Schrijven voor een scheet en drie knikkers

Page 1

‘Haring’ arie Elpert (1923–1995) was een van amster-

nverteller

dams beroemdste souteneurs. Vier boeken schreef hij over zijn turbulente leven en in een prachtige docu-

as een van amster-

mentaire over de Wallen vervulde hij de hoofdrol. Ons

Souteneur Haring Arie boeken schreef hij Amsterdam kreeg een kijkje in het manuscript van zijn was een rasechte en prachtige docuuitvoerige biografie die in de maak is. hij de hoofdrol. Ons verhalenverteller Souteneur Haring Souteneur Haring Arie manuscript van zijn was een ras was een rasechte Haring Arie Haring Arie e die in de maak is.SouteneurSouteneur ‘Haring’ arie Elpert (1923–1995) was een van amsterwasdams een rasechte was eenverhalenverteller rasechte verhalenver beroemdste souteneurs. Vier boeken schreef hij over zijn turbulente leven en in een prachtige docuverhalenverteller verhalenverteller  Studiofoto van Arie met zijn moeder, 1924.

TEKST:

Fred Baggen

 Pasfoto Arie, augustus 1943. STaDSarCHiEF aMSTErDaM

TEKST:

Fred Baggen

Haring Arie op de leuning van de Kolksluis (Zeedijk/Oude

mentaire over de Wallen vervulde hijverte dearie hoofdrol. Ons piekt de toren van de Oude Kerk in het hart een van dev ‘Haring’ Elpert ‘Haring’ arie Elpert (1923–1995) was een(1923–1995) van amster- was

Amsterdam dams kreegberoemdste een kijkje in het manuscript vansouteneurs. zijnschreef hij dams beroemdste Vier boeken souteneurs. Vier boeken ‘Haring’ arie Elpert (1923–1995) ‘Haring’ arie was Elpert een van (1923–1995) amster- was een van amsteruitvoerige die de maak is. Daarna nog ie ouwe zanger wou zijn ook nogturbulente een knik-biografie leven Was getekend Haring Arie, in zijn boek over zijn turbulente levendocuen in een prac over eninin een prachtige Haring Arie op de leuning van de Kolksluis (Zeedijk/Oudezijds Kolk), najaar 1967, met achter hem de Oudezijds Voorburgwal. in de vader is. H ker in het bakkie gooien door heel Recht voor z’n raap (1972). Onverbloemd en dams beroemdste souteneurs. dams beroemdste Vier boeken souteneurs. schreef hij Vier boeken schreef hij verte piekt de toren van de Oude Kerk in het hart van de Wallen boven de huizen uit. De foto is van Cor jaring. COLLECTiE FrED BaGGEn uiteen. hard te gaan zingen, maar toenover hij met met gevoel voor humor opgetekend in het mentaire overhij dede Wallen vervulde deOm h mentaire dezeWallen vervulde hoofdrol. Ons hij kinderen ka dronken toges wilde vloog docuz’nen ooronvervalste Bargoens waarmee hij opgroeide over zijn turbulente leven over en zijn inturbulente een uithalen, prachtige leven in een prachtige docujarige Adria logsgebitje metersAmsterdam ver tussen de volkreeg bezette tain het vooroorlogse Amsterdam. Tot kreeg een kijkje inver het manuscr eenAmsterdam kijkje in het manuscript van zijn T E K S T : Fred Baggen ten’ voor w feltjes en hijover maar roepen: ‘Me snajem, waar hij buiten de Wallen werd hij er beroemd mee. mentaire over de Wallen mentaire vervulde hij de de Wallen hoofdrol. vervulde Ons de hoofdrol. Ons Daarna nog een, waarvan Arie senior niet de Was getekend Haring Arie, in zijn boek muren met glasdie erop, tegen vluchten, is nog niet is godverdomme me baksnajem.’ Hier, riepuitvoerige er Adrianus Bernardus Antonius Elpert uitvoerige biografie die(Ari in biografie in de het maak is. als vader is. Het meisje overlijdt, het gezin valt t voor z’n raap (1972). Onverbloemd en het had van geregend, gewoon op me buik liggend aan nen hem da één enin haalde z’nmanuscript eigen een vretensbak uit zein snavel wordt op 7 februari 1923 geboren als oudste Amsterdam kreeg een Amsterdam kijkje het kreeg kijkje van zijn het manuscript zijn uiteen. Omdat de moeder niet voor haar gevoel voor humor opgetekend in het

Schrijven voor e en voor een scheet en d Souteneur Haring Arie Souteneur Haring Arie was een rasechte heet en drie knikkers was een rasechte verhalenverteller verhalenverteller Schrijven voor e Schrijven Schrijven voo Schrijven Schrijven voorvoor een sc e “D

uit een plas regenwater. En als het niet had vade schrijft Arie en hier, riep weer een ander. ‘Krijgen jullie alzoon van Marie en Arie Elpert sr. Moeder  Cor jaring fotografeerde Arie kinderen kan of wil zorgen, worden de vierrvalste Bargoens waarmee hij opgroeide geregend, gewoon uit de pot van de wc.” der “… om lemaal de pestpokke,’ brulde die grootlul woest bestiert een logement, vader is salonbeuitvoerige biografie die uitvoerige in de maak biografie is. die in de maak is. 1967, aan de vooravond van zijn jarige Adriaantje en zijn zusje naar ‘gestichet vooroorlogse Amsterdam. Tot ver reern De jongen zal nog tot zijn achttiende in schrijverschap. na vieren en dook links en rechts onder de tafeltjes, maar diende op de grote vaart en daardoor vaak ten’ voor weeskinderen gebracht. Het jochie en de Wallen werd hij er beroemd mee. COLLECTiE FrED BaGGEn TEK bed plassen, wat hem weinig hoopvol stemt z’n gebit was pleite en nergens te vinden.” lang van huis. Een dochtertje wordt geboren. K S T : Fred Baggen stiekem op hoge zwarte schoenen teT Epoetsen, ze gaf me een muren met glasAntonius erop, tegen het vluchten, als (Arie gebruikt later zelf de term ‘weggeven’) is nog niet zindelijk, dus dompelen de nonAdrianus Bernardus Elpert ooit te zullen trouwen. en b borsteltje en een lappie met een doosje schoenhet had geregend, gewoon op me buik nen hem dagelijks in koud water. Jaren later liggend aan een vrouw die hij niet kent met wie dt op 7 februari 1923 geboren als oudste vade smeer. Wat bij deedstiefmoeder ik me best, op mijn manier uit een plas regenwater. En als het niet had vader inmiddels samenleeft. Deze stiefmoeWonen schrijft Arie: n van Marie en Arie Elpert sr. Moeder naar T E K S T : Fred Baggen T E K S T : Fred Baggen poetste ik ze keurig netjes, en gaf ze netjes aan gewoon uitis desalonbepot van de wc.” der maakt zijn jeugd tot “een hel”, memo “…4omdat ik vaak in bed piste, kreeg ik ert een geregend, logement, vader dron Na anderhalf jaar neemt moeder, die met ONS AMSTERDAM januari 2013 dathaar wijf,minnaar en daar begint me dat wijf opeens te reert Arie later, zoals in deze aantekening: De jongen zal nog tot zijn achttiende in ‘Haring’ arie Elpert (1923–1995) was vanDus amsterna vieren niks meer teeen drinken. dronk ik de op de grote vaart en daardoor vaak me s samenwoont, haar zoontje dat ik niks kon en gilde dat ik, stom- Daarna n “En vanaf die tijd ik rebels, krijsen, bed plassen, wat hem weinig hoopvol stemt stiekem op de speelplaats, omringd door van huis. Een dochtertje wordt geboren. ie ouwe zanger wouwerd ook hoge noggewoon een knikWas getekend Haring Arie, in zijn boek doen weer in huis, maar draagt hem spoedig over meling, de zolen niet had gepoetst. En ik ang- vader is. H ooit te zullen trouwen. en begon alles haten engooien te wantrouwen. dams beroemdste Vier boeken schreef hijdoor heel Me Recht ker in hettevan bakkie voor z’n raap (1972). Onverbloemd en ‘Haring’ arie Elpertsouteneurs. (1923–1995) was een amsterstig klootzakje, moest het overdoen, en ging de uiteen. O was zingen, haast nooit hardvader te gaan maarthuis, toendie hijmoest met zevaak met gevoel voor humor opgetekend in het Wonen bijzijn stiefmoeder zolen en hakken van onderen keurig insmeren kinderen naar een vergadering, en kwam dan meestal over turbulente leven en in een prachtige docutoges wilde schreef uithalen, vloog z’n ooronvervalste Bargoens waarmee hij opgroeide dams beroemdste souteneurs.dronken Vier boeken hij op en met het doekje uitwrijven. En Tot gaf ze toen jarige Adr dronkenmeters thuis.ver Entussen dat alles werd mij door Na anderhalf jaar neemt moeder, die met logsgebitje de vol bezette tain het vooroorlogse Amsterdam. ver trots aan dat kolerewijf. Ze pakt ze aan, en ten’ voor meen stiefmoer verhaald, metOns niks konwaar ik goed buiten de Wallen werd hij er beroemd mee. haar minnaar samenwoont, haar zoontje mentaire over de Wallen vervulde hij de hoofdrol. feltjes hij maar roepen: ‘Me snajem, over zijn turbulente leven en in een prachtige docubegint als een gek te blèren terwijl Elpert ze me die is nog nie doen, zelfs dieme keer dat ik zelfHier, moestriep leren weer in huis, maar draagt hem spoedig over is godverdomme baksnajem.’ er me Adrianus Bernardus Antonius ouwe zanger ook nog een knik Was getek ie ouwe zanger wou ook nog eenieknik wou Was getekend Haring Arie, in zijn boek Amsterdam kreeg een kijkje in het manuscript van zijn nen hem één en haalde z’nhoofdrol. eigen vretensbak uit ze snavel wordt op 7 februari 1923 geboren als oudste mentaire over de Wallen vervulde hij de Ons in het Recht bakkie gooien door heel Recht voor z’n ker in het bakkie gooien doorkerheel voor z’n raap (1972). Onverbloemd en schrijft A en hier, riep weer een ander. ‘Krijgen jullie alzoon van Marie en Arie Elpert sr. Moeder temet gaan maar toen hij met ze met gevoel vo te gaan zingen, maar toen ze zingen, met gevoel voor humor opgetekend in het uitvoerige biografie diehard in de maak is. woesthardhijbestiert “… o lemaal de pestpokke,’ brulde diezijn grootlul een logement, vader is salonbeAmsterdam kreeg een kijkje in het manuscript van dronken uithalen, vloog z’n ooronvervalste Ba uithalen, vloog z’n toges oor- wilde onvervalste Bargoens waarmee hij opgroeide Daarna nog een, waarvan Arie senior niet de ie ouwe zanger wou ook nog een knikie ouwe zanger dronken Was getekend Haring Arie, in zijn boek wou ooktoges nog wilde een knikWas getekend Haring Arie, in zijn boek ONS AMSTERDAM januari 2013 Daarna nog een, 5 na vieren en dook links en rechts onder de tafeltjes, maar diende op de grote vaart en daardoor vaak logsgebitje ver de vol bezette Amsterdam. ta- vader is. Het me in het vooroo logsgebitje tussen de vol bezette tain tussen het vooroorlogse Tot ver vader is. Het meisje overlijdt, het gezin valt ker in het bakkie gooien door ker heelin hetRecht bakkie voorgooien z’n meters raap (1972). Onverbloemd en doorverheel Recht voor z’nmeters raap (1972). Onverbloemd en stiekem op z’n gebit was pleite en nergens te vinden.” lang van huis. Een dochtertje wordt geboren. uitvoerige biografie die in de maak is.ze ‘Me feltjes en waar hij maar roepen: ‘Me snajem, waarniet buiten de Wal feltjes entoen hij maar roepen: snajem, buiten de Wallen werd hij er beroemd mee. uiteen. Omdat de moeder uiteen. voor haar Omdat hard te gaan zingen, maar toenhard hij met te gaan ze zingen, met gevoel voor humor opgetekend in het maar hij met met gevoel voor humor opgetekend in het is Hier, godverdomme me Adrianus baksnajem.’ Hier, riep er Antonius Adrianus is godverdomme me oorbaksnajem.’ riep er kinderen kan of wil zorgen, worden de vierBernardus Elpert kinderen kan of dronken toges wilde uithalen, vloog dronken z’n oortoges wilde onvervalste Bargoens waarmee hij opgroeide uithalen, vloog z’n onvervalste Bargoens waarmee hij opgroeide één enze haalde eigen vretensbak uitTot ze snavel wordt op 7 feb één en haalde z’n eigen vretensbak uit snavelz’njarige Adriaantje en zijn zusje naar ‘gestichwordt op 7 februari 1923 geboren als oudste jarige Adriaantje logsgebitje meters ver tussen de vol logsgebitje bezette tameters in verhet tussen vooroorlogse de vol bezette Amsterdam. tain het Tot vooroorlogse ver Amsterdam. ver T E K S T : Fred Baggen en hier, riepalweerten’ voor weeskinderen gebracht. Het jochie een ander. ‘Krijgen jullie al- ten’ voor weeski zoon van Mar en hier, riepsnajem, weer een ander. ‘Krijgen jullie zoon van Marie en Arie Elpert sr. Moeder feltjes en hij maar roepen: ‘Me snajem, feltjes enwaar hij maarbuiten de Wallen werd hij er beroemd mee. roepen: ‘Me waar buiten de Wallen werd hij er beroemd mee. 4 ONS AMSTERDAM januari 2013 lemaal dewoest pestpokke,’ brulde die woestvader bestiert een l lemaal de pestpokke,’ die grootlul bestiert een grootlul logement, is salonbeis nog niet zindelijk, dus dompelen de nonis nog niet zinde is godverdomme me baksnajem.’ isHier, godverdomme riep er me Adrianus baksnajem.’ Bernardus Hier, riepbrulde erAntonius Adrianus Elpert Bernardus Antonius Elpert T Edook K S T : links Freduit Baggen en dook links rechts onder de tafeltjes, maar nen hem dagelijk diende op de envretensbak en rechts onder de tafeltjes, maarennen hem dagelijks in koud water. Jaren later diende op de grote vaart en daardoor vaak één en haalde z’n eigen vretensbakéén uit en ze snavel haalde z’n eigen wordt op 7 februari 1923 geboren als oudste ze snavel wordt op 7 februari 1923 geboren als oudste gebit was pleite en nergens te vinden.” lang van huis. E z’n gebit‘Krijgen was pleite enalnergenszoon van Marie en Arie Elpert sr. Moeder tez’n vinden.” lang van huis. Een dochtertje wordt geboren. schrijft Arie: schrijft Arie: en hier, riep weer een ander. ‘Krijgen en hier, jullieriep al-weer een zoon van Marie en Arie Elpert sr. Moeder ander. jullie 6 ONS AMSTERDAM januari 2013 “… vader omdat is ik salonbevaak in bed piste, “… kreegomdat ik i lemaal de pestpokke,’ brulde die grootlul lemaal woest de pestpokke,’ bestiert bruldeeen die grootlul logement, woest vader bestiert is salonbeeen logement, na vieren niks meer te drinken. Dus na vieren dronkniks ik m en dook links en rechts onder de tafeltjes, en dookmaar links en rechts diende op de grote vaart en daardoor vaak onder de tafeltjes, maar diende op de grote vaart en daardoor vaak stiekem op de speelplaats, omringd stiekem door hoge op de spe z’n gebit was pleite en nergens te vinden.” z’n gebit was pleitelang van huis. Een dochtertje wordt geboren. en nergens te vinden.” lang van huis. Een dochtertje wordt geboren.

“D

“D

“D

“D

“D

4

ONS AMSTERDAM januari42013

ONS AMSTERDAM januari 2013

Schrijven voor een sch Schrijven voor een sch 4

“D

ONS AMSTERDAM januari 2013 4

ie ouwe zanger wou ook nog een knikker in het bakkie gooien door heel hard te gaan zingen, maar toen hij met ze ie ouwe zanger wou ook nog een knikdronken toges wilde uithalen, vloog z’n oor-

ONS AMSTERDAM januari 2013

Was getekend Haring Arie, in zijn boek Recht voor z’n raap (1972). Onverbloemd en met gevoel voor humor opgetekend in het Was getekend Haring Arie, in zijn boek onvervalste Bargoens waarmee hij opgroeide

Daarna nog een, waarvan Arie senior niet de vader is. Het meisje overlijdt, het gezin valt uiteen. Omdat de moeder niet voor haar Daarna nog een, waarvan Arie senior niet de kinderen kan of wil zorgen, worden de vier-


Souteneur Haring Arie was een rasechte verhalenverteller ‘Haring’ arie Elpert (1923–1995) was een van amsterdams beroemdste souteneurs. Vier boeken schreef hij over zijn turbulente leven en in een prachtige documentaire over de Wallen vervulde hij de hoofdrol. Ons Amsterdam kreeg een kijkje in het manuscript van zijn uitvoerige biografie die in de maak is.

TEKST:

Fred Baggen

Schrijven voor een sch “D

ie ouwe zanger wou ook nog een knikker in het bakkie gooien door heel hard te gaan zingen, maar toen hij met ze dronken toges wilde uithalen, vloog z’n oorlogsgebitje meters ver tussen de vol bezette tafeltjes en hij maar roepen: ‘Me snajem, waar is godverdomme me baksnajem.’ Hier, riep er één en haalde z’n eigen vretensbak uit ze snavel en hier, riep weer een ander. ‘Krijgen jullie allemaal de pestpokke,’ brulde die grootlul woest en dook links en rechts onder de tafeltjes, maar z’n gebit was pleite en nergens te vinden.”

4

ONS AMSTERDAM januari 2013

Was getekend Haring Arie, in zijn boek Recht voor z’n raap (1972). Onverbloemd en met gevoel voor humor opgetekend in het onvervalste Bargoens waarmee hij opgroeide in het vooroorlogse Amsterdam. Tot ver buiten de Wallen werd hij er beroemd mee. Adrianus Bernardus Antonius Elpert wordt op 7 februari 1923 geboren als oudste zoon van Marie en Arie Elpert sr. Moeder bestiert een logement, vader is salonbediende op de grote vaart en daardoor vaak lang van huis. Een dochtertje wordt geboren.

Daarna nog een, waarvan Arie senior niet de vader is. Het meisje overlijdt, het gezin valt uiteen. Omdat de moeder niet voor haar kinderen kan of wil zorgen, worden de vierjarige Adriaantje en zijn zusje naar ‘gestichten’ voor weeskinderen gebracht. Het jochie is nog niet zindelijk, dus dompelen de nonnen hem dagelijks in koud water. Jaren later schrijft Arie: “… omdat ik vaak in bed piste, kreeg ik na vieren niks meer te drinken. Dus dronk ik stiekem op de speelplaats, omringd door hoge


Haring Arie op de leuning van de Kolksluis (Zeedijk/Oudezijds Kolk), najaar 1967, met achter hem de Oudezijds Voorburgwal. in de verte piekt de toren van de Oude Kerk in het hart van de Wallen boven de huizen uit. De foto is van Cor jaring.

COLLECTiE FrED BaGGEn

heet en drie knikkers muren met glas erop, tegen het vluchten, als het had geregend, gewoon op me buik liggend uit een plas regenwater. En als het niet had geregend, gewoon uit de pot van de wc.” De jongen zal nog tot zijn achttiende in bed plassen, wat hem weinig hoopvol stemt ooit te zullen trouwen.

Wonen bij stiefmoeder Na anderhalf jaar neemt moeder, die met haar minnaar samenwoont, haar zoontje weer in huis, maar draagt hem spoedig over

(Arie gebruikt later zelf de term ‘weggeven’) aan een vrouw die hij niet kent met wie vader inmiddels samenleeft. Deze stiefmoeder maakt zijn jeugd tot “een hel”, memoreert Arie later, zoals in deze aantekening: “En vanaf die tijd werd ik gewoon rebels, en begon alles te haten en te wantrouwen. Me vader was haast nooit thuis, die moest vaak naar een vergadering, en kwam dan meestal dronken thuis. En dat alles werd op mij door me stiefmoer verhaald, met niks kon ik goed doen, zelfs die keer dat ik zelf moest leren me

hoge zwarte schoenen te poetsen, ze gaf me een borsteltje en een lappie met een doosje schoensmeer. Wat deed ik me best, op mijn manier poetste ik ze keurig netjes, en gaf ze netjes aan dat wijf, en daar begint me dat wijf opeens te krijsen, dat ik niks kon en gilde dat ik, stommeling, de zolen niet had gepoetst. En ik angstig klootzakje, moest het overdoen, en ging de zolen en hakken van onderen keurig insmeren en met het doekje uitwrijven. En gaf ze toen trots aan dat kolerewijf. Ze pakt ze aan, en begint als een gek te blèren terwijl ze me die

ONS AMSTERDAM januari 2013

5


 Studiofoto van Arie met zijn moeder, 1924.  Pasfoto Arie, augustus 1943. STaDSarCHiEF aMSTErDaM

schoenen midden in mijn gezicht gooide, precies op me lip. Ik was zo in paniek dat ik van schrik en angst begon te huilen, en had in tijd van een poep en een scheet een lip zo dik als zo’n Zoeloe neger. Dat wijf was zeker geschrokken, en waste me gezicht af met een washandje, met koud water, en zei toen tot me grootste verbazing, hier Adje, heb je twee centen, ga maar gauw wat te snoepen halen, en als je vader vraagt hoe je aan die dikke lip komt, ben je gevallen, begrepen Adje, en der ogen spraken voor mij toen boekdelen, en inderdaad heb ik me vader verteld dat ik op straat was gevallen, wat had ik een angst voor dat mens, wat een moeder voor me moest voorstellen.”

Straatboefje in Disteldorp

 Cor jaring fotografeerde Arie in 1967, aan de vooravond van zijn schrijverschap. COLLECTiE FrED BaGGEn

Na vijf verhuizingen binnen tien maanden vestigt het gezin zich in 1930 aan de overkant van het IJ in Disteldorp, waar vader nu broodbezorger is. Op de Van der Pekschool is ‘Attie’, zoals de buurtkinderen hem noemen, een dromer, die bij het horen van scheepstoeters in gedachten naar verre landen afdwaalt. Varen!, dat is wat hij wil. Door zijn gebutste vertrouwen in volwassenen ontwikkelt hij een grote liefde voor dieren. Van zijn stiefmoeder krijgt hij geen genegenheid en vader kiest vooral partij voor haar. Er wordt een halfbroertje geboren. Met zijn echte moeder heeft de jongen nauwelijks contact. Hij ontbeert liefde en aandacht. “En dat maakte me ergens gemeen, dat wil zeggen, je gaat alles om je heen haten.” Arie’s autobiografische verhalen over het gemis van een liefhebbende moeder doen denken aan het relaas van Ciske de Rat. Hij is zich van deze parallel bewust, maar in zijn notities merkt hij op dat hij om dat verhaal “schamper moet lachen”. De jeugdige Arie is een straatboefje. Knikkeren, slootjespringen, zwemmen in het Noordhollandsch Kanaal, fikkie stoken op het koeienlandje, voetballen bij De Volewijckers. Vanaf zijn veertiende heeft hij diverse baantjes, zoals kappersknecht, bijrijder, nageljongen, koksmaat, lichtmatroos, fietskoerier en spoelknecht bij Tip van Bootz. Nadat hij daar van de likeur heeft ‘geproefd’, loopt een woordenwisseling uit op een vechtpartij. Gevolg: ontslag op staande voet. “Dat was m’n eerste straf die ik opliep door drank”, vertelt Arie in zijn debuut Haring Arie. Een leven aan de Amsterdamse zelfkant (1968).

Op drift in ’40-’45 Dan bezet het Duitse leger ons land. Arie is zeventien en de vele baantjes zat. Na zijn eerste ‘krakie’ wordt hij het huis uit gezet. Goede zeden en matig drankgebruik lapt hij aan zijn laars, hij zwerft dag en nacht rond in Noord of de binnenstad.

6

ONS AMSTERDAM januari 2013


rasverteller met een olifantengeheugen jan Wolkers lijken ineens braveriken. Zijn verhalen behoren tot de ‘bekentenisliteratuur’. andere amsterdammers in dit genre zijn taxichauffeur Harry Boting (Wie geeft me jatmous?) en ex-gedetineerde Wil Klijssen (Op de punt van een naald). Ook albert Mols (bordeel)verhalenbundels Wat zien ik… en Haar van boven vallen in die categorie. Wat hij schreef heeft sterke raakvlakken met de recente ontboezemingen van de tweelingzussen Martine en Louise Fokkens in Ouwehoeren en Ouwehoeren op reis over hun leven in de prostitutie. Het is tijd voor een herwaardering van Haring arie. Hij schreef om zijn sores te vergeten, maar was zoveel meer dan een drankzuchtige lastpost, zoveel meer dan een knokgrage souteneur. Hij wist zijn lezers bij de kladden te grijpen. Hij ontroerde en vermaakte hen met zijn levensverhaal op de Wallen.

als schrijver is Haring arie bij het grote publiek nauwelijks meer bekend. Haring Arie. Een leven aan de Amsterdamse zelfkant (1968), Haring Arie. Tweede boek (1969), Recht voor z’n raap (1972) of De sarkast (1989), wie kent die titels nog? Vraag je mensen of ze Haring arie kennen, dan vallen meestal de woorden Wallen, hoeren en pooier. arie was een ongeschoold schrijver, maar wel een rasechte verhalenverteller met een olifantengeheugen en aandacht voor detail. Zijn ontdekker was Clé Souren, die in 1968 uit arie’s manuscripten een selectie maakte. Hij besefte meteen het potentieel van ’s mans vertelkunst. Souren weet het nog precies: “ik kende Martin ros, redacteur bij De arbeiderspers, omdat ik weleens lectorwerk voor die uitgeverij deed. ik zei: “Martin, ik heb iets, volgens mij is dat een bestseller, fantastisch.” Desgevraagd herinnert ros zich dat het eerste boek goed is

verkocht: “nou, toch zeker zo’n 30-40.000 exemplaren.” arie profiteerde weinig van het commerciële succes: de opbrengsten van zijn twee arbeiderspersboeken zijn grotendeels door de belastingdienst geconfisqueerd. naar eigen zeggen is hij er niet meer dan ‘een scheet en drie knikkers’ wijzer van geworden.

Omslag van zijn eerste boekje uit 1968. Het

Één van zijn aantekeningen waarin hij uitlegt waarom hij op rijpere leeftijd is gaan schrijven:

ontwerp is van Bert van de Pas, Studio HBM.

omdat het hem goed doet de ellende (van zijn vroegere jaren) van zich af te schrijven.

‘Ik schrijf alleen maar op, wat me hart ingeeft’

uniek taalgebruik Er is weleens beweerd dat arie zijn boeken niet zelf heeft geschreven. Clé verzekert mij echter dat arie’s teksten volledig authentiek zijn: “ik heb weinig aan het taalgebruik zelf veranderd. Dat klonk goed, gewoon zoals het was. ik had het alleen maar verpest als ik daar zou hebben ingegrepen.” arie’s nagelaten ongepubliceerde manuscripten leveren het onomstotelijke bewijs van zijn auteurschap. Zijn grove en spreektalige woordgebruik is in de literatuur van die jaren uniek; tijdgenoten als jan Cremer en

De bezetter knijpt Nederland uit, overal is gebrek aan geld en levensmiddelen. De jonge gauwdief scharrelt erop los: “Ik ging uit stelen, oplichten, zakkenrollen en soms pijnloos beroven. In die jaren ging ik net zo makkelijk inbreken als ik nu een bioscopie pik.” In de logementen waar Arie verblijft, zal hij zich vaak eenzaam hebben gevoeld. Het vele gevoos in bed of portiek is opwin-

PriVÉCOLLECTiE

dend, maar respect voor vrouwen houdt de jongeman er niet aan over. Wel heeft hij op een dag “een tikker opgelopen die liep als een klok”. Grote schrik, maar niet voor lang: “Een paar weken was ik heel voorzichtig en flepte ik netjes met een gummitje aan m’n haan. Maar dat was van korte duur. Een tijdje later ramde ik weer links en rechts zonder ballonnetje.” 9

ONS AMSTERDAM januari 2013

7


Met zijn boeken wist Arie de lezers bij de kladden te grijpen In het cabaretcafé van Mien Kalkhoven leert Arie een meisje kennen met wie hij enige weken verkering heeft, maar langdurige relaties gaat hij niet aan. Zijn leven verloopt steeds grimmiger. Als een op drift geraakt schip verandert zijn thuishaven voortdurend: ouderlijk huis, logement, zeemanshuis, politiebureaus, huis van bewaring, werkkamp, hokken met een scharrel, gedwongen tewerkstelling. De laatste oorlogsmaanden trekt hij als vogelvrije arbeidsdienstweigeraar door Duitsland, waar waanzin hoogtij viert: “Wij zagen hoe een stuk of vijf Russen een meisje van een jaar of twaalf haar kleren van het lijf rukten. Ze hadden hun broek al naar beneden gedaan. Het werd me zwart voor m’n ogen. Wild van woede pakte ik een zware steen en sloeg een van die gasten er midden mee in z’n porum. Brullend sloeg hij tegen de grond. Zijn gezicht leek wel uit elkaar gespleten. Ik sloeg waar ik raken kon.”

Eigenzinnige vechtersbaas

Na de bevrijding verdient Arie de kost als zeeman, maar dat verveelt snel en hij hervat in Amsterdam zijn oude leven van handeltjes en wandeltjes. Hij komt in aanraking met het souteneurschap. Inmiddels heeft hij een imposant uiterlijk: gespierd torso, getatoeëerde armen, golvend blond haar en priemende blauwe ogen. Geld is altijd een probleem. Hij besluit met haring te gaan venten in cafés. “Ik was er altijd na enen ’s nachts, dus er kwamen alleen maar mensen uit de kroegen. Altijd was er dan wel zo’n dronken lor, die m’n emmer omver probeerde te schoppen. Ik gaf zo’n broger dan meteen een vreselijke klap op z’n kanus. Dikwijls bracht ik dan de nacht door op het posthuis, waar ze me meestal schofterig behandelden. Maar ja, je moest toch wat voor je handel over hebben.” Arie wordt een notoire vechtersbaas met een heel eigen rechtvaardigheidsgevoel. Hij beziet het leven met de blik van een verschoppeling, ontwikkelt een behoudende en opportunistische kijk op de maatschappij. En tegen wil en dank kruist dan tóch de liefde zijn pad. “Ik kreeg verkering met een meisje waar ik verliefd op was geworden. Dat was me nog nooit overko-

men. Dat gevoel! Ik was voor het eerst echt verliefd.” Arie’s eerste liefde is een nichtje van Johnny Jordaan en Willy Alberti. Het stel gaat samenwonen, maar na een jaar loopt de relatie stuk. Daarna ontmoet hij Mien Sligte (Blonde Mien), de vrouw van zijn leven, met wie hij samenblijft.

Thuis een ander mens Aan Arie’s loopbaan als haringventer komt een eind. “Ik, die graag een haringkarretje had willen hebben, kreeg het niet klaar. Dan had ik nooit pooier geworden.” Dat het toch die kant opgaat, is voor niemand een verrassing, ook niet voor Arie. Maar het is de haring waaraan hij zijn bijnaam dankt – en die zal hij nooit meer kwijtraken. Haring Arie schopt het tot plaatselijke en zelfs landelijke bekendheid. Maar thuis is hij een ander mens. Zijn leven lang worstelt hij met de spoken uit zijn jeugd en uit de oorlog. Angstdromen, slapeloosheid, kleine of grote ontsporingen. Arie heeft zichzelf vaak niet onder controle en is zich daarvan pijnlijk bewust. Hij bezweert zijn demonen door te schrijven. Kladblokken, schriften vol. Schrijven als therapie. Schrijven om te vergeten. “Maar ik schrijf alleen maar op, wat me hart me ingeeft en hoe ik het zelf beleef, en proef, voor de rest kunne ze me kloten kussen, en als ze nooit meer een boek van me uitgeven, zal me dat ook aan me reet roesten, alleen ga ik lekker door met schrijven, want dat is ten eerste goed voor het gestel, en ik doe het ook nog graag, of ze het nu wel of niet uitgeven, ik weet zeker dat het later, ook al ben ik dan niet meer, er wel weer eentje komt, die van me schrijverij een boek in elkaar flanst.” ■

Haring Arie is in levende lijve te zien in de klassieke documentaire Rondom het Oudekerksplein van Roeland Kerbosch uit 1967. Arie heeft de hoofdrol. Nu te koop in onze winkel. Bestel hem met de advertentie op pagina 34 of via de website www.onsamsterdam.nl

F. Baggen is corrector en redacteur. Hij schrijft  Gekkigheidje van Arie en zijn Mien in een

een biografie over Haring arie en is nog op zoek

pasfotoautomaat, jaren zestig.

naar getuigenissen van mensen die arie en zijn

PriVÉCOLLECTiE

familie hebben gekend (fred@fredbaggen.nl).

ONS AMSTERDAM januari 2013

9


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.