
Magazine over kringlooplandbouw
Uitgave van de gemeente Midden-Delfland 2024–2025
Magazine over kringlooplandbouw
Uitgave van de gemeente Midden-Delfland 2024–2025
“Weten waar je eten vandaan komt, is belangrijk voor je gezondheid en die van de aarde.”
Charissa van Meurs, Heerlijk van Dichtbij
Samen breng
je de boel in beweging
Direct van de boer: vers, verser, verst!
Op het erf bij kringloopboer Anton
De reuring, de gezelligheid en altijd wat te doen. Onze steden en dorpen zijn om van te houden. Maar soms. Soms hoor je niet de vrolijkheid, maar te veel prikkels in je hoofd. Soms lonkt de frisse lucht. Kijk eens voorbij de gebaande paden.
In het buitengebied van Midden-Delfland fiets je over door knotwilgen omzoomde paden. Kilometers kijken over groen, waar kalm de koeien grazen. Hier buitelen de kieviten door de lucht, peddel je aangenaam over de trekvaarten. En geniet je op een boerenterras van een lekker kopje koffie of versgedraaid ijs.
Welkom in Midden-Delfland. Hier koesteren we de ruimte en geven we plek aan mens en dier. Een plek om op adem te komen.
Het groen bestaat niet zonder onze melkveehouders. Melkveehouders die het elke dag een beetje beter doen: beter voor het landschap, lekkerder voor jou. Daar zijn we trots op! Maar ze kunnen het niet alleen. Ze werken samen met elkaar, met weidevogelwachters en winkeliers, met dorp en stad. En ook graag met jou.
Kom proeven. Van het landschap, en natuurlijk van de lekkerste boerenyoghurt.
Fenna Noordermeer Burgemeester Midden-Delfland
Het programma Duurzaam Boer Blijven: dat gaat over kringlooplandbouw. Via kringlooplandbouw werken de melkveehouders van Midden-Delfland aan een mooier landschap. Dat klinkt misschien saai, maar is heel smakelijk!
4 Aan tafel!
Hoe ze samenwerken – ook met jou – daarover gaat dit magazine. 10
6 Boer stapt naar de stad
10 Zó werkt kringloopboer Anton
12 Samenwerken … aan weidevogelbescherming
15 Jonge boeren met zicht op flatgebouwen én de toekomst
20 Samenwerken … in een familie
23 Landschap op het menu
26 Direct van ‘t boerenerf: vers en lekker
30 Samenwerken … aan nieuwe plannen
33 Zin in de toekomst!
38 Midden-Delfland: verrassing in de Randstad
39 Colofon & een stukje geschiedenis
12
15 33 38
Met twee onstuimige jongens is een dagelijkse portie frisse buitenlucht van levensbelang. Te veel energie? Linda weet wat haar te doen staat: bakfiets inladen en hup, op naar Midden-Delfland. En terwijl Siem en Koen over het erf razen, met de katjes knuffelen en de stal aanvegen, glipt Linda altijd even de streekwinkel van Hoeve Bouwlust binnen. Want zo vol en romig vind je de yoghurt nergens. En als het gezin na een uurtje weer tevreden huiswaarts gaat, door het kalme, groene landschap, is er altijd iets lekkers mee voor op de eettafel. Dat wordt smullen!
zodat jij het landschap mooi kunt helpen houden
HeerlijkVoorAnnet,(1968-2024)vanDichtbij
Vraag je je ooit af… of de bloemkool in je mandje een Hollandse is? Waar de koeien van je pak melk in de wei graasden? Óf ze eigenlijk wel in de wei graasden? Er zijn allerlei redenen om te kiezen voor voedsel uit de buurt – weten wat er op je bord ligt, duurzaamheid, een mooi Hollands landschap. Maar zo’n korte keten is er niet vanzelf. De boeren van Midden-Delfland maken er werk van.
In korte broek slenteren vakantiegangers en dagjesmensen over het erf. Ze snuffelen in de boerderijwinkel, kopen ijsjes. En terwijl nieuwsgierige blikken door de bijna lege stallen dwalen, staan de koeien met hun hoeven in het gras. Een oer-Hollands landschap, de wei groen, de sloten blauw en vergezichten tot de horizon.
Melkkoeien keren terug
Ze zijn er niet vanzelfsprekend, die melkkoeien op Hoeve Bouwlust (Maasland). Het is eind jaren negentig en Wil en Quirien de Vette, trotse bezitters van zestig stuks melkvee, vrezen dat er geen droog brood meer te verdienen valt. Groeien ligt voor de hand, maar Wil gooit het roer liever om. Ze begint een camping. Vijftien plaatsen worden er veertig. Het loopt als een trein. Zo goed dat de melkkoeien de deur uit gaan.
Op een Rotterdamse bijeenkomst loopt Peter buurman Arnold van Adrichem tegen het lijf. Die zoekt samen met collegaboeren een plek om melk, karnemelk, yoghurt en vla te maken. Familie De Vette, die al jarenlang zelf ijs maakt, heeft nog wel ruimte voor een tweede machine, vindt Peter. In 2016 is zuivelmerk Delflandshof een feit.
Het verhaal vertellen aan nieuwsgierige gasten
Het is de vrijheid die hem trekt, zegt Peter de Vette. Het steeds weer verzinnen van nieuwe dingen. Als hij bij zijn ouders in het bedrijf gaat, timmert Hoeve Bouwlust al aardig aan de weg: camping, huisjes, feestzaal, streekwinkel.
Wil en Quirien blijven wel graag jongvee opfokken. Daarom verkopen ze alleen hun melkkoeien en melkrechten: het land en de stallen blijven. Tien jaar later staat zoon Peter voor de vraag of hij verder wil met het bedrijf. Ja! Maar niet met al die lege stallen.
De melkkoeien keren terug. Peter begint met drie dieren, maar voor zo weinig melk stuurt FrieslandCampina geen melkwagen.
Peter groeit uiteindelijk tot twintig melkkoeien en installeert een melkrobot, om tijd over te houden. Tijd voor zijn ‘bedenksels’, zoals hij ze noemt, zoals een bonte-beestenboelescaperoom. Hij probeert bij alle activiteiten de link met de boerderij te leggen. “De mensen die hier komen hebben oprecht belangstelling, die wil ik graag dingen uitleggen.”
Een huifkarrit is dus niet gewoon een tochtje, maar een rit met een verhaal. Over de oogst van mais, wat boeren doen voor weidevogels en hoeveel kilo gras een koe eigenlijk eet. “Je kunt het verhaal niet echt goed op een etiket uitleggen. Dat is het mooiste van mensen op je bedrijf: dat de anonimiteit weg is. Je krijgt waardering voor wat je doet.”
“Er waren meer boeren in Midden-Delfland die hun eigen producten maakten. We dachten: kunnen die niet in dezelfde auto naar de supermarkten?”
Melkveehouder Peter de Vette
Midden-Delflandse wentelteefjes
Wentel wat oude boterhammen door een diep bord met lokale melk, waar je een ei, een schep suiker en een snuf kaneel door klopt. Bak het geweekte brood in een koekenpan met wat boter aan beide kanten bruin. Gelijk eten! Heerlijk met jam. Een fles lokale melk helpt het landschap van Midden-Delfland mooi te houden!
Met Delflandshof komt ook de consument om de hoek in beeld: ruim twee miljoen consumenten om precies te zijn, in Den Haag, Rotterdam, Delft. In aantal kilometers niet zo ver, figuurlijk aardig op afstand. Peter: “Op de boerderij doen we veel zelf. Voor het uitdragen naar buiten heb je anderen nodig. Er waren bovendien meer boeren in Midden-Delfland die hun eigen producten maakten. We dachten: kunnen die niet in dezelfde auto naar de supermarkten? Iedereen zijn eigen label, maar wel de krachten bundelen.”
Het leidt al snel tot oprichting van Heerlijk van Dichtbij, een coöperatie die de streekproducten aan de man brengt. Op zoek naar fans, zoals commercieel manager Charissa van Meurs zegt: “Supermarktmanagers die hun nek willen uitsteken. Ze moeten immers apart inkopen en een apart schap inrichten. Dat vraagt geduld: je moet naamsbekendheid opbouwen. In het begin moest ik overal langs de deuren: mag ik op gesprek komen? Nu melden ondernemers zich zelf. We bouwen echt aan de relatie, voor de lange termijn. Van het weekend liep ik bij de Jumbo en daar sprak de
manager me aan: ‘Ik moest nog aan je denken, ik moet weer eens langskomen.’ Op een gegeven moment heb je de gunfactor, en krijg je een steeds beter plekje in de winkel.”
Die gunfactor krijg je overigens niet als het product niet fantastisch is: de smaak, het verhaal. Op kwaliteit wordt niet ingeleverd. En dan is het niet meer dan logisch dat zelfs hippe barista’s kiezen voor Delflandse melk: het eiwitgehalte maakt de melk perfect om op te schuimen.
En mooi meegenomen: “Door lokaal te kopen maak je de hele keten eerlijker, van begin tot eind. De boer houdt meer geld over voor natuurbehoud, de standaard voor de dieren ligt hoger, en producten zijn zo onbewerkt mogelijk. Weet waar je eten vandaan komt, dat is belangrijk voor je eigen gezondheid en die van de aarde.”
Proef maar eens, met elke slok zie je de koeien in Midden-Delfland grazen.
De boeren in dit magazine zijn kringloopboer. Kringlooplandbouw draait om efficiënt werken. Slim voor de portemonnee, goed voor het milieu en landschap. Dat zit zo.
Centraal staat de kringloop. Koeien poepen op het land. Daardoor kan het gras groeien. De koeien eten het gras. En zo door.
Voedingsstoffen uit de kringloop
Alleen is het kringetje niet helemaal rond. Mensen drinken koeienmelk (en poepen niet in de wei). Daardoor verdwijnen voedingsstoffen uit de kringloop. Een boer vult het tekort aan mineralen als stikstof en fosfaat aan, bijvoorbeeld door voer en (kunst)mest te kopen.
Kringloopboer heeft zorg voor het milieu
Een kringloopboer meet precies wat zijn bedrijf in komt en wat zijn bedrijf uit gaat. Hij (of zij) koopt enkel wat de koeien nodig hebben. Zo komen minder voedingsstoffen in het milieu.
De doelen voor duurzaamheid
Eiwit van eigen land
Voer dat een boer zelf teelt voor zijn koeien.
Stikstofbodemoverschot
Het teveel aan stikstof in de bodem.
Ammoniakuitstoot
Stikstof dat als ammoniak verdwijnt via de lucht.
Fosfaatbodemoverschot
Het teveel aan fosfaat in de bodem.
Blijvend grasland
Grasland dat niet opnieuw is ingezaaid.
Blijvend grasland heeft een beter bodemleven en legt meer CO2 vast.
Natuur en landschap
Grond waarop een boer natuur en landschap beheert.
Broeikasgasuitstoot
De broeikasgassen die een boerderij uitstoot.
Dierenwelzijn
Zorg voor het welzijn en een zo lang mogelijk leven van de koe.
Vinkjes op een certificaat
Een boer verzamelt iedere dag heel veel cijfers: wat hij precies voert, hoeveel vet en eiwit er in de melk zit, hoe oud de koeien worden, enzovoort. Maar wanneer is hij een goede kringloopboer?
Dat ziet hij elk jaar op zijn kringloopcertificaat. Voor elke boer berekent adviesbureau Dirksen Management Support de score. Er zijn acht thema’s (‘Kritische Prestatie Indicatoren’).
Zoals: het teveel aan stikstof (voedingsstoffen) in de bodem. Maar ook thema’s als ‘beheer van natuur en landschap’ en ‘uitstoot van broeikasgassen’ staan op het certificaat.
Voldoet een boer aan de eisen? Dan krijgt hij voor dat thema een vinkje. Is zijn score top, dan zijn dat twee vinkjes.
Om kringloopboeren te belonen, krijgen ze voor elk thema met een topscore een financiële beloning. De gemeente Midden-Delfland, het Hoogheemraadschap van Delfland en Rotterdam de Boer op! betalen hieraan mee.
En wat nou het mooie is: de boeren bekijken elk jaar samen hoe ze hun prestatie volgend jaar kunnen verbeteren. Bovendien wordt het kringloopcertificaat, in samenwerking met adviesbureau Boerenverstand, elk jaar verder doorontwikkeld. De doelen moeten haalbaar zijn voor een boer en tegelijkertijd ambitieus zijn.
135 zonnepanelen
op het dak
De zonnepanelen op het dak van Anton wekken genoeg duurzame energie op voor het hele bedrijf: bijvoorbeeld voor de melkmachine en het koelen van de melk.
150 koeien op 53 hectare grond
Anton werkt aan natuur en landschap. Zo beheert hij grasland in natuur- en recreatiegebied Zuidrand. Ook doet hij aan weidevogelbeheer. “We hebben helaas weinig weidevogels; er zijn veel kraaien die de kuikens opeten. Maar waar weidevogels zijn houden we natuurlijk rekening met ze. Bijvoorbeeld door later te maaien.”
Vroeger maaide Anton het gras twee keer, nu drie keer. Zo haalt hij meer gras van eigen land. Hij koopt alleen voer als hij het zelf niet heeft, zoals mais. Het liefst uit de buurt. Dat scheelt kilometers en zo weet hij wat hij koopt.
Anton fokt zelf zijn koeien: sterke koeien die gezond zijn. Anton: “Liever een liter melk minder dan een koe die vaak ziek is.”
In de sleufsilo slaat Anton gras op voor de winter. Het ‘vieze’ water (water met veel voedingsstoffen) vangt hij apart op. Zo komt er alleen schoon water in de sloot. Het voedingsrijke water kan terug op het land.
Koeien grazen
in de wei
In de zomer grazen de koeien van kringloopboer Anton dag en nacht in de wei. “Het bespaart tijd en brandstof, want ze halen zelf hun gras. Ik denk ook dat een koe het fijner vindt om buiten te lopen.”
In het vroege voorjaar strijken vele kieviten, tureluurs en grutto’s weer neer op hun geliefde stek: het weidse en gevarieerde landschap van Midden-Delfland. Ideaal land voor hun kuikens! Vogelkenner John Kleijweg, melkveehouder Mark van Woerden en Floor Koornneef van Agrarisch Collectief Midden-Delfland en Agrarische Natuurvereniging Vockestaert zetten zich samen in om te zorgen dat de weidevogels succesvol kunnen broeden.
John Kleijweg
“Als vogelwerkgroep overleggen we met boeren: wat kunnen we samen doen voor de vogels? Met Mark werkt het fijn samen. Er zitten veel vogels op zijn land. Het zou mooi zijn als er meer boeren zoals hij meedoen. Dat kan al door een strook grasland te laten staan of de koeien vroeg in het jaar naar buiten te doen. Dat geeft een gevarieerd grasland, daar houden weidevogels van.”
Mark van Woerden
“Ik probeer mijn best te doen om de weidevogels hier vooruit te helpen. Een deel van mijn grasland maai ik pas als de jonge weidevogels weg zijn. Op andere percelen maai ik om gemarkeerde nesten heen. Het is steeds zoeken naar de balans, want ik wil ook het beste voer voor mijn koeien. Dat is het eiwitrijke gras dat er staat als de vogels net gaan broeden. John weet echt alles van de vogels, Floor van de beheerpakketten. We hebben begrip voor elkaars belangen, dat maakt de samenwerking prettig.”
Floor Koornneef
“Ik doe het papierwerk voor het weidevogelbeheer op het kantoor van Vockestaert. Daar coördineren we met vijf collega’s en enkele mensen in het veld het beheer voor weidevogels. Elk jaar spreken we samen met boeren als Mark af welke maatregelen zij voor de vogels gaan nemen. Voor die maatregelen krijgen ze een vergoeding.
Ik doe dit werk graag! Midden-Delfland is mijn thuis, ik hoop dat het ook in de toekomst een landschap vol leven blijft.”
John Kleijweg, bestuurslid van de Vogelwerkgroep Midden-Delfland.
“Dan appen de boeren ‘s avonds: morgenochtend maaien!”
“Als vogelwerkgroep beginnen we al in februari. We zetten de territoria van broedvogels op een digitale kaart, zodat de boer weet waar de vogels zitten. Met deksels beschermen we de nesten tegen de sleepslangen waarmee het land wordt bemest. We plaatsen ook plasdraspompen, waterpompjes die zorgen dat er op sommige plekken water op het land staat, dat is goed voor de vogels. Mei is de gevaarlijkste maand voor de weidevogels, want dan begint het maaien. Gruttokuikens lopen kriskras door het land, dus wachten met maaien is het beste.
Maar we snappen ook dat de boer dat soms niet kan of wil. Dan gaan we mee en drijven de kuikens naar een veilige plek. Onze vrijwilligers zijn goud waard. Ze weten waar een boer of de loonwerker gaat maaien. Soms appen die ‘s avonds: morgenochtend maaien! Dan moeten de vrijwilligers er last minute staan.”
Mark van Woerden, melkveehouder in Maasland, beheert zijn percelen weidevogelvriendelijk.
“Je moet heel scherp zijn”
“John is een echte vogelkenner. Hij zat regelmatig naast mij op de trekker bij het maaien van mijn percelen om de weidevogels in de gaten te houden: waar zitten de nesten en de kuikens? Nu doen twee vrijwilligers dat. Je moet heel scherp zijn. Soms moet ik flink op de rem! Dan stappen we uit, kijken we of de kuikens naar een veilige plek kunnen krijgen, of ik rijd om ze heen. Vockestaert ziet graag dat ik meer percelen pas in juni zou maaien. Dat lukt alleen als ik meer grond kan pachten, waar ik vroeg in het voorjaar het eiwitrijke gras kan oogsten voor de wintervoorraad. Floor zoekt met me mee voor meer pachtgrond.
In juni loop ik samen met mensen van Vockestaert een rondje op de percelen die ik van hen pacht in weidevogelkerngebied Commandeurspolder. Als alle vogels weg zijn krijg ik groen licht om weer te maaien. Maar je weet het nooit met weidevogels: dit jaar vond ik half juni nog vier nieuwe nesten. De kieviten probeerden het nog eens. Ze geven het niet gauw op als het een keer misgaat.“
Floor Koornneef, medewerker Agrarisch Collectief Midden-Delfland en Agrarische Natuurvereniging Vockestaert.
“Vrijwilligers hangen in het broedseizoen banners in het veld”
“Vockestaert zorgt dat boeren in Midden-Delfland het weidevogelbeheer goed kunnen uitvoeren. Vrijwilligers van de vogelwerkgroep tellen de weidevogels. Zo weten we welke maatregelen ergens het beste passen. We regelen de plasdraspompen, en zorgen voor rasters die vossen uit de weilanden houden. En ook katten, want mensen weten vaak niet dat hun kat veel schade kan aanrichten bij weidevogels. Met de campagne ‘Kuikens in het land, poes in de mand’ maken we ze bewuster. Vrijwilligers hangen in het broedseizoen banners in het veld en doen kaartjes in de bus. Om de weidevogels goed te kunnen beschermen, is het belangrijk het weidevogelbeheer in heel Midden-Delfland af te stemmen. Wij onderhouden alle contacten: met boeren, grondeigenaren en andere partijen. Twee keer per jaar organiseren we een Weidevogelcafé. Boeren bespreken daar hoe het gaat met de weidevogels.“
Jonge boer zijn in Midden-Delfland, dat is toch nét een beetje anders dan elders. Want vanuit je stal of weiland kijk je in alle richtingen uit op de torens en flatgebouwen van de omringende steden. Dat legt druk op het gebied, maar biedt ook kansen: ruim twee miljoen potentiële klanten en bezoekers. In het Jonge Boeren Netwerk van Midden-Delfland vinden ze steun en inspiratie bij elkaar, vertellen Joyce van Vliet en Tjerk Dijkshoorn. Daarmee zien ze de toekomst met vertrouwen tegemoet.
Een paar minuten te laat, doordat ik op de smalle weggetjes van Schipluiden vastzat achter een tractor, word ik op het melkveebedrijf van de familie Van Vliet al opgewacht door Tjerk Dijkshoorn en Joyce van Vliet van het Jonge Boeren Netwerk, dat onderdeel is van het programma Duurzaam Boer Blijven. Tjerk rechtstreeks van het land, in T-shirt en korte broek. En Joyce recht van haar werk bij melkrobotproducent Lely, met een net jasje aan. Voor de foto’s rent Joyce toch liever even naar binnen om een T-shirt aan te trekken met ‘melkveebedrijf Van Vliet’ en een mooie koeienkop erop.
Het is een gezellige, actieve club, het Jonge Boeren Netwerk, vinden Joyce en Tjerk aan de keukentafel. “Toen het na de coronatijd weer een beetje op gang moest komen, ben ik voorzitter geworden. Jonge boeren moeten gehoord en gezien worden, en zeker ook vrouwelijke boeren!”, vindt Joyce. Wat overigens niet betekent dat er alleen boeren in het netwerk zitten, vult Tjerk aan. “We hebben een appgroep met ruim zeventig mensen, en daar zitten ook mensen bij die zich op een andere manier betrokken voelen bij de landbouw. Ze werken bijvoorbeeld bij een loonwerker of een veevoerbedrijf, of hebben gewoon interesse.”
Regelmatig de wethouder erbij
Het netwerk organiseert activiteiten, vergaderingen en uitstapjes. Zo ging een uitje laatst naar een zelfverzuivelaar. Tjerk: “Die stopt de melk van elke koe apart in een fles. En daar staat dan ook de naam op van de koe, en de gehaltes vet en lactose. Ik zie mezelf dat nog niet zo gauw doen, maar het was heel interessant!”
“Onze activiteiten hebben altijd met landbouw te maken”, legt Joyce uit. “Over ondernemerschap, bedrijfsovername of fokkerij bijvoorbeeld. Maar we zorgen er ook voor dat het gezellig is, met een barbecue en een biertje na. En, heel belangrijk, we nodigen regelmatig de wethouder uit. Zo houden we de stap tussen de
jonge boeren en de gemeente klein. Dat kan geen kwaad in een gebied waar zo veel aan de hand is.”
Chocolademelk van bruine koeien
In Midden-Delfland zijn er natuurlijk veel initiatieven om boeren en burgers dichter bij elkaar te brengen, met zo veel potentiële consumenten in de buurt. Korte ketens bijvoorbeeld.
Joyce: “We hebben er wel eens over gedacht om zelf kaas te gaan maken. Maar uiteindelijk vonden we het toch te arbeidsintensief. Dus we denken meer aan het ontvangen van bezoekers. We houden nu al altijd op Goede Vrijdag een boerderijochtend voor kinderen. Daar wil ik in de toekomst misschien meer mee gaan doen.
“Het zou mooi zijn als er jonge boeren in de bedrijven van de stoppers kunnen rollen.”
Bedrijfsuitjes, rondleidingen, dat soort activiteiten.”
Ook Tjerk is enthousiast over bezoekers op hun boerderij. “We doen al een aantal jaren mee aan boerderijeducatie via de Agrarische Natuurvereniging Vockestaert. Toch mooi dat we voor veel scholen in de stad een boerderij in de buurt zijn. Vorig jaar hebben we twintig schoolklassen ontvangen, en dat willen we graag uitbreiden. Het is elke keer weer schokkend dat die stadskinderen denken dat bruine koeien chocolademelk geven”, lacht Tjerk. “Ik vind dat zelf echt heel leuk, die kinderen vertellen over ons bedrijf, en het is een mooie extra bron van inkomsten.” Ook ontvangt hij in de herfst altijd twee zaterdagen mensen via ‘Boer zoekt hulp’. Tjerk: “Dan is er
“Al van kleins af aan vond ik het thuis op de boerderij veel leuker dan op school. Ik ben nu een jaar klaar met de middelbare agrarische school in Breda, en zit sinds mei in de vof met mijn ouders, zodat ik kan ingroeien in het bedrijf. We hebben 100 melkkoeien, 35 stuks jongvee en 100 schapen.
Tijdens stages en de uitjes van het Jonge Boeren Netwerk heb ik soms wel gezien hoe je dingen ook anders kan doen. Wij hielden bijvoorbeeld altijd de droge koeien (de koeien die op dat moment geen melk geven) in één groep, en die kregen dus allemaal krachtvoer. Maar op mijn stagebedrijf zetten ze de droge koeien in twee groepen: ‘far-off’ (nog lang niet kalven) en ‘close-up’ (vanaf tien dagen voor het kalven). Alleen de close-up koeien kregen er krachtvoer. Dat doen wij nu ook, en dat gaat veel beter!
Mijn droom is dat ik het bedrijf kan voortzetten. Groeien hoeft niet van mij, maar ik wil wel graag de kringloop sluiten, alles van eigen grond. Dat alleen de melkwagen nog hoeft te komen, verder niks.”
een ochtend- en een middagploeg van een man of zes die komen helpen met melken, voeren, roosters schuiven en alles wat er maar te doen is. Soms zijn het hele gezinnen, of een groepje volwassenen. De wethouder is ook al een keer geweest.”
Midden-Delfland blijft groen
De toekomst, die zien Joyce en Tjerk wel zitten. “Ze zullen dit hoekje nooit volbouwen, dit houden ze groen”, gelooft Tjerk. “En het zou mooi zijn als er jonge boeren in de bedrijven van de stoppers kunnen rollen. Dus dat niet de grond over de andere bedrijven verdeeld wordt, die dan steeds groter worden, zodat er uiteindelijk nog maar een handjevol boeren overblijft.”
Joyce vult aan: “Er blijft wel druk vanuit de steden. Maar ik heb goede
Blend 200 gram van je favoriete fruit in de blender. Voeg 200 ml verse lokale yoghurt toe en mix goed. Garneer met vers fruit en wat noten voor een lekkere bite. Zin in een zoete smoothie? Voeg wat honing of siroop toe. Eet ze!
Een fles lokale yoghurt helpt het landschap van Midden-Delfland mooi te houden!
hoop dat de stedelingen om ons heen ons boerenlandschap blijven waarderen, als ze door de polder fietsen.
Mijn toekomst is hier in elk geval. Dat ik vanuit onze stal, tussen mijn eigen koeien, Rotterdam kan zien, dat is toch geweldig!”
“Ik heb altijd een passie voor dieren gehad. Ik wist op de middelbare school al dat ik naar de hogere agrarische school wilde. Daar heb ik overigens niet veehouderij gedaan, maar bedrijfskunde en agribusiness. Over de koeien leer ik thuis wel.
“Het is de bedoeling dat mijn zus en ik samen het bedrijf over gaan nemen. Dan zijn we hier de zesde generatie!”
Ik werk nu fulltime bij Lely, daar help ik een app voor boeren te optimaliseren. Naast mijn baan werk ik ook mee op ons bedrijf, net als mijn zus. We hebben 400 melkkoeien, die drie keer daags gemolken worden, en dan nog 200 stuks jongvee en wat schapen.
Mijn ouders hebben altijd gezegd: eerst vijf jaar buiten de deur werken, wat verder kijken dan alleen thuis. Uiteindelijk is het de bedoeling dat mijn zus en ik samen het bedrijf over gaan nemen. Dan zijn we hier de zesde generatie!” Yoghurt
De liefde voor de boerderij en het landschap: hoe mooi als je die in je familie door kunt geven aan je kinderen, en die weer aan die van hen? Het wordt nog mooier als je ook echt samen aan die gedeelde passie kunt bouwen. Waarbij iedereen meedoet vanuit zijn eigen dromen en kwaliteiten. Zo wordt 1 + 1 veel meer dan 2! Zorgboerderij Hoeve Onderweg in Pijnacker is tot diep in de vezels zo’n echt familiebedrijf. Een stevig fundament.
John van Paassen
“Ik heb dertig jaar in de financiële sector gewerkt, maar het is altijd blijven borrelen: de vrijheid van een eigen boerderij. In 2018 zijn Agnes en ik zorgboerderij Hoeve Onderweg begonnen. Samen met Marianne en Thomas kunnen we heel veel werk verzetten. En de drie broers van Marianne komen altijd helpen als het nodig is, bijvoorbeeld als er gras ingekuild moet worden. Ook mijn vader is nog meerdere keren per week op de boerderij, even in de moestuin werken.”
“De boerderij hebben we echt samen opgezet. Vanaf het begin wilde ik heel graag meedenken met mijn ouders. Wat voor soort zorg en welke doelgroep past bij jullie? Ik kan me niet voorstellen dat m’n moeder weg zou gaan en ik niet meer met haar zou overleggen. Dit is zo’n veilige basis, alles is bespreekbaar. We zijn samen een heel stabiel vlot.”
“Wat ik mijn kinderen en kleinkinderen probeer mee te geven? Geniet van het boerenleven en maak je zorgen zo klein mogelijk.”
“Je moet geen twee kapiteins op een schip hebben. John is de hoofdboer, ik doe kleine dingen eromheen, koeien insemineren, zorgen dat alles het doet. Ik ben een handige donder: als iets niet meer werkt haal ik het uit elkaar – wegbrengen kan altijd nog! Alle keuzes op de boerderij maken we gezamenlijk. Natuurlijk is er ook weleens discussie, maar een beetje wrijving is gezond.”
Melkveehouder John van Paassen is getrouwd met Agnes. Op de boerderij ontvangt hij mensen met een beperking of afstand tot de arbeidsmarkt voor dagbesteding.
“Op een rustige manier met de dieren omgaan, dat heb ik van mijn vader meegekregen”
“Hoeve Onderweg had vijftig melkkoeien. Dat betekende dat ik er werk bij moest zoeken. Ik wilde met de natuur werken, maar ook met mensen. Agnes gaf al EHBO-les en verleende gespecialiseerde zorg aan huis. Misschien kunnen we zoiets hier ook, dachten we. Dat werd de zorgboerderij. Ik ben geboren op een boerderij in Rijswijk. Ik was zeven jaar toen mijn ouders voor de vraag stonden: wat gaan we doen met het bedrijf? De nieuwbouw rukte op, ze moesten steeds weer land inleveren. Uiteindelijk zeiden ze: het is mooi geweest. Mijn vader bleef wel tot zijn 85e op de boerderij wonen. Hij heeft een hele praktische manier van met beesten omgaan, dat heb ik van hem meegekregen. Dan bedoel ik: een heel rustige omgang met de dieren, tegen ze praten. Over vijf jaar ben ik 65. De komende jaren moet duidelijk worden of Marianne en Thomas toekomst zien in het bedrijf.”
Dochter Marianne van Paassen, werkt op de zorgboerderij en is verpleegkundige op de spoedeisende hulp.
“Zorgen voor elkaar staat voorop op onze boerderij”
“Ook toen ik nog m’n leven had met Thomas in de stad, kwam ik na een hectische dag op de spoedeisende hulp graag bij mijn ouders op de boerderij. Samen tafelen, het werk van de komende week bespreken: daar ging mijn hart sneller van kloppen.
Op Hoeve Onderweg begin ik ‘s morgens met een bakje koffie en geniet ik van de vogeltjes. Op de spoedeisende hulp sta ik meteen aan. Ik zou altijd buiten de deur willen werken, anders mis ik de actie. Maar de balans mag iets eerlijker. Ik werk nu één dag op de zorgboerderij en maak de zorgplannen voor de hulpboeren – onze cliënten. Zorgen voor elkaar staat voorop op onze zorgboerderij. Uit het hoofd en, hup, naar buiten. Ik denk dat Thomas en ik, als nieuwe generatie, veel meer bezig zijn met de vraag: wat hebben mensen nodig om ons te vinden? De website, social media. Stap voor stap zijn we op dat vlak aan het professionaliseren.”
Schoonzoon Thomas Attema, had nog nooit op een tractor gezeten, maar is nu boer.
“Ik geniet elke dag!”
“Ik was interieurbouwer, deed vrijwilligerswerk, had het gigantisch naar m’n zin. En toen vroegen Agnes en John: zouden jullie wat zien in ons bedrijf? Ik had nog nooit op een trekker gereden. Drie jaar geleden ben ik op zaterdag gaan meelopen. Nu ben ik voltijd boer. John weet alles van koeien en financiën, Agnes en Marianne hebben hun zorghart en ik ben het manusje-van-alles. Opa komt ook nog twee keer in de week. Dan loopt hij een rondje langs de koeien en gaat aan de slag in de moestuin. Hij kan het goed loslaten. Er is natuurlijk veel veranderd. Vroeger insemineerde je niet en was er geen melkrobot. Maar een sterke koe herkennen, dat kan hij!
Vrienden zeggen: je bent altijd aan het werk. Rijk word je ook niet van het boerenleven. Maar ik houd van de afwisseling en geniet elke dag, als het goed gaat met de koeien, van de bloemen in de wei. En van de energie die ik krijg van onze hulpboeren.”
Een Landschapstafel – misschien zie je een rijkgedekte tafel voor je in een wei vol bloemen, maar zo romantisch is het toch niet. Wat het wél is, is een prachtig overleg waar wethouders van de omliggende gemeenten kijken hoe het nog beter kan met het Midden-Delflandse landschap, de recreatie en de natuur. Dat doen ze samen met de provincie Zuid-Holland, boeren (LTO), burgers (Midden-Delfland Vereniging), Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en het Hoogheemraadschap van Delfland. Vier keer per jaar, op steeds andere locaties in het gebied. Zeven Landschapstafelgenoten vertellen wat hen inspireert en waar ze met elkaar de schouders onder willen zetten.
Landschapstafel als verzekering
In 2017 werd Midden-Delfland door de provincie aangewezen als Bijzonder Provinciaal Landschap Dat is een sterke belofte: we waarderen het gebied en willen het behouden en versterken. Overheden en gebiedspartijen gingen daar samen mee aan de slag. Hoe? Dat bespreken ze aan de Landschapstafel. Het Bijzonder Provinciaal Landschap MiddenDelfland is groter dan de gemeente Midden-Delfland: ook stukjes van omliggende gemeenten horen erbij.
Bart de Leede, wethouder gemeente Midden-Delfland:
“Na de mooie inpassing van de A4, waar ik echt trots op ben als ik hier fiets, staat nu de volgende gezamenlijke uitdaging op de agenda: de spoorverbreding tussen Delft en Schiedam. Want rond het huidige spoor broeden weidevogels, fietsen graag recreanten en weiden boeren hun koeien. Ik hoop dat we samen
Denise Mulder, wethouder gemeente Maassluis:
“Eerlijk is eerlijk: toen ik nog geen wethouder was, en wel eens naar de boerderijwinkel van Van Winden fietste met de kinderen om kaas te halen, zag ik vooral weilanden. Door het overleg in de Landschapstafel weet ik nu welke toffe stappen boeren zetten, met oog voor dier en natuur. Ik zie nu ineens wat er vliegt, herken het landschap, geniet van de biodiverse begroeiing. Dat gun ik ook onze inwoners, dat ze de meerwaarde ervaren van dit
Koos Karssen, voorzitter Midden-Delfland Vereniging:
“Ik word blij als ik naar de Landschapstafel kijk, al die betrokken en gedreven bestuurders, met elk de intentie om er iets van te maken.
Men zoekt elkaar op, stemt beleid af, slaagt erin bijdragen van hun gemeenteraad te krijgen. Dus ik ben trots dat we erbij horen, met onze 3500 leden, en heb zeker het gevoel dat er naar ons geluisterd wordt.“
Arnold van Adrichem en Gertjan Hooijmans, voorzitters landbouworganisatie LTO Noord-Delflands Groen: “Het is belangrijk om Midden-Delfland niet alleen planologisch te beschermen maar ook economisch vitaler te maken. De Landschapstafel is een mooi platform om gebiedsbrede onderwerpen bij de kop te pakken. We kijken bijvoorbeeld of lokale partijen het beheer van natuur- en recreatiegebieden kunnen gaan uitvoeren. En we werken aan een betere stad-landverbinding. Daar hebben we de stad echt bij nodig. Om burgers te vertellen: door lokaal te kopen bepaal jij hoe Midden-Delfland eruit ziet.”
Peter Hennevanger, wethouder gemeente Pijnacker-Nootdorp:
“Door de Landschapstafel ben ik mij veel meer bewust geworden van de waarde van het Bijzonder Provinciaal Landschap en het belang van samenwerking. Een mooi voorbeeld is hoe we de Zuidpolder van Delfgauw versterken tot weidevogelgebied, samen met provincie, Staatsbosbeheer, het hoogheemraadschap, boeren, de eendenkooi en de Natuur- en Milieuvereniging Pijnacker.”
Frank van Vliet, wethouder gemeente Delft:
“Ik dacht altijd: als je écht wat wilt bereiken, moet je grote projecten uitvoeren. Maar door de Landschapstafel heb ik geleerd hoe je alleen al met beheer zulke mooie dingen kunt creëren voor de natuur. Maaibeheer bijvoorbeeld: hoe vaak doe je het, en waar wel en waar niet, om te zorgen dat dieren zich kunnen verplaatsen? Het is misschien niet zo spectaculair als een groot project, maar zo belangrijk!”
Lianne van Kalken, wethouder gemeente Vlaardingen:
“Door de Landschapstafel realiseren we bijvoorbeeld in onze gemeente de natte ecologische verbindingszone tussen de Vlietlanden en de Nieuwe Waterweg. Dat is toch echt wel de meerwaarde van de Landschapstafel, dat een thema als biodiversiteit bij iedereen op de agenda staat!”
Een echt Franse klassieker, lekker als nagerecht. Doe 400 gram kersen (vers of pot) in een ingevette ovenschaal. Roer 50 gram suiker, 1 zakje vanillesuiker, 75 gram bloem en een snuf zout door elkaar. Doe er 25 gram gesmolten boter en 3 eieren bij en mix kort met de mixer. Voeg nog 250 ml melk toe, mix, en giet het mengel over de kersen. Bak in 30 minuten gaar op 190 graden. Strooi er nog wat poedersuiker over!
Een pak lokale boter helpt het landschap van Midden-Delfland mooi te houden!
Bij Zuivelboerderij Van Winden in Schipluiden staan een paar liefhebbers ruim voor openingstijd te wachten tot het winkeltje opengaat. Ze komen speciaal voor een emmer verse rauwe melk, of een pak smeuïge boter. “Hier is het vers van de koe!”
“Elke maand kom ik hier langs met mijn emmertjes. Dan haal ik yoghurt, karnemelk en boter. De mensen werken hier netjes, alles is schoon. En de smaak is heel goed!”
“Ik ben hier al 18 jaar klant! Elke vrijdag kom ik hier zuivel halen: yoghurt, karnemelk, rauwe melk en eieren. En als ze het hebben, neem ik ook een fles gele vla mee, die is zo lekker! Als je melk in de winkel koopt is die in de fabriek geweest en heb je geen idee wat ze ermee gedaan hebben. Hier is het vers van de koe.”
“Met mijn man fietsen we vandaag een rondje langs leuke landwinkels. We hebben in Zoetermeer al asperges gehaald. Dit winkeltje kenden we nog niet, maar het ziet er goed uit! Mijn man is gek van kaas, en tja, de lekkerste kaas is van de boer. En dat geldt ook voor de eieren natuurlijk.”
“Ik ben hier met mijn moeder en mijn tante. We komen hier al zeker tien jaar, dus ik ben ermee opgegroeid. Als kind speelde ik hier op het erf, als mijn moeder de inkopen deed. Mijn ouders zijn gewend aan rauwe melk, zoals in de bergen in Marokko. Hier kun je dat vers krijgen. We halen altijd melk, deels rauw en deels gepasteuriseerd, en daarnaast karnemelk, boter en honing. Zo lekker!”
“Ik kom hier altijd op m’n motor vanuit het Westland, al een jaar of acht. Hier is het echt vers-vers en extreem lekker! Ik haal zuivel voor de hele familie en voor vrienden.
Ik vraag altijd of ze een emmertje met gepasteuriseerde melk en een klein beetje karnemelk voor me vullen. Dat laten we dan een tijdje staan. Het gaat fermenteren en zo krijg je Marokkaanse yoghurt. Echt heel lekker. En niet zwaar op de maag.”
Als liefhebber van streekproducten hoef je niet zelf naar de boerderij te gaan. Je vindt al dat lekkers ook in winkels en restaurants in de steden rondom Midden-Delfland, die de producten krijgen via de coöperatie Heerlijk van Dichtbij. Koffiebranderij en espressobar Brute Bonen in Den Haag bijvoorbeeld. Die kiest bij de inkoop van koffiebonen én Nederlandse producten voor de duurzaamste optie.
“We denken eigenlijk bij alles aan duurzaamheid. Onze koffieplanten groeien in bossen, zoals ze van nature doen, wat veel beter is voor de bodem, biodiversiteit en watergebruik. En – niet onbelangrijk – de koffiebonen zijn veel lekkerder!
Dus ja, dan zou het gek zijn als we bij onze Nederlandse ingrediënten niet aan duurzaamheid denken. We bieden mensen graag duurzame opties. Dus naast havermelk kun je koeienmelk kiezen, maar dat is dan wel melk van koeien hier uit de buurt. Die melk krijgen we binnen in herbruikbare emmers. Het komt van Midden-Delflandse kringloopboeren en is van goede kwaliteit. En we nemen ook eieren en appelsap af van de lokale boeren. Dat dragen we dan ook uit op onze menukaart onder het kopje ‘Onze helden!’”
Marije van de Merwe, Puur Natuurlijk Vlaardingen
“Vroeger was het heel normaal, dat je je producten lokaal kocht. Zo steunde je de boeren uit de buurt. Zo zie ik dat nu nog steeds: door streekproducten te kopen, help je boeren boer te blijven. Intussen maak je nog minder voedselkilometers ook.
Het valt niet mee om als boer een goede boterham te verdienen. Veel boeren worden bijna gedwongen er wat naast te doen, een winkeltje of minicamping. Als de boer door de coöperatie toch een mooi inkomen kan realiseren, kan hij of zij gewoon boer zijn. Dan kan de landbouw blijven bestaan, en daarmee ook het landschap.
In mijn winkel heb ik vrijwel alle producten uit het assortiment van Heerlijk van Dichtbij: rundvlees van Hoeve Rust-hoff, varkensvlees van Van Stijn’s, kaas van de Delflandse Kaasmeesters, melk, chocolademelk en karnemelk van Delflandshof. Ik eet en drink het zelf ook graag. Als winkelier heb ik helaas niet veel tijd om zelf Midden-Delfland in te gaan. Maar als ik de kans krijg, ga ik even fietsen, even langs bij Hoeve Rust-hoff.”
“Ik ben trots op onze koeling vol verse Delflandse producten“
Latte macchiato
Klop 200 ml melk (uit Midden-Delfland) lekker schuimig. Giet het in een glas. Zet een stevige dubbele espresso, met daarin eventueel een beetje caramelsiroop. Schenk de koffie voorzichtig in het midden van de opgeschuimde melk. Klaar!
Een fles lokale melk helpt het landschap van Midden-Delfland mooi te houden!
Hoe verbind je stad en land? En wat doe je als je daar goeie ideeën voor hebt? Dan zoek je mensen op die dezelfde missie delen! Biologisch melkveehouder Dirk Gravesteyn uit Pijnacker en Bob Hartog van Rotterdam de boer op! zitten regelmatig om de tafel. Om te kijken hoe ze plannen kunnen realiseren voor een gastvrij landschap vol natuur én een passende beloning voor de boer.
Bob Hartog
“Ik bewonder hoe Dirk omgaat met z’n melkvee en hoe biodivers zijn land is. Dirk heeft nu het idee om op een klein deel van zijn land, als experiment, een voedselmoeras aan te leggen: een plek waar eetbare planten en kruiden groeien in drassige omstandigheden. We ondersteunen hem om dat te realiseren. Het is nog echt een nieuw concept hoor, met veel onzekerheden! Je moet testen hoe zo’n moeras het beste werkt. Het is fijn als iemand als Dirk dat pionierswerk wil doen.”
Dirk Gravesteyn
“Ik dacht er al een tijdje over na om een voedselmoeras aan te leggen, samen met Stichting Voedselmoeras Nederland. We hadden het idee links en rechts laten vallen, en deze stichting had al een goed ontwerp gereed. De reacties waren steeds positief, maar daar bleef het bij. Met Bob lukte het om alles voortvarend op papier te zetten. Ik kan zelf wel aardig dingen verwoorden, maar hij nog veel beter! We dragen het initiatief nu samen. Ook Stichting Wij.land doet mee.”
Dirk Gravesteyn heeft samen met zijn vrouw Isabella een biologische melkveehouderij in Pijnacker van 80 hectare, met 50 melkkoeien, 25 stuks jongvee en verschillende neventakken.
“We kijken altijd heel goed naar de verbinding met onze omgeving”
“Bij alles wat wij op ons bedrijf aangaan denken we: hoe is dit voor de buren, de omgeving? Is het houdbaar op lange termijn? Want zonder draagvlak van de maatschappij eindigt, denk ik, elke bedrijfsvoering. In onze omgeving is er maar een beetje groen, er is veel rood, grijs en glas. Wij hebben een deel van dat groen in eigendom en in pacht, maar beseffen dat het ook zomaar op kan houden. Daarom kijken we heel goed naar de verbinding met onze omgeving. Zoals bij het plan voor een voedselmoeras. De planten die we daarin telen en oogsten kunnen we lokaal afzetten, bijvoorbeeld aan restaurants.
De hulp van Rotterdam de boer op! daarbij is heel welkom. Zij maken dingen los die ik alleen niet voor elkaar zou krijgen. Als ik iets roep wordt het soms gezien als een gek idee van een boer, maar via Rotterdam de boer op! wordt het ineens een mooie landbouwinnovatie. Bij Rotterdam de boer op! kan ik alles op tafel leggen. Ze hebben de juiste netwerken en helpen ons rond de financiering. Het is mooi om te zien hoe het plan voor het voedselmoeras kon groeien door er zo met elkaar aan te werken.”
Bob Hartog is projectleider Verbinding stad & platteland bij Rotterdam de boer op!, een beweging van boeren, natuurbeschermers, ondernemers en andere organisaties, mogelijk gemaakt door de Nationale Postcode Loterij (Droomfonds).
“Dirk en Rotterdam de boer op! hebben dezelfde missie: een landschap vol biodiversiteit, goeie business voor de groene boer, en eerlijk geproduceerd voedsel voor de stad. We willen stadsbewoners verleiden om zich meer te verbinden met de boeren in hun omgeving. Dirk en zijn vrouw doen daar veel voor. Ze zijn hele gastvrije boeren. Hun boerderij staat vlakbij de nieuwbouw van Pijnacker-Nootdorp, dus er komen veel mensen langs. Ze hebben een Rustpunt, vergaderruimte te huur en ontvangen schoolklassen.
Dirk is een boer die weet waar hij naartoe wil. We helpen hem nu om zijn idee voor een voedselmoeras verder te brengen. Een voedselmoeras kan helpen bodemdaling en CO2-uitstoot tegen te gaan, en zorgt voor meer biodiversiteit en een betere waterkwaliteit. Als het lukt om het voedselmoeras ook te realiseren, zijn er financiële middelen voor de aanleg. We kijken hoe we Stichting Voedselmoeras en Dirk kunnen helpen de eerste jaren financieel te overbruggen. Want het duurt wel even voor je uit het moeras kunt oogsten.”
Wat doet Rotterdam de boer op! voor en met boeren?
Rotterdam de boer op! werkt met boeren als Dirk één-op-één aan natuurinclusieve plannen, maar er is meer. In Midden-Delfland betaalt Rotterdam de boer op! mee aan de beloning voor de kringloopboeren. Ook ondersteunen ze Heerlijk van Dichtbij, de Midden-Delflandse coöperatie voor streekproducten. Boeren die bomen willen planten of poelen willen aanleggen voor biodiversiteit, kunnen ook bij Rotterdam de boer op! terecht – een project samen met Agrarische Natuurvereniging Vockestaert en FrieslandCampina.
Fotobijschri , Dit is een faketekst. Alles wat hier staat is slechts om een indruk te geven van het gra sche e ect van tekst op deze plek. Wat u hier leest is een voorbeeldtekst.
Zijn nieuwe stal glimt nog van nieuwigheid. Boer Sven Zonneveld liet die deze zomer bouwen, want hij weet: mijn toekomst ligt hier in Midden-Delfland. Ook in de toekomst zal nog wel geknabbeld worden aan de randen van het gebied. Maar gelukkig staan boeren zoals hij er niet alleen voor om Midden-Delfland open, sterk en aantrekkelijk te houden. Burgers, bestuurders en consumenten zorgen daar samen voor.
Tien koeien en de Holy Hoeve is in 2018 een feit. Het moet de kleinste boerderij zijn uit de Nederlandse geschiedenis.
Sven Zonneveld uit Vlaardingen is zestien jaar en heeft vijf lakenvelders gekocht. Die grazen op de boerderij van zijn opa en oma in de wei. Hij heeft ook een compagnon: Jordi van der Poel, eveneens in het bezit van vijf koeien. Want je kunt maar beter gewoon beginnen, als je droomt van je eigen bedrijf.
Tot een paar maanden later de winter invalt. De koeien moeten naar binnen. Maar waar? Sven stapt op de fiets en belt aan bij de eerste boerderij op zijn route. Mag hij alsjeblieft tien koeien stallen? De melkveehouder, Arnold Stolk, aarzelt – wat te verwachten van een tiener? – maar gaat toch overstag.
Zes jaar later houden Sven en Jordi koeien, geiten en varkens op allerlei plekken in Nederland. Maar Sven weet waar zijn toekomst ligt: in MiddenDelfland. Want die melkveehouder waar Sven zijn eerste koeien mocht stallen? Daarmee zit hij sinds kort in een maatschap. Toeval bestaat niet.
“Ik wil boer worden”
“Ik zat vaak op een hooibaal naar mijn opa te kijken. De boerderij was al niet meer in bedrijf, maar hij molk voor eigen gebruik nog wat koeien. Het had iets nostalgisch. Ik wist vrij snel dat ik boer wilde worden. Maar dat is best een opgave als je geen boerderij hebt.
Klanten moeten overtuigd zijn
Het unieke decor van Midden-Delfland past deze jonge boer als een handschoen. Daar werkt hij elke dag voor. Hij melkt 25 koeien in de maatschap met Arnold Stolk en houdt 60 lakenvelders voor het vlees.
“Mijn eerste koeien waren al lakenvelders, dat vond ik zo’n mooi ras. Ik had het helemaal in m’n hoofd: heel idyllisch, een beetje melken. Maar dat was natuurlijk helemaal niet reëel. Lakenvelders geven niet zoveel melk. Ik had ook nooit de ambitie om heel groot te worden. Een fabriek rekent een lage wereldmarktprijs. Dat betekent dat je zelf moet gaan verkopen, klanten moet vinden die overtuigd zijn van je product en ervoor willen betalen.“
“Ik wist vrij snel dat ik boer wilde worden, dat is best een opgave als je geen boerderij hebt”
“Toen de eerste koeien groot werden zijn we het vlees gaan verkopen in de buurt. Dat doen we nu nog steeds. We willen goede kwaliteit leveren, niet rommelen met beesten of met vlees. Jonge dieren blijven bij hun moeder. We brengen ze zelf weg voor de slacht, naar een slachthuis in de buurt waar ze eerst een nacht blijven om tot rust te komen.“
boerderijwinkel
“Over tien jaar zie ik mezelf wel met een eigen boerderijwinkel. Zodat we nog meer van onze producten zelf kunnen verwaarden; dan houden we iets meer marge over. Er wonen zoveel mensen in de regio, het zou niet heel uitdagend moeten zijn. Onze klanten
komen vooral voor de smaak en de service. Dat vinden we heel belangrijk. We horen het graag als het niet goed is, daar kun je alleen maar van leren. En we lossen het altijd netjes op. Mensen mogen klagen over de prijs, maar niet over de kwaliteit.“
Super simpel, en super lekker: de milkshake. Neem 2 rijpe bananen in partjes, 300 ml halfvolle Midden-Delflandse melk, 4 bolletjes vanille ijs en 6 ijsblokjes. Mix alles 30 seconden in de blender. Giet het in glazen en geniet er meteen van.
Een fles lokale melk helpt het landschap van Midden-Delfland mooi te houden!
“Met onze tegendeskundigheid hebben we de A4 omstreden gemaakt. Rijkswaterstaat schermde altijd met de geluidshinder: die zou wel meevallen. Een vriend met verstand van zaken zei: dat is veel te rooskleurig. Rijkswaterstaat zwakte de garantie ook keer op keer af. We vroegen ze het zwart op wit te zetten. Dat hebben ze uiteindelijk gedaan. Daardoor konden we ze aan de afspraken houden. Uiteindelijk is de weg daardoor ook veel beter ingepast.
De weg had er nooit mogen komen. Dat gezegd hebbende: we hebben als groep wel veel bereikt. Tal van projecten om het landschap te versterken. Het programma Duurzaam Boer Blijven is een belangrijk onderdeel daarvan. Tientallen boeren laten zien hoe je het landschap op een duurzame manier kunt ontwikkelen. Midden-Delfland is echt een proeftuin voor de landbouw van de toekomst.
“Hoe verder de omgeving bebouwd raakt, hoe groter de waarde van Midden-Delfland”
Henk Tetteroo streed als burger decennialang tegen de komst van de A4. Mede dankzij die vasthoudendheid kwam er als compensatie geld voor projecten rond natuur en landschap, waaronder Duurzaam Boer Blijven.
‘Meer asfalt is belangrijker dan klimaat of landschap.’ Dat vond het ministerie vroeger en dat is nog steeds zo. In 2012 hebben we stichting Batavier opgericht – Bewaking Afspraken Tracébesluit A4. We houden in de gaten of alle afspraken rond de A4 worden nageleefd. We trokken aan de bel over de beloofde maximumsnelheid en het herplanten van 4.500 bomen (Schiedam).
De bedreigingen, zoals woningbouw en infrastructuur, blijven. Maar naarmate de omgeving verder bebouwd raakt, wordt de waarde van Midden-Delfland alleen maar groter. Mensen zullen zien: het is een godswonder dat dit nog bestaat.”
“Er is nog werk aan de winkel, maar we kunnen goed met elkaar het gesprek voeren”
Stijn van Boxmeer is hoogheemraad. Het Hoogheemraadschap van Delfland betaalt mee aan de vergoeding voor kringloopboeren. Zo kunnen boeren op een duurzame manier blijven werken, en zorgen ze samen voor schoner water in de sloten.
“Wat bijzonder is: boeren hebben zelf voor Duurzaam Boer Blijven gekozen. Daardoor zijn allerlei verschillende partners ingestapt. Binnen Duurzaam Boer Blijven draagt iedereen op zijn manier bij aan het programma. Als hoogheemraadschap hebben wij een belang – minder meststoffen in het water – en dat gaat met kringlooplandbouw hartstikke goed.
Maar de samenwerking gaat verder. Boeren hebben bijvoorbeeld een wens voor de korte keten; focus op lokale afzet en het gebruik van lokale grondstoffen. Wij spelen daar geen rol. Maar we zitten wel in overleg met gemeenten. Als we het kunnen faciliteren, dan zullen we niet nalaten om op die manier de kringloop te helpen sluiten. Iedereen zit in het programma deels vanuit zijn eigen belang, maar verbetert daarmee het algemeen belang.
Er is ook nog werk aan de winkel, maar we kunnen goed met elkaar het gesprek voeren. Eén keer per jaar maken we een waterkwaliteitsrapportage. Die bespreken we met de boeren op een vergaderavond. Dan zie je bijvoorbeeld een uitschieter. Door heel gericht te kijken worden mensen bewust: daar is iets gebeurd, en daar heb ik wel of geen aandeel in. Door de hoge opkomst merk je hoe oprecht boeren hun tijd en energie erin steken.”
“De beweging naar kringlooplandbouw is nu normaal geworden”
Frank Rijkaart, gedeputeerde voor o.a. landbouw van de provincie Zuid-Holland, wil graag zijn nek uitsteken voor de korte keten.
“In Midden-Delfland zijn ze met elkaar gewoon aan de slag gegaan. Ze hebben heel goed in de gaten wat nodig is. Natuurlijk hebben ook de boeren in Midden-Delfland te maken met onzekerheden. Onzekerheden in beleid, allerlei doelen die op het erf afkomen. Maar er lijkt ook een soort gerustheid, omdat men al heel veel doet. Eén boer begon met kringlooplandbouw, die werd nog net niet voor gek verklaard. Nu is er een enorme beweging op gang gekomen. Die beweging is normaal geworden.
Je merkt in Midden-Delfland de druk van de verstedelijking. Er zijn ook kansen, met al die consumenten. Het bewaren van de balans is misschien wel de belangrijkste uitdaging. Dat gaat ook over provinciale doelen: groei van de woningvoorraad, een goede bereikbaarheid, zorgen voor een
gezonde leefomgeving. Lokaal voedsel kan bijdragen aan die gezonde leefomgeving. In de korte keten pakken we als provincie graag een faciliterende rol. De boeren zijn goed verenigd, maar net te klein om massa te brengen. Soms maakt het dan een beetje verschil als je als gedeputeerde partijen bijeen brengt.
Die korte keten is waanzinnig belangrijk. Je haalt tussenspelers weg zodat er meer geld direct bij de boer komt. Dat geld kunnen ze dan weer gebruiken voor een beter beheer van het landschap. Het mooiste zou zijn als die korte keten er uiteindelijk voor zorgt dat boeren minder afhankelijk zijn van externe gelden en subsidie. Dan wordt het echt een goed volhoudbaar verdienmodel.”
Tien jaar Drenthe en de rust, de landelijke charme, had een plekje in ons hart veroverd. Maar een nieuw avontuur lonkte: een eigen hotel bouwen in Midden-Delfland. Terug naar de stad, dachten we. Wisten wij veel.
Toen mijn man en ik jaren eerder nog in Rotterdam woonden gingen we er regelmatig op uit. De regio was als onze broekzak, de steden met hun musea, restaurants en terrassen, het strand, het was altijd dichtbij. Met een hotel in MiddenDelfland hadden we het allemaal weer binnen handbereik. Kwartiertje fietsen en je vergaapt je aan de Nieuwe Kerk in Delft. Half uurtje, en de reuring van de Haagse binnenstad omringt je. Heel tof.
Had dat stukje Randstad ineens een enorme verrassing in petto.
Die verrassing heet Midden-Delfland. De door wilgen omzoomde trekvaarten, authentieke dorpjes en groene weiden waar koeien grazen. En daar tap je gewoon zelf je
melk. Koop je yoghurt en kaas, zonder fratsen, toeters of bellen, kleinschalig en lokaal gemaakt.
Of je het proeft? Vraag het onze gasten maar.
We tippen hen altijd: ga ook een dagje wandelen, fietsen of varen. Hebben ze de boer met zijn koeien eenmaal gezien, dan smaakt die Midden-Delflandse melk en yoghurt bij ons ontbijtbuffet natuurlijk nóg lekkerder.
De boer en het landschap: hier in Midden-Delfland versterken ze elkaar. Dat zorgt voor een uniek stukje groen, midden tussen de steden. Eigenlijk is Midden-Delfland toch echt een groene long voor de metropoolregio, en dat mag iedereen weten!
Magchelina van der Valk voorzitter PUUUR Midden-Delfland en mede-eigenaar Van der Valk Hotel Delft A4
Met het programma Duurzaam Boer Blijven geeft gemeente Midden-Delfland, samen met allerlei partners, de boeren in het gebied een steuntje in de rug. Een stukje financiële waardering, maar vooral vertrouwen voor de toekomst.
Dat vertrouwen in de toekomst was er een tijdje niet. Rijk en regio konden het lang maar niet eens worden over de aanleg van de A4 door Midden-Delfland. Ze steggelden erover, decennialang. De weg kwam er in 2015 wel, maar niet voor niets. Hij werd verdiept aangelegd, zodat je hem niet ziet, niet hoort, niet ruikt. En de weg kwam samen met de belofte van geld om Midden-Delfland open en groen te houden.
Tal van projecten voor landschap, natuur en recreatie volgden. De gemeente Midden-Delfland legde haar oor te luister bij boeren Arnold van Adrichem en Gertjan Hooijmans, voorzitters LTO Noord-Delflands Groen: hoe helpen we jullie om goed voor het landschap te zorgen? Hun antwoord: via kringlooplandbouw! Sindsdien inspireren melkveehouders in Midden-Delfland elkaar om duurzamer te werken, stap voor stap, maar met al veel mooi resultaat.
Ken je de eerste editie van het magazine Duurzaam Boer Blijven al? Je leest daarin nog meer verhalen van en over de boeren van Midden-Delfland.
COLOFON
Duurzaam Boer Blijven is een uitgave van de gemeente Midden-Delfland.
PROJECTTEAM DUURZAAM BOER BLIJVEN
Kees Boks, Marcia van Drunen, Kees Moerman, Suzanne Neven
PRODUCTIE
Communicatiebureau de Lynx, Wageningen
Concept: Communicatiebureau de Lynx
Teksten: Lotty Nijhuis, Miranda Koffijberg, Marjel Neefjes
Vormgeving: Irene Edel
DRUKWERK
Dit magazine is gedrukt met biologische inkt op gerecycled papier door Drukkerij Libertas Pascal, Utrecht.
FOTOGRAFIE
Jasper Hof: p. 1, 4-5, 6, 8, 10-11, 12-14, 15-17, 20-22, 30-32, 33-35, 38, 40
PUUUR Midden-Delfland: p. 2
Martin van Lokven: p. 7
Alyssa van Heyst Photography: p. 23, 29 (koe), 36 (koe), 39
Van Winden Kaas- & Zuivelboerderij: p. 26
Marjel Neefjes: p. 27-29 (portretten)
Wilma van Mil: p. 24 (De Leede)
Chris Kalkman: p. 24 (Mulder)
Heleen Paalvast: p. 24 (Karssen)
Fred Leeflang: p. 24: (Van Adrichem en Hooijmans)
Remie Kranendonk p. 25 (Hennevanger)
Hedayatullah Amid: p. 25 (Van Kalken)
Guus Schoonewille: p. 25 (Van Vliet), 36
Remco Zwinkels: p. 37
OPLAGE
2000 exemplaren
MEER INFORMATIE www.middenindelfland.net
Midden-Delfland, druk 2024