3 minute read

IN DE KIJKER

Altijd in beweging ...

Ze is vaak te zien in de sporthal maar doet zelf niet aan sport, ze is 81 maar zo kwiek als een frisse vijftiger. Rara wie is het? Heel Achterbroek weet het natuurlijk: Maria Vissers. Zij is al 31 jaar de steun en toeverlaat voor de sporthal in Achterbroek. De eerste 15 jaar hield ze de zaal kraaknet als poetsvrouw, sinds haar 65ste is ze als conciërge het aanspreekpunt voor Jan en alleman. Hoog tijd om even binnen te springen voor een babbel. “Kom maar langs achter”, zei ze nog aan de telefoon. “Dat doet iedereen.”

Advertisement

Maria Vissers: “Het is hier altijd open deur geweest. Als conciërge doe ik het sleutelbeheer van de sporthal. Daarvoor moet je veel beschikbaar zijn, maar dat is heel goed geregeld. En ons huis is handig dichtbij: vanuit de zetel kan je letterlijk in de sporthal binnenkijken.”

“Van toen de sporthal gebouwd is, ging ik er halftijds als poetsvrouw aan de slag. Ik zie me nog bezig, zo’n grote zaal, met zo’n kleine keerborstel. De mensen dachten dat ik het niet lang zou uithouden zo, maar kijk, ik heb dat volgehouden tot mijn 65. En natuurlijk hebben we in de loop der jaren degelijk professioneel werkmateriaal gekregen, en gelukkig heeft mijn man Fons heel veel meegeholpen.”

“De kleinkinderen leerden er lopen. Én poetsen”

“De sporthal was onze tweede thuis, al van bij het begin. Alle dagen na schooltijd schoonmaken, een keer per week schuren - dat was ónze sport. ’s Morgens vroeg en ’s avonds laat wipte ik dikwijls nog even extra binnen om te kijken of alles in orde was. Toen er kleinkinderen kwamen, mochten die ook mee. Dat was dolle pret: wij poetsen, zij spelen. Ze hebben er leren lopen, en leren poetsen ook.”

“Helemaal in het begin deed ik ook de reservaties en de ontvangsten. Toen het drukker werd, heeft de sportfunctionaris die taak overgenomen. Oorspronkelijk was de zaal

Het creatieve werk en bloemstukken van Maria Vissers fleuren de sporthal in Achterbroek op.

gebouwd voor de school van Achterbroek, die heeft trouwens nog altijd voorrang. Twee dagen in de week is ze voor H. Hart Heuvel, en ’s avonds en in de weekends is het de beurt aan sportverenigingen. Tegenwoordig is dat vooral volleybal en ‘t VAT - een mooie naam vind ik dat: Vereniging van Achterbroekse Tennissers. Op woensdagavond komen de vrouwen turnen, op zaterdag is er om 8 uur al tennis van de “vroege vogels”, daarna komt de turnkring Crescendo.”

“Op dit moment is de kleutersport - Multimove - heel populair. Ook de jeugdbewegingen mogen er spelen en sporten. De zaal wordt echt goed gebruikt. De sportfunctionaris brengt me altijd tijdig op de hoogte, vroeger telefonisch, nu meestal via e-mail. Dat gaat vlotjes. Ik heb dus ook met de computer moeten leren werken, maar dat valt best mee.”

“Mijn creatieve werkjes krijgen vaak een plek in de sporthal”

“Als de poetsvrouw ziek is of verlof heeft, ga ik zelfs nu nog poetsen. Want ik kan dat niet aanzien, een sporthal die er vuil of slordig bij ligt. Op de parking veeg ik het vallend blad op, als de kleuters geweest zijn maak ik de toiletten schoon … Ik noem dat mijn vrijwilligerswerk. Maar ja, ik doe dat graag. Ik ben ook graag creatief bezig en zo komen mijn bloemstukken en ander decoratief werk ook in de sporthal terecht.”

“Nu ik verhuis, zal ik de sporthal missen”

“Het wordt stilaan tijd om er mee te stoppen. Mijn man is op 3 juni overleden, en in het voorjaar verhuis ik naar het centrum, dichter bij alles. En dichter bij mijn Fons. Ik zal de sporthal wel heel hard missen. Dat was mijn leven. Ik heb er veel mensen leren kennen en veel vrienden gekregen. Veel mensen blij gemaakt ook - mensen vergaten wel eens een dure gsm of gouden ketting en die had ik dan veilig bewaard. Maar rust roest. Ik blijf in beweging: ik fiets heel veel en ben altijd bezig: in de tuin, met mijn bloemen... Ik kan niet stilzitten.”