterden in 2019. Die krantenfoto’s en documentaire-beelden vormen de inspiratie voor de letterlijke achtergrond van het tapijt. Het hoofdpersonage in het werk is echter een bloemachtige plant die letterlijk in het centrum staat. Die plant is een imaginaire hybride, samengesteld uit 3 tot 4 verschillende bestaande plantsoorten die door de kunstenaar in de verbeelding en in een tekening zijn samengevoegd tot een nieuwe ‘onbestaande’ vorm van vegetatie. De plant bevindt zich in een landschap vol verbrande bomen en struiken. Ze is ambigu, we kunnen haar op twee manieren lezen. Als een plant die ziek is en langzaam aan het sterven is, maar ook als het omgekeerde: een plant die ondanks de barre omstandigheden overleeft en aan een nieuw leven begint in een dorre en dode omgeving.
GELAAGDE BOODSCHAP
De afgelopen maanden is de Netflix-film Don’t Look Up waarin de Amerikaanse astronomen Leonardo DiCaprio en Jennifer Lawrence de mensheid proberen te waarschuwen voor de vernietigende inslag van een mega-komeet, uitermate populair. De komst van de komeet polariseert, sommigen ontkennen zijn bestaan, anderen zijn er doodsbang voor. Een meerderheid denkt dat dit het einde van de wereld is, een minderheid gelooft dat de impact van de dode ster het begin van een andere wereld zal veroorzaken. Zo apocalyptisch is het werk van Nkanga niet. Het tapijt is geruststellend, want herkenbaar in zijn oeroude vorm en bovendien verleidelijk en mooi. Het schreeuwt niet luidkeels en is op het eerste gezicht geen activistische banner. Desalniettemin bevat het net als Don’t Look Up een waarschuwing of ten minste een aanzet tot nadenken. Nkanga legt in haar werk veel nadruk op hoe de menselijke impact de natuurlijke omgeving heeft gemarkeerd, vaak ook verminkt en daardoor vaak letterlijk in het landschap is gegroefd en gegrift. Het tapijt wijst ons op de permanente ‘uitbuiting’ van de aarde door de mens en de klimaatverandering die daarmee samenhangt. Maakt ons bewust van het feit dat het ontginnen van mineralen en zware industrie onuitwisbare sporen nalaten in het landschap. De bruine zones (verbrande plekken) op het tapijt contrasteren met de groene gedeeltes die staan voor de kracht van de natuur om zich telkens opnieuw te herstellen. Deze plant draagt een tegenstrijdige boodschap in zich. Ze is een teken van leven én van de dood, van het einde én van een nieuw begin. Ze geeft ons hoop en maant ons tot actie: ga omzichtig om met alles om je heen. Een gelaagde boodschap die schuilgaat onder een eenvoudig beeld van een orchideeachtige plant. What you see is definitely not what you get!
Dit kunstwerk is binnenkort te zien in de collectiepresentatie Haarlemse Helden. Andere Meesters in locatie Hof van het Frans Hals Museum. Houd alle updates in de gaten via franshalsmuseum.nl/haarlemsehelden.