Impactonderzoek Rotterdamse initiatieven

Page 1

IMPACTONDERZOEK DE IMPCT VAN ROTTERDAMSE INITIATIEVEN

Colofon

Dit rapport is zorgvuldig samengesteld. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar worden gemaakt in enige vorm of op enige wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Vormgeving: Marjon Schrama

© september 2022, Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie www.emiopzuid.nl emiopzuid@hr.nl

2 | IMPACTONDERZOEK

In opdracht van gemeente Rotterdam

Uitgevoerd door: Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie (EMI) & Impact Centre Erasmus (ICE)

Impactonderzoek naar de effecten van initiatieven ondersteund door gemeentelijke instrumenten in 2018/2019

Inhoud

Voorwoord

1. Samenvatting en aanbevelingen 6

Gemeentelijke instrumenten 6

CityLab010 6

Sterker door Nieuwe Ideeën 6

Definitie van impact 7

Aanbevelingen 7 Routes 7

Ondersteuning op outcomes 8 Duidelijke afspraken 8

2. Vraagstelling 12

1: Wat is de maatschappelijke impact van de initiatieven op de stad Rotterdam? 12

2: Wat zijn succes- en faalfactoren die deze impact beïnvloeden? 13

3. Hoe kan de maatschappelijke waarde van initiatieven in Rotterdam getoond (en eventueel: gestuurd) worden? 16

SDG’s en CityLab010 16

3. Impact initiatieven 18

3.1 Sociale impact | PEOPLE 19

Casus 1 | Achter ons Masker 20

Casus 2 | Jan van der Ploeg meets Piet Roovers 21

Casus 3 | Het Dijkhuis 22

3.2. Ecologische impact | PLANET 23

Casus 4 | Tomatentextiel 25

Casus 5 | New State of Matter (Good Fashion Friend) 26

Casus 6 | Dakdorpen Collectief 27

3.3 Economische impact | PROSPERITY 28

Casus 7 | Firmhouse VentureLab 30

Casus 8 | HopstaGo 31

Casus 9: Curlingbaan Rotterdam 32

4. Succesfactoren en barrières 33

Vaardigheden 33

Samenwerking 33

Creëren van vertrouwen 33

Bureaucratische processen 34

Financiën 34

Continuïteit 34

5. Tonen van impact en sturen op impact 35

6. Aanbevelingen en vervolgonderzoek 37

4 | IMPACTONDERZOEK - inhoud
5

Voorwoord

Voor u ligt een verkort onderzoeksrapport over de impact van 114 Rotterdamse initiatieven in 2018/2019 ondersteund door gemeentelijke instrumenten met als doel om burgerparticipatie te vergroten. Het onderzoek volgt op een onderzoek van de Rotterdamse rekenkamer in 2020 over de gemeentelijke ondersteuning van burgerinitiatieven in Rotterdam. Doel is om inzichtelijk te maken wat de toegevoegde waarde is van Rotterdamse initiatieven voor de stad en hoe daarvan de impact gemeten kan worden.

Aan de hand van twee vragen stippen we een aan tal inzichten aan die zijn opgedaan en hoe impact meting in de toekomst vorm kan krijgen. We sluiten af met drie redenen om door te gaan met gemeen telijke instrumenten als Citylab010 en Sterker door Nieuwe ideeën

1. Hoe monitor je de impact van Rotterdamse initiatieven?

Als het gaat om het tonen van impact, dan blijkt dat veel initiatieven een maatschappelijke doelstelling hebben en zich inzetten vanuit deze doelstelling. Voor gedegen en vergelijkbaar impactonderzoek is het echter noodzakelijk dat deze doelstellingen voldoende scherp zijn geformuleerd. Voor veel initiatieven is dat niet het geval, wat het meten en vergelijken van impact over de initiatieven heen bemoeilijkt. Daarmee is het lastig om een strak onderscheid te definiëren tussen activiteiten, outputs, bereik en impact van initiatieven, aldus de onderzoekers. Dit biedt een kans voor verbetering in de huidige uitvoering om de impact beter in kaart te brengen. Met de kanttekening dat de laagdrem peligheid om bewoners nieuwe ideeën aan te laten dragen op gespannen voet met een scherpe defini tie van maatschappelijke impact.

Door onderzoek is het mogelijk initiatieven te vol gen om te zien of de maatschappelijke beoogde impact anders is dan a) aanvankelijk werd gedacht, b) de activiteiten zijn aangepast, c) de directe resultaten van die activiteiten anders blijken te zijn. Daarmee krijg je inzicht in de impact en versterk je het leerproces bij de initiatiefnemers.

Dergelijke onderzoeken kunnen door studenten worden uitgevoerd om enerzijds studenten te betrekken bij de stad en anderzijds om de kosten te beperken.

2. Wat leveren Rotterdamse initiatieven op voor de stad?

In het onderzoeksrapport wordt een aantal cases beschreven waaruit de impact blijkt.

We constateren grote verschillen tussen initia tieven. Dit komt door a) de verscheidenheid aan initiatieven, b) de weerbarstigheid om plannen uitgevoerd te krijgen en c) vertraging in de uitvoering mede als gevolg van COVID-19.

De grote diversiteit in doelstellingen en impactge bieden van de initiatieven maakt het lastig om de impact te aggregeren tot één (stad)niveau. Het is te vergelijken met een fruitmand vol verschillende activiteiten die initiatieven uitrollen in de stad.

We zien dat bewoners worden betrokken bij stads opgaves. Dit brengt nieuwe (informele) verbindin gen tot stand waarin de systeemwereld en de leef wereld van bewoners zijn vertegenwoordigd. Een wisselwerking over plannen tussen ambtenaren en initiatiefnemers bevordert het leren over de stad.

Drie redenen om door te gaan met gemeentelijke instrumenten

1. Bied ruimte om de leefwereld van bewoners te betrekken bij stadsopgaves.

2. Zorg voor verbinding tussen de systeemwereld en de leefwereld.

3. Draag bij aan het realiseren van nieuwe ideeën voor de stad.

Wij danken iedereen die heeft meegewerkt aan het tot stand komen van dit onderzoeksrapport. Bijzondere dank gaat uit naar de onderzoekers (Marit Schouten en Prof. Dr. Karen Maas van ICE en Tasneem Sadiq (HR/RSM) voor hun inzet en toewijding en de respondenten voor hun medewer king aan dit onderzoek.

We nodigen de lezer uit het rapport te lezen!

René Bouwmeester (CityLab010) Gert-Jan van der Maas (EMI-HR) augustus 2022

IMPACTONDERZOEK - voorwoord | 5

1. Samenvatting en aanbevelingen

De Rotterdamse rekenkamer heeft in 2020 een onderzoek gepubliceerd over de gemeentelijke ondersteuning van burgerinitiatieven in Rotterdam1. De hoofdconclusie is overwegend positief, maar de onderzoekers zien ook dat er weinig evaluatieonderzoek plaatsvindt en daardoor niet geleerd wordt van succes- en faalfactoren. Deze conclusie wordt ondersteund door een publicatie in NRC Handelsblad2, waarin ook kritische geluiden vanuit de oppositie worden opgetekend. Deze actualiteit heeft mede ertoe geleid dat de gemeente, in het bijzonder de afdeling Kennis, Projecten & Innovatie van het cluster Dienstverlening (KPIDV), een beeld wil hebben van de impact van gemeentelijke instrumenten gericht op burgerinitiatieven.

Gemeentelijke instrumenten

De gemeente Rotterdam heeft een aantal instru menten die ingezet worden met als doel om bur gerparticipatie te vergroten. Het grootste instru ment is CityLab010. Andere instrumenten zijn het Initiatieven Loket (Right-to-Challenge/Cooperate) en Sterker door Nieuwe Ideeën. Vanwege onvol doende response vanuit initiatieven van het Initiatieven Loket en in verband met een alternatief evaluatieproces, richt deze rapportage zich op CityLab010 en Sterker door Nieuwe Ideeën. In figuur 1 worden de gemiddelde en mediaan bedra gen van beide instrumenten weergegeven.

CityLab010

CityLab010 is een stimuleringsprogramma van de gemeente Rotterdam dat tot doel heeft om burger participatie te vergroten. Organisaties, burgers en burgercollectieven kunnen een initiatief indienen die waarde toevoegt voor de stad Rotterdam. Er is jaarlijks een bedrag van ongeveer 3 miljoen euro beschikbaar voor projecten die voldoen aan de gestelde doelen. Geaccepteerde projecten krijgen, naast financiële ondersteuning, ook begeleiding van coaches en maatschappelijk betrokken part ners, zijnde kennis, coaching en netwerk. Alle projecten dienen sociaal-maatschappelijk relevant te zijn voor de stad Rotterdam. De scope varieert

1 Rekenkamer Rotterdam. (2020). Burgers op de bres: Onderzoek naar gemeentelijke ondersteuning van burgerinitiatieven. https://rekenkamer.rotterdam.nl/burgers-op-de-bres/

2 Kooyman, M. (2020, november 27). Nieuwe winnaars bekend in het Rotterdamse plannenlaboratorium. NRC. https:// www.nrc.nl/nieuws/2020/11/27/waartoe-dient-het-plannen- laboratorium-van-de-stad-a4021424

en aanbevelingen

Figuur 1: Gemiddelde en mediaan verleende bedragen (totaal + per instrument)
6 | IMPACTONDERZOEK - samenvatting

SPELREGELS CITYLAB010

CityLab010 is op zoek naar innovatieve oplossingen om van Rotterdam een nóg betere, leukere, sterkere stad te maken! We investeren in vernieuwing op het gebied van duurzaamheid, circulariteit en digitalisering. We investeren in creatieve, maatschappelijke oplossingen. We zien cultuur en ontwerp als innovatiemotor en beoordelen de mate waarin ze bijdragen aan de maatschappelijke opgaven in de stad, zoals hieronder beschreven. We hebben maar één doel, om sterker uit de crisis te komen dan we erin gingen. De bepaling van de maatschappelijke bijdrage van een aanvraag wordt beoordeeld in welke mate een initiatief op een vernieuwende manier bijdraagt aan het sterk uit de Covid19-crisis komen van Rotterdam en betrekking heeft op: Nieuwe toekomstbestendige economie

• Werkgelegenheid voor kwetsbare groepen

• De mogelijkheden voor individuele of groepen Rotterdammers om mee te doen aan de Rotterdamse samenleving

• Het vrij, veilig en prettig kunnen bewegen of verblijven in Rotterdam

van lokaal op straat/wijkniveau tot stadniveau met mogelijkheden voor uitbreiding naar andere ste den.

Sterker door Nieuwe Ideeën

Sterker door Nieuwe Ideeën is een platform voor inwoners en ondernemers van Hoek van Holland, Pernis en Rozenburg. Via het platform konden alle inwoners boven de 18 jaar van de drie gebieden plannen indienen voor verbeteringen. Dit kon zijn in de vorm van het bieden van ondersteuning, praktische oplossingen voor problemen in het gebied of een idee dat inspeelt op een behoefte van hun straat, wijk of gebied. Het platform bracht inwoners, ondernemers en ideeën bij elkaar. Daarbij werd aan elke indiener gevraagd voor de uitvoering samen te werken met lokale ondernemers voor de realisatie van het plan. Voor elk gebied was een totaal van € 50.000,beschikbaar, waarbij elk ingediend plan maximaal € 7.500,- mocht aanvragen vanuit het platform.

Definitie van impact

Er is grote diversiteit binnen de initiatieven hoe en op welk niveau zij hun impact definiëren. In de wetenschap is het woord ‘impact’ voorbehouden aan langetermijneffecten, waarin een keten wordt gemaakt van activiteit, naar outputs, naar effecten (outcomes), naar impact. Wanneer gevraagd wordt hun impact aan te geven, benoemen initiatiefne mers veelal het bereik, de output en/of korteter mijneffecten. Uit interviews blijkt dat veel initiatief nemers onbekend zijn met deze keten en niet in

staat zijn hun (gewenste/verwachte/gerealiseerde) impact te definiëren. Daarnaast is het lastig om achteraf impact te bevragen als initiatieven dit niet gedurende de uitvoer van hun initiatief hebben gemonitord of gemeten. Veel initiatieven doen dan een inschatting van de effecten of delen hun per ceptie over de verandering die het initiatief teweeg heeft gebracht. Impact dient in dit onderzoek dan ook gelezen te worden als een bundeling van (gewenste/verwachte/gerealiseerde) effecten die optreden door uitvoer van een activiteit en beslaat zowel output, bereik en outcomes.

Aanbevelingen

Samengevat luiden deze als volgt.

Routes

In essentie zijn er twee routes te onderscheiden van impactmeting van de instrumenten:

1. Van tevoren impactdoelstellingen definiëren waar initiatieven zich aan moeten committeren en hier strak op sturen. Het voordeel hiervan is dat er vooraf bepaalde, meetbare en vergelijkbare impact kan worden beoogd, over het instrument heen. Hierdoor is men in staat de opgetelde effecten van de ondersteunde initiatieven samen te voegen tot een totale impact van het instrument op de stad Rotterdam op concrete doelstellingen. Initiatieven zijn daarmee goed vergelijkbaar op basis van dezelfde kosten-batenanalyse. Het grote nadeel is dat er weinig ruimte is voor initiatieven om eigen problematieken en

- samenvatting en

IMPACTONDERZOEK
aanbevelingen | 7

gewenste outcomes aan te dragen.

Voor- en nadelen:

+ Geeft totale impact instrument weer

+ Zicht op concrete doelstellingen

+ Initiatieven vergelijken

- Weinig ruimte aan initiatieven om eigen pro blematieken / outcomes aan te dragen.

van relatief simpel en eenvoudig, tot robuust en compleet. Het Groeipad kan ook worden gehan teerd door de coaches en juryleden door in het begin redelijk simpel te kijken naar impact en het lerend vermogen stimuleren en later in het proces te gebruiken als een soort beoordelingsinstrument.

Ondersteuning op outcomes

In toenemende mate de initiatieven gaan onder steunen op basis van gewenste outcomes in plaats van op uit te voeren activiteiten. Nu maken initiatie ven een activiteitenplan, waarbij de taak bij de jury ligt om een redelijke inschatting te maken of het plan voldoende aannemelijk de gewenste effecten gaat hebben. Een volgende stap is dat initiatieven

2. Aan de voorkant initiatieven ondersteunen over hoe zij hun impact kunnen definiëren en in kaart kunnen brengen. Deze route lijkt beter te passen bij de wens van CityLab010 om initiatieven de ruimte te geven en de energie van de stad te volgen in plaats van te bepalen. Voordeel van deze route is dat ruimte wordt gelaten voor elk initiatief om zelf te definiëren, leren en te meten. Dit kan initiatieven helpen om ook bredere partners en financiering aan te trekken. Dit is een manier van burgerparticipatie en vertrouwen in de stad en haar bewoners. Nadeel is dat de impact van de initiatieven niet samen te voegen is tot een geaggregeerd verhaal voor de stad. Daarnaast kunnen initiatieven slechts zeer beperkt met elkaar vergeleken worden. Dit kan lastiger zijn qua jurering en centrale verantwoording van het instrument.

Voor- en nadelen:

+ Elke route bepaalt eigen impact en leervra gen

+ Biedt ruimte voor aantrekken andere finan ciers

+ Focus op burgerparticipatie & vertrouwen Impact niet optelbaar

- Initiatieven lastig vergelijkbaar. Dit kan lasti ger zijn qua jurering en centrale verantwoor ding van het instrument.

Eén van de hulpmiddelen die voor dit laatste ingezet kan worden in de support is de creatie van een zogenaamd Groeipad, bijvoorbeeld het Impactpad3. Hierbij kunnen initiatieven bezien waar ze staan op hun proces van impactmanagement:

Zie www.impactpad.nl

W
elke effecten hebben de initiatieven en hoe telt dit op tot effect op stad/burgerparticipatie?”
8 | IMPACTONDERZOEK - samenvatting en aanbevelingen
3

hun gewenste effecten expliciet maken en hoe aannemelijk ze zijn. Een soort impactplan (i.p.v. een activiteitenplan). Dit maakt ook duidelijk(er) aan initiatieven dat activiteiten mogen verande ren als dezelfde impact bereikt blijft. De SDG’s (Sustainable Development Goals, zie pagina 16) kunnen gebruikt worden als inspiratie voor het for muleren van gewenste effecten. Thema’s zijn nog altijd mogelijk mits goed afgebakend met heldere outcome-doelstellingen. Een dergelijke indeling kan tevens aanleiding geven na te denken over de wenselijkheid om à priori een gewenste verdeling van de financiële middelen vast te stellen voor de verschillende impactdimensies. Daarmee kan sturing worden gecreëerd in de gewenst impact of outcome op stadsniveau.

Duidelijke afspraken

Maak aan de voorkant duidelijke afspraken met initiatieven over de regie, doelstellingen en leer vragen van een impactmeting, inclusief of en zo ja hoe deze meting meeweegt in de financiële afre kening met het initiatief. Hierin is het aan te raden een lerend perspectief op impactmanagement aan te nemen. Daarnaast biedt het meer kans voor volledig onderzoek naar de effecten van de ondersteuning, instrumenten en initiatieven in het algemeen.

IMPACTONDERZOEK - samenvatting en aanbevelingen | 9

Infografics

Impact op bereik

Initiatiefnemers geven aan in totaal 339.459 men sen te (gaan) bereiken met hun project4 67% van het bereik is reeds gerealiseerd door afgeronde projecten.

Gemiddeld bereik per initiatief is 9.175 (niet-unieke) personen.

Impactdimensies

Als we kijken naar de (combinatie van) impactdi mensies die de initiatieven nastreven, dan zien we het volgende beeld

• 83 projecten (73%) richten zich op impactdimensie ‘sociaal’. Van deze initiatieven richten 63 projecten zich enkel op deze dimensie, 8 op een combinatie van sociaal & ecologisch, en 9 op sociaal & economisch.

• 26 projecten (23%) richten zich op impactdimensie ‘economisch’, waarvan 5 exclusief op deze dimensie, 9 op economisch & ecologisch gecombineerd, en eveneens 9 op economisch & sociaal.

• 34 projecten (30%) richten zich op ‘ecologisch’, waarvan 14 zich enkel richten op deze dimensie, 9 op economisch & ecologisch, en 8 op sociaal & ecologisch.

Status initiatieven (per juni 2021)

• Het grootste gedeelte van alle initiatieven (72%) richt zich op slecht één impactdimensie, waarvan de meeste op sociaal, en 23% richt zich op twee dimensies. Er zijn maar 3 initiatieven die zich richten op alle drie de impactdimensies. De resterende 3 initiatieven konden niet op impactdimensie worden gecategoriseerd.

Een van de initiatieven die behoren tot de 46% die zijn afgerond, is het project ‘Achter ons Masker’, dat tot doel had om ervaringsverhalen op te teke nen van gewone burgers uit Rozenburg. Daartoe zijn 28 Rozenburgers geïnterviewd. De afsluiting van het project was in de vorm van de publicatie van een boek en een programma met ongeveer honderd aanwezigen.

Verdeling van initiatieven over de impactdimensies

4 Eén entry van 10.000.000 is door onderzoekers verwijderd vanwege de hoge mate van afwijking.

Gemiddeld verleend bedrag t.o.v. verdeling impactdimensies

10 | IMPACTONDERZOEK - samenvatting en aanbevelingen
43% tussen 0 en 500 personen 19% meer dan 5.000 personen 38% tussen 501 en 5.000 personen 22% 30% 46% 2% in voorbereiding in uitvoering afgerond niet doorgegaan

In het kader van dit onderzoek, zijn 3 casussen besproken die zich bevinden op impactdimensie ‘sociaal-maatschappelijk’, 3 projecten op impactdi mensie ‘economisch’ en ook 3 projecten op dimen sie ‘ecologisch’

Impact op SDG’s

De lokale focus van de gemeentelijk instrumenten komt tot uiting in de verdeling van de initiatieven over de SDG’s:

Echter alleen SDG12 staat ook in de top 5 SDG’s o.b.v. verleende bedragen.

SDG11 (Duurzame steden en gemeenschappen)

SDG8 (Waardig werk en economische groei)

SDG3 (Gezondheid & Welzijn)

SDG4 (Kwaliteitsonderwijs

SDG12 (Verantwoorde consumptie en productie)

Eén van de projecten richt zich primair op SDG12: Tomatentextiel.

Impact en afhankelijkheid

22% is slechts voor specifieke activiteiten afhankelijk van gemeentelijke financiering

70% is voor de helft of volledig afhankelijk te zijn van gemeentelijke financiering

49% van de projecten hebben een verdienmodel en genereren omzet.

Curlingbaan Rotterdam zou niet gerealiseerd zijn zonder de bijdrage vanuit CityLab010. Naar eigen zeggen is dit de enige schaatsbaan in Nederland die winst maakt.

Thematische indeling van initiatieven en gemiddeld verleend bedrag per thema

IMPACTONDERZOEK - samenvatting en aanbevelingen | 11
31 2117 16 15

2. Vraagstelling

Het doel van dit rapport is om antwoord te geven op de vraag: Wat is de impact van de initiatieven die worden ondersteund door (1) CityLab010, (2) Initiatieven Loket en (3) Sterker door Nieuwe Ideeën (SDNI) voor de gebruikers van het initiatief en de maatschappij?

De onderliggende onderzoeksvragen luidden als volgt:

1. Wat is de maatschappelijke impact van de initiatieven op de stad Rotterdam (eventueel gelinkt aan SDG’s)?

2. Wat zijn succes- en faalfactoren die deze impact beïnvloeden (en hoe kan de gemeente Rotterdam hier een faciliterende rol in spelen)?

3. Hoe kan de maatschappelijke waarde van initiatieven in Rotterdam getoond (en eventueel: gestuurd) worden?

1. Wat is de maatschappelijke impact van de initiatieven op de stad Rotterdam?

De overall conclusie luidt dat de impactvraag lastig te beantwoorden is. Ten eerste vanwege de loop tijd van de initiatieven: 52%5 van de initiatieven uit 2018/2019 is nog steeds in voorbereiding en/ of uitvoeringsfase. Ten tweede is het lastig om de impact te aggregeren tot één (stad)niveau vanwege de grote diversiteit in doelstellingen en impactgebieden van de initiatieven. Een voor waarde voor effectieve impactmeting is dat het inzichtelijk is op basis van welke impactgebied(en) de initiatieven worden gehonoreerd. Gedurende dit onderzoek werd opgemerkt dat de honorering heeft plaatsgevonden op basis van het type activiteiten in plaats van de impactgebieden c.q. outco me-doelstellingen. Dit maakt het lastig om achteraf impact te meten, anders dan op basis van een zelf rapportage met uiteenlopende initiatief-gebonden specifieke criteria en definities van impact.

NOTE: Het rapport is opgesteld met inachtneming van een aantal aannames en beperkingen. Ten eerste is er gekozen voor een bottom-aanpak op basis van zelfevaluatie van de initiatiefnemers. De belangrijkste reden daarvoor is dat er geen wens was naar een specifiek contributie-analyse van de bijdrage van de gemeentelijke ondersteuning, maar inzicht in de effecten die de initiatieven bereiken. Daarnaast was het qua aanpak van het onderzoek lastig de daadwerkelijk gemaakte impact van initiatieven te onderzoeken: de gelden zijn namelijk gehonoreerd op basis van activiteiten i.p.v. outcome- of impactdoelstellingen. Daardoor wordt in dit rapport ‘impact’ niet volgens strikte academische definities gehanteerd, maar dient het gelezen te worden als een bundeling van alle gerapporteerde effecten, zowel output, bereik als outcome. Daarnaast is in een vroeg stadium besloten het Initiatieven Loket uit de scope van het onderzoek te halen.

12 | IMPACTONDERZOEK - Vraagstelling

In dit onderzoek is gekozen om te kijken naar de impact op het hoogste niveau, namelijk op drie overkoepelende dimensies: sociaal-maatschap pelijk, economisch en ecologisch – die elkaar niet uitsluiten. Van alle onderzochte initiatieven6 richt 73% zich op dimensie sociaal-maatschappelijk, 23% op economisch en 30% op ecologisch. Hier zitten ook initiatieven tussen die zich op meer dan één dimensie tegelijk richten. Gezamenlijk stellen de initiatieven7 339.459 mensen te (gaan) bereiken in Rotterdam. Van de respondenten7 geeft 49% aan zich te richten op de stad en 35% op gebiedof wijkniveau.

Gevraagd naar hun doel, geeft 86%\7 aan een maatschappelijke doelstelling te hebben en 41%7 stelt andere (positieve) effecten te hebben gesor teerd dan in eerste instantie voorzien. Uitgesplitst naar SDG’s, zien we dat de meerderheid van de initiatieven6 zich focussen op SDG3 (gezondheid & welzijn), SDG8 (waardig werk & economische groei) en SDG11 (duurzame steden & gemeen

schappen). Als we kijken naar het verleend bedrag, dan gaat dat juist naar SDG9 (industrie, innovatie & infra), SDG12 (verantwoorde consumptie & pro ductie) en SDG15 (leven op het land).

Om een idee te krijgen van de brede impact op Rotterdam niveau, zijn details hierover opgehaald bij negen casussen, gelijk verdeeld over de drie impactdimensies. Omdat deze casussen verschil len van elkaar in doel en werkwijze, is gekozen om van elk van deze casussen individueel de gerapporteerde impact in kaart te brengen. In para graaf 3.1 is de social impact in kaart gebracht van Achter ons Masker, Jan van der Ploeg meets Piet Roovers en Het Dijkhuis. De ecologische impact van drie initiatieven is beschreven in paragraaf 3.2 op basis van Tomatentextiel, New State of Matter en Dakdorpen Collectief. Paragraaf 3.3 geeft een indicatie van de economische impact aan de hand van de casussen Firmhouse VentureLab, HopstaGo en Curlingbaan Rotterdam.

Kijkend naar de succes- en faalfactoren, rappor teren respondenten veelal specifieke initiatief -gebonden factoren. Tot de generieke succes factoren behoren algemene vaardigheden op het gebied van financiën, marketing en management. Daarnaast worden ook samenwerken en een goede communicatie genoemd als succesfactoren. Hieronder valt ook het creëren van vertrouwen, transparantie, goede samenwerking met partners en het leren en kennisdelen. Door respondenten genoemde knelpunten c.q. barrières liggen op het vlak van bureaucratische processen in samen werking met de gemeente, financiering en het waarborgen van de continuïteit van het initiatief. Zie hoofdstuk 4 ‘Succesfactoren en barrières’ voor details en duiding.

5 O.b.v. enquête | N=39

6

O.b.v. Analyse | N=114

7 O.b.v. enquête | N=39

Wat is de impact van de initiatieven die worden ondersteund voor de gebruikers van het initiatief en de maatschappij”
2. Wat zijn succes- en faalfactoren die deze impact beïnvloeden?
IMPACTONDERZOEK - Vraagstelling | 13

3: Hoe kan de maatschappelijke waarde van initiatieven in Rotterdam getoond (en eventueel: gestuurd) worden?

De derde onderzoeksvraag wordt met name beant woord in hoofdstuk 5. Als het gaat om het tonen van impact, dan blijkt dat veel initiatieven wel een maatschappelijk doelstelling hebben, maar deze niet scherp genoeg is geformuleerd voor het meten van impact. Daarmee is het lastig om een strak onderscheid te definiëren tussen activiteiten, out puts, bereik en impact van initiatieven.

Een effectieve impactmeting vergt dat er aan het begin goed wordt nagedacht over de impact die beoogd wordt. Een mogelijke route is om daarbij brede impactdimensies aan te houden, zoals economisch, sociaal en ecologisch en/of specifieke thema’s met concrete outcome-doelstellingen waar een initiatief aan bij dient te dragen. Voorbeelden kunnen zijn om binnen een thema als ‘Onderwijs’ de nadruk te leggen op outcome-doelstellingen voor onderwijsverbetering in kansarme wijken. Of binnen het sociale domein een outcome-doel stelling als het verminderen van eenzaamheid. Of op arbeidstoeleiding een outcome-doelstelling te formuleren op het versterken van praktische en creatieve vaardigheden en kennis bij mensen met een grote afstand tot arbeidsmarkt. Hiermee zijn de activiteiten binnen een dimensie of thema niet leidend meer, maar juist de outcome-doelstellingen en kan elk initiatief bepalen hoe zij het beste bij draagt aan de doelstelling. Een andere route is om in plaats van vooraf bepaalde outcome-doelstellin gen te bepalen vanuit het instrument, ondersteu ning en groei op impactmanagement van initiatie ven een vast onderdeel te maken van de geboden ondersteuning. Op die manier bepaalt een initiatief zelf aan de voorkant welke effecten ze verwachte te bereiken en richten een meet- en monitorings proces in om hierover te kunnen verantwoorden en leren.

Het tonen van impact is ook sterk gelinkt aan de juiste partners met wie gezamenlijk de maatschap pelijke impact dient te worden bereikt. Enkele respondenten geven aan dat het tonen van impact nog ver ligt en dat er juist eerst een proof-of-con cept dient te komen als bewijs dat hun oplossing of aanpak daadwerkelijk impact gaat maken. Het inzetten van impactmanagement juist om het lerend vermogen van de initiatieven op impact te verhogen wordt nog beperkt ingezet en biedt kansen voor de toekomst. Verder wordt impact tonen veelal geïnterpreteerd als het ‘laten zien wat we doen’ en verantwoorden waar het geld aan is

uitgeven, in plaats van meetbaar maken wat er is bereikt op één van de impactdimensies en/of SDG’s om te leren en strategische keuzes te kun nen maken om meer impact te bereiken.

SDG’s en CityLab010

De SDG’s (zie kader 1, pagina 16) zijn een wereld wijd raamwerk en te algemeen om te gebruiken op lokaal niveau. Wel kunnen de 169 targets die gekoppeld zijn aan de 17 doelen, als startpunt genomen worden om te komen tot een lokale, 010-interpretatie van de doelen. SDG 11, 8 en 3 vormen bij elkaar 69% van alle projecten die zijn gehonoreerd in 2018/2019. Deze en soortgelijke

14 | IMPACTONDERZOEK - Vraagstelling

inzichten kunnen helpen om heldere impactdoel stelling te formuleren en indien gewenst daar ook op te sturen. De handreiking ‘Global Goals in het Gemeentelijk Beleid’8 van de VGN kan gebruikt worden ter inspiratie voor het formuleren van lokale impactdoelstellingen gebaseerd op de wereldwijde SDG’s. Zo geeft de handleiding voor SDG 11 onder andere aan dat een lokale target kan zijn ‘faciliteren van innovatieve woonvormen’. Hier sluit een project als Dakdorpen Collectief per fect bij aan (zie Casus 6).

8 https://vng.nl/sites/default/files/2020-04/handreikingglobal-goals-in-het-gemeentelijk-beleid-2020.pdf

IMPACTONDERZOEK - Vraagstelling | 15

Kader 1: SDG’s

Wat zijn de SDG’s?

In het onderzoek hebben we ook getracht analyses te doen op SDG (Sustainable Development Goals) niveau. De SDG’s (Sustainable Development Goals of Duurzame Ontwikkelings-doelen) zijn zeventien doelen om van de wereld een betere plek te maken in 2030. De SDG’s zijn afgesproken door de landen die zijn aangesloten bij de Verenigde Naties (VN), waaronder Nederland. De doelen kwamen op basis van wereldwijde inbreng van organisaties en individuen. De SDG’s zijn gestart in 2015 en lopen tot 2030. Ze zijn een mondiaal kompas voor uitdagingen als armoede, onderwijs en de klimaatcrisis. Het zijn de opvolgers van de Millenniumdoelen, die liepen van 2000 tot 2015.

De doelen:

Doel 1: Beëindig armoede overal en in al haar vormen

Doel 2: Beëindig honger, bereik voedselzekerheid en verbeterde voeding en promoot duurzame landbouw

Doel 15: Bescherm, herstel en bevorder het duurzaam gebruik van ecosystemen, beheer bossen duurzaam, bestrijd woestijnvorming en landdegradatie en draai het terug en roep het verlies aan biodiversiteit een halt toe

• Doel 16: Bevorder vreedzame en inclusieve samenlevingen met het oog op duurzame ontwikkeling, verzeker toegang tot justitie voor iedereen en creëer op alle niveaus doeltreffende, verantwoordelijke en open instellingen

• Doel 17: Versterk de implementatiemiddelen en revitaliseer het wereldwijd partnerschap voor duurzame ontwikkeling.

Doel 3: Verzeker een goede gezondheid en promoot welvaart voor alle leeftijden

Achter de zeventien doelen zitten 169 targets, die maken de doelen concreet. De SDG’s zijn veelomvattend en beslaan het gehele spectrum van de maatschappij. Hierdoor bieden ze een kader en universele taal voor duurzame ontwikkeling. Echter om vrij blijvendheid en ‘greenwashing’ te voorkomen moeten bijdragen concreet en meetbaar gekop peld worden aan één van de 169 targets (niet aan de doelen).

Doel 4: Verzeker gelijke toegang tot kwaliteitsvol onderwijs en bevorder levenslang leren voor iedereen

Doel 5: Bereik gendergelijkheid en empowerment voor alle vrouwen en meisjes

Doel 6: Verzeker toegang tot duurzaam beheer van water en sanitatie voor iedereen

SDG’s & dit onderzoek

Doel 7: Verzeker toegang tot betaalbare, betrouwbare, duurzame en moderne energie voor iedereen

Doel 8: Bevorder aanhoudende, inclusieve en duurzame economische groei, volledige en productieve tewerkstelling en waardig werk voor iedereen

Doel 9: Bouw veerkrachtige infrastructuur, bevorder inclusieve en duurzame industrialisering en stimuleer innovatie

Doel 10: Dring ongelijkheid in en tussen landen terug

Doel 11: Maak steden en menselijke nederzettingen inclusief, veilig, veerkrachtig en duurzaam

Het was soms niet mogelijk te bepalen in hoe verre een initiatief bijdraagt aan de SDG’s. Waar dit wel mogelijk was, rees de vraag of de eventuele impact van een initiatief kon leiden tot een bijdrage aan de onderliggende targets van de SDG’s. Dit geldt vooral voor Sterker door nieuwe ideeën vanwege de kleinschalig en lokale focus in vergelijk tot wereldwijde ontwikkelingstargets. Zo is bezig zijn met een duurzame, inclusieve woonomgeving niet altijd hetzelfde als ‘Maak steden en menselijke nederzettingen inclusief, veilig, veerkrachtig en duurzaam’. Vraag is of het verbinden aan relatief kleinschalige buurtinitiatieven aan SDG’s werkzaam en praktisch is.

Doel 12: Verzeker duurzame consumptie- en productiepatronen

Doel 13: Neem dringend actie om klimaatverandering en haar impact te bestrijden

Doel 14: Behoud en maak duurzaam gebruik van de oceanen, de zeeën en maritieme hulpbronnen

Initiatieven zijn in het onderzoek tevens gevraagd naar de SDG’s. Hierin zagen de onderzoekers dat er verschillen zijn in inter pretatie van de SDG’s. Dit leek veelal te liggen aan onvoldoende kennis over de inhoud van de doelstelling alsook de onderliggende targets. Zo gaven initiatieven aan bij te dragen aan een SDG vanuit de titel van de SDG zonder de doelstelling erachter volledig mee te nemen in hun oordeel. Voorbeelden hiervan waren ini

16 | IMPACTONDERZOEK - xxxhoofdstuk

tiatieven die zichzelf een bijdrage aan SDG 4 (Kwaliteitsonderwijs) toekenden omdat ze ‘iets educatiefs doen’ (vaak op de doelstelling van het eigen initiatief) terwijl dit niet per definitie hetzelfde is als bijdragen aan de doelstelling van SDG 4 zijnde ‘Verzeker gelijke toegang tot kwaliteitsvol onderwijs en bevorder levenslang leren voor iedereen’. Ook zagen de onderzoekers initiatieven die vanuit onvoldoende kennis van de onderliggende doelstellingen van de SDG’s zichzelf de verkeerde SDG toe kenden. Zoals initiatieven die vervuiling van water tegengaan en zichzelf SDG 6 toekenden (Schoon water en sanitair); terwijl SDG 6 gaat over ‘Verzeker toegang tot duurzaam beheer van water en sanitatie voor iedereen’. Voor vele van deze initiatieven was SDG 12 wel geschikt, namelijk ‘Verzeker duurzame consumptie- en productiepatronen’, waar ook onder vermeld staat dat we moeten zorgen dat het kleine percentage aan drinkwater dat er is – maar drie procent van de wereldwatervoorraad is zoet water – minder vaak vervuild en verspild wordt.

Daarnaast zagen de onderzoekers dat de SDG’s te hoge ambities in de hand leken te werken. Impact waarmaken is lastig en sommige initiatieven kenden zichzelf een waarde volle bijdrage aan meer dan vijf verschillende SDG’s toe. Het is erg lastig om als klein tot middelgroot initiatief daadwerkelijk op zoveel gebieden impact te maken. Het zit dan vaak in de focus. Bijvoorbeeld een initiatief rondom arbeidsparticipatie stelt bij te dragen aan SDG 8 ‘Bevorder aanhoudende, inclusieve en duur

zame economische groei, volledige en productieve tewerkstelling en waardig werk voor iedereen’ en SDG 10 ‘Dring ongelijkheid in en tussen landen terug’. Onderzoekers beoordelen het initiatief op SDG 8 omdat de bijdrage aan SDG 10 onduidelijk en indirect van aard is en niet een direct gevolg van de activiteiten van het initiatief.

In Fase 3 van het onderzoek is specifiek gevraagd aan respondenten of de SDG’s waar devol zijn als uniforme taal. Een meerderheid van de respondenten geeft aan dat SDG’s in de communicatie of als uniforme taal niet per se bijdraagt aan een groter succes. ‘Jan van der Ploeg meets Piet Roovers’ stelt dat de grote verscheidenheid van gehonoreerde projecten juist de charme is van CityLab010 en daar past uniformering of standaardisering niet bij. ‘Achter Ons Masker’ is van mening dat het niet effectief is, omdat veel projecten al in de kern een maatschappelijk doel nastreven, maar dat niet expliciet benoemen door bijvoorbeeld de SDG’s als etiket te gebruiken. ‘State of Matter’ brengt een nuance aan, namelijk dat het in de externe communicatie wel nuttig kan zijn, maar intern niet zoveel; het wordt dan té geforceerd. ‘Dakdorpen’ is wel positief omdat het kan helpen om sneller te begrijpen wat beoogd wordt. Ook voor afdelingen van de gemeente kan het helpen om sneller op één lijn te komen. ‘Tomatentextiel’ betoogt dat de SDG’s als meetlat zeker helpen als een soort interface om ver schillende projecten onderling te vergelijken.

IMPACTONDERZOEK - Vraagstelling | 17

3. Impact initiatieven

In de afgelopen jaren is er toenemende aandacht voor de uitdaging op sociaal, ecologisch en economische dimensies, waarin de co-creatie met alle betrokken stakeholders van groot belang wordt geacht om tot een relevante oplossing te komen9 (zie figuur 2). Stakeholders willen meer inzicht in deze effecten door middel van meer relevante niet-financiële informatie, oftewel de impact. Initiatieven binnen de gemeentelijke instrumenten zijn onderdeel van de hybridisatiebeweging, In deze hybride context werken bewoners, ondernemingen en de overheid samen aan uitdagingen, met het doel een positieve verandering te bewerkstelligen voor de omgeving.

Dit is terug te zien bij de initiatieven: ondanks dat de initiatieven ondersteund zijn op basis van het type activiteiten die ze (willen) ontplooien, geeft 87% aan een maatschappelijke doelstelling te hebben en impact te willen maken met hun initiatief.

De grote diversiteit aan initiatieven – alsook de beschikbare informatie op activiteitenniveau in plaats van op impactniveau – maakt het lastig om één passende definitie of categorisering voor impact te kiezen. Geen enkele categorisering is op basis van de beschikbare informatie toepasbaar op elk initiatief.

Impact is het additionele effect10 van jouw organisatie op de maatschappij, op de economische, ecologisch en sociale dimensie.”

We identificeren in dit rapport drie impactdimensies: sociaal, ecologisch en economisch (te vertalen naar respectievelijk People, Planet, Prosperity. Deze gebieden sluiten elkaar niet uit – in de hybride context zien we juist dat deze gebieden samen worden nagestreefd. Deze combinatie van dimensie zien we ook terug onder de onderzochte initiatieven.

Figuur 2: Hybridisering-trend, gebaseerd op Battilana e.a. (2012)11 en de maatschappelijke driehoek bestaande uit staat, markt en burgermaatschappij (overgenomen uit Avelino & Wittmayer, 2019)12

9 O.a. Maas, 2009; Maas en Liket, 2012; Frías-Aceituno et al., 2013).

10 Dit is de toegevoegde waarde aan een verandering, positief en negatief, direct en indirect, bedoeld en onbedoeld.

11 Battilana, J., Lee, M., Walker, J., & Dorsey, C. (2012, Summer). In Search of the Hybrid Ideal. Stanford Social Innovation Review; Stanford, 10(3), 51–55.

12 Dit is de toegevoegde waarde aan een verandering, positief en negatief, direct en indirect, bedoeld en onbedoeld. O.a. Maas, 2009; Maas en Liket, 2012; Frías-Aceituno et al., 2013).

18 | IMPACTONDERZOEK - Impact initiatieven

3.1 Sociale impact | PEOPLE

Initiatieven die bijdragen aan sociaal-maatschap pelijke impact richten zich op positieve verande ringen voor mensen. Hierbij valt te denken aan initiatieven die armoede bestrijden, onderwijs toe gankelijk(er) maken en zich inzetten voor sociale gelijkheid. Ook initiatieven die bijdragen aan de sociale samenhang van buurten kenmerken zich op een inzet voor sociale impact. Van alle onder zochte projecten bevindt 73% zich in deze catego rie (83 initiatieven). Hiervan zijn acht projecten die naast deze impact-dimensie ook tegelijkertijd zich richten op de ecologische impactdimensie, negen projecten ook op de economische dimensie en drie projecten die zich op alle drie dimensies tegelijk richten. Opvallend is wel dat initiatieven in deze impactdimensie gemiddeld het laagste bedrag ont vangen aan ondersteuning, namelijk € 47.099,23. Dit is te verklaren doordat sociale initiatieven door gaans een kleinere schaalgrootte beogen dan de initiatieven uit de andere dimensies.

In deze categorie vallen initiatieven zoals Generatieclub Feijenoord die ‘de oudste generatie buurtbewoners (weer) van betekenis voor jongere wijkbewoners maakt. Het initiatief definieert sociale impact als zingeving, plezier in de oude dag, zelf redzaamheid en vermindering van eenzaamheid. De doelgroep ouderen komt vaker voor bij initiatie ven die zich inzetten voor sociale impact. Zo stelt een initiatief: “De groep ouderen groeit, zij geven aan zich gezien te voelen en ervaren de club anders dan hun andere activiteitenclubjes. Groot verschil is dat zij zelf mee de kar trekken.”

Een ander voorbeeld is Het Dijkhuis, dat zich inzet op ondersteuning en begeleiding van moeder en kind. Eén van hun concepten, Het Woon-ZorgWerk concept laat (aanstaande) moeders, kinde ren en ouderen wonen onder één dak. “Zo ontstaat een waardevol samenlevingsverband waarbij kinderen kind mogen zijn, moeders ondersteund kun nen worden en ouderen uiting kunnen geven aan hun wijsheid en levenservaring. Het is een nieuwe vorm van samenredzaamheid.”

Binnen de impactdimensie sociale impact komen verschillende doelgroepen aan bod. Zo zijn er ini tiatieven die zich actief inzetten op het verhogen van de participatie door verbeteren taalvaardig heden van mensen met een migratieachtergrond. “We empoweren deelnemers door verbeteren van taalvaardigheid en door het beter omgaan met hun belemmering. Hierdoor hebben zij meer vertrou wen om te participeren.”

Een andere subcategorie binnen sociale impact is de initiatieven die zich inzetten via sport en bewe gen. Zo zet een initiatief zich in voor ‘Bewegen en ontspannen voor kinderen met een lichamelijke en verstandelijke beperking’.

Kader 2: Combinatie van sociale & ecologische dimensies

BuurtBuik Rotterdam is een mooi voorbeeld van een initiatief dat de sociale en ecologisch impactdimensie combineert. BuurtBuik strijdt tegen voedselverspilling door overvloedig eten op te halen bij horeca, supermarkten en groenteboeren en het te delen met buurtbewoners. Door de maaltijden gratis en structureel aan te bieden is iedereen welkom. Er bestaat geen drempel waardoor mensen kunnen aan schuiven - of ze het nou sociaal/economisch nodig hebben of niet.

“Zo maken we samen een betere buurt: we brengen buurtbewoners bijeen, helpen elkaar een handje en strijden tegen voedselverspil ling.”

BuurtBuik heeft dan ook meerdere impactdoelstellingen:

1. Voedselverspilling verminderen (ecologische dimensie)

2. Sociale cohesie bevorderen (sociale dimensie)

3. Steuntje in de rug voor wie het niet breed heeft (sociale dimensie)

BuurtBuik meet hun impact voornamelijk aan de hand van output-indicatoren. Dit zijn makkelijk waarneembare, kwantitatieve cijfers zoals het aantal gasten en maaltijden, de gemiddelde kostprijs en gewicht per maaltijd, aantal partners die hen van overvloedig eten voorzien, etc.

Daarnaast ziet BuurtBuik ook de potentie om impact te maken op de economische dimen sie, omdat ze door middel van vrijwilligerswerk re-integratie bevorderen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

IMPACTONDERZOEK - Impact initiatieven | 19

Casus 1 | Achter ons Masker

‘Ervaringsverhalen in ‘corona-tijd’ vastleggen van gewone burgers uit de wijk Rozenburg.’ Dat was de missie van het project ‘Achter ons Masker’. Deze scherpe geografische focus is niet vreemd, want van alle onderzochte initiatieven geeft 35% aan zich alleen te willen richten op een deelge meente/wijk binnen Rotterdam, tegenover 49% die zich richt op de stad Rotterdam als geheel. Dit initiatief is een goed voorbeeld hoe een lokaal project de samenwerking tussen organisaties en met de politiek versterkt, mensen samenbrengt en begrip kweekt als ze lijnrecht tegenover elkaar lijken te staan. Het project begon met een los idee in de hoofden van de initiatiefnemers, met de ver wachting om een soort brochure-achtige publicatie te maken met wat quotes van lokale inwoners van Rozenburg. Mede door de bijdrage van de gemeente werd de mogelijkheid gecreëerd om er een volwaardig boek van te maken met uitgebrei de(re) interviews en ervaringsverhalen.

historisch document. De initiatiefnemers vormden een netwerk van vijf personen, die nauw heb ben samengewerkt met de gebiedscommissie. Alhoewel de aanvraag in eerste instantie was gedaan op basis van het ‘vastleggen’ van erva ringen van gewone inwoners van Rozenburg, bleek de grootste impact achteraf te zitten op de emotionele ‘verwerking’ van de corona-ervarin gen. Daarmee behoort dit initiatief tot de 41% van de initiatieven die aangeven andere effecten te hebben gesorteerd dan in eerste instantie gedacht of beoogd en tot 46% van de initiatieven die zijn afgerond binnen de daarvoor gestelde termijn. Ook behoort dit project tot 14% van de initiatieven die een bewonersinitiatief zijn.

Status van het initiatief: afgerond.

Oplage van 250 exemplaren van ‘Achter ons Masker’ zijn gedrukt – via fb.com/achteronsmasker

Impact

Uiteindelijk zijn 28 Rozenburgers geïnterviewd over hun corona-ervaringen. Dit waren allemaal ‘; gewone’ Rozenburgers en niet de ‘usual suspects’ die makkelijk benaderbaar zijn en reeds lokaal zichtbaar aanwezig zijn. Ter afsluiting van het pro ject is een 2-daagse programma gehouden met onder meer een boekpresentatie, serie talkshows, performance en een culturele route. Hierbij waren honderd (2 x 50) personen aanwezig. Er zijn 250 exemplaren gedrukt van het boek in fullcolour met een harde kaft, waarbij het voorwoord is geschre ven door burgemeester Aboutaleb. Het eerste exemplaar is in ontvangst genomen door de his torische vereniging Rozenburg als een belangrijk

Tijdens het afsluitend programma waren 2 x 50 personen aanwezig – via fb.com/achteronsmasker

Mede gerealiseerd met bijdrage CityLab010

• 250 exemplaren uitgegeven

• Netwerk gevormd van 5 initiatiefnemers

• 28 gewone Rozenburgers geïnterviewd

• Lokale inwoners bereikt en niet de ‘usual suspects’

• Afsluitend programma met 2 x 50 aanwezigen

• Samenwerking met: Gebiedscommissie, gemeente Rotterdam, Donna Daria, historische vereniging Rozenburg, burgemeester Aboutaleb

• Burgemeester Aboutaleb schreef het voorwoord

• Historische vereniging Rozenburg: een belangrijk historisch document

• Belangrijkste impact achteraf niet ‘vastleggen’, maar ‘verwerken’ van corona-ervaringen.

20 | IMPACTONDERZOEK - Impact initiatieven

Casus 2 | Jan van der Ploeg meets Piet Roovers

Dit initiatief heeft een hele specifieke doelstelling: aanbieden van huisvesting, werkruimte en voorzie ningen aan oudere kunstenaars, zodat zij zo lang mogelijk hun professie kunnen blijven uitoefenen. Daartoe heeft de Rotterdamse woningbouw coöperatie Woonbron een locatie beschikbaar gesteld, namelijk het Piet Roovershuis in het Oude Noorden. De gemeente Rotterdam heeft dit verder gefaciliteerd door alleen kunstenaars hier te laten huisvesten. Er is plek voor in totaal 30 oudere kunstenaars in het gebouw. De belangrijkste maat schappelijke impact wordt gecreëerd door een acti viteitenprogramma rondom deze woonwerkplaats. Daarbij worden de inwonende kunstenaars ingezet voor cursussen, workshops, muziekoptredens e.d., gericht op de wijk- en stadbewoners. Aangezien de huisvesting geregeld is, maar voor met name het programma eromheen funding nodig is, behoort dit initiatief tot de 22% van de projecten die slechts voor specifieke activiteiten afhankelijk is van gemeentelijke financiering.

ingezet daar waar nodig. Men heeft de beschikking over drie activiteitenruimtes: het atrium, de kantine en het buurtatelier. De bijdrage van CityLab010 heeft niet alleen de activiteiten mogelijk gemaakt, maar ook bijgedragen aan het binnenhalen van twee vervolgfinancieringen.

Status van het initiatief: project is in volle gang, vervolgbijdragen zijn aangevraagd bij niet-gemeen telijke fondsen.

Mede gerealiseerd met bijdrage CityLab010

• Wonen 10 kunstenaars in het Piet Roovershuis

• 3 kunstenaars op wachtlijst

• Huisvesting voor maximaal 30 oudere kunstenaars beschikbaar

• Buurtatelier ingericht voor cursussen en workshops

• Kunstenaars zelf beschikken ook over een groot eigen netwerk

• 2 subsidies binnengehaald als vervolg van CityLab010

• Vervolgfinanciering: 2 x 10.000 euro

• In totaal 30 activiteiten georganiseerd: muziekoptreden, films, cursussen, pinksterbrunch, etc.

• Beschikking over 3 activiteitenruimtes in het gebouw: atrium, kantine, buurtatelier

• 10 personen in buurtatelier per keer

• ca. 750 bezoekers

• Stakeholders: Woonbron, gemeente Rotterdam, Humanitas, Hildegardeschool, Club en Buurthuis Het klooster, bewonerscommissie, ambtelijke instanties, netwerk van de kunstenaars.

Impact

Momenteel wonen 10 kunstenaars in het gebouw en staan er 3 op de lijst om te toetsen of ze in aanmerking komen. Er is ruimte voor in totaal 30 kunstenaars. Er zijn tot nu toe 30 activiteiten georganiseerd, waaronder muziekoptredens, cursussen (zoals sneltekenen en Jembé leren spelen), workshops, etc. Aantal bezoekers van al deze activiteiten bij elkaar is 750 personen, beho rend tot de 38% van initiatieven die tussen 501 en 5.000 mensen weet te bereiken. Er wordt goed samengewerkt met een aantal stakeholders, zoals Humanitas, de naastgelegen Hildegardeschool, buurthuis Het Klooster en de bewonerscommissie. Ook wordt het eigen netwerk van de kunstenaars

Het atrium van het Piet Rooverhuis – foto via pietroovershuis.nl

Workshop in volle gang in het Piet Rooverhuis – foto via pietroovershuis.nl
IMPACTONDERZOEK - Impact initiatieven | 21

Casus 3 | Het Dijkhuis

“Beschermt het kind, versterkt het gezin”, dat is het motto van Het Dijkhuis. Dit initiatief richt zich volledig op 24-uurs opvang van kwetsbare zwan gere vrouwen en moeders met jonge kinderen. Het startpunt is stressregulatie en het opbouwen van een veilige basis voor moeder en kind.

vesting. Hiermee behoort dit initiatief tot de 22% van de projecten die nog in voorbereiding zijn, maar wel op het punt van ‘uit voering’ staat en tot 62% die betaalde teamleden hebben, naast onbezoldigde vrijwilligers.

Impact

Het Dijkhuis is in oprichting waardoor er vooral gesproken kan worden over verwachte en gewenste impact. Er wordt voldaan aan juridi sche voorwaarden en het kwaliteitscertificaat HKZ (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector) is grotendeels klaar. Het Dijkhuis heeft met de gemeente Rotterdam en de hoofdaannemer Arosa afgesproken, dat de HKZ wordt afgerond zodra ze gestart zijn. Het kernteam staat klaar om te starten. Er zijn wachtlijsten van zwangere vrouwen en moeders met kinderen, die direct doorverwezen kunnen worden. Centraal onthaal is hier leidend in. De initiatiefnemer wordt zeer regel matig door zowel professionals als (aanstaande) moeders telefonisch benaderd met de vraag voor opvang.

Mascotte van Het Dijkhuis

Aandacht is hierbij het sleutelwoord. Het Dijkhuis kent 4 pijlers: de eerste is het Moeder en Kindhuis, waar de basis op orde wordt gebracht wat betreft huisvesting, financiën en het creëren van een balans tussen lichamelijk, psychisch en sociaal functioneren. De tweede pijler is het Woon, Zorg, Leer & Werkprogramma waarbij interventies worden ingezet om een gedragsverandering teweeg te brengen. Het doel is het versterken van de zelfredzaamheid van de moeder waardoor zij een veilige hechtingsrelatie kan opbouwen en zelf de zorg kan blijven dragen voor haar kind. De derde pijler, Moeder & Vrouwennetwerk, is erop gericht om een positief sociaal netwerk te creëren rondom moeder en kind, waar ze op kunnen terugval len voor ondersteuning, ook wanneer ze weer zelfstandig wonen. De laatste pijler, Ontwikkel & Verbindingscentrum, heeft tot doel om professio nals, vrijwilligers en ervaringsdeskundigen met elkaar in contact te laten komen en voor elkaar van betekenis te zijn. Daar ontstaat vernieuwing en een ‘flow’ om elkaar te versterken. Tevens heeft het tot doel om vrijwilligers te betrekken bij Het Dijkhuis, zowel vanuit het eigen netwerk als vanuit de buurt. Deze vrijwilligers helpen het kernteam waar nodig en begeleiden moeders en kinderen bij allerlei laagdrempelige activiteiten. Dit initiatief staat in de startblokken, het enige dat mist/ontbreekt is huis

Alleen is er nog geen pand: er is ongeveer 1800m2 nodig, waar in totaal 24 (aanstaande) moeders met kinderen opgevangen kunnen worden over een periode van een half jaar tot een jaar. De (na)zorg is totaal drie jaar. Het Dijkhuis heeft drie jaar nodig om break-even te draaien. Samen met 4 fte, vele vrijwilligers en minimaal 24 vrouwen (ook buddies genoemd) voor het Moeder & Vrouwennetwerk, drie bestuursleden, maximaal 5 leden van de Raad van Toezicht, kan de broodnodige impact gecre eerd worden waar in Rotterdam een grote behoefte aan is wat betreft deze doelgroep.

Status van het initiatief: project is in startfase, in afwachting van een geschikt pand om te kunnen starten.

Verwachte en gewenste impact

• Is de oprichting en juridische voorbereiding gerealiseerd

• Kwaliteitscertificaat HKZ grotendeels behaald

• Toezeggingen van twee opdrachtgevers: Arosa en Pameijer

• 24 moeders beoogd om kostendekkend te zijn

• 1800m2 ruimte benodigd

• Break-even na drie jaar

• 3 bestuursleden

• 5 leden Raad van Toezicht

• 4fte in dienst

• 10 vrijwillige begeleiders

• 20 vrijwilligers in het vrouwennetwerk.

22 | IMPACTONDERZOEK - Impact initiatieven

3.2.

Ecologische impact | PLANET

Initiatieven die bijdragen aan ecologisch impact richten zich op positieve veranderingen voor de natuur. Hierbij valt te denken aan initiatieven die vervuiling tegengaan, de biodiversiteit versterken en CO2 verminderen. Ook initiatieven die bijdragen aan de fysieke omgeving van buurten om de leefbaarheid te verhogen en initiatieven die zich inzet ten voor het verminderen van grondstofgebruik kenmerken zich met hun impact op de ecologisch dimensie. Deze impact-dimensie wordt bediend door 30% van de initiatieven (34 projecten), waar van 14 zich enkel richten op deze dimensie, 9 op ecologisch en economisch gecombineerd en 8 projecten op impactdimensies ecologisch en sociaal gecombineerd. Initiatieven die bijdragen aan ecologische impact krijgen veruit het hoogste gemiddelde bedrag aan ondersteuning, namelijk € 92.242,36. Dit is niet verrassend, aangezien ecologische initiatieven vaak grootschaliger van aard zijn en het veelal infrastructurele activiteiten betreft.

In deze categorie vallen initiatieven die zich vooral richten op bewoners van Rotterdam, zoals Stichting Droomstraat Atjehstraat die zich inzet voor een groenere omgeving: “Met gevelgroen, geveltuinen, begroeide objecten, het vergroten en beplanten van boomkransen en het zicht baar opvangen van regenwater, willen wij een straat maken die bijdraagt aan een groene stad.” Vergelijkbaar is De Listuin (Stichting De Tuin van de Koning) die zich inzetten voor de leefbaar heid van het Liskwartier: “Het doel is om 850 m² betegeld schoolplein te vervangen door planten, bomen en water. Er wordt regenwater opgevan gen en gebruikt voor de tuin. Keuken- en tuinafval wordt gecomposteerd, hergebruikt als bemesting en zaden, stekken en planten worden opgekweekt voor de (moes)tuin.” Een ander voorbeeld in van een initiatief dat zich inzet voor ecologisch impact is Klimaatdakje.nl. Deze website geeft de opties en afwegingen per dak voor bewoners van Rotterdam weer.

Door de mogelijkheden van daken actief in kaart te brengen, verkleinen wij de stap naar een klimaatvriendelijker dak. Inwoners kunnen betere afwegingen maken en zien dat je ook met een kleiner budget mee kunt doen. Zo maken we samen van Rotterdam een stad die klaar is voor de toekomst!”

De energietransitie is ook een veelvoorkomend onderwerp bij initiatieven binnen de ecologisch dimensie. Zo is er het initiatief ‘Oude Westen: Energietransitie van onderop’ van Stichting Aktiegroep het Oude Westen: “Bewoners uit het Oude Westen nemen de energietransitie in eigen hand. Met energie coöpe ratie Oude Westen/Blijstroom en een groot Fonds is een nieuw product ontwikkeld dat het voor bewoners met een smalle beurs mogelijk maakt om mee te doen met zonnepanelen van de coöpe

IMPACTONDERZOEK - Impact initiatieven | 23

Binnen deze dimensie zijn veel initiatief te vinden die zich inzetten voor de transitie naar een circu laire economie: slim(mer) omgaan met reststro men. Zoals de Rotterdamse Slimme Regenton (Studio Bas Sala) die bewezen innovaties com bineert en samen met bewoners een circulaire regenton heeft ontwikkeld. Of GroenCollect die een vrijmarkt creëert voor reststromen: “Door een einde-afvalstatus te bewerkstelligen voor minstens 10 producten die vrijkomen uit de stad ontstaat een vrij handelsplatform waarin materialen zoals kof fiedroes, bierbostel, digestaat en swill diverser en hoogwaardiger ingezet kunnen worden dan wan neer het gezien wordt als afvalstof.”

Daarnaast zijn er ook initiatieven die middels vernieuwde voedselinitiatieven zich inzetten voor ecologisch impact. Zoals Pils project van Vet & Lazy Brouwerij B.V. om duurzamer bier te brouwen door gebruik te maken van regenwater, afvalstro men goed in te zetten en energie te besparen. Zo worden met restproducten van het brouwproces 5 andere startende bedrijven geholpen om nieuwe duurzame producten te maken. En de opgedane

kennis houdt het Pils project niet voor zichzelf: ze laten collega-bierbrouwers zien hoe je duurzaam kunt produceren. Met als potentieel grootschalige impact: “We hebben allerlei manieren uitgevonden waarop brouwerijen duurzamer kunnen opereren. Zo veel zelfs dat Heineken binnenkort komt kijken hoe we dat doen. We hadden niet verwacht dat grote brouwerijen zo snel zouden komen kijken en met zo veel dezelfde vragen zouden zitten.” Of De Krekerij van Burgs Food B.V. die producten maakt op basis van krekels en sprinkhanen, én zich daarnaast inzet om melkveehouders in de omge ving van Rotterdam te helpen in de transitie naar sprinkhaanboeren.

Kader 3: Combinatie ecologische & economische dimensies

Stichting Schouders Eronder heeft met hun initiatief ‘Blue Vespa circle scooter company’ een mooie combinatie gemaakt van ecologische en de economische impact. Ze zetten zich in voor een duurzame en bereikbare stad door het recyclen van oude Vespa scooters door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

“37.000 scooters vervuilen Rotterdam, waaronder 1.100 Vespa’s. Onder begeleiding van professionals bieden mensen met afstand tot arbeidsmarkt de Vespa’s een tweede leven.”

Op de economische dimensie zorgt Blue Vespa ervoor dat mensen weer deelnemen aan de arbeidsmarkt. Zij ontwikkelen werknemersvaardigheden, ontvangen inkomen en krijgen toekomstperspectief. “Werken bij Blue Vespa begint met ‘leren werken’. Van de grond af wordt een werkattitude opgebouwd. Daarna kijken we wat iemand kan: sleutelen, lassen, spuiten, sales, klantbegeleiding, administratief en combinaties hiervan. Na Blue Vespa is het vinden van een vervolgbaan eenvoudiger.”

Op de ecologisch dimensie zet Blue Vespa zich in voor het terugdringen van vervuiling, minder lawaai en minder verspilling. De scooters worden elektrisch en andere scooters worden gedemonteerd waarbij alle restproducten worden (geschikt gemaakt voor) hergebruik of een nieuw te ontwikkelen functie. ratie. Daarnaast is een nieuwe methodiek ontwik keld met energieteams van verschillende energie coaches, waardoor juist ook moeilijk bereikbare groepen bij het energiethema worden betrokken en worden gestimuleerd om energie te besparen.”

24 | IMPACTONDERZOEK - Impact initiatieven

Casus 4 | Tomatentextiel

Dit initiatief probeert een antwoord te vinden op twee gecombineerde maatschappelijke uitdagin gen: plantaardige reststromen verkleinen en textiel verduurzamen. Het is een wereldprimeur: stengels van tomatenplanten uit de glastuinbouwgebieden rondom Rotterdam gebruiken voor het maken van T-shirts. Dit project schaart zich daarmee onder de 15% van de initiatieven die zich richten op SDG12 (verantwoorde consumptie en productie), maar ook tot de 30% die lokaal impact wil maken en geen ambitie heeft om op te schalen. In hun zoektocht naar de technische haalbaarheid ontstaat een spin-off: leer maken van tomatenstengels blijkt sneller haalbaar te zijn dan textiel. Dit is een mooi voorbeeld van ‘spill-over’-effecten: 41% van de respondenten geeft aan dat er andere effecten zijn ontstaan die niet waren voorzien bij de start. De initiatiefnemers onderzoeken momenteel de moge lijkheden om grootschalig leer te produceren. Maar ondertussen is er ook een plukje garen gesponnen van tomatenstengels.

Status van het initiatief: project loopt nog steeds, waarbij momenteel met name aandacht wordt besteed aan het markt-klaar maken van het plant aardig leer.

geïnteresseerd in de afname van T-shirts voor promotiedoeleinden. Verder hebben drie inves teerders interesse getoond indien productie wordt opgestart. De beoogde afzet is een paar hon derd T-shirts per jaar. De gecombineerde directe en indirecte werkgelegenheid wordt geschat op enkele tientallen fte’s.

Mede gerealiseerd met bijdrage CityLab010

• Vormen de initiatiefnemers een netwerk van 3 personen (tuinder, marketeer, initiatiefnemer)

• Eén productiepartner aangetrokken (Blue-City) die de productie doet

• Samenwerking met 1 designer in Londen

• Drie investeerders (inclusief CityLab010) die het project steunen

• Kwalitatieve doelstelling: houdbaar initiatief (aantal dagen dat het project zichzelf kan funden)

• Belangrijkste impact is de ontdekking dat plantaardig leer geproduceerd kan worden

• 100 gram textiel geproduceerd in pilot-fase

• 60 geïnteresseerden aanwezig tijdens webinar

• 20 bedrijven geïnteresseerd voor afname

• Beoogde afzet is paar honderd T-shirts per jaar

• Directe en indirecte werkgelegenheid: enkele tientallen fte’s.

Garen van tomatenstengels

Impact

De drie initiatiefnemers (een tuinder, marketeer en innovatiedeskundige) hebben samenwerking opgezet met een designer en een productiepart ner (BlueCity). In de pilot-fase is uiteindelijk 100 gram textiel geproduceerd uit tomatenstengels. Maar nog belangrijker is dat er een spin-off project ontstaat waarin leer geproduceerd kan worden uit dezelfde tomatenstengels. In de textiel-webinar waren 60 geïnteresseerden aanwezig. Momenteel zijn 20 bedrijven uit de design- en tuinbouwwereld

Leer gemaakt van tomatenstengels
IMPACTONDERZOEK - Impact initiatieven | 25

Casus 5 | New State of Matter (Good Fashion Friend)

Gericht werken aan een circulair modesysteem, dat is de gedachte achter New State of Matter. Want er wordt nog veel te veel kleding wegge gooid, waarvan de helft relatief makkelijk weer opnieuw zou kunnen worden verkocht en gedra gen. Het initiatief richt zich op vintage kledingzaken in Rotterdam en helpt deze ondernemers om hun doelgroep beter te bereiken en te bedienen. Dit doen de initiatiefnemers door deze winkels aan te sluiten op een online platform, goodfashionfriend. com en door specifieke data in te zetten voor de marketing en doelgroep benadering. Door middel van een app kunnen de bezoekers vintage kleding stukken bestellen en laten leveren. Ook dit initiatief richt zich voornamelijk op SDG12 (verantwoorde consumptie en productie), waar 15% van de initiatieven toe behoren.

Status van het initiatief: gestopt.

Impact

New State of Matter is gestart met vier personen, waarvan 1 stagiair. Zij zijn in staat geweest om een mailinglijst van 220 personen op te zetten van vintage-lovers uit Rotterdam. Deze mailinglijst was een bron van informatie qua voorkeuren, wensen en eisen die door middel van vier enquêtes zijn opgehaald. Uiteindelijk waren 20 ondernemers geïnteresseerd in de diensten van New Sate of Matter. Op basis van gesprekken met vintage-on dernemers is er ondermeer een e-book uitgebracht met de titel ‘Handboek voor fast-fashion verslaaf den’, met als doel meer zichtbaarheid te creëren van de vintage ondernemers in Rotterdam. Het online-verkoopplatform startte met 6 onderne mers met een inventaris van in totaal ongeveer 2500 kledingstukken. Het Instagram account van

New State of Matter kende 450 volgers die speci fiek geïnteresseerd waren in vintage kleding. De belangrijkste samenwerking was met een bedrijf die gespecialiseerd was in social media marketing.

Mede gerealiseerd met bijdrage CityLab010 App en website goodfashionfriend.com ontwikkeld

• Met 6 vintage-ondernemers gestart

• Interesse van 20 ondernemers

• Inventaris van ongeveer 2500 kledingstukken

• Team van 3 personen + 1 stagiair

• ca. 220 personen mailinglijst van vintagelovers uit Rotterdam

• 4 enquêtes gehouden: voorkeuren vragen, voorkeuren checken

• Instagram account met 450 volgers

• Belangrijke samenwerking met bedrijf voor social media marketing

• E-book ontwikkeld: ‘Handboek voor fastfashion verslaafden”.

App van Goodfashionfriend – via fb/goodfashionfriend
26 | IMPACTONDERZOEK - Impact initiatieven
Website goodfashionfriend.com

Casus 6 | Dakdorpen Collectief

Verscheidene partijen zoeken naarstig naar oplos singen voor woningnood. Het Dakdorpen Collectief denkt dat de oplossing ook gezocht kan worden in het vergroenen en bewoonbaar maken van daken. Rotterdam dient als pilot-stad om te onderzoeken in hoeverre dat haalbaar is. Dit initiatief kan dan ook geschaard worden onder SDG11 (Duurzame steden en gemeenschappen), waar 31% van de onderzochte projecten zich op richt. De eerste resultaten van het technisch, juridisch-planolo gisch, ecologisch en financieel haalbaarheidson derzoek zijn veelbelovend. Er is ook een terrein beschikbaar, het Kroon verzamelgebouw, om de eerste tiny houses neer te zetten. Het wachten is alleen nog op de honorering van de vergunning -aanvraag. Daarmee sluit het zich aan bij 22% van de initiatieven die ‘in voorbereiding zijn’, met de kanttekening dat alles eigenlijk klaar staat maar alleen de vergunning om te bouwen nog mist.

Impact

De kerngroep van het Dakdorpen Collectief bestaat uit ongeveer 15 personen die hard werken om het idee te realiseren. Verder is er een net werk van 100 partners, die het initiatief steunen en hun steentje bijdragen wanneer dat nodig is. Het pilot-terrein is tot nu toe bezocht door 722 fysieke bezoekers en via verschillende events zijn 1620 mensen bereikt. Er is 475m2 oppervlakte voor zeven jaar beschikbaar op het dak van het Kroon verzamelgebouw, met ruimte om ongeveer 6 units neer te zetten van 25 tot 50 m2 groot. Drie units hiervan zijn reeds toegezegd. Verder heeft de CityLab010-bijdrage er mede voor gezorgd dat vervolgbijdragen zijn binnengehaald en dat in 2020 de Job Dura stimuleringsprijs is ontvangen door het Dakdorpen Collectief. Dit initiatief schaart zich onder de 51% die wilt opschalen naar andere steden, maar ook tot de 14% die internationaal hun project zou willen uitrollen indien succesvol.

Status van het initiatief: project loopt nog steeds, het is momenteel wachten op de vergunningver lening om daadwerkelijk te kunnen bouwen op de projectlocatie.

Mede gerealiseerd met bijdrage CityLab010

• Kerngroep van 15 personen

• Netwerk van 100 partners

• Terugkoppeling ontvangen van ca. 60 personen

• Huidige terrein: 475 m2 totale oppervlakte

• Per unit tussen 25 – 50 m2

• Ruimte voor 6 units

• 3 units toegezegd

• Job Dura stimuleringsprijs ontvangen

• Pilot locatie: voor 7 jaar beschikbaar

• Fysiek bezoekers op het dak: 722

• Totaal mensen bereikt via events: 1620

• Instagram volgers: 1002

• Vervolgbijdragen binnen kunnen halen

Artist impressie van een dakdorp. – via dakdorpen.nl/ media-impressies

Tiny house op het dak van het Gele gebouw – via dakdorpen.nl/media-impressies

IMPACTONDERZOEK - Impact initiatieven | 27

3.3 Economische impact | PROSPERITY

Initiatieven die bijdragen aan economische impact richten zich op positieve veranderingen voor de welvaart en inclusieve economische groei. Hierbij valt te denken aan initiatieven die banen creëren voor mensen aan de onderkant van de arbeids markt. Ook initiatieven die bijdragen aan de economische aantrekkelijkheid van de regio, innovatie en infrastructuur dragen bij aan economische impact. Van alle projecten richt 23% (26 projecten) zich op deze impactdimensie, waarvan 5 initiatieven exclu sief op deze dimensie, 9 op economische en eco logische gecombineerd en eveneens 9 op zowel economische als sociale dimensie. Initiatieven uit deze categorie ontvangen gemiddeld € 65.040,85 aan ondersteuning.

In deze categorie vallen initiatieven die zich spe cifiek inzetten om door middel van een (digitaal) hulpmiddel een bepaalde doelgroep de arbeids markt op te helpen. Een voorbeeld daarvan is SpeakSee, die door middel van een microfoon systeem spraak omzet in tekst en zo veel meer banen mogelijk te maken voor mensen die doof of slechthorend zijn. “Voor mensen die doof of slecht horend zijn, is het zeer moeilijk om gesprekken te volgen, wat voor veel banen cruciaal is. Hierdoor is 50% van de doven/zwaar slechthorenden werk loos. SpeakSee zorgt ervoor dat een grote groep mensen, die momenteel niet deel uit kan maken van de arbeidsmarkt in Rotterdam, weer kans krij gen op een baan.”

Een ander voorbeeld is het initiatief 2Tango.Work die AI (Kunstmatige intelligentie) inzet om mensen met een vorm van autisme te ondersteunen in werk-gerelateerde communicatie. 2Tango.Work richt zich met de ondersteuning van CityLab010 vooral op het beschikbaar stellen van de tool aan werkgevers en mensen met een vorm van autisme in de regio Rotterdam.

Daarnaast creëren initiatieven economisch impact met trajecten die mensen meer kansen bieden op de arbeidsmarkt. Zo is het traject ‘Versterk je net werk’ van Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en omgeving opgezet om de verbinding met het werkveld te versterken. “Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat de connectie met het bedrijfsleven, bijvoorbeeld door het ervaren van stages, belangrijker kan zijn voor een succesvolle toekomst dan een langere school carrière. Daarnaast is bewezen dat jongeren uit gebieden met een lage sociaaleconomische status niet minder ambities en aspiraties hebben dan leef tijdsgenootjes, maar vaak wel het gereedschap en

het netwerk missen om hun doelen te kunnen rea liseren. Om dat netwerk te kunnen opbouwen blijkt de ervaring met en de kennis van het werkveld, de werkgerelateerde rolmodellen en het hebben van een doel voor de toekomst erg belangrijk te zijn. Door het opbouwen van dat netwerk verster ken wij uiteindelijk de economische positie van Rotterdam.”

Ook Stichting Rotterdam Kookt (SRK) zet zich met hun initiatief Rotterdam Kookt Werkt! in op het cre eren van arbeidsplaatsen door Rotterdammers die aansluiting missen met de arbeidsmarkt een kans te bieden op te worden geleid tot kok: “SRK doet dit door de focus te leggen op leren en ervaring in de praktijk die leidt tot een baangarantie. Hierbij staan de professionele en sociale vaardigheden centraal. Voor een grote groep mensen is de stap naar de arbeidsmarkt te groot door meerdere oor zaken. SRK biedt in een veilige omgeving, met aandacht voor het individu, participatietrajecten aan deelnemers waarin zij hun talenten kunnen

28 | IMPACTONDERZOEK - Impact initiatieven

Sommige initiatieven kiezen vooral het bewustwor dingsperspectief op economisch impact. Zo ook Monnie, een financiële educatie app voor jongeren. Het doel van de app is om jongeren te helpen om grote schulden te voorkomen. “Financiële educatie is vaak te vroeg, door middel van educatie aan jongeren die nog niet financieel zelfstandig zijn of te laat, door schuldhulpverlening aan jongeren met schulden. Door het koppelen van een (hulp)app aan de financiële informatie van jongeren, kun je op het juiste moment inzicht en kennisgeven over de financiën en de handelingen die nodig zijn om schulden te voorkomen.” De app geeft jongeren real time overzicht in hun financiën, geeft de moge lijkheid tot directe betaling, vertaalt de financiële situatie naar eenvoudige stappen en biedt een link naar (online of offline) hulp bij complexere proble men.

Kader 4: Combinatie sociale & economische dimensies

Het Wijkpaleis met het WIJK WERK gebouw is een mooi voorbeeld waar het maken van sociale én economische impact wordt gecombineerd. Het WIJK WERK gebouw biedt werkplaatsen aan ondernemende makers uit Rotterdam West. Onderdeel van het gebouw zijn de werkkasten in de publieke maaklokalen, die bewoners de mogelijkheid bieden om hun ondernemende, maak- en taalvaardigheden te ontwikkelen en daarmee economisch zelfstandig te worden.

“Door ruimte te bieden om samen te maken willen we mensen persoonlijk laten groeien en de gemeenschap van Rotterdam-West versterken. Het Wijkpaleis draait om maken, ontmoeten (door samen te maken), leren (door maken) en ondernemend maken.”

“Het maken in het leven is complex, interactie tussen mensen is daarin een belangrijk - zo niet het belangrijksteonderdeel of zoals Jules Deelder zegt: “de omgeving van de mens is zijn medemens”. Het Wijkpaleis schept de ruimte - zowel fysiek als mentaal - om samen te kunnen maken en de interactie tussen verschillende (groepen) mensen te bevorderen.”

Het Wijkpaleis draagt bij aan sociale impact door het samenbrengen van verschillende werelden. Daarnaast biedt het bewoners ruimte voor initiatief en persoonlijke ontwikkeling én geeft de wijkeconomie een positieve impuls. Het Wijkpaleis doet hun best hun impact inzichtelijk te maken en werken daarom met de methodiek van Most Significant Change – een vorm van participatieve monitoring en evaluatie. Uit het onderzoek van Most Significant Change blijkt onder andere dat Het Wijkpaleis helpt mensen zich thuis te voelen in Nederland, in Rotterdam, in de wijk. ontdekken en hun sociale vaardigheden ontwikke len.”

IMPACTONDERZOEK - Impact initiatieven | 29

Casus 7 | Firmhouse VentureLab

Veel start-ups falen omdat de start-up teams een idee nastreven die niet past bij hun kennis en vaardigheden. Bestaande business incubators en accelerator-programma’s focussen op het business idee waar reeds een bestaand team omheen zit. Firmhouse VentureLab daarentegen helpt door juist de start-up teams te trainen en coachen in vaardigheden die ze (nog) niet hebben, maar ook door teams te (her)formeren zodat er wel effec tieve en gebalanceerde ondernemersteams ont staan. Twaalf ondernemers worden drie maanden lang intensief begeleid en krijgen tijd, ruimte en begeleiding om hun ideeën uit te werken en daar omheen teams te formeren. Aan het eind van het traject worden de succesvolle teams gematcht met investeerders uit het eigen netwerk, zodat ze door kunnen groeien naar de volgende fase. Dit initiatief maakt deel uit van: 46% van de projecten die zijn afgerond, 30% die een BV betreft, 49% die zich richt op de stad Rotterdam als geheel en 51% die wil opschalen naar andere steden.

Status van het initiatief: project is gestopt wegens een andere focus/verkoop van het initia tief-nemend bedrijf.

nen, hetzij op basis van hun geleerde skill-sets zijn aangenomen bij bedrijven als innovatie-mana gers of soortgelijks. Firmhouse Venturelab heeft 2 fulltime medewerkers kunnen aannemen die met name de marketing voor hun rekening hebben genomen. Er is een netwerk van 15 organisaties gecreëerd, met 10 potentiele investeerders en meerdere dienstverlenende organisaties (zoals een advocatenkantoor, patentbureau en accoun tant). Deel van de impact is ook dat het trainings materiaal geheel of gedeeltelijk wordt gebruikt door zes andere organisaties met een eigen (incuba tor-)programma: Harborspace, Antler, Refugees Forward, Utrecht Inc, Enactus Rotterdam en provincie Noord-Holland. Licentieverkoop van het trainingsmateriaal heeft ongeveer € 50.000 opge leverd.

Mede gerealiseerd met bijdrage CityLab010

• 60 personen aanwezig bij workshop over business modelling

• 12 start-ups begeleid met workshops, coaching en netwerk

• 4 start-ups uiteindelijk klaar voor groeifase

• Alle deelnemers zijn of een nieuw bedrijf begonnen of zijn met de geleerde skill-sets aangenomen bij andere bedrijven

• 6 incubator programma’s gebruiken (delen van) het ontwikkelde materiaal (Harborspace, Antler, Refugees Forward, Utrecht Inc, Enactus Rotterdam en provincie Noord-Holland)

• EUR 50.000 aan licentieverkoop van het materiaal

• 2 fulltime medewerkers in dienst kunnen nemen

• Organisaties in het netwerk: 15

• Investeerders betrokken: 10

• Samenwerkingen met andere organisaties: investeerders, patentbureau, advocatenkantoor, accountant

• 100 personen aanwezig bij afsluitend programma.

Impact

Bij de gratis workshop ‘business modelling’ waren in totaal 60 personen aanwezig, waaruit twaalf start-ups zijn geselecteerd om het programma te doorlopen met workshops, coaching en toegang tot het netwerk. Uiteindelijk zijn hieruit vier start-ups voortgekomen die klaar waren voor de groeifase. Tijdens het afsluitend programma, de zogenaamde Demo-dag, waren 100 personen aanwezig. Een groot onderdeel van de impact is ook geweest dat alle deelnemers hetzij een nieuw bedrijf zijn begon

Deelnemers volgen een workshop over de lean-startup methodologie – via fb.com/CICRotterdam

Deelnemers pitchen hun ideeën in het Venture Café Rotterdam – via fb.com/CICRotterdam
30 | IMPACTONDERZOEK - Impact initiatieven

Casus 8 | HopstaGo

HopstaGo is een Rotterdamse Go-To-Market Accelerator programma voor innovatieve produc ten met maatschappelijke impact. Het programma maakt in principe gebruik van een ‘pay-it-forward’ financieel model, waarbij betaald wordt voor dien sten op het moment dat er inkomsten binnenko men bij de klant. Het doel is om een platform te creëren waar ondernemers met creatieve ideeën ondersteuning en adviezen krijgen om hun produc ten wereldwijd te lanceren. Onderwerpen zijn zeer uiteenlopend, van internationale logistiek en dis tributie, consumenten wetgeving in verschillende landen, tot aan het ophalen van investeringen voor opschaling. De doelen die specifiek in het kader van CityLab010 zijn geformuleerd, waren als volgt: één impactvolle innovatie lanceren, netwerk bou wen van creatieve/innovatieve ondernemingen in Rotterdam en het proces in kaart te brengen. Dit project behoort tot: 46% van de projecten die zijn afgerond, 30% waarvan de initiatiefnemer een BV is, 49% van de initiatieven die een verdienmodel hebben en omzet genereren, 38% waarbij de werk zaamheden worden uitgevoerd door de initiatief nemers of onbetaalde vrijwilligers en 41% die aan geeft andere effecten te hebben gesorteerd dan in eerste instantie beoogd.

Status van het initiatief: als project is het gestopt wegens het behalen van de doelstelling die beoogd was met het binnenhalen van de subsidie. Initiatiefnemers gaan nog wel door.

Impact

Het doel was om één impactvolle innovatie te lan ceren. Uiteindelijk is HopstaGo in staat gebleken om 7 producten te helpen lanceren (o.a. GyraFit, PebbleGrip, IntuAir, KOR waterfles), met nog eens 4 in de pijplijn. Beide initiatiefnemers van HopstaGo zijn in staat geweest om deel uit te maken en samen te werken, met negen andere netwerken, waaronder CIC, Venture Café, World Startup Factory, Hogeschool Rotterdam, Yes!Delft, EIT Health, The Hague Tech, Female Ventures en International Women’s Networking Group. HopstaGo werkt samen met vijf vaste dienstver leners en zoekt eventueel passende samenwer kingspartners daar waar nodig en gewenst.

Mede gerealiseerd met bijdrage CityLab010

• 11 bedrijven gefaciliteerd in hun innovaties

• 7 producten geholpen met lanceren

• 4 producten in de pijplijn

• Twee personen zijn trekkers

• Maakt deel uit van 9 andere netwerken

• Werkt samen met 5 dienstverleners

• Samenwerking met onder meer: Hogeschool Rotterdam, Cambridge Innovation Center (CIC) en Female Ventures.

Workshop op de Hogeschool Rotterdam – via HopstaGo.
IMPACTONDERZOEK - Impact initiatieven | 31
Hogeschool Rotterdam Plannenmakers 2018

Casus 9: Curlingbaan Rotterdam

Curling is een olympische sport die steeds popu lairder aan het worden is onder het grote publiek. In Rotterdam was er op het sportpark Toepad een provisorische baan gecreëerd voor de curling -sport, maar deze voldeed niet aan de eisen. De organisatie wilde een functionele curlingbaan van olympische afmetingen leggen, waarvan het ijs ook geschikt was voor Curling. Deze ambities pasten bij het karakter van Rotterdam als sportstad bij uitstek. De filosofie van Schaatsbaan Rotterdam is om de Rotterdammers een ‘actieve leasure-bele ving’ te bezorgen, uit hun luie stoel te krijgen en tot bewegen aan te zetten, waarna bij velen een enkel bezoek verandert in een regelmatige terugkeer. De vergroting van de capaciteit 2018 heeft daar aan bijgedragen. Van de onderzochte casussen behoort dit project tot de 19% van de initiatieven die tussen de 5.001 en 100.000 personen berei ken. Verder sluit dit project zich aan bij: 46% van de projecten die zijn afgerond (baan is gebouwd, maar continueert in het gebruik ervan), 49% die een verdienmodel hebben en omzet genereren, 30% (nog) geen ambitie heeft om op te schalen en 11% die geen andere effecten hebben gesorteerd dan het beoogde doel, namelijk het bouwen van de curlingbaan.

kaarten in seizoen 2017/2018, naar 6159 kaarten in seizoen 2018/2019 en zelfs 7523 verkochte kaarten in 2019/2020 (pre-corona). Op basis van de pre-boekingen verwacht men post-corona voor seizoen 2021/2022 meer dan 10.000 curlingkaar ten te verkopen. Dit alles is bereikt met de geza menlijke inzet van 6 fte, initiatiefnemers en vier personen die als denktank c.q. Raad van Advies dienen. Zesmaal per jaar verschijnt er een nieuws -item in lokale media en de socials zijn goed voor 25.000 volgers. Naar eigen zeggen is het de enige schaatsbaan in Nederland die winst maakt.

Status van het initiatief: continueert.

Mede gerealiseerd met bijdrage CityLab010

• 800 m2 schaatsbaan dedicated voor Curling

• Verdubbeling van schaatsbaan: van 400 naar 800m2

• Ruim 6100 bezoekers in seizoen 2018/2019

• Ruim 7500 bezoekers in seizoen 2019/2020

• 6 fte in dienst

• 4 personen die als Raad van Advies optreden

• 6 x per jaar nieuwsitem

• Bereik social media: 25.000 volgers

• Enige schaatsbaan in NL die winst maakt.

Impressie van Curling op de Curlingbaan Rotterdamvia Curling Rotterdam

Impact

De organisatie is in staat geweest om de bestaande 400m2 provisorische curlingbaan met slechte kwaliteit ijs, om te zetten naar een échte curlingbaan van 800m2 met kwalitatief goede ijs. Dat het geslaagd was merkte de organisatie aan de groei in aantallen: van 2988 verkochte curling-

Deelnemer beoefent de curlingsport op de Curlingbaan Rotterdam – via Curling Rotterdam

32 | IMPACTONDERZOEK - Impact initiatieven

4. Succesfactoren en barrières

87% van alle initiatieven geven aan een maatschappelijke doelstelling te hebben. Maar welke factoren dragen eraan bij of juist af dat deze doelstelling behaald wordt? Initiatieven rapporteren een verscheidenheid aan succesfactoren en barrières. Voor een deel hebben deze te maken met het specifieke karakter van het initiatief, zoals het hebben van een relevant netwerk voor de initiatiefnemer, medewerkers en vrijwilligers. Of de media-aandacht voor het specifieke thema waar het initiatief zich op richt.

Vaardigheden

Waar de specifieke benodigde vaardigheden per initiatief verschillen, zijn vaardigheden van de ini tiatiefnemer, werknemers, vrijwilligers en andere betrokkenen een belangrijke succes- en faalfactor voor veel initiatieven: het ontbreken van vaardig heden is een barrière voor succes, terwijl de aan wezigheid van de vaardigheid gezien wordt als een belangrijke bijdrage aan succes. Direct gelinkt hier aan zijn ook de vaardigheden om juiste partners te vinden en betrekken. Veel initiatieven zijn klein schalig, met slechts één trekker van het initiatief (41%) en zelfs 21% van initiatieven waarbij alleen de initiatiefnemer(s) werkzaamheden uitvoeren (Figuur 3 & 4). Deze afhankelijkheid van een kleine groep mensen en partners met de juiste vaardighe den op ondernemen, financiën, marketing, organi satie, enzovoort, vormt een continue uitdaging voor de initiatieven.

Samenwerking

Maar er zijn ook generieke factoren af te leiden. Zo geeft meer dan de helft van de geïnterviewden

aan dat samenwerken en een goede communica tie belangrijke factoren zijn voor het behalen van succes. Dit wordt voornamelijk gekoppeld aan het partnernetwerk, dat voor bijna alle respondenten cruciaal is.

Hoe

kunnen we nóg meer impact maken in Rotterdam?

Creëren van vertrouwen

Alle respondenten zijn het er unaniem over eens dat het creëren van vertrouwen, transparantie in de opzet en uitvoer en samenwerking met part ners, cruciaal is in het succesvol maken en houden van het initiatief. Ook leren en kennis delen is belangrijk voor een merendeel van de geïnter viewden, behalve voor ‘Jan van der Ploeg meets Piet Roovers’. De kern van het project is ‘gewoon’ huisvesting, alleen voor een doelgroep die anders lastig aan een plek komt. Het programma erom heen is waar de belangrijkste impact mee wordt

IMPACTONDERZOEK - Succesfactoren en barrières | 33
Figuur 3: opbouw van team die het initiatief trekt Figuur 4: opbouw van het operationele team

gemaakt door interactie te bewerkstelligen tussen de buurt en buurtorganisaties enerzijds en de oudere kunstenaars anderzijds.

Bureaucratische processen

Naast succesfactoren zijn er ook belemmeringen die een barrière vormen voor initiatiefnemers om meer impact te maken. De barrières die worden genoemd door de respondenten zijn eveneens divers van aard.

Een belangrijke barrière die door een aantal res pondenten wordt genoemd heeft te maken met bureaucratisch processen in samenwerking met de Gemeente Rotterdam. Zo geven sommige initi atieven expliciet aan dat het iteratief en organisch karakter van hun project hen soms parten speelde. De initiatieven hadden namelijk ondersteuning ontvangen op basis van een activiteitenplan. Na verloop van tijd en met het opdoen van ervaringen in een iteratief proces, leren initiatiefnemers hoe ze meer impact kunnen bewerkstelligen door aan passingen van hun activiteiten. Echter was het niet altijd mogelijk af te wijken van het oorspronkelijk plan waardoor initiatieven impact ‘lieten liggen’.

Onder deze bureaucratisch processen vallen ook belemmeringen in het krijgen van een vergunning, benodigde wijzingen van bestemmingsplannen om uitvoer van het initiatief mogelijk te maken en andere medewerking van de gemeente die nodig was voor het behalen van meer impact.

Financiën

Financiën blijken zowel een succesfactor te kun nen zijn als een belangrijke barrière. Zowel ‘Jan van der Ploeg meets Piet Roovers’, Dakdorpen Collectief als Het Dijkhuis geven aan volledig

afhankelijk te zijn van subsidies en gulle gevers. Voor ‘Jan van der Ploeg meets Piet Roovers’ is het huisvesten van oudere kunstenaars niet het pro bleem, dat loopt vanzelf door de intensieve samen werking met de woningbouwcorporatie én de uitzonderingsstatus die de gemeente heeft afgege ven voor deze doelgroep. Het uitdagende is om de andere poot van het initiatief gefinancierd te krij gen, namelijk het programma eromheen. Hiervoor is onder andere medewerking nodig van woning bouwcorporaties en de gemeente. Het Dakdorpen Collectief stelt ook uitdagingen te zien in het slui tend krijgen van de begroting. Het Dijkhuis heeft (nog) geen pand toegewezen gekregen, waardoor ze hun activiteiten niet kunnen uitvoeren en dus geen eigen inkomsten kunnen genereren noch fondsen aanschrijven voor een financiële bijdrage. Tomatentextiel heeft investeringen nodig voor een full-scale productie van de kleding. De mentaliteit van investeerders is daarbij een belangrijke factor. De meesten kijken naar alleen de winst op financieel gebied en hebben veelal geen oog voor ecolo gische en maatschappelijke waarde.

Continuïteit

Een andere factor is continuïteit, zowel van men sen als van middelen. Succesvolle initiatieven zetten de bijdrage van de gemeente al snel om tot impact. Echter hebben ze daarna niet altijd direct toegang tot alternatieve bronnen van vervolgfinan ciering. Zo stelt Tomatentextiel dat ze nog nét niet interessant genoeg zijn om grotere financiers aan te trekken, maar zijn ze de opstartfase ontgroeid die de gemeente financiert vanuit instrumenten zoals CityLab010

Anderzijds voorziet Curling Rotterdam continu iteitsproblemen door weinig tot geen aanwas van nieuwe trekkers, met verlies van kennis, netwerk en ervaring tot gevolg.

Succesfactoren

Algemene vaardigheden & juiste partners

Samenwerken

Creëren van vertrouwen

Transparantie

Samenwerking met partners

Leren en kennisdelen

Barrières

Bureaucratische processen (Vervolg-) Financiering Continuïteit

34 | IMPACTONDERZOEK - Succesfactoren en barrières

5. Tonen van impact en sturen op impact

Van de initiatieven die een maatschappelijke doelstelling nastreven, meet slechts een deel van de initiatieven of de doelstelling is (of wordt) behaald.

Van de initiatieven die een impactdoelstellingen hebben bepaald en hun impact op hun doelstelling meten, zitten er grote verschillen in hoe initiatieven bepalen of deze maatschappelijke impact wordt behaald:

• 21% geeft geen uitleg hierover

• 21% doet metingen en onderzoek i.s.m. onafhanklijke partners

• 21% doet – een poging tot – eigen onderzoek

• 26% stuurt op outputs (zoals omzet en aantallen bezoekers)

• 9% bepaalt impact vanuit een persoonlijke inschatting

• 3% geeft aan dit in te toekomst te willen oppakken.

Deze verscheidenheid maakt het lastig om zeker te zijn welke impact wordt behaald en belem mert het lerend vermogen en het antwoord op de vraag: ‘hoe gaan we nog meer impact maken in Rotterdam?’

Als het gaat om het bereiken van impact, dan geven respondenten aan dat corona-gerelateerde maatregelen voor stilstand en achterstand hebben gezorgd. Curling Rotterdam geeft aan dat door de sluiting er geen inkomsten meer binnenkwamen. De vaste lasten zijn weliswaar gecompenseerd door de overheid, maar komend jaar kan weer opnieuw begonnen worden met het op de kaart zetten van Curling, met mensen naar de baan krij gen en scholieren weer geïnteresseerd te krijgen. Voor Curling Rotterdam tellen de bezoekersaan tallen, maar zou graag zien dat er meer gemeten kon worden op de langetermijneffecten. Vragen zoals: wat is de impact op de gezondheid van het laagdrempelig maken van de schaats-/curlingbaan, maar ook of er effect is tussen het gratis weggeven van een kaartje aan een 7-jarige en of hij dan op zijn 14e weer terugkomt met een vriendje.

Daarnaast blijkt dat veel initiatieven hun maat schappelijke doelstelling niet scherp genoeg heb ben geformuleerd om direct op te meten. Impact wordt geformuleerd in algemene bewoordingen en gemeten op basis van gevoel en/of feedback die wordt ontvangen vanuit de omgeving. Zo heeft ‘Jan

van der Ploeg meets Piet Roovers’ momenteel 10 kunstenaars die worden gehuisvest en kwamen er in corona-tijd het maximumaantal bezoekers af op de activiteiten, namelijk 6 personen per keer. De aanwezige kunstenaars worden/blijven actief en de naastgelegen basisschool, wijk en bewoners wor den actief betrokken bij de plannen en activiteiten. Ook State of Matter stelt dat impact is gecreëerd doordat steeds meer winkeliers geïnteresseerd raakten in de dienstverlening omdat ze zagen dat het werkte. Tomatentextiel en het Dakdorpen Collectief stellen beiden een stukje bewustwording te hebben gecreëerd: bij Tomatentextiel door te laten zien wat de toepassingsmogelijkheden kunnen zijn van organisch materiaal voor het maken van kleding en bij Dakdorpen Collectief doordat mensen gaan nadenken over een alternatieve keuze qua wonen.

Achter ons Masker had geen specifieke impact doelstelling, anders dan het optekenen van ver halen van mensen in corona-tijd. Maar achteraf is er met name begrip gecreëerd onder mensen met verschillende zienswijzen. Ook dat wordt gezien als impact. Firmhouse VentureLab had als impactdoel om tenminste 12 teams te begeleiden in hun start-up fase en twee investeerders te kop pelen aan succesvolle teams die konden gaan opschalen. Dat is niet gelukt, maar achteraf gezien is impact gecreëerd doordat het ontwikkelde trainingsmateriaal is gebruikt door andere organi saties die hetzelfde beogen en is dat verkocht in licentievorm. Een tweede belangrijke impact is dat de mensen die hebben meegedaan aan het pro gramma, door zijn gegaan met hun bedrijf of door andere bedrijven zijn ingehuurd op basis van hun skills-set die zij bij VentureLab hebben ontwikkeld. Dit maakt het lastig de totale impact te vergelijken of te aggregeren op stadsniveau. Gevraagd naar waar precies de complexiteit ligt in het bereiken van de impact, geven de meeste respondenten aan dat het ligt bij het vinden van de juiste partners. Voor Dakdorpen Collectief zijn dat gebouweigenaren die het aandurven om innova tief om te gaan met hun daken en daar eventueel benodigde aanpassingen voor willen doen. Voor Achter Ons Masker waren dat mensen, anders

- Tonen van impact en sturen
IMPACTONDERZOEK
op impact | 35

dan de ‘usual suspects’, die bereid waren hun ver haal te vertellen en te delen. Voor HopstaGo lag de uitdaging met name in een goede match met partnerorganisaties die hetzelfde nastreven en in staat zijn om eigenbelang ondergeschikt te maken aan collectief belang. Hetzelfde geldt voor State of Matter: als organisatie wordt bijgedragen aan een maatschappelijke verandering, namelijk dat kleding niet altijd nieuw hoeft te zijn. Daar zijn de juiste partners bij nodig die hetzelfde beogen.

een lerend proces: hoe kunnen we meer impact maken? Op die manier kan impactmanagement bijdragen aan het ontwerpen en verbeteren van activiteiten om beter aan te sluiten bij de gewenste effecten. Zodoende ontstaat er ook een beter beeld van de verwachte impact van de initiatief nemer versus de gemaakte impact door de ogen van de deelnemers/partners. Vanwege de beperkte scope waarin respondenten impact meten plaat sen, zien de meesten het tevens als een extern proces, waarbij de meesten de voorkeur geven dit uit te laten voeren door een externe partij of door de gemeente. Redenen zijn onder andere de beperkte kennis en capaciteit, onduidelijkheid over de gewenste scope en outcomes die gemeten dienen te worden en vragen over waarde die het initiatief eruit kan halen. Ook geven initiatieven aan dat ze ervoor vrezen dat impactmetingen het expe rimentele karakter van hun startende initiatief kun nen aantasten als hier te snel en hard financiële consequenties aan worden verbonden. De focus van initiatieven ligt voornamelijk op het uitvoeren van hun activiteiten.

Voor enkele respondenten ligt de complexiteit juist in het tonen van een proof-of-concept. ‘Jan van der Ploeg meets Piet Roovers’ wil het leukste bejaar dentehuis worden van Nederland, maar daartoe moeten alle betrokken partijen overtuigd worden. Dat is zowel de gemeente, de woningbouwcorpo ratie, maar ook de wijkorganisaties en bewoners in de directe omgeving. Exact hetzelfde geldt ook voor Firmhouse VentureLab: zij moeten aan zowel deelnemers, partners als potentiele investeerders laten zien dat het concept werkt. Daar komt nog bij dat als de deelnemers overtuigd zijn van de kwaliteit, zij een belangrijke rol spelen in het bin nenhalen van de volgende ronde deelnemers. Aan de andere kant, partners en investeerders zullen geïnteresseerd raken als zij zien dat deelnemers enthousiast zijn en de gestelde doelen worden bereikt. Voor Tomatentextiel is het nog een stuk ingewikkelder, want het overtuigen is niet op het niveau van partners en/of deelnemers, maar aan tonen dat een businessmodel transitie toekomstbe stendig is. Impactmetingen kunnen een belangrijke rol spelen in het aantonen van de werking van initiatieven, maar wordt vaak nog onvoldoende als dusdanig ingezet.

Het belang van het meten van impact wordt door vele respondenten erkend. Impact meten wordt daarbij vooral gelinkt aan verantwoording en ‘laten zien wat we doen’. Weinig initiatiefnemers benoemen de waarde van impactmanagement als

Impactmanagement kan juist het leer- en expe rimenteerkarakter versterken door handvatten te geven om te leren en experimenteren hoe het initiatief hun impact kan vergroten. Om meer op impact te sturen is het essentieel dat er een per spectiefverandering komt: impact meten als onder deel van een lerend evaluatieproces om doelen te bereiken in plaats van impact meten als een ver antwoordingsproces achteraf.

Zoals succes- en faalfactoren het ook laten zien, ligt de complexiteit van het behalen van de gewenste impactdoelstelling van een aantal initia tieven ook op bedrijfseconomisch niveau, namelijk de financiering. Dat geldt voor Curling Rotterdam, waar grote bedragen zijn gemoeid met de ontwik keling en exploitatie van ijsbanen. Ook voor het Dijkhuis geldt dat met name in de opstartfase de financiering een complexe opgave is. Er is finan ciering nodig voor een pand en voor de opstart kosten. Eenmaal gestart kan binnen enkele jaren break-even worden gedraaid.

Wewillen de impact meten maar we hebben al niet voldoende financiële middelen om überhaupt onze activiteiten goed uit te voeren”
36 | IMPACTONDERZOEK - Tonen van impact en sturen op impact

6. Aanbevelingen en vervolgonderzoek

In dit hoofdstuk worden 10 aanbevelingen gedaan. Sommige aanbevelingen volgen elkaar op, andere sluiten elkaar uit.

1Een effectieve impactme ting vergt dat er aan het begin al goed wordt nagedacht over de impact die beoogd wordt. Daarbij kunnen brede impactdimensies worden aangehouden, zoals eco nomisch, sociaal en ecologisch en/of specifieke thema’s. Dit kan door als gemeente duidelijkere richtlijnen mee te geven voor de outcome-doelstellingen binnen deze impactdimensies en/of thema’s (zie ook punt 4 voor de twee routes). Voorbeelden kun nen zijn om binnen een thema als ‘Onderwijs’ de nadruk te leggen op outcome-doelstellin gen voor onderwijsverbetering in kansarme wijken. Of binnen het sociale domein een outco me-doelstelling als het vermin deren van eenzaamheid. Of op arbeidstoeleiding een outcome -doelstelling te formuleren op het versterken van praktische en creatieve vaardigheden en kennis bij mensen met een grote afstand tot arbeidsmarkt. Hiermee zijn de activiteiten bin nen een dimensie of thema niet leidend meer, maar juist de out come-doelstellingen en kan elk initiatief bepalen hoe zij het beste bijdraagt aan de doelstelling.

2In toenemende mate de ini tiatieven gaan ondersteunen op basis van gewenste outcomes in plaats van op uit te voeren activi teiten. De SDG’s kunnen gebruikt worden als inspiratie voor het formuleren van gewenste doel stellingen. Thema’s zijn nog altijd mogelijk mits goed afgebakend met heldere outcome-doelstellin

gen. Een dergelijke indeling kan tevens aanleiding geven na te denken over de wenselijkheid om à priori een gewenste verdeling van de financiële middelen vast te stellen voor de verschillende impactdimensies. Daarmee kan sturing worden gecreëerd in de gewenst impact of outcome op stadsniveau.

3Bij sommige initiatieven rijst de vraag of het wenselijk is vanuit de gemeente om andere outcome-doelstellingen te formu leren dan ‘bewonersparticipatie’. Vooral kleinschalige, sociale ini tiatieven hebben als voornaam ste doel om samen een leuke activiteit te organiseren, waar de waarde direct in deze activiteit ligt, zonder verdere formulering van een hogere impactdoel

stelling te verwachten van het initiatief. Hierin kan de gemeente meer helderheid creëren over welk type activiteiten zij willen stimuleren middels bewonersparticipatie door het formuleren van een outcome-doelstelling op het laten meedoen van mensen of het verhogen van integratie.

4Daarnaast is een voor waarde voor effectieve impact meting dat inzichtelijk is op basis van welke impactgebied(en) de initiatieven worden gehonoreerd. Gedurende dit onderzoek werd opgemerkt dat de honorering heeft plaatsgevonden op basis van het type activiteiten in plaats van de impactgebieden c.q. out come-doelstellingen. Dit maakt het lastig om achteraf impact te meten, anders dan op basis van

Figuur 5: Het Groeipad met vijf niveaus waarop impact gemeten kan worden

IMPACTONDERZOEK - Aanbevelingen en vervolgonderzoek | 37

een zelfrapportage met uiteen lopende initiatief-gebonden spe cifieke criteria. Het gevolg hier van is dat er geen of beperkte onderlinge vergelijking mogelijk is (bijv. of een initiatief die een groter bedrag heeft ontvangen ook meer impact heeft gemaakt), maar ook geen kwantitatief, geaggregeerd beeld kan worden gecreëerd van de impact op stadsniveau.

5In essentie zijn er twee rou tes te onderscheiden van impact meting van de instrumenten:

1. Van tevoren impactdoelstellingen definiëren waar initiatieven zich aan moeten committeren en hier strak op sturen. Het voordeel hiervan is dat er vooraf bepaalde, meetbare en vergelijkbare impact kan worden beoogd, over het instrument heen. Dit stelt in staat de opgetelde effecten van de ondersteunde initiatieven te samenvoegen tot een totale impact van het instrument op de stad Rotterdam op concrete doelstellingen. Initiatieven zijn daarmee goed vergelijkbaar op basis van dezelfde kostenbatenanalyse. Het helpt het instrument te richten op initiatief die effectief zijn in het behalen van de gewenste impact op de stad. Het grote nadeel is dat er weinig ruimte is voor initiatieven om eigen problematieken en gewenste outcomes aan te dragen.

2. Aan de voorkant initiatieven ondersteunen over hoe zij hun impact kunnen definiëren en in kaart kunnen brengen. Deze route lijkt beter te passen bij de wens van CityLab010 om initiatieven de ruimte te geven en de energie van de stad te volgen in plaats van te

bepalen. Voordeel van deze route is dat ruimte wordt gelaten voor elk initiatief om zelf te definiëren, leren en te meten. Dit kan initiatieven helpen om ook bredere partners en financiering aan te trekken. Dit is een manier van burgerparticipatie en vertrouwen in de stad en haar bewoners. Nadeel is dat de impact van de initiatieven niet samen te voegen is tot een geaggregeerd verhaal voor de stad. Daarnaast kunnen initiatieven slechts zeer beperkt met elkaar vergeleken worden. Dit kan lastiger zijn qua jurering en centrale verantwoording van het instrument.

Eén van de hulpmiddelen die voor dit laatste ingezet kun nen worden in de support is de creatie van een zogenaamd Groeipad, bijvoorbeeld het Impactpad (zie figuur 25). Hierbij kan impact gemeten worden op vijf niveaus, van relatief simpel en eenvoudig, tot robuust en compleet. Op niveau 1 is het

bijvoorbeeld al genoeg als er nagedacht wordt over de missie en de impactdoelstelling expliciet wordt gemaakt. De bijbehorende handleiding kan gebruikt worden om de uitdagingen te identifice ren en handvatten te gebruiken om naar een volgend niveau van impactmeting te groeien.

Het Groeipad kan ook worden gehanteerd door de coaches en juryleden door in het begin rede lijk simpel te kijken naar impact en het lerend vermogen stimule ren en later in het proces het te gebruiken als een soort beoorde lingsinstrument.

6Ook kunnen de SDG’s als impactgebieden worden gebruikt, maar uit dit onderzoek blijkt dat de SDG’s lastig te begrijpen en toe te passen zijn door de ver schillende initiatiefnemers. Er kan wel een vertaalslag gemaakt worden tussen SDG’s en de algemene impactgebieden. Daarmee is het mogelijk om de SDG’s te gebruiken als manage ment-instrument, maar in de

38 | IMPACTONDERZOEK - Aanbevelingen en vervolgonderzoek

communicatie en beleving rich ting de initiatieven juist impactge bieden of outcome-doelstellingen te communiceren die gelinkt zijn aan de SDG’s.

7De verdeling van de initiatieven over de verschil lende impactdimensies levert het inzicht op dat het grootste aantal projecten in de sociale dimensie liggen, maar gemiddeld het laagste bedrag ontvangen.

Ecologische initiatieven krijgen juist het hoogste gemiddelde bedrag. Dit kan worden verklaard doordat sociale initiatieven veelal kleinschalig van aard zijn, terwijl ecologische projecten grootscha liger en infrastructureel van aard. Op basis van deze en soort gelijke inzichten kan worden geopperd om na te denken over de wenselijkheid om à priori een gewenste verdeling van de finan ciële middelen vast te stellen voor de verschillende impactdi mensies. Daarmee kan sturing worden gecreëerd in de gewenst impact of outcome op stadsni veau.

8Initiatieven kunnen vanuit de gemeentelijke instrumenten ondersteund worden in het leren en verbeteren op impact. Het aanreiken van kennis en tools om strategisch met impact om te gaan en impactmanagement onderdeel te maken van besluit vorming binnen het initiatief, kan het lerend vermogen en impact van het initiatief verhogen. Daarnaast is het een waardevolle manier om direct impact-gerela teerde feedback vanuit deelne mers/partners van het initiatief op te halen ten behoeve van sturing. Impact meten ter verantwoording van de ontvangen ondersteuning is dan slechts een onderdeel van de totale manier waarop een initi atief met impact aan de slag is.

9Een belangrijke vraag is waar de regie ligt van het impact onderzoek: bij de gemeente, het initiatief zelf of gezamenlijk? En hoe ziet dat eruit? Indien dit primair ligt bij de gemeente, dan dient er strakkere sturing plaats te vinden op impact-gebieden

en/of outcome-doelstellingen en moeten er gestandaardiseerde vragenlijsten opgesteld worden met een nulmeting, een tussen tijdse meting en eindevaluatie. Hierin is het van groot belang duidelijke afspraken te maken over de rol die het impacton derzoek heeft in de financiële afrekening met initiatieven om gewenste antwoorden te voorko men. Idealiter ligt de nadruk van het impactonderzoek op leren impact te realiseren aan de hand van de verwachte impactdoel stellingen. Indien de regie (voor een groot deel) bij de initiatief nemers ligt, dan is begeleiding in de opzet en uitvoer van de impactmeting (en breder impact management) wenselijk. Deze laatste optie maakt het wellicht ook beter mogelijk om de gebrui kers/achterban/doelgroep van elk initiatief te bevragen op de effec ten die zij ervaren. Dit was nu niet de scope van dit onderzoek en zou vanwege de grote diver siteit aan initiatieven per initiatief verschillend onderzocht worden.

10De bereidwilligheid en interesse van initiatieven die we hebben gesproken om hun data en inzichten te delen was hoog. Maar de totale animo was laag (enquête: 34%; interviews: 8%). Daarmee is het lastig om voldoende inzicht te krijgen om resultaten te duiden en con clusies te trekken die voor de gehele populatie gelden. Verder werd met name door de initiatie ven vanuit Sterker door Nieuwe Ideeën de interactiviteit gewaar deerd, namelijk dat mensen konden meedenken en mees temmen op lokale initiatieven van hun keuze. Er kan worden nagedacht hoe het element van interactiviteit, met name als ‘bur gerparticipatie’ een belangrijke outcome doelstelling is, kan wor den geïntegreerd in de (grotere) initiatieven van CityLab010.

IMPACTONDERZOEK - Aanbevelingen en vervolgonderzoek | 39
“ Samenwerking en goede communicatie tussen gemeente en de initiatieven kunnen het succes vergroten. Voor u ligt een verkort onderzoeksrapport over de impact van 114 Rotterdamse initiatieven in 2018/2019 ondersteund door gemeentelijke instrumenten met als doel om burgerparticipatie te vergroten. www.emiopzuid.nl ” EMI | Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie Bezoekadres | Hillevliet 90, 3074 KD Rotterdam Postadres | Postbus 25035, 3001 HA Rotterdam 010 794 5946 | EMIopzuid@hr.nl | EMIopzuid.nl
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.