Oorlogskind in Oldenzaal | 75 jaar vrijheid

Page 1

Het verhaal va

n Gerrit

D N I K S G O OORL enzaal in Old


2

Voorwoord Proberen te vergeten verlengt slechts de ballingschap; in de herinnering ligt het geheim van de verlossing.

Dit Joodse spreekwoord werd 35 jaar geleden, in mei 1985, aangehaald door de toenmalige Duitse bonds­ president Von Weizsäcker. Door de herinnering te

beschrijven als richtsnoer voor toekomstig handelen legde hij nadrukkelijk het verband met de actualiteit. Dit jaar, anno 2020, vieren wij dat Nederland 75 jaar geleden werd bevrijd van de Duitse (en Japanse) onderdrukking. Oorlog en grootschalig geweld zijn helaas nog steeds aan de orde van de dag. Gelukkig niet hier in óns land. ‘Nederland is de villawijk van de wereld,’ las ik ergens, ‘maar wij realiseren ons dat niet.’ Vrijheid is voor veel mensen op onze aarde nog steeds allesbehalve gewoon. Dat maakt het nood­zakelijk om het verhaal van de verschrikkingen van onvrijheid, onderdrukking en bezetting te blijven vertellen. Want ons oorlogsverleden is nog steeds van betekenis voor de actualiteit. De geschiedenis herhaalt zich niet. Daarvoor is iedere gebeurtenis te uniek. Maar er zijn wel patronen waar te nemen. Patronen die we moeten

steeds worden minderheden gediscrimineerd, nog

leren herkennen. Waar het op aankomt is dat we

steeds worden zondebokken gezocht zodra het

verbanden leggen tussen historische gebeurtenissen,

minder goed gaat. Dáárom moeten we concrete

zoals de systematische uitroeiing van Joden, Roma

verhalen blijven vertellen over waar dit in het ergste

en Sinti door de nazi’s, en de actualiteit van vandaag

geval toe kan ­leiden. In mijn eigen familie is dat het

de dag.

verhaal van Bernard Welman. Hij werd op 2 april 1945, toen de oorlog al bijna voorbij was,

Natuurlijk zijn er verschillen tussen vroeger en nu,

door de nazi’s vermoord. Anno 2020 sterven nog

maar de parallellen zijn duidelijk. Nog steeds is er

steeds mensen voor onze vrijheid. Allemaal concrete

oorlog in de wereld, nog steeds is er genocide, nog

verhalen, om door te geven van generatie op

steeds is er vreemdelingenhaat, nog steeds zijn hele

­generatie, om ze levend te houden. Dit magazine

volkeren op drift. Dat gaat ook niet veranderen zolang

draagt daaraan bij. Lees het aandachtig, vertel de

grote groepen mensen in behoeftige omstandigheden

verhalen door en bewaar ze voor later.

verkeren. Als men de keuze heeft tussen de hel of de zee, dan stappen velen toch maar in die wrakke boot.

Want één ding staat vast: deze verhalen mogen

Wanhopig op weg naar onze ‘villawijk’.

nooit vergeten worden.

En dichter bij huis, in ons eigen land, in het hier en nu: nog steeds ontbreken tolerantie en respect, nog

Patrick Welman, burgemeester van Oldenzaal


3

Beste lezer, Vrijheid is een ‘werkwoord’. Dat klin

vreemd, maar voor het behoud van

kt misschien

vrijheid moeten we nu eenmaal hard werken , iedere dag weer. We moeten kritisch blijven luist eren en kijken, onze oren en ogen voortdur end open houden. Vrijheid betekent dat je met respect voor de ander voor je mening uit mág en zelfs móet komen! Velen van de oudere generat ies zijn zich hiervan bewust, maar ook de jeugd moet dit goed beseffen. Juist daarom is dit magazine met name geschreven voor de jong eren van nu. Zij moeten de verhalen van toen lezen, zodat zij ze weer kunnen doorvertelle n aan hún kinderen en kleinkinderen . Zo blijven deze verhalen levend. Om de jeugd te bereiken, is gekozen voor het verhaal van de fictieve tien er Gerrit. Gerrit is ons oorlogskind in Oldenza al. Door Gerrits ogen beleven we de oorlog. Het verhaal van Gerrit wordt afgewiss eld met lange, waar­gebeurde verh alen en korte stukjes met feiten. Deze opzet maa kt het magazine geschikt voor jong en oud. De inhoud van dit magazine is geb

aseerd op veel bestaande docume nten en verhalen en enkele nieuwe. In september 201 9 vond een verhalendag plaats in het stadhuis, maar ook daarna zijn er vele gesprekken gevoerd. Alle verhalen zijn door mee rdere personen gecontroleerd op juistheid. Desond anks kan blijken dat er fouten zijn gemaakt. Het kan natuurlijk zo zijn dat verhalen in 75 jaar tijd zijn veranderd, zijn aanged ikt, verkeerd zijn doorverteld… Met die wetenschap in het achterhoofd en met alle ken nis van nu, hebben wij geprobeerd een zo juist mogelijk beeld te schetsen van de tijd van toen , de tijd van vijf jaren oorlog in Oldenzaal. Naast dit magazine komt er een web

site met Oldenzaalse oorlogsverha

len. O ­ ldenzaalse site een gezicht. Daarnaast staan er ook verhalen op van Oldenzaalse jongens en meisjes , mannen en vrouwen. Deze site wor dt voortdurend aangevuld. Immers, nog steeds zijn niet alle verhalen digitaal v­ astgeleg d en wellicht komen er nieuwe verhalen bij na het verschijnen van dit magazine en alle aandacht die er is voor 75 jaar vrijheid. oorlogsslachtoffers krijgen op deze

Wij hopen dat dit magazine nog vele

jaren lang gebruikt wordt om het them a vrijheid , voor álle Oldenzalers.

levend te houden, voor jong en oud

Werkgroep Oorlogsverhalen Oldenza

al


4

Inhoudsopgave 10

13

26

6 21


5

28

Oorlogskind in Oldenzaal Het verhaal van Gerrit

6-28

Uitgelicht De distributie De luchtgevechten De kabelwacht Joden en Sinti

18

Frans Bruggeman Stad zonder mannen Het bevrijdingsfeest Het Marthalager

8 9 12 16 21 22 26 28

Waargebeurde verhalen Gerhard Egberink Rob en RenĂŠe Heijmans Mieke Borghuis

8

Johan Endeman en Henk Rosens Chris Gelderman

10 13 18 23 24

Weetjes Mussert-plaquette Voedseldistributie Gerrit de Gunst

17 20 29

Misvatting Veteranen zijn oude grijze mannen

30

In memoriam Oldenzaalse oorlogsslachtoffers

33

Colofon Algemene informatie, literatuur en websites

34


6

Gerrit n a v l a a h r e v t e H

D N I K S G O L OOR enzaal in Old


7

Oldenzaal, 8 september 1939

meer langs kan.’ Hans had schietgeluiden gemaakt. Gerrit dacht aan zijn moeder, die niet mee had willen

‘Hans?’

komen. Moeder had gehoord dat er al wekenlang vlak

‘Ja?’

over de grens honderden Duitse soldaten klaar­

‘Denk je dat er oorlog komt?’

stonden. Vader legde uit dat dat logisch was. Ook het

‘Weet ik veel.’

Duitse leger moest weleens oefenen.

‘Maar wat dénk je?’ ‘Vader zegt van niet. Hij zegt dat oorlog iets van

Het gesnurk van Hans werd geronk. Het geronk klonk

vroeger is.’

steeds harder. Maar het geronk bleek geen gesnurk.

‘Maar hij gaat toch vechten?’

Het kwam van buiten! Gerrit kroop naar het raam.

‘Nee, Gerrit. Hij moest alleen voor alle zekerheid naar

Er vlogen tientallen vliegtuigen over Oldenzaal.

de kazerne komen. Om te oefenen enzo.’

Opeens hoorde hij Hans zachtjes naast zich zeggen:

‘Dus als de Duitsers komen, gaat vader vechten?’

‘Wow, dat zijn er veel. Nu is het oorlog!’ Gerrit slikte.

‘Ja. En dan hakt hij die Pruus’n allemaal in de pan!’

Maar de tranen kwamen toch. Hij liep naar de

‘Echt?’

slaapkamer van zijn moeder. ‘Wakker worden,

‘Weet ik veel.’

mamma! We moeten pappa laten weten dat het oorlog is!’ Moeder stond al voor het raam. Samen

Oldenzaal, 9 mei 1940

keken ze naar buiten, en bij het eerste beetje zonlicht van vrijdag 10 mei 1940 zagen ze steeds meer

‘Hans?’

mensen de straat op komen. Moeder hield hem stevig

vast bij elke doffe knal die ze in de verte hoorden.

‘Hans! Ben je wakker?’ ‘Nee.’

Het was eigenlijk tijd om naar school te gaan toen

‘Denk je dat ze vanuit de Plechelmustoren

Gerrit, Hans en moeder vanuit hun huis aan de

de Duitsers op tijd zien aankomen?’

Vestingstraat naar de Grootestraat liepen. Daar zagen

‘Weet ik veel.’

ze Duitse tanks, vrachtwagens en motoren als in een

‘Maar wat dénk je?’

optocht voorbijkomen. De meeste soldaten lachten

‘Ga slapen!’

vriendelijk. Veel wagens waren versierd met witte, roze of paarse bloemen. Hans wilde naar een soldaat

Maar Gerrit kon niet slapen. Het was warm in hun kleine kamer. En Hans snurkte.

lopen die iets aan het uitdelen was. Moeder hield hem tegen. Ze keek ongerust om zich heen, op zoek naar

Gerrit keek zoals zo

bekenden. Vrienden van Hans kwamen bij hen staan

vaak naar de toren van ’n Oal’n

en vertelden de wildste verhalen. Over enorme

Griez’n, de Sint Plechelmuskerk. Soms kon de toren

ontploffingen op het vliegveld, over soldaten die

hem in slaap wiegen. Zeker als er nog een beetje

huizen aan de Molenstraat

zonlicht op de wolken scheen. Dan was de toren

hadden beschoten en over

vriendelijk. Maar z’n hoofd zat te vol. Vader was al een

een Duitse trein vol soldaten

week weg.

die door seinhuiswachter

Hij zat ergens bij de Grebbeberg te wachten op

Monninkhoff van

Duitsers die toch niet zouden komen. Tenminste, dat

De Leemsteeg persoonlijk

zei vader zelf. Moeder was daar nog niet zo zeker van.

zou zijn tegengehouden. De

‘En als ze komen, maak je geen schijn van kans,’ had

moed zakte moeder in de

ze tegen vader gezegd. Vader was tijdens zijn laatste

schoenen. Ze nam Gerrit en

verlof met Hans en Gerrit over de Haerstraat naar de

Hans mee terug naar huis. ‘Vandaag geen school,

Bentheimerstraat gefietst. Hij had gewezen naar de

jongens. Jullie blijven binnen.’ Ze zette de radio aan.

rioolbuizen die met zand konden worden gevuld.

Er volgden spannende dagen. Het was Pinksteren en

‘Daarmee sluiten ze de straat af. En ze blazen alle

ze hoefden dus nog steeds niet naar school. Moeder

bomen hier op, jongens, zodat er echt geen Duitser

luisterde aandachtig naar de radio. Er was veel

“Wow dat zijn er veel. Nu is het oorlog”


8

keien van de Groote Markt… Het maakte veel indruk op Gerrit. Alleen de vliegtuigen waren eng. Wat als ze een bom op hun huis lieten vallen? Opeens had Gerrit overal genoeg van en rende hij terug. Moeder zat huilend in haar stoel. Zelfs Hans was stil. Twee bleke gezichten keken Gerrit aan. ‘De koningin was net op de radio. Rotterdam is gebombardeerd. We hebben

De rioolbuizen aan de Bentheimerstraat belemmerden de Duitsers nauwelijks

de oorlog verloren,’ zei Hans. ‘Zie je nou wel,’ snikte moeder. ‘Ik zei het toch!’

nieuws maar niets over vader. Kon hij de Duitsers

Oldenzaal, 10 juni 1940

tegenhouden? Leefde hij nog? Gerrit zag de wanhoop in moeders ogen. Gerrit vluchtte naar buiten. Hij ging

Drie Oldenzaalse jongens waren bij de Grebbeberg

voetballen. Tenminste, dat beloofde hij moeder. Maar

gesneuveld. Gewone jongens. Maar vader leefde nog!

in werkelijkheid probeerde hij zo veel mogelijk

Dat was zeker. Ze hadden twee weken geleden een

Duitsers te zien. De blinkende geweren, de nette

brief van hem ontvangen. En vandaag kwam hij naar

uniformen, de zware laarzen die dreunden op de

huis. Tenminste, dat hoopten ze. Ze wisten dat vader

Voedselbonnen..

De distributie sers Al een maand na de inval van de Duit egelen. Dit kwamen de eerste distributiemaatr van de om een eerlijker verdeling te krijgen n. Het steeds schaarser wordende goedere margarine begon met de distributie van boter, textiel en en vetten, gevolgd door rijst, meel, dstoffen zeep. In oktober 1940 waren ook bran te koop. alleen nog via de distributiekantoren bonnen konden bij de leveranciers voor een stamkaart en bonnen. De Elke persoon in Oldenzaal kreeg hier rten werden bij de r op bonkaarten plakten. De bonkaa wee rt beu hun op nen bon de die worden ingeleverd, heid om goederen in te kopen. den kregen daarmee weer gelegen nlie zake de en rd leve inge t iens d distributie­ in de Landbouwschool aan de edienst in Oldenzaal was gevestigd buti istri d ­ de van r ntoo fdka hoo Het . Daarom probeerde men aan extra ributie was er gebrek aan van alles ­Bentheimerstraat. Ondanks de dist overvallen. Dit is in den de distributiekantoren ’s nachts wer en sted dse rlan ede N ­ veel In bonnen te komen. een gegeven moment r de politie voortdurend bewaakt. Op doo ze den wer Wel . eurd geb it noo Oldenzaal egeleiding naar het stadhuis de dag per handkar en onder politieb van eind het aan nen bon de den wer morgen werd de ceremonie in s bewaard te worden. De volgende gebracht om daar in een grote klui leven gesjoemeld met bonnen om werd veel en met gevaar voor eigen ­omgekeerde richting herhaald. Er onen in het bevolkingsregister krijgen. Zo werden verzonnen pers nen kun te s iker erdu ond voor eten ten voldoende worden. Ook werden de volle bonkaar kaarten en bonnen verstrekt konden stam a extr r rdoo waa , even schr inge eraf geweekt en opnieuw gebruikt. ietiging gered. De bonnen werden van winkeliers weleens van de vern


9

De luchtgevechten door de Duitsers was gevan­ gengenomen, dat hij gezond was en dat hij met duizenden andere krijgs­gevangenen, waaronder vele Oldenzalers, door Hitler was vrij­ gelaten. De stad was er al dagen klaar voor. Vrijwel iedereen leek ermee bezig. Overal was ruimte vrijgemaakt. E ­ r stonden kappers en verpleegsters klaar. En, belangrijker nog, de bakkers bakten hun beste broden. Hans en Gerrit hadden al vele malen genoten van de verse koek, terwijl ze bij het station vol verwachting keken naar de treinen die kwamen en gingen. Sporen genoeg, maar niet van vader. Het was al bijna middernacht toen moeder besloot naar huis te gaan. Gerrit was moe. Hans nog niet. ‘Oké, een uurtje nog, dan gaan we,’ zei moeder met een zucht. Een halfuur later reed er vanuit Hengelo een trein het station binnen. Vader was weer thuis.

Oldenzaal, 16 februari 1941 ‘Hans?’ ‘Ja.’ ‘Mag ik morgen jouw schoenen aan?’ ‘Waarom?’ ‘Jij moet toch in huis blijven. Jij hebt huisarrest. En met mijn schoenen kan ik echt niet meer voetballen.’ ‘Wat krijg ik daarvoor?’ ‘Niets.’ ‘Dan niet.’ ‘Doe niet zo stom!’ ‘Dan wil ik jouw plak kaas.’ …

De Tweede Wereldoorlog was een

grondoorlog én een oorlog in de lucht. In het begin war en de Duitsers op beide terreinen oppermachtig. Maar van af 1942 kregen de geallieerden in de lucht de overhan d. Formaties van wel honderden vliegtuigen vlogen over Oldenzaal naar Duitsland om daar de grote industrie steden te bombar­ de­ren. Eerst alleen ‘s nachts, daarna ook overdag. Je kon ze al van verre horen aankomen. Eers t hoorde je een zacht gezoem als van een zwerm bijen, maa r het geluid werd steeds harder, tot een oorverdoven d lawaai aan toe. Bij helder weer kon je de witte conden sstrepen die de vliegtuigen achterlieten goed zien. Als ze hun dodelijke bommenvracht hadden afgeworpen , keerden ze terug langs dezelfde weg. De Oldenzalers waren zich bewust van het gevaar, maar wisten ook dat dez e armada vrede zou brengen. De Duitsers probeerden met alle mogelijke middelen de geallieerde bommenwer pers onschadelijk te maken. Op vliegveld Twente waren Duitse jachtvliegtuigen gestationeerd. Rondom Oldenzaal stonden zoeklichten en afweergeschut. Als een vliegtuig in een lichtbundel van een zoeklicht was gevangen, werden er jagers op af gestuurd en werd vanaf de grond doo r het afweergeschut gevuurd. Hevige luchtgevechten spe elden zich in het luchtruim boven Oldenzaal en Ber ghuizen af. Oldenzalers keken er gefascineerd naar. De geve chten maakten veel slachtoffers en leidden tot een groo t verlies aan vlieg­ tuigen. Aangeschoten bommenwer pers moesten nood­ gedwongen hun bommen laten valle n. Ook in Oldenzaal en directe omgeving vielen bommen en crashten vliegtuigen die veel schade aanrichtten.

‘Nou?’ ‘Goed.’ Er was de afgelopen tijd veel veranderd. Vader en moeder konden niet alles meer kopen wat ze nodig hadden. Brood, boter, kaas, suiker, koffie, kleding, schoenen, voor alles had je distributiebonnen nodig. En dan nog kreeg je niet veel. Soms was er zelfs helemaal niets. Hans en Gerrit gingen weleens naar boer Nijhuis - ‘de Roasboer’ - in Berghuizen om melk of eieren te kopen. Dat was spannend, want ze

Boven: Het afweergeschut in De Eekt

e. Onder: Vliegende forten


10

Waargebeurd HET VERHAAL VAN GERHARD EGBERINK (20) van de Duitsers gevallen. En die vijand komt nu steeds dichterbij. Om 9 uur klinkt het bevel ‘Terugtrekken!’ Dat gebeurt vooral per fiets. Een eigen legerauto rijdt een sloot in, maar de munitie mag niet in handen van de Duitsers vallen. Met gevaar voor eigen leven steken ze de auto in brand en zoeken ze dekking voor de heftige explosie. Maar op die vlammen komen Duitse bommenwerpers af. Opnieuw dekking zoeken dus. Gevaar vanuit de lucht! Tegen de avond kunnen ze even rusten in een café. Met een kameraad zoekt Gerhard een plaatsje onder het biljart. Met het gasmasker als hoofdkussen vallen ze in slaap. Lang duurt dit niet, want de tocht met onbekende eindbestemming gaat midden in de nacht verder. Rust krijgen ze niet. Ze worden doodmoe. Gevaar door slaapgebrek! ‘Niet aan de kant rijden, landmijnen!’ zo worden ze telkens gewaarschuwd. Gevaar door landmijnen! Laat op de zaterdagmiddag worden ze ingekwartierd op een boerderij in de buurt van het stadje Buren. Ze rammelen van de honger. Bij een slager weet Gerhard een stuk worst te bemachtigen. Gevaar door honger! De vader van Gerrit en Hans vertelde na thuiskomst

Op zondag, de Eerste Pinksterdag, worden auto’s

weinig over wat hij tijdens de korte strijd tussen

door het leger gevorderd. Gerhard moet op die

Nederland en Duitsland aan het front bij de

feestdag de auto’s voorzien van een groene camou­

­Grebbeberg had meegemaakt. Dankzij een oud

flagekleur. Opeens duiken Duitse vliegtuigen naar

schrift met oorlogsherinneringen van Oldenzaler

beneden. Hun machinegeweren ratelen. Dekking

Gerhard Egberink, die destijds op de Eschstraat 5

zoeken! Om 8 uur ’s avonds volgt het bevel ‘Verder

woonde en met wie vader in hetzelfde bataljon

terugtrekken!’ Nu richting Utrecht, opnieuw op de

zat, krijgen we toch een beeld van wat hij heeft

fiets een lange nachtelijke tocht naar Amerongen.

meegemaakt. In zijn verhaal komt het gevaar van

Maar dat is bloedlink, zo veel soldaten op die smalle

alle kanten.

dijk: een gemakkelijke prooi voor een vijandelijk vliegtuig. Opnieuw dekking zoeken dus, rollend vanaf

Op vrijdag 10 mei 1940 om 4 uur ’s nachts wordt er

de dijk. Ze hebben die nacht niet kunnen slapen,

hard op de slaapzaaldeur van de Krayenhoffkazerne

maar moe of niet, ze worden met auto’s verder naar

in Nijmegen gebonsd: ‘Jongens, het is zover! De

het front gebracht, naar Rhenen, naar de Grebbelinie!

Duitsers vallen aan! Het is oorlog!’ De bruggen

Gevaar door het vernietigende oorlogsgeweld!

over de Waal zijn door de Nederlandse soldaten

Te voet naderen ze door de bossen het front, de vijand

opgeblazen, maar één brug is door verraad in handen

tegemoet. De artillerie beukt er zwaar op los en voor


11

hen ligt Rhenen, dat veranderd is in een rokende puinhoop. Sluipend door de straten komen ze bij de kerktoren, waar een Duitse mitrailleur vrij spel heeft. Opeens horen ze geknetter van kogels. ‘Zoek dekking!’ roept Gerhard. Al wegduikend in een sloot treft een kogel zijn helm. Die helm redt zijn leven. Maar kort daarna hoort hij een gil. Eén van zijn makkers is getroffen. Een hospik verzorgt even later de bewusteloze soldaat. In totaal sneuvelen bij Rhenen in vijf dagen 400 Nederlandse soldaten.

Een klas van de Radboudschool in 1941

Gevaar door vijandelijke kogels! Opnieuw klinkt het bevel ‘Terugtrekken!’ Gerhard en

konden worden aangehouden door Nederlandse

zijn mannen vinden hun achtergelaten fietsen terug.

landverraders die wilden voorkomen dat er voor

Maar moe dat ze zijn! Moe en hongerig. Ze kunnen

henzelf niets meer overbleef. Eén keer, toen Hans

staand in slaap vallen. En smerig dat ze zijn! In dagen

hard doorfietste, trok zo’n halve mof zijn wapen. Maar

niet gewassen. Ze stinken. Gelukkig zijn er mee­

hij schoot gelukkig niet. Als het luchtalarm ging

levende burgers die hen eten en drinken geven. Maar

moesten ze schuilen, ergens in een kuil, een sloot of

ze bereiken, hoewel nog een paar keer ­beschoten,

achter een muurtje. Dan volgden vaak spectaculaire

toch hun doel: Fort Honswijk bij Houten. Hier hoort

luchtgevechten tussen de Engelsen en de Duitsers.

Gerhard dat de capitulatie een feit is. Duitse soldaten

Het leek op vuurwerk, al bleef Gerrit bang voor hun

gaan het fort binnen en iedere soldaat moet z’n

huis. Bommen vielen er niet zo vaak meer, maar wat

wapens inleveren. De strijd is ten einde. Ze zijn nu

als zo’n vliegtuig neerstortte? Op een dag vond Hans

krijgsgevangenen. Gevaar door de bezetters!

iets in het weiland wat ze een brandplaatje noemden.

Ze worden in stinkende veewagons op verschillende

Volgens zijn leraar, meneer Majoor, die honderd

dagen weggevoerd naar plekken ver in Duitsland.

dagen gevangen had gezeten in Almelo en daar van

Ze worden slecht behandeld, krijgen slecht te eten,

alles had geleerd over de oorlog, gooiden de Engelsen

maar bijna vier weken later, op 11 juni, brengt de trein

die dingen uit de vliegtuigen om Duitsland in de fik te

hem terug in zijn geliefde Oldenzaal. Hij heeft het

steken. Het was levensgevaarlijk om zo’n plaatje te

overleefd. Het gevaar is geweken.

bewaren, maar Hans zei dat ie een veilige opbergplek had gevonden. Tot zijn godsdienstboekje tijdens een

Na de oorlog woonde Gerhard Egberink ‘aan de

mis in de Plechelmuskerk plotseling begon te

Kleibult’. Hij trouwde, werd vader en was postbode.

branden! Vandaar het huisarrest. Vandaar dat Gerrit zijn kapotte klompen kon inwisselen voor Hans’ minder kapotte schoenen. Vandaar dat hij die dag dus weer lekker ging voetballen.

Oldenzaal, 12 oktober 1941 Gerrit moest lachen. Heel zachtjes, zodat de meester niet wakker zou worden. Bijna iedere man in Oldenzaal was opgeroepen voor de kabelwacht en blijkbaar had de meester afgelopen nacht moeten verschijnen. Gerrit dacht terug aan gisteren, toen hij in de wacht­ kamer van dokter Visser aan de Spoorstraat zat. Hij moest al dagen hoesten, had keelpijn en wilde niet eens met zijn vrienden spelen. Dus nam zijn moeder Nederlandse krijgsgevangenen op station Oldenzaal

hem mee naar de dokter. Terwijl ze op hun beurt


12

soldaat heel erg boos. Maar de dokter hield voet bij stuk: ‘Wenn Sie Pflege brauchen, ist der Friseur auf der anderen Strassenseite.’ (‘Als u verzorging nodig heeft, de kapper is aan de overkant.’) en hij begeleidde de man persoonlijk naar buiten. Moeder vroeg later of dokter Visser niet bang was voor straf van de Duitsers. De dokter zei: ‘Nee, die man hoopt dat dat uitspuiten misgaat, zodat hij de dienst kan verlaten. Na dit spreekuur loop ik even naar de Ortskommandant. Ik ben te druk voor dit soort onzin.’

Oldenzaal, 23 februari 1942 Een schoolverhuizing met paard en wagen

‘Hans?’ ‘Hm.’ zaten te wachten kwam er een Duitse soldaat binnen.

‘Ik heb het koud.’

Hij liep direct door naar de kamer van de dokter,

‘Wie niet.’

opende de deur en riep: ‘Sofort Ohren ausspritzen!’

‘De Duitsers niet, denk ik.’

(‘Meteen de oren uitspuiten!’). De dokter bleef kalm,

‘Nou, dan ga je toch bij die moffen slapen?’

keek in de Duitse oren en zei: ‘Nicht nötig. Sie können

‘Hebben zij wel genoeg te eten, denk je?’

gehen.’ (‘Niet nodig. U kunt gaan.’) Toen werd de

‘Ja, die hebben alles, joh. En ze pikken steeds meer in

De kabelwacht t belang dat er Het was voor de Duitsers van groo den gebracht tussen goede verbindingen tot stand wer oldoende telefoon­­­­ de hoofdkwartieren. Omdat er onv engronds kabels aan­sluitingen waren, werden er bov ten en dwars te ­aangelegd. Om de Duitsers te pes van vernielingen. zitten, waren deze kabels doelwit eenvoudig Het was ook zo ­gemakkelijk. Met een rsnijden. Dat namen keukenmes kon je de kabels zo doo maatregelen in om de Duitsers niet. Ze voerden strenge ustus 1941 werd de kabels te beschermen. Op 26 aug kende dat elke de kabelwacht ingesteld. Dat bete en g om een gedeelte van de kabels in tussen de 18 en 60 jaar opdracht kree mannelijke inwoner van Oldenzaal , rs daar vier uur lang in weer en wind 150 meter stonden de kabelwachte rond Oldenzaal te bewaken. Om de ud ijsko november ’s nachts je, vooral niet toen het in oktober en pret n gee was Dat hts. nac ’s als zowel overdag voorkomen, werden de kabels en om verdere schade aan kabels te lking bevo de it vanu hten klac vele werd. Na cht. 1 kwam er een eind aan de kabelwa s aangelegd. Op 23 december 194 op een gegeven moment ondergrond


13

Waargebeurd HET VERHAAL VAN ROB (11) EN RENÉE (13) HEIJMANS De jonge kinderen waren broer en zus en kregen een alpinopet diep over het hoofd gedrukt, die nog enigszins de uitgesproken Joodse gezichtjes verborg. Nu begon er echter in ons huis een bepaalde ­spanning te heersen, aangezien we niemand van onze familie en kennissen hiervan iets hadden laten weten. Ons huisgezin, we hadden een zoon van twee jaar en de tweede was op komst, was door de opname van de twee Joodse kinderen plotseling zeer kwets­ baar geworden, want de verraders sliepen niet. En juist in deze dagen leek het alsof iedereen het nodig vond om ons op te zoeken. Ons gedrag zal in die dagen weleens bevreemding hebben opgewekt, maar na de oorlog hebben we ze alles verteld en allen begrepen waarom het gebeurd was. Geheel onkundig dus van het feit dat onder ons dak onschuldige kinderen met bonzend hart op een bovenkamertje zaten te wachten, bleven naar ons idee de verschil­ lende bezoekers ontzettend lang ‘plakken’. Was het bezoek dan eindelijk verdwenen, klonk onze roep aan de trap: ‘Rob en Renée, kom maar beneden!’ Onze zoon, die op zijn manier al een hartig woordje In september 1941 werd in Twente een groep

meepraatte, bracht ons op een keer erg in verlegen­

van 115 Joodse mannen opgepakt, onder wie

heid. Moeder kwam op bezoek en de Joodse kinderen

8 Oldenzalers. Ook Theo Heijmans uit Enschede zat

stoven naar boven. Het was voor oma altijd een

bij die groep. Ze werden naar concentratiekamp

prettige afwisseling om met onze zoon te keuvelen.

Mauthausen in Oostenrijk gebracht. Ze moesten daar

Op een keer maakte oma reeds aanstalten om naar

onmenselijk zwaar werk doen in een steengroeve.

huis te gaan en staat onze zoon onderaan de trap te

Ruim een maand later hadden alle Oldenzaalse

roepen: ‘Rob en Renée tommanede!’ Natuurlijk krijgt

mannen zich letterlijk doodgewerkt. Theo Heijmans

hij geen antwoord, zodat hij zijn oproep nog eens luid

stierf op 10 oktober 1941. Hij was toen 43 jaar. Zijn

herhaalt. Gelukkig konden wij moeders aandacht van

kinderen konden op tijd onderduiken bij de familie

hem afleiden.

Evers aan de Deken Scholtenstraat 6 in Oldenzaal.

Mijn vrouw was in die dagen zeer druk in de weer

Meneer Evers schreef hier na de oorlog onder meer

om voor de kinderen de toestand dragelijk te maken.

het volgende over:

Indien het weer het toeliet, hingen op ons platje elke dag de dekens en de lakens van onze bedden. In deze

“Mijn vrouw en ik besloten om twee Jodenkinderen

vierkante tent, zonder dak uiteraard, lagen dan op

van vroegere kennissen in ons huis te laten onder­

een paar kussens de beide kinderen van frisse

duiken. De tien kilometer afstand van het voorlopige

lucht te genieten. Maar stel je voor hoe moeilijk het

onderduikadres werd op een gure, donkere avond

voor de kinderen is geweest, want rechtop staan of

genomen met elk een Joods kind achter op de fiets.

lopen was op het platje absoluut niet toegestaan. >>


14

van ons. Heb je het al gehoord van de paarden?’ ‘Wat is daarmee?’ ‘De Roasboer vertelde me dat de moffen alle paarden gaan vorderen.’ ‘Niet waar.’ ‘Wel.’ Gerrit moest huilen. Alles was stom. Vorig jaar al moest zijn Radboudschool verhuizen naar de Lyceumstraat. En nu was de school zelfs gesloten vanwege de kou. Er was niet genoeg brandstof om het gebouw te verwarmen. Thuis was het ook koud. Toen Hans gisteren met dikke takken aan kwam zetten, trok zelfs bij vader even een glimlach over het gezicht. Maar meer dan een hoop rook in de keuken leverde het niet op. Het hout was veel te nat. Warm eten zat er die avond weer niet in. ‘Morgen kijk ik wel even bij Geldermans gaarkeuken,’ mompelde vader. Hij mompelde veel de laatste tijd. Vader zag er slecht uit. Hij leek voortdurend in gedachten verzonken en tikte De Todesstiege (trap des doods) in Mauthausen

vaak en lang met zijn vingers op de keukentafel. Terwijl moeder heel goed wist dat dat door vaders tijd op de Grebbeberg kwam, zei ze: ‘Dat komt omdat hij

Inmiddels had ik ontdekt dat in onze straat een paar

niet meer kan roken.’ Moeder rookte niet, maar ze

minder betrouwbare burgers over ons hadden

had wel gemopperd dat ze alleen nog nep-koffie en

gesproken. In eerste instantie schrokken we en

nep-thee kon drinken. Surrogaat, noemde ze dat.

dachten dat ons geheim uitgelekt was, maar gelukkig

Alsof dat zo erg was. Vies eten, dat was erg! De kou,

bleek al spoedig dat het onze streng verboden radio

die was erg! Maar het allerergst was nog wel de

betrof. Aangezien wij in ons stadje als anti-Duits

politieagent die vandaag het Plechelmusplein op liep

bekendstonden, moesten wij op ons qui-vive blijven.

om Gerrits bal in beslag te nemen. De man deed heel

De kinderen kregen opdracht om zich op het eerste sein van ons niet naar hun eigen kamer te begeven, maar naar de zolder van onze afwezige Duitse

De Stolpersteine (struikelstenen)

buurman. Het was namelijk zo dat op de zolder de

van de familie Kaufmann

verbindingsmuur niet geheel door gemetseld was. Er was een opening waar zelfs een volwassen man met een klein beetje moeite doorheen kon. Geen mens die er ooit aan gedacht zou hebben, dat juist op de zolder van de grootste vijand twee Joodse kinderen een veilige schuilplaats hadden.” Rob en Renée Heijmans overleefden de oorlog, maar ze zijn niet lang in Oldenzaal gebleven. Toen meneer Evers na een onhandige opmerking door de Gestapo, de Duitse geheime politie, werd opgepakt, werden ze snel naar een andere plek gebracht. In totaal verbleven ze op zestien verschillende onderduik­adressen.


15

gewichtig. ‘Op straat mag je niet voetballen, jongens. Ik heb het al zo vaak gezegd.’ Dat het van het hoofd van de christelijke school wel mocht, kon de agent niets schelen. Gerrit dacht: ‘Als er al geen eten te koop is, hoe kom ik dan aan een nieuwe bal?’ Gerrit keek vanuit zijn bed naar de Plechelmustoren. De toren zag er vandaag boosaardig uit. Hij dacht aan de torenwachten die alles in en om Oldenzaal in de gaten hielden. Ze moesten het nog veel kouder hebben dan hij. Hij dacht ook aan wraak. Op die politieagent. Maar ook op alle Duitse soldaten. Hij had er genoeg van dat ze alles inpikten! Het begon vorig jaar met de auto’s, toen de brandstof, toen de elektriciteit, toen het eten, vandaag de bal. En straks ook nog alle paarden?! Hij droomde ervan met zijn

geworden. ‘Het is hier niet best, jongen. Nergens in

knijpkat, een soort zaklamp zonder batterij, gekregen

Nederland, maar hier is het erger. In Oldenzaal doet

voor zijn laatste verjaardag, te seinen naar de Engelse

men alsof men elkaar verdraagt, maar velen leven in

piloten die over Oldenzaal naar Duitsland vlogen. Op

hun eigen kring, gaan

het juiste moment, als het Plechelmusplein vrij was

naar hun eigen kerk en

van Duitsers, zouden er honderden Engelsen soldaten

kopen in hun eigen

kunnen landen. Ze zouden alle moffen verjagen. Dan

winkels. Ze mijden

kon vader weer roken, moeder weer koffiedrinken en

anderen waar mogelijk.’

hij weer voetballen.

Gerrit flapte eruit: ‘Mag

“Heb je die gele ster al gezien die ik

ik daarom niet met u

Oldenzaal, 14 augustus 1942

praten van vader en moeder?’ Meneer

sinds begin mei moet dragen?”

Moeder maakte zich druk om de straatnamen die de

Kaufmann moest lachen,

Duitsers hadden aangepast. Niets mocht herinneren

maar niet zo hard als

aan de nog levende leden van het Nederlandse

anders. ‘Ach jongen, als

koningshuis. De Wilhelminastraat heette nu Peter

je alles eens wist… Heb

Tonstraat, de Julianastraat werd Victoriestraat en de

je die gele ster al gezien die ik sinds begin mei moet

Prins Bernhardstraat veranderde in de Paul

dragen? En wist je dat ik mijn fiets heb moeten

Krügerstraat. De grote, vrijstaande woning van

inleveren bij de Duitsers? En dat jij eigenlijk helemaal

de nieuwe NSB-burgemeester Weustink aan de

niet meer naar mij mag zwaaien, laat staan met me

Haerstraat werd huize Sirene in plaats van huize

praten? Ach jongen, wat een vernedering! Dat ik dit

Irene. Daar moest Gerrit wel om lachen. Want op het

nog moet meemaken op mijn leeftijd.’ Het was al bijna

dak stond sinds kort een toeter van het luchtalarm.

8 uur, Gerrit moest naar huis vanwege de avondklok. ‘En ik moet naar binnen,’ zei meneer Kaufmann. Hij

Gerrit sprak zo af en toe met Moritz Kaufmann, een

pakte rustig zijn stoel op, zette hem in de deuropen­

Joodse handelaar in paraplu’s en allerlei andere

ing, ging weer zitten en zwaaide Gerrit na. Voor de

dingen. Vader en moeder hadden dat liever niet.

laatste keer, want Moritz Kaufmann

Gerrit deed het toch, want de man zwaaide altijd

werd met zijn vrouw eind september

vriendelijk vanaf zijn stoel voor zijn huis aan de

door de Duitsers opgepakt. Beiden zijn

Tulpstraat 76. En hij kon prachtig vertellen over wat

op 27 november 1942 in concen­

hij ooit had meegemaakt in de Nederlandse dorpen en

tratiekamp Auschwitz vermoord, terwijl

steden waar Gerrit nog nooit van had gehoord. De

hun zoon David een jaar eerder al in

laatste tijd was meneer Kaufmann minder vrolijk

werkkamp Mauthausen stierf. ‘Er zijn nu bijna


16

geen Joden meer over,’ was

‘Alleen als we dagelijks bidden, zegt de pastoor.’

alles wat Gerrits vader er nog

‘Doe dat dan.’

over zei.

‘Ik bid liever voor gebakken spek.’

Oldenzaal, 15 mei 1943

Het was niet meer leuk in huis. Nu Gerrit de lucht­ gevechten niet meer kon zien vanuit het zolderraam,

‘Hans, liet jij een scheet?’

waren ze veel enger geworden. Gisteren trilde de

‘Hoezo dat nou weer!’

grond. Vanmorgen zag hij dat bij de buren twee

‘Omdat het hier stinkt.’

ramen kapot waren gesprongen. De buurvrouw

‘Dat komt omdat we in de kelder liggen.’

­vertelde moeder dat Hengelo en Enschede ‘kats plat’

‘Ik wil weer naar boven.’

waren gebombardeerd. De buurvrouw riep wel vaker

‘Dat is te gevaarlijk, zegt moeder.’

wat, zei moeder. Maar Gerrit had heus wel door dat

‘Maar nu kan ik de Plechelmustoren niet zien.’

ook moeder ongerust werd. Hoe stiller vader was, hoe

‘Nou, die blijft heus wel staan zonder dat jij kijkt.’

luider moeder mopperde. Alleen toen twee weken

Joden en Sinti

ct ht kwam in Duitsland, kwam er dire Toen Adolf Hitler in 1933 aan de mac ap sch gang. De kleine Joodse gemeen een stroom Joodse vluchtelingen op n te tte een fonds op om deze vluchtelinge van 67 personen in Oldenzaal rich In rokken na het begin van de oorlog. helpen. Enkele Joodse gezinnen vert al een ebleven Joodse mensen in Oldenza oktober 1942 ontvingen de achterg naar huis. Ze werden met vrachtwagens oproep om zich te melden bij het stad bleven. Daarna Westerbork afgevoerd, waar ze kort rt naar de concen­ gingen ze bijna allemaal op transpo in Polen, waar ze tratiekampen Sobibor en Auschwitz De jongste was een direct na aankomst werden vergast. 3 jaar oud. Mevrouw meisje, Lea Paulina Minco. Zij werd Zij was 92 jaar oud Lina Cohen-Ten Brink was de oudste. Monumenten voor Joden en 3 waren er in Oldenzaal toen ze werd vermoord. Vanaf 194 Sinti in de Herdenkingstuin n en hun spullen inge won Hun r. mee sen men se geen Jood Slechts vijf van hen werden door de Duitsers ingepikt. woonde aan de Bentheimer­ duiken, onder wie Harry Cohen, die overleefden de oorlog door onder te rijdende trein richting Assen te teerd, maar ontsnapte door uit de straat 70. Hij werd in 1943 gearres ns en na de oorlog in Olden­ de Joodse gemeenschap, voor, tijde van n leve het en aal verh Zijn n. springe ar in de lucht, ik ruik het’. r beschreven in het boek ‘Er zit geva Noo hter doc zijn r doo 0 201 in is , zaal ifamilie Weiss dacht woonwagens afgekondigd. De Sint voor od verb reis een 3 194 in den De Duitsers had ge ochtend van 16 mei hadden gevonden. Maar op de vroe en hav ge veili een aat rtstr Poo de dat ze aan en Karl-Willi ‘Jongen’ Weiss toe. Heli, Memmie, Maten, Pollo, Kalo 1944 sloeg ook bij hen het noodlot racht. Drie dagen later gingen r het doorgangskamp Westerbork geb werden uit hun huis gehaald en naa ss was nog maar 16 jaar. and overleefde de oorlog. Jongen Wei ze op transport naar Auschwitz. Niem


17

Mussert-plaquette

In alle openbare gebouwen werden tijdens de bezetting afbeeldingen van de koninklijke familie verwijderd en vervangen door portretten van Adolf Hitler of NSB-baas Anton Mussert. De NSB-burgemeester van Oldenzaal kreeg in juni 1942 bij zijn installatie een Mussert-plaquette uitgereikt. Deze werd direct na de bevrijding op de trappen van het stadhuis kapotgegooid.


18

Waargebeurd HET VERHAAL VAN MIEKE BORGHUIS (24) ingeschakeld, want vrouwen werden minder vaak lastiggevallen. Ze werd koerierster. Zij had samen met zus Dien een hoedenatelier in het ouderlijk huis aan de Scholtendijk 33. “In ons hoedenatelier was een heel grote kast. Achterin hadden we planken weggehaald en zo kwam men via een gat onder het huis. Een behoorlijke kruipruimte, maar je kon er alleen zitten of liggen. Poederfijn witgeel zand was de ondergrond en het was er nooit nat. Als iedereen erin was, deden we de planken er weer op, en de Bethlehemstal, we zetten er tientallen schaatsen voor, en zo werd het weer een heerlijke rommelplek. Elke keer als er maar enig onraad was, klonk het: ‘Jongens, het gat in!’ Op een ochtend kwamen de moffen steeds dichterbij, vanaf de Hooge Haerlaan. De onderduikers zaten allang in het gat. ‘Woar bint ze noe?’ (‘Waar zijn ze nu?’) ‘En woar noe?’ O, ik hoor het de mannen in het gat nog Martin Borghuis en een aantal andere mannen uit

schreeuwen. Toen ik alles secuur had gecontroleerd,

Oldenzaal en Rossum boden tijdens de oorlog klein,

rook ik opeens iets. Ik riep in de kast: ‘Jullie zijn aan

maar belangrijk verzet. De groep hielp Engelse piloten

het roken, waar is je verstand?’ Een van de zes zei:

van wie het vliegtuig uit de lucht was geschoten terug

‘Kun je dat ruiken dan?’ Ik schreeuwde: ‘Is het nog

naar veilig gebied. Ze probeerden op verschillende

niet erg genoeg? Straks komen ze hier en wat als ik

manieren de Duitsers dwars te zitten. Voor het

het nu niet geroken had? Moet ik daarover ook nog

brengen en halen van berichten met andere Twentse

mijn hoofd breken? Is het nog niet erg genoeg dat de

verzetsgroepen werd Martins zus Mieke regelmatig

plaspot steeds in en uit dat gat moet? Wij doen alles

geleden een ‘bericht van hogerhand’ kwam dat vader

geweest. ‘Dat doe je toch niet? Dan worden ze

zich moest melden om opnieuw krijgsgevangen

doodgeschoten!’

genomen te worden, vonden ze troost bij elkaar. Dat had Gerrit een goed gevoel gegeven. Nog blijer werd

’s Middags legde moeder aan Gerrit en Hans uit wat

hij toen directeur Joan Gelderman liet weten vader

de Arbeitseinsatz was en dat je een Ausweis nodig

niet te kunnen missen op de fabriek, en dat hij een

had om eraan te ontkomen. ‘De Arbeitseinsatz

vrijstelling zou regelen. Een paar dagen later was er

verplicht alle mannen tussen de 18 en 35 jaar om

toch weer ruzie. Vader moest opgeven wie van zijn

het werk over te nemen van de Duitse soldaten die

mensen uit protest tegen dat ‘hogeronhandige’

ergens in Frankrijk of Polen aan het vechten zijn.

bericht een paar dagen in werkstaking was gegaan.

Tenzij je al werk hebt. Dan krijg je een papiertje, een

Moeders stem was in de kelder duidelijk te horen

Ausweis, dat je altijd bij je moet dragen.’ Moeder was


19

met liefde hoor, wees maar heel gerust. Maar werk dan wel een beetje mee!’ Eindelijk waren de moffen bij ons. Eerst vier, met hun geweer in de aanslag. Overal, maar dan ook overal werd gezocht. In het atelier deed een mof de grote kastdeur open, maar hij durfde er niet in. Toen schreeuwde hij: ‘Komm heraus!’ (‘Kom eruit!’) Ach, onze arme jongens. En Dien en ik moesten overal mee naartoe. Ik moest mee naar de grote schuur. Daar zat ook niemand. Toen zei die mof: ‘Aha, die fietsen kunnen we mooi meenemen.’ Ik werd brutaal en zei bits:

Menu voor leden van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten

‘Waag dat eens! Sie kommen heute für Männer.’

uit Oldenzaal en omgeving nadat ze dagenlang de bossen rondom

(‘U komt vandaag voor mannen.’) Toen lachte hij

Apeldoorn controleerden op achtergebleven Duitsers

een beetje en bond netjes in. Toch vertrouwden ze ons niet. Steeds kwamen er nieuwe moffen bij. Eentje zat zeker een kwartier lang op de hurken in

na de ander te lachen en zo trokken ze heel langzaam

het open raam van de kelder te kijken. Hij wou het

mooi op de deur aan en ik bleef maar lachen met

verborgene er wel uit kijken! Ze voelden dat er iets

Dien. We konden niet meer van de spanning en

niet pluis was. Dien en ik spraken met opzet Duits

ellende. God zij geloofd, ze waren weg! In de kast:

met hen. Ik had mijn zwarte halve schortje nog voor

‘Stil, het is nog niet over. Geen kik!’ Dat ging nog een

met de schaar aan een band ernaast hangend. Dat

hele tijd zo. Die arme stakkers. Voorlopig was het

hadden alle hoedenmodistes, want toen ze bij ons

veilig, maar je kon nooit weten. Pas om een uur of 4

kwamen waren wij zogenaamd aan het werk. Ik zei

maakten wij het gat vrij en daar kwamen ze. Kapot.

dan ook, na een minuut of twintig, dat het welletjes

Stijf. Doodmoe van de spanning. Maar toen ze zich

was en begon gewoon aan een hoed verder te

begonnen te beklagen, kregen ze van mij de volle

werken. Een mof kwam achter me staan en wilde

laag. ‘Wat? Jullie hoefden niets te doen, alleen je

weten of ik voor hem een hoed wilde maken. Ik

koest houden en meer niet. Dien, moeder en ik

draaide me om en dacht: nu of nooit. Ik zei in het

moesten het opknappen.’ Natuurlijk deed het mij zeer

Duits heel guitig: ‘Ik denk niet dat ik dat kan, want je

om die wit weggetrokken gezichten te zien, maar mij

kop is te dik.’ Toen vlamden zijn ogen, maar ik begon

was door hen zelf geleerd: hard moesten we zijn, en

heel hard te lachen en toen begon langzaam de een

anders niets.”

natuurlijk blij dat vader gewoon thuis kon blijven, maar ze was bang voor al die jonge Oldenzaalse jongens zonder werk. ‘Die kunnen toch niet zomaar ergens naar weet-ik-veel-waar worden gestuurd!’ Ze had van haar vriendin Dien, die een hoedenatelier aan de Scholtendijk had, al eens de vraag gekregen of er misschien ooit eens een paar van die jongens in hun kelder konden schuilen. ‘Dat gaat vader nooit goed vinden,’ zei moeder. Ze zei er heel zacht achteraan: ‘Bovendien slapen De Radboudschool is in 1944 een Duitse kazerne

jullie daar al.’


20

Oldenzaal, 16 oktober 1943

keuken was al veel eerder weggebracht. De Duitsers wilden niet meer dat ze naar de Engelse radio

Hans had hard gevloekt toen vader twee weken

konden luisteren. Terwijl het juist nu, nu Hans en

geleden had gezegd dat hij ook het kleine radiootje

Gerrit minder les op school hadden en ze steeds

in de kelder ging inleveren. Het grote apparaat in de

vaker van moeder niet naar buiten mochten, zo fijn was om nieuws, muziek of verhalen te horen! En wat moesten ze straks in de winter dan doen, als de school weer dichtging? Vader had gezegd dat het gevaar van ontdekking van de radio te groot was. En de straf te hoog. Moeder was het dit keer met hem eens. Opeens geklop tegen het kelderraam. ‘Gerrit, snel, laat me erin!’ ‘Waar kom jij vandaan? Het is 9 uur geweest. Je had al lang thuis moeten zijn.’

Voedseldistributie

‘Ik heb bij Karel aan de Kortestraat naar Radio Oranje

In de rij voor vlees tijdens de Kerst. Een beeld van

‘Nee.’

de gevolgen van de voedseldistributie tijdens de

‘Op de weg naar huis kon ik natuurlijk weer geen

eerste oorlogswinter, voor het gebouw van

barst zien door al die verduistering. En opeens botste

Openbare Werken in Oldenzaal.

ik tegen een man op die me stevig vasthield. Ik kon

geluisterd. Maar weet je wat er gebeurde?’


21

Frans Bruggeman

geen kant meer op, man!’ ‘Wie was het?’ ‘Jan de Weerd, van de politie. Maar dat zag ik pas nadat ik hem keihard tegen z’n schenen had getrapt!’ ‘Jezus. En toen?’ ‘Hij herkende me, zei “verdomme, Hans” en bracht me toen snel naar de poort.’ ‘Niet nog een keer doen.’ ‘Het ging toch goed? Wil je weten wat de koningin vertelde?’ ‘Nee. Vertel dat morgen maar.’ ‘Wie op het juiuiuiuiste oooogenblik handelt, slaat den Nazi op den kop.’ ‘Ik zei toch nee.’

Oldenzaal, 12 juni 1944 Gerrit werd er duizelig van. Hij was van alles tegelijk: blij, boos, opgelucht en bang. Hij was blij dat Hans een ‘Vliegende Hollander’ had gevonden met het nieuws dat de Engelsen, Amerikanen en Canadezen

De Slag om Stalingrad geldt als kee rpunt van de Tweede Wereldoorlog. Op 2 februari 1943 bleek na een maandenlange strijd het Duitse zesd e leger volledig vernietigd door het Russische Rode Leger. Voor het eerst drong tot in alle lagen van de burgerbe volking door dat de Duitsers de oorlog weleens zoud en kunnen verliezen. Het stemde de destijds 20-jarige Olde nzaler Frans Bruggeman vrolijk. Tijdens zijn wer k bij kledingzaak Van Schoot neuriede hij daarom de herk enningsmelodie van het verboden Radio Oranje, de eers te vier maten van de vijfde symfonie van Beethoven: ta-ta -ta-taaaa. Dit deed een vrouwelijke collega, lid van de NSB, blijkbaar zo veel pijn dat ze Frans verklikte bij een fout e politie-inspecteur. Frans werd opgepakt, in elkaar gesl agen en kwam in concentratiekamp Vught terecht. Daa r maakte hij de meest vreselijke dingen mee. In een intervie w met regiokrant Tubantia op 5 juni 2010 vertelde hij over een dronken SS’er die op een avond plotseling de slaa pzaal binnenkwam. ‘Hij joeg twaalf gevangenen onder twee eenpersoonsbedden. Elk lichaamsdeel dat eronder uitstak werd tot bloedens toe geslagen met een zweep.’ Ook zag hij hoe Joodse mensen schijnbaar zonder reden met geweerk olven tegen het prikkeldraad werden doodgeslagen. Frans overleefde de oorlog door zo onopvallend mogelijk zijn werk te doen in het Duitse werkkamp Kottern in de Algäu. Vele jaren na de oorlog kreeg Frans zware nachtmerrie s en angstaanvallen. Hij probeerde de ellende van zich af te schrijven, ‘maar wat ik niet goed op papier kon zetten, was het gevoel de vrijheid te missen. Ik herinner me een voge l die over het kamp vloog en de gedachte dat ik ook een voge l wilde zijn.’

– de geallieerden – op weg waren om Nederland te bevrijden. Maar hij was ook boos op zijn moeder, die al zijn haren had afgeschoren omdat ze gek werd van de stank van het azijnmengsel dat niets deed tegen de vlooien en luizen op Gerrits hoofd. Wel was hij opgelucht vanwege de koekjes die moeder aan Gerrits vrienden kon voorschotelen op zijn veertiende verjaardag. Er was immers al maandenlang niets lekkers meer te koop. Bang werd hij van vader, die hij ’s avonds vanuit de kelder ruzie hoorde maken met moeder. Blijkbaar was hij het niet eens met het werk dat een nieuw meisje op zijn afdeling, Mini Wevers heette ze, ’s avonds moest doen voor directeur Joan

Frans Bruggeman in 2010. Hij over

leed eind 2015 op 92-jarige leeftijd in Oos terhout


22

Stad zonder mannen de ochtend een Op 25 oktober 1944 reed al vroeg in Oldenzaal. grote zwarte auto door de straten van onteerd. Hieruit Op het dak was een luidspreker gem nelijke inwoners klonk dreigend het bevel dat alle man tot 55 jaar zich van Oldenzaal en Berghuizen van 17 Sparta-terrein onverwijld moesten melden op het nzaal) op (in die tijd het voetbalveld van VV Olde razzia werd snel en ‘’t heuveltje’ aan de Haerstraat. De ingeld. Er stonden grondig uitgevoerd. De stad was oms leek onmogelijk. zware mitrailleurs opgesteld. Vluchten zou worden Wie geen gevolg aan de oproep gaf, er in kelders, dood­geschoten. Enkelen doken ond en in de kerk of droegen vrouwenk­ leren, gingen bidd ziektes hadden. deden alsof ze de meest vreselijke van de dag Dramatische toestanden. In de loop nen op het verzamelden zich zo’n duizend man daar, terwijl vanaf Sparta­veld. De hele dag stonden ze gend op hen was de tribune een machinegeweer drei rijven stonden stil, gericht. Het werd stil in de stad. Bed personeel bakkers konden niet bakken, kantoor els waren verscheen niet op de werkplek, wink weis werden na een gesloten. De mannen met een Aus n 6 uur ’s avonds grondige controle vrijgelaten. Tege mannen richting vertrok een lange stoet van ruim 800 stonden Losser. Huilende vrouwen en kinderen eg lukte het een ontredderd langs de straat. Onderw te duiken maar de enkeling om ongezien een sloot in tankvallen graven. meeste mannen moesten elke dag toe een stuk brood. Op één kom waterige soep en af en van de grote Sommigen werden vervoerd naar een daar onder Duitse industriesteden en moesten in de fabrieken die gevaarlijke omstandigheden werken oorlogsmateriaal produceerden.

Gelderman en zijn Engelse vrouw. ‘Je kunt zo’n jong meisje daar in dat badhuis aan de Steenstraat toch niet tot ver in de avond al die papieren laten uittypen. En haar vervolgens naar Ortskommandant Menzel sturen om ze te laten tekenen. Dat is veel te gevaarlijk!’ Moeder vond het blijkbaar wel mooi dat de Gelder­ mannen voor velen een Ausweis regelden. ‘Misschien redden ze er wel levens mee. Dus jij gaat je er niet mee bemoeien. Je weet toch nog wel dat Frans Bruggeman vorig jaar bij Van Schoot door het zingen van dat anti-Duitse “ta-ta-ta-taaaa” is opgepakt? Als jij dit bekend maakt, vergeef ik het je nooit. Nooit, hoor je me?!’

Oldenzaal, 18 november 1944 ‘Hans?’ … ‘Hans!’ … ‘HAAAAAAAANS!!’ Gerrits moeder kwam de kelder in. Om hem te troosten. Maar ook zichzelf. Dat kon Gerrit zien aan moeders ogen. De schrik die het gezin overviel toen Hans bij de razzia op 25 oktober werd opgepakt en afgevoerd, zat diep. Gerrit had zijn broer nog wat brood moeten brengen van moeder, maar hij werd tegengehouden door een Duitse soldaat. Hij kon Hans in de verte zien lopen. Gewoon schreeuwen hielp niet. Hard schreeuwen leidde tot een stomp in zijn maag terwijl de mof bromde: ‘Maul halten!’ (‘Bek houden!’). Sommige jonge jongens kwamen de volgende dag al weer naar huis, maar Hans niet. Ze hoorden dat hij met alle anderen via Losser naar Gronau had moeten lopen. Daar had hij geslapen op wat stro in een sporthal. De volgende dag moest hij


23

Waargebeurd HET VERHAAL VAN JOHAN ENDEMAN (22) EN HENK ROSENS (27) De Duitsers werden in het najaar van 1944 steeds

een briefkaart aan zijn ouders. Hij lijdt aan een zware

verder in het nauw gedreven. Ze waren nerveus,

difterie (een ernstige bacteriële ziekte) en is opge­

wanhopig, en hadden veel arbeidskrachten nodig om

nomen in het Osnabrückse ziekenhuis. Twee dagen

het tij te keren. Dat leidde in Oldenzaal op 25 oktober

na ontvangst van deze briefkaart, op 16 februari

1944 tot een grote razzia. Protesteren had geen zin,

1945, krijgen zijn ouders het bericht dat hun zoon is

zelfs niet als je de baas van de stad was. NSB-burge-

overleden. Een onvoorstelbare mokerslag! Henk

meester Weustink was het oneens met de commandant

Rosens krijgt in hetzelfde kamp ruzie met zijn

die de razzia leidde. De afgesproken leeftijd was

bewakers en er wordt gevochten. Zwaargewond wordt

namelijk van 18 tot 50 jaar. Hij had aan verschillende

Henk overgebracht naar het ziekenhuis. Daar overlijdt

mensen boven de 50 die wel in aanmerking kwamen

hij op 7 maart 1945. Waar dwangarbeid en onvrijheid

voor een Ausweis, geen papieren verstrekt. Zij werden

toe kan leiden! Een klein protest, dat tweemaal

nu de dupe en dat vond hij niet eerlijk. Hij protesteerde

uitmondt in de dood.

zo heftig dat hij gearresteerd dreigde te worden. De leeftijd bleef zoals hij was. Alle mannen van 17 tot 55

VV Oldenzaal zorgde er in 1948 voor dat Johan en

jaar werden opgepakt.

Henk in Oldenzaal herbegraven werden. Onder grote belang­stelling en met enorm veel verdriet droegen

De toon is gezet; brutaal zijn of protesteren tegen de

hun vroegere teamgenoten de baar naar hun laatste

bezetter wordt niet gepikt. Wie in Nordhorn moet

rustplaats.

werken, blijft thuis wonen. Maar de tijden voor de bus naar en van de dwangarbeid in Nordhorn zijn zeer ongunstig: ’s morgens veel te vroeg, en ’s avonds moet je ruim een half uur wachten voor je naar huis kunt. De buspassagiers staken als protest tegen deze vertrektijden. Ze blijven die dag allemaal thuis. Uit wraak arresteren de Duitsers acht Oldenzalers. Twee populaire voetballers van het eerste elftal van VV Oldenzaal, Johan Endeman en keeper Henk Rosens, horen daarbij. Ze worden drie weken vast­ gehouden in de Oldenzaalse Marechausseekazerne. Daarna brengt men hen naar het station van Bentheim, waar ze in een cel van de Gestapo (afkorting van Geheime Staatspolizei) worden opgesloten. Waarschijn­lijk hebben ze te fel geprotesteerd, want men stuurt ze naar Arbeitserziehungslager Ohrbeck, een opvoedings- en gevangenkamp van de Gestapo nabij Osnabrück. Johan stuurt een paar weken later

Het kampioenselftal van 1944. VV Oldenzaal promoveert naar de tweede klasse. Voorste rij van linksaf: Jan Verboom, Gerard Hulsink, Henk Rosens en Albert Braakhuis. In het midden: Appie Velthuis en Willem Wekking. Achterste rij: Juul Kaptein, Teun Roelofs, Johan Frieswijk, Gerard Meier, Johan Endeman, Alwie Hulsink, Broer Juninck, Gerard Rosens, Jo Verboom en N. Fröhlich (trainer)


24

Waargebeurd HET VERHAAL VAN CHRIS GELDERMAN (33) niets gedaan,’ houdt hij vol. Hij wordt vastgezet in het ‘Oranjehotel’, de beruchte Scheveningse gevange­ nis. ‘In deze bajes/ zit geen gajes/ maar Hollands glorie/ potverdorie!’ is door iemand op de buiten­ muur gekalkt. Daar wordt hij gemarteld, schuldig bevonden en veroordeeld tot de dood. De Duitsers willen de eerste twee jaar geen slechte indruk maken op de Nederlanders en besluiten om veel gevangenen een ‘doodstraf op termijn’ te geven. Ze worden Nacht und Nebel-gevangenen genoemd. Ze zullen spoorloos en stilletjes (in nacht en nevel) verdwijnen. De familie mag nergens van op de hoogte worden gebracht. Chris wordt drie maanden ­‘opgeborgen’ in kamp Amersfoort en vandaar gaat hij naar kamp Vught, kamp Haaren en terug naar kamp Amersfoort. Op 26 oktober 1943 vindt het transport plaats naar concentratiekamp Natzweiler-Struthof in Frankrijk, waar hij bijna een De textielfabrieken van Gelderman speelden ruim 100

jaar zal verblijven. Het is een werkkamp. In de

jaar een belangrijke rol in Oldenzaal. In 1940 werkten

hooggelegen steengroeve bevindt zich rozerood

er ruim 2000 mensen. Directeur Joan Gelderman sr.

graniet, dat uit de rotsgangen moet worden gehakt

was in de jaren 30 nogal onder de indruk van Hitlers

voor de schitterende bouwwerken die architect

visie op het uit de crisis halen van Duitsland en

Albert Speer in gedachten heeft voor de nieuwe

Europa. Hij kon toen nog niet weten dat hij enige jaren

wereldhoofdstad Germania bij Berlijn. Velen sterven

later door Hitlers volgelingen in de gevangenis onder

tijdens het werk door uitputting of omdat ze

het Oldenzaalse stadhuis zou worden gezet, dat zijn jongste zoon Joan jr. door Duitse kogels zou worden gedood en dat zijn oudste zoon Chris bijna drie jaar heeft moeten afzien in allerlei Duitse werkkampen. Chris Gelderman wordt in de herfst van 1940 ­districtscommandant Twente van de Ordedienst (OD), opgezet door oud-militairen die na het spoedig verwachte vertrek van de Duitsers de openbare orde moeten bewaren om chaos of revolutie te voorkomen. Omdat de nazi’s niet vertrekken gaat de OD over tot actief verzet door middel van sabotage en het verzamelen van inlichtingen over de vijand. Een levensgevaarlijke klus. Chris wordt op 13 maart 1942 in zijn huis aan de Emmastraat gearresteerd. ‘Ik heb

Uitgehongerde bevrijde gevangenen in kamp Ebensee


25

doodgeslagen worden door sadis­

ergens bij Emsbüren mee helpen graven

tische bewakers. Chris heeft geluk,

aan Duitse verdedigingswerken. Vanaf

want de Duitsers hebbenal gauw door

daar wist niemand meer iets over Hans.

dat hij perfect Duits, Frans en Engels

Het werd stil in huis. Vader was veel

spreekt. Hij krijgt een kantoor­baan,

weg. Moeder zei bij elke explosie die ze

maar net als alle anderen moet Chris

in de verte hoorden: ‘O God, als Hans

‘s morgens en ’s avonds op het appèl

daar maar niet is.’

verschijnen in kou, hitte of regen, en minstens een halfuur strak in het gelid staan voor zijn barak, met het

Oldenzaal, 25 december 1944

zicht op de galg. Weer een klop op het kelderraam. Gerrit Als de geallieerden in juni 1944 Frankrijk binnen­

was direct klaarwakker. Of was hij niet eens in slaap

vallen, wordt het kamp ontruimd. Chris gaat via de

gevallen? Er was geen tijd om hierover na te denken.

kampen Dachau, Mauthausen en Melk naar het

Door het raam was een zwerver te zien. Met het

allerergste kamp, Ebensee. De laatste tocht van

gezicht van Hans! ‘Vader, moeder, Hans is thuis!’

90 kilometer gaat per voet. Er is vrijwel niets te

Iedereen viel elkaar in de armen. Gerrit had vader nog

eten. Onderweg eten de gevangenen gras en

nooit zien huilen. En Hans eigenlijk ook niet. Nog

andere planten. Eenmaal in het overvolle kamp

geen minuut later werd Hans een spraakwaterval:

moeten ze het bed delen met twee of drie anderen.

‘O man, dat graafwerk was echt zwaar. Na een paar

Er sterven dagelijks honderden gevangenen door

uur ’s ochtends in de kou kon ik echt niet meer. Op

ziekte. Wie geluk heeft krijgt een dodelijke injectie.

een dag werd ik met Jan, een jongen die ziek was,

Op 1 mei 1945 horen de gevangenen dat Hitler

ondergebracht bij een boer. Daar konden we aan­

dood is. Veel bewakers vluchten. Het wordt

sterken. De boer zou ons na een tijdje terugbrengen

chaotisch in het kamp, waar iedereen wanhopig

naar het graafwerk, maar het was echt een goede

probeert te overleven. Op 6 mei rijden twee

kerel. En hij sprak Twents. Als we ons gedeisd hielden

Amerikaanse tanks door de poort naar binnen.

en wat klusjes op de boerderij deden, zou hij ervoor

De bevrijding is daar.

zorgen dat we op de boerderij konden blijven. Er werkte al een Nederlandse jongen van 20 jaar.’ Hij

Op 8 mei besluiten vier Nederlanders, waaronder

wees naar Gerrit en zei: ‘Met jouw naam.’ Hans bleef

Chris Gelderman, om niet langer op een georgani­

even stil. Snikkend ging hij verder. ‘Ik wilde jullie zo

seerd vertrek te wachten. Ze lopen het kamp uit.

graag laten weten waar ik was, maar dat mocht niet.

Na zes dagen zijn ze totaal uitgeput en melden

Dat was te gevaarlijk. Bovendien vertelde die Gerrit

zich bij een Amerikaans legerkamp. Daar valt weer

daar dat hij met Kerst naar huis ging, en dat hij ons

op hoe gemakkelijk Chris in het Engels communi­ ceert. Hij krijgt het voor elkaar dat het viertal samen met 68 andere Nederlanders in vracht­ wagens mee mag op de terugtocht naar hun vaderland. Op 14 mei passeren ze de Nederlandse grens bij Zevenaar. Een paar dagen later is Chris weer thuis. Hij is sterk vermagerd en ziek door tbc en tyfus. Zijn herstel duurt maanden. Over zijn belevenissen kan hij niet praten. Zijn keel wordt bij elke kampherinnering dicht­gekne­pen. Dit verhaal is gebaseerd op gesprekken met Chris’ dochters en historisch onderzoek.

Bevrijding Oldenzaal


26

wel wilde meenemen.’ Nu ging hij sneller praten. ‘Dus zijn wij gisteren om een uur of vijf vertrokken. “Als we een patrouille tegenkomen, maken we ze koud,” zei gekke Gerrit. Jan en ik wilden al bijna omkeren toen hij begon te lachen. “Gewoon doen wat ik zeg, dan komt het goed.” Na

bijna drie uur lopen in het donker ontdekten we een bordje met ‘Verboden Toegang’. We waren dus weer in Nederland! Dicht bij Oldenzaal vroeg Gerrit ons opeens om de broeks­pijpen in onze laarzen te stoppen en te doen alsof we een peloton soldaten waren. We liepen net een seconde of tien strak achter elkaar toen ik ergens verderop een patrouille zag. Iemand bulderde: “Wer da?” Man, ik deed het bijna in mijn broek. Maar zonder twijfel riep Gerrit: “Deutsche Wehrmacht!” En nu ben ik hier.’

Het bevrijdingsfeest 8 mei Voedselbonnen.. Oldenzaal was in feeststemming. Op door de een kt Mar ote Gro de op d wer 5 194 eest geallieerden aangeboden bevrijdingsf igte gehouden. Een duizendkoppige men r een verzamelde zich op de markt om naa n. Al openluchtbioscoopvoorstelling te kijke rk afgestoken. tijdens de voorstelling werd vuurwe gemaakt op Vuurpijlen en andere munitie, buit en de stad de vliegbasis Twenthe en het vlak buit t in. Het was gelegen Marthalager, gingen de luch ouwspel. een mooi maar angstaanjagend sch bare platte Er werden vooral veel licht ontvlam n. Het staafjes (brandplaatjes) aangestoke men in het publiek terecht en en aan. De brandende staafjes kwa vorm ker arlij geva ds stee nam l spe leden van de Nederlandse de aanwezige Canadezen en door veroorzaakten brandwonden. Door aarschuwd. Toch ging het spel meerdere malen voor het gevaar gew Binnenlandse Strijdkrachten werd een deksel op en brachten kruit in een granaathuls, drukten er en s atje dpla bran ten pers eren door. Jong ging het goed. Maar men werd loffing. Zolang het deksel eraf vloog ontp tot l kna e luid een met zaak de k werd. Op een gegeven moment, en naar huis omdat het te gevaarlij overmoedig. Veel toeschouwers ging ge ontploffing. Op en om de ntisch mis. Er ontstond een geweldi kort na middernacht, ging het giga lagen overal doden en l en toen de rook was opgetrokken hee r mee ruit n gee was kt Mar ote gehele Gro de uiteengespatte granaathuls. d, getroffen door de scherven van bloe het in end bad , den won arge zwa sen van het Rode Kruis en e binnengedragen. Militairen, men Gewonden werden bij hotel Ter Steg ondingen naar het Oldenzaalse Er werden zestig mensen met verw ziekenauto’s waren snel ter plaatse. Drie dagen later liet 9 mei 1945, telde men zeven doden. op , dag e elfd diez Nog t. rach geb ziekenhuis n zijn gekomen. Een feest dat een geallieerde militair om het leve zou Ook n. leve het n ema jong een nog onmetelijk veel verdriet. brengen, bracht voor vele gezinnen na vijf oorlogsjaren vreugde moest


27

Moffenmeiden op de trap van het stadhuis

Bevrijding Oldenzaal

Oldenzaal, 2 april 1945

huilend bij de Radboudschool gestaan, die door de Duitsers in brand was gestoken om

Gerrit keek naar de Plechelmustoren die op deze

de daar opgeslagen spullen

Tweede Paasdag heel vrolijk naar de hemel wees.

onbruikbaar te maken voor

Het was alsof de toren allang wist wat er kwam. Even

zowel de Olden­zalers als de

later, tijdens de vroegmis, stormde een opgewonden

gealli­eerden. En nu klonk er

Oldenzaler de kerk binnen. ‘De Engelsen bint d’r!’

gejuich, ook uit zijn eigen

(‘De Engelsen zijn er!’) Het Wilhelmus werd gezongen.

keel. Hij rende met Hans

Even later hoorde Gerrit het geratel van vele grote

naar de bevrijders, die volop

tanks die via de Groote Markt naar Duitsland reden.

koekjes, chocolade en

En hij zag veel mensen. Heel veel mensen. Gerrit

sigaretten uitdeelden. Vader

keek naar boven. Daar wapperde op de toren fier de

had de grootste glimlach in

Nederlandse vlag. Hij was vrij! Hans was vrij! Zijn

vijf jaar. Eindelijk weer echte

ouders waren vrij! Oldenzaal was vrij! Opeens leek

sigaretten! Tranen rolden

het leven veel lichter. Gisteravond nog had Gerrit

over moeders wangen.

“Eindelijk weer echte sigaretten! Tranen rolden over moeders wangen”

Een paar dagen later rolden moeders tranen weer. Gerrit keek afwisselend naar haar en naar de tientallen kaalgeschoren vrouwen op de trap van het stadhuis. De vrouwen werden uitgejoeld door de mensen op de volgepakte Kerkstraat. Gerrit wilde weten waarom. ‘Omdat ook zij een manier moesten vinden om de oorlog te overleven,’ zei moeder. ‘Of omdat ze verliefd werden op een Duitser.’ Moeder was even stil en zei toen iets wat Gerrit nooit zou vergeten. ‘Door haat en frustratie zal er altijd ergens iemand om oorlog schreeuwen, jongen. Beloof me dat je daar nooit achteraan loopt zonder zelf na te Duitse soldaten trekken weg na de capitulatie

denken.’


28

Het Marthalager

len plek om een het land naar een afgelegen, verscho van en oost het in t zoch r ette bez De Duitse ein op de helling van de en. De keuze viel op een bebost terr legg te aan er) (Lag aad oorr v itie­ mun d. Eind 1942 begon men t bij de doorgaande weg naar Duitslan ­Paasberg, strategisch gelegen en dich bij om de huidige Alleeweg sten worden verhard. Het ging hier met de aanleg. De aanvoerwegen moe ekamperstraat) naar het boerderij De Elzahoeve aan de Den af (van g elwe Tich de en al) nza (vanaf Olde de directe omge­ving in­ het nodige puin werden boeren uit van alen oph het r Voo ger. itiela mun bardementen in het voorjaar men naar Hengelo waar door de bom geschakeld. In alle vroegte vertrok terug te zijn in Oldenzaal. was. Men probeerde voor de middag van 1943 puin genoeg voorhanden werden dan actief en uit de lucht. Engelse jachtvliegtuigen Want daarna dreigde er gevaar van lopen. Boerderij De Elzaho­ gehele munitielager werd wachtge het Om . rten spo tran veel ten took bes cte omgeving. Munitie waren gehuisvest in villa’s in de dire eve was de commandopost. Duitsers r ook in zogenaamde en. Tussen opgeworpen wallen maa was over het gehele terrein ­opgeslag nzaal kwam de munitie s eromheen). Op het station van Olde gaa en dak een met n pale r (vie bunkers aan. al. Het waren echter angenen. Russen, zei men in Oldenza In het Marthalager werkten krijgsgev al. Een gevaarlijk klusje. met paard en wagen door Oldenza itie mun de en oerd verv Ze ers. Oekraïn llieerden oprukten en toen al munitie aangevoerd. Doordat de gea In september 1944 werd extra veel den aangelegd. Op 19 decem­ moesten hier flinke voorraden wor in het zuiden van Nederland zaten, in Oldenzaal en ber 1944 om 11.30 uur hoorde men Later vernam omgeving een geweldige ontploffing. bunker in de lucht men dat er op het Marthalager een elijk geworden. was gevlogen. De oorzaak is nooit duid zijn. Een ander Er zouden twee of drie slacht­offers rheid zal wel nooit sprak van wel veertig. Ook deze waa ben alles op­ te achterhalen zijn. De Duitsers heb htoffers is niets geruimd. Van het begraven van slac bliezen de bekend. Toen de bevrijding nabij was Maar veel munitie is bezetters de munitievoorraden op. bevrijding haalde niet tot ontploffing gekomen. Na de hoeve in 2020 Voormalige commandopost De Elza s. atje dpla bran en t krui en, hulz er de Oldenzaalse jeugd

Oldenzaal, 8 mei 1945

‘En ik ga met Jan en een paar anderen vuurwerk maken dat ver boven die toren gaat uitkomen.’

‘Gerrit?’

‘Hoe dan?’

‘Ja.’

‘We hebben heel veel Duitse granaten gevonden bij

‘Kijk je naar de Plechelmustoren?’

de Paasberg. En daar gaan we iets moois mee

‘Nu wel.’

maken.’

‘Vanavond is het feest.’

‘Dat wil ik zien!’

‘Weet ik.’

‘Tuurlijk. En neem al je vrienden mee.’


29

Gerrit de Gunst

De stoere 20-jarige Nederlandse boerenknecht die Hans ontmoette in Duitsland, en hem hielp om terug te komen in Oldenzaal, heeft echt bestaan. Zijn naam was Gerrit de Gunst. In werkelijkheid hielp hij krijgsgevangene Jan Schipper over de grens, een man die later in Amsterdam politierechercheur werd. Gerrit meldde zich op 10 januari 1948 in huize Schipper. Maar Jan was er niet. Hij liet deze foto na, met op de achterzijde de tekst ‘Een fotootje van je vriend en kameraad Gerrit de Gunst’ als herinnering aan de ‘Kerstnacht uit de Heimat 1944’. Van een ontmoeting is het nooit meer gekomen. Gerrit overleed in 1999.


30

Misvatting

VETERANEN ZIJN OUDE GRIJZE MANNEN… … met een baret en een aantal kleurige medailles op de jas gespeld, die hebben gevochten in een oorlog én borreltjes drinken. Toch? Nou, nee!

Wist jij dat je als twintiger al veteraan kunt zijn, dat het

bijdragen aan vrede en veiligheid in de wereld.

net zo goed een vrouw kan zijn, dat ze gewoon

Nederland kiest er dan voor om militairen te sturen,

gezinnen hebben met jonge kinderen op school, en

soms samen met andere landen. Dan gaat het

dat er meer dan 115.000 Nederlandse militairen

bijvoorbeeld om gebieden waar een oorlog is of is

namens Nederland zijn ingezet voor vredesmissies na

geweest en waar vrede en veiligheid ver te zoeken

de Tweede Wereldoorlog en overal ter wereld? In

zijn. Dit gebeurde direct na de Tweede Wereldoorlog

Oldenzaal wonen op dit moment ruim 240 veteranen.

al in Nederlands-Indië en Nieuw-­Guinea en de

Die kan dus zomaar je buurman of buurvrouw zijn!

missies gaan sindsdien vrijwel onaf­gebroken door op

Ze variëren in de leeftijd van 30 tot 93 jaar en ze zijn

allerlei plekken in de wereld.

op de meest uiteenlopende uitzendingen geweest. Niet voor iedereen Op missie

Een missie duurt meestal tussen de twee en zes

Volgens de definitie van het Ministerie van Defensie

maanden, maar langer komt ook voor. Je kan in

zijn veteranen alle (ex-)militairen met de Nederlandse

groepsverband gaan, maar ook op individuele

nationaliteit die het Koninkrijk dienden in oorlogs­

uitzending. Het spreekt voor zich dat als je samen

omstandigheden of daarmee overeenkomende

met een groep militairen in het buitenland zit, dit niet

situaties, zoals vredesmissies in internationaal

altijd in de meest luxueuze omstandigheden is. Je

verband. Ze gaan op missie omdat ons land graag wil

moet er rekening mee houden dat het werk 24/7


31

van hebben. Telkens word je herinnerd aan deze gebeurtenis. Dit beïnvloedt dan ook je gedrag in het dagelijkse leven. We noemen dit PTSS (Post Trauma­ tisch Stress Syndroom). Maar het is ook voor ouders, kinderen en vrienden (het thuisfront) vaak lastig als een naaste op missie is. Het zijn onzekere tijden, je hebt immers geen idee hoe het met iemand zo ver weg van Nederland gaat en even snel bellen is er meestal ook niet bij. Als de media dan ook nog met vervelende berichten komen over een conflict waar je familielid bij betrokken is, kan dat best veel spanningen Nederlandse soldaten in Palimanan, West-Java,

opleveren. Daarnaast moet het thuisfront ook thuis

februari 1948

alles een lange periode alleen doen: kinderen naar school of naar de huisarts, de auto naar de garage,

doorgaat, ook in het weekend. Je onderkomen is

klussen, et cetera. En je mist diegene die weg is

soms erg primitief. Daarnaast zit je ook nog in een

natuurlijk ook gewoon enorm!

gevaarlijk gebied waar een oorlog gaande is of is geweest en draag je een zware rugzak met je mee.

Vraag gerust

Het is dus niet voor iedereen weggelegd!

Militairen die namens Nederland zijn ingezet voor vrede en veiligheid in de wereld, vertellen vaak graag over hun

Stress

werk. Zij geloven terecht dat ze op deze wijze een

De meeste militairen die terugkeren van een missie,

bijzondere bijdrage leveren aan het behouden van

kijken er met een goed gevoel op terug. Niet iedereen

vrijheid. Ze zijn bereid daar grote offers voor te brengen.

dus. Als je tijdens je missie iets heftigs hebt meege­

Ken jij een veteraan in de buurt? Vraag gerust eens naar

maakt wat je niet goed hebt kunnen verwerken, dan

zijn ervaringen tijdens missies. Of neus eens rond op

kun je daar tot jaren na de uitzending nog flink last

internet, er is genoeg over te vinden!


32


33

In memoriam

OLDENZAALSE OORLOGSSLACHTOFFERS

www.oorlogsdodenoldenzaal.nl


34

Colofon Dit magazine is samengesteld door de

van der Meché, Hans Kolmschot, Mariët

­werkgroep Oorlogsverhalen Oldenzaal op

Blokhuis en verder iedereen die met zijn of

initiatief van Martin Meijerink en Herman

haar verhalen, anekdoten en documenten

van der Toorn. Het is in maart 2020

de werkgroep heeft geïnspireerd.

uitgebracht als onderdeel van de viering van

Het Twents Carmel College, locatie

75 jaar vrijheid in de gemeente Oldenzaal.

Potskampstraat, en de gemeente Oldenzaal worden bedankt voor het beschikbaar

Werkgroep

stellen van vergaderruimten.

Hans Lenderink, Remko Meddeler, Martin Meijerink, Jan Olde Kalter, Els Olde

Literatuur:

Monnickhoff, Wim Schuurman, Herman

- Hilbrink, Coen, Marcel Kienhuis & Klaas

van der Toorn, Gertie Verhoeve, Rijn van Welij

Vos (1990), De Pruus komt! : Overijssel in

en Henk Winkelhuis.

de Tweede Wereldoorlog. Zwolle: Waanders. ISBN 9789066302105

Redactie Hans Lenderink, Remko Meddeler, Jan Olde Kalter en Rijn van Welij.

- Jochem, Tony (2019), Dwangarbeid, uitgegeven in eigen beheer, ISBN 9789082065763 - Weustink, G.J.J.W. (1980), Oldenzaal in de

Oplage: 16.000 exemplaren.

Tweede Wereldoorlog. Enschede: Witkam. - Vries Robbé-Corwin, Noor de (2010), Er zit

Vormgeving en realisatie:

gevaar in de lucht, ik ruik het : levensbericht

Geen Blad voor de Mond B.V.

van Henri Max Corwin 1903-1962.

www.gbvdm.nl

Den Haag: Corwin. ISBN 9789081603010 - Welij, Rijn van (2019), CVO-school Oldenzaal : Kroniek van het Christelijk Onderwijs aan het St. Plechelmusplein in

Coverfoto, p29: Geert Cox.

Oldenzaal. Oldenzaal: Stichting Olden­

Foto Frans Bruggeman: Willem Vernes.

zaalse Musea, ISBN 9789081145534.

De werkgroep dankt voor de financiële

Websites:

bijdrage: Stichting Twentse Courant,

www.joodsmonument.nl

Stichting Intercultureel Betrokken

www.entoen.nu

­Noaberschap, Rotary Club Oldenzaal,

www.oudoldenzaal.nl

Lions Oldenzaal, Kiwanis Oldenzaal en het

www.veteranenoldenzaal.nl

Coöperatiefonds Rabobank Twente Oost.

www.oorlogsdodenoldenzaal.nl

De werkgroep dankt voor de medewerking:

www.stolpersteineoldenzaal.nl

Simone Huizer, Monique Meinders, Helma Melsen, Niels Bakker en Patrick Welman

Voor vragen en opmerkingen kunt u

(gemeente Oldenzaal), Laurens Oude

terecht bij de leden van de werkgroep

Elberink (Geen Blad voor de Mond B.V.),

Oorlogs­verhalen Oldenzaal via de afdeling

Maartje Kamp (Bibliotheek Oldenzaal),

communicatie van de gemeente

Daniella van der Stelt (Palthehuis),

Oldenzaal, Ganzenmarkt 1, 7571 CD

Stephanie Hulsman en Willy Brons

Oldenzaal, 0541-588111,

(Stichting Veteranen Oldenzaal), Tonnie

info@oldenzaal.nl, www.oldenzaal.nl.


35


even om g e g it u is l a a z Olden Oorlogskind in te vieren l a a z n e ld O in 75 jaar vrijheid


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.