Fedustria Memorandum 2024

Page 1

Fedustria

MEMORANDUM

voor de Europese, federale en regionale verkiezingen van 2024

Voorwoord v

Onze industrie gaat momenteel door woelige wateren. Dat geldt ook voor onze bedrijven die actief zijn in de textiel-, hout- en meubelsector, vertegenwoordigd door Fedustria. Samen telt onze sector bijna 1.700 bedrijven in België, en stelt ongeveer 36.000 mensen tewerk. Brexit, de coronaviruscrisis, de energiecrisis… de weerstand van onze leden is zwaar op de proef gesteld, maar ze hebben opnieuw hun veerkracht bewezen. En dat is des te opmerkelijker als je weet dat 90 % van onze bedrijven kmo’s zijn, voornamelijk familiebedrijven. Dit zijn bedrijven van eigen bodem, maar ze denken groot, ze streven groots en ze barsten van ambitie. Ambitie om te innoveren en steeds duurzamere producten te maken. Het zijn wereldspelers: 70 % van hun productie is bestemd voor export. Onze bedrijven zijn echte ambassadeurs van Vlaanderen en België over de hele wereld. Een prestigieus visitekaartje waar elke burger en politicus trots op kan zijn.

Het bedrijfsleven zit vol uitdagingen. Onze ondernemers gaan ze elke dag met meer enthousiasme aan, maar ze moeten kunnen rekenen op de steun van het beleid. Van het regionale tot het federale en Europese niveau.

We zijn ervan overtuigd dat het behoud en de verdere ontwikkeling van een sterke maakindustrie in Vlaanderen een grote troef is voor ons land. Want hier ontstaan innovaties die hand in hand gaan met duurzaamheid. Een florerende industrie gaat samen met economische en sociale, maar ook met duurzame groei. De cijfers bewijzen het: onze industrie kan groeien en tegelijkertijd haar ecologische voetafdruk verkleinen. Dat is ook onze troef.

Met dit memorandum wil onze federatie de hand reiken naar de politici van vandaag en morgen om de voorwaarden te blijven creëren die onze industrie in staat stellen om te bloeien en verder uit te blinken. Daarom komen wij vandaag met concrete voorstellen om het beleid van de komende legislatuur - en zelfs daarna - in goede banen te leiden. Onze bedrijven hebben behoefte aan een stabiel reglementerend kader en een economische en industriële visie op lange termijn.

Memorandum 2024 | Fedustria | 1 Inhoud v COMPETITIEVE BEDRIJVEN en actieve burgers zijn noodzakelijk voor onze welvaart en duurzame economische groei 5 UITGEBREIDE PRODUCENTENVERANTWOORDELIJKHEID voor textiel en voor meubels? 29 VRIJHANDEL moet ook EERLIJKE HANDEL zijn 41 Strengere controle op IMPORT 45 HERINDUSTRIALISEER EUROPA! 9 Een BELEIDSVISIE rond de productie en het gebruik van HOUT 33 TALENT, TALENT, TALENT… 15 Verderzetting VLAAMS INDUSTRIEFORUM en tijd voor een FEDERAAL INDUSTRIEFORUM 23 Een BELEID dat rekening houdt met kmo’s 19 Een werkbare EUROPESE TEXTIELSTRATEGIE 25 HET BELANG VAN EXPORT kan moeilijk worden overschat 39

We beginnen het memorandum met het onderschrijven van de standpunten die het VBO en VOKA verdedigen i.v.m. algemenere thema’s, zoals de concurrentiekracht van de bedrijven.

Verder is ons memorandum opgebouwd rond tien thema’s die bijzonder relevant zijn voor onze sector:

• de herindustrialisering in Europa en de noodzaak om naast de green deal ook een industrial deal te sluiten;

• de zoektocht naar talent, dat voor onze bedrijven steeds ingewikkelder wordt en dat een echt activeringsbeleid en een betere synergie tussen het onderwijs en de bedrijfswereld vereist;

• meer aandacht voor de specifieke situatie van kmo’s in het beleid;

• het voortbestaan van het Vlaams industrieforum en gelijkwaardig overleg op federaal niveau;

• de wil van onze bedrijven om een nieuw duurzaam en circulair businessmodel te ontwikkelen binnen het kader van een werkbare Europese textielstrategie;

• de behoefte aan een geharmoniseerde aanpak inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor textiel en meubelen;

• de vraag naar een politieke visie voor hout, niet alleen op regionaal maar ook op Europees niveau, waarbij de sector wordt betrokken bij de praktische uitvoering van de EUDR;

• vrijhandel op basis van gezonde handelsbetrekkingen in een win-winsituatie;

• een exportbeleid, met de voortzetting van onze samenwerking met FIT;

• en tot slot strengere invoercontroles om ervoor te zorgen dat voor alle producten dezelfde eisen gelden.

Fedustria is de beroepsorganisatie van de Belgische textiel-, hout- en meubelindustrie en vertegenwoordigt bijna 1.700 ondernemingen (vooral kmo’s) die samen 36.000 directe jobs creëren en een omzet halen van meer dan 12 miljard euro, waarvan ca. 70 % uit export. Samen hebben onze bedrijven in 2022 bijna 500 miljoen euro geïnvesteerd en horen zo tot de top in Europa.

1.700

Ondernemingen

aantal bedrijfsvestigingen

36.000

Tewerkstelling

aantal werknemersgegevens 30/06/2022

12,7

In de sectoren die Fedustria vertegenwoordigt, zijn gespecialiseerde technische centra actief (Centexbel en WOOD.BE) evenals sectorale opleidingscentra (Woodwize en Cobot/Cefret). Dit memorandum is tot stand gekomen met hun medewerking.

70 % Exportquote
€ Memorandum 2024 | Fedustria | 3
Omzet mia €
Memorandum 2024 Fedustria | 2
“Industry is the soul of business and the keystone of prosperity.”
- Charles Dickens
COMPETITIEVE BEDRIJVEN en actieve burgers zijn noodzakelijk voor onze welvaart en duurzame economische groei Memorandum 2024 Fedustria | 4 © Bexco Productgroepen Hout & Meubel Totale omzet 2022 = 7 miljard € 32 % 33 % 16 % 15 % 4 % Textiel Totale omzet 2022 = 5 miljard € 40 % 44 % 10 % 4 % 2 % Houtinvoerhandel Totale omzet 2022 = 0,7 miljard € Technisch textiel Houtinvoerhandel Kledingtextiel Veredeling Garenproductie Interieurtextiel Bron: aandelen geschat door Fedustria op basis van de toegevoegde waarde Bron: Schatting Fedustria Meubelindustrie Overige houtverwerking Bouwelementen Verpakkingen Bron: BTW-aangiften, FOD Economie Plaatmaterialen 100 %

Onze (export)bedrijven hebben nood aan een ondernemersvriendelijk klimaat in een open economie.

Het beleid moet daarop gericht zijn.

Onze concrete voorstellen

y Een loonkostenniveau dat de bedrijven toelaat competitief te zijn op de Europese en de internationale markt. In dat verband is een hervorming van het systeem van loonindexeringen onvermijdelijk. Ons concreet voorstel is te werken met een geplafonneerde index, waarbij de procentuele verhoging beperkt blijft tot een bepaald loonplafond;

y Een stabiel en rechtszeker juridisch en fiscaal kader voor bedrijven en burgers. In dat verband vragen we meer uniformiteit en transparantie in het lokale en provinciale vergunningenbeleid. Ook sturen we aan op een significante vermindering van administratieve lasten, onder meer door een doorgedreven vereenvoudiging en digitalisering van de fiscaliteit alsook door bedrijven meer verantwoordelijkheid te geven (zelfregulering) in plaats van opgelegde rapportering;

y We merken een sterke neiging tot “gold-plating” bij het omzetten van Europese regelgeving en het uitreiken van vergunningen: bijkomende voorwaarden worden opgelegd, eigen accenten worden gelegd… Dat valt op, bijvoorbeeld in vergelijking met Frankrijk, maar zelfs in vergelijking met Wallonië. We roepen de Vlaamse beleidsmakers op om hier aandachtig voor te zijn: Vlaanderen riskeert hierdoor zichzelf op termijn buitenspel te zetten;

y Onze bedrijven, kennisinstellingen en onderzoekscentra staan vaak mee aan de wieg van innovaties op wereldniveau. Onderzoek en ontwikkeling (O&O) gebeuren echter niet in een vacuüm, maar floreren het best in connectie met industriële productie. Net daarom is een ambitieus en competitief industrieel beleid nodig. Elke fiscale hervorming moet de stimuli voor O&O en voor innovatie verder ondersteunen. Wij zijn ook voorstander van fiscale stimuli zoals kortingen op belastingen in plaats van subsidies met complexe toegangsvoorwaarden en procedures;

v
” Memorandum 2024 Fedustria | 6 Memorandum 2024 | Fedustria | 7

y Een coherent energie- en klimaatbeleid dat de bedrijven de garantie biedt op een betrouwbare en duurzame energiebevoorrading tegen competitieve prijzen. De bedrijven voelen de gevolgen van de energieprijzencrisis, die zich vertaalt in hogere energiekosten in vergelijking met de buurlanden (om nog niet te spreken over de rest van de wereld) waar de overheden in belangrijke mate tussenkomen in de gestegen energiekosten. Er moet dan ook dringend werk worden gemaakt van de uitvoering van de energienorm, met o.a. een korting op het transmissienettarief voor industriële elektriciteitsverbruikers met een stabiel baseloadprofiel.

Bovendien moet de transitie naar klimaatneutraliteit zodanig worden uitgewerkt dat deze gebeurt op de meest kostenefficiënte manier met maximale aandacht voor de competitiviteit van de bedrijven. Belangrijk hierbij is dat dit wordt uitgevoerd op een technologie-neutrale manier waarbij zeker ook kernenergie nog een essentiële rol kan spelen. De afschaffing van de wet op de kernuitstap lijkt ons in dat verband een evidentie.

y Mensen die werken en op die manier bijdragen aan onze welvaart, moeten netto meer overhouden. Momenteel is het verschil tussen werken en niet-werken te klein. De werkloosheids- en promotievallen waarbij soms tot 80 % van een loonsverhoging wordt wegbelast, moeten worden aangepakt. Het verlagen van de belastingtarieven en het verbreden van de belastingschijven zijn hiervoor de beste manier, waarbij ook de sociale tegemoetkomingen moeten worden herzien om mensen verder aan te moedigen te werken.

HERINDUSTRIALISEER EUROPA!

Voor deze aangelegenheden onderschrijft Fedustria ten volle de memoranda van onze koepelorganisaties VBO, Voka en UWE.

Memorandum 2024 Fedustria | 8 © Annabel
Daarnaast vragen we aandacht voor de volgende specifieke thema’s, voor onze textiel-, hout- en meubelbedrijven.

Naar aanleiding van de “permacrisis” waarin we ons sinds maart 2020 bevinden, moeten we opnieuw het belang inzien van een stevige verankering van de maakindustrie in Europa.

Of het nu gaat om elektronica, voeding, energievoorziening, textiel, meubelen of houten producten: het moet onze ambitie zijn Europa te herindustrialiseren tot een koolstof-neutrale, circulaire economie, met gezonde handelsrelaties met derde landen, maar ook met het oog op strategische autonomie en betaalbare grondstoffen. Onze innovatiekracht en de kwaliteits- en nicheproducten die in Europa worden gemaakt, zullen ons daarbij een belangrijk concurrentievoordeel geven.

Memorandum 2024 | Fedustria 10 Memorandum 2024 | Fedustria | 11

Ook met het oog op de klimaatproblematiek en het reduceren van CO2-uitstoot is het herindustrialiseren van Europa een goede zaak. Europa (en de VS) tonen dat het mogelijk is de economie te laten groeien en tegelijk steeds minder CO2 uit te stoten (decoupling).

Evolutie van CO2-uitstoot en BBP, België

CO2-emissies op basis van verbruik zijn nationale emissies die gecorrigeerd zijn voor handel. Deze meten de emissies van fossiele brandstoffen en industrie. Veranderingen in grondgebruik zijn niet inbegrepen.

Consumption-based CO2 emissions

Production-based CO2 emissions

Source: Global Carbon Project; World Bank Note: Gross Domestic Product (GDP) figures are adjusted for inflation.

Memorandum 2024 | Fedustria 12 Memorandum 2024 | Fedustria | 13 Naast een Green Deal heeft Europa dringend
aan een Industrial Deal. Industry Residential and commercial Bron: EEA greenhouse gases - data viewer EU-27 kt CO 2 eq 1500K 1000K 500K 0K Agriculture Residential & commercial I’nal Aviation I’nal Shipping Energy supply Domestic transport Industry 1991 1996 2001 2006 2011 2016 2021 BELGIUM 40K 20K 0K Agriculture Residential & commercial I’nal Aviation I’nal Shipping Energy supply Domestic transport Industry 1991 1996 2001 2006 2011 2016 2021 Trends per geaggregeerde sectoren in: kt CO 2 eq
nood
1990 +60 % +40 % +20 % +0 % -20 % 2000 2010 2021
GDP
” ”

Onze concrete voorstellen

Creëer het kader dat een verankering van de industrie in Europa en België mogelijk maakt en voorzie daartoe de nodige investeringsvoordelen.

Voor ons betekent dat onder meer:

y Blijf onderzoek & ontwikkeling (O&O) stimuleren: in dat verband pleiten wij voor het behoud van de bestaande fiscale incentives, zoals de gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor O&O. En dit zowel voor onze bedrijven als voor onze kennisinstellingen.

y Meer in het algemeen pleiten we voor incentives voor O&O via eenvoudige belastingvoordelen (cfr. de Amerikaanse Inflation Reduction Act) in plaats van via complexe subsidieprocedures en -toegangsvoorwaarden.

y Zorg er voor dat onze bedrijven toegang blijven hebben tot de wereldmarkt voor grondstoffen (en het gaat daarbij heus niet alleen om rare earth minerals…) aan een betaalbare en competitieve prijs. Een slim en doordacht houtbeleid is nodig opdat aangeplante bomen in Vlaanderen ooit geoogst kunnen worden voor locale productie en economie.

y De Inflation Reduction Act (VS) heeft voor een schokgolf gezorgd, en ook binnen Europa hebben we gezien dat sommige landen hun economieën beter (financieel) ondersteunden dan andere. Wij vragen om in dat verband het gelijk speelveld te herstellen via een nieuw financieringsvehikel op Europees vlak ter ondersteuning van de Europese industrie en vooral kmo’s; desnoods moeten de regio’s tussenkomen met eigen financierings-

mechanismen. De EU middelen ter ondersteuning van innovatie zijn te gering. Het is essentieel dat middelen rond innovatie worden vrijgemaakt en verhoogd op EU vlak opdat de Green Deal en herindustrialisering mogelijk worden gemaakt, zeker in een kmo-landschap als Vlaanderen.

y Herwaardeer het belang van een goed werkende interne Europese markt: werk overregulering en onnuttige rapporteringsverplichtingen weg, pak de belemmeringen aan die nog te vaak een vlotte handel tussen de landen van de EU in de weg staan… Creëer ruimte en goesting om in Europa te investeren en te produceren.

y Sluit en ratificeer zo snel mogelijk vrijhandelsakkoorden met derde landen die een win-win zijn voor de beide partijen: vrije handel, maar ook eerlijke handel. Zorg er daarbij ook voor dat de buitengrenzen voldoende worden gecontroleerd zodat ingevoerde goederen aan dezelfde waarden en normen voldoen als eigen productie.

y Wij verwelkomen het principe om de impact assessment van wetgevingsinitiatieven van de Europese Commissie uit te breiden met een competitiveness check. We betreuren echter dat deze effectbeoordeling niet slaat op wijzigingen die de Raad en het Europees Parlement kunnen aanbrengen aan voorstellen van de Commissie. Wij pleiten ervoor om deze impact assessment en competitiviteitscheck ook uit te voeren op wijzigingen door de Raad en het Europees Parlement.

y Echter, meer nog dan deze technische instrumenten, zouden we willen vragen dat er op alle beleidsniveaus een – voluntaristische – “competitiveness-sensitive mindset” zou komen. Politici en andere beleidsmakers moeten het belang inzien van een gezonde industrie en hun beleid daarop afstemmen. Op een economisch kerkhof kan je geen welvaart bouwen.

TALENT, TALENT, TALENT…

Memorandum 2024 | Fedustria 14
v
© Fedustria

Elk individu heeft talenten en voor eenieder zijn er troeven en kansen weggelegd in onze sectoren. Met het oog op de Twin Transition naar een groene en digitale economie mag er geen talent verloren gaan.

Elke burger op actieve leeftijd moet daarom – naar zijn of haar mogelijkheden – werken of studeren. Het niet vinden van geschikte werknemers is één van de grootste bekommernissen van onze bedrijven, die worden geconfronteerd met een krapte op de arbeidsmarkt. Wij vragen dan ook dat eindelijk werk zou worden gemaakt van een echt activerend arbeidsmarktbeleid.

vOnze concrete voorstellen

y Beperk de werkloosheidsuitkeringen in de tijd.

y Schaf de startbaanverplichting af. Het is niet logisch dat werkgevers nog steeds verplicht 3 % jongeren moeten aanwerven wanneer die niet te vinden zijn op de krappe arbeidsmarkt.

y Maak een asymmetrisch arbeidsmarktbeleid mogelijk zodat de regio’s in functie van hun specifieke situatie een beleid kunnen voeren.

y Stimuleer meer interregionale mobiliteit: de VDAB, Actiris en Forem kunnen, in samenwerking met onze opleidingscentra, ontdekkingsdagen voor werkzoe-

kenden en niet-beroepsactieven uit het andere landsgedeelte organiseren, samen met een aanbod van basisopleidingen, om kennis te maken met onze industrie. Geef parafiscale voordelen aan bereidwillige werknemers om over regio’s heen te werken. Zonder daarbij de kostprijs voor werkgevers te verhogen.

y Maak werk van een gerichte arbeidsmigratie naar bijvoorbeeld het Canadees model.

y Onze bedrijven ervaren de openbare arbeidsbemiddeling vanuit de VDAB (maar ook Forem en Actiris) als erg bureaucratisch en niet aangepast aan de realiteit van het bedrijfsleven. In het vooruitzicht van de aangekondigde audit over de meerwaarde van de VDAB, pleiten wij voor een meer ondernemingsgerichte strategie en aanpak

Memorandum 2024 | Fedustria 16 Memorandum 2024 | Fedustria | 17 ”

Het ontwikkelen van talent moet als een rode draad doorheen elk beleid lopen. Onze bedrijven zetten nu al zwaar in op inclusief ondernemen en diversiteit, en op het bereiken van specifieke doelgroepen.

vOnze concrete voorstellen

y Blijf het onderwijs ondersteunen en stimuleren, met focus op herwaardering van het beroeps- en technisch onderwijs;

y Duaal leren is volgens ons een belangrijk element in de strijd tegen de krapte op de arbeidsmarkt. Onze bedrijven hebben nood aan goede, technisch geschoolde mensen en bieden graag stageplaatsen aan. De instroom van leerlingen blijft echter achterwege. Blijf daarom duaal leren promoten en haal de belemmeringen die zich momenteel nog stellen weg.

y Maak de opleidingskost aftrekbaar aan 150 %;

y Verplicht opleidingen voor nieuwkomers met oog op hun doorstroming naar de arbeidsmarkt.

Ziehier voor onze detailvoorstellen met betrekking tot duaal leren.

Ziehier voor onze detailvoorstellen omtrent arbeidsmarktbeleid en het ontwikkelen van talent.

Memorandum 2024 | Fedustria 18
EEN BELEID dat rekening houdt met kmo’s
© Mathy By Bols

Kmo’s hebben het niet gemakkelijk om de complexe en vaak snel veranderende regelgeving toe te passen.

Wij geven enkele voorbeelden:

• Er wordt – terecht – meer en meer nadruk gelegd op de duurzaamheidscriteria van producten en de info hieromtrent aan de consument. Hier hangt echter wel een serieus prijskaartje aan vast, dat vlug onbetaalbaar wordt voor kmo’s. Het bepalen van de ecologische voetafdruk van een bouwproduct (Environmental Product Declaration – EPD – op basis van een levenscyclusanalyse – LCA) kost, afhankelijk van de complexiteit van het product, tussen de 10.000 en 20.000 euro. Als deze kostprijs niet over een voldoende groot aantal producten kan worden uitgesmeerd, is dit onrendabel voor kmo’s.

• Bij de – eveneens terechte – vraag om te transformeren naar een industrie die duurzamer omgaat met de beschikbare materialen en grondstoffen, worden alle bedrijven voor grote uitdagingen geplaatst. Dit geldt echter nog meer voor kmo’s. Zij moeten daarom toegang krijgen tot (sectorale) recyclagehubs en moeten extra ondersteund worden inzake R&D en bij de bescherming van hun intellectuele eigendom. Het lijkt alvast een interessante piste om de subsidiëring van grote bedrijven en universiteiten voor een belangrijk deel te laten afhangen van de mate waarin ze kmo’s mee opnemen in hun aanvraagdossiers voor de Europese innovatiesteun.

• Kmo’s vallen weliswaar niet rechtstreeks binnen het toepassingsgebied van de Europese Richtlijn inzake due diligence, maar zullen er wel de cascade-effecten van ondervinden. Grotere bedrijven zullen hun verplichtingen ter zake immers doorschuiven naar hun toeleveranciers, vaak kmo’s. Kmo’s moeten effectieve en efficiënte steun en begeleiding krijgen in deze complexe materie. De steun kan financieel zijn, maar er zijn tal van andere pistes denkbaar: tools op maat van kmo’s (naar analogie van de OESO-guidelines), een helpdesk, lerende netwerken, audits uitgewerkt op maat van kmo’s…

” Memorandum 2024 Fedustria 20 Memorandum 2024 Fedustria 21
Zoals vele Belgische bedrijven zijn ook de textiel-, houten meubelbedrijven vaak kmo’s.
Ziehier voor meer info over EPD en onze voorstellen ter zake.

Onze concrete voorstellen

v Verderzetting

VLAAMS INDUSTRIEFORUM en tijd voor een

y Voer een verplichte kmo-toets in voor nieuwe regelgeving. Een dergelijke impactanalyse moet de kost, de doelmatigheid en de praktische haalbaarheid van nieuwe regelgeving duidelijk maken, specifiek ten aanzien van kmo’s. Concreet zou dit kunnen door in de bestaande reguleringsimpactanalyse (RIA) het criterium “kmo” een veel prominentere plaats te geven, dan wel door een specifieke, aparte kmo-toets in te voeren voor alle nieuwe regelgeving met een mogelijke socio-economische impact.

y Kmo’s hebben meer dan ooit nood aan een duidelijk en eenvoudig fiscaal en financieringskader om de twin transitie mogelijk te maken en hun competitiviteit te beschermen. Wij zijn vragende partij om de subsidiëring van grote bedrijven en universiteiten voor een belangrijk deel te laten afhangen van de mate waarin ze kmo’s mee opnemen in hun aanvraagdossiers voor de Europese innovatiesteun.

FEDERAAL INDUSTRIEFORUM

Memorandum 2024 | Fedustria 22 © Van Hoecke

In september 2020 ging het Vlaams Industrieforum van start.

In dat forum bundelen de Vlaamse Regering en de industrie federaties Agoria Vlaanderen, essenscia Vlaanderen, Fevia Vlaanderen en Fedustria de krachten om in een gestructureerde dialoog de prioritaire beleidsmaatregelen voor de Vlaamse industrie te identificeren en te implementeren. De verderzetting van dit topoverleg met de Vlaamse regering is noodzakelijk gezien de vele uitdagingen waarmee de industrie kampt en de verhoogde aandacht voor industrieel beleid op Europees vlak (cf. Green Deal Industrial Plan). Het forum is het ideaal platform om samen met de Vlaamse regering een langetermijnvisie en ambities vast te leggen om de industrie te blijven verankeren in Vlaanderen.

Maar niet alleen het regionale (Vlaamse) niveau is belangrijk voor het welslagen van de ambitie om een industriële topregio in Europa te blijven. Veel aspecten van het industriebeleid zijn immers ook federaal aangestuurd, bijvoorbeeld de loonkosten, het arbeidsrecht, de energiepolitiek…

Een werkbare EUROPESE TEXTIELSTRATEGIE

y Wij vragen dat het Vlaams Industrieforum zou worden verdergezet in zijn huidige vorm met de huidige partners, via opname ervan in het volgend Vlaams regeerakkoord.

y Wij vragen tevens dat ook op federaal niveau meer geconcerteerd overleg plaatsvindt tussen de federale regering en de industriefederaties. Zonder zware structuur. Dit forum kan enkele keren per jaar, met een soepele agendazetting, samenkomen onder de auspiciën van de Eerste Minister over thema’s zoals competitiviteit, herindustrialisering binnen Europa…

© BekaertDeslee
vOnze concrete voorstellen
Memorandum 2024 | Fedustria 24

Fedustria onderschrijft ten volle de doelstellingen van de Europese strategie voor duurzaam en circulair textiel.

Onze Belgische textielbedrijven – die voor meer dan 90 % uit kmo’s bestaan – willen meewerken aan de Europese strategie voor duurzaam en circulair textiel, maar vragen aandacht voor volgende knelpunten. De textielsector staat voor belangrijke uitdagingen om zich verder te transformeren naar een circulaire sector, die onder meer inzet op recyclage, hergebruik en meer duurzame producten. De ontwikkeling van nieuwe technologieën is daarbij cruciaal. Samen met de bedrijven onderzoekt Fedustria het opzetten van een “recyclagehub”. De bedoeling is om nieuwe, gepaste sorterings- en recyclagetechnologieën te stimuleren en verder uit te bouwen, evenals het verzamelen van voldoende recycleerbare vezels. Voldoende innovatiesteun zal hiervoor nodig zijn.

Naast innovatiesteun, zal ook voldoende capaciteit aan textielvezels (van binnenlandse of van buitenlandse oorsprong) nodig zijn om dit verhaal economisch rendabel te maken. Naast recyclage zal ook volop moeten ingezet worden op hergebruik en herstel om zo de levensduur van de textielproducten te maximaliseren. Herstelactiviteiten zullen ontwikkeld én ondersteund moeten worden. Om gedragsverandering bij de consument teweeg te brengen, zou kunnen voorzien worden in een financiële tussenkomst bij herstelling van een textielproduct. Naar analogie met Frankrijk zou dit kunnen onder de vorm van een “herstelcheque”.

De Europese Textielstrategie zal aanleiding geven tot nieuwe businessmodellen (herstel, hergebruik…) alsook nieuwe samenwerkingsverbanden (met o.a. de recyclage sector en de sociale economie).

Het is belangrijk dat de haalbaarheid van die nieuwe businessmodellen en samenwerkingsverbanden voldoende wordt onderzocht opdat een ecosysteem kan ontstaan, dat ook kmo’s moet toelaten te transformeren naar een industrie die duurzamer omgaat met de beschikbare materialen en grondstoffen.

Onze concrete voorstellen

y Samen met het textielonderzoekcentrum Centexbel willen we meewerken aan de omzetting van de EU-textielambities in regionale regelgeving ter versterking van competitiviteit en de verankering van de bedrijven. Een bijzondere aandacht moet daarbij gaan naar het ondersteunen van kmo’s.

Ziehier voor meer info over de Europese textielstrategie en onze voorstellen ter zake.

y Wij vragen dat Vlaanderen de nodige administratieve eenvoud, soepelheid en steun zal hanteren om dit project mogelijk te maken. Gold-plating is absoluut te vermijden.

v ” ”
Memorandum 2024 | Fedustria | 27 Memorandum 2024 | Fedustria 26

We stellen vast dat bepaalde voorschriften inzake duurzaamheid en circulariteit niet altijd compatibel zijn met andere eisen die in h.k.v. overheidsopdrachten aan bepaalde textielweefsels worden opgelegd.

UITGEBREIDE

PRODUCENTENVERANTWOORDELIJKHEID voor textiel en voor meubels?

y Overheden moeten er zich van bewust zijn dat duurzaamheid een kostprijs heeft: het kan niet zijn dat bij de gunning van overheidsopdrachten uiteindelijk alleen “de laagste prijs” de doorslaggevende factor is. Bij overheidsopdrachten kan de overheid een gewicht toekennen aan verschillende aspecten: de kwaliteit van de stof, die exact omschreven wordt; duurzaamheid; kwaliteit van de confectie; comfort; gebruiksgemak; levensduur na x-aantal wasbeurten; kwaliteit na wassen, verpakking… Echter, als er te veel gewicht gegeven wordt aan prijs (bij benadering meer dan 30 %) is de kans reëel dat iemand die niet duurzaam is dankzij de lagere prijs toch de opdracht wint ten nadele van een aanbieder die wel hoog scoort op de andere criteria. Hierdoor zijn de inspanningen omtrent duurzaamheid (in ruime zin) een maat voor niets.

y Het correct inschatten van de criteria is een bijzonder complexe oefening. Gebruik daarom de expertise van onze kenniscentra die de aankopende overheid hierbij kunnen begeleiden. Zij kunnen zeker helpen bij complexe producten met technische vereisten en indien criteria m.b.t. circulariteit en duurzaamheid moeten opgenomen worden. Deze expertise is ruim aanwezig in onze kenniscentra.

y Tot slot zouden Europa en haar lidstaten best wat bewuster en trotser mogen zijn op de bijzondere kwaliteit van de eigen textielproducten. Hier kunnen ze een voorbeeldfunctie spelen door hiermee rekening te houden i.k.v. hun overheidsopdrachten.

Onze concrete voorstellen
v
© ROM
” Memorandum 2024 | Fedustria 28

Op 5 juli 2023 presenteerde de Europese Commissie haar voorstel om een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) in te voeren voor textiel.

Met de invoering van een UPV wil de Europese Commissie de textielproducenten verantwoordelijk maken voor de volledige levenscyclus van hun producten, m.a.w. inclusief de afvalfase. Dit voorstel geeft uitvoering aan de Europese Strategie voor duurzaam en circulair textiel.

Met dit voorstel wil de Commissie in alle EU-lidstaten een verplichte en geharmoniseerde regeling voor een UPV voor textiel invoeren, met als scope kledij, huishoudtextiel en schoenen. Bij de uitwerking van deze UPV zal ook rekening gehouden worden met de duurzaamheid van de textielproducten: de bijdragen die de producenten zullen moeten betalen zullen dus variëren in functie van de milieuprestaties van de textielproducten, een beginsel dat bekend staat als “eco-modulatie”. Fedustria vindt het belangrijk dat de UPV maximaal geharmoniseerd wordt op Europees niveau, waardoor een lappendeken aan verschillende UPV-systemen vermeden wordt.

Ook voor meubels wordt er vanuit Europa steeds meer verwezen naar de invoering van een UPV-systeem. Ook de regionale overheden in België onderzoeken de mogelijkheid om een UPV voor textiel en voor meubels in te voeren.

” Memorandum 2024 | Fedustria 30 Memorandum 2024 | Fedustria | 31

vOnze concrete voorstellen

De regionale overheden dienen zich bij de invoering van een UPV voor textiel te aligneren op timing en scope van de EU. Ook pleiten we ervoor dat de invoering in de drie regio’s geharmoniseerd zou gebeuren, dus in goed overleg en op eenzelfde moment, met dezelfde afspraken voor het ganse grondgebied.

y De regionale overheden dienen zich bij de invoering van een UPV voor textiel te aligneren op timing en scope van de EU. Ook pleiten we ervoor dat de invoering in de drie regio’s geharmoniseerd zou gebeuren dus in goed overleg en op eenzelfde moment, met dezelfde afspraken voor het ganse grondgebied.

We vragen ook dat de lessons learned naar aanleiding van de invoering van een UPV voor matrassen – Valumat, waarin Fedustria het voortouw nam – zouden worden ter harte genomen.

y Het systeem van Valumat, het beheersorganisme voor de UPV matrassen, mee opgestart door Fedustria, kan als voorbeeld dienen voor UPV’s van andere productgroepen.

Met betrekking tot de mogelijke invoering van een UPV voor meubels vragen we dat eerst alle alternatieven voor een UPV zouden worden onderzocht. Daarbij moet echter eerst het “probleem” in kaart worden gebracht om te komen tot evidence-based policies. Voor meubelen zijn er immers al heel wat bestaande mogelijkheden inzake hergebruik en recyclage.

y Met betrekking tot de mogelijke invoering van een UPV voor meubelen vragen we dat eerst alle alternatieven voor een UPV zouden worden onderzocht Daarbij moet echter eerst het “probleem” in kaart worden gebracht om te komen tot evidence-based policies. Voor meubelen zijn er immers al heel wat bestaande mogelijkheden inzake hergebruik en recyclage. Naar analogie met de matrassensector zou de economische en technische haalbaarheid van mogelijke oplossingen in de O&O-fase en de End-of-Life-fase van meubelen vooraf moeten onderzocht worden, in samenwerking met WOOD.BE, het kenniscentrum voor de hout- en meubelindustrie.

Een BELEIDSVISIE

rond de productie en het gebruik van HOUT

Memorandum 2024 | Fedustria 24
© Unilin

Hout is een hernieuwbare en circulaire grondstof, die koolstof opslaat gedurende de ganse levensduur van een houten product. Hoe meer hout en houten producten er gebruikt worden, hoe beter dus voor het klimaat.

Het gebruiken van meer hout in de bouwsector zal daarom zorgen voor een belangrijke reductie van de CO2-emissies. Zeker in vergelijking met andere bouwmaterialen, waarvan de productie vaak veel CO2 uitstoot… Het gebruik van meer hout in gebouwen draagt ook bij tot een aangenamer woon-, werk- en leefklimaat.

Europa onderschrijft dat een belangrijke rol is weggelegd voor het gebruik van hout in de bouw. Een voorbeeld daarvan is het Europese initiatief Wood4Bauhaus, dat klimaatverandering wil tegengaan door (het onderzoek naar) het gebruik van hout in de bouw te stimuleren.

vOnze concrete voorstellen

De regionale overheden dienen zich bij de invoering van een UPV voor textiel te aligneren op timing en scope van de EU. Ook pleiten we ervoor dat de invoering in de drie regio’s geharmoniseerd zou gebeuren, dus in goed overleg en op eenzelfde moment, met dezelfde afspraken voor het ganse grondgebied.

y Wij gaan ervan uit dat deze Europese principes gemakkelijk vertaald kunnen worden in het regionaal en federaal beleid. Inzake bouwtoepassingen pleiten we ervoor om 20 % meer hout te gebruiken dan nu het geval is. We verwijzen naar de situatie in Nederland waar de overheid er zelf op aanstuurt om veel meer te bouwen met biobased grondstoffen, waaronder hout.

y De overheid kan ook gemakkelijk een voorbeeldfunctie opnemen, door in haar aanbestedingen het gebruik van gecertificeerd hout voorop te stellen: 20 % meer gecertificeerd hout gebruiken in overheidsopdrachten zou een streefdoel moeten zijn. De overheid moet duurzaamheid en innovatiekracht hoog in het vandel dragen. Dit kan bijvoorbeeld door iconische publieke gebouwen in hout te laten bouwen of bestaande gebouwen met hout te laten renoveren.

We vragen ook dat de lessons learned naar aanleiding van de invoering van een UPV voor matrassen – Valumat, waarin Fedustria het voortouw nam – zouden worden ter harte genomen.

Met betrekking tot de mogelijke invoering van een UPV voor meubels vragen we dat eerst alle alternatieven voor een UPV zouden worden onderzocht. Daarbij moet echter eerst het “probleem” in kaart worden gebracht om te komen tot evidence-based policies. Voor meubelen zijn er immers al heel wat bestaande mogelijkheden inzake hergebruik en recyclage.

y We vragen dat de overheid hout als een natuurlijke en duurzame keuze voor bouwtoepassingen meer zou promoten. Wij verwijzen in dat verband naar onze campagnes Hout, de natuurlijke keuze (houtdenatuurlijkekeuze.be) en Hout geeft zuurstof (www.houtgeeftzuurstof.be) en vragen dat de overheid deze mee actief zou promoten.

Met hout bouwen geeft zuurstof.
Memorandum 2024 | Fedustria 34 Memorandum 2024 | Fedustria | 35

Om de transitie naar een biogebaseerde, circulaire economie te kunnen verwezenlijken, is er nood aan voldoende hout. Daarbij moeten we erover blijven waken dat de kostbare grondstof hout correct en efficiënt wordt ingezet, met respect voor de principes van een “gecascadeerd gebruik”. Dit betekent dat hout zo lang mogelijk gebruikt wordt als grondstof, en dat de recyclage alle kansen moet krijgen. Wat vandaag nog beschouwd wordt als ‘niet recycleerbaar’, kan volgend jaar misschien wel al gerecycleerd worden: de technologie evolueert immers voortdurend. Het wetgevend kader dient hier voldoende ruimte voor te laten. Bovendien moeten er voldoende instroomfaciliteiten voor de recyclage worden opgezet. Een betere bronsortering van het houtafval bevordert immers de recyclage ervan.

vOnze concrete voorstellen

y We vragen om de onvoorwaardelijke uitvoer van de grondstof hout vanuit de EU naar voornamelijk China, aan banden te leggen

y Dit heeft immers directe negatieve gevolgen voor de eigen houtverwerkende bedrijven. We stellen voor dat rondhout minstens 1 bewerking moet hebben ondergaan alvorens het uit de EU kan worden uitgevoerd.

Er is ook nood aan een langetermijnvisie inzake houtproductie in onze bossen, waarbij moet worden gestreefd naar een zeker deel zelfvoorziening. De productie van hout is overigens een essentieel onderdeel van een duurzaam bosbeheer; houtproductie is dus geenszins in tegenstrijd met het behalen van natuurdoelstellingen.

In het kader van de Europese Green Deal pleit Europa voor het gebruik van biogebaseerde grondstoffen, waaronder hout, op basis van duurzaam bosbeheer, o.a. als bouwmateriaal. Daarvoor dienen dan natuurlijk bomen te worden geoogst. In de praktijk stellen we vast dat houtoogst (kappen van bomen) in Vlaanderen steeds moeilijker wordt. Niet alleen is er een trend binnen de publieke opinie om zich te verzetten tegen het kappen van bomen, ook het bosbeleid van de Vlaamse regering richt zich eerder op bosuitbreiding voor natuur en recreatie, en niet op houtproductie. De volumes aan lokaal hout beschikbaar op de markt vallen dan ook terug.

y In samenwerking met de bosbouwsector dienen doelstellingen geformuleerd te worden inzake houtproductie voor de komende decennia in onze bossen.

y Er moet een strategie uitgewerkt worden door Vlaanderen rond hout en ook inzake strategische autonomie. De bomen die hier aangeplant worden, moeten op termijn kunnen geoogst worden.

Export van eiken stammen uit België

Uitsplitsing naar land van bestemming

Andere India Indonesië Vietnam Frankrijk China

1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016 2018 2020 200 000 100 000 0 Volumes (m³)
” Memorandum 2024 | Fedustria 36 Memorandum 2024 | Fedustria | 37
Bron: Nationale Bank van België (2021). GS-code 440391. Analyse van OEWB.

De European Deforestation Regulation (EUDR) zal heel wat uitdagingen met zich meebrengen voor de Belgische houten meubelbedrijven. Uiteraard steunt Fedustria ten volle het basisprincipe van deze regelgeving – nl. het beschermen van de bossen wereldwijd – maar het nieuwe kader moet ook werkbaar zijn. Zo stelt bijvoorbeeld het voorzien van geolocalisatie enorme technische uitdagingen: de tools daarvoor zijn nog niet beschikbaar en er zijn nog veel open vragen waarop de Commissie zelf nog geen antwoord heeft.

Om deze EUDR te laten slagen, is het ook essentieel te zorgen voor een gelijk speelveld. Duidelijke richtlijnen (bijvoorbeeld wanneer wordt een due diligence systeem als voldoende beschouwd, hoe omgaan met de vertrouwelijkheid van gegevens…) zijn hierbij onontbeerlijk, zodat iedereen weet wat van hen verwacht wordt. Dit betekent dat ook de controles op EU-niveau moeten worden geharmoniseerd.

HET BELANG VAN EXPORT kan

vOnze concrete voorstellen

y Er is nood aan meer praktische en duidelijke afspraken. Tot op heden kregen bedrijven maar al te vaak te horen ‘dat het bedrijf wel een systeem heeft, maar dat dit onvoldoende is’. Er moet een objectief beoordelingskader zijn waaraan een due diligence systeem kan worden getoetst. Vanuit de sector wensen we mee te werken aan betere controles op ingevoerde producten, ook op de invoer van (half)afgewerkte producten. De sector vraagt dan ook om betrokken te worden bij de verdere praktische uitwerking van de EUDR op alle beleidsniveaus.

Uitvoerbestemmingen

Memorandum 2024 | Fedustria | 37
moeilijk worden overschat
in de Textiel
Frankrijk 25,0 % Italië 5,2 % Bron: INR Overige EU-27 20,2 % Nederland 12,5 % Duitsland 17,0 % Verenigd Koninkrijk 5,8 % West-Europa niet-EU 2,7 % Verre Oosten 3,9 % Noord-Amerika 3,0 % Afrika 1,8 % Nabije en Midden-Oosten 1,0 % Oost-Europa 0,6 % Oceanië 0,6 % Zuid-Amerika 0,6 % Memorandum 2024 | Fedustria 38
/ Hout & Meubel
Ziehier voor onze visie en voorstellen omtrent de EUDR.

VRIJHANDEL moet ook

HANDEL zijn

Als exportgerichte sectoren zijn wij zeer tevreden over onze samenwerking met Flanders Investment & Trade (FIT). Het belang van dit agentschap kan niet miskend worden, en wij zijn dan ook vragende partij om het te blijven ondersteunen vanuit de Vlaamse overheid, en om zijn budget voor verdere internationalisering nog te vergroten, met aandacht voor alle industriële sectoren.

vOnze concrete voorstellen

Naast de bestendiging van onze partnerschappen en samenwerkingen, willen we volgende punctuele bezorgdheden aankaarten:

y Meer ruimte laten om soepel in te spelen op marktveranderingen (vb. energiecrisis, oorlog, Brexit…);

y Promoten van de samenwerking en opzetten van multisectoriële acties met de sectorverenigingen (bijvoorbeeld een industriemissie);

y Mogelijkheid om ook voortrajecten te ondersteunen (bijvoorbeeld voor prospectie van beurzen);

y Promotie voor de maakindustrie in het buitenland onder “Made in” of “Quality from”;

y Het subsidiereglement voor bedrijven zo soepel mogelijk maken;

y Het uitvoeren van een benchmark, omdat vaak nog het gevoel leeft dat andere Europese landen voor export grotere budgetten uittrekken;

y Niet alleen in te zetten op start ups en nieuwe technologieën maar ook eerder mature industrieën te promoten;

y De uitbetalingstermijnen van de toegekende subsidies zouden ook korter moeten worden.

y Evaluatie gemiste investeringen in Vlaanderen.

Memorandum 2024 | Fedustria 40
EERLIJKE
© Lano Sports

Niettegenstaande de Europese markt zeer open is voor buitenlandse goederen, worden de Belgische/Europese textiel-, hout- en meubelbedrijven in derde landen nog vaak geconfronteerd met belemmeringen, die hen de toegang tot de markt bemoeilijken of zelfs onmogelijk maken.

Denk daarbij aan hoge invoerrechten (zie tabel hiernaast), gesloten markten voor openbare aanbestedingen, ‘local content’-bepalingen en het niet aanvaarden van testresultaten van Europese laboratoria.

Voorts stellen we vast dat de handel niet steeds op een faire basis verloopt, hetgeen gezonde, competitieve Belgische/Europese bedrijven de das kan omdoen. Buitenlandse concurrenten worden bijvoorbeeld overmatig, en op een niet transparante wijze, gesubsidieerd door hun overheid. Intellectuele eigendomsrechten worden niet altijd gerespecteerd. En zelfs minimale sociale normen, zoals de fundamentele arbeidsprincipes en -rechten, worden niet overal in de wereld nageleefd.

Toegepaste rechten op MFN-basis voor textielproducten

Bron: WTO, ITC en UNCTAD, World Tariff Profiles 2023. MFN = most favoured nation (meest begunstigde natie) of tarief derde landen. (Maxima op basis van schattingen in ad valorem equivalenten worden cursief vermeld.)

Gemiddeld Maximum Europese Unie 6,5 % 12 % Brazilië 22,6 % 35 % China 7,0 % 38 % India 24,6 % 347 % Verenigde Staten 7,9 % 34 %
Memorandum 2024 | Fedustria 42 Memorandum 2024 | Fedustria | 43

vOnze concrete voorstellen

Ziehier voor meer informatie over deze problematiek en onze voorstellen om de schade op onze industrie te beperken.

y Vrijhandelsakkoorden die de EU sluit met derde landen, moeten een win-win zijn voor de beide verdragspartijen. Ze mogen niet enkel leiden tot vrijhandel, maar moeten er ook voor zorgen dat de bedrijven van beide partijen met gelijke wapens strijden. Hiertoe moet elk akkoord een substantieel en afdwingbaar hoofdstuk inzake handel en duurzame ontwikkeling bevatten Voorts moeten gepaste oorsprongsregels ertoe leiden dat de voordelen van het vrijhandelsakkoord ervoor zorgen dat de volledige textielketen in de EU versterkt wordt.

y De EU moet krachtdadiger optreden tegen oneerlijke handelspraktijken zoals dumping Wel is het belangrijk dat hierbij voldoende rekening wordt gehouden met de belangen van de volledige Europese textiel- en houtketen. Een recent voorbeeld betreft de negatieve impact op de Belgische textielindustrie door de verlenging en verhoging van de antidumpingrechten op polyestergarens met een hoge sterktegraad uit China.

y Efficiënte douanecontroles moeten ervoor zorgen dat goederen die aan het preferentieel tarief op de Europese markt worden ingevoerd, effectief van preferentiële oorsprong zijn en dat handelspolitieke maatregelen zoals antidumpingheffingen niet worden omzeild. Fedustria zal de douane wijzen op mogelijke risico’s zodat deze betere, gerichtere controles kan uitvoeren.

Strengere controle op IMPORT

Memorandum 2024 | Fedustria 44
©
Europlay

De strenge vereisten die gelden in de EU (cf. REACH, duurzaamheidsvereisten…) worden niet altijd gehandhaafd voor goederen die van buiten de EU worden ingevoerd, waaronder textiel- en houten producten.

Onze concrete voorstellen

y Om de eigen industrie te beschermen, zou er een veel strengere en gerichtere controle moeten komen op goederen die op de Europese markt worden ingevoerd, voornamelijk uit China en Turkije. Deze goederen moeten voldoen aan dezelfde vereisten die gelden voor onze eigen producten. Zo niet moeten ze van de Europese markt geweerd worden.

De recente studie “Reach4Textiles” – uitgevoerd voor de DG GROW – heeft bijvoorbeeld aangetoond dat 17,5 % van de samples van in de EU ingevoerde textielproducten, de toegelaten drempelwaarden inzake toxiciteit overschrijden.

y De toezichthoudende overheden en de douanes zouden in dat verband ook beter moeten worden gevormd. We reiken de hand naar de overheid om via onze technische centra Centexbel en WOOD.BE de nodige opleidingen te voorzien (risk based sampling) om zo gerichter, op basis van risicoanalyse, te kunnen controleren.

” Memorandum 2024 | Fedustria 46 Memorandum 2024 | Fedustria | 47
v

Notities

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER

Karla Basselier

Hof-ter-Vleestdreef 5/1

1070 Brussel

karla.basselier@fedustria.be

CONTACTPERSOON

Anne Laure Mouligneaux annelaure.mouligneaux@fedustria.be

T +32 2 528 58 27

GSM +32 497 47 16 08

Memorandum 2024 | Fedustria 48

Belgische federatie van de textiel-, hout- en meubelindustrie

Hof-ter-Vleestdreef 5/1

1070 Brussel

www.fedustria.be

Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.