Sanders Supermarkten

Page 1

Omslag Sanders:Omslag Sanders boek

20-06-2011

10:00

Pagina 1

supermarktketen die bekend stond om zijn unieke karakter, de voordelige prijzen en het goede vlees. Bijna negentig jaar geleden werd de eerste kruidenierswinkel geopend in Enschede. Er volgden

De trots van een Twentse supermarkt

De naam Sanders is een Twents begrip. Een

De trots van een Twentse supermarkt

hoogte- en dieptepunten. Onder de bezielende leiding van eerst Jan, vervolgens Tony en later Rein Sanders, is gebouwd aan een supermarktketen die Enschede en Twente zou veroveren. Dit boek beschrijft en toont Sanders Supermarkten door de jaren heen. Van de eerste winkel aan de Deurningerstraat tot de verkoop in 2010. De persoonlijke verhalen vertellen wat Sanders zo bijzonder maakte.

VAN KRUIDENIERSWINKEL TOT SUPERMARKTKETEN


001 Voorwoord:Opmaak 1

26-05-2011

15:00

Pagina 2


001 Voorwoord:Opmaak 1

26-05-2011

15:00

Pagina 3

De trots van een Twentse supermarkt


001 Voorwoord:Opmaak 1

26-05-2011

15:00

Pagina 4

4

Dit boek is gemaakt in opdracht van Sanders Supermarkten. Tekst en eindredactie Fotografie en illustraties Realisatie en vormgeving Drukwerkbegeleiding

Geen Blad voor de Mond B.V. Ruud van der Linden, fotoarchief Sanders Supermarkten Geen Blad voor de Mond B.V. Palladio Drukwerkmanagement

Š 2011. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieÍn, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. ISBN/EAN: 978-94-90286-00-2

Geen Blad voor de Mond is aangesloten bij:


001 Voorwoord:Opmaak 1

26-05-2011

15:01

Pagina 5

5

De trots van een Twentse supermarkt


001 Voorwoord:Opmaak 1

6

26-05-2011

15:01

Pagina 6


001 Voorwoord:Opmaak 1

26-05-2011

15:01

Pagina 7

7

Voorwoord In 1915 begon Jan Sanders in de woonkamer van zijn huis aan Deurningerstraat 37 in Enschede een kruidenierswinkel. Vijfennegentig jaar later is Sanders Supermarkten verkocht aan Sligro. De winkels worden omgebouwd en gaan verder onder de naam EMTÉ supermarkten. In bijna honderd jaar heeft het levensmiddelenvak zich ontwikkeld: van eenvoudige winkels, waar ondernemers met hard werken hun boterham moesten verdienen, tot prachtige en moderne supermarkten die zeer professioneel worden geleid. Ook Sanders Supermarkten heeft zich in al die jaren sterk ontwikkeld en is tot de laatste dag succesvol gebleven. Toch heeft de familie, samen met de Raad van Commissarissen, unaniem besloten om niet zelfstandig verder te gaan. De belangrijkste reden voor dit besluit is het ontbreken van schaalgrootte in de markt, die noodzakelijk is voor een succesvolle toekomst. Veel medewerkers gaven aan teleurgesteld te zijn en staken dit niet onder stoelen of banken. Het waren volstrekt begrijpelijke reacties, die tevens aantoonden hoe gehecht de mensen waren aan het bedrijf. De cultuur van Sanders Supermarkten kenmerkte zich door een grote loyaliteit en verantwoordelijkheid. Veel mensen hebben Sanders als een stabiel bedrijf beleefd, waar ze graag hun pensioen wilden halen. Het gevoel van teleurstelling dat Sanders Supermarkten verdwijnt, bracht ons op het idee om de beleving van mensen over het bedrijf in een boek vast te leggen. Uitgeverij Geen Blad voor de Mond heeft vervolgens de opdracht gekregen om dit boek over Sanders Supermarkten te maken. Het is een boek geworden waarin de geschiedenis is beschreven en veel mensen hun verhaal vertellen. De vele prachtige foto’s maken het boek compleet. Ik wil iedereen bedanken die een bijdrage aan dit boek heeft geleverd en in het bijzonder Remon Scheepmaker, die de interviews heeft afgenomen en de verhalen heeft geschreven. Tot slot wil ik ook iedereen bedanken die een bijdrage heeft verleend aan het succes van Sanders Supermarkten. Het zijn immers de mensen die het succes bepalen. Ik hoop dat u met plezier dit boek zult lezen en dat het, als herinnering, een plaats krijgt in uw boekenkast. Met vriendelijke groet, Rein Sanders


001 Voorwoord:Opmaak 1

8

26-05-2011

15:02

Pagina 8


001 Voorwoord:Opmaak 1

26-05-2011

15:02

Pagina 9

9

Inhoud Voorwoord

7

Geschiedenis

Persoonlijke verhalen

Het begin van een tijdperk

10

Marcel ter Ellen

20

Het jonge gezin Sanders

26

Jos Rikkert

22

De weg van Rein Sanders

44

Hennie Asbroek

24

Groei versus kosten

62

RenĂŠ Zwiep

36

Succes vleescentrale

74

Alice Sanders

38

92

Bertus Grutter

40

110

Saskia Sanders

54

Bart Bosch

56

Fons Roetgerink

58

Supermarktformule Overname

Anekdotes Tweede Wereldoorlog

18

Gerard Lenferink

66

Huizensoap in Losser

42

Bertus Bijkerk

68

Het verhaal achter filiaal 15

60

Richard van der Helm

70

Voor 135 gulden weer schoon

72

Peter Eshuis

82

88

Saskia Brummelhuis

84

Brand in Haaksbergen

102

Cor Baas

86

Sanderspubliek naar voorstellingen

116

Marianne Ekkelkamp

104

Dave Sanders

106

Bieroorlog

Uitgelicht

Herman Leferink

108

AGF

124

Marco Oude Elferink

118

Vlees

134

Wim Prinsen

120

Brood

144

Marko Hartmann

122

Personeel

148

Jolanda Goosink

128

Nolet Hartmann

130

Dick Roozen

132

Frans Bakx

138

Leen Hoogvliet

140

Koen Slippens

142


HOOFDS~1.qxp:Opmaak 1

26-05-2011

15:10

Pagina 2

10

Het begin van een tijdperk

Jan Sanders sr. met zijn gezin

De historie van de familie Sanders begint in het Noord-Twentse dorpje Denekamp. Een verre voorvader, Conradt Sanders, heeft zich daar rond het jaar 1620 gevestigd. Pas in 1798 is een andere nazaat terug te vinden in de historische archiefstukken: Jan-Casper Sanders. Hij is bakker en tapper van beroep. Jan-Casper krijgt op 19 mei 1849 een kleinzoon: Johannes (Jan) Hendrikus Sanders. Deze kleinzoon wordt, net als zijn grootvader, bakker. Nadat hij een periode in Denekamp heeft gewerkt, beproeft hij samen met zijn broer Bernard het geluk in Deventer. In de Koekstad ontmoet hij Agnes Clara Wijnhoud en ze trouwen in 1878.

Samen krijgen ze vier zonen en één dochter. Op 26 oktober 1886 verhuist het gezin van Deventer naar Lonneker, een klein dorp vlakbij Enschede. De oudste zoon, die net als zijn vader Jan heet, wordt ook bakker. Jan junior trouwt op 2 mei 1907 met Grada Wilhelmina Nijhuis. Ze krijgen samen drie zonen: Johan, Henny en Tony. Op 17 november 1915 verhuist het jonge gezin naar de Deurningerstraat in Enschede. De verhuizing naar Enschede was waarschijnlijk geen toeval. De neven van Jan hebben zich daar ook gevestigd en bemannen een machinefabriek die hun achternaam draagt. Machinefabriek Sanders opent in 1874

een modern fabriekscomplex aan de Blekerstraat. De fabriek is in die tijd één van de grootste werkgevers van Enschede.

Kruidenierswinkel Jan en Grada beginnen in de voorkamer van hun kleine huisje aan de Deurningerstraat een kruidenierswinkel. Maar van de winkel alleen kan het gezin niet leven. Jan werkt daarom hard: ’s nachts als bakker bij bakkerij Sluimer en overdag gaat hij langs de deuren om brood en kruideniersartikelen te verkopen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog komen veel vluchtelingen terecht in Enschede. Jan levert het brood


HOOFDS~1.qxp:Opmaak 1

26-05-2011

15:10

Pagina 3

11

De eerste Sanders kruidenierswinkel (rechts) rond 1915 aan de Deurningerstraat nummer 37

aan de hulporganisatie van deze vluchtelingen. Naast brood gaat Jan ook zeep verkopen. Dit levert hem een behoorlijke winst op. Op 30 oktober 1916 wordt de familie plotseling getroffen door een persoonlijk drama. Jans vrouw overlijdt. Om zijn gezin met drie jonge kinderen toch draaiende te kunnen houden, bedenkt Jan een plan. Via een familielid komt hij in contact met Anna Oude Avenhuis, een boerendochter uit Fle-

ringen die huishoudster is bij de welgestelde textielfamilie Ter Kuile. Jan laat er geen gras over groeien, belt aan bij het huis van de familie Ter Kuile en vraagt of hij Anna mag spreken. Hij stelt haar rechtstreeks de vraag of zij hem beter zou willen leren kennen. Anna stemt hiermee in. Op 10 januari 1918 trouwen Jan en Anna met elkaar. Binnen het gezin van Jan draait alles om de winkel. Er wordt geen tijd ver-

spild aan zaken die geen geld opleveren. Om eieren te verkopen houden ze hun eigen kippen. De zuurkool wordt zelf gemaakt en de Hollandse snijbonen worden door het gezin gesneden en ingezouten. De kinderen werken van jongs af aan mee in de winkel. De zaken gaan op dat moment goed en omdat Jan en Anna zuinig leven, beschikt het gezin rond 1923 over een bedrag van ongeveer 25.000 gulden. Een enorm groot bedrag voor die tijd.


HOOFDS~2 #1:Opmaak 1

26-05-2011

15:12

Pagina 2

12

Etalage van de winkel aan de Leliestraat in de jaren ‘30

Leliestraat 103-105 Een belangrijk advies dat de toekomst van Jan Sanders voor een groot deel heeft bepaald, komt van zijn neef Hein, die directeur is van machinefabriek Sanders in Enschede. Hein adviseert Jan om grond te kopen in de

nieuw te bouwen woonwijk ‘De Laares’. Deze wijk verrijst ten noordoosten van het stadscentrum van Enschede. Het advies is om dan daar een woonwinkelhuis te bouwen, waar Jan zijn kruidenierszaak een vervolg kan geven. Jan volgt het advies van zijn neef

op. Hein voelt aan dat de winkel een succes gaat worden en staat borg voor 10.000 gulden voor het bouwproject. En zo gebeurt het. Jan vestigt zich met zijn winkel en gezin aan de Leliestraat 103-105. Het winkelwoonhuis is eerder gereed dan de overige woningen.


HOOFDS~2 #1:Opmaak 1

26-05-2011

15:13

Zijn neef krijgt gelijk, de kruidenierswinkel is een succes. In de bedieningswinkel worden voor die tijd de bekende basisproducten verkocht zoals koffie, thee en suiker. Deze producten worden in grootverpakkingen door de grossier gebracht.

Pagina 3

Rechts: het eigendomsbewijs van het bouwterrein aan de Leliestraat/ Meidoornstraat


HOOFDS~2 #1:Opmaak 1

26-05-2011

15:13

Pagina 4

14

V.l.n.r. Henny, Jan, Johan en Tony voor de winkel aan de Leliestraat. Mevrouw Sanders houdt alles in de gaten. Op de rechterfoto Tony (l) en Henny

Rijst, bonen en erwten worden in jutezakken aangeleverd. Snoep en koekjes komen de winkel binnen in grote blikken. Maar ook meel en macaroni worden in grote hoeveelheden aangeleverd. Vervolgens worden de producten in de juiste hoeveelheden verpakt om verkocht te kunnen worden.

In deze tijd verkoopt de kruidenier uitsluitend ‘droge’ waren. Producten die koeling nodig hebben, zoals zuivel en vlees, komen niet voor in het assortiment van de kruidenier. Hetzelfde geldt voor groenten. Uitzondering is de verkoop van ‘kleinere’ vleeswaren, zoals broodbeleg.

De eerste Sanders winkel heeft een lange toonbank, een kasregister en weegschalen; een typisch aanzicht voor een kruidenierszaak uit die tijd. Achter de toonbank staan de wandstellingen met open bakken waarin de waren zitten. Jan en zijn zonen staan in de familie bekend als hardwerkende


HOOFDS~2 #1:Opmaak 1

26-05-2011

15:13

Pagina 5


HOOFDS~2 #1:Opmaak 1

26-05-2011

15:13

Pagina 6

16

Foto linksboven: Johan met zijn vrouw Bertha Pfaff Boven: De winkel van Henny en zijn vrouw Dinie Platvoet aan de B.W. ter Kuilestraat Links: De bruiloft van Tony en zijn kersverse vrouw Agatha Bouma

mensen. Johan, de oudste zoon, wordt bakker en heeft geen directe interesse in de winkel of het kruideniersvak. Hennie, de middelste zoon, is meer een bestuurder dan een kruidenier. Hij zit dan ook in het bestuur van de inkoopvereniging. Tony, de derde en jongste zoon van Jan en zijn vrouw, heeft wèl het kruideniersbloed in zich. Het is niet voor niets dat Tony een belangrijke rol zou krijgen in de winkel.

Tony Sanders Als Johan getrouwd is, begint hij zijn eigen bakkerij aan de Lipperkerkstraat in Enschede. Ondanks dat Hennie meer interesse heeft in bestuurszaken, begint hij een soortgelijke kruidenierswinkel als die van zijn vader. Hij pakt hij het wel direct groots aan. In de wijk Pathmos in Enschede wordt op maar


HOOFDS~2 #1:Opmaak 1

26-05-2011

15:13

Pagina 7

17

liefst 2.000 vierkante meter grond een winkelpand en een riant naastgelegen woonhuis gebouwd. Op 26 januari 1939 is de bouw gereed en opent Hennie zijn eigen kruidenierswinkel. Door de noeste arbeid en zuinigheid van vader Jan is het financieel gezien mogelijk de beide winkels van zijn zoons te realiseren. Heel geleidelijk gaat Tony een steeds belangrijkere rol spelen in de winkel aan de Leliestraat. Dit gaat echter niet zonder slag of stoot en zijn vader blijft een flinke vinger in de pap houden. Dit heeft veel te maken met het karakter van vader Jan. Het is een man die niet over zich heen laat lopen en geen tegenspraak duldt. In 1942 trouwt Tony met Agatha Bouma. Het echtpaar gaat achter de winkel wonen, terwijl Jan zijn intrek neemt in de bovenwoning van de winkel. Hierdoor is Jan steeds aanwezig in het leven van het jonge stel. Vooral voor Agatha is dit niet altijd een even makkelijke periode.

Tony Sanders op jonge leeftijd


HOOFDS~2 #1:Opmaak 1

26-05-2011

15:13

Pagina 8

18

Anekdote

Tweede Wereldoorlog De geschiedenis van de familie Sanders en de rol van hun winkel in de Tweede Wereldoorlog leert ons niet heel veel. Van een winkel in de levensmiddelensector mag verwacht worden dat er genoeg te eten is voor de hele familie. De producten die in de winkel liggen, gaan vanwege de grote schaarsheid die er heerst in de oorlog, alleen nog weg op de bon. ‘Kopen op de bon’ is een distributiebepaling om de weinige levensmiddelen in de oorlog min of meer rechtvaardig onder de burgers te verdelen. Verkoop is er niet meer bij. Alleen de echt zeldzame producten worden nog ‘verkocht’. In ruil voor bijvoorbeeld een pak koffie wordt het hele huis èn de winkel geschilderd. Tony en zijn boodschappenfiets spelen een belangrijke rol in de distributie van de goederen uit de winkel naar de klanten. Als de Duitse bezetter zijn fiets in beslag neemt, is Tony het hier absoluut niet mee eens. Hij schrijft een bezwaarschrift waarin hij protesteert tegen de in beslagname en eist zijn fiets terug. In de brief geeft hij duidelijke argumenten weer. Dit verzoek werd zowaar ingewilligd door de bezetter en Tony krijgt zijn fiets terug.


HOOFDS~2 #1:Opmaak 1

26-05-2011

15:13

Pagina 9

19


Marcel ter Ellen:Opmaak 1

27-05-2011

08:24

Pagina 2

20

Marcel ter Ellen

Een andere toekomst en een goed verleden Als negentienjarige jongen kwam Marcel ter Ellen net van school toen hij voor het eerst met Sanders te maken kreeg. ‘Ik moest enkele maanden later in dienst en kwam voor een tijdelijke baan uit bij de winkel van Sanders aan de Leliestraat. Daar zochten ze iemand die eenvoudig administratief werk kon doen.’ Na zijn diensttijd gaat Marcel terug naar de winkel. ‘Ik ben spontaan gaan vragen of er nog werk was. Vervolgens ben ik door Johan Abbink aangenomen en ben ik maar liefst 37 jaar in dienst bij Sanders geweest.’ Fantastische leermeester Het verhaal van Marcel lijkt op het bekende verhaal van de jongen die onderaan begint en zich opwerkt tot afdelingshoofd. ‘Johan Abbink droeg geleidelijk steeds meer taken aan mij over, omdat hij het steeds drukker kreeg met de komst van nieuwe winkels. Johan heeft mij eigenlijk alles geleerd, hij was een fantastische leermeester. Ook mede door cursussen te volgen ben ik gegroeid in mijn vak.’ Als hoofd administratie was Marcel verantwoordelijk voor de gehele financiële gang van zaken. Het heeft wel even geduurd voordat Marcel letterlijk de plek van Johan heeft overgenomen. ‘Op een gegeven moment moet je toch die stap nemen en ben ik achter het houten bureau van Johan gaan zitten.’ Binnen Sanders ging een functieverandering toen nooit officieel. ‘Ik heb ook pas in 1995 of 1996 een arbeidsovereenkomst gekregen. Dat is nu niet meer voor te stellen, vroeger ging alles op basis van vertrouwen. Niets kwam op papier te staan.’ Voetballen en chocolademelk Marcel blikt nog graag terug op zijn beginjaren bij Sanders. ‘Aan de Lelie-

straat zat het kantoor boven de winkel. Het was eigenlijk een soort van woonkamer, waardoor het er heel gezellig was. Er brandde daar nog zo’n typische gashaard. In de lunchpauze gingen we soms voetballen in de kantoren. En ja, dan sneuvelde er wel eens een ruitje. Op vrijdagmiddag kocht je in de winkel een chocolademelk en daar sloten we gezamenlijk de week mee af. Je kende alles en iedereen. Dat het bedrijf groeide, had natuurlijk veel voordelen, zoals een beter belegde boterham,’ knipoogt Marcel. ‘Een nadeel is dat er zoveel collega’s bij kwamen dat je ze niet allemaal meer kunt kennen. Wanneer ik dan met collega’s bel is er niet altijd een gezicht bij voor te stellen.’ Met de verhuizing naar het hoofdkantoor aan de Ir. Hanlostraat kreeg iedereen zijn eigen ruimte. ‘Het werd daardoor allemaal wat zakelijker. Ik kijk met heel veel plezier terug op de tijd aan de Leliestraat. Goh, wat hebben we daar veel gelachen.’ Ziel en zaligheid Vervolgens begon een nieuw hoofdstuk voor Sanders én voor Marcel: de overname door Sligro. ‘Ik werd vrij vroeg benaderd door de directie met het verzoek om allerlei gegevens en data over te dragen. Verkoop van het

bedrijf had ik eerlijk gezegd op korte termijn niet verwacht. Dat het voor een bedrijf als Sanders niet makkelijker wordt in een enorm concurrerende markt, dat was wel duidelijk. Er zijn nu eenmaal een paar grote jongens als Albert Heijn en Jumbo die aan de markt trekken. Ik had stilletjes gehoopt dat ik hier mijn pensioen zou halen.’ Dat bleek een utopie te zijn. ‘Ergens begrijp ik het wel, maar ik vraag me wel af of dit echt de enige mogelijkheid was. Maar het is een beslissing van de directie. Daar kun je wel een mening over hebben, maar daar houdt het ook mee op. Ik vind het jammer. Ik ken Rein Sanders langer dan mijn eigen vrouw! Ik heb mijn hele ziel en zaligheid in het bedrijf gelegd. Echt alles. Dan krijg je het idee dat ook iets van jezelf wordt verkocht.’ Papa’s werk Marcel kijkt ondanks het laatste hoofdstuk met veel plezier terug op zijn tijd bij Sanders. ‘Toen mijn kinderen nog klein waren en we naar mijn moeder in Hengelo gingen, kwamen we langs het hoofdkantoor. De kinderen riepen dan in koor: ‘Papa’s werk!’ Daar denk ik dan nog wel eens aan terug. De toekomst gaat wat anders worden, maar het verleden is in ieder geval goed geweest.’

Trouwen met de caissière Marcel heeft zijn vrouw leren kennen op het werk. ‘In de middagpauze gingen we naar beneden om uit de slagerij vleeswaren en uit het rek een pakje boter te halen. Iedereen smeerde daar dan zijn boterhammen. En daar zat ineens Elly. Zij wilde een opleiding tot verpleegster volgen, maar ze moest een aantal maanden overbruggen en dus nam ze een tijdelijk baantje als caissière. Drie jaar later, in 1978, trouwden we. Dat was toch wel mijn hoogtepunt bij Sanders,’ lacht Marcel.


Marcel ter Ellen:Opmaak 1

27-05-2011

08:24

Pagina 3


Jos Rikkert:Opmaak 1

27-05-2011

08:22

Pagina 2

22

Jos Rikkert

‘Samen gebouwd aan het bedrijf’ Van 1984 tot 2011 werkte Jos Rikkert bij Sanders. Hij begon zijn loopbaan bij het bedrijf als commercieel medewerker. ‘Ik was één van de 300 sollicitanten voor die functie. Voor het eerste gesprek kwam ik aanrijden in het gele Dafje van mijn moeder. In feite wist ik nog van niets, want ik kwam net van school. Maar ik was wel nuchter en stond met beide benen op de grond.’ Rein Sanders deed op dat moment zelf de inkoop. Hij voerde de gesprekken met accountmanagers en leveranciers, maakte met hen afspraken over assortimenten en activiteiten. Na één jaar besteed te hebben aan het leren kennen van het assortiment en de leveranciers, nam Jos deze activiteiten over. ‘Mijn eerste gesprekken waren met de leveranciers van het koek- en snoepassortiment. Hier werden later alle andere assortimentsgroepen aan toegevoegd.’ In de jaren daarna zette Jos de afdeling inkoop op. Onder zijn leiding groeide de afdeling van één naar acht medewerkers. Uitgebreid assortiment Sanders groeide uit tot een volwaardige supermarktketen. Het assortiment in de winkel werd steeds belangrijker. De afspraken met leveranciers werden ook meer gestructureerd. ‘Uiteindelijk ben ik van commercieel medewerker doorgegroeid naar hoofd category management. Het betekende dat ik verantwoordelijk was voor alle productgroepen, behalve AGF (aardappelgroente-fruit), vlees en vleeswaren. In Nederland worden in totaal wel 60.000 artikelen aangeboden. Daarvan konden wij ongeveer 10.000 in onze supermarkten opnemen. Dan moet je als bedrijf de juiste keuzes maken. Als een klant bij ons in de winkel kwam,

dan wil hij het liefst alle boodschappen kunnen halen. Het assortiment, de prijzen en de aanbiedingen moeten goed zijn en de klant wil daarnaast verrast worden met leuke acties.’ De eerste en misschien wel de leukste actie was met Holiday on Ice. ‘De klant maakte kans op gratis toegangsbewijzen voor een speciale ‘Sanders’ voorstelling. Misschien leverde de actie niet veel extra omzet op, maar een zaal met 2.000 klanten werd gezien als een geweldig succes en leverde veel waardering op.’ Focus op de klant Jos is trots dat Sanders altijd op haar eigen manier heeft gereageerd op marktbewegingen. ‘Veel supermarkten kijken alleen naar elkaar in plaats van naar de wensen van de klant. Hierdoor gaan formules meer op elkaar lijken. De klant wordt uit het oog verloren. Sanders heeft de focus altijd gelegd op de eigen kwaliteiten en wat klanten verlangen. Dit heeft in het begin van de prijzenoorlog tot een hoge klantentrouw geleid en een bovengemiddelde groei in omzet ten opzichte van de rest van de markt. Bijna geen enkele klant weet wat een pot pindakaas of kuipje margarine kost. Maar over het alge-

meen weet de klant wel wat hij kwijt is voor een volle kar boodschappen. Als bij de kassa blijkt dat het totaalbedrag 80 euro is in plaats van 100 euro, dan gaat een klant tevreden naar huis. Wij hebben ons werk dan goed gedaan.’ Verandering Toen Jos te horen kreeg dat Sanders was overgenomen door Sligro, was het wel even slikken. ‘Er waren wel vermoedens, maar ik had gehoopt dat de contacten over een samenwerking zouden gaan. Of dat onze slagerij aan derden zou gaan leveren. Maar bovenal hoopte ik dat we zelfstandig zouden blijven. Ik ging iedere dag met plezier naar mijn werk waar ik vaak onverwachte situaties tegenkwam. Zo kan ik de introductie van de 1,5 liter flessen voor limonade nog goed herinneren. Rein was helemaal enthousiast. Toen de eerste pallets met flessen binnenkwamen, stond hij in het magazijn te wachten. ‘Deze flessen zijn onbreekbaar’, riep hij. Om dat te bewijzen gooide hij een fles hard op de grond. De fles bleef inderdaad heel. Alleen de dop knalde van de fles, met het gevolg dat de cola eruit spoot en Rein helemaal onder zat,’ lacht Jos.

Een hecht team Jos heeft het gevoel dat het bedrijf door de jaren heen ook een stukje van hem is geworden. Jarenlang werkte Jos nauw samen in een groot team met collega’s. ‘Ik had te maken met verschillende afdelingen. Er was regelmatig overleg met de afdelingen logistiek, reclame en administratie. Maar ik was ook betrokken bij de winkels en automatisering. Dat ik met zoveel mensen een goede samenwerking had, heeft mij veel werkplezier gegeven. Er zaten bij Sanders collega’s met een langer dienstverband dan ik. Dat gebeurt niet voor niets. Zoals wij met z’n allen aan het bedrijf hebben gebouwd, heb ik ervaren als bijzonder en leerzaam. Ik zal die periode altijd met een glimlach blijven herinneren.’


Jos Rikkert:Opmaak 1

27-05-2011

08:22

Pagina 3


Hennie Asbroek:Opmaak 1

27-05-2011

08:18

Pagina 2

24

Hennie Asbroek

‘Er was altijd wel een uitdaging te vinden’ In 1976 brengen The Eagles het befaamde album ‘Hotel California’ uit en wordt Jimmy Carter gekozen als 39e president van Amerika. Het is ook het jaar dat Hennie Asbroek bij Sanders gaat werken als groentechef. ‘Ik had mijn school afgerond en ben vervolgens in militaire dienst gegaan. Na mijn diensttijd zat ik zonder werk. Als bijbaantje had ik al eens gewerkt in een groentewinkel. Het was voor mij daarom een logische stap om de kans bij Sanders aan te grijpen.’ Hennie is tweeënhalf jaar chef van de afdeling AGF (aardappel-groente-fruit), aan de Castorweg in Hengelo en zeven maanden aan de Leliestraat. De AGFafdeling stond nog in de kinderschoenen en moest in veel filialen geïntegreerd worden. Het zijn processen waar Hennie veel bij betrokken werd. In 1980 komt hij bij Sanders echter op een dood spoor terecht: ‘Ik kon niet verder groeien binnen de afdeling, waarop meneer Sanders een gesprek met me aanging over mijn toekomst. Hij wilde weten of ik interesse had om te werken in het magazijn. Van groenten had ik nog wel enigzins verstand, maar van magazijnwerk? Ik heb nota bene MTS werktuigbouwkunde gestudeerd!’ Magazijn Toch maakt Hennie de overstap en vrij snel is hij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen het magazijn. Ook wordt Hennie verantwoordelijk voor het interne en externe transport, de logistiek en uiteindelijk is hij verantwoordelijk voor de verscentrale. ‘Ik heb de enorme groei van het bedrijf op het logistieke vlak meegemaakt. Van één vrachtwagen naar tien vrachtwagens. Van zes winkels naar maar liefst tweeëntwintig winkels. In het maga-

zijn waren we in 2010 met ongeveer vijfentwintig collega’s. Er waren elf chauffeurs en een hele groep parttimers. We zijn daarin flink doorgegroeid,’ vertelt Hennie met trots. Het karakteriseert het bedrijf dat bij groei eerst de eigen mensen een kans kregen om door te groeien naar een andere functie. ’Iemand komt het bedrijf binnen als groenteman en wordt vervolgens bedrijfsleider. Dat is voor mij een groot voordeel geweest binnen het familiebedrijf dat Sanders was.’ Altijd wel een uitdaging Hennie is Sanders trouw gebleven. ‘In de periode rond 1985 heb ik één keer gesolliciteerd, bij een bedrijf in Almelo. Daar kreeg ik te horen: ‘Je bent al tien jaar bij dezelfde baas. Waarom wil je nu ineens weg?’ Dat ik het antwoord op die vraag niet wist, deed me beseffen dat ik eigenlijk helemaal niet weg wilde’, lacht Hennie. ‘Binnen Sanders was altijd wel iets nieuws te doen, altijd wel ergens een uitdaging. Meneer Sanders had een bepaalde manier van leiding geven. Hij voelde precies aan wan-

neer er weer iets moest gebeuren om de mensen actief te houden. Dat had hij altijd goed in de gaten. Hij bepaalde dan strategisch wanneer geïnvesteerd kon worden. Wel is het een man die moeilijk dingen los kan laten. In alles wat er gebeurde binnen het bedrijf wilde hij een stem hebben.’ Uiteindelijk is Hennie dus gebleven. ‘Zekerheid was ook toen voor mij belangrijk. Ik ging trouwen, kocht een huis en zag in mij geen werktuigbouwkundige meer.’ Geweldige tijd ‘Ik was op vakantie toen ik hoorde dat het bedrijf verkocht was. Het was geen echte verrassing voor mij, ik merkte al wel dat er wat ging gebeuren. Ik heb ook gezegd dat ze met de verkoop een stukje van mij hebben verkocht. Een beetje boos was ik inderdaad wel. Ik had gehoopt om bij Sanders mijn pensioen te halen. En ja, ik zie natuurlijk ook dat Sligro bepaalde zaken beter en professioneler geregeld heeft. Maar ik heb bij Sanders een geweldige tijd gehad, dat pakken ze niet meer van mij af!’

Kruisjes op het plafond Met de overstap naar het magazijn kwam Hennie terecht in de oude fabriekshal ‘Holland’ aan de Parkweg in Enschede. ‘Dat was een ervaring op zich! Het was een pand waar kruisjes op het plafond waren aangebracht. Als het begon te regenen, moesten we naar boven kijken. Waar één kruisje was aangebracht, moest direct het product daaronder worden weggehaald. Het water kwam daar dan in grote hoeveelheden naar beneden. Twee kruisjes betekende dat we iets langer de tijd hadden om de producten weg te halen. Bij drie kruisjes had je een week om de producten weg te zetten. Het was een aparte tijd.’ Later kreeg Sanders een extra magazijn aan De Binnenhaven, waar de bulklimonade en emballage naar toe werd verhuisd. De kruidenierswaren bleven in het magazijn aan de Parkweg. Het gehele magazijn werd in 1982 verhuisd naar de plek waar in 2010 het distributiecentrum zat.


Hennie Asbroek:Opmaak 1

27-05-2011

08:18

Pagina 3


HOOFDS~3:Opmaak 1

26-05-2011

15:19

Pagina 2

26

Het jonge gezin Sanders Tony en Agatha krijgen vier kinderen: Jan (3 december 1942), dochter Ciel (8 juli 1944), Rein (3 juli 1946) en Toon (3 februari 1948). De kinderen worden opgevoed met de dienstverlening in gedachten. Er wordt verwacht dat zij zich met gepaste nederigheid gedragen richting de klanten. Agatha is een strenge moeder en ze stelt hoge eisen, ook aan haar kinderen. Deze eisen laat zij door Tony richting de kinderen communiceren. De winkel heeft naast de functie van kruidenierszaak ook een andere dienstverlenende functie in de buurt. De belangrijkste communicatiekanalen in die tijd zijn de radio en de krant. Veel mensen beschikken nog niet over een telefoon. De kruidenierswinkel is echter ĂŠĂŠn van Groepsfoto: V.l.n.r. Toon, Rein, Ciel en Jan

Rein en Toon

Agatha Bouma


HOOFDS~3:Opmaak 1

26-05-2011

15:19

Pagina 3

27

de plekken in de wijk die wel beschikt over een toestel. Als een klant of buurtbewoner in de winkel komt omdat er voor hem of haar gebeld is, wordt eerst uitgelegd hoe de telefoon gebruikt moet worden. Het komt ook voor dat de kinderen na een telefoontje op pad moeten om de mensen te vertellen hoe laat ze bijvoorbeeld in het ziekenhuis worden verwacht.

Biertjes uit het onderste krat De dienstverlening van de winkel kent geen grenzen. Het gezin doet simpelweg bijna alles voor de klant. Een goed voorbeeld hiervan is mevrouw Lohuis, een vaste klant. Zij houdt iedere dag goed in de gaten wanneer de lagere school uitgaat. Dat is namelijk het moment dat de kinderen van Sanders haar boodschappen kunnen komen brengen. Voor de kinderen zelf wordt het een sport om na schooltijd zo ver mogelijk weg te blijven uit de buurt van de winkel. De eerste die door vader gezien wordt, moet beslist een karweitje opknappen, zoals boodschappen wegbrengen. Maar altijd wegblijven van de winkel om niets te hoeven doen, is natuurlijk onmogelijk. Als de kinderen uiteindelijk toch thuiskomen, zijn er altijd nog genoeg klusjes te doen. Ook op de vrije avonden in het weekend wordt er gewerkt. Vooral op zaterdagavond komen vaak klanten achterom bij de winkel. Ze willen dan graag een paar flesjes bier, want thuis is alles op. Omdat er nog geen elektrische koeling is, willen de klanten de flesjes bier uit het onderste krat in de kelder. Dat is namelijk de plek die het meest koel is. Het aantal flesjes bier dat wordt meegegeven wordt op een kaart opgeschreven, zodat de klant later kan afrekenen.

Een vreemd klusje voor 25 gulden Jan Sanders blijft nog jarenlang werken in de winkel aan de Leliestraat, zelfs op oudere leeftijd. Zijn aanwezigheid valt echter wel steeds minder op, Jan is graag op zichzelf. Hij verplaatst zijn werkzaamheden in de winkel letterlijk steeds verder naar achteren. Uiteindelijk loopt Jan meestal rond op de plek waar de flessen gesorteerd worden. Op een dag neemt hij zijn kleinzoon Rein apart. Rein schrikt daar wel van, want wat zou er nu komen? Opa vertelt Rein zonder enige inleiding dat hij doodgaat. Hij wil graag dat Rein zijn graf onderhoudt. Om er zeker van te zijn dat dit goed gebeurt, geeft hij hem in ruil daarvoor 25 gulden. Een enorm bedrag, waar zijn neefjes erg jaloers op zijn. Rein is nog jarenlang te pas en te onpas gekscherend gevraagd hoe het graf van opa erbij ligt.


H04:Opmaak 1

26-05-2011

15:20

Pagina 2

28

Einde van de textielstad Nederland is zich in de jaren vijftig aan het herstellen van de Tweede Wereldoorlog, met dank aan het Marshallplan en de zuinige minister-president Willem Drees. Onder zijn leiding wordt


H04:Opmaak 1

26-05-2011

15:20

Pagina 3

29

Grote foto: geheel links op de foto Tony met personeel. Derde van links zijn vrouw Agatha

gewerkt aan de dekolonisatie van Nederlands-Indië en de wederopbouw van Nederland. Enschede en Hengelo zijn in de oorlog zwaar getroffen door Engelse bombardementen. Veel textielfabrieken zijn

zwaar gehavend. Enschede wordt langzaam maar zeker weer opgebouwd. Door de onafhankelijkheid van voormalig Nederlands-Indië, raakt de Twentse textielindustrie een belangrijk afzetgebied kwijt. Bovendien is het

voor de textielbedrijven niet mogelijk om op prijs te concurreren met bijvoorbeeld Japanse firma's, die tegen veel lagere kosten kunnen produceren. Een grote klap voor de textielindustriëlen van Enschede.


H04:Opmaak 1

26-05-2011

15:20

Pagina 4

Moderne zelfbedieningswinkel Het is het jaar 1954 en er heerst een crisis in huize Sanders. Er ligt dreiging op de loer. En om precies te zijn komt de dreiging van de overkant van de straat,

van buurtkapper F채hnrich. De eigenaar van de kapsalon vertelt dat hij is benaderd door Albert Heijn, die in zijn pand een winkel wil beginnen. Het zal geen standaard kruidenierszaak worden, zoals die van Sanders, maar een zeer mo-

derne en naar Amerikaanse maatstaven ingerichte zelfbedieningswinkel. Het is nooit duidelijk geworden of Albert Heijn daadwerkelijk het pand heeft willen kopen. Waarschijnlijk was het een blufverhaal van de kapper in de hoop


H04:Opmaak 1

26-05-2011

15:20

Pagina 5

31

opening van de vernieuwde winkel. Sanders is de derde zelfbedieningswinkel in Enschede. Het is wel een hele verandering voor de klanten! Niet iedereen reageert dolenthousiast, sommige klanten vinden dat de metamorfose van de winkel is gerealiseerd van hun geld. En nu moeten ze ook nog zelf hun producten verzamelen. Mensen houden nu eenmaal niet van verandering en dat was in die tijd niet anders. Ook wanneer het gezin kort daarop een auto aanschaft, wordt er door de klanten hardop gefluisterd: ‘Eigenlijk rijden ze op wielen die wij hebben betaald...’

Fietsen tellen

dat zijn pand impulsief zou worden gekocht door de familie Sanders. Echter, door deze dreigende situatie komt de pionier in Tony Sanders naar boven. Hij laat zich door niemand de kaas van het brood eten en besluit om zijn winkel

om te bouwen tot een moderne zelfbedieningswinkel. Concurrent Anjo aan de Minkmaatstraat is ook al overgestapt naar een dergelijk type winkel. Een jaar later is het dan zover. Na een intensieve verbouwing volgt de feestelijke her-

Na de feestelijke heropening blijven de klanten de winkel bezoeken. Toch heerst er stevige competitie met andere winkels. De concurrerende winkels, Hedo en Anjo, bestaan al langer als zelfbedieningswinkel. De winkel van Anjo is dichtbij de Leliestraat gevestigd. Bij die winkel is het vaak drukker dan bij de vernieuwde Sanders.


H04:Opmaak 1

26-05-2011

15:20

Pagina 6

De kinderen worden zo nu en dan op pad gestuurd om fietsen te tellen bij Anjo. De opdracht is duidelijk: er moeten meer klanten in de winkel komen. Dit wordt bereikt door de prijzen van de producten zo scherp mogelijk te

maken. Het motto van Tony is dan ook: ‘Voor de prijs valt iedereen!’ Twee keer per week worden prijsacties gehouden. Dat betekent dat producten van B-merken in prijs worden verlaagd. Voor A-merken zijn in principe

dergelijke prijsacties niet mogelijk. Dat komt doordat de fabrikant een minimum verkoopprijs voorschrijft. Concurrent Anjo is lid van een inkoopvereniging en kan daardoor wel meer producten in prijs verlagen.


H04:Opmaak 1

26-05-2011

15:21

Pagina 7

33

Boodschappenboekje Met de overgang van bedieningswinkel naar zelfbedieningswinkel is het van essentieel belang dat de winkel van Sanders blijft groeien qua omzet. Op dat moment speelt een goed assortiment hierin een onderschikte rol. Het aanbod is dan ook behoorlijk beperkt.

Vechten voor lage prijzen De concurrentiestrijd wordt vooral gevoerd met de winkel van Anjo. Sanders heeft de winkel uitgebreid en krijgt daarmee de mogelijkheid om meer volume aan producten weg te zetten. Dan is een lagere prijs een goed middel om meer mensen naar de winkel te krijgen. De in- en verkoopprijs die door de fabrikanten worden vastgesteld zijn in die tijd echter bindend. Tony is daar niet van onder de indruk. Integendeel, hij besluit om af en toe de prijs van sommige A-merken bewust te verlagen, onder de vastgestelde verkoopprijs. Dit wordt ook gedaan met producten, zoals brood, die een door de overheid vastgestelde minimum verkoopprijs hadden. In de krant wordt geadverteerd dat het brood bij Sanders onder de minimumprijs wordt

Ook de boodschappenboekjes van de klanten laten zien dat steeds dezelfde producten gekocht worden, zoals suiker, margarine en koffie. De volumes die van deze goederen worden ingekocht zijn groot, mede vanwege het feit dat de gezinnen in die tijd uit veel leden bestonden.

verkocht. Door deze prijsacties krijgt de winkel geregeld brieven van advocaten met het dringende verzoek om met onmiddellijke ingang de prijs aan te passen. Gebeurt dit niet, dan wordt de winkel voor het gerecht gedaagd. Tony weet dat, als hij voor de rechtbank moet verschijnen, hij het proces tegen de fabrikant of de overheid zal verliezen. Toch wordt doorgegaan met het houden van deze acties. En niet zonder reden. Het verlagen van

prijzen zorgt voor roering en opschudding. Zelfs de krant schrijft over de prijsacties. Aan de verslaggever wordt vertelt dat de prijsactie’s zijn bedoeld om de klant minder te laten betalen. De winst voor Sanders is immers al hoog genoeg. Op deze manier krijgt Sanders gratis reclame en de reputatie dat het als winkel voor lagere prijzen wil opkomen. Het is een mooi voorbeeld hoe commercieel ingesteld de familie is!

De grossier Een grossier was een type groothandel die voornamelijk op de binnenlandse markt inkocht en leverde aan detailhandel en grootverbruikers. Winkeliers gingen een verbond aan met een bepaalde grossier. Zij verplichtten zich hiermee tot de inkoop van een bepaald minimum van producten bij die partij. In ruil daarvoor verzorgden grossiers vaak bepaalde diensten, zoals het verzorgen van de boekhouding en reclamemateriaal.


H06 com:Opmaak 1

26-05-2011

15:22

Pagina 2

34

Inkoopvereniging Met het oog op de prijzen gaat Tony Sanders op zoek naar mogelijkheden om zijn winkel nog populairder te maken bij de klant. Concurrent Anjo is lid van een grote inkoopclub en daardoor in staat om producten goedkoper aan de man te brengen. Sanders is nog steeds afhankelijk van de grossier. Dat brengt minder mogelijkheden met zich mee. Tony komt terecht bij enkele gelijkgestemde collega’s, ook uit het oosten van het land. Samen richten ze Pick-Pack op, een inkoopvereniging dat bestaat uit zes ondernemers. Het doel is om grossiers uit te schakelen en zodoende rechtstreeks geleverd te krijgen van fabrikanten. Hierdoor kunnen de producten goedkoper ingekocht worden. Eens in de veertien dagen wordt er vergaderd in Zwolle. Pick-Pack begint een zoektocht naar fabrikanten die rechtstreeks willen leveren aan de zes ondernemers. Eerst worden fabrikanten van B-merken benaderd. Heel voorzichtig wordt daarna contact gelegd met fabrikanten van A-merken, die langzaam ook gaan leveren aan de winkels. De laatste twee fabrikanten die overstag gaan zijn AKZO en Grolsch. Voortaan worden dus ook zout en bier rechtstreeks geleverd. Deze mijlpaal is binnen zeven jaar na oprichting van Pick-Pack bereikt. PickPack is later overgegaan in C.I.V. Superunie.

Merkwaardige club

De leden kregen in de eerste jaren bonussen uitgekeerd voor wat er

Anno 2010 is Superunie een toonaangevende inkooporganisatie die veertien onafhankelijke Nederlandse retailorganisaties vertegenwoordigt. Het landelijk marktaandeel bedraagt ongeveer dertig procent. Superunie heeft ongeveer tachtig medewerkers in dienst. Deze medewerkers verzorgen de inkoop voor de leden. De goe-

op de gezamelijke inkoop werd verdiend. Eind 1957 kregen 27 leden een bonus

deren die worden ingekocht, worden geleverd bij de verschillende distributiecentra. Superunie koopt ook huismerken in. Het huismerk voor Sanders draagt de naam ‘Perfekt’. Veel producten van Perfekt zitten al jaren in het assortiment, waardoor ze vaak

zeer vertrouwd zijn voor de klant. Ook wordt er constant gewerkt aan verbeteringen en uitbreiding van het assortiment. Een lid van Superunie wordt geacht de benodigdheden voor de verkoop in de supermarkt in te kopen via de in-


H06 com:Opmaak 1

26-05-2011

15:22

Pagina 3

35

koopvereniging. In de praktijk komt dit neer op ongeveer negentig procent van het winkelaanbod. De uitzondering vormen de artikelen waarvan het volume zo laag is, dat de leden deze artikelen individueel mogen inkopen. Het is een professionele orga-

nisatie, maar ook een hele merkwaardige club. Onderling hebben de leden gezamenlijk een paar honderd vergaderingen per jaar. De leden zijn eigenlijk elkaars grootste concurrent en zijn op de markt dan ook grote rivalen. Maar als ze elkaar ontmoeten om te

praten over de gezamenlijke inkoop, dan is het net een vriendenclub. Ze zijn opmerkelijk vrij en open naar elkaar. Eén van de krachten van Superunie is dat iedereen zich aan de afspraken houdt. Het bestaan van Superunie heeft ertoe geleid dat er veel winkelformules in Nederland zijn, waardoor klanten veel keuzevrijheid hebben. De ondernemers zijn heel gedreven om hun steentje bij te dragen om een zo laag mogelijke inkoopprijs te realiseren. Deze lage prijs wordt gezien als een concurrentiewapen. Als je klein bent, kun je toch groot zijn op het gebied van inkoop. Sanders had nooit zo hard kunnen groeien zonder Superunie, maar dat geldt voor veel leden van de inkoopvereniging. Eén van de leden van Superunie is Sligro. In 2003 hebben zij een ander Superunie-lid, EMTÉ, overgenomen van de familie Trommelen.


Rene Zwiep:Opmaak 1

27-05-2011

08:30

Pagina 2

36

René Zwiep

‘Je moet de winkel goed voor elkaar hebben’ Denekamp is een hechte gemeenschap, waar bijna alle mensen elkaar kennen. Als bedrijfsleider van Sanders en oudvoetballer van de plaatselijke trots DOS’19, is René Zwiep zelfs ‘beroemd’ in het dorp. Hij begon zijn supermarktavontuur echter niet bij Sanders. ‘Ik heb tien jaar bij supermarktketen Edah gewerkt. Ik vond dat ze te bureaucratisch werden. Dus ben ik op zoek gegaan naar een andere werkgever. Bij Edah verklaarden ze me voor gek dat ik naar Sanders ging. In hun ogen was dat maar een kneuterig bedrijf.’ René krijgt bij Sanders vooral te maken met Fons Roetergink en Johan Abbink. ‘Zij waren voor de bedrijfsleiders een steunpilaar. Fons was onze baas. Hij stond tussen de bedrijfsleiders en meneer Sanders in. Later kreeg ik meer te maken met de winkelbegeleiders, die vooral een ondersteunende rol hadden.’ Eigen gang gaan René heeft een sterke band met zijn dorp en winkel. ‘Het is het mooiste, beste, gezelligste en qua omzet, drukste filiaal van Sanders.’ Hij zegt het niet om op te scheppen, maar is oprecht trots. ‘Het uiterlijk van de winkel is echt prachtig, met een geweldige entree.

Meneer Sanders vindt het zelfs iets te mooi.’ René heeft niet altijd in Denekamp gewerkt. Zo werkt hij ook aan de Fazantstraat in Enschede en aan het Berfloplein in Hengelo. Maar uiteindelijk gaat René weer terug naar Denekamp. ‘Ik werk hier alweer tien jaar, ga een beetje m’n eigen gang en heb de winkel goed voor elkaar. Ik weet wat mijn publiek wil.’ Een voorbeeld hiervan is toen fabrikant Honig de ossenstaartsoep helder maakte. Dat lijkt niet veel verschil te maken, maar in Denekamp moesten de klanten niets weten van heldere ossenstaartsoep. ‘Ik heb de afdeling inkoop gevraagd om weer gebonden ossenstaartsoep te bestellen.’ Vuurwerkramp Op 13 mei 2000 wordt Enschede opgeschrikt door een ramp. Een pakhuis vol met vuurwerk ontploft en vaagt de woonwijk Roombeek weg. Midden in deze wijk had Sanders een filiaal aan de Fazantstraat, waar René bedrijfsleider was. ‘Ik was die dag aan het werk en stond buiten. Opeens zag ik een paar vuurpijlen de lucht in schieten. Ik liep weer naar binnen en van het ene op het andere moment brak de hel los. De ramen in het pand sprongen naar bin-

Saamhorigheid Een grote stroomstoring in 2003 zal René ook niet snel vergeten. ‘Ik zat met alle bedrijfsleiders in vergadering. Het was net als op de dag van de vuurwerkramp, een warme dag. Toen ik van de stroomuitval in Denekamp hoorde, ben ik direct naar de winkel gereden.’ Maar René ging niet alleen terug. ‘Er werkten op dat moment vijf bedrijfsleiders die net als ik uit Denekamp kwamen: Jeroen Peters, Jeroen Belt, Ben Brookhuis, Arnold Broenink en Roy van der Schoor. Ze bedachten zich geen moment en gingen met mij mee om te helpen. We hebben toen gered wat er te redden viel. Dat was een belevenis op zich. De saamhorigheid die op dat moment naar boven kwam, vond ik echt des Sanders. Prachtig!’

nen en het dak kwam letterlijk naar beneden. Een medewerkster die bij de broodafdeling stond heeft het wonder boven wonder overleefd. De brokstukken kwamen dwars door het dak. Eenmaal weer buiten merkte ik dat één van mijn medewerkers vermist werd. Ik ben weer naar binnen gegaan om haar te zoeken. Ik kon als kapitein het schip niet verlaten als ik niet iedereen van boord had. Ze was achter het keukenblok gedoken van angst. Ik heb haar veilig naar buiten gebracht. De ramp heeft veel indruk op mij gemaakt. De wijk waar veel medewerkers woonden, was helemaal weg is. Sommigen waren alles kwijt en hebben zelfs vrienden en familie verloren. Later ontving ik van het personeel een horloge als dank voor alles. Dat was heel speciaal.’ Goede cijfers maken gezellig ‘Ik ben als bedrijfsleider verantwoordelijk voor alles wat er gebeurt in de winkel. Belangrijk is om de sfeer goed te houden en ervoor te zorgen dat iedereen voor hetzelfde doel gaat. Het alleen maar gezellig hebben, dat kan niet. Je moet resultaat boeken en als de cijfers goed zijn, wordt het vanzelf gezelliger. De omgang met personeel is misschien de belangrijkste taak die ik heb.’ De overname door Sligro neemt René haast voor kennisgeving aan. ‘Ik kan er uitstekend mee leven. Van het personeel van EMTÉ heb ik gehoord dat wij goed bij hen passen. Maar ik hoop niet teveel te maken te krijgen met allerlei managers en dat ik de zaken kan blijven bespreken met Richard van der Helm of Ronnie Abbink. Werkt prima vind ik. Toch zal ik mijn nieuwe collega’s moeten leren kennen. En als ik de winkel goed voor elkaar heb, zullen er vast geen problemen zijn.’


Rene Zwiep:Opmaak 1

27-05-2011

08:30

Pagina 3


Alice Sanders v7:Opmaak 1

26-05-2011

16:10

Pagina 2

38

Alice Sanders

‘Ik kijk met plezier terug op wat is geweest’ Achter elke succesvolle man staat een sterke vrouw. Rein Sanders ontmoette zijn vrouw in Oldenzaal, bij uitgaansgelegenheid De Kei aan de Lyceumstraat. ‘Rein kwam met vrienden vanuit Enschede om te stappen in Oldenzaal. Daar kwamen we in gesprek met elkaar. Dat was in 1964.’ Het jonge stel kreeg vrij snel serieuze verkering. Rein zorgde goed voor zijn vriendinnetje, Alice weet het nog goed: ‘Op mijn verjaardag gaf hij mij een platenspeler cadeau. Ik kreeg daarbij een plaat van Boudewijn de Groot. Als extraatje kreeg ik een plaat van The Beatles, zijn favoriete band.’ Zeven winkels? Alice was verpleegster in het ziekenhuis in Oldenzaal. ‘Ik had regelmatig weekenddiensten en Rein kwam om de twee weken terug uit Amsterdam. We moesten plannen om elkaar te zien. Toen Rein klaar was met zijn stage bij Jac. Hermans, konden we elkaar gelukkig vaker zien. Eigenlijk wilde ik geen ondernemer als man. Dan is hij veel te druk met werken, was mijn gedachte.’ In hun verkeringstijd praat het stel veel over de toekomst. ‘We zaten in een cafeetje. Rein vertelde dat hij zeven winkels wilde hebben. Ik zei: ‘Zeven? Zorg maar eerst dat het er twee worden’. Het was in die tijd niet gebruikelijk dat je zo’n grote ambitie uitsprak. Maar eigenlijk vond ik het heel leuk dat hij vol passie bezig was met de winkels. Ik groeide daarin mee.’ Na hun bruiloft besloot Alice om als verpleegster te stoppen. ‘Rein was druk met de winkels. Ik heb de zorg voor de kinderen op mij genomen. Gelukkig nam Rein veel tijd voor het gezin. Hij was een leuke vader en gek op de kinderen.’

Schoonouders Het pasgetrouwde stel ging boven de winkel aan de Leliestraat wonen. ‘Dat was een leuke tijd. Elke ochtend kwam de vader van Rein vanuit de winkel naar boven om met mij koffie te drinken. Het was een hele leuke en gezellige man. Ook had ik een goede band met de moeder van Rein. Toen mijn schoonvader in het ziekenhuis lag, sliep de moeder van Rein in haar eigen kamer die wij voor haar hadden gecreëerd in ons huis. ’s Ochtends deden we samen het werk en gingen daarna soms wandelen of de stad in. Samen met de kinderen die toen nog jong waren.’ Het overlijden van Tony Sanders is een groot gemis geweest. ‘Rein had een hele warme relatie met zijn vader. Als de winkel voor die dag de deuren had gesloten, gingen ze met z’n tweeën in het kantoortje de werkdag doornemen. Daar hoorde standaard het drinken van een flesje Bavaria bij.’ Vele hoogtepunten Alice en Rein wandelen graag. Tijdens deze wandelingen bespraken ze wat er allemaal gebeurde in de zaak. Zowel de

leuke dingen als de problemen die er natuurlijk ook waren. ‘Hij vertelde mij echt alles. Ik was zijn luisterend oor.’ Alice leefde helemaal mee in de supermarktwereld. ‘Ik ging mee naar de jaarvergaderingen van Superunie. En eens per twee jaar maakten we met de leden van Superunie een reis. Met het veertigjarig bestaan van Superunie zijn we zelfs naar Zuid-Afrika geweest. We vonden het land zo indrukwekkend dat we besloten om met z’n tweeën nog tien dagen langer te blijven.’ Alice kijkt met veel plezier terug op wat is geweest. ‘Mijn man is een echte opbouwer, geen afbouwer. Ook de laatste loodjes doet hij met hart en ziel.’ Voor Alice zijn er vele hoogtepunten geweest. ‘De opening van het distributiecentrum vind ik een absoluut hoogtepunt, een echte mijlpaal voor het bedrijf. Ook de openingen van nieuwe winkels waren belangrijke gebeurtenissen. Als er een nieuw filiaal was geopend of heropend, kocht ik daar de boodschappen voor de week. Privé gezien waren de geboortes van de kinderen natuurlijk hoogtepunten,’ glimlacht Alice.

Sportief ingesteld Nu Rein vaker thuis zal zijn, heeft hij meer tijd voor andere dingen dan werken. Wat betekent dat voor Alice? ‘Ik heb genoeg te doen! Ik tuinier graag en zie mijn vriendinnen regelmatig. Verder ben ik sportief ingesteld. Ik ben fanatiek met hardlopen. Het lopen van de halve marathon van Enschede is telkens weer een hoogtepunt. Ook breng ik regelmatig een bezoek aan de sportschool en golf ik graag. Rein en ik spelen vaak tegen elkaar. We zijn behoorlijk aan elkaar gewaagd!’ Al met al heb ik veel te doen in de week. We willen wel wat vaker op vakantie. Of spontaan een dagje weg. Vroeger gingen we wel op vakantie, maar het zat niet in Rein om lang weg te zijn van werk. Zijn hart lag bij de zaak.’


Alice Sanders v7:Opmaak 1

26-05-2011

16:10

Pagina 3


Bertus Grutter:Opmaak 1

26-05-2011

16:12

Pagina 2

40

Bertus Grutter

‘Mijn vrouw wil mij niet thuis hebben’ Als vrachtwagenchauffeur in dienst van een bedrijf in bouwmaterialen, reed Bertus Grutter regelmatig naar de bouwplaats van het distributiecentrum van Sanders. Toen het bouwbedrijf failliet ging, zat Bertus zonder werk. Toevallig kende hij Johan Abbink en winkelbegeleider Diederik Nijland van de tennisclub. Als Diederik in de supermarkt Bertus tegenkomt, biedt hij hem een baan aan. Het probleem is echter dat er niet direct een functie beschikbaar is. Het geluk is toch aan Bertus’ zijde als een medewerker zijn chauffeursdiploma niet haalt. Een paar dagen later heeft Bertus op 36-jarige leeftijd een contract bij Sanders als vrachtwagenchauffeur. Ruilen van functie ‘Toen ik zesentwintig jaar geleden begon, beschikte Sanders over één vrachtwagen met oplegger en drie bakwagens. In een bakwagen gingen dertig containers en in de oplegger ongeveer 42 containers. Maar de wagens waren lang niet altijd vol. Het magazijn was ook veel kleiner. Dat is eenvoudig te verklaren, want er waren toen veel minder artikelen op de markt.’ Na twaalf jaar als vrachtwagenchauffeur de filialen te hebben bevoorraad, wordt bij Bertus epilepsie geconstateerd. Hierdoor kan hij zijn baan als chauffeur niet meer beoefenen. ‘Ik heb op het werk direct laten weten dat ik niet meer op de vrachtwagen kon rijden. Er werd mij verteld dat ik me maar ziek moest melden. Maar ik voelde me helemaal niet ziek!’ Op dat moment werkte Wim Prinsen in het magazijn als heftruckchauffeur. Wim was in het bezit van een vrachtwagenrijbewijs. De optelsom was snel gemaakt en na enig overleg ruilden de mannen van functie.

Ongeluk in een klein hoekje Als heftruckchauffeur begon Bertus de dag vroeg. ‘Ik was meestal om kwart over zeven op het werk om eerst in de kantine te zitten. Rustig een krantje lezen.’ De jaren van Bertus bij Sanders verliepen rustig. Toch ging het bijna een keer helemaal mis. ‘Ik had een rit naar de vleescentrale, die toen nog aan de Bleekerstraat zat. Het was nog donker die ochtend en ik reed de vrachtwagen achteruit, de losplaats op. Alleen, ik had een gasinstallatie niet gezien en die raakte ik vol! Een gaslek was het resultaat. We kregen alleen het lek niet zelf dicht. Dus moest de brandweer komen. Niet alleen de brandweer rukte uit, ook de politie en mensen van de gemeente kwamen polshoogte nemen. Gelukkig liep het met een sisser af.’ Doorwerken na zijn pensioen Het pensioen van Bertus komt steeds dichterbij. ‘Ik had al twee keer met pen-

sioen kunnen gaan, maar mijn vrouw wil me toch niet thuis hebben’, zegt Bertus met een knipoog. ‘Eerlijk gezegd heb ik er ook nog geen behoefte aan. Ik tennis dan wel regelmatig, maar ik zie mezelf niet iedere dag op de tennisbaan staan.’ Bertus voelde aan dat er iets ging veranderen binnen Sanders. ‘Ik zag dat er mensen in het magazijn werden rondgeleid door meneer Sanders en Marko Hartmann. Dan komt het nieuws dat het bedrijf verkocht is. Voor mezelf had ik toch liever gezien dat het bedrijf twee jaar later was verkocht. Dan word ik namelijk 65 en kan ik met pensioen. Maar ik heb hier altijd met plezier gewerkt en dat wil ik de laatste twee jaar volhouden. Ik heb aangegeven dat ik hier na mijn 65ste graag nog twee of drie dagen in de week wil blijven werken. Het liefst met werktijden die ik zelf een beetje kan indelen. Als dat kan, zou ik heel blij zijn.’

Bier over datum ‘Van de afdeling inkoop kreeg ik op een dag het bericht om drie vrachtwagens met Dommelsch bier te bestellen. Dat hadden we nog nooit in het assortiment gehad. Ik gaf aan dat ik hooguit een halve wagen met bier kon gebruiken. En anders zou ik wel naar boven om het meneer Sanders zelf te vertellen.’ Niet veel later stond Bertus voor het kantoor van Rein Sanders, die in gesprek was met Johan Abbink. ‘Ik klopte aan en kon binnenkomen. Meneer Sanders vertelde dat Dommelsch bier zo goed werd verkocht in het westen van het land. Johan Abbink zei nog: ‘Van dat bier krijg je koppijn!’ Maar het moest toch besteld worden. ‘Alles wat niet verkocht zou worden en over datum ging, dat zou meneer Sanders zelf opdrinken, zei hij!’ Er werden drie vrachtwagens vol Dommelsch bier besteld. Een paar maanden na levering kwamen twee vrachtwagens om het niet verkochte Dommelsch bier weer op te halen. Toen Marko Hartmann net bij ons werkte en meneer Sanders hem een keer vroeg wat hij wilde drinken, zei Marko: ‘Doe maar een Dommelsch biertje, maar graag wel één die over datum is! ’


Bertus Grutter:Opmaak 1

26-05-2011

16:12

Pagina 3


Anekdote2:Opmaak 1

26-05-2011

15:59

Pagina 2

42

Anekdote

Huizensoap in Losser

Vanaf begin jaren tachtig was Sanders ook in Losser gevestigd. Het betrof echter een winkel met weinig winkeloppervlakte. De winkel was zelfs te klein geworden en kon niet meegroeien met

de algemene groei van Sanders. Dit gevoel werd onderstreept toen het bericht binnenkwam dat Albert Heijn zich wilde gaan vestigen in Losser. Een directe concurrent, en al helemaal

Albert Heijn, kon Sanders niet gebruiken. Met de kleine winkel kon Sanders heel moeilijk de concurrentie aan gaan. Albert Heijn had hun oog laten vallen op een stuk grond met daarop


Anekdote2:Opmaak 1

26-05-2011

15:59

Pagina 3

43

drie woonhuizen. Deze woningen zouden gesloopt moeten worden. De tegenaanval leek simpel, maar was zeer effectief om het plan van Albert Heijn tegen te gaan. Sanders kocht het middel-

ste van de drie huizen. Het was een dure aankoop, die ver boven de marktwaarde lag, maar Albert Heijn kon in ieder geval niet op die strategische plek hun plan tot uitvoer brengen.

Deel één van het plan was gelukt. Nu wilde Sanders op de plek zelf een supermarkt gaan bouwen. Daarvoor moesten de overige twee woningen ook aangekocht worden. De bewoners hadden gehoord van de verkoopprijs die hun voormalige buren hadden ontvangen. Zij hadden hun zinnen gezet op het zo duur mogelijk verkopen van hun huis. Een andere concurrent, Edah, deed hier nog een schepje bovenop. Edah gaf namelijk aan ook geïnteresseerd te zijn en deed alsof ze een magisch bedrag over hadden voor de woningen. De bewoners zagen dus gouden bergen en vroegen aan Sanders de absolute hoofdprijs. Na vele jaren zagen de bewoners in dat ze geen gouden berg gingen krijgen voor hun woning. Uiteindelijk heeft Sanders een marktconforme prijs betaald en is op die plek een nieuw Sanders filiaal gebouwd.


H07 com:Opmaak 1

26-05-2011

15:23

Pagina 2

44

De weg van Rein Sanders

Winkelaanzicht Leliestraat in 1961

De klant en de dienstverlening staan centraal binnen het kruideniersgezin. Voor de familie is de klant bijna heilig. De kinderen gaan hier serieus mee om, zelfs als ze kattenkwaad uithalen. Als

ze weer eens vroeg naar bed moeten, willen de kinderen niet direct gaan slapen. In plaats daarvan bedenken ze spelletjes om te doen, bijvoorbeeld het spel met de portemonnee aan het

touwtje. Maar er wordt goed gekeken of hun slachtoffers geen klanten zijn. De kinderen helpen ook mee in de winkel, met bijvoorbeeld het inpakken van suiker. De ĂŠĂŠn schept suiker in


H07 com:Opmaak 1

26-05-2011

15:23

Pagina 3

45

Beroepkeuzes Rein is de enige van de vier kinderen die ook daadwerkelijk het kruideniersbloed in zich heeft stromen, net als zijn vader. Zijn oudste broer Jan is een echte techneut en heeft geen belangstelling voor het kruideniersvak. Na zijn opleiding aan de Hogere Technische school werkt hij bij Philips in Apeldoorn als technisch ingenieur. Later werkt hij bij de medische tak van Philips in Duitsland. In 2009 overlijdt Jan op 65-jarige leeftijd. Zus Ciel is werkzaam geweest bij een bank. Toon, de jongste van de vier, studeert in Tilburg en blijft daar na zijn studie. Hij beoefent directeursfuncties bij onder andere bedrijven als NV Rede en Lage Landen. Daarna gaat hij met vervroegd pensioen. Het uitvoeren van zijn pensioen houdt voor Toon in, dat hij anno 2010 directeur is van een bank in Ierland.

de pakken en de ander weegt deze af. Daarna wordt de pakken gesloten om verkocht te kunnen worden. Het wordt een sport om de pakken suiker zo snel mogelijk gereed te hebben.

Rein, de op ĂŠĂŠn na jongste telg van de familie, is altijd in en rond de winkel te vinden. Als Rein vanaf de woning boven de winkel naar school loopt, droomt hij erover om de winkel over

te nemen. Daar houdt het dromen niet mee op. Nee, hij wil in totaal zeven winkels. Het aantal van zeven heeft hij altijd in zijn hoofd gehad. Waarom weet hij eigenlijk niet. Gelukkig voor Rein is er steeds meer werk te verzetten in de winkel van zijn vader. Als hij uit school komt staat de vrachtwagen van Bavaria al naast de winkel, klaar om gelost te worden. Met een steekwagen stapelt hij de kratten in het magazijn. Dat het hard werken is, verraadt het zweet op zijn rug.


H07 com:Opmaak 1

26-05-2011

15:24

Pagina 4

46

Lessen in Amsterdam Als Rein twaalf jaar oud is, gaat hij naar de Opleidingsschool voor Detailhandel. Nadat hij de opleiding met succes afrondt, is hij klaar om ervaring op te doen buiten de schoolbanken en de eigen winkel. Zijn vader heeft inmiddels veel contacten via Superunie om voor Rein een interne opleiding te regelen. Rein gaat aan de slag bij een winkel van Jac. Hermans aan de Camperstraat in Amsterdam. En wat een verschil met Enschede is dat! De manier van het vak uitoefenen is veel agressiever en aanvallender. De winkelpromotie gaat gepaard met veel toeters en bellen. Dit in tegenstelling tot het gemoedelijke oosten. Naast de praktijkervaring die hij opdoet in de winkel, gaat Rein ook op voor zijn praktijkexamen rijvaardigheid. Omdat Rein de theorielessen in Enschede heeft, lijkt het hem verstandig om zijn praktijkexamen ook in Enschede te doen. Hij kent de stad immers op zijn duimpje. Om dit te regelen, moet er een plan komen. Hij bezoekt het stadhuis in Amsterdam en geeft aan zich te willen uitschrijven. Hij wil doen voorkomen dat hij weer in Enschede gaat wonen. Bij terugkomst in de winkel is zijn chef op de hoogte: ‘Ik kreeg net een telefoontje. Ga jij terug naar Enschede?’ Rein heeft geen ander antwoord gereed dan de waarheid en geeft toe wat zijn beweegredenen zijn. Het plannetje is uiteindelijk toch gelukt, want Rein mag in Enschede afrijden.

De kelder in aanbouw. Hier komt het magazijn in 1967

Terug op het nest Als Rein terugkomt in Enschede, is hij negentien jaar oud. De dienstplicht komt om de hoek kijken. De enige manier om hier onder uit te komen, is door aan te tonen dat hij onmisbaar is voor de winkel. Een extra reden om niet in dienst te hoeven, is de zwakke gezondheid van zijn vader. De dokter verklaart dan ook dat Rein inderdaad onmisbaar is voor de zaak. De jonge Rein is bezeten geraakt van

het winkeliersvak. Hij wil de Amsterdamse werkwijze doorvoeren in de winkel van zijn vader. Zijn doel is om de omzet flink te laten stijgen. Zodra Rein de mogelijkheid krijgt, gaat hij direct aan de slag met het bedenken van acties om meer klanten naar de winkel te krijgen. Al snel ziet hij het belangrijkste obstakel: de zelfbedieningswinkel schiet op vele facetten tekort. Zodoende ontstaat een goed gesprek met zijn vader. Rein wil zijn vader over-


H07 com:Opmaak 1

26-05-2011

15:24

Pagina 5

47

tuigen om de winkel om te bouwen naar een moderne supermarkt. Dat betekent een verbouwing van het pand en de winkel zelf. Zijn vader ziet wel wat in de plannen voor een supermarkt. Maar op zijn leeftijd kan en wil hij niet meer de inspanning leveren en de investering doen die daarvoor nodig zijn. Hij moet ook aan zijn welverdiende oude dag denken. Rein is teleurgesteld en heeft niet direct een alternatief plan. Heel onverwacht komt

zijn vader op het gesprek terug. Hij gaat toch akkoord. Wel met één voorwaarde, namelijk dat het hem geen extra energie kost. Dus komt het project op de schouders van Rein te liggen. Het blijkt een hele ingreep. De vierkante meters zijn niet aanwezig om een echte supermarkt te realiseren. Dan wordt bedacht om onder het pand een kelder te maken, waarin het magazijn kan komen. Voor de winkel kan dan gebruik gemaakt worden van

ongeveer 450 vierkante meter. Er ontstaat daarmee ruimte voor een tot dan toe ontbrekende assortimenten: vlees, groenten en zuivel. De verbouwing blijkt naast een uitdaging ook een moeilijke periode te zijn. Om de klanten van dienst te blijven, wordt constant geschoven met stellingen. De winkel kan immers niet dicht. Er worden lange dagen gemaakt. Van zeven uur ’s ochtends tot elf uur ’s avonds werken is op dat moment de standaard.


H08 com:Opmaak 1

26-05-2011

15:25

Pagina 2

48

Nog 101 klanten voor u Na een half jaar hard werken, wordt de winkel in november 1968 voor een tweede keer heropend. Deze keer als moderne supermarkt. De verwachting en hoop is om 50.000 gulden per week om te zetten. Ter vergelijking: de omzet van de zelfbedieningswinkel lag rond

18.000 gulden per week. Het grote succes komt al in de eerste week na de opening, de omzet is dan gestegen naar 80.000 gulden! Een bepalende factor voor dit nieuwe succes is het verkopen van vers vlees. In de nieuwe winkel wordt vlees ver beneden de prijs van de slagers verkocht.

Het is zó druk bij de slagerij van de winkel dat klanten een nummer moeten trekken. Op zo’n drukke dag trekt een klant nummer dertien. De klok staat op ‘12’. Met enige verbazing roept de dame: ‘Goh, ben ik al bijna aan de beurt?’ Maar wat blijkt? Er zijn nog 101 klanten voor haar!


H08 com:Opmaak 1

26-05-2011

15:26

Pagina 3

49


H08 com:Opmaak 1

26-05-2011

15:26

Pagina 4

50

Minimumloon Op 27 november 1968, kort nadat de supermarkt van Sanders is geopend, treedt de wet op het minimumloon in werking. Deze wet bepaalt dat Sanders verplicht is een minimumbedrag te betalen aan zijn werknemer. Het bruto minimumloon kan uitgekeerd worden als uurloon, weekloon of maandloon. Het wordt vastgesteld op honderd gulden per week bij een volledige werkweek.

Succesprobleem Naast het succes van de winkel duikt er ook een probleem op. Er is te weinig beschikbare ruimte om de producten en de logistiek te verwerken. Grote hoeveelheden goederen moeten worden ingekocht om aan de succesvraag te voldoen. Het magazijn is echter niet

berekend op die grote hoeveelheden en dus kunnen de vrachtwagens alle goederen niet meer kwijt. Daar komt bij dat de toevoer van de grotere hoeveelheid goederen, ook betekent dat er meer vrachtwagens naar de winkel komen. Hierdoor staat de straat continu dicht. De honderden kratten die

niet meer in het magazijn passen, worden hoog opgestapeld langs de buitenmuur van de winkel. De buurt ziet de drukte met lede ogen aan, maar weet dat het niet anders kan. De situatie wordt voorlopig geaccepteerd. Tony Sanders blijft een actieve rol spelen in de winkel en is een bekend ge-


H08 com:Opmaak 1

26-05-2011

15:26

Pagina 5

51

zicht voor klanten. Rein is vooral op de achtergrond actief als manusje-vanalles. Hij voert de prijsacties uit, maakt de planning en deelt het werk in. Eigenlijk zorgt hij ervoor dat alles op rolletjes loopt. In die periode heeft de winkel ongeveer dertig mensen in dienst. De medewerkers zijn werkzaam

bij de kassa’s, slagerij, groente afdeling, boekhouding en in het magazijn. Het zijn goede tijden, zowel qua omzet als opbrengsten.

Noodwinkels Het succes heeft ook een keerzijde. Na een tijd wordt de aanhoudende drukte

door de vrachtwagens in de straat niet meer geaccepteerd door de buurtbewoners. De te kleine magazijnen zijn een urgent probleem. Ook in deze moeilijke situatie komt de handelsgeest bovendrijven. Waarom wordt er geen tweede winkel in Enschede geopend? De daad wordt bij het woord


H08 com:Opmaak 1

26-05-2011

15:26

Pagina 6

52

gevoegd en aan de Zweringsweg wordt een stuk grond gekocht met een bestemmingsplan vanuit de gemeente voor een supermarkt. Op de bewuste grond staat echter een viskraam en die komt niet voor in de plannen van Sanders. De visboer denkt hier anders over en wil zijn kraam niet

verplaatsen. Niet alleen de viskraam blijkt problematisch, in de buurt waar de tweede winkel moet komen zitten namelijk meerdere ondernemers die bezwaar maken. De in de buurt gevestigde winkels beseffen namelijk dat een nieuwe concurrent klandizie kost. De gemeente is echter op hand van

de familie Sanders. Het afhandelen van de ingediende bezwaren duurt alleen veel te lang. Wel krijgt de familie een tijdelijke vergunning om in een leegstaande Fiatgarage aan de Dennenweg een noodmarkt te beginnen. Anders dan verwacht en gehoopt wordt daar de tweede winkel ge-


H08 com:Opmaak 1

26-05-2011

15:26

Pagina 7

53

opend. De noodmarkt is helaas minder succesvol en de verwachte omzet van 70.000 tot 80.000 gulden blijft uit. De verwachting was vooral gebaseerd op het feit dat de nieuwe winkel in een grote woonwijk zou komen te staan. Met de noodmarkt wordt gemiddeld een omzet van circa 50.000 gulden in

de boeken geschreven. Dit wordt toch wel als een tegenvaller ervaren. In de winkel aan de Dennenweg is geen slagerij aanwezig, een gemis dat als belangrijke oorzaak wordt betiteld voor de tegenvallende omzet. Tony Sanders heeft de tweede winkel slechts een paar maanden meege-

maakt. Er wordt bij hem een vernauwing in de bloedvaten geconstateerd waarvoor hij geopereerd moet worden. Hoewel de operatie is geslaagd, wordt, een dag voordat hij ontslagen zou worden uit het ziekenhuis, een hartinfarct hem fataal. Tony Sanders overlijdt op 9 oktober 1972.


Saskia Sanders (com).QXP #2:Opmaak 1

27-05-2011

08:33

Pagina 2

54

Saskia Sanders

‘Op zondag speelden we winkeltje’ De geschiedenis van Sanders toont aan dat vooral mannen het voor het zeggen hadden binnen het bedrijf. De jongste dochter van Rein en Alice heeft deze traditie echter doorbroken en heeft haar plek weten te vinden in de organisatie. Saskia werd geboren aan de Leliestraat, in de woning boven de winkel. Als dochter van een supermarkteigenaar is de winkel natuurlijk een fantastisch speelparadijs. ‘Op zondag ging ik met mijn zus Nolet ‘winkeltje’ spelen. We waren een jaar of vier en mochten beneden in de winkel achter de kassa zitten, dan was het net echt. Maar toen er kassa’s kwamen met geautomatiseerde systemen, was het over met de pret. Wij zouden dan de boekhouding in de war brengen,’ lacht Saskia. Meer brood verkopen Op het moment dat Saskia oud genoeg was, kreeg ze een echt baantje in de winkel. ‘Ik heb ook nog vakantiewerk gedaan in de vleescentrale. Daardoor heb ik op jonge leeftijd de verschillende kanten van het bedrijf gezien en veel collega’s leren kennen. Het leggen van de contacten met de mensen is heel belangrijk geweest voor de rest van mijn loopbaan binnen het bedrijf.’ Saskia heeft Bedrijfskunde gestudeerd en ging net als haar vader ervaring opdoen bij een andere supermarkt. Het enige verschil is dat zij daarvoor naar Engeland is gegaan. In 1999 komt Saskia weer terug in het bedrijf. Ze gaat zich bezig houden met de versafdeling Brood, die niet heel succesvol was op dat moment. ‘We hebben nagedacht over hoe meer klanten ons brood zouden gaan kopen en meer tevreden werden met de afdeling. In samenwerking met een bakkerij zijn een aantal broden verbeterd en

allerlei nieuwe broodsoorten geïntroduceerd. Daarna ben ik ook de versgroepen groente & fruit en vlees & vleeswaren langsgegaan om te zien wat daar gebeurde. Ik heb die versafdelingen niet meer losgelaten.’ Korte lijnen en eigen visie Uiteindelijk werd Saskia verantwoordelijk voor alle versgroepen, wat inhoudt dat zij samen met de afdeling inkoop bekeek waar de versgroepen uitgebreid en verbeterd konden worden. ‘Ik keek zelf veel in de winkels om te zien wat we beter konden doen. Door onze platte organisatiestructuur had je vaak snel overzicht en kon je snel veranderingen doorvoeren. Inspiratie kreeg ik van de klanten, mijn collega’s in de winkels en van de inkopers. Wat ik bijzonder vond aan ons bedrijf, is dat wij met hele korte lijnen werkten en een heel eigen visie op het verhaal hadden. Daardoor hadden we redelijk wat unieke dingen.’ Eén van deze unieke dingen is het proces rondom het vlees. Deze versgroep zat zowel op gebied van productie als commercieel erg goed in elkaar. Daarin waren wij echt onderscheidend ten opzichte van de markt. Ons prijsbeleid was net wat anders dan hoe anderen het deden. Door onze eigen productie konden wij onze klan-

ten een heel groot assortiment vlees bieden tegen scherpe prijzen. Dit heeft ervoor gezorgd dat wij jaren de beste vleesverkopende supermarkt van Nederland zijn geweest. Iets waar we altijd erg trots op waren.’ Saskia weet wat nog meer heel belangrijk is geweest voor het bedrijf: ‘Ons rendement. Dat is altijd heel hoog geweest, vooral omdat wij heel resultaat gericht hebben gewerkt. Ik denk dat het iets is wat veel mensen binnen het bedrijf van mijn vader hebben meegekregen.’ Haar vader is genoemd. ‘Ik denk dat mijn vader een echte ondernemer was en nog steeds is, met veel kennis van de markt en met jarenlange ervaring. Hij keek vaak heel goed vooruit, kansen zien die anderen nog niet zagen.’ Toetjes en ijsjes Saskia had als jong meisje het kruideniersbloed in zich. ‘Vroeger zaten we met tijdens eten met hele gezin aan tafel. Na het eten was het wachten op het toetje, dat was toch behoorlijk favoriet. Maar op een keer zei mijn vader dat hij geen toetje wilde. Dat vonden we toch wel raar. Nee, hij hoefde echt geen toetje want straks zou de man van de ijsfabriek komen en dan moest hij heel veel ijsjes proeven. Op jonge leeftijd werden wij al voor het vak geïnteresseerd!’

Echte Duitse broodjes Bij Sanders is regelmatig nieuw brood geïntroduceerd. ‘We hebben samen met onze bakker een Twentse broodlijn geïntroduceerd onder de naam Stoet. Met het Boer’n stoet, Molenstoet en Bakkerstoet konden we een regionaal tintje geven aan ons assortiment. Een ander produkt waar veel klanten voor naar ons toe kwamen, waren onze Duitse broodjes die ook echt in Duitsland werden gebakken door een kleine bakkerij net over de grens. Dat is echt een enorm succes geweest’.


Saskia Sanders (com).QXP #2:Opmaak 1

27-05-2011

08:33

Pagina 3


Bart Bosch:Opmaak 1

26-05-2011

16:10

Pagina 2

56

Bart Bosch

‘Werken bij Sanders was prachtig!’ De technische dienst van Sanders was een vreemde eend in de bijt binnen de supermarktketen. Het was de enige afdeling die niets van doen had met het kruideniersvak. Bart Bosch reageerde in 1977 op een vacature van Sanders, waarin stond: ‘Door snelle groei is er plaats voor een onderhoudsman’. Hij wordt aangenomen en zijn manier van werken valt direct in de smaak. Bart herinnert zich de oude tijden nog: ‘Aan de Dennenweg in Enschede had Sanders een noodmarkt. Bij deze winkel werd regelmatig ingebroken. De achterdeur was al zo vaak opengebroken dat deze niet meer te repareren was. Daarom verzegelde ik de deur.’ Dit deed Bart met beugels van staal. Zijn werk viel gelijk in goede aarde. ‘Er werd tegen mij gezegd: Bart Bosch, bij Sanders kom jij niet meer weg.’ Bijzondere eerste werkdag In dienst van Sanders was Bart verantwoordelijk voor het onderhoud van de winkels. ‘Ik zorgde bijvoorbeeld dat al het hang- en sluitwerk goed functioneerde. Later kwam daar het onderhoud van de verlichting in de winkels en het bestellen van winkelwagentjes bij.’ Vooral zijn eerste klus staat Bart in het geheugen gegrift. ‘Op mijn eerste werkdag moest ik in de winkel aan de Leliestraat de transportbanden in de winkel repareren. Toen ik het magazijn binnenliep, zag ik echter overal maandverband liggen! Waarschijnlijk was er een doos op de transportband geknapt. Stond ik daar tussen al dat maandverband,’ lacht Bart. Ook heeft Bart geholpen bij de verhuizing van Rein Sanders. ‘Hij woonde met zijn gezin boven de winkel, maar het huis was te klein geworden. Meneer

Sanders had daar een grote eikenhouten kast staan. Hij vroeg me om de kast door midden te zagen, omdat deze te groot was voor het nieuwe huis. Dat vond ik zo zonde! Toch heb ik er een stuk tussen uit gehaald en de kast in het nieuwe huis weer in elkaar gezet. Het was nog redelijk gelukt ook,’ glimlacht Bart. Onvergetelijk In 2004 verandert het leven van Bart. ‘Ik was op een maandagochtend aan het werk. Ineens kreeg ik vreselijke pijn op mijn borst en in mijn kaken. Ik besloot direct om naar huis te gaan. Eenmaal thuis heeft mijn vrouw de huisarts gebeld. Uiteindelijk ben ik met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht voor onderzoek. Daar werd mij verteld dat ik getroffen was door een hartinfarct.’ Een dag later wordt de vrouw van Bart gebeld door Rein Sanders. ‘Mijn vrouw vertelde meneer Sanders dat het naar omstandigheden goed met mij ging. Maar dat was niet waarom hij belde. Meneer Sanders had al naar het ziekenhuis gebeld om naar mijn toestand te informeren. Maar hij wilde ook weten hoe het met mijn vrouw ging. Dat zijn dingen, die vergeet ik niet meer.’ Eenmaal opgeknapt ging Bart weer aan het werk. ‘Ik heb lang geroepen dat ik

wilde werken tot ik zeventig ben. Na mijn hartinfarct ben ik daar anders over gaan denken. Toen ik de mogelijkheid kreeg, ben ik met de VUT gegaan. Inmiddels geniet ik van mijn pensioen, mijn kinderen en de kleinkinderen.’ Samen opgebouwd Bart kijkt positief terug op zijn periode bij Sanders. ‘Het werk bij Sanders vond ik prachtig. Ik heb het gevoel dat ik samen met meneer Sanders en de rest van het team, het bedrijf heb opgebouwd. Wij hebben met z’n allen daar keihard aan gewerkt.’ Over Sanders werd goed gesproken weet Bart nog: ‘Onze leveranciers vertelden dat ze geen betere klant kenden. We moesten zuinig doen en wilden altijd korting, maar elke 15e van de maand werd netjes betaald. Dat was iets om als bedrijf trots op te zijn.’ Het doet Bart wel pijn als hij een winkel van EMTÉ binnenloopt, wetende dat het een winkel van Sanders was. Toch heeft Bart veel waardering voor de keuzes van Rein Sanders. ‘Meneer Sanders zei altijd dat respect heel belangrijk was. Tussen collega’s onderling, maar ook vanuit het management. Die waardering heb ik altijd gevoeld en ook geprobeerd uit te dragen.’

Kluis en kazen Op een dag werd Bart gevraagd om in het filiaal in Haaksbergen de kluis te verankeren. De kluis, die Bart voor een deel in het beton zette, zou er maar een half jaar staan. ’Inbrekers kwamen via de achterdeur binnen. De kluis is met veel geweld uit het beton getrokken. Op de grond waren kazen gelegd om de dreun van het vallen van de kluis op te vangen. Daarna is de kluis in een busje gezet en zijn ze weggereden. De kluis heb ik nooit meer terug gezien. We hebben er zoveel werk aan gehad om dat ding neer te zetten en toch wordt hij gestolen. Onbegrijpelijk!’


Bart Bosch:Opmaak 1

26-05-2011

16:11

Pagina 3


Fons Roetgerink v7:Opmaak 1

27-05-2011

08:13

Pagina 2

58

Fons Roetgerink

Een imposante man Begin jaren tachtig krijgt Sanders flink last van groeistuipen. Mede door deze groei wordt Fons Roetgerink aangenomen als verkoopleider. Fons is door de wol geverfd vanwege de ruime ervaring die hij opdeed in een soortgelijke functie bij voormalig supermarktketen De Witte Prijzen Hal. Hij treft bij Sanders een organisatie aan, waar de medewerkers voor een groot gedeelte zelf invulling geven aan hun eigen werk. Het personeel is in de veronderstelling dat hun manier van werken de juiste is. In werkelijkheid is dit niet het geval en Fons heeft dat snel in de gaten. Hij is serieus van plan om verandering in de manier van werken door te voeren. Gedreven aanpak Al snel na zijn aanstelling begint Fons tegen heilige huisjes te schoppen. Deze huisjes vallen vervolgens ook om. Dit brengt de nodige spanningen met zich mee binnen het bedrijf. Hierdoor nemen sommige medewerkers zelfs het besluit om Sanders te verlaten. Ze kunnen en willen niet aan de hoge verwachtingen van Fons voldoen. Rein Sanders ziet dat de aanpak van Fons een stuk harder is dan wat het personeel gewend is. Maar Fons volgt en beschermt in zijn ogen vooral het beleid van het bedrijf. Fons is een uiterst gedreven man. Het is iemand die bijzonder goed geïnformeerd is over de markt en concurrenten. Aan de andere kant is hij ook goed op de hoogte van de gezinsituaties van zijn collega’s. Zodoende kan worden gesteld dat hij wellicht de best geïnformeerde man van het bedrijf is. Fons is ook heel graag onder de mensen. Als je op één lijn met hem zit, is Fons heel collegiaal en vriendelijk. Voor velen is hij zelfs een vaderfiguur.

Alles in eigen hand Fons heeft zoveel energie, dat hij zich met veel zaken bemoeit. Dat is niet voor iedereen altijd even prettig, omdat hij zich ook bemoeit met zaken waar anderen verantwoordelijk voor zijn. Maar nadat hij enkele jaren heeft meegedraaid en het bedrijf blijft groeien, komt Fons erachter dat het niet mogelijk is om alle touwtjes in handen te hebben, iets wat hij het liefste wèl zou willen. Als verkoopleider is hij nauw betrokken bij de winkels. Fons heeft 19 filialen onder zijn beheer. Het is hem geregeld gevraagd of hij assistentie kan gebruiken. Dat staat echter niet direct boven aan zijn verlanglijstje. Voor collega’s komt Fons over als een dominante man en dat komt niet alleen door zijn imposante voorkomen. Aan de andere kant heeft Fons een talent om het gedrag van mensen nauwkeurig te analyseren, waardoor hij zich goed kan inleven in anderen. Hierdoor is het bijna niet mogelijk hem om de tuin te leiden met bijvoorbeeld smoesjes over werk dat niet of niet goed is gedaan. Het inleven in het gedrag van de consument gaat Fons ook goed af. Bij feestdagen of andere speciale dagen, weet hij precies te bedenken waar op gelet

moest worden om adequaat te reageren op het gedrag van de consument. Als de feestdagen afgelopen zijn, zegt Fons steevast: ‘Mijn koelkast zit nog helemaal vol, dus bereid je maar voor op enkele rustige dagen!’ Levensgenieter Fons is een echte bourgondiër en houdt van lekker eten en drinken. Hij gaat graag met de bedrijfsleiders op stap, en is dan vaak de laatste die vertrekt. Sommige bedrijfsleiders drinken om drie uur ‘s nachts nog een biertje met hem als het feest al is afgelopen. Fons was in staat om de volgende ochtend om half acht op de stoep te staan van de bedrijfsleider, om te controleerde of deze wel op tijd op zijn werk was. In de middag ging hij zelf even naar huis om wat bij te slapen. Maar dat wist natuurlijk niemand. Stempel gedrukt Op 23 juli 2003 is Fons Roetgerink geheel onverwachts overleden. Hij is slechts 56 jaar geworden. Veel mensen binnen het bedrijf blijven hem herinneren als een man die veel heeft betekend voor Sanders en duidelijk zijn stempel heeft gedrukt op het bedrijf.

De beschermer van Mien Dobbelsteen In het jaar dat Sanders haar 60-jarig bestaan vierde, werden allerlei activiteiten georganiseerd. Eén van deze activiteiten was in samenwerking met Nutroma. Mien Dobbelsteen (oftewel Carry Tefsen) deed in die tijd de promotie voor Nutroma. Zij zou een aantal Sanders winkels bezoeken. Er was publiekelijk veel gecommuniceerd waar en wanneer Mien aanwezig zou zijn bij de winkels. Zij zou dan handtekeningen uitdelen en met mensen op de foto gaan. In één van de winkels was de toeloop van mensen zo groot, dat Mien zich door alle drukte bedreigd voelde. Om te voorkomen dat ze zou worden platgedrukt door de menigte, gooide Fons zijn imposante lichaam naar voren en bracht Mien in veiligheid.


Fons Roetgerink v7:Opmaak 1

27-05-2011

08:13

Pagina 3


Anekdote1:Opmaak 1

26-05-2011

15:58

Pagina 2

60

Anekdote

Het verhaal achter filiaal 15

Ingang filiaal aan de Wethouder Nijhuisstraat

Er zijn meerdere manieren om de concurrenten te slim af te zijn. Zoals met prijzen, acties en reclame. Maar het kan ook met vastgoed. In de wijk Stadsveld in Enschede stond filiaal 15. Een winkel aan de Wethouder Nijhuisstraat. Deze winkel was er nooit gekomen als er niet slim en snel gehandeld werd door Sanders.

Terug naar het begin. In het begin van de jaren tachtig was voormalig winkelketen Edah actief in Enschede. Onder andere aan de Jan Vermeerstraat zat een filiaal van Edah. Maar omdat vlak in de buurt van de Jan Vermeerstraat n贸g een Edah filiaal was, werd besloten om de winkel aan de Jan Vermeerstraat te


Anekdote1:Opmaak 1

26-05-2011

15:59

Pagina 3

61

sluiten en het pand te verkopen. Er lag echter een bepaling dat er geen winkel begonnen mocht worden in het pand. Sanders had dus geen belangstelling voor het pand. Totdat de makelaar alsnog contact opnam en aangaf dat de bepaling vervallen was. Er werd direct actie ondernomen. Per telex werd be-

vestigd dat Sanders de vraagprijs bood. Het pand kwam daarmee in handen van Sanders. Een dag later belde een medewerker van Edah naar het hoofdkantoor van Sanders. De vraag was of en voor hoeveel Edah het pand kon terugkopen. Zij kregen nul op rekest. Jaren later werd

enkele honderden meters verder, aan de Wethouder Nijhuisstraat, een nieuw winkelcentrum gebouwd. Sanders werd gevraagd of ze hun winkel aan de Jan Vermeerstraat wilde verplaatsen naar het winkelcentrum. Dat wilde Sanders zeker, aangezien het winkelcentrum een betere locatie was met meer publiek.


H09 com:Opmaak 1

26-05-2011

15:28

Pagina 2

62

Groei versus kosten

Rein Sanders, 26 jaar, is in zijn moeilijkste periode ooit beland. Hij heeft zijn vader verloren, er is een tweede winkel geopend en het geld is op. Er is echter geen keuze en Rein moet verder met zijn leven zijn passie voor de winkels. Gelukkig worden de zaken goed geregeld, zodat Rein de mogelijkheid krijgt om door te gaan met de winkels. De banken zijn echter niet flexibel. Omdat er geen geld is, adviseert de bank om bij het overschrijden van de limiet, de rekeningen later te betalen. Maar bij het opvolgen van dit

advies kunnen er geen zaken meer gedaan worden met inkoopvereniging Superunie. Voldoen aan de korte betalingstermijn is namelijk een absolute voorwaarde om lid te kunnen blijven van deze organisatie.

Koopjesmarkten Ook op dit punt in de geschiedenis van Sanders komt de vooruitstrevendheid weer naar boven. Rein ziet een oplossing voor de problemen. De gedachte die hij heeft is dat met meer groei er meer omzet binnenkomt. En met

meer omzet is er meer geld om schulden af te lossen. Er is echter geen geld om een supermarkt zoals aan de Leliestraat, ergens anders te openen. Om toch te groeien, worden er meerdere nieuwe, maar kleine winkels geopend. Deze hebben niet de uitstraling die Rein graag zou willen zien, maar het is wel effectief. De nieuwe winkels worden ‘koopjesmarkten’ genoemd. De koopjesmarkten zijn klein en ogen zelfs een beetje armoedig. De investering in deze winkels valt behoorlijk mee, waardoor ze snel te


H09 com:Opmaak 1

26-05-2011

15:29

Pagina 3

63

realiseren zijn. Begin jaren zeventig wordt de derde winkel, ook een koopjesmarkt, geopend in Denekamp. Vlak daarna komt aan de Fazantstraat in Enschede winkel nummer vier. Er volgen koopjesmarkten aan de Ferdinand Bolstraat in Haaksbergen en in 1976 aan de Castorweg in Hengelo. In totaal heeft Sanders nu zes winkels, al zijn vijf hiervan de kleine koopjesmarkten. Het is een periode waarin heel scherp gelet wordt op de kleintjes; er mag vooral niet teveel geld uitgeven worden.


H09 com:Opmaak 1

26-05-2011

15:29

Pagina 4

64

Weer een verhuizing Het magazijn wordt in 1972 verplaatst naar de Lonnekerbrugstraat in Enschede. Het bekende verhaal volgt. Ook dit magazijn wordt, met de komst van de nieuwe winkels, al snel te klein. Er moet worden uitgeweken naar

weer een nieuwe locatie. De keuze valt in 1974 op de oude textielfabriek ‘Holland’. Het dak van het gebouw blijkt helaas een constructiefout te hebben. De medewerkers komen hier al snel achter, doordat er lekkages ontstaan bij regenval. Om geen tijd en

geld te verliezen, worden de gangpaden aangelegd waar het water naar beneden komt. Hierdoor wordt voorkomen dat de voorraden aangetast worden door de regen. Al na twee jaar wordt extra magazijnruimte aan de Kanaalstraat gehuurd, zodat er twee


H09 com:Opmaak 1

26-05-2011

15:29

Pagina 5

65

plekken zijn waar de goederen opgeslagen worden. In 1980 komt de verhuizing tot stand naar het nieuwe hoofdkantoor en distributiecentrum. Het gaat hier om een huurkoophal die door de gemeente in opdracht van Sanders is gebouwd. Deze hal kon voor

een laag bedrag worden betrokken, met een optie tot koop. Later is dit gebouw nog verder uitgebreid. Pas eind jaren negentig wordt het ruimtegebrek weer actueel. Uitbreiding op de huidige locatie is niet mogelijk en nieuwbouw plegen zit er ook

niet in, omdat in heel Enschede geen geschikte grond te koop is. Toch komt er een oplossing. Het gebouw van fruithandel Engels wordt geveild. Binnen een dag wordt de beslissing genomen om het pand aan te schaffen en daar de verscentrale onder te brengen.


Gerard Lenferink:Opmaak 1

27-05-2011

08:17

Pagina 2

66

Gerard Lenferink

‘Trots op mijn handtekening’ Op je verjaardag aangenomen worden voor de functie van chef reclame, was een groot cadeau voor Gerard Lenferink. Als student van de Academie voor Kunst en Industrie in Enschede zag hij in de krant een vacature bij Sanders. Hij besloot te solliciteren. Ondanks een behoorlijke concurrentie tijdens de sollicitatierondes, werd Gerard aangenomen. Het was 1985, een periode waarin de reclame-uitingen nog in zwart-wit waren. ‘Voor mij was het werk een enorme uitdaging. Op de afdeling hing altijd een geur van inkt en lijm. Het was net een handvaardigheidlokaal. Al het artwork werd met de hand vervaardigd. Gedetailleerde lijntekeningen, het plakken van rasters en het wrijven van teksten. En als een fabrikant met een andere verpakking kwam, dan was het een kwestie van bloed, zweet en tranen om de reclame-uitingen zo snel mogelijk aan te passen.’ Wisseling van ambachtswijze ‘Ik heb ontelbare computerloze ontwerpen gemaakt. Alles werd uitbesteed aan lithografen. Toen wij full colour reclame-uitingen wilden maken, kocht ik ruimte in bij de lithograaf. Ik ging daar ’s avonds tot soms wel twaalf uur de folders maken. In die tijd ben ik groot geworden met het idee om continue heel

efficiënt te werken. Je wilt veel en alles moet snel. Maar er was niet overal geld voor. Daardoor ben ik ook een ‘vleesgeworden kruidenier’ in de reclame geworden,’ glimlacht Gerard. Dan komt het moment dat de technologie de oude ambachtswijze inhaalt: de computer doet zijn intrede. ‘Rein Sanders was daarin toch heel vooruitstrevend. Van hem mocht ik een computer aanschaffen, maar dat wilde ik helemaal niet. Nu lachen we erom als hij mij daar aan herinnert. Ik zou tegenwoordig door de hoeveelheid werk niet meer zonder mijn Apple kunnen!’ Wheel of retail De wereld van de supermarkt is onderhevig aan de grillen van de economie, zo heeft Gerard ervaren. ‘In de supermarktwereld spreekt men van ‘the wheel of retail’. Toen ik begon had onze formule geen uniforme identiteit, hadden we veel acties en was ons assortiment aanzienlijk kleiner dan vandaag de dag. De vers vleesafdeling zag er uit als een kiloslagerij: grote lappen vlees en weinig specialisme. En keek je naar het totaalplaatje van de winkels, dan waren we meer een discounter dan een full service supermarkt. Op het moment dat de economie sterker wordt, hebben consumenten meer te beste-

Eén brok positiviteit Zijn relatie met het bedrijf is voor Gerard te vergelijken met een getrouwd stel. ‘Als de man op een dag zijn koffers pakt en zegt ‘ik ga er vandoor’, geeft dat een ontheemd gevoel. Dat gevoel heb ik gehad toen ik hoorde dat het bedrijf verkocht was. Wel ben ik één brok positiviteit, ik vind het leven veel te boeiend. Ik heb er dan ook geen nacht minder om geslapen. De 25 rijke jaren bij Sanders hebben mij gevormd tot wie ik ben. Je werkt om te leven en je leeft om te werken. Als dat in balans is, kun je een hele lange tijd leuk werk doen. Dat is wel gebleken.’

den. Dit zag je terug in de supermarkten. Wij gingen dan investeren. De winkels werden geüpgraded en het assortiment werd uitgebreid. Nieuwe innovatieve winkelsystemen en point of sale materialen werden toegepast. De communicatie naar de consument werd steeds vaker verpakt in een ludieke en directe boodschap. De inhoudelijke thema’s van onze folders kregen meer en meer een onderscheidend karakter ten opzichte van concurrenten. Fabrikanten werden fanatieker en kwamen met meer nieuwe producten. Dat soort processen waren heel interessant om mee te maken.’ Nieuwe identiteit Sanders zat in een groeifase en had behoefte aan een nieuwe identiteit. ‘De ontwikkelingen binnen het bedrijf bleven elkaar maar opvolgen. Voor mij was het een enorme uitdaging om Sanders een nieuw en geheel eigen gezicht te geven. Hoe gek het misschien ook klinkt, maar als relatief kleine speler volgden we toch nauwlettend de leiders in de markt. Dirk, Edah en Albert Heijn hadden zo’n voortrekkersrol. Wij keken daar met ontzag naar, maar ook met gepaste frustratie. Het was voor ons de kunst om het goede van de concurrent te combineren met onze eigen cultuur. Je kunt beter een goede volger zijn dan een slechte trendsetter. In die taak heb ik vijfentwintig jaar lang heel veel tijd en energie gestopt. Wanneer je in een filiaal in Denekamp, Haaksbergen of Enschede kwam, dan dacht je direct: ik ben in een Sanders winkel. Dat is mijn handtekening geweest. We waren een regionale supermarktketen met een landelijke uitstraling. Dat we dat hebben bereikt, daar ben ik nog steeds heel trots op.’


Gerard Lenferink:Opmaak 1

27-05-2011

08:17

Pagina 3


Bertus Bijkerk v7:Opmaak 1

26-05-2011

16:11

Pagina 2

68

Bertus Bijkerk

‘Een positieve bijdrage leveren, dat vind ik belangrijk’ Bijna veertig jaar heeft Bertus Bijkerk bij Sanders gewerkt. ‘De energie en uitdaging die ik binnen dit bedrijf kreeg, is altijd mijn drijfveer geweest.’ Begin jaren zeventig begon Bertus aan de Dennenweg. ‘Ik was 22 jaar. Sanders wilde uitbreiden met een tweede winkel en had een stuk grond gekocht. De ondernemers uit de omgeving protesteerden hevig tegen onze komst. Gelukkig waren we zo flexibel dat ons tweede filiaal in een voormalige garage werd opgezet.’ Gedurende die periode vond de ontwikkeling van buurtwinkel naar een ‘echte’ supermarkt plaats. ‘We werkten met een discountformule. Dat betekende veel korting en goedkope producten. Door de grote omzet konden we snel uitbreiden. Na de Dennenweg ben ik bedrijfsleider geweest bij zo’n zes andere filialen.’ Strategisch spel Bertus had zeven broers en één zus. Na het voldoen van zijn leerplicht ging hij op veertienjarige leeftijd aan het werk. Hij begint bij kruidenierszaak Coöp De Voorhoede in Enschede. Door het rondbrengen van boodschappen op de bak- en transportfiets en het helpen in de winkel, doet hij veel ervaring op. Bertus gaat op zijn zeventiende werken bij supermarkt Weijenberg. ‘Destijds hypermodern met maar liefst 1100m2 verkoopoppervlakte.’ De overstap naar Sanders volgde. Bertus herinnert zich dat Rein Sanders slimme strategieën had om de klant de winkel in te krijgen. ‘Goedkope producten, een groot assortiment en je goed aan de klant presenteren. Meneer Sanders speelde het spelletje heel goed. Hij had altijd een verhaaltje in zijn hoofd voor advertenties en reclame. Zelf kies ik uit-

eindelijk meestal voor zekerheid, maar hij wist hoe de markt in elkaar stak en nam daarin verantwoorde risico’s. Mede daardoor konden we doorgroeien naar 22 filialen.’ ‘Meneer Sanders’ Ondanks dat ze bijna even oud zijn, spreekt Bertus Rein aan met ‘meneer Sanders’. ‘Dat is gewoon een kwestie van respect. Hij is een groot strateeg en wist wat er speelde in de markt en onder zijn personeel. Hij bleef heel dicht bij zichzelf en had passie voor zijn werk. Die passie herken ik ook bij mezelf.’ Rein Sanders gaf zijn medewerkers gelegenheid om, binnen de grenzen van het supermarktbeleid, zelf te ondernemen en keuzes te maken. ‘Op verzoek van meneer Sanders heb ik een heel marktgebied in kaart gebracht, om een grote concurrent buiten de wijk te houden. En dat is gelukt! Die vrijheid om wat anders te doen, vond ik prettig. Naast mijn werk als bedrijfsleider heb ik verschillende studies succesvol afgerond, zoals Marketing&Management. Daarom was het beleid van het bedrijf zo herkenbaar voor me. Meestal had ik aan een half woord van meneer Sanders genoeg.’ De verkoop van het bedrijf heeft wel wat los gemaakt bij Bertus. ‘Toen meneer Sanders het mij persoonlijk ver-

telde, overviel het me. In mijn hart kon ik wel huilen. Toch ging ik het na een tijdje begrijpen. We zijn wel groot, maar eigenlijk ook klein. Meneer Sanders moest de beste keuze maken voor zijn medewerkers. Hij denkt niet aan morgen, maar aan over vijf, tien jaar.’ Bertus is blij dat het begrip ‘Sanders’ blijft doorleven. ‘Onze vleesafdeling bepaalde voor een groot deel ons onderscheid ten opzichte van de concurrentie. Het was en is een zeer sterke poot binnen ons bedrijf. De naam Sanders blijft binnen Sligro bestaan. Dat is toch geweldig?’ Positieve bijdrage Als bedrijfsleider had Bertus ook bepaalde doelstellingen. ‘Het juiste werk naar de juiste mensen brengen, door efficiënt, gestructureerd en inspirerend te werken. Je visie gebruiken om mensen zo goed mogelijk te laten functioneren. Actief zijn en écht ondernemen. En daarbij ruimte overlaten voor flexibiliteit. Dat was vroeger al mijn insteek en nu nog steeds.’ Betrokkenheid naar de werknemer is ook belangrijk voor Bertus. ‘Ik vind het mooi als mensen doorgroeien. Daar heb je dan toch aan meegeholpen. Ik heb altijd geprobeerd op een positieve manier een bijdrage te leveren aan het bedrijf. Dat is voor mij ontzettend belangrijk geweest.’

Gewaardeerde collega ‘Frits Braam was een collega waar ik een zeer goede band mee had. Hij was ook bedrijfsleider. Iemand die heel sociaal en rustig was. Ik had heel veel waardering voor hem en de manier waarop hij dingen benaderde. Ik kende Frits al meer dan veertig jaar. Toen ik gezondheidsproblemen kreeg, was hij een van de eersten die bij me op de stoep stond. Dat vergeet ik nooit meer. Helaas is hij in 2009 overleden.’


Bertus Bijkerk v7:Opmaak 1

26-05-2011

16:11

Pagina 3


Richard van der Helm:Opmaak 1

27-05-2011

08:31

Pagina 2

70

Richard van der Helm

‘Meneer Abbink zei: dat is jouw werk!’ Als winkelbegeleider heeft Richard van der Helm ontelbare keren de filialen van Sanders bezocht. Zijn kerntaken waren om de filiaalmanagers te begeleiden, te adviseren en te coachen. ‘Gezamenlijk bespraken we de dervingcijfers en loonkosten en stelden we de begroting op. Je praat ook over het winkelbeeld: hoe moet de winkel er optisch uitzien? De winkel moet schoon zijn en er mogen geen lege schappen zijn. Een ander voorbeeld is dat in tegenstelling tot andere winkels, wij artikelen niet spiegelden. Het idee was dat klanten niet-gespiegelde artikelen sneller kiezen. Dat was overigens het gedachtegoed van Rein Sanders.’ Goed gezien In oktober 2010 werkte Richard precies 25 jaar bij Sanders. Begonnen als zaterdaghulp, krijgt hij zeven jaar later van Fons Roetgerink het aanbod om assistent-bedrijfsleider te worden. Deze functie vervult Richard twee jaar. ‘Ik ben daarna filiaalmanager geweest in drie winkels in Enschede en in het filiaal in Losser. Van 2000 tot 2007 heb ik gewerkt aan de Kuipersdijk in Enschede.

Vervolgens heeft Johan Abbink mij overtuigd om te solliciteren als winkelbegeleider. Hij zei: dat is jouw werk! Het profiel dat voor de functie was opgesteld, was zwaar. Eigenlijk was ik te laat, maar ik heb Marko Hartmann toch een sollicitatie gestuurd. Uiteindelijk heb ik de baan gekregen. Dat had meneer Abbink goed gezien. Hij heeft veel invloed op mij gehad.’ Professionalising Richard vindt het jammer dat de naam Sanders straks van de winkels wordt gehaald. ‘En als ik mijn visitekaartje van Sanders straks niet meer kan gebruiken, doet dat wel wat met me. Ik heb bij Sanders altijd prettig gewerkt en me goed gevoeld met de mensen om mij heen.’ Richard heeft het verschil in kwaliteit meegemaakt. ‘Vroeger waren we best amateuristisch bezig. Rein Sanders heeft toen de juiste mensen om zich heen verzameld, zoals Fons Roetgerink. Fons heeft veel betekend voor de professionalisering van het bedrijf. Rein heeft een goede kijk op de commerciële invulling van het verhaal. Johan Abbink was derde man in rij en hij

Boeven vangen Het meest hilarische moment dat Richard zich herinnert, had te maken met een winkeldief. ‘Ik heb tientallen dieven gepakt, misschien wel honderd. Ik zat weer eens een dief achterna die bier had gestolen. Maar hij was nogal agressief en wilde een blik bier naar me gooien. Ik gaf hem dus een schop en dacht dat ik zijn been had gebroken! Maar wat bleek, de dief had een kunstbeen en die was losgekomen. We hebben zijn been meegenomen en de politie gebeld. Eenmaal aangekomen vroeg de politie waar de dief was. Ik vertelde de agent dat hij aan de overkant van de straat onder een auto lag. En dat zijn been bij ons in het magazijn stond.’ De politie probeerde de dief mee te nemen, maar dat lukte niet direct. De dief wilde niet onder de auto vandaan komen. ‘Hij riep dat hij bang was dat ik hem helemaal in elkaar zou schoppen,’ glundert Richard.

heeft het vleesconcept verder ontwikkeld. Dat is toch de pijler waar de winkels op draaiden. Met z’n drieën vormden ze een goede combinatie.’ Vanuit Sanders was er een bepaalde visie die in de winkels uitgedragen werd. ‘Maar een bedrijfsleider had ook zijn eigen ideeën. Soms was er wat overredingskracht nodig om alle neuzen dezelfde richting op te krijgen.’ Het zijn niet alleen de bedrijfsleiders waarmee Richard het gesprek aanging. ‘Van de 700 mensen die in de winkels werkten, kende ik er 600. Ik denk dat mensen het prettig vinden als je ze aanspreekt in plaats van ze voorbij te lopen.’ De norm opvoeren Sanders stond bekend om de hoge productiviteitsnorm. ‘Ooit werd een bureau ingeschakeld die met de stopwatch in de hand onderzocht hoe lang iemand deed om een vak te vullen of de vloer te vegen. Er werd ons dan verteld hoeveel uur gebruikt moest worden voor bepaalde werkzaamheden. In mijn filiaal werd ook gemeten. Ik zei tegen mijn medewerkers: ga niet als een gek werken, want dan moet je altijd als een gek werken. Ik ben lang bedrijfsleider geweest en dan zie je waar kansen liggen wat betreft efficiëntie. Ik heb de laatste twee jaar de norm opgevoerd, zonder dat het gebaseerd was op een meting. Dat doe je op ervaring. Ook mijn collega Ronny Abbink is hier veel mee bezig geweest. Het is de taak van de bedrijfsleider om te zorgen dat de norm wordt gehaald. Vroeger werd de beste inpakker bedrijfsleider, bij wijze van spreken. Later werden we selectiever in onze zoektocht. We wilden bedrijfsleiders die afstand konden nemen van de werkzaamheden en zich meer gingen richten op het managen.’


Richard van der Helm:Opmaak 1

27-05-2011

08:31

Pagina 3


Anekdote5:Opmaak 1

26-05-2011

16:02

Pagina 2


Anekdote5:Opmaak 1

26-05-2011

16:02

Pagina 3

73

Anekdote

Voor 135 gulden weer schoon

In 1980 trekt Sanders in het nieuwe distributiecentrum aan de ir. Hanlostraat in Enschede. Alle producten die in het oude magazijn aan de Kanaalstraat staan opgeslagen, moeten worden verhuisd. Voor deze operatie worden speciaal stevige vrachtwagens met dubbele assen gehuurd. Het betrof vrachtwagens met een open bak. Eén van de ritjes had een lading koffiemelk in glazen flessen bij zich. Om er zeker van te zijn dat de kratten blijven zitten, werden deze met een touw strak bijeengehouden. Bart Bosch zat achter het stuur op het moment dat de vracht-

wagen vlakbij de ir. Hanlostraat was. In één van de laatste bochten knapt het touw. Het gevolg was dat vele kratten het asfalt raakten en de weg bezaaid was met koffiemelk en glas. Bart gaf later aan dat hij nog nooit zoveel koffiemelk bij elkaar had gezien. In paniek wilde hij direct beginnen met het schoonmaken van de weg. Dat was onbegonnen werk. Bart was volledig onder de indruk van het incident. Rein Sanders vond het belangrijk dat Bart zou kalmeren. Rein vertrouwde zijn auto toe aan Bart en sommeerde hem naar huis te gaan om bij te komen.

Achteraf was het niet heel erg dat de flessen koffiemelk op die manier verloren waren gegaan. Johan Abbink, de financiële man, had aangegeven dat Sanders ‘mooi goedkoop van die oude koffiemelk af was gekomen’. De brandweer had de straat voor 135 gulden schoon gespoten. Een jaar later wordt Bart nog herinnerd aan het koffiemelkincident. Een autosloper, die gevestigd was vlakbij de plek van het incident, herkent Bart op straat: ‘Aah, ik heb nu nog koffiemelk van oe in de koelkast stoan.’


H10a:Opmaak 1

26-05-2011

15:31

Pagina 2

74

Succes vleescentrale

Het succes van de winkel aan de Leliestraat is zonder twijfel voor een groot deel te danken aan de slagerij. Maar voor de daaropvolgende winkels is geen geld voor een inpandige slager. Echter, de winkel aan de Castorweg was oorspronkelijk een oude A&O-

winkel, mèt slagerij. Indien de beslissing wordt genomen om deze slagerij in gebruik te nemen, moeten de andere vier winkels ook een slagerij gaan krijgen. Uiteindelijk wordt besloten dit niet te doen vanwege een ander, nieuw idee. Een idee dat wordt ge-


H10a:Opmaak 1

26-05-2011

15:31

Pagina 3

75

volgd door de meest vreemde beslissing die ooit is genomen in de geschiedenis van het bedrijf.

Vlees in eigen beheer Supermarkten waren weinig succesvol in het exploiteren van hun vleesafde-

ling, omdat de kennis en ervaring niet aanwezig waren. Veel ondernemers besteden hun slagerij uit aan specialisten, zoals de Vleeschmeesters. Dat was de oplossing om de vleesafdeling succesvol te krijgen. De winkels van Sanders zijn echter dusdanig klein, dat

de Vleeschmeesters geen heil zien in een inpandige slagerij. Daarom wordt besloten de vleesproductie in eigen beheer te nemen. Met deze insteek wordt een plek gezocht voor een grote slagerij. Er wordt gekozen voor de Bleekerstraat te Enschede, tegenover


H10a:Opmaak 1

26-05-2011

15:31

Pagina 4

76

machinefabriek Sanders. Deze beslissing kan niet goed uitgelegd worden. Wie gaat nu voor twee slagerijen een hele vleescentrale oprichten? Er wordt dan ook niet teveel ruchtbaarheid aan het hele plan gegeven, om eventuele lastige vragen te vermijden.

Tovak Financieel gezien is de vleescentrale in het begin geen succes. De loonkosten zijn hoger dan de brutowinst en het verlies moet langer worden gedragen dan gepland. Langzaam maar zeker worden alle winkels van vlees voor-

zien vanuit de eigen vleescentrale. Stap voor stap moet dit leiden tot betere resultaten. Daarnaast bestaat het idee om het vlees ook te leveren aan derden. Dit gebeurt onder de naam ‘Tovak’. Achteraf gezien is dit geen goede beslissing geweest. De levering


H10a:Opmaak 1

26-05-2011

15:31

Pagina 5

77

aan derden wordt geen succes en de naam ‘Tovak’ voorkomt een eenheid binnen het bedrijf. De naam van de vleescentrale wordt weer veranderd, om de uniformiteit weer terug te krijgen. Het is één bedrijf met één naam: Sanders Vleescentrale.

Voor supermarkten is het vaak niet rendabel om het vlees vanuit de toonbank te verkopen. Hiermee wordt normaal gesproken geen winst gemaakt. Veel supermarkten zijn daarom overgegaan op voorverpakt vlees. Bij de supermarkten van Sanders blijft de

toonbank juist wel bestaan. Andere winkels zien dit als ‘achterblijven’, maar daar is Sanders het niet mee eens. In 2010 is de toonbank in de winkels van Sanders nog steeds een sterk onderscheidend vermogen.


H10a:Opmaak 1

26-05-2011

15:32

Pagina 6

78

Emmertje water Het was in die tijd gebruikelijk om als supermarkt het vlees in te kopen bij de slagerijketens die het (financieel) goed deden. Om het succes een handje te helpen, haalden sommige slagers wel eens een kunstje uit. EĂŠn van de kunstjes was die van de emmer en het water. De slagerijen moesten ook zorg dragen voor hun omzet. Dus hoe kon je meer geld verdienen aan een kilo verse worst? Simpel, dan gooide de slager een emmer water over het vlees. Dan kwam hij sneller aan een gewicht van een kilo.


H10a:Opmaak 1

26-05-2011

15:32

Pagina 7


H10a:Opmaak 1

26-05-2011

15:32

Pagina 8

80

‘Ik heb mie d’r oet werkt!’ Op een gegeven moment komt adjunct-directeur Johan Abbink in beeld om het hoofdkantoor te verruilen voor de vleescentrale. Aanleiding daarvoor was dat Johan op z’n Lossers tegen Rein Sanders zei: ‘Ik heb mie d’r

oet werkt. Alles wat ik kan, kan Marcel (ter Ellen) nu ook.’ Het is niet dat Johan een stap terug wil doen, maar hij is juist op zoek naar een nieuwe uitdaging binnen het bedrijf. Die uitdaging wordt vervolgens gevonden bij de vleescentrale. Johan neemt daar de

leiding op zich en gaat orde op zaken brengen. Binnen de vleescentrale bestaat er soms rivaliteit tussen de uitvoerende medewerkers en hun leidinggevenden. Een belangrijk onderdeel van de visie van Johan is om veel te praten met het


H10a:Opmaak 1

26-05-2011

15:32

Pagina 9

personeel. Door zijn aanpak ontstaat er meer eenheid binnen het bedrijf en dit resulteert al snel in betere resultaten. Onder de leiding van Johan komen er heldere overzichten van resultaten en nieuwe calculaties. Daarnaast spoort hij werknemers aan om cursussen en

opleidingen te volgen om zich verder te ontwikkelen. In 2000 wordt Johan opgevolgd door Herman Leferink als bedrijfsleider van de vleescentrale. Herman is ooit begonnen als oproepkracht. Hij is een typisch voorbeeld van een medewerker die

door Johan gestimuleerd is om cursussen te volgen om zich te blijven ontwikkelen. Hierdoor was doorgroei naar andere functies voor Herman mogelijk. Anno 2010 is Herman nog steeds bedrijfsleider en geeft hij leiding aan ongeveer veertig mensen.


Peter Eshuis 2:Opmaak 1

27-05-2011

08:29

Pagina 2

82

Peter Eshuis

‘Leiding geven zit in je of niet’ In de Oldenzaalse wijk De Essen had Sanders een supermarkt aan de Kloosterland. Peter Eshuis is daar bedrijfsleider en ongeveer twintig jaar in dienst bij Sanders geweest. Ook zijn verhaal begint met het vullen van vakken. ‘In de weekenden heb ik lang als hulp bij Sanders gewerkt. Ik kon me daar niet iets bij voorstellen, alleen maar vakken vullen de hele dag. Maar door cursussen en ervaringen in de praktijk kom je erachter dat je een interessant vak hebt. Dus wat dat betreft ben ik heel blij dat ik bedrijfsleider ben. Er zitten enorm veel kanten aan een supermarkt.’ Peter kan het weten, hij heeft maar liefst in zes verschillende filialen gewerkt. Leiding geven

Peter begon zijn carrière in Losser, waar hij zich weet op te werken op de carrièreladder. ‘Ik ben begonnen op de groente afdeling. Toen de bedrijfsleider vertrok, werd mij de kans geboden om zijn functie over te nemen. Dat leek me heel interessant.’ Wat maakt zijn werk zo uitdagend? ‘Als bedrijfsleider moet je niet alleen leiding geven, maar heb je ook veel omgang met de mensen in de winkel. Daar heb ik ontzettend veel van geleerd.’ Het bedrijf bleef maar groeien

en als gevolg daarvan ook de verantwoordelijkheden van Peter. ‘In het begin wilde ik in de winkel helpen waar ik kon. Maar als bedrijfsleider krijg je steeds meer verantwoordelijkheden. Er worden oplossingen gevraagd over hoe iets het best aangepakt kan worden. Je komt er dan wel achter dat je het niet redt door alleen hard te werken. Ik moet ook met mijn medewerkers overleggen en ze aansturen.’ Niet alleen de praktijk was een goede leerschool voor Peter. ‘Ik heb verschillende cursussen gevolgd om te komen waar ik nu ben. Het moeilijkste aan mijn functie vind ik het leiding geven. Dat is niet iets dat je kunt leren, dat zit in je of niet. Of je hebt een goed voorbeeld gehad waar je veel van hebt opgestoken. Ik heb wel geleerd hoe ik mijn medewerkers in het beleid van Sanders kan laten geloven en hoe ik ze het best kan motiveren. Dat is toch wel het belangrijkste onderdeel van mijn werk.’ Vast-laag prijzen Volgens Peter was er altijd een geweldige visie hoe het bedrijf zich moest blijven ontwikkelen. Zo begon Sanders in 1994 met het concept ‘vast-laag prijzen’. Producten kregen blijvende lage prijzen om meer klanten naar de winkels te krij-

Verschillende filialen Tijdens zijn carrière bij Sanders heeft Peter gewerkt in maar liefst zes filialen. Hij begon in Losser op de groente afdeling. In Enschede heeft Peter in drie filialen gewerkt: de Toekomststraat, de Fazantstraat en de Dotterbloemstraat. Na Enschede komt hij terecht in Losser waar hij tien jaar blijft zitten. ‘Op een gegeven moment is het verstandig om naar een ander filiaal te gaan. Je komt dan in een nieuwe omgeving met nieuwe mensen en dat geeft je weer een frisse kijk op het werk.’ Zijn laatste Sanders filiaal staat in Oldenzaal, waar hij leiding geeft aan 43 werknemers.

gen. ‘Ik kan me nog herinneren dat de slagroomsnits van Maître Paul ineens een ‘vaste lage prijs’ kregen van 3,99 gulden. Ik had mijn twijfels waarom dat op die manier gecommuniceerd moest worden? Maar het concept bleek ontzettend succesvol te zijn! Zo succesvol zelfs, dat vrijwel iedere supermarkt het idee heeft overgenomen. Meneer Sanders heeft dat concept bedacht. Regelmatig kwam hij met ideeën, waarvan ik vond dat we daardoor echt onderscheidend werden.’ In staat van oorlog Peter is zelfs in een heuse oorlog belandt door een goed idee van Rein Sanders. ‘Een nieuwe supermarkt in Losser ging Grolsch bier ver onder de prijs verkopen. Na kort overleg met het hoofdkantoor gingen wij direct in de tegenaanval. De klant kon het kratje bier van de concurrent bij ons inleveren tegen onze hogere verkoopprijs. Klanten verdienden dus gewoon geld bij ons! Het liep storm en er werden meer dan 800 kratjes ingeleverd. Wij verkochten dat kratje dan weer tegen de normale prijs. Wat een succes was dat! De hele landelijke pers stortte zich op deze bieroorlog. Ik ben zelfs nog geïnterviewd door een Duits televisiestation. Wij waren absoluut de morele winnaar’, glundert Peter. Of hij ooit nog terecht zal komen in een dergelijk spontane situatie, weet Peter niet. Wel verwacht hij dat het werk ‘gewoon’ verder zal gaan. ‘Regionaal gezien waren we een groot bedrijf, maar landelijk waren we klein. Voor de toekomst is de verkoop de beste oplossing.’ Voor hem persoonlijk zal er niet heel veel veranderen. ‘Natuurlijk, er komt een andere naam op de winkel en zo zullen er nog wel wat dingen veranderen. Maar het werk gaat gewoon door verwacht ik.’


Peter Eshuis 2:Opmaak 1

27-05-2011

08:29

Pagina 3


Saskia Brummelhuis (tekst) v7:Opmaak 1

27-05-2011

08:32

Pagina 2


Saskia Brummelhuis (tekst) v7:Opmaak 1

27-05-2011

08:32

Pagina 3

85

Saskia Brummelhuis

‘Ik ben hier groot geworden’ Als je moeder de boodschappen doet bij Sanders en je zus er als caissière werkt, is het niet vreemd dat het begint te kriebelen om ook in de winkel aan de slag te gaan. Zo verliep het ook bij Saskia Brummelhuis. ‘Op mijn vijftiende wilde ik heel graag werken. De winkel was bekend terrein voor mij. Ik heb de bedrijfsleider meerdere malen gevraagd of ik alsjeblieft kon komen werken. Waarschijnlijk was hij het aanhoudende gezeur zat, want ik mocht aan de slag’. Haar zus werkte er toen al niet meer als caissière, maar Saskia zou Sanders nog vele jaren trouw blijven. De stal van Geesing ‘Ik kwam terecht in een ontzettend leuk team met parttimers. Drie jaar lang heb ik het ontzettend naar mijn zin gehad, maar ik kon een baantje bij een ander bedrijf krijgen dat beter betaalde.’ Als Saskia 21 jaar is moet ze noodgedwongen op zoek naar ander werk. ‘Het geluk was dat ik bij het filiaal van Sanders waar ik eerder gewerkt had, aan de slag kan als caissière. Ik heb vervolgens acht hele fijne jaren ge-

had in het filiaal in Haaksbergen, ook wel ‘de stal van Bert Geesing’ genoemd. Bert is daar nog steeds bedrijfsleider. Met oud-collega’s heb ik nog steeds contact. Als ik door Haaksbergen loop, zijn er nog steeds mensen die me groeten omdat ze me kennen van de winkel.’ Hoewel Saskia het contact met klanten leuk vond, besluit ze in 1999 te solliciteren voor een administratieve baan op het hoofdkantoor. Ze wordt voor een gesprek uitgenodigd. ‘Ik zat tegenover meneer Sanders en Marcel ter Ellen. Ze zagen op mijn cv dat ik geen relevante ervaring had. Een dag later werd ik gebeld en kreeg ik het bericht dat ik was aangenomen. Ik had wel het idee dat Bert een goed woordje voor mij had gedaan.’ Spin in het web De kassa werd ingeruild voor een bureau. Ondanks dat Saskia geen administratieve achtergrond had, maakte ze zich het werk snel eigen. ‘Het grootste deel van mijn tijd ben ik receptioniste en telefoniste. Ook verzorg ik de secretariële taken voor de directieleden en

Vallen en opstaan Saskia’s jaren bij Sanders verliepen soms letterlijk met vallen en opstaan. ‘Ik heb wel eens languit in de gang gelegen. Op mijn drukke manier liep ik met tien dingen in m’n hand over de gang en ging ineens onderuit! En wie liep er achter mij? Uiteraard, meneer Sanders. Hij vroeg heel netjes of ik me bezeerd had. Natuurlijk ontkende ik dat. Maar ik had wel een dikke schaafplek op mijn elleboog. Ook ben ik wel eens met mijn fiets gevallen op de parkeerplaats. Ze waren bezig met de uitbreiding van het distributiecentrum. Vanwege de verbouwing lag er rommel en grind op de parkeerplaats. Ik kwam een beetje onbenullig de bocht door en viel op de grond. Dat was op zich niet zo erg, want een keer vallen overleef je wel. Maar de volgende dag zat mijn been wel in het gips. Het was die dag erg heet en ik had geen zin om thuis te blijven. Ik ben dus lekker op mijn werkplek gaan zitten, want daar was tenminste airconditioning!’

doe ik administratief werk.’ Saskia is een echte spin in het web. ‘Collega’s komen bij me met vragen of als iets uitgezocht moet worden. Alles bij elkaar heb ik een veelzijdige baan! Daarnaast heb ik de vrijheid om zelfstandig te werken en mijn eigen planning te maken. Wel is het allemaal zakelijker dan ik gewend was in de winkel.’ Warm gevoel De functie van Saskia zal echter vervallen met de verkoop van Sanders. ‘Op zich sta ik er nuchter in. Nadat het nieuws bekend was gemaakt, ga je erover nadenken. Zakelijk gezien kan ik het wel begrijpen. Natuurlijk heb ik mijn frustraties gekend, maar ik weet dat niet alles voor eeuwig is. Ik heb het laten bezinken en wil nu positief doorgaan. In de avonduren heb ik gestudeerd en met succes de opleiding tot managementassistente en secretaresse afgerond. Er wordt gekeken of er binnen Sligro een functie voor mij is. Als dat niet het geval is, gaan ze samen met mij op zoek naar iets anders. Ik zie dus genoeg mogelijkheden.’ Een dieptepunt in haar tijd bij Sanders is het overlijden van Fons Roetgerink. ‘Ik had dagelijks contact met hem. Op een dag kreeg ik hem maar niet aan de telefoon. Bleek dat hij op dat moment al in het ziekenhuis lag. Niet veel later is hij overleden. Daar schrok ik heel erg van. Zijn overlijden is een groot verlies geweest.’ Al met al kijkt Saskia terug op een fijne periode. ‘Ik heb altijd met veel plezier bij Sanders gewerkt. Ze hebben mij de mogelijkheid gegeven om door te groeien. Ik was een jong meisje toen ik begon en ben hier groot en ouder geworden. Ik ben doorgegroeid tot wat ik nu ben. Daar heb ik een warm gevoel aan overgehouden.’


Cor Baas 2.qxp:Opmaak 1

26-05-2011

16:13

Pagina 2

86

Cor Baas

‘Eigenlijk zijn wij beter dan de rest’ Toen Sanders begin jaren tachtig het Spar filiaal op het Oosterveld in Enschede overnam, kregen ze ook de beschikking over Cor Baas. In de loop der tijd werkte hij zich op tot bedrijfsleider. Toch zag hij zijn toekomst qua functie liever anders. Cor maakte vervolgens kennis met verschillende functies binnen het bedrijf. Eén van die carrièreswitches was naar de vleescentrale. ‘Een leuk bedrijf, alleen ben ik geen slager.‘ Logische keuze Cor heeft veel aspecten van het bedrijf aan den lijve ondervonden. Hij werkte in de ‘diepvries’, waar alle diepgevroren artikelen voor levering aan de winkels worden opgeslagen. Na enkele jaren daar te hebben gewerkt, begint hij op de afdeling ‘uitgaande goederen’ in het magazijn. ‘Na een paar jaar ging ik wéér iets anders doen: ik werd heftruckchauffeur.’ Ook heeft Cor nog een functie op de afdeling ‘binnenkomende goederen’ bekleed. Uiteindelijk wordt hij de rechterhand van Hennie Asbroek. In 2000 werd de verscentrale aangekocht en Hennie kreeg daar zijn plek. Het was een logische keuze dat Cor magazijnchef werd. ‘Dat heb ik tien jaar met veel plezier gedaan.’ Aardappelkooi Cor speelde een belangrijke rol binnen het distributiecentrum. ‘Ik heb ongeveer 22 mensen waar ik leiding aan geef. Ik stuur ze aan op uitpakking, heffing, binnenkomende en uitgaande goederen. Verder ben ik verantwoordelijk voor de goederenstromen en de magazijnvoorraad. We hebben ongeveer 7.500 artikelen in de stellingen staan.’ Cor heeft veel collega’s zien komen en gaan. ‘We hebben sinds twee,

drie jaar een redelijk constante groep mensen. Dat ligt mede aan de werkomstandigheden, maar ook aan de werkgever. Sanders is een goede werkgever, altijd al geweest. Wanneer mensen niet goed op hun plek zitten, worden ze geholpen om binnen het bedrijf een meer geschikte functie te vinden. Dat heb ik zelf ook ervaren.’ Ook wordt er wel eens een grap uitgehaald. ‘Vroeger gebeurde het wel eens dat iemand met een grote mond in een aardappelkooi werd gezet. Dan kwam er een pallet bovenop en werd de grote mond nat gespoten. Maar eigenlijk valt het mee met de grappen, we zijn vooral hard aan het werk.’ Uitdaging aangaan Het nieuws van de verkoop sloeg in als een bom. ‘Ik was kwaad! Eerst kon ik gewoon niet geloven dat een gezond bedrijf als Sanders werd verkocht. Ik dacht dat ik tot mijn pensioen bij Sanders zou blijven werken. Dit heb ik meneer Sanders ook gezegd. Hij begreep

het wel. Maar als hij uitlegt wáárom er verkocht is, begin je het wel te begrijpen. Natuurlijk is het een nieuwe uitdaging en die wil ik ook aangaan. Het andere, boze gevoel overheerste in het begin. Als je al zo lang met plezier bij het bedrijf werkt, dan is zo’n overname niet niks.’ Beter dan de rest Cor vindt het belangrijk dat het bij de verkoop niet alleen om geld ging, maar dat ook gekozen is voor een kandidaat met het beste plan voor de medewerkers. ‘Meneer Sanders is de directeur, maar de mensen om hem heen hebben geholpen het bedrijf groot te maken. Als hij het bedrijf verkoopt is hij verplicht aan zijn medewerkers, om te kijken hoe zoveel mogelijk mensen hun werk kunnen behouden. Gelukkig is dat gebeurd. Nu onze winst openbaar is gemaakt, kun je concluderen dat we het heel goed hebben gedaan. Dan mag je echt wel trots zijn. Eigenlijk zijn wij beter dan de rest.’

Een familie in het familiebedrijf ‘Mijn kinderen zijn als parttimers bij Sanders begonnen. Mijn dochter heeft eerst in het filiaal aan de Fazantstraat gewerkt. Daarna kwam ze te werken op de afdeling ontvangst goederen op het distributiecentrum. Twee jaar later is ze als administratief medewerkster aan de slag gegaan op de afdeling inkoop.’ Cor ziet zijn dochter bijna dagelijks op het werk. ‘We hebben afgesproken werk en privé gescheiden te houden. Op het werk is het ‘Suzan van de Sanders’, thuis is ze gewoon mijn dochter. Dat werkt prima. Mijn zoon Stefan is assistent-bedrijfsleider in opleiding aan de Wethouder Nijhuisstraat. Alleen mijn vrouw werkt niet meer bij Sanders. Toch heb ik haar wel ontmoet binnen het bedrijf! Ik werkte als assistent-bedrijfsleider aan de Toekomststraat en zij was daar caissière. We zijn een keer uitgegaan en hebben elkaar niet meer losgelaten. Dus ja, eigenlijk is mijn hele familie via Sanders ontstaan,’ lacht Cor.


Cor Baas 2.qxp:Opmaak 1

26-05-2011

16:13

Pagina 3


H13:Opmaak 1

26-05-2011

15:50

Pagina 2

88

Anekdote

Bieroorlog


H13:Opmaak 1

26-05-2011

15:50

Pagina 3

89

De supermarkt van Sanders in het grensdorpje Losser had in 2003 letterlijk een concurrent tegenover zich. Vanuit het westen van het land vestigde DeWitKom@rt zich pal tegenover de winkel van

Peter Eshuis. De nieuwe buurman wilde zijn naam vestigen en kwam op maandag 24 november met een mooie actie: een kratje Grolsch voor slechts 5,99 euro. Dat was ruim een euro onder de inkoopprijs.

Maar in plaats van mee te gaan met de verlaging van de prijs, bedachten ze bij Sanders iets anders. Iets wat ze bij DeWitKom@rt niet hadden kunnen vermoeden.


H13:Opmaak 1

26-05-2011

15:50

Pagina 4

90

De ‘Lucky Day’-actie werd ingezet. Mensen die drie kratten bier bij DeWitKom@rt, gekocht hadden, konden deze bij Sanders inleveren en ontvingen daar 9,29 euro per krat voor. Binnen enkele dagen werden meer dan achthonderd kratjes bier ingeleverd bij Sanders. De kratjes werden verdeeld over de overige filialen in Twente. Daar werd het bier ‘gewoon’ voor 9,29 euro verkocht. Het kostte

Sanders geen geld, alleen een hoop werk. Inmiddels had DeWitKom@rt de actie bijgesteld. Het bier mocht alleen voor de actieprijs worden verkocht als men daarnaast nog voor 20 euro aan boodschappen haalde. Maar Sanders was de morele winnaar. Helemaal toen de plaatselijke én landelijke media de bieroorlog in de gaten kreeg. Peter Eshuis kreeg van een medewerker in die week een overzichtje

van de alledaagse taken. Daar stond ook op dat hij contact moest opnemen met RTV Oost, TC Tubantia, Telegraaf, Algemeen Dagblad, SBS6 en Distrifood. Die hadden allemaal gebeld en wilden een interview. Zelfs de buitenlandse pers was op de hoogte van de actie in Losser. De Duitse televisie kwam langs en Het Gronaus Dagblad heeft er een artikel aan gewijd.


H13:Opmaak 1

26-05-2011

15:50

Pagina 5

91


H11:Opmaak 1

26-05-2011

15:34

Pagina 2

92

Supermarktformule

Nadat Sanders ongeveer zestien winkels heeft geopend, is het tijd om kritisch te kijken naar de eigen winkels. Een sterke naam als supermarkt heeft Sanders niet. De winkels zijn meer koopjesmarkten dan volwaardige supermarkten. Destijds is daar noodgedwongen voor gekozen.

Doordat het beter gaat met het bedrijf is het tijd voor verandering. Er wordt gewerkt aan een succesvolle en nieuwe winkelformule. Om dit te realiseren wordt een gespecialiseerd bureau in de arm genomen. In samenwerking met Gerard Lenferink wordt een geheel


H11:Opmaak 1

26-05-2011

15:34

Pagina 3

93

De reclamefolder wordt bestudeerd door Gerard Lenferink (links) en Rutger Lรถring

De kopstellingen met aanbiedingen en vast-laag prijs producten

nieuwe huisstijl ontwikkeld: van vrachtwagen tot winkelaanzicht. Wanneer de strategische beslissingen genomen zijn, kunnen de winkels worden omgebouwd naar de nieuwe huisstijl. Dit betekent niet alleen een verandering van kleurstelling, maar ook het omgooien van de

winkelformule. De prijzen van een groot deel van de artikelen worden definitief verlaagd. Hierdoor kunnen artikelen ver onder de marktprijs worden aangeboden. Het duurt twee jaar voordat de juiste lijst met artikelen compleet is voor deze nieuwe lage prijzenstrategie. De

kopstellingen in de winkels worden gereserveerd voor de artikelen met vaste lage prijzen. De uitstraling van de winkels verandert hiermee ook. Dit trekt de aandacht van de klanten. Bovendien komt er door de nieuwe formule meer ruimte voor versproducten.


H11:Opmaak 1

26-05-2011

15:35

Pagina 4

94

Kopstellingen filiaal Steenbergenstraat in Hengelo. Rechts: prijzen worden gecontroleerd in het filaal aan de Toekomststraat in Enschede

Ook in Almelo staan de bekende kopstellingen

Een mooi overzicht van kopstellingen in Enter


H11:Opmaak 1

26-05-2011

15:35

Pagina 5


H11:Opmaak 1

26-05-2011

15:35

Pagina 6

96

Zwart plafond filiaal Bolstraat in Haaksbergen. Rechts het filiaal in Denekamp

Groei en stagnatie Vanaf 1985 is een geleidelijke groei doorgemaakt naar uiteindelijk 22 winkels. Sanders heeft als doelstelling om altijd harder te groeien dan de markt. Maar groei wordt mede bepaald door projectontwikkelaars, die grote kansen creĂŤren door het ontwikkelen van bijvoorbeeld winkelcentra. Maar diezelfde projectontwikkelaar bepaald ook welke winkel zich daar mag vestigen. Het zijn de winkels die bereid zijn om de hoogste prijs te betalen.

Een regionaal opererend bedrijf als Sanders komt hierdoor niet snel aan uitbreidingsmogelijkheden toe. Bovendien is een regionale organisatie geografisch niet interessant genoeg voor de projectontwikkelaar, die graag met bedrijven werkt die zich ook aan de andere kant van het land willen vestigen. Ook de laatste tien jaar is door Sanders concrete doelstellingen nagestreefd: de winkels moeten een oppervlakte van minstens duizend vierkante meter

krijgen, een kwalitatief betere invulling en nog meer versgoederen in het assortiment. Een opvallende beslissing is het doorvoeren van zwarte plafonds in veel winkels. Dit naar aanleiding van de overname van een winkel in Goor, waar het plafond zwart was. Ondanks dat de kleur afweek van de huisstijl, is het plafond zo gelaten. Sterker nog, het plafond is in nog twaalf andere winkels zwart uitgevoerd! Klanten ervaren het zwarte plafond als mooi en warm.


H11:Opmaak 1

26-05-2011

15:35

Pagina 7


H11:Opmaak 1

26-05-2011

15:35

Pagina 8

98

Dotterbloemstraat Enschede

Het zwarte plafond en kopstellingen in Goor

Ook een zwart plafond filiaal Kuipersdijk in Enschede


H11:Opmaak 1

26-05-2011

15:35

Pagina 9

99

Filiaal 10 in Losser

Mozartlaan in Hengelo

Gangpad en zwart plafond filiaal in Enter


H14:Opmaak 1

26-05-2011

15:52

Pagina 2

100

Prijzenoorlog In de supermarktwereld is het gebruikelijk dat volumeproducten (producten met veel omzet) zoals Grolsch bier en Douwe Egberts koffie, met heel weinig of geen marges worden verkocht. Producten met weinig volume, vaak van merken die minder bekend zijn, worden tegen hogere marges verkocht. Tachtig procent van de omzet wordt verkregen door slechts twintig procent van het productaanbod. Met de wijziging van de huisstijl, wordt besloten om de artikelen met een laag volume tegen lage prijzen te verkopen. Twee jaar lang worden elke week tien tot vijftien producten in prijs verlaagd. Daardoor worden deze producten met meer volume verkocht. In totaal worden ongeveer duizend artikelen binnen twee jaar in prijs verlaagd. Deze artikelen heten ‘vast-laag’ artikelen. Voor Sanders betekent dit een groot succes. Het brengt omzet binnen, terwijl de winstmarges niet negatief worden beïnvloedt. Deze artikelen zijn aan de kopstellingen van de gondelaars (winkelstellingen) terug te vinden. De opstellingen wordt regelmatig gerouleerd: er zijn immers geen duizend

plaatsen op de kopstellingen. De aanduidingen van deze artikelen zijn herkenbaar aan de groene kleur. De klant kan de actieproducten herkennen aan de rode variant. De concurrenten staan Sanders lang toe op deze manier artikelen te verkopen, wat heel vreemd is binnen de supermarktbranche. Misschien is dit gedaan doordat Sanders een relatief kleine keten is. Uiteindelijk komt er voor Sanders een eind aan dit onderscheidend vermogen. In 2003 begint Albert Heijn met de prijzenoorlog.

Verlaging van de prijzen Aan het begin van de 21e eeuw heeft Albert Heijn zich uit de markt geprijsd. Als grote winstmaker gebruiken ze hun geld om elders in de wereld overnames te doen. Dat heeft de supermarktketen opgebroken. Klanten ergeren zich aan de hoge prijzen, concurrenten van Albert Heijn zijn goedkoper. De omzet en de marges komen bij Albert Heijn onder druk te staan en dat leidt ertoe dat een herpositionering binnen dat bedrijf wordt nagestreefd. Uiteindelijk betekent dit de start van een prijzenoorlog. Vanaf november 2003 begint Albert Heijn de prijzen stap voor stap

te verlagen. Hierdoor nemen ze een nieuwe positie in de markt in. Ze willen niet de goedkoopste zijn, maar richten zich op het gemiddelde prijsniveau. Voor Sanders betekent dit meer druk op de verkoopstrategie. Ook verlaagt Albert Heijn de prijs van producten met een lage omzetsnelheid. Hiermee vermindert de ‘exclusiviteit’ die Sanders met deze producten in handen heeft. Een enorme verharding sluipt in de inkoop. Iedere supermarktketen merkt de prijsverlaging bij Albert Heijn. Daarom wil iedereen betere condities hebben bij de fabrikanten. De prijsverlagingen komen deels voor de rekening van de fabrikanten. Een unieke periode volgt, want een door de inkoopprijs bepaalde verkoopprijs is vanaf dan verleden tijd. In 2004 bestaat de strategie voor een deel uit het aanpassen van de prijzen aan de verkoopprijs van de grootste concurrent. Of dat wel of geen winst brengt is niet belangrijk. Via internet zijn de prijzen transparant geworden. Het is mogelijk om bij concurrenten te zien voor welke prijzen zij hun artikelen verkopen. Stille bezoeken aan de concurrent zijn daarom niet meer nodig.


H14:Opmaak 1

26-05-2011

15:52

Pagina 3

101


Anekdote3:Opmaak 1

26-05-2011

16:01

Pagina 2

102

Anekdote

Brand in Haaksbergen

Kerstlicht heeft voor Jan Wantia, bedrijfsleider aan de Ferdinand Bolstraat in Haaksbergen, een nieuwe betekenis gekregen. Om meer sfeer in de winkel te krijgen, had hij een mooie adventskrans gemaakt met daarin kaarsjes. Rein Sanders bezocht die week de winkel. Hij zag de krans met de kaarsjes en wendde zicht tot Jan. Rein vroeg hem gekscherend: ‘Jan, heb je Marcel ter

Ellen gebeld en gevraagd of we voldoende verzekerd zijn tegen brandschade?’ Jan had voor deze opmerking slechts een zuinig lachje over. In de nacht die volgde werd Rein om drie uur wakker gebeld. Het was de politie Haaksbergen, met de vraag of de man aan de andere kant van de lijn de eigenaar was van de supermarkt aan de Ferdinand Bolstraat. Rein bevestigde dit.

‘Zou u dan naar uw winkel willen komen? Deze staat namelijk in brand. De bewoners van de bovengelegen woningen zijn al geëvacueerd.’ Eenmaal aangekomen had Rein een flauw vermoeden wat de oorzaak van de brand was. Een kwartier later kwam Jan Wantia bij het brandende pand. Rein vroeg hem: ‘Jan, ben je misschien vergeten de kaarsjes uit te blazen? Jan: ‘Ik geleuf ut wa.’


Anekdote3:Opmaak 1

26-05-2011

16:01

Pagina 3

103

Filiaal Haaksbergen in 2010


Marianne Ekkelkamp:Opmaak 1

27-05-2011

08:26

Pagina 2

104

Marianne Ekkelkamp

Personificatie van de buurtsuper In de wijk Wesselerbrink in Enschede was Sanders ook vertegenwoordigd. Daar werkte hoofdcaissière Marianne Ekkelkamp. Ze heeft meer dan dertig jaar hard gewerkt voor het bedrijf, en dat in redelijke bescheidenheid. Marianne is iemand die de term buurtsuper onderstreept met haar karakter: vriendelijk, persoonlijk en trouw. ‘Ik ben in september 1979 begonnen in het filiaal aan de Usselerweg in Enschede. Ik was jong, nog maar zeventien jaar.’ Marianne kwam van school en wilde niet verder leren. Haar aandacht werd getrokken door een advertentie van Sanders in de krant. Ze waren op zoek naar medewerkers. ‘Ik solliciteerde en werd door meneer Nijland aangenomen voor een functie in de slagerij. Het werken met vlees beviel me helemaal niet. Gelukkig kwam er snel een plekje vrij bij de kassa.’ Gedurende dertig jaar maakte Marianne verschillende filialen mee. ‘Het contact met de klanten is wat ik leuk vind. Onderling met mijn collega’s is het ook heel gezellig.’ Prijzen stampen ‘De functie van hoofdcaissière deel ik met mijn collega Annelies Muller. Wij verzorgen naast het kassawerk de kasregistratie, bestelling van sigaretten en het doorvoeren van prijswijzigingen in de winkel. Ook het inwerken van nieuwe collega’s aan de kassa behoort tot onze werkzaamheden.’ De werkwijze is volgens Marianne in de loop van de jaren niet veel veranderd. Al heeft de hedendaagse techniek wel veel voordelen. ‘Vroeger moest je prijzen echt uit je hoofd kennen om de producten te kunnen aanslaan op de kassa. Iedere zaterdag kreeg je de nieuwe folder die maandag werd verspreid. Dan moest je de prijzen in je

hoofd stampen. We kwamen op maandag zelfs eerder op het werk om elkaar te overhoren.’ Jubileum Een hoogtepunt was het 25-jarig jubileum van Marianne bij Sanders. ‘Dat was wel heel speciaal. Ik moest naar Haaksbergen en daar werd ik, samen met enkele andere collega’s, in het zonnetje gezet. We kregen een receptie waar meneer Sanders ook bij aanwezig was. Ik werd naar voren geroepen. Er werden mooie woorden over me verteld en ik kreeg felicitaties, een bos bloemen en een gevulde envelop. Het was een hele gezellige avond.‘ Naast deze feestelijke herinnering heeft ze ook andere herinneringen aan haar tijd bij Sanders. Zo is Marianne een keer opgeschrikt door een overval. ‘Het was op een koopavond. Ik zat samen met mijn collega bij de kassa. Ineens zie ik enkele mannen voorbij rennen. Ze riepen ‘Dit is een overval!’ Ze gingen er met de bankstorting vandoor. Dat was

allemaal erg heftig om mee te maken. Gelukkig is niemand gewond geraakt.’ Een echt uitje Uiteraard zijn de meeste bezoekers van de supermarkt wèl leuke klanten. Marianne krijgt van de vaste klanten hun wel en wee meer dan eens te horen. ‘Voor veel oudere dames is het bezoek aan de winkel een echt uitje. Dan mogen ze gerust hun verhaal aan mij kwijt. Als iemand mij een persoonlijk verhaal vertelt, vraag ik de week erop hoe het is afgelopen. Bij ons in de winkel kan dat gelukkig nog. Dat is toch wel de charme van de buurtsuper die Sanders eigenlijk altijd is geweest.’ De overgang naar EMTÉ zal voor Marianne geen ingrijpende verandering worden, verwacht ze. ‘Ik laat het allemaal op me afkomen. Het is jammer dat Sanders verdwijnt, maar ik begrijp dat op een gegeven moment niet meer tegen de grote winkels is op te boksen. Ik zal met plezier blijven werken waar ik nu zit, daar ben ik niet zo bang voor.’

Succesvolle cursus ‘Tijdens mijn loopbaan bij Sanders werd mij de mogelijkheid geboden om een caissièrecursus te volgen. Daar heb ik aan deelgenomen. Bij de cursus zaten we aan een tafel vol boodschappen. Daarnaast stond een kassa. Van de cursusleider moesten wij de prijzen hardop noemen. Bijvoorbeeld: ‘één pak suiker, één gulden 25!’ Wat een tijd was dat! Ik heb de cursus met succes afgerond en het certificaat heb ik bewaard!’


Marianne Ekkelkamp:Opmaak 1

27-05-2011

08:26

Pagina 3


Dave Sanders:Opmaak 1

26-05-2011

16:14

Pagina 2

106

Dave Sanders

‘Eigenlijk wilde ik heftruckchauffeur worden’ Boven de winkel aan de Leliestraat zijn meerdere nazaten van de familie Sanders geboren. Zo ook Dave Sanders. Zijn eerste herinnering aan het bedrijf brengt hem terug naar het toenmalig hoofdkantoor. ‘Ik heb de sleutel gedragen toen het gebouw in 1980 werd geopend. Verder weet ik nog dat mijn vader vaak op zaterdag aan het werk was. Wat is er mooier om te spelen in de gangen en kantoren! Er was ook computer waar ik het spel mijnenveger op speelde. Het mooiste van alles was de reclameafdeling. Daar kon je naar hartenlust knutselen en tekenen.’ Dave wist toen al wat hij wilde worden: ‘Heftruckchauffeur! Dat was mijn droom.’ Werken voor een spelcomputer Als Dave vijftien jaar is, krijgt hij zijn eerste baantje als vakkenvuller in het filiaal aan de Fazantstraat. Niet omdat het kruideniersvak hem zo interesseert, maar om te kunnen sparen voor een spelcomputer. Na zijn studie HEAO Commerciële Economie studeert Dave Bedrijfseconomie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Tijdens het studeren beseft hij hoe mooi het bedrijf van zijn vader is. ’Toch wilde ik eerst ergens anders ervaring op doen. Dat deed ik bij supermarktketen Hoogvliet, een Superunie-collega met meerdere winkels in het westen van het land.’ Tweeënhalf jaar later gaat Dave toch aan de slag bij Sanders. Hij begint als winkelbegeleider en werkt onder andere op de afdeling inkoop. Na zes jaar kent hij veel facetten binnen de supermarkt: spaaracties, automatisering en begeleiding. ‘Door het familiekarakter van het bedrijf houdt je functie nooit op.’ Dave besluit om zijn carrière niet voort te zetten binnen het bedrijf. Een overstap naar Superunie volgt.

Geen groeimogelijkheden Dave heeft zijn opvatting over de verkoop: ‘De overname van het bedrijf was een proces van ruim twee jaar. Mijn zussen en ik wisten van elkaar dat we verder wilden, maar het bedrijf was landelijk gezien erg klein. Bij vastgoedprojecten kwamen we pas aan de beurt als de grote ketens de locatie hadden afgewezen. En zonder nieuwe locaties kun je niet doorgroeien. In vijf jaar daarvoor waren we slechts met twee winkels uitgebreid. In dat tempo zouden we nooit up-to-date blijven. De prijzenoorlog zette daarbij de concurrentieverhoudingen extra op scherp.’ Dave ziet ook voordelen van het klein zijn. ‘We hadden een goed overzicht van wat er in de winkels gebeurde en konden snel schakelen. Bovendien was ons vleesconcept uniek in de markt. Lang hebben we nagedacht hoe we de nadelen konden opheffen, zonder onze zelfstandigheid op te geven. Maar we kwamen erachter dat het wegpoetsen van de nadelen van het klein zijn niet zo simpel was als het leek.’ De laatste optie, verkoop van het bedrijf, werd steeds realistischer. ’Je gaat aan het idee wennen en er de voordelen van inzien. Doorgaan tot het fout gaat, doet duizend mensen personeel geen recht. We besloten de knoop door te hakken.’ In december 2009 was het zover.

‘Het was een spannende tijd. Ook omdat Superunie, waar ik op dat moment werkte, niets mocht weten. In mijn hoofd was ik veel met de overname bezig. Ik weet nog goed hoe ik bij Superunie stiekem op het toilet de e-mailberichten van potentiële partijen op mijn mobiele telefoon las.’ Spanning en champagne Dave is tevreden met de keuze voor Sligro. ‘Het was wel vreemd om het aan de medewerkers te vertellen. Vlak voordat we de mededeling gingen doen, werden de contracten officieel getekend. Maar ik had niet gerealiseerd dat Sligro daar een feestje van ging maken. Zaten we daar met champagne. Na een snelle toast op de nieuwe toekomst gingen we de uitgenodigde werknemers, die vol spanning in de vergaderzaal aan het wachten waren, het grote nieuws vertellen. Het moment dat wij met de hele familie de zaal binnen liepen zal ik niet snel vergeten.’ De keuze is op Sligro gevallen, omdat de familie denkt daarmee de beste partij voor de medewerkers te hebben gevonden. ‘Maar voor een aantal medewerkers zal het minder positief uitpakken, dat besef ik me heel goed. Ik vind het knap hoe zij er mee om zijn gegaan. Ik hoop ook dat zij uiteindelijk achter onze keuze voor Sligro staan.’

The Wizzkid Dave hield zich ook bezig met slimme strategieën. ’Ik had uitgevonden hoe de winkelprijzen van Albert Heijn automatisch van hun website gehaald kon worden. Daarvoor had ik een programmaatje ontwikkeld en met de afdeling automatisering gekoppeld aan ons systeem. Iedere week werden de prijzen gedownload en gekoppeld aan ons artikelbestand. We hadden met één druk op de knop een lijst met prijsmutaties van de concurrent. Op die manier konden wij onze prijzen strategisch aanpassen!’


Dave Sanders:Opmaak 1

26-05-2011

16:14

Pagina 3


Herman Leferink:Opmaak 1

27-05-2011

08:18

Pagina 2

108

Herman Leferink

‘Succes hangt af van goede samenwerking’ De vleescentrale van Sanders is een groot succesnummer. Wat begon als een moeilijk uit te leggen oplossing om de winkels te voorzien van vers vlees, is uitgegroeid tot een instituut binnen de supermarktbranche. In september 2010 was Herman Leferink, bedrijfsleider van de vleescentrale, dertig jaar in dienst bij Sanders. ‘Ik kwam van school en mijn ouders wilden dat ik een vervolgopleiding ging doen. Maar dat zag ik niet zitten.’ Om te voorkomen dat hij weer naar school moest, had Herman drie maanden de tijd om werk te vinden. Dat lukte. ‘Ik ben door Henk Bloem aangenomen als oproepkracht en heb tien jaar in de productie gewerkt. Wat betreft het slagersvak heb ik alles in die periode geleerd. Ik kreeg de mogelijkheid om de productie aan te sturen als productieleider en van daaruit ben ik doorgegroeid. In 2000 ben ik bedrijfsleider geworden.’ Herman weet wat het slagersvak inhoud, van worst maken tot uitbenen. ‘Het vak heb ik geleerd van Gerard Wes. Helaas is hij veel te vroeg overleden. Toen ik bedrijfsleider werd, ben ik aan de hand genomen door Johan Abbink. Mede door hem ben ik gekomen waar ik nu ben binnen het bedrijf.’ Trots op het vlees Johan Abbink heeft een belangrijke rol gespeeld binnen de vleescentrale en in de carrière van Herman. ‘Hij heeft een hele nieuwe systematiek opgezet binnen de vleescentrale. Van voor- tot nacalculaties en hij heeft de begeleiding van de kilo’s een structuur geven. Op een gegeven moment ging mijn voorganger Kuitert weg. Johan heeft mij toen gevraagd om bedrijfsleider te worden.’ Het assortiment werd vervolgens flink aangepakt. ‘Ik heb altijd geprobeerd om de ambachtelijke slager terug te laten komen in de toonbank van onze winkels. Dat hebben

we onder andere gedaan door net iets anders te bieden dan andere supermarkten. Als je de vakbladen van 25 jaar geleden leest, werd geschreven: ‘het vlees van Sanders is goedkoop.’ De laatste 15 tot 20 jaar staat in dezelfde vakbladen: ‘het vlees van Sanders is goed.’ Het betekent dat zowel de kwaliteit als de prijzen in orde zijn. Het is niet voor niks dat Sanders bekend staat om het goede vlees. Daar zijn we dan ook heel trots op’, glundert Herman. Verantwoordelijkheden Van oproepkracht tot bedrijfsleider, dat is een verschil van dag en nacht. ‘Dat klopt, maar alleen de verantwoordelijkheid is verschillend. Ik blijf er bij dat zowel onze schoonmakers als onze uitbeenders alleen gezamenlijk tot succes kunnen komen. Als iedereen zijn eigen ding gaat doen kunnen we beter in de auto stappen en naar huis gaan, want dan wordt het nooit een succes. Iedereen heeft zijn eigen verantwoordelijkheid en ik heb dan toevallig de eindverantwoordelijkheid. Prima, die taak zal ik ook dragen. Maar ik heb daar wel iedereen bij nodig. We hebben de slager nodig voor het snijden van het vlees. Met anderen is weer overlegd hoe het vlees gesneden moet worden. Zo kan de slager constant hetzelfde snijden. Ook de schoonmaker moet zorgen voor constant goede kwaliteit. De slager kan nog zulke mooie varkenslapjes snij-

den, maar als de schaal waarop het vlees gepresenteerd wordt vies is, wordt er niet veel verkocht.’ Een heel groot team Het teambelang staat bij Herman hoog in het vaandel, en niet alleen binnen de vleescentrale. ‘Ik praat met Gerard Lenferink over de folderuitstraling en met meneer Sanders wordt het commerciële verhaal overlegd. De vertaalslag naar de winkels gebeurt in samenspraak met de winkelbegeleiders. Op die manier waren we met elkaar één groot team. Dat wordt straks anders. Dat het binnen Sanders soms hectisch was, was tevens de kracht van het bedrijf. Ik heb al die jaren als zeer geweldig ervaren.’ Ook voor Herman kwam het nieuws van de verkoop rauw op zijn dak vallen. ‘Op een avond werd ik gebeld en gevraagd om naar het hoofdkantoor te komen. Daar werd verteld dat de boel verkocht was. Ik had daarvoor wel de indruk dat er iets stond te gebeuren, maar een verkoop had ik niet verwacht. Wij deden alles binnen het bedrijf samen. Ik heb daarom het gevoel dat er een stukje van mij is verkocht. Klagen is niet mijn ding, want er komen vast weer nieuwe kansen. Maar ik besef wel dat het voor veel collega’s anders ligt. Er gaan waarschijnlijk dingen veranderen binnen het bedrijf, maar hoe en wat? Dat moeten we maar zien.’

Vlees glutenvrij Herman vertelt: ‘In maart 2010 is de vleescentrale gecertificeerd door de Nederlandse Coeliakie Vereniging voor het glutenvrij produceren van vers vlees.’ Naar schatting heeft één op de 150 mensen in Nederland Coeliakie (glutenallergie). Gluten bevinden zich in granen en dus in tal van levensmiddelen. ‘Dit maakt boodschappen doen voor deze mensen vaak lastig. Wij hebben ervoor gezorgd dat alle gepaneerde en gemarineerde vleessoorten glutenvrij zijn. Dat vind ik nog steeds een mooi initiatief.’


Herman Leferink:Opmaak 1

27-05-2011

08:18

Pagina 3


H15:Opmaak 1

26-05-2011

15:53

Pagina 2

110

Overname

Al een geruime tijd speelt zich een onvermijdelijke gedachte af in het hoofd van Rein Sanders: hoe moet het verder met het bedrijf? Sanders heeft dan wel een eigen identiteit binnen de markt, maar is in 2010 met 22 winkels een kleine partij met weinig landelijke in-

vloed. Bovendien zijn er nagenoeg geen groeimogelijkheden meer binnen de harde, professionele supermarktwereld. Om mee te kunnen komen, moeten er veel aanpassingen worden doorgevoerd. Er moeten andere mensen in de organisatie aangesteld worden, die

de veranderingen kunnen verwezenlijken. Rein kijkt hier sceptisch tegenaan. Zijn kinderen willen in de toekomst het directiestokje overnemen en graag doorgaan met het bedrijf. Er wordt besloten een Raad van Commissarissen aan te stellen, die onder an-


H15:Opmaak 1

26-05-2011

15:53

Pagina 3

111

dere de generatiewisseling gaat begeleiden. Voorzitter Frans Bakx (fiscaal jurist en eigenaar Thrinon Holdings), Jacques Troch (oud-bestuursvoorzitter Grolsch) en Frans Frederix (oud-algemeen directeur Superunie) nemen deze taak op zich. Naast de supervisiefunctie,

buigen zij zich over vraagstukken betreffende de opvolging en de continu誰teit van Sanders.

Toekomst Er worden drie mogelijkheden voor de toekomst van het bedrijf opgesteld:

zelfstandig doorgaan, een samenwerking of verkoop. In eerste instantie wordt alle energie gestopt in de eerste optie. Dit betekent dat ook tijd wordt genomen om de kinderen ervaring op te laten doen om het bedrijf te kunnen overnemen. Rein wil de kinderen hierin


H15:Opmaak 1

26-05-2011

15:54

Pagina 4

112

De prachtige voorgevel van het filiaal in Denekamp

In Goor wordt geduldig gewacht op het baasje

niet teleurstellen en de droom wordt zo lang mogelijk vastgehouden. Toch wordt tegen een groot probleem aangelopen, namelijk dat de organisatiestructuur moet worden aangepast om zelfstandigheid te waarborgen. Alle mogelijke scenario’s worden nagelopen. In

de tijd van professionalisering van de supermarkten blijkt een complexe organisatieverandering zeer moeilijk haalbaar. De kleinschaligheid van het concern vereist grote investeringen op het gebied van bijvoorbeeld huisvesting en overheadkosten. Als die kosten over


H15:Opmaak 1

26-05-2011

15:54

Pagina 5

De Dotterbloemstraat in Enschede

slechts 22 winkels, in plaats van tweehonderd winkels, moeten worden verdeeld, gaan de kosten stijgen en juist door de concurrentie moeten de kosten dalen. Lagere verkoopprijzen kunnen pas gehanteerd worden als er lage kosten zijn. Deze conclusie is hard en ver-

drietig, maar de familie moet zich bij de beslissing neerleggen dat er niet zelfstandig kan worden doorgegaan met het bedrijf. De eerste optie valt af, dus wordt nauwkeurig gekeken naar optie twee: een samenwerking. Dit idee stuit op weer-

stand. Bij een fusie zal Sanders altijd de kleinere partij zijn, met weinig of geen zeggenschap. Met het oog op de lange historie van dit familiebedrijf is dit geen aantrekkelijk vooruitzicht. In december 2009 wordt een vergadering belegd met de Raad van Commissarissen. Daar


H15:Opmaak 1

26-05-2011

15:54

Pagina 6

114

Winkelcentrum Kloosterland in de Oldenzaalse wijk de Essen

De gevel van het filiaal in Enter

wordt gestemd over de toekomst van het bedrijf. Er wordt unaniem besloten om het bedrijf te verkopen.

Sligro Nadat de kogel definitief door de kerk is, wordt de pijn bij Rein Sanders min-

der. De onzekerheid over het bedrijf is voorbij. Als de natuur duidelijk aangeeft dat doorgaan niet haalbaar is, dan is de verstandigste beslissing om het verzet te staken. Er wordt direct actie ondernomen. Het bedrijf goed verkopen kan immers maar ĂŠĂŠn keer.

Professionals, in de vorm van het bureau Boer & Croon, worden in de arm genomen om de verkoop te begeleiden. De gehele organisatie wordt in beeld gebracht. Naar aanleiding hiervan wordt een profiel opgesteld van bedrijven die goed bij Sanders passen.


H15:Opmaak 1

26-05-2011

15:54

Pagina 7

Bij het aanschrijven van potentiële kandidaten worden de cijfers over Sanders verstrekt. Het is een financieel gezond bedrijf, maar vanwege de kleinschaligheid niet klaar voor de toekomst. Geïnteresseerde kopers moeten met concrete plannen voor het bedrijf komen,

die onder andere inzicht bieden in de toekomst van het personeel. Al snel wordt duidelijk dat één kandidaat met het beste voorstel komt. Na een lang proces waarin veel gepraat wordt, blijkt Sligro de beste partij voor de overname.


Collage Muziekkwartier:Opmaak 1

27-05-2011

08:47

Pagina 2

116

Anekdote

Sanderspubliek naar voorstellingen


Collage Muziekkwartier:Opmaak 1

27-05-2011

08:47

Pagina 3

117


Marco Oude Elferink 2:Opmaak 1

27-05-2011

08:25

Pagina 2


Marco Oude Elferink 2:Opmaak 1

27-05-2011

08:25

Pagina 3

119

Marco Oude Elferink

‘Het werk is mijn hobby geworden’ Niet op de loonlijst staan van Sanders, maar het bedrijf toch goed kennen. Achttien jaar lang werkte Marco Oude Elferink bij een installatiebedrijf in Hengelo. Het was een bedrijf dat veel werkzaamheden verrichtte voor Sanders. ‘Als er weer eens een verbouwing in de planning stond of als een nieuw filiaal werd gebouwd, kwam het installatiebedrijf in beeld. En hierdoor ik ook. Zo werd mijn band met het bedrijf gevormd.’ In 2007 komt de functie van hoofd technische dienst vrij binnen Sanders ‘Marko Hartmann vroeg of ik interesse had in deze functie. Dat had ik inderdaad. Maar dan wel op de voorwaarde dat ik niet de hele dag lampjes hoefde te vervangen. Marko vertelde dat ik voor een groot gedeelte zelf mijn functie kon invullen. Dat trok mij over de streep’, vertelt Marco. Structuur geven De verbouwing van de vleescentrale is één van de grootste klussen die Marco heeft gedaan bij Sanders. ‘Samen met Herman Leferink en een gespecialiseerd bedrijf hebben we het project begeleid. Het was overigens zeer prettig werken met Herman.’ Normaal gesproken bestaat de rol van Marco uit het aansturen van de technische dienst. ‘In het team werk ik samen met twee collega’s: Teun Janssen en Han Nagenborg. Zij werken in de buitendienst. Teun werkt al een eeuwigheid bij Sanders. Han is vlak nadat ik ben begonnen in dienst gekomen. Daarnaast stuur ik de bouwprojecten aan: ik voer gesprekken met aannemers en installateurs en regel de onderhoudscontracten die daarbij horen. En als het nodig is, spring ik mijn collega’s in de buitendienst bij. Ik ben drie jaar bezig geweest om de technische dienst en het projectma-

nagement structuur te geven. Het is natuurlijk zeer jammer dat meneer Sanders besloten heeft het bedrijf te verkopen. Voor mijn gevoel had ik nog maar tien procent van mijn plannen voltooid. Ik had de komende jaren graag de andere negentig procent afgemaakt.’ Beleid in vrijheid Toen Marco de keuze voor Sanders maakte, vond hij het belangrijk dat het een familiebedrijf was. ‘Ik hou wel van de geborgenheid, ben geen jobhopper. Ook vond ik het heel prettig dat Marko Hartmann mijn leidinggevende zou worden. Ik had hele goede ervaringen met hem, hij is prettig in de omgang.’ Het werken bij Sanders brengt ook veel vrijheden met zich mee, zo heeft Marco ervaren. ‘Het is aan de ene kant heel fijn dat je tot een bepaalde hoogte je eigen gang kan gaan. Maar je wordt wel geholpen en gestuurd om de rode draad, het beleid van het bedrijf, te blijven volgen.’ Marco ziet daarnaast nog een heel duidelijk en belangrijk as-

pect wat het bedrijf zo uniek maakt. ‘Een grote kracht van Sanders was de waardering die je als mens en als medewerker kreeg. Er bestond een bepaalde chemie met mijn directe collega’s, een gevoel om samen succesvol te willen zijn. Dat was heel bijzonder.’ Hard werken Maar het is niet alleen pracht en praal binnen het bedrijf. ‘Het is natuurlijk een illusie om te bedenken dat alles fantastisch en mooi was. Ik wil het niet mooier maken dan dat het in werkelijk was. Er moest natuurlijk ook gewoon hard gewerkt worden. In de weinige uurtjes die je had op een dag, moest er heel veel gebeuren. Het is dan wel van groot belang dat je kunt terugvallen op de collega’s om je heen. En dat kon bij ons. Met heel veel plezier heb ik dan ook bij Sanders gewerkt. Ik kan zelfs bijna wel stellen dat mijn werk een beetje mijn hobby is geworden. Ik verwacht dit door te kunnen zetten bij Sligro. Het lijkt me zeker ook een leuke organisatie om in te werken.’

Rookworsten van de concurrent Als medewerker van het installatiebedrijf werkte Marco aan de verbouwing van het filiaal in Losser. ‘Om in de pauze wat lekkers te kunnen eten, hadden we een pannetje waarin we af en toe een rookworst warm maakten. Voor de grap had ik verpakkingen van Albert Heijn rookworsten verzameld en naast het pannetje gelegd. Op een dag kwam Fons Roetgerink binnen. Hij zag die verpakkingen van de rookworsten liggen en zijn gezicht sprak boekdelen. Ik zeg tegen hem: ‘Toch eigenlijk te triest voor woorden, dat we bij de concurrent rookworsten moeten halen.’ Roetgerink keek mij aan, zei niets, liep weg en smeet de roldeur achter zich dicht. Ik dacht: dat kan twee kanten op gaan. Of hij is echt kwaad of hij ziet de humor er van in. Het zat me niet helemaal lekker. Na een half uur kwam Fons terug met een enorme doos in zijn handen. Die smeet hij naar me toe. ‘Eet deze allemaal maar op. Ik hoop dat je er goed ziek van wordt.’ Het waren rookworsten van Sanders’ huismerk Perfekt. ‘Prachtig!’


Wim Prinsen:Opmaak 1

27-05-2011

08:34

Pagina 2


Wim Prinsen:Opmaak 1

27-05-2011

08:34

Pagina 3

121

Wim Prinsen

‘Ik heb maar één baas gekend’ De groene vrachtwagens van Sanders hebben decennia lang door heel Twente gereden om alle filialen te voorzien van producten en verswaren. Wat begon met één bakwagen, is uiteindelijk geëindigd in negen vrachtwagens met opleggers. Eén van de chauffeurs in dienst is Wim Prinsen uit Haaksbergen. Iedere ochtend rond kwart over zes meldde hij zich bij de verscentrale. Hij begon de dag te met een verse kop koffie en een praatje met de andere chauffeurs. ‘Rond half zeven reden we naar de eerste filialen. In totaal waren we met tien chauffeurs. Het is niet dat ik altijd vrachtwagenchauffeur wilde worden. Maar ik rij alweer twintig jaar op de vrachtwagen en het bevalt me heel goed.’ Geen contract Net als veel collega’s heeft Wim verschillende functies binnen het bedrijf beoefent. Als zeventienjarige jongen solliciteerde hij bij bedrijfsleider Diederik Nijland. Wim wilde graag een baantje bij Sanders in Haaksbergen. ‘Ik zal het nooit meer vergeten. Het was halverwege de jaren zeventig moeilijk om een baan te krijgen. Op een woensdag mocht ik langskomen voor een sollicitatiegesprek. De volgende dag werd ik gebeld met de vraag of ik morgen

wilde beginnen. Dat wilde ik wel! Er werd niet gesproken over een contract. Dat was, achteraf gezien, toch heel apart. Ik deed netjes mijn werk en werd daarvoor betaald. Pas jaren later kreeg ik een officiele arbeidsovereenkomst.’ Tijdens zijn eerste baan moest Wim vrachtwagens lossen, schappen vullen en flessen sorteren. ‘Er was een apart loket waar ik de lege flessen van de klanten aanpakte. Nu gaat alles uiteraard geautomatiseerd.’ Doorleren Langzaam werkte Wim zich op binnen het bedrijf. Hij gaat naar de avondschool en in drie jaar behaalt hij zijn middenstandsdiploma. Later vult hij dit aan met een kruideniersvakdiploma. Zijn ijver leverde hem een baan op als assistent-bedrijfsleider. ‘Op een gegeven moment wilde ik niet meer verder in die functie. In overleg is besloten dat ik de overstap zou maken naar de vleescentrale. Daar heb ik leuk werk gedaan. Toch ben ik een jaar later overgestapt naar het magazijn om zes jaar lang als heftruckchauffeur te werken. In de tussentijd had ik mij aangemeld als reservechauffeur voor de vrachtwagen. Op kosten van het bedrijf kon ik mijn groot rijbewijs halen.’ Zijn rol als reservechauffeur ruilde Wim

Toiletbezoek ‘Toen ik nog in de winkel werkte, haalden we wel eens geintjes uit. Er was een klant die altijd naar het toilet moest. Doordat de winkel beetje bij beetje was uitgebreid stond de hal met daarin het toilet, midden in de winkel. Geruisloos hebben we een keer een stapel kratten voor de deur gezet, zodat hij niet uit het toilet kon. Toen de klant allang klaar was, hebben we de kratten weggehaald. We hebben de klant gevraagd wat er toch allemaal aan de hand was en waarom hij zo lang was weggebleven. Dat soort geintjes kun je nu niet meer uithalen,’ grinnikt Wim.

in voor een vaste aanstelling als chauffeur. Bertus Grutter mocht op doktersadvies niet meer rijden in een vrachtwagen. De collega’s hebben begin jaren negentig geruild van baan. ‘Het rijden in de vrachtwagen doe ik met veel plezier. Je hebt een gevoel van vrijheid als je op de weg bent. Bij Sanders was het niet dat ik op een bepaald tijdstip ergens móest zijn. Het werk was vrij flexibel, zolang de filialen maar op tijd werden bevoorraad. Ik verwacht dat het nieuwe werk ook heel leuk gaat worden. Ondanks dat chauffeurs bij Sligro met tijdsblokken werken. Dat zal wel wennen worden.’ Speciale ervaring De groene oplegger wordt straks vervangen. ‘Toen ik hoorde dat het bedrijf verkocht was, voelde dat wel raar. Ik heb in mijn hele leven maar één baas gekend.’ Wim kan begrip opbrengen voor de beslissing van de verkoop. ‘Als je bijna met pensioen gaat, zou ik ook zorgen voor mijn oude dag. Meneer Sanders is een hele sociale en betrokken baas voor mij geweest, ik kan niet anders zeggen. Toen ik een een staaroperatie moest ondergaan, werd ik in Enschede op een wachtlijst gezet. Het zou zes maanden duren voordat ik aan de beurt zou zijn. Meneer Sanders had gehoord dat ik geopereerd moest worden. Hij vroeg of ik bij hem wilde komen op zijn kantoor. Daar vertelde hij me dat ik niet zo lang hoefde te wachten. Meneer Sanders had een kennis die in een ziekenhuis in Rotterdam werkte en daar was wel wat te regelen. Op maandag had ik meneer Sanders gesproken en aan het einde van die week kon ik in Rotterdam terecht voor onderzoek. Ik heb dat als heel speciaal ervaren.’


Marko Hartman.qxp:Opmaak 1

27-05-2011

08:28

Pagina 2

122

Marko Hartmann

‘Ik heb me hier kunnen ontwikkelen’ In 2002 is Marko Hartmann begonnen bij Sanders. Om het bedrijf goed te leren kennen, liep hij een aantal weken stage bij diverse filialen. Marko maakte daarna de stap van winkelbegeleider naar verkoopleider. ‘Nadat ik in 1996 mijn studie Civiele Techniek had afgerond, heb ik onder andere gewerkt bij een detacheringsbureau en als bedrijfsadviseur. Als verkoopleider binnen Sanders was ik het aanspreekpunt voor de winkelbegeleiders en verantwoordelijk voor de exploitatie van de winkels. Daarnaast was ik samen met Harald van Goor verantwoordelijk voor het personeelsbeleid, met name voor de winkels. Tot slot waren Marco Oude Elferink en ik verantwoordelijk voor alle nieuwbouw, verbouw en onderhoud van de panden. Samen met Rein Sanders regelden we de strategische planning van ons winkelbestand. Dat wil zeggen alle zaken rondom de aankopen, relocaties en eventuele uitbereidingen.’ Marko’s takenpakket is typerend voor de gevraagde veelzijdigheid van het personeel van Sanders. Vruchtbare tijd ‘Als bedrijf waren we heel winstgevend. Dat kwam mede omdat er efficiënt gewerkt werd. Vreemd genoeg was dat ook een beetje ons probleem, onze organisatie was eigenlijk te klein voor het aantal winkels dat wij hadden. Heel zwart-wit gesteld, liep iedereen op zijn tenen. De groei van het aantal winkels en het personeelsbestand moet in evenwicht zijn. Dat was niet altijd even makkelijk.’ De jaren die Marko heeft gewerkt voor Sanders, ziet hij als zeer vruchtbaar. ‘Ik heb de periode vooral ervaren als heel leerzaam. Ik had zes jaar werkervaring toen ik het bedrijf binnenstapte, wat relatief weinig is.

Binnen Sanders heb ik mij kunnen ontwikkelen.’ In zijn functie heeft Marko vele beslissingen moeten nemen. ‘Natuurlijk was de minst leuke beslissing de verkoop. Dat had niet onze voorkeur, maar we moesten een beslissing nemen. Over vijf jaar moet het nog steeds goed gaan met het bedrijf, dat was ons criterium.’ Voor de medewerkers betekent de verkoop dat er veranderingen gaan plaatsvinden. ‘Ik heb ervaren dat bij overplaatsingen van personeelsleden naar andere filialen er tegenstribbelingen komen. Vooral in het begin, maar nadien heb ik nog nooit meegemaakt dat iemand perse terug wilde. Ik gaf ook altijd de garantie, dat als het absoluut niet zou gaan, ze wat mij betreft weer terug mochten naar hun oude filiaal. In de praktijk blijkt vaak dat velen zeggen dat ze een dergelijk switch eerder hadden moeten maken. Ik hoop dat ze ook zo positief over de verkoop gaan denken.’ Discussies en verjaardagen Het is niet geheel toevallig dat Marko bij Sanders werkt. ‘Ik ben getrouwd met Nolet, de oudste dochter van Rein en Alice. Op een gegeven moment

kwam Rein bij me en vroeg of ik interesse had in een functie binnen het bedrijf. Dat zag ik natuurlijk wel zitten en een paar maanden later ben ik in dienst gekomen. Anderhalf jaar later overleed Fons Roetgerink plotseling, waardoor zijn verantwoordelijkheden heel snel naar mij werden toegeschoven. Fons was eigenlijk de tweede man binnen het bedrijf, samen met Johan Abbink. Hij was verantwoordelijk voor alle operationele zaken, terwijl Rein meer de algemene en commerciële taken oppakte.’ Het werken bij Sanders betekent dat hij zijn schoonfamilie ook op kantoor ziet. ‘Dat ging eigenlijk altijd goed, maar was niet altijd even gemakkelijk. Ik bedoel, in een familiebedrijf draait het veelal op het vertrouwen in elkaar. Als de discussies hoog oplopen dan mag je het niet uit de hand laten lopen. Het is niet altijd gemakkelijk dit los te zien van privésituaties. Als een discussie eens wat minder is verlopen en je komt elkaar ’s avonds op een verjaardag tegen, dan heb je niet altijd zin om naast elkaar te zitten’, lacht Marko. ‘Maar je leert er mee omgaan en ik moet zeggen dat het eigenlijk altijd goed ging.’

Slagboom in Hengelo Aan de Oude Molenweg in Hengelo had Sanders een winkel aan de rand van het centrum. ‘Het was een winkel van Super de Boer geweest, die niet zo goed draaide. Het personeel had vaak een verzoek ingediend om een slagboom te plaatsen bij hun altijd overbezette parkeerterrein, hun hoofdkantoor vond dat niet nodig. Veel winkelend publiek maakte gebruik van het parkeerterrein zonder naar de supermarkt te gaan. Toen wij de winkel overnamen, hebben we direct een slagboom geplaatst. Dat heeft er mede voor gezorgd dat de omzet verdubbelde. Bij ons was het zo dat Rein Sanders zelf ook de winkels langs ging, waardoor het personeel de kans kreeg om hem direct ergens op aan te spreken. Dat gaf een extra verbondenheid.’


Marko Hartman.qxp:Opmaak 1

27-05-2011

08:28

Pagina 3


C (AGF):Opmaak 1

26-05-2011

16:06

Pagina 2


C (AGF):Opmaak 1

26-05-2011

16:06

Pagina 3

125

Boven: Berfoplein in Hengelo Links: Dotterbloemstraat in Enschede

Filiaal 11: Kuipersdijk in Enschede


C (AGF):Opmaak 1

26-05-2011

16:07

Pagina 4

126

De afdeling in Denekamp

Druiven en sinaasappelen in de reclame in Goor

Groenten in de Dotterbloemstraat. Rechts: fruit in het filiaal aan de Fazantstraat in Enschede


C (AGF):Opmaak 1

26-05-2011

16:07

Pagina 5


Jolanda Goosink 2:Opmaak 1

27-05-2011

08:20

Pagina 2

128

Jolanda Goosink

Flapuit met passie voor het vak Negen jaar lang heeft Jolanda Goosink bij Sanders op de loonlijst gestaan. Iedereen binnen Sanders kent haar als Jo. Ze begon in de wijk de Essen in Oldenzaal. ‘In die winkel was ik een vaste klant. Ik heb de bedrijfsleider gevraagd of ik bij Sanders kon komen werken. Jammer genoeg bleek er op dat moment geen plek voor mij te zijn.’ Later raakt ze in gesprek met iemand van de slagerij. ‘Opeens werd gevraagd of ik daar wilde komen werken. Maar op dat moment had ik werk genoeg.’ Jolanda besluit uiteindelijk toch aan de slag te gaan bij Sanders, eerst alleen op vrijdagavond en zaterdagochtend. Na een tijdje ging de hoofdverkoopster weg. ‘Mij werd gevraagd of ik de taken van hoofdverkoopster over wilde nemen. Dat wilde ik wel en het werk ging me behoorlijk goed af.’ Ook bij nieuwe filialen werd Jolanda gevraagd om bij te springen. ‘Ik heb veel openingen van nieuwe filialen meegemaakt Verder heb ik een korte tijd in Almelo en Haaksbergen gewerkt.’ Schop onder de toonbank De carrière van Jolanda brengt haar ook naar Hengelo, waar Sanders een filiaal van Super de Boer had overgenomen. ‘Een bedrijfsleider die ik nog van vroeger kende, ging daar werken. Hij zei tegen me: ‘Jo, ik ga naar Hengelo en neem jou mee.’ Daar moest ik toch echt even over nadenken, want ik had het

erg naar mijn zin in Haaksbergen. Ik zat in een leuk team en kende veel vaste klanten. Toch ben ik meegegaan. Het was mij daar alleen niet druk genoeg in de winkel. Na drie maanden ben ik weer vertrokken. Ik zeg wel eens: ‘Als je het niet naar je zin hebt bij Sanders, ligt het aan jezelf. Je hebt namelijk veel vrijheid om er iets leuks van te maken.’ Na haar tijd in Hengelo wordt Jolanda gevraagd om hoofdverkoopster te worden in Rijssen. ‘Dat is het helemaal! Superdruk en het gaat heel goed met de vleesafdeling. Ik moet wel oppassen met wat ik zeg, ook tegen klanten. Ik ben nogal een flapuit. Soms zeg ik iets wat eigenlijk niet kan. Krijg ik van een collega weer een schop onder de toonbank. Toch gaat het heel goed op het werk. Ze kunnen veel van me hebben. Het contact met de mensen vind ik het mooiste aan mijn werk.’ Mooie verhalen Tijdens haar dienstverband bij Sanders heeft Jolanda het nodige meegemaakt. ‘We hadden vaak op de toonbank een schaaltje met stukjes vlees staan voor de klanten. Maar niet alles is altijd wat het lijkt. Zoals gewoonlijk komt er een klant die het vlees wilde proeven. Die jongen pakt een stuk vlees en eet het op. Hij roept: ‘Zo, dat is lekker! Wat is het?’ Ik zeg tegen hem: ‘Ja, is het lekker? Het zijn stierenballen wat je net

Sfeervol winkelen Volgens Jolanda is er geen dommer werk dan boodschappen halen. ‘Je doet de boodschappen in het karretje, zet het op de band, pakt het terug in de kar en zet het in de auto. Thuis haal je het uit je tas, zet het in de kast en uiteindelijk eet je het op.’ Winkelen in een sfeerloze winkel is volgens haar funest. ‘De klant moet zich prettig voelen. Gezellig een praatje maken, dat kan bij ons. Dat is het mooie van Sanders.’

gegeten hebt.’ Hij keek me aan vol ongeloof. Dat vind ik geweldig om mee te maken! Een paar dagen later is er een bruiloft waar alle bedrijfsleiders bij aanwezig zijn. Ook meneer Sanders. Vertelt mijn bedrijfsleider hem in geuren en kleuren het verhaal van de stierenballen. Een paar dagen later komt meneer Sanders in onze supermarkt, zoals gebruikelijk. Ik dacht: ‘Oh jee, nu zal ik het wel te horen krijgen. Maar niets was minder waar. Hij groette mij en daar bleef het bij. Misschien vond hij het ook wel een grappig verhaal.’ Jolanda is blij dat Sanders na de verkoop niet overgaat op voorverpakt vlees. ‘Ik sta voor kwaliteit. Als ik niet tevreden ben over wat ik binnenkrijg, bel ik de vleescentrale. Daar nemen ze het commentaar serieus, dat kan ik wel waarderen. Want dan zijn we met elkaar bezig om beter te worden. Dat vind ik heel belangrijk.’ Honingspareribs In Rijssen wordt ’s ochtends al vroeg begonnen. ‘Rond half acht pakken we dan zes tot zeven containers met vlees uit. Ik ben waarschijnlijk de enig hoofdverkoopster die geen vlees in de toonbank kan pakken. Nog geen bakje karbonades. Dat moet je me echt niet vragen. Ik doe liever het broodbeleg.’ Om half tien is alles klaar. Dan wordt er schoongemaakt en koffie gedronken. ‘Na de koffie voeren we de bonnetjes in om te zien of alles klopt en eventueel doen we nabestellingen.’ Iedere dag na sluitingstijd wordt er weer uitgebreid schoongemaakt. Woensdag is de drukste dag van de week. ‘Dinsdagavond wordt namelijk de nieuwe reclamefolder verspreid. Actievlees wordt bij ons het meest verkocht. Helemaal als het honingspareribs zijn. Daar zijn ze in Rijssen dol op.’


Jolanda Goosink 2:Opmaak 1

27-05-2011

08:20

Pagina 3


Nolet Hartmann v7:Opmaak 1

27-05-2011

08:29

Pagina 2

130

Nolet Hartmann

‘Op zoek naar nieuwe uitdaging’ Het ondernemerschap zit in de genen van de familie Sanders. Dat geldt ook voor Nolet, de oudste dochter van Rein en Alice. Het was een bewuste keuze van Nolet om niet in het bedrijf van haar vader te stappen. Ze deed wat haar hart haar ingaf en volgde een eigen pad. Tien jaar lang runt ze met succes haar eigen drogisterij in Twello. ‘Als ondernemer heb ik in die jaren mijn eigen kansen gecreëerd en benut.’ De beste verstopplek Nolet heeft mooie herinneringen aan de Leliestraat, de plek waar ze zeven jaar van haar leven gewoond heeft. ‘Het was als kind één groot speelparadijs! Op zondag mochten we vaak in de winkel spelen. En als we weer naar boven moesten komen, verstopten we ons snel onder de groentestellingen. Onder het kleedje door zagen we de schoenen van onze ouders die op zoek waren naar ons.’ Het spelen gebeurde ook regelmatig in het magazijn aan de Kanaalstraat. ‘Voor ons toen een enorme ruimte. Samen met mijn zusje Saskia en mijn vader speelden we verstoppertje in het magazijn, dat vol met dozen stond. We klommen van de ene naar de andere doos, op zoek naar de beste verstopplek.’ Als kind was het normaal voor Nolet dat haar vader enkele supermarkten had. ‘Je wist niet anders. Op het moment dat het distributiecentrum aan de Ir. Hanlostraat geopend werd, was Sanders in mijn beleving pas echt een groot bedrijf.’ Franchising Nolet groeide mee met het bedrijf. ‘Aan de ene kant wilde ik heel graag binnen Sanders werken. Maar ik had ook het gevoel dat ik dat niet moest

doen.’ Nolet had sterk het idee, dat als Saskia en Dave ook het bedrijf in zouden komen, zij alle drie op hetzelfde gebied hun focus wilden leggen. ‘Ik heb goed nagedacht of ik dat wilde.’ Tijdens haar opleiding komt Nolet in aanraking met franchising, een voor die tijd vrij onbekende vorm van ondernemen. Op een franchisebeurs komt ze in contact met Etos en het plaatje was compleet. ‘Voor mezelf had ik besloten een eigen drogisterij te beginnen.’ Op weg naar huis bedenkt Nolet hoe ze het haar ouders zou gaan vertellen. ‘Voor mijn gevoel ging ik bij Albert Heijn werken, Etos is namelijk onderdeel van Ahold. Dat voelde helemaal niet goed. Maar mijn ouders reageerden juist heel positief. Er kwam ondernemerschap in mijn plannen voor en dat sprak ze aan.’ Eigen drogisterij Nolet gaat werken bij een Etos-filiaal in Enschede om het vak te leren en de benodigde diploma’s te halen. In de tussentijd stroopt ze heel Twente af op zoek naar een plek waar ze haar eigen drogisterij kan beginnen. Maar Twente blijkt helemaal vol te zitten. Iemand attendeert haar op het plaatsje Twello. ‘Ik ben direct gaan kijken en gaf bij

Etos aan dat in Twello kansen voor een drogisterij lagen. Ahold was op dat moment in die plaats bezig met een project, zodat ik binnen dat plan mijn eigen Etos kon beginnen.’ Ondertussen trouwt Nolet met Marko Hartmann. In 2006 nemen ze het besluit om na tien jaar de drogisterij te verkopen. Dit vanwege allerlei ontwikkelingen binnen Sanders, waar Marko sinds 2002 werkzaam was. ‘De winkel was heel succesvol, maar toch was Sanders voor ons belangrijker dan mijn Etos,’ relativeert Nolet. Nieuwe uitdaging Ondanks dat ze nooit in het bedrijf heeft gewerkt, heeft Nolet het gevoel dat ze in al die jaren haar steentje aan Sanders heeft bijgedragen. Vooral door de gesprekken die ze met Marko had. ‘Ik was een grote fan van het bedrijf Sanders en had het idee dat voor mij de mogelijkheid om binnen het bedrijf te gaan werken, alsnog zou komen. Maar het belangrijkste was dat de opvolging goed zou verlopen, zodat het bedrijf kon worden voortgezet. Met de verkoop van het bedrijf, ga ik weer op zoek naar nieuwe uitdagingen. De toekomst zal uitwijzen wat op mijn pad komt.’

Ook een beetje groen ‘Mijn vader was een echte ondernemer met een goede visie. Wat hij met de vleescentrale heeft gedaan, is uniek en heel belangrijk voor het succes van Sanders geweest. Hij heeft altijd voor het bedrijf geleefd. Wel was hij vaak aan het werk, maar als kind weet je niet anders. Soms was dat jammer, maar we zagen vooral de voordelen. Ik ben trots op wat hij bereikt heeft. Elke nieuwe winkel was beter en mooier. Onze kinderen, Tessa en Tristan, leefden ook mee met het bedrijf. Tristan riep eens bij de crèche: ‘Hé, daar rijdt de vrachtwagen van opa!’ Toen onze dochter hoorde van de verkoop zei ze heel treffend: ‘Ach, EMTÉ is ook een beetje groen!’


Nolet Hartmann v7:Opmaak 1

27-05-2011

08:29

Pagina 3


Dick Roozen.qxp:Opmaak 1

26-05-2011

16:16

Pagina 2

132

Dick Roozen

Een lunchpakket voor de terugweg Dick Roozen is sinds 2007 directeur van CIV Superunie BA. In deze functie had hij veelvuldig contact met de familie Sanders. ‘Superunie is een coöperatie, wat betekent dat we op basis van gelijkheid in nauw contact staan met onze leden. We raadplegen ze bijvoorbeeld voor de strategie of onderhandelingen met leveranciers.’ Aangezien Sanders een van de leden is, spreekt het voor zich dat Dick de band met Sanders belangrijk vindt. ‘Goed contact met en tussen de leden is belangrijk voor Superunie. Onze band met Sanders was altijd uitstekend.’ Ondernemer Volgens Dick heeft Rein Sanders veel toegevoegd aan Superunie. ‘Hij was voor Superunie even gedreven bezig als voor zijn eigen supermarkten.’ Dick meent dat Superunie schaalgrootte bracht aan bedrijven als Sanders, inkoopvoordelen die alleen door middel van krachtenbundeling gerealiseerd kon worden. ‘Rein begreep het belang van Superunie maar al te goed. Hij was niet iemand die veel sprak tijdens vergaderingen, maar als hij wat zei was iedereen stil en werd naar hem geluisterd. Hij sprak altijd over zinnige dingen.’ In zijn werk als directeur heeft hij vele ondernemers ontmoet en gesproken. ‘Succesvolle ondernemers zijn mensen die heel hard werken en gedreven zijn in wat ze willen bereiken, mensen zoals Rein Sanders. Maar wie ben ik om te oordelen over de ondernemer Rein Sanders? Ik weet nog dat de hele wereld positief verbaasd was toen de goede bedrijfcijfers van Sanders bekend werden gemaakt.’ Met de verkoop verdwijnt er een icoon op het gebied van supermarkten uit de regio Twente. ‘Sanders was onlosmakelijk met het oosten verbonden. Het was

een supermarktketen waar ze in het westen nooit van gehoord hadden, maar die in Twente niet weg te denken was. Gelukkig blijft Sanders voortleven in de slagerijen van EMTÉ.’ Betrokkenheid Dick Roozen en Rein Sanders spraken elkaar elke maand tijdens de centrale directievergadering. Daarnaast probeerde Dick ten minste twee keer in het jaar het hoofdkantoor van Sanders te bezoeken. ‘Ik mocht graag bij Sanders op bezoek komen en keek uit naar de gesprekken met Rein. We praatten dan over de samenwerking tussen Superunie en Sanders en over de wensen en ideeën voor de toekomst. Van Beesd naar Twente is een heel eind rijden. Daarom kreeg ik altijd een lunchpakketje mee voor de terugweg. Dat lag netjes voor me klaar,’ glimlacht Dick. ‘Het zijn gewoon ontzettend leuke en vriendelijke mensen.’ Hij vindt dat het tijd is voor de familie Sanders om te gaan genieten. ‘Ik wens Rein en Alice een prachtig leven toe, het is tijd om

alleen nog maar leuke dingen te doen. Genieten van wat ze hebben bereikt, van hun kinderen en kleinkinderen.’ Unieke kijk Dick heeft in zijn enthousiasme Rein geadviseerd zijn gedachten rondom de overname te vereeuwigen. ‘Door de overwegingen die hij heeft moeten maken en de constateringen die hij over zijn eigen bedrijf heeft gedaan, heeft Rein een unieke kijk op ondernemen. Ik heb hem gezegd dat hij een keer met pen en papier aan tafel moet gaan zitten om alles op te schrijven.’ Dick is van mening dat veel mensen in dezelfde situatie, kunnen leren van het hele proces rondom deze overname. ‘Rein heeft eens tegen mij gezegd dat hij door de overname heel anders naar zijn eigen business is gaan kijken. Dan denk ik, stel dat deze overname op een eerder moment aan de orde was gekomen, zou hij dan tot andere besluiten zijn gekomen voor zijn bedrijfsvoering? Dat zijn hele interessante vragen om eens over na te denken.’

Hobby van de directeur Elk jaar wordt door Superunie een ledenreis georganiseerd. Alle leden reizen dan gezamenlijk naar het buitenland, waar van alles op het gebied van supermarkten wordt bekeken. ‘Rein en Alice waren trouwe medereizigers, altijd waren ze van de partij.’ In 2010 bracht de reis het gezelschap naar Turkije. ‘We hebben een rondleiding gehad van de Nederlandse ambassadeur in Istanbul. Hij vertelde over de Turkse markt en liet ons winkels zien. Ook zijn we toen naar een grote discountorganisatie geweest voor een rondleiding. Het is eigenlijk een soort studiereis waar we elk jaar van mogen genieten.’ Dick werd onverwacht opgescheept met de taak van het organiseren van deze reizen. ‘Dat het organiseren van reizen een ‘hobby’ is van de algemeen directeur, dat hadden ze niet vermeld in de vacature. Maar het is leuk om te doen. Ieder jaar probeer ik weer een bijzondere reis te organiseren. Een reis met inhoud als het gaat om het vak waar we allemaal gepassioneerd mee bezig zijn, gecombineerd met cultuur, ontspanning en heerlijk eten.’


Dick Roozen.qxp:Opmaak 1

26-05-2011

16:16

Pagina 3


A (vlees):Opmaak 1

26-05-2011

15:56

Pagina 2


A (vlees):Opmaak 1

26-05-2011

15:56

Pagina 3

135

Links: Vers vlees aan de Kuipersdijk: Boven: Da Costastraat in Goor Onder: Dotterbloemstraat in Enschede


A (vlees):Opmaak 1

26-05-2011

15:56

Pagina 4


A (vlees):Opmaak 1

26-05-2011

15:57

Pagina 5

137

De toonbanken aan Het Oosterveld (links) en de Fazantstraat


Frans Bakx:Opmaak 1

27-05-2011

08:16

Pagina 2

138

Frans Bakx

Meer dan veertig jaar fiscaal betrokken Vanaf 1970 maakte Sanders als bedrijf een behoorlijke groei door. Rein Sanders maakt om die reden de overstap van een klein administratiekantoor naar een registeraccountant. Ook voor de fiscale ondersteuning en problematiek werd een specialist in de arm genomen. Frans Bakx verzorgde van 1971 tot 1988 en van 1996 tot 2006 het fiscale werk voor het bedrijf. De basis voor een stevig en intens contact is gelegd. Fiscale problematiek Frans: ‘Fiscaal gezien was Sanders een onderneming waar weinig spannende dingen gebeurden. Een regionaal bedrijf met de gebruikelijke fiscale problemen. Geen ingewikkelde zaken of bedrijfsstructuren. Dit gold echter niet voor de fiscale familieproblematiek. Na het overlijden van Tony Sanders waren de aandelen verdeeld over zijn vrouw en vier kinderen. ‘Het lag voor de hand dat de aandelen geleidelijk naar Rein zouden gaan. Hij was degene die zijn hart en ziel in de zaak stopte. Toen dit was geregeld, begon ook de grote expansie van het bedrijf.’ Eind 1988 treed Frans uit de maatschap Ernst & Young. Na vijf jaar in het bedrijfsleven te hebben gewerkt keert hij terug in zijn vak. ‘Rein Sanders is die hele periode bij

Ernst & Young gebleven. Ik had een eigen maatschap opgericht en toen hij hoorde dat ik terug was, vroeg hij of hij bij me terug kon komen als cliënt.’ Raad van Commissarissen De vraag of het bedrijf in familiehanden moet blijven, wordt in 2000 gesteld. ‘In dat geval was het verstandig om de aandelen over te hevelen naar de kinderen. Ze waren jong en moesten goed voorgelicht worden wat het betekende om aandeelhouder te zijn.’ Er werden beschermingsmaatregelen getroffen om de leiding van het bedrijf bij Rein te laten. ‘De kinderen hebben elk hun eigen BV opgericht, die de aandelen in Sanders opkochten. Er kwam een Stichting Administratiekantoor tussen de BV’s en de aandelen.’ Deze stichting beheerde de aandelen en had één bestuurslid: Rein Sanders. ‘Door deze constructie bleef Rein de touwtjes in handen houden, terwijl de kinderen op hun eigen tempo konden groeien binnen het bedrijf.’ Frans verkoopt zijn fiscale praktijk in 2006. Een paar weken later belde Rein. ‘Tot mijn verbazing vroeg hij of ik hem wilde helpen bij het instellen van een Raad van Commissarissen. Ook wilde hij dat ik de voorzitter zou worden. Ik was uiteraard zeer ver-

Raad van Commissarissen Naast Frans Bakx namen nog twee commissarissen plaats in de Raad. Belangrijk is een goede mix van persoonlijkheden en kennisverdeling. Er werd besloten om Jacques Troch te vragen. Hij is oud-voorzitter van de Raad van Bestuur van Grolsch en buitengewoon hoogleraar aan Universiteit Twente. ‘Voortreffelijke vent. Veel kennis van de food sector, maar met genoeg afstand van de supermarktbranche.’ Het derde lid was Frans Fredrix, oud-algemeen directeur van Superunie. ‘Hij is gepokt en gemazeld in de wereld van de supermarkten. Het klikte direct. Dat was belangrijk, want we moesten intensief met elkaar samenwerken.’

eerd.’ De Raad buigt zich, naast de reguliere werkzaamheden, over twee vraagstukken: de opvolging en de continuïteit van het bedrijf. ‘Als vader loop je het risico dat je minder objectief bent en minder afstand kunt bewaren. Rein vond dat een onafhankelijk college naar zijn opvolging moest kijken.’ Beslissing nemen De continuïteit van het bedrijf blijkt een heikel punt. ‘We hebben vragen gesteld als: kan Sanders op termijn de supermarktoorlog overleven? Het is een prachtig bedrijf, dus elke mogelijkheid tot voortbestaan is volledig uitgewerkt.’ Sanders blijkt op een te kleine schaal te opereren om zelfstandig mee te kunnen in het supermarktgeweld. Ook een fusie blijkt geen optie. ‘Een fusie houdt in dat je het bedrijf verkoopt en minderheidsaandeelhouder wordt. Je hebt het dus niet meer voor het zeggen en er kunnen dingen gebeuren waar je het volstrekt mee oneens bent.’ De familie Sanders had hier veel moeite mee. Verkopen bleek uiteindelijk de beste optie. Na dit pijnlijke besluit moest snel gehandeld worden. ‘Sanders was een gezond bedrijf, maar we moesten verder kijken. Als over vijf jaar zou blijken dat je niet mee kunt komen met de grotere, innoverende winkelketens, zou de winst gehalveerd zijn.’ Bureau Boer & Croon werd ingeschakeld om de verkoop te begeleiden. Frans blikt hierop terug: ‘Belangrijk was de emotionele kant van de beslissing. De kinderen wilden dat de zaak in familiehanden bleef. De mentale omschakeling was een lastig proces. Als commissaris is het belangrijk om je te verplaatsen in de gevoelens van de familie. Ik denk dat uiteindelijk de juiste beslissing is genomen.‘


Frans Bakx:Opmaak 1

27-05-2011

08:16

Pagina 3


Leen Hoogvliet:Opmaak 1

27-05-2011

08:23

Pagina 2

140

Leen Hoogvliet

‘Complimenten voor hoe hij het heeft gedaan’ Begin jaren tachtig van de vorige eeuw werd Leen Hoogvliet met zijn gelijknamige supermarktketen, lid van inkoopvereniging Superunie. Daar schudde hij Rein Sanders voor het eerst de hand. Leen blikt terug op hun langdurige samenwerking en vriendschap. ‘Rein is een man van weinig woorden, maar als hij iets zegt, moet je daar acht op slaan.’ Innig verband Leen en Rein leerden elkaar pas echt kennen toen ze samen in het bestuur van Superunie zaten. Hun gezamenlijke missie was om van Superunie de beste inkooporganisatie van Nederland te maken. Binnen de inkoopvereniging heerste een klimaat van gezonde concurrentie. Hierin ontwikkelde zich de vriendschap. ‘Ik zeg altijd: een vriend is iemand die ‘ja’ zegt zonder dat hij gevraagd heeft wat je wilt. Dat betekent vertrouwen in elkaar hebben, dat je geen dingen vraagt die niet kunnen of te ver gaan. Rein is één van de weinigen met wie ik zo’n band had. Ook hadden we de gewoonte elkaars winkels minimaal eens per jaar te bezoeken, zodat we van elkaar konden leren. Het contact was intenser dan met andere collega’s.’ Volgens Leen heeft iedere regio zijn eigen supermarktcultuur. ‘Je leert over en van elkaar en ontwikkelt dingen die je later weer

overdraagt. Soms ontwikkel je samen dingen. Hierdoor ontstaan hele innige verbanden.’

Hij had een formule die in het oosten van het land goed scoorde. Sligro neemt deze niet voor niets over.’

Overeenkomsten en verschillen ‘Mijn situatie was te vergelijken met die van Rein. We runden allebei een familiebedrijf en zowel hij als ik hebben twee dochters en een zoon. Zijn jongste zoon Dave heeft nog tweeënhalf jaar bij ons gewerkt. We vergeleken onszelf met elkaar, bedachten hoe we elkaar konden helpen en van dienst konden zijn.’ Ondanks hun overeenkomsten verschilden de twee mannen sterk qua persoonlijkheid. ‘Hij is wat rustiger en doet alles met wat meer zekerheid. Ik ben iemand die geen blad voor de mond neemt en soms denkt ‘dat had ik niet moeten zeggen’. Rein is wel een dominante leider, al is dat niet direct de eerste indruk die hij uitstraalt. Ik ben meer uitgesproken, wat feller en wil meer ‘scoren’. Maar het verschil in dominantie tussen ons is nihil. Hij had bijvoorbeeld een sterke mening over kleuropstelling, assortiment en prijzen. Ook qua bedrijfsformule had Rein een eigen gedachtegang. Zijn vleescentrale bijvoorbeeld, die liep voor op ieder ander. Hij zegt gewoon: ‘Daar scoor ik mee en of een ander dat goed vindt of niet, dat interesseert me niet.’ Complimenten voor hoe hij het heeft gedaan.

Familieperikelen Volgens Leen was Rein breed georiënteerd. ‘Naast de winkels deed hij ook het onroerend goed, de inkoop en het directieoverleg. Hij wilde altijd de controle hebben. Dat is te begrijpen, maar hij nam wel veel hooi op de vork.’ Dat veel werknemers het bedrijf lang trouw zijn geweest, is kenmerkend voor een familiebedrijf. ‘Bij beursgenoteerde bedrijven is de afstand tussen leiding en personeel veel groter. Rein kende elke bedrijfsleider, hoofdcaissière en veel ander personeel. Het zijn allemaal kinderen van je, dat is eigen aan een familiebedrijf.’ Lachend: ‘Ik heb vijfduizend kinderen, die wil je ook van tijd tot tijd zien. Dat hebben we gemeen met elkaar.’

Vervloekt goede golfer ‘Ik ben blij dat Rein zijn huidige huis heeft gevonden. Hij is een vervloekt goede golfer geworden sinds hij daar woont. Daarvoor had hij niets met het spelletje. Hij heeft achter zijn huis een groot grasveld waar hij kan werken aan zijn swing. Dan loopt hij rustig naar de plek waar de ballen zijn neergekomen en slaat ze vervolgens weer terug. Mede door het golfen gaat hij zich niet vervelen. En als hij zich toch verveelt, moet hij mij maar gewoon komen helpen!’

Natuurlijke leider Rein werd vaak aangesproken met ‘meneer Sanders’. ‘Het is heel knap dat een ondernemer in deze tijd nog dat respect krijgt. De huidige gemeenschap heeft moeite om respect op te brengen voor overheid, politie, noem maar op. Hij dwingt het heel natuurlijk af, is een rasechte leider.’ Leen begrijpt dat er mensen zijn die voelen dat met de verkoop een stukje van hen verkocht is. ‘Ze hebben gelijk. Als je tien, twintig, dertig jaar hebt meegewerkt om het bedrijf op dit niveau te krijgen, dan denk je: ‘hij is nog jong genoeg, hij heeft kinderen’. Alleen dacht Rein verder. Wat als het over vijf of tien jaar niet meer verder kan gaan? Hij heeft een geweldige kans aangeboden gekregen en hij heeft hem genomen. Dat heeft hij gewoon goed gedaan.’


Leen Hoogvliet:Opmaak 1

27-05-2011

08:23

Pagina 3


Koen Slippens def:Opmaak 1

27-05-2011

08:23

Pagina 2

142

Koen Slippens

Trots op de overname Van het eerste tot het laatste moment is Koen Slippens, CEO van Sligro Food Group, betrokken geweest bij de overname van Sanders. ‘Het bedrijf past op het gebied van cultuur zeer goed bij Sligro. Daarnaast hebben wij een goed gevoel gekregen bij het management van Sanders en de familie zelf.’ Sligro wil zich met EMTÉ opwerken tot een serieuze speler in de supermarktwereld. ‘We hoeven niet in heel Nederland een grote jongen te zijn. We gaan voor lokaal marktleiderschap om op die manier steeds verder te groeien. De overname van Sanders past daarmee precies in ons toekomstplaatje.’ Goed gevoel De overname was een interessant proces voor Koen en Sligro. ‘Er stond niet heel veel druk op de ketel, waardoor we de zaken goed konden bestuderen om te kijken of overname een optie was. We zijn tijdens de overname goed begeleid door bureau Boer & Croon. Mede daardoor kijken we met een goed gevoel terug op het hele proces.’ Bij Sligro werd hard gewerkt om na de overname van Edah in 2006 een goede winkelformule te ontwikkelen voor EMTÉ. ‘Daar zijn we druk mee bezig. Er zijn al grote stappen gezet. Twente sluit naadloos aan op de regio waarin EMTÉ zich ook bevindt. Sanders is een bedrijf dat heel goed bij ons past. Binnen Sligro is dan ook vol trots gereageerd op de overname. We waren toe aan een nieuwe overname. Hiermee geven we aan de mensen binnen het bedrijf een signaal af: we gaan er weer voor!’ Vleesconcepten naast elkaar Sligro heeft als voornemen de meeste filialen om te bouwen tot EMTÉ supermarkten, met behoud van het vlees-

concept van Sanders. ‘We houden het vleesconcept zoals het is. We gaan zelfs onderzoeken of het mogelijk is om een aantal componenten hiervan op den duur uit te rollen naar de qua omzet kleinere EMTÉ filialen elders in Nederland.’ Desondanks is Koen van mening dat ook het vleesconcept van Sligro prima werkt. ‘De concepten kunnen goed naast elkaar leven. Ze bieden allebei topkwaliteit, worden geleid door twee toppers, Herman en Piet, en scoren geweldig bij de klanten. EMTÉ en Sanders zijn beiden beroemd en geroemd vanwege hun kwaliteitsvlees. Prachtig toch? We gaan in de toekomst kijken of wellicht een combinatie op het gebied van vlees mogelijk is.’ Integere mensen Koen heeft veel respect voor Rein Sanders. ‘We hebben elkaar leren kennen via Superunie. Rein is een heel integer persoon, net als zijn vrouw Alice.’ Volgens Koen is het belangrijk dat je bij een overname weet met wie je te maken hebt. ‘Het belangrijkste is dat je elkaar goed kent en het juiste gevoel hebt. Ook moet je een beetje gevoel hebben bij de cultuur van het bedrijf. Dat gevoel hebben Rein en ik ontwikkeld tijdens de

contacten die we hadden. Dit heeft zeker geholpen bij de onderhandelingen. Rein mag, naar mijn mening, heel trots zijn op het bedrijf dat hij met zijn management heeft opgebouwd.’ Personeel Goed personeel is ontzettend belangrijk voor een supermarktketen. ‘Mensen maken het verschil’, meent Koen. ‘Daarom besteden we veel tijd aan onze medewerkers, dat gebeurt ook met de nieuwe collega’s die vanuit Sanders komen. De pay-off van EMTÉ is ‘Lekker leven’. Als de mensen in de winkel chagrijnig zijn en geen tijd hebben voor klanten, komt dat niet overeen met wat we als winkel willen uitstralen.’ In de zomer van 2011 zullen de filialen van Sanders omgebouwd zijn naar EMTÉ winkels. Maar Koen benadrukt dat Sligro niet alles beter weet. ’De goede dingen van Sanders blijven behouden. Onze kreet is: het beste van Sanders wordt alleen nog maar beter. We vinden het belangrijk dat de winkel het ambachtelijke en het versgevoel blijft uitstralen. We houden binnen onze organisatie van lekker leven en gezelligheid. We streven ernaar om ons personeel dat te laten uitstralen.’

Slippens groothandel Ook Sligro is een familiebedrijf. In 1935 werd door Abel Slippens, de grootvader van Koen, een kleine groothandel in margarine, vetten en oliën opgericht. Het bedrijf groeide, waardoor het assortiment werd uitgebreid. Eind jaren veertig waren vrijwel alle levensmiddelen te koop bij Sligro. Later kwamen daar non-food artikelen bij. De eerste zelfbedieningsgroothandel opende in 1961 haar deuren in ’s-Hertogenbosch. In 1989 ging Sligro naar de beurs. Tweederde van de aandelen kwam in handen van beleggers, een derde bleef in het bezit van de familie Slippens. ‘Wij zijn een beursgenoteerd bedrijf met een familiekarakter. Dat maakt ons uniek,’ aldus Koen.


Koen Slippens def:Opmaak 1

27-05-2011

08:23

Pagina 3


B (brood):Opmaak 1

26-05-2011

16:03

Pagina 2

144

Geheel boven: verse broodjes aan de Fazantstraat. Boven: brood in Denekamp Rechts: een jonge klant wil echt Twents brood


B (brood):Opmaak 1

26-05-2011

16:03

Pagina 3


B (brood):Opmaak 1

26-05-2011

16:05

Pagina 4

146

Broodafdeling in Goor

Volop keuze in Enter

Gezond brood in Losser (boven en rechts)


B (brood):Opmaak 1

26-05-2011

16:05

Pagina 5


Collage medewerkers:Opmaak 1

148

26-05-2011

15:43

Pagina 2


Collage medewerkers:Opmaak 1

26-05-2011

15:44

Pagina 3

149


Collage medewerkers:Opmaak 1

150

26-05-2011

15:44

Pagina 4


Collage medewerkers:Opmaak 1

26-05-2011

15:44

Pagina 5

151


Collage medewerkers:Opmaak 1

152

26-05-2011

15:45

Pagina 6


Collage medewerkers:Opmaak 1

26-05-2011

15:45

Pagina 7


001 Voorwoord:Opmaak 1

26-05-2011

16:09

Pagina 10


001 Voorwoord:Opmaak 1

26-05-2011

16:09

Pagina 11


Omslag Sanders:Omslag Sanders boek

20-06-2011

10:00

Pagina 1

supermarktketen die bekend stond om zijn unieke karakter, de voordelige prijzen en het goede vlees. Bijna negentig jaar geleden werd de eerste kruidenierswinkel geopend in Enschede. Er volgden

De trots van een Twentse supermarkt

De naam Sanders is een Twents begrip. Een

De trots van een Twentse supermarkt

hoogte- en dieptepunten. Onder de bezielende leiding van eerst Jan, vervolgens Tony en later Rein Sanders, is gebouwd aan een supermarktketen die Enschede en Twente zou veroveren. Dit boek beschrijft en toont Sanders Supermarkten door de jaren heen. Van de eerste winkel aan de Deurningerstraat tot de verkoop in 2010. De persoonlijke verhalen vertellen wat Sanders zo bijzonder maakte.

VAN KRUIDENIERSWINKEL TOT SUPERMARKTKETEN


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.