Een kwestie van vertrouwen. Door: Mariëtte Lusse

Page 10

Inleiding

‘Want voor goed nieuws bellen ze niet’

Stelt een moeder als ze vertelt dat ze het Spaans benauwd kreeg iedere keer als ze het nummer van de school van haar dochter in het display van haar telefoon zag verschijnen. ‘Ik dacht, dan er is weer slecht nieuws. Dat voel je gewoon, want voor goed nieuws bellen ze niet. Ja, stel je voor, dan blijven ze bellen…. Dat zie je gewoon op het rapport. Maar als het fout gaat, word je gewoon echt gebeld’.

Een moeder met een dochter op een andere school vertelt: ‘Misschien drie, vier keer per week heb ik zo’n telefoontje gekregen. Op een gegeven moment dacht ik een keertje -ik ben een heel rustig persoon- heb ik echt een keertje door de telefoon gezegd: hou nu op, genoeg! Ik wil geen telefoontje meer van de school’.

Beide moeders zijn van Turkse origine en uit de interviews blijkt dat zij zeer betrokken zijn bij hun kind en veel moeite doen om hun dochters te steunen in de schoolloopbaan. De dochters in kwestie hebben zich echter om verschillende redenen een tijdje niet goed gedragen op school. De moeders schetsen hoe zwaar het contact met school hun gevallen is in de periode dat het niet goed ging met hun dochter. Eén van de moeders zegt hierover: ‘Dus iedere keer ging ik naar school om het verhaal af te luisteren, wat heel negatief was over mijn dochter (…). Dus ik was degene die alleen de problemen moest opvangen en al die telefoontjes en de gesprekken op school’.

Ondanks alle moeilijkheden heeft de ene moeder de school als steun ervaren en de andere niet. Wat maakt nu dat ouders en school voldoende vertrouwen in elkaar hebben om in moeilijke omstandigheden naast elkaar te kunnen staan in het belang van het kind? In het geval van deze beide meisjes lijkt het redelijk goed af te lopen. Hoewel de ene leerling tijdelijk in een onderwijsopvangvoorziening is geplaatst, heeft zij haar opleiding daarna vervolgd op de school waar ze vandaan kwam. Wel is ze een jaar blijven zitten. De andere leerling is na veel conflicten van school veranderd. Hoewel ze in de brugklas op de havo is begonnen, zit zij op het moment dat haar moeder dit vertelt in een vmbo-kaderklas op een nieuwe school. In beide gevallen had de situatie beter kunnen zijn, maar had het ook slechter kunnen aflopen. De meisjes volgen in elk geval nog een opleiding en dat is toch het minimale wat zowel ouders als de samenleving willen bereiken: dat kinderen een diploma halen waarmee ze een goede start hebben op de arbeidsmarkt. Deze beide meisjes hebben bovendien een ouder die hen steunt en de steun die kinderen thuis krijgen is voor het behalen van het diploma van groot belang. De vraag is welke steun ouders, zeker ouders met een laag inkomen en opleidingsniveau, van school nodig hebben om zo goed mogelijk bij te kunnen dragen aan een succesvolle schoolloopbaan van hun kind. Daar vloeit de volgende vraag uit voort: ‘hoe kunnen scholen het contact met ouders zodanig vormgeven dat dit bijdraagt aan preventie van schooluitval’. Dit proefschrift is een zoektocht naar het antwoord op deze vraag. Het is een relevante vraag omdat zowel onderzoekers als beleidsmakers suggereren dat de betrokkenheid van ouders een rol speelt in preventie van schooluitval, maar nog niet goed lijken te weten hoe dat er dan in de praktijk uit moet zien. Vooralsnog leidt de vraag waar scholen ouders nu precies bij

9


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.