42782 signalering en verbetering van de leeromgeving

Page 1

fb .v

.

Project

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

Signalering en verbetering van de leeromgeving


Colofon Auteur: Christine Dirkse Inhoudelijke redactie: Floortje Vissers Titel: Signalering en verbetering van de leeromgeving

tie

ISBN: 978 90 3724 278 2

fb .v

.

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

©

u' Ac

Edu’Actief b.v. 2017 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

C

op

yr

ig

ht

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


4

Vooronderzoek

7

Ontwerpfase

16

Voorbereidingsfase Realisatiefase

19

20 21

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

Oplevering

fb .v

Over dit project

.

Inhoudsopgave

3


Over dit project

Over dit project

.

Inleiding

fb .v

De leeromgeving en leermiddelen hebben een grote invloed op het leervermogen van een kind. De leeromgeving moet uitnodigen om te leren en de juiste voorwaarden scheppen om te kunnen leren. Dat bepaalt in ruime mate de motivatie van een kind, en motivatie is een belangrijke voorwaarde om effectief informatie op te kunnen nemen. De omgeving waarin het kind leert, de middelen die gebruikt worden en de werkvormen die ingezet worden, vormen samen de leeromgeving van het kind. Een krachtige leeromgeving stimuleert leren en vergroot de prestaties.

ht

Ed

u' Ac

tie

Maar wat is een krachtige leeromgeving nu precies? Aan welke eisen moet die voldoen? In dit project voer je een literatuuronderzoek uit om antwoord te krijgen op die vraag. Vervolgens ga je in een concrete situatie een les analyseren. Is de leeromgeving krachtig genoeg? Hoe kan deze verbeterd worden? Op basis van dit onderzoek presenteer je je advies hoe de leeromgeving verbeterd kan worden.

ig

Voor een les over natuur kan een buitenles zeer motiverend werken.

C

op

yr

Leerdoelen

4

• Je kunt uitleggen aan welke eisen een krachtige leeromgeving moet voldoen. • Je kunt onderzoek doen naar mogelijke problemen met materialen in de leeromgeving van een school. • Je kunt op basis van onderzoek een advies uitbrengen voor het verbeteren van de leeromgeving om de kwaliteit van de leeromgeving te kunnen waarborgen.


tie

fb .v

.

Over dit project

u' Ac

In dit project ga je op zoek naar creatieve manieren om een advies te presenteren.

Projectbeschrijving Casus

ht

Ed

Op de Koning Willem Alexander School is inspectiebezoek geweest. De inspectie zag enkele verbeterpunten. Een van die punten is dat de leeromgeving versterkt kan worden. De inspectie is van mening dat leerkrachten niet voldoende gebruikmaken van krachtige leermiddelen. Bovendien constateert men dat er veel klassikaal-frontaal wordt lesgegeven, terwijl andere manieren van lesgeven met andere werkvormen en in andere opstellingen de leeromgeving krachtiger kunnen maken. De leerkrachten moeten met deze feedback van de inspectie aan de slag. Ze moeten bij ieder vak laten zien hoe zij de leeromgeving krachtiger hebben gemaakt.

ig

Opdrachtgever Opdrachtgever is de leerkracht van groep 8 van de Koning Willem Alexander School.

C

op

yr

Projectopdracht De leerkracht van groep 8 van de Koning Willem Alexander School vraagt jullie om te onderzoeken hoe hij bij elk schoolvak de leeromgeving krachtiger kan maken. Jullie voeren daarom in groepjes een onderzoek uit. Je onderzoekt eerst aan welke eisen een krachtige leeromgeving voldoet. Je bekijkt hoe de les er nu uit ziet (door middel van een observatie en een interview) en doet op basis van de theorie over een krachtige leeromgeving aanbevelingen voor het verbeteren hiervan bij een schoolvak. Dit advies presenteer je op een creatieve en aansprekende manier aan de leerkracht en aan de rest van de groep. Projectproduct: Onderzoek Processtappen • Voer de vooronderzoeksfase uit. Hier vind je de meeste informatie voor het projectproduct. • Voer de ontwerpfase uit. Maak hierbij gebruik van de producteisen. • Vervolg de stappen uit het project.

5


Over dit project

u' Ac

Projectproduct: Presentatie Processtappen • Maak eerst het projectproduct Onderzoek. • Vervolg de stappen van het project.

tie

fb .v

.

Producteisen • Het onderzoeksverslag bevat een inleiding met daarin een beschrijving van het probleem, de hoofdvraag en de deelvragen. • Het onderzoeksverslag bevat een hoofdstuk met de theoretische achtergrond (literatuurstudie) van het onderzoek. Op basis van dit hoofdstuk kunnen de eerste deelvragen (gericht op literatuurstudie) al beantwoord worden. • Het onderzoeksverslag bevat een hoofdstuk waarin de werkwijze van het onderzoek wordt beschreven (gebruikte methoden). • Het onderzoeksverslag bevat een hoofdstuk met de resultaten van de observatie en het interview. • Het onderzoeksverslag bevat een hoofdstuk met de conclusie. Hierin worden de deelvragen beantwoord en ten slotte wordt de hoofdvraag beantwoord. • Het onderzoeksverslag bevat een hoofdstuk met minstens drie aanbevelingen ten aanzien van de manier waarop de leeromgeving van de geanalyseerde les krachtiger kan worden (op basis van de resultaten van de literatuurstudie, de observatie en het interview). • Het onderzoeksverslag bevat bijlagen met daarin de observatielijst, de interviewvragen en de uitwerking van de interviews. • Het onderzoeksverslag is netjes aangeleverd en bevat een voorblad en inhoudsopgave.

ig

ht

Ed

Producteisen • De presentatie houd je voor de leerkracht van de school en andere belangstellenden. • Als je docent niet bij de presentatie aanwezig kan zijn, film je je presentatie en lever je de film in bij je docent. • In je presentatie leg je je advies uit. Je verwerkt daarin in ieder geval de volgende onderdelen: – gebruik van lesmaterialen – de omgeving (denk bijvoorbeeld aan de inrichting van het lokaal en een stimulerende omgeving) – gebruik van werkvormen – de rol van de leerkracht (denk bijvoorbeeld aan het stellen van vragen of juist uitleg geven) • Je gebruikt een creatieve presentatievorm.

yr

Beoordeling

C

op

Beoordelingsformulier <

6

Na uitvoering van dit project word je op verschillende punten beoordeeld. Je wordt beoordeeld op de twee projectproducten, maar ook op de tussenstappen die je hiervoor hebt moeten zetten. Daarnaast word je beoordeeld op je individuele bijdrage aan het project en op je reflectie. Al deze beoordelingspunten zijn terug te vinden in het beoordelingsformulier.


Vooronderzoek

Vooronderzoek

Werkmodel Takenlijst <

Opdracht 2

Brainstormen

u' Ac

tie

Werkmodel Planning <

a. Vorm de projectgroep en maak een samenwerkingscontract. Bepaal wat jullie moeten weten voordat je aan het project begint. Voordat je het samenwerkingscontract opstelt, bespreek je het volgende met elkaar: • Hoe denken jullie over samenwerken? • Moeten jullie beiden hetzelfde doen, of doet ieder waar hij het beste in is? • Hoe belangrijk vind je het om je aan afspraken te houden? • Hoe belangrijk vind je het dat de docent precies weet wie hard gewerkt heeft en wie minder hard? Zorg dat je het samen eens bent (bereik consensus) met de afspraken in het samenwerkingscontract. b. Maak een takenlijst en een planning: wie onderzoekt wat? Hoe informeren jullie elkaar daarover? c. Voer de afspraken uit. d. Maak een verslag van het vooronderzoek en leg dit voor aan je docent. e. Neem dit verslag op in je projectplan

.

Werkmodel Samenwerkingscontract <

Afspraken maken

fb .v

Opdracht 1

Ed

In dit project staat een krachtige leeromgeving centraal. Daarbij gaat het niet alleen om een mooi en opgeruimd lokaal, maar ook om het gebruik van materialen, veiligheid in de groep en manieren van samenwerken. Het gaat om alles wat invloed heeft op het leervermogen van een kind.

ig

ht

In deze opdracht ga je brainstormen over factoren die de leeromgeving beïnvloeden. Doe dat als volgt: • Vorm een groepje van vier personen. Pak elk een leeg vel papier en een pen. Zet een timer op 2 minuten en schrijf in die 2 minuten zo veel mogelijk zaken op die volgens jou invloed hebben op de leeromgeving. • Lees om de beurt je lijstje voor. Je krijgt punten voor elk item dat je hebt opgeschreven. Als jij de enige bent met het item, krijg je 3 punten. Hebben één of twee anderen dit item ook, dan krijg je 1 punt. Heeft iedereen het item, dan krijg je 1 punt. Wie de meeste punten heeft, heeft gewonnen.

Bronnen voor literatuuronderzoek Er is een schat aan informatie te vinden op internet. Het gevaar van zoeken op internet is dat je bronnen gaat gebruiken die niet heel betrouwbaar zijn. Ook bestaat het risico dat je bronnen maar half leest, waardoor je conclusies trekt die niet kloppen.

yr

Opdracht 3

C

op

Website Google Scholar < Website Google < Website Wikipedia <

Ga naar de Website Google Scholar. Zoek eventueel via de Website Google eerst naar een handleiding voor Google Scholar. a. Je gaat informatie zoeken over een krachtige leeromgeving in het basisonderwijs. Welke zoekwoorden kun je gebruiken? Noteer minimaal vijf zoekwoorden. 1. 2. 3.

7


Vooronderzoek

4. 5.

Aantal bruikbare artikelen

Titels van de twee meest bruikbare artikelen

Ed

u' Ac

tie

Zoekwoorden

fb .v

.

b. Voer je zoektermen in in Google Scholar. Je kunt eventueel zoekwoorden combineren door het gebruik van AND tussen de woorden, of OR (als je slechts een van beide termen in het resultaat wilt hebben). Gebruik minimaal drie combinaties van zoekwoorden. Noteer hoeveel bruikbare artikelen je vindt die inderdaad gaan over een krachtige/effectieve leeromgeving in het basisonderwijs.

c. Voer nu dezelfde zoekactie uit op de Website Google. Vul opnieuw de tabel in. Aantal bruikbare artikelen

Titels van de twee meest bruikbare artikelen

C

op

yr

ig

ht

Zoekwoorden

d. Vergelijk de tabel die je hebt ingevuld bij de Website Google Scholar met die van de Website Google. Welke verschillen zie je?

8


Vooronderzoek

fb .v

.

e. Je zult zien dat de eerste resultaten van de Website Google vaak advertenties zijn. Ook Wikipedia en websites die definities geven, komen vaak hoog. Deze wil je echter liever niet gebruiken omdat dit geen goed gecontroleerde bronnen zijn. Je kunt sites als Wikipedia wel gebruiken om achter handige bronnen te komen: onder aan de meeste pagina’s staan bronvermeldingen waar de informatie van Wikipedia vandaan komt. Dat zijn vaak wel betrouwbare bronnen.

Ga naar de Website Wikipedia en zoek op ‘leeromgeving’. Bekijk de bronnen onder aan de pagina en probeer ze op internet te vinden. Noteer in de tabel van drie geschikte bronnen de titels en de URL (internetadres) waar je de hele bronnen vindt: URL (internetadres)

Voordat je adviezen kunt geven over een krachtige leeromgeving, is het goed om helder te krijgen wat een krachtige leeromgeving is en welke factoren daarbij een rol spelen. Dat is niet eenvoudig, omdat er verschillende omschrijvingen worden gehanteerd. Lees van het Artikel ‘Effectieve leeromgeving po en vo’ de inleiding en het theoretisch kader (hoofdstuk 1 en 2). Zoek ook in andere bronnen op internet en beantwoord de volgende vragen. Maak de vragen eerst alleen. a. Welke definities voor leeromgeving kom je tegen? Noem er twee.

yr

ig

ht

Artikel Effectieve leeromgeving po en vo <

Definitie van een krachtige leeromgeving

Ed

Opdracht 4

u' Ac

tie

Titel

C

op

b. Welke definitie vind jij het duidelijkst en het meest passend?

Vergelijk je definitie nu met die van je groepsgenoten. Beslis samen welke definitie je wilt hanteren bij dit project en noteer die in je logboek.

9


Vooronderzoek

Opdracht 5

a. Welke kenmerken moet een krachtige leeromgeving hebben? Gebruik het Artikel ‘Effectieve leeromgeving’ en andere bronnen van internet. Noteer minimaal acht criteria die jij belangrijk vindt.

tie

fb .v

.

Artikel Effectieve leeromgeving <

Criteria voor een krachtige leeromgeving

Artikel Drie basisbehoeften voor elk mens <

Een krachtige leeromgeving kun je herkennen aan het gedrag van de leerling. Hoe meer de leerling zich op zijn gemak voelt, hoe meer betrokken hij zal zijn en hoe meer hij zal leren. Als leerkracht en onderwijsassistent speel je een grote rol in de mate van welzijn en betrokkenheid van de leerling, je streeft naar een prettig pedagogisch klimaat. Het pedagogisch klimaat is, vrij vertaald, de sfeer in een klas of school waarbinnen opgevoed wordt. Als leerkracht creëer je een veilig pedagogisch klimaat, waarbinnen bijvoorbeeld pestgedrag meteen wordt aangepakt, of waarbinnen veel complimenten worden gegeven. a. Voormalig hoogleraar orthopedagogiek Luc Stevens heeft drie psychologische basisbehoeften geformuleerd waaraan iedere leerling behoefte heeft, wil hij überhaupt kunnen leren. Lees het Artikel ‘Drie basisbehoeften voor elk mens’. Leg de drie basisbehoeften in je eigen woorden uit.

ht

Filmpje Een veilig klimaat in de klas <

Herkennen van een krachtige leeromgeving bij de leerling

Ed

Opdracht 6

u' Ac

b. Vergelijk je lijstje met criteria met de lijstjes van je groepsgenoten. Stel samen een lijst samen van minimaal tien criteria en kenmerken van een krachtige leeromgeving die volgens jullie belangrijk zijn. Voeg deze toe aan je logboek.

yr

ig

1. Competentie

C

op

2. Autonomie

3. Relatie

10


Vooronderzoek

tie

fb .v

.

b. Pak een vel A3-papier en verdeel dit in drie gelijke stukken. In de eerste kolom schrijf je 'Competentie', in de tweede 'Autonomie' en in de derde 'Relatie'. Bedenk samen met je medestudent zo veel mogelijk manieren om aan de betreffende competenties te kunnen voldoen. De uitkomsten van de poster kun je later gebruiken bij het projectproduct presentatie. c. Bekijk het Filmpje ‘Een veilig klimaat in de klas’. Welke tips neem jij mee bij de uitvoering van je projectproduct?

Opdracht 7

u' Ac

d. Wat heeft een veilig klimaat te maken met didactiek? Leg je antwoord uit.

Je eigen observatie- en analyselijst

ht

Ed

Om een leeromgeving te kunnen observeren en vervolgens te analyseren, moet je de criteria en kenmerken van een krachtige leeromgeving omzetten naar meetbare waarden. Bijvoorbeeld: het criterium ‘autonomie voor de leerling (het zelfstandig keuzes maken door de leerling)’ kun je moeilijk meten, maar je kunt wel kijken hoeveel keuzes leerlingen zelf kunnen maken. Kunnen ze zelf kiezen welk onderwerp ze willen doen? Kunnen ze zelf kiezen op welke manier ze de opdracht gaan uitvoeren? Et cetera. Pak de lijst met criteria voor een krachtige leeromgeving uit de Opdracht Criteria voor een krachtige leeromgeving erbij. Maak van die lijst vragen of stellingen die je gemakkelijk kunt aanvinken (wel aanwezig/niet aanwezig) of kunt kwantificeren (twee keuzemomenten, drie keuzemomenten enzovoort). Als je deze lijst goed maakt, scheelt dat veel tijd bij het observeren en analyseren van een les en het uitbrengen van adviezen.

ig

Bewaar deze lijst in je logboek. Je hebt hem nodig in de ontwerpfase en uitvoeringsfase van dit onderzoek.

Interview

yr

Opdracht 8

C

op

Werkmodel Interviewen <

In dit project ga je een leerkracht of docent interviewen. Het resultaat van een interview hangt sterk af van het soort vragen dat je stelt. Om het effect van verschillende soorten interviewvragen te testen, ga je een klasgenoot interviewen over zijn hobby’s. Je voert twee interviews uit bij één persoon. a. In het eerste interview maak je gebruik van gesloten vragen. Schrijf hieronder vijf gesloten vragen op die je kunt stellen. Zoek eventueel op internet op wat wordt verstaan onder gesloten interviewvragen.

11


tie

fb .v

b. Noteer nu vijf open vragen. Maak de vragen zo open mogelijk. Dus niet: ‘Heb je een hobby?’ Maar: ‘Wat doe je in je vrije tijd?’

.

Vooronderzoek

u' Ac

c. Voer nu beide interviews uit bij een klasgenoot. Wat valt je op?

d. Leg uit waarom interviews vaak veel open vragen bevatten.

C

op

yr

ig

ht

Ed

e. Noem een situatie waarin gesloten vragen geschikter zijn voor een interview.

Opdracht 9 Werkmodel Onderzoeksprotocol <

12

Schoolplein Koning Willem Alexander School.

Stappen van onderzoek Onderzoek voer je altijd uit volgens bepaalde stappen. Lees de stappen van het onderzoeksprotocol in Werkmodel Onderzoeksprotocol. Lees daarna de volgende casus.


Vooronderzoek

Een veilig schoolplein

u' Ac

tie

fb .v

.

De directeur van de Koning Willem Alexander School maakt zich zorgen. Er gebeuren de laatste tijd regelmatig ongelukken op het plein. Zo kwam er vorige week een schommel tegen het hoofd van een langsrennend kind en brak een ander kind zijn pols bij een val. Ook vliegt er nog weleens een voetbal door de ruit. De directeur besluit uit te zoeken of het schoolplein wel veilig genoeg is en wat hij kan doen om de veiligheid te verbeteren. Dat onderzoek voert hij in een paar stappen uit. Allereerst zoekt hij op welke veiligheidseisen er zijn voor een schoolplein en welke tips er worden gegeven voor het veiliger maken van het schoolplein. Daarvan maakt hij een analyselijst. Hij analyseert daarmee alle speeltoestellen op het plein en kijkt in een paar pauzes wat er precies gebeurt. Tot slot gaat hij in gesprek met ouders en leerkrachten die regelmatig als pleinwacht op het schoolplein zijn. De directeur komt erachter dat het schoolplein wel aan de officiĂŤle veiligheidseisen voldoet. Op basis van de interviews neemt hij een paar besluiten: er moet een zachtere ondergrond onder de speeltoestellen komen en er wordt een hek om de speeltoestellen geplaatst, zodat kinderen die tikkertje spelen en voetballen niet te dicht langs de speeltoestellen rennen. Tot slot wordt een deel van het plein een voetbalpleintje. De directeur doet een klein onderzoekje. Vul de stappen van het onderzoeksprotocol hieronder in.

Ed

Stap 1 a. Beginsituatie vaststellen

Stap 2 b. Wat is het doel van het onderzoek?

ig

ht

Stap 3 c. Wat is de probleemstelling?

Stap 5 e. Plan van aanpak OriĂŤntatie: wat weet je al?

C

op

yr

Stap 4 d. Wat is de hoofdvraag?

13


Vooronderzoek

fb .v

.

f. Ontwerp: hoe ga je het aanpakken?

g. Deelvragen:

u' Ac

tie

h. Planning:

Stap 6. Uitvoering In deze stap voert de directeur het onderzoek uit.

Welke conclusie trekt de directeur uit het onderzoek?

ht

i.

Ed

Stap 7. Gegevens verwerken De directeur werkt zijn gegevens uit.

Stap 8. Evaluatie van product en proces Vind je dat de directeur het onderzoek goed heeft uitgevoerd? Welke verbeterpunten zijn er?

yr

ig

j.

C

op

Opdracht 10

Artikel Alternatieve Presentatievormen < Werkmodel Presenteren <

14

Creatief presenteren Een presentatie kan al snel een beetje saai worden, vooral als de hele klas iets moet presenteren. Maar presentaties kunnen ook heel leuk zijn. In dit project word je uitgedaagd een leuke, creatieve presentatie te geven. Maar ook een leuke, creatieve presentatie moet aan een aantal eisen voldoen. a. Bekijk de informatie in Werkmodel Presenteren. Welke eisen worden hierin aan een goede presentatie gesteld? Maak voor jezelf een lijst in Word en vul die eventueel aan met je eigen ideeĂŤn.


Vooronderzoek

fb .v

.

b. Kijk nog eens naar de lijst die je hebt gemaakt. Welke eisen zijn in jouw ogen minder belangrijk voor een creatieve presentatie?

u' Ac

tie

c. Om te voorkomen dat presentaties saai worden, kun je een presentatie ook eens heel anders vormgeven. Bijvoorbeeld door er een klein toneelstukje van te maken, een verhaal te vertellen, door een filmpje te gebruiken als basis of attributen te laten spreken. Zoek eens op internet naar tips voor creatieve presentatievormen. In het Artikel ‘Alternatieve presentatievormen’ staan goede tips voor scholieren die een profielwerkstuk maken, maar er zijn ook allerlei blogs te vinden. d. Om te oefenen en ideeën te krijgen hoe je creatief kunt presenteren, ga je in tweetallen drie presentaties van 2 minuten voorbereiden. Dat doe je als volgt: bedenk een onderwerp waarover je een presentatie wilt houden. Het onderwerp mag je zelf verzinnen; bijvoorbeeld over je huisdier, je hobby, een leuke vakantie die je hebt gehad, je opleiding of je bijbaan.

ig

ht

Ed

e. Bereid een presentatie voor op de ‘gewone’ manier: maak een PowerPoint en vertel het verhaal. Gebruik de eisen voor een goede presentatie uit Werkmodel Presenteren. De presentatie mag maximaal 2 minuten duren. f. Bedenk nu twee andere manieren om binnen 2 minuten dezelfde boodschap over te brengen en bereid ook die presentaties voor. g. Zoek nu twee andere tweetallen op en doe voor elkaar de presentaties. h. Geef elkaar feedback. Welke presentatie vond je het duidelijkst? Welke presentatie vond je het leukst? Hoe kan het misschien nog leuker?

Wat heb je van deze opdracht geleerd? Aan welke eisen voldoet een creatieve presentatie volgens jou?

C

op

yr

i.

Opdracht 11

Werkmodel Logboek en Evaluatie <

Logboek Begin met het schrijven van het logboek, door de samenwerking tot zover te beschrijven: • Hoe is het samenwerken tot nu toe verlopen? • Wat ging goed en wat ging niet goed? • Wie heeft wat gedaan? Heeft iedereen een voldoende bijdrage geleverd? • Hebben jullie duidelijke afspraken gemaakt? Hoe is dit gegaan? Houd het logboek tijdens het project goed bij. De docent gebruikt het bij de beoordeling van het project.

15


Ontwerpfase

Ontwerpfase

Opdracht 1

fb .v

.

Je gaat nu zelf onderzoek doen naar de leeromgeving tijdens een les. Je kijkt daarbij naar de volledige leeromgeving, zoals materialen en middelen, inrichting van het lokaal, werkvormen, maar ook naar de rol van de leerkracht of docent in de les. Volg de volgende stappen om het onderzoek op te zetten. Je maakt gebruik van literatuuronderzoek, een observatie en een interview. Het zou mooi zijn als je leerkrachten uit het basisonderwijs kunt interviewen en een van hun lessen mag observeren en analyseren. Als dat lastig is, mag je ook docenten van je eigen school vragen voor het interview en een les van hen observeren en analyseren.

Een onderwerp en proefpersoon kiezen

tie

Voordat jullie met het project kunnen beginnen, moeten jullie bepalen welke les jullie gaan observeren. Jullie mogen zelf een les kiezen, maar het moet wel gaan om een les waarbij jullie aanwezig kunnen zijn. Ook moet de leerkracht willen meewerken aan een interview.

Ed

b. Bij welke docent?

u' Ac

Probeer een les op een basisschool bij te wonen. Mocht dat niet lukken, dan mag je het ook op je oude middelbare school vragen, of aan een van de docenten van jullie huidige school. Overleg eventueel met je docent en beantwoord de vragen. a. Op welke school gaan jullie een les analyseren?

c. In welke klas?

ht

d. Bij welke les?

ig

e. Wanneer gaan jullie daarheen?

yr

Laat dit goedkeuren door je docent.

C

op

Opdracht 2

Hoofd- en deelvragen formuleren Voordat je daadwerkelijk gaat beginnen met het uitvoeren van je onderzoek, moet je eerst een hoofdvraag formuleren. Dit is de centrale onderzoeksvraag die je met behulp van je hele onderzoek wilt beantwoorden. Vervolgens stel je deelvragen op. Drie van de deelvragen die je opstelt, ga je beantwoorden aan de hand van je literatuurstudie. De twee andere deelvragen beantwoord je met behulp van de resultaten uit je observatie en het interview. Let op: de resultaten van de deelvragen van de literatuurstudie kunnen belangrijke input vormen voor het opstellen van je observatielijst en interviewvragen. a. Formuleer de hoofdvraag voor je onderzoek:

16


Ontwerpfase

fb .v

.

b. Deelvragen: Formuleer drie deelvragen die je gaat beantwoorden met behulp van de literatuurstudie:

c. Formuleer twee deelvragen die je gaat beantwoorden met behulp van de observatie en het interview.

Om antwoord te kunnen geven op de deelvragen die je hebt opgesteld voor je literatuurstudie, moet je op zoek naar literatuur. a. Bedenk nu welke zoekwoorden je kunt gebruiken om de informatie die je nodig hebt te vinden. Noteer die zoekwoorden. Je kunt ook meerdere zoekwoorden combineren.

Ed

Website Google Scholar <

Literatuurstudie: deelvragen beantwoorden

u' Ac

Opdracht 3

tie

Bespreek je hoofd- en deelvragen met de docent en vraag om goedkeuring.

ig

ht

b. Ga nu op zoek naar bronnen. Gebruik bijvoorbeeld de Website Google Scholar. Zoek minimaal vier recente bronnen (van de laatste vijf jaar) voor het beantwoorden van je deelvragen. Noteer de bronnen die je gevonden hebt (plak de link even in een document), dan hoef je later niet alles terug te zoeken. c. Schrijf een verslag van 1000 tot 1500 woorden waarin je het antwoord op je deelvragen beschrijft. In dit verslag komen minimaal tien kenmerken van een krachtige leeromgeving aan de orde. Dit verslag vormt het hoofdstuk ‘Theoretische achtergrond’ van je onderzoeksopzet en onderzoeksverslag.

Het onderzoek opzetten

yr

Opdracht 4

op

Werkmodel Onderzoeksprotocol <

Maak een onderzoeksopzet met behulp van Werkmodel Onderzoeksprotocol. Vermeld hierin in ieder geval: • de achtergronden van het onderzoek (welk probleem is er?) • de inleiding, met daarin de hoofd- en deelvragen • de theoretische achtergrond, met daarin de uitkomsten van je literatuuronderzoek

C

Werkmodel Interviewen <

17


Ontwerpfase

de werkwijze: wie ga je interviewen, welke les ga je analyseren en hoe ga je dat aanpakken? Dit doe je met behulp van de meetinstrumenten: – Maak een analyselijst op basis van de theoretische achtergrond. Beschrijf hoe je dat hebt aangepakt (welke zoekwoorden heb je bijvoorbeeld gebruikt?) en voeg de analyse als bijlage toe aan je plan van aanpak. – Beschrijf je meetinstrument (observatie-analyse/interview) zo precies mogelijk. Beschrijf in ieder geval wie je gaat interviewen en waar, hoe je deze persoon benadert en hoe je de interviews opneemt. Maak gebruik van Werkmodel Interviewen. – Stel bij wijze van proef de interviewvragen aan een klasgenoot of familielid. Zo kom je erachter of je vragen wel duidelijk genoeg zijn. – Voeg de vragen die je gaat stellen toe als bijlage. Gebruik bij het opstellen van de vragen Werkmodel Interviewen. Maak ook bij het maken van de interviewvragen gebruik van de theoretische achtergronden die je hebt opgezocht. Ook beschrijf je de resultaatverwerking: hoe ga je de resultaten verwerken? Worden het tabellen of grafieken of nog iets anders? een hoofdstuk met de resultaten van het onderzoek een hoofdstuk met de conclusie van het onderzoek en een hoofdstuk met de aanbevelingen.

Opdracht 5

In de voorbereiding heb je al nagedacht over de eisen aan een presentatie en creatieve manieren om een presentatie te houden. Als je je onderzoek hebt uitgevoerd, moet je de aanbevelingen die daaruit voortkomen, presenteren aan de docent of leerkracht die je hebt geïnterviewd, aan je eigen docent en aan een aantal klasgenoten. Je hoeft in deze presentatie niet te vertellen hoe je het hele onderzoek hebt uitgevoerd. Het gaat erom dat je laat zien hoe de les die je hebt geanalyseerd verbeterd kan worden, zodat er een nog krachtiger leeromgeving ontstaat. a. Maak met je groepsgenoten een overzicht van mogelijke manieren om de presentatie te houden. Probeer het desnoods al kort even uit met een paar zelfverzonnen aanbevelingen. b. Welke manier van presenteren gaan jullie gebruiken? Beschrijf deze kort.

C

op

yr

ig

ht

Ed

Werkmodel Presenteren <

Creatieve presentatie

u' Ac

• • •

tie

fb .v

.

18


Voorbereidingsfase

Voorbereidingsfase Opdracht 1

fb .v

.

De voorbereiding is belangrijk voor een goed verloop van het project. Doorloop deze stappen dus op tijd en overleg met je docent als je twijfelt of vastloopt.

Interview voorbereiden

Maak een afspraak met de leerkracht of docent die je wilt interviewen. Leg uit dat je interview over een les gaat en dat je die les dus ook graag wilt observeren. Spreek af wanneer je dat doet. Vergeet niet het interview op te nemen, bijvoorbeeld met je telefoon. Bedank de deelnemer voor zijn of haar tijd.

Opdracht 2

Overleg met je docent en degene die je gaat interviewen waar en wanneer je de aanbevelingen uit je onderzoek gaat presenteren. De presentatie mag 5 tot 10 minuten duren. Bekijk Werkmodel Feedback geven. Maak met behulp van dit formulier een nieuw feedbackformulier, dat past bij jullie presentatie en presentatievorm en dat je docent en andere toehoorders kunnen invullen. Formuleer hierop de zaken die jij belangrijk vindt bij een goede presentatie. Laat dit feedbackformulier goedkeuren door je docent en zorg dat je er voldoende beschikbaar hebt tijdens je presentatie.

Feedback is een cadeautje, want je kunt ervan leren!

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

Werkmodel Feedback geven <

Feedbackformulier presentatie maken

tie

Werkmodel Interviewen <

19


Realisatiefase

Realisatiefase Onderzoek uitvoeren

fb .v

Opdracht 1

.

Jullie kunnen nu beginnen met het uitvoeren van het onderzoek.

a. Begin, terwijl je wacht op je afspraken voor de interviews en analyse, alvast met het schrijven van het onderzoeksverslag. De inleiding, theoretische achtergrond en werkwijze kun je bijvoorbeeld al schrijven. Gebruik daarbij de informatie uit je onderzoeksopzet.

Werkmodel Interviewen <

Tip: hier kun je dus al de eerste deelvragen (gericht op de theorie) gaan beantwoorden.

u' Ac

tie

b. Observeer een les van degene die je hebt geïnterviewd. Bekijk het gebruikte materiaal en analyseer de leeromgeving met behulp van de observatie- en analyselijst uit je onderzoeksopzet. c. Schrijf de interviews uit en verwerk de resultaten van de analyse, bijvoorbeeld met behulp van Excel. Voeg een samenvatting van de interviews en de grafieken of tabellen van de resultaten toe aan je verslag. Tip: hier kun je dus de overige deelvragen (gericht op de praktijk) gaan beantwoorden.

Opdracht 2

Ed

d. Trek nu een conclusie. Beantwoord de hoofdvraag en formuleer minimaal drie aanbevelingen voor het verbeteren van de leeromgeving bij de les die je hebt geobserveerd. Beschrijf de conclusie en minimaal drie aanbevelingen in het verslag. e. Voeg tot slot een voorblad en een inhoudsopgave toe aan het verslag.

Presentatie voorbereiden

In je verslag heb je aanbevelingen opgeschreven voor het verbeteren van de leeromgeving. Maak op basis van deze aanbevelingen een creatieve presentatie van 5 à 10 minuten.

ig

Werk het logboek bij: • Hoe is het samenwerken verlopen? • Wat ging goed en wat ging niet goed? • Wie heeft wat gedaan? Heeft iedereen een voldoende bijdrage geleverd? • Hebben jullie je aan de afspraken en de planning gehouden? Waardoor werden eventuele afwijkingen veroorzaakt?

C

op

yr

Werkmodel Logboek en Evaluatie <

Logboek bijwerken

ht

Opdracht 3

20


Oplevering

Oplevering Opdracht 1

Onderzoeksverslag inleveren

Opdracht 2

fb .v

.

Lever het onderzoeksverslag in bij je docent en bij de docent of leerkracht die je hebt geĂŻnterviewd. Zorg dat je verslag er verzorgd uitziet en dat alle onderdelen die een verslag hoort te bevatten, aanwezig zijn.

Aanbevelingen presenteren

Opdracht 3

tie

Presenteer de aanbevelingen voor een krachtiger leeromgeving zo creatief mogelijk in 5 Ă 10 minuten. Vergeet niet het feedbackformulier dat je in de voorbereiding hebt gemaakt uit te delen. Voeg de feedbackformulieren toe aan je logboek en gebruik ze bij de evaluatie.

Werkmodel Presenteren <

Evaluatie

Bedenk een moment of situatie tijdens het werken aan het project waarvan je nu vindt dat je het in het vervolg anders zou moeten aanpakken. Kijk terug en doe dit met behulp van Werkmodel STARRT-methode. Lever het reflectieverslag in bij je docent.

C

op

yr

ig

ht

Werkmodel STARRT-methode <

Reflecteren

Ed

Opdracht 4

u' Ac

Evalueer met elkaar het project en doe hiervan verslag in het logboek met behulp van Werkmodel Logboek en Evaluatie. Lever het logboek in bij je docent.

Werkmodel Logboek en Evaluatie <

21


ht

ig

yr

op

C

.

fb .v

tie

u' Ac

Ed


ht

ig

yr

op

C

.

fb .v

tie

u' Ac

Ed


ht

ig

yr

op

C

.

fb .v

tie

u' Ac

Ed


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.