9 minute read

Gedicht Zevenenzeventig

oëzieP

George Moormann

Advertisement

is dichter, essayist, visueel kunstenaar, boekenmaker en schrijfdocent (Schrijversvakschool Amsterdam). Met zijn poëzielaboratorium De Zingende Zaag verbindt hij sinds 1989 poëzie, performance, beeld en grafische vormgeving met elkaar.

Voor de 77ste uitgave van HRLM Stadsglossy, een heilig en prominent getal in Islam en Christendon, bezocht George de Algemene Begraafplaats aan de Kleverlaan. Hij liet zich inspireren door het prachtige toegangshek aldaar. Hierop prijkt een der oudste alchemistische symbolen ter wereld: een ouroboros of staarteter die onder meer staat voor het eeuwig wederkeren.

ZEVENENZEVENTIG

Het is maar een getal dit duurzaamste breken deze kleverigheid die de ongrijpbare ziel, het vlees, het harde ik-lichaam met moeite bevrijdt, een schijn van saamhorigheid

Ik sta voor de gouden slang die in zijn staart bijt en vraag me af welk gedicht me in mijn laatste uur het dierbaarst zal blijken en of er een woord zal zijn, een zin die alles in vuur en vlam zet.

THOMAS BEIJER OVER DE YPF EUROPEAN PIANO COMPETITION ‘Het is echt een intensief concours’OOp 20 februari vindt de finale van de YPF European Piano Competition plaats. Dit concours biedt jonge pianisten al ruim twintig jaar de kans het beste uit zichzelf te halen. In vier rondes (vanaf 10 februari) kunnen de deelnemers bewijzen meester te zijn in het hele pianorepertoire. Pianist Thomas Beijer, zelf ooit winnaar van het concours en nu artistiek directeur van de Young Pianist Foundation, vertelt ons over de competitie en zijn eigen kunstzinnige leven.

We hebben bij Thomas Beijer thuis afgesproken voor het interview en de fotografie. Zijn stijlvol ingerichte Amsterdamse woning laat direct zien waar het bij Thomas allemaal om draait: muziek en kunst. Schilderijen, tekeningen, kunstboeken en uiteraard de piano verraden een rijk kunstenaarsleven. Naast pianist, componist, schrijver en tekenaar, is Thomas sinds een jaar dus ook artistiek directeur bij de Young Pianist Foundation. Onder het genot van een kop koffie steken we van wal.

Wat houdt de Young Pianist Foundation precies in? “De Young Pianist Foundation, kortweg YPF, is een Nederlandse stichting met als doel het stimuleren van jong Nederlands pianotalent en het vergroten van hun kansen om als pianist succesvol te worden. Het belangrijkste evenement van de stichting is de YPF Piano Competition, die om de drie jaar wordt georganiseerd in het Muziekgebouw aan het IJ en het Bimhuis in Amsterdam.”

Die jij zelf in 2007 als jong pianotalent hebt gewonnen… “Ja, tegen ieders verwachting in, vooral die van mezelf en die van mijn pianoleraar. In 2007 zat ik in mijn tweede jaar op het Conservatorium van Amsterdam. Het leek mijn pianoleraar een goed idee om mij mee te laten doen en me te laten ervaren hoe het is om voor de leeuwen gegooid te worden. Toen won ik het… Dat was niet helemaal wat hij voor mij pedagogisch uitgestippeld had, geloof ik, haha. Maar hij was natuurlijk wel erg trots!”

En nu dus terug bij YPF als artistiek directeur. Hoe is dat zo gegaan? “De oprichter Marcel Baudet wilde er na twintig jaar mee ophouden. Vorig jaar vroeg hij me om artistiek directeur bij de YPF te komen worden. Daar heb ik wel over na moeten denken, want ik ben bovenal pianist, componist en schrijver en doe nog allerlei andere mooie dingen. Maar uiteindelijk leek het mij ontzettend leuk om te doen, juist ook omdat ik vanuit eigen ervaring weet hoe het is om aan de competitie mee te doen. Daarnaast organiseren we trouwens het hele jaar door allerlei masterclasses en concerten voor jong talent.”

Wat houdt jouw functie eigenlijk in? “Ik ben verantwoordelijk voor het artistieke gedeelte van de activiteiten van de YPF, zoals het bepalen van de inhoud van de masterclasses en het repertoire tijdens de competitie. Voor het logistieke en financiële gedeelte van de YPF moet je niet bij mij zijn, daar weet ik weinig van. Gelukkig hebben we daar onze directeur Inge van Verschuer voor!”

Hoe verloopt de competitie precies? “Jonge pianisten, tot en met 27 jaar, kunnen zich aanmelden voor het concours. Hierna worden zij uitgenodigd voor de selectieronde, die tegenwoordig via video gaat. Als je geselecteerd bent, mag je vier concerten geven, met publiek. Met ieder concert kom je een ronde verder en iedere ronde kent zijn eigen repertoire. Als je uiteindelijk tot de laatste ronde komt, geef je een solo-pianoconcert mét orkest.”

Dit jaar mogen er ook pianotalenten uit Europa en het Verenigd Koninkrijk meedoen. Zijn er veel aanmeldingen binnengekomen? “Vijftig, dat lijkt misschien weinig, maar het is echt een intensief concours. Je moet een heleboel repertoire uit je hoofd leren en daarbij ook voor tien dagen naar Amsterdam komen. Dat moet maar net in je schema passen. Vanuit die 50 aanmeldingen selecteren we trouwens 24 talenten die uiteindelijk mee mogen doen met het concours. Daar zijn we nu heel druk mee bezig.”

Hoe was het destijds voor jou om met de competitie mee te doen? ”Best heftig, je zit echt in een soort vacuüm. Dat moet ook wel, want in een week tijd moet je zo’n tweeënhalf uur aan repertoire uit je hoofd leren spelen. En dat solo-pianoconcert met orkest was voor mij de eerste keer en heel intimiderend. Aan de ene kant heb je het orkest dat je op je vingers zit te kijken en aan de andere kant ook nog eens het kritische publiek.”

Wat kun je eigenlijk winnen? “Een vrij te besteden geldprijs, maar nog belangrijker: begeleiding en ondersteuning vanuit de YPF. En het levert natuurlijk ook de nodige naamsbekendheid op.”

Waar heb jij het meeste aan gehad toen jij in 2007 de competitie won? “Concertervaring, juist door veel op te treden leer je pas écht pianospelen. Na de competitie heb ik op geweldige plekken mogen optreden, zoals in Japan en Singapore. En met steun van de YPF heb ik mijn eerste cd kunnen opnemen en uitbrengen. De masterclasses die ik heb mogen volgen waren ook geweldig. Zo heb ik er een gehad van een Cubaanse pianist Jorge Luis Prats. Dat was precies degene die ik op dat moment nodig had.”

Waarom was dat? “Het lag toen best wel in mijn karakter om bang te worden om dingen verkeerd te doen. En door mijn succes werd ik een beetje bang voor het podium en het publiek. Ik ontwikkelde een soort zelfkritiek die me helemaal opvrat. Toen kwam Jorge Luis Prats en hij leerde me dat ik moest spelen zoals ik ben. Dat ik me juist niet te veel moest aantrekken van de mening van anderen. Na die masterclass heb ik nog drie jaar geregeld les van hem genomen en uiteindelijk zijn we zelfs goede vrienden geworden.”

Voor de foto’s lopen we naar een speciale oefenruimte achter het huis waar een zwarte vleugel staat. We worden spontaan getrakteerd op een prachtig muziekstuk.

Wanneer kwam de piano in je leven? “Er stond altijd een piano bij mijn oma thuis. Ik kom uit een grote Indische familie en de grootouders waren de spil van de familie, we kwamen er wekelijks bij elkaar. Ik zat dan altijd op de piano te rotzooien. Toen ik acht was, mocht ik op privé-muziekles en een instrument kiezen. Dat werd toen logischerwijs de piano.”

Werd tijdens de muziekles direct jouw talent ontdekt? “Volgens mij wel. Vanaf het begin ging ik al snel door de leerboekjes heen. Op een gegeven moment belde mijn pianolerares mijn moeder op en zei: ‘Thomas heeft wel veel talent’, waarop mijn moeder zei: ‘Oh, dat is leuk”, waarna mijn lerares zei: ‘Nee, maar hij heeft écht heel veel talent’, haha.”

Naast pianist ben je ook componist, schrijver, tekenaar en maak je animaties. Hoe kun je dat naast elkaar doen? “Ik doe gewoon wat ik leuk vind. Ik hoef niet te kiezen tussen al die dingen die ik doe en daarom is het eigenlijk niet moeilijk om alles naast elkaar te doen. Er is zoveel om te ontdekken.”

Is er een rode draad in jouw kunst te herkennen? “Ik denk dat in mijn werk de beeldende kunst altijd wel als bron te herkennen is. Dat is niet zo gek, want ik ben een kind van twee beeldende kunstenaars. Thuis lagen er altijd al allerlei kunstboeken en als kind begon ik al snel met tekenen. Eigenlijk wilde ik ook naar de Rietveld Academie, maar het is het Conservatorium geworden.”

Waaraan herken je die bron in je werk? “In mijn muziek en als ik schrijf denk ik sterk in beelden. Als ik componeer of als ik een stuk van iemand anders speel, zie ik daar een verhaal bij. Zo kalk ik mijn partituren altijd helemaal vol met allerlei aantekeningen die dat verhaal versterken. Laatst had ik een partituur in handen van jaren geleden waar ik ergens “bloedsinaasappelen” had geschreven. Kennelijk was dat een bepaald akkoord dat me daaraan deed denken. Zo kunnen dat soort beelden heel erg specifiek zijn. Bij een stuk van Chopin heb ik weleens gedacht dat het moet klinken alsof je een grote bronzen poort opendoet. En daarachter ontstaan bij mij dan vaak allerlei liefdesverhalen. Dat is voor mij nodig om er leven in te blazen. Puur alleen voor mezelf dus. Het is eigenlijk een soort method acting. Uitvoerend musici lijken in hun werk eigenlijk veel op wat acteurs doen. Je hebt de partituur, de tekst, en in principe speel je ieder woord dat daar is opgeschreven. Maar er zijn ontelbare manieren om dat te doen. Het is de kunst om het op jouw unieke manier te doen.”

Waar haal jij jouw inspiratie vandaan? “Alles kan mij eigenlijk wel inspireren. Pinterest, kunstboeken, een boswandeling of naar muziek luisteren. Voor al die dingen die ik maak geldt vaak dat het idee ontstaan is vanuit iets wat ik heb gezien of gehoord. Of ik vind het goed en dan wil ik het ook proberen of het is iets waarvan ik denk dat het beter kan…” Je bent een geboren en getogen Haarlemmer. Ben je nog weleens in onze stad te vinden? “Ik heb tot mijn zeventiende in Haarlem gewoond, daarna ging ik in Amsterdam wonen. Maar al op mijn veertiende ging ik naar Amsterdam om de middelbare school te combineren met het Conservatorium. Ik ben in Haarlem én in Amsterdam opgegroeid; ik voel me zowel Haarlemmer als Amsterdammer. Maar mijn ouders en veel van mijn vrienden wonen in Haarlem, dus ik ben er nog vaak te vinden.” ✶

Alle informatie over de Young Pianist Foundation vind je op www.ypf.nl en meer informatie over Thomas vind je op www.thomasbeijer.com

This article is from: