Landgoederen in Noord-Brabant

Page 66

Annanina’s Rust Liefdesnest en vervelend nest

br a ba nts la ndscha p

151 h e c t ar e

vr i j t oe ganke li j k

230

O

Van de ene naar de andere Emile

p een kadastrale kaart uit 1830 bestaat het latere landgoedbos uit tientallen perceeltjes van boeren uit Diessen en Hilvarenbeek. Ze waren in gebruik als ‘mastbos’ (dennenbos), maar meest nog als akker of weiland. Plaatselijk zat er leem in de ondergrond. Het toegangspaadje aan de Beekse Weg heet het Steenovenstraatje, waaraan je nog altijd ondieptes vindt. Het zijn herinneringen aan de tijd waarin men op primitieve wijze stenen bakte in zogenaamde ‘veldovens’. In de noordpunt van het landgoed, waar Rentmeestersdijk en Biestsedijk samenkomen, ligt een weiland met vijver. Op het eiland daarin ligt volgens de overlevering een paardenkerkhof, een begraafplaats voor paarden en ander vee dat onder verdachte omstandigheden aan zijn einde kwam. Een belangrijke grootgrondbezitter uit de laatste jaren van de negentiende en de eerste van de twintigste eeuw was notaris Emile Huijsmans. Overal in Midden Brabant wist hij op gemakkelijke wijze woeste gronden en bossen te verwerven. Ze werden hem bij wijze van spreken in de schoot geworpen. Hoe ging dat in zijn werk? Als in die tijd ergens een stukje ‘onland’ of bos publiekelijk werd verkocht, was Huijsmans als notaris de verkoper. Wanneer niemand een bod deed, wat nogal eens het geval was, zette hij in voor een rijksdaalder. Zo werd hij zelf de koper van wat hij verkocht, een geniale constructie: Hij zat dan met zijn jas open achter de tafel, zodat men zijn horloge met gouden ketting zag blinken, haalde een zilverling van f 2,50 uit zijn vestzak en overhandigde die dan aan de verkoper, en de koop was gesloten. Huijsmans verwierf onder meer grote delen van wat nu de uitgestrekte landgoederen Gorp en Roovert en De Utrecht zijn. In de loop der jaren wist hij ook stukje bij beetje, als een puzzel, het latere Annanina’s Rust ‘bij elkaar te leggen’. In de volksmond heette het aanvankelijk ‘Mieltjes Bos’, wat aan duidelijkheid niets te wensen overliet. Het grootste deel, bestaande uit kleine landbouwperceeltjes van keuterboertjes (zie boven), liet hij bebossen met grove den, beuk, Amerikaanse eik en zomereik. Dit met het oog op de jacht, hij was immers een hartstochtelijk jager. In het zuidwestelijke deel werden enkel beuk en zomereik geplant, als parkbos voor aangename wandelingen. Zeer tot zijn verdriet heeft hij er nooit mogen jagen. Het ‘heerlijke jachtrecht’ was namelijk in bezit van de Tilburgse fabrikant Hubertus Swagemakers. Die had dat alleenrecht over maar liefst 9000 hectare (= 90 km2) in Midden Brabant. Met andere woorden: niet alleen op Annanina’s Rust maar ook op

veel andere eigendommen zag Huijsmans zich door de fabrikant gedwarsboomd. Pas in 1923, drie jaar na Huijsmans’ dood, kreeg de Jachtwet, die het heerlijke jachtrecht afschafte, zijn beslag. Het werd afgekocht per hectare. Sinds die tijd is het grondeigenaren toegestaan op eigen grond te jagen; of er de jacht aan anderen te verpachten. Na Huijsmans’ overlijden verkocht zijn weduwe alle in de loop der jaren verworven gronden. Zo kwam Annanina’s Rust in handen van Emile Gimbrère, hoogleraar en later rector magnificus aan de Economische Hogeschool in Tilburg. Hij en zijn gezin brachten er veel tijd door in een vakantiehuisje. Er werd zelfs een zwembadje aangelegd. Dit alles moest verbetering brengen in de gezondheidstoestand van een van de kinderen. Gimbrère overleed in 1974, waarna zijn weduwe Philomena Herculeijns het landgoed verkocht aan Brabants Landschap.

Kleine Anna Annanina is Russisch voor ‘kleine Anna’, een koosnaampje. Geen vrouwelijk lid van noch de familie Huijsmans noch de familie Gimbrère droeg die naam. Waarschijnlijk – maar ook weer niet helemaal zeker – was Anna de naam van Huijsmans’ maîtresse. Wellicht was zij (tijdelijk) ‘ondergebracht’ in een zomerverblijf op het landgoed, zeg maar hun beider ‘liefdesnestje’. Iedereen wist dat hij die maîtresse had, maar hij zal natuurlijk niet openlijk met haar naam te koop hebben gelopen, dat spreekt voor zich. Een andere naamsverklaring is minder romantisch van aard en eerder luguber. Volgens de mondelinge overlevering – er staat niets van op papier – zou zich in vroeger tijd ter plekke een drama hebben afgespeeld. Een zekere Anna en haar dochter Nina zouden zich hebben verhangen of verhangen zijn en liggen begraven op een plek die later de Hemelberg is gaan heten.

Horen, zien en zwijgen De keuterboertjes die er land pachtten, spraken niet van Annanina’s Rust maar van ‘Nooit Rust’. De boerderijtjes, akkertjes en weitjes lagen alle omzoomd door eiken en populieren. Door de schaduw- en bladval kon er op die kleine perceeltjes cultuurgrond niet veel groeien. En wat nog opkwam, werd afgevreten door konijnen en hazen. Huijsmans’ weduwe, Marie Louise Henriëtte Sletering, woonde in een groot wit huis in Hilvarenbeek, wat nu de pastorie is. Ze was maar liefst 40 jaar jonger dan haar man, wat deze ‘krasse knar’ er toch niet van


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.