
3 minute read
OP ZOEK NAAR DE VERDWENEN ASTRONOOM
In het kader van de wedstrijd ‘Experiment For the Classroom’ stelde Alex Marinšek het lespakket ‘Spacebound: The Lost Astronomer’ samen. Met dit materiaal kunnen leerlingen van 8 tot 18 jaar aan de slag in de klas. Aan de hand van verschillende vraagstukken worden wetenschap en programmeren toegankelijk gemaakt voor het jonge volkje.
Experiment for the Classroom werd in 2022 gelanceerd door de Europese Commissie. Voor de wedstrijd werken leraren van over heel Europa samen met onderzoekers die gefinancierd worden via Maria Skłodowska Curie Actions, het financieringsprogramma van de Europese Unie voor doctoraatsopleidingen en postdoctorale vorming van onderzoekers.
Het doel van de wedstrijd bestaat erin om lesmateriaal te creëren op basis van geavanceerd onderzoek. Meer dan 500 onderzoekers en leraren namen deel aan de wedstrijd, wat goed was voor meer dan 100 voorstellen. Daaruit werden de drie beste geselecteerd door een internationale jury. ‘Spacebound: The Lost Astronomer’ was een van de drie winnaars.
Reis langs planeten
Alex Marinšek voltooide vorig jaar zijn doctoraat aan KU Leuven – Gent, Campus Rabot bij onderzoeksgroep DRAMCO. Samen met Dalia Kager, een lerares in het middelbaar onderwijs, gaf hij vorm en inhoud aan het lesmateriaal van Spacebound: The lost Astronomer.
Via een instructievideo en een uitgebreide lerarenfiche kan je als lesgever gemakkelijk aan de slag gaan met een reeks vraagstukken. Daarmee reizen de leerlingen langs verschillende planeten en andere hemellichamen waarbij ze telkens een opdracht moeten uitvoeren over een bepaald thema. Elektromagnetische golven bij de Aarde, luchtdichtheid en temperatuur op Saturnus, de zwaartekracht op de maan … Wanneer alle opdrachten voltooid zijn, wordt duidelijk wie de verdwenen astronoom is. De leerlingen worden in teams verdeeld en gaan aan de slag met een kompas, een fles deodorant, aluminiumfolie en … micro:bits.
Micro: wat?
Om sommige vraagstukken op te lossen, hebben de leerlingen micro:bits nodig. Dat is een klein programmeerbaar apparaatje waarmee ze kunnen coderen. Het heeft een led scherm, toetsen en sensoren. De micro:bit werd ontworpen door de BBC samen met 29 andere organisaties, waaronder Microsoft. Het wordt gebruikt om programmeren op een laagdrempelige manier te introduceren bij kinderen vanaf 8 jaar. Op deze manier wordt programmeren iets tastbaars.
Kinderen al van jongs af aan leren coderen zorgt ervoor dat ze in deze digitale wereld niet gewoon passieve consumenten zijn van technologie, maar er ook actief mee bezig zijn. Door te programmeren op jonge leeftijd leren kinderen probleemoplossend denken en ontwikkelen ze hun creatieve denkvermogen. In een digitale wereld waarin technologie almaar belangrijker wordt, is het waardevol om kinderen warm te maken voor de actieve rol die ze hierin kunnen spelen, aldus de Micro:bit Educational Foundation.
Bij de les
Aan het einde van de activiteiten worden de leerlingen aangemoedigd om hun resultaten te delen met de andere teams, eventueel via een presentatie. Zo ontstaan interactie en betrokkenheid en wordt iedereen geprikkeld om actief mee te denken. Wie heeft wat ontdekt? Waar en waarom verschillen sommige resultaten? En vooral: wie is de verloren astronoom? Leerlingen van 8 jaar tot 18 jaar worden dankzij dit boeiende lesmateriaal warm gemaakt voor de wonderlijke wereld van de wetenschap – en in dit geval zelfs het volledige heelal.
-Hanne De Coene
