Columns Bouwwereld 2024 door Vincent Ketting, partner bouwtechniek en organisatie EGM architecten

Page 1


door Vincent Ketting - partner bouwtechniek en organisatie

AVIJFTIG JAAR INTEGRAAL ONTWERPEN

Als ik vertel dat ik van EGM architecten ben, hoor ik opvallend vaak: ‘Hey, daar heb ik ooit stage gelopen’, of: ‘Ik heb daar ooit gewerkt, zaken gedaan’. Dat krijg je als je al vijftig jaar actief bent. Zelf ben ik ooit ook eerder werkzaam geweest bij EGM, vervolgens weggegaan en zo’n tien jaar geleden weer teruggekomen als mede-eigenaar van het bureau. Heel bewust schrijf ik niet vaak inhoudelijk over ons mooie architectenbureau, maar in 2024 bestaan wij vijftig jaar. Dat is hét moment om stil te staan bij de ontwikkeling van EGM door de jaren heen. Er staat gedurende het jaar een aantal mooie evenementen in de planning waar ik nog niets over ga vertellen. Tevens zullen we het jubileum gaan vieren met alle EGM’ers, oud-EGM’ers, hun naasten, vrienden, relaties en opdrachtgevers van het bureau. Een van die oud-EGM’ers is afgelopen jaar overleden, Rob van Erk. Hij was een van de partners van EGM met een mooi oeuvre aan ontworpen gebouwen, waarvan er drie zelfs prominent aan de Coolsingel staan. Rob was al geruime tijd met pensioen, maar in de gesprekken die tot vlak voor zijn overlijden met hem gevoerd zijn, keek hij met veel plezier terug op zijn jaren als architect en partner bij EGM. Een bevriende architect schreef laatst in een mooie brief, overigens in een andere context: ‘Staan op de schouders van je voorgangers’. Daar werd ik toch wel even stil van. Niet alleen omdat de brief was geschreven naar aanleiding van een van Robs projecten, maar ook en juíst omdat EGM’ers allen staan op de schouders van de voorgangers. Er is door deze voorgangers een stevig fundament gebouwd waarop het bedrijf heeft kunnen doorgroeien tot wat het vandaag is. De projecten, de bedrijfscultuur en de mores van de voorgangers zijn nog altijd voelbaar. Zo is EGM ontstaan uit een fusie van een ingenieursbureau en een architectenbureau. Dat was in 1974. De projectaanpak is sinds de oprichting nooit veranderd.

drijf verankerd zijn. Dual leadership heeft ons veel gebracht en daarom zullen we het altijd zo blijven doen. Dankzij dit DNA heeft EGM kunnen werken aan alle Nederlandse academische ziekenhuizen en vele algemene ziekenhuizen, al dan niet in combinatie met de gehele campusomgeving, waarvan ook meerdere in het buitenland. Ook hebben we detentie- en zorggebouwen, gemeentehuizen, een luchthaventerminal, woningen, onderwijsgebouwen en kantoren ontworpen. Inmiddels hebben we ook de uitbreiding van de ASML-campus in Veldhoven ontworpen en gebouwd, bouwen we laboratoria en kunnen we dankzij de aanwezige kennis ook andere architectenbureaus en bouwbedrijven ondersteunen in de maakbaarheid en engineering van complexe projecten. We hebben hiervoor tien jaar geleden Powered by EGM opgericht, dat zich hierin specialiseert. Het is een eer om op de schouders van alle voorgangers te staan. Het oeuvre aan gebouwen van EGM is zonder specifieke visuele handtekening moeilijk te herkennen. Geen EGM-gebouw is dan ook op het eerste gezicht als een ‘typisch EGM-gebouw’ te bestempelen, wat dat betreft zijn het allemaal unica. Unieke gebouwen, omdat ze allemaal speciaal zijn ontworpen en technisch zijn uitgedacht

Deze projectaanpak, ‘dual leadership’ zoals wij dit noemen, is gericht op het met behoud van continuïteit leidinggeven aan een projectteam met een technisch projectleider en een architect. De kwaliteiten van beide teamleiders garanderen een maakbaar en functioneel ontwerp. De opdrachtgever wordt hiermee volledig ontzorgd, een van de unique selling points van het bureau. Ik durf dit gewoon op te schrijven omdat het toch niet te kopiëren is, het moet namelijk in het DNA van je be-

‘WE

DENKEN OVER DE GRENZEN VAN ONZE OPDRACHTEN HEEN, WANT WIJ BOUWEN VOOR DE TOEKOMST’

voor onze opdrachtgevers – binnen de unieke context van de omgeving en de functie van het gebouw. Dát is de kenmerkende signatuur van EGM: integraal ontwerpen. En dat bouwen wij zo duurzaam mogelijk, waarbij we over de grenzen van onze opdrachten heen denken. Want wij bouwen voor de toekomst. De toekomst waarin de huidige groep EGM’ers de schouders van onze opvolgers zullen zijn. Ik zie het bewaken van de kwaliteit, de bedrijfscultuur en de werkmethodiek dan ook als de belangrijkste speerpunten voor de continuïteit van ons bureau.

Ik wens een ieder een mooi 2024 met mooie projecten!

Fotobijschrift kleur
STREAMER
Vincent Ketting, partner EGM architecten.

NIK DROOM VAN SCHILDEREN EN DAN SCHILDER IK MIJN DROOM

Nog steeds hoor ik architecten zeggen dat Artificial Intelligence een groot gevaar is voor het voortbestaan van ons vak. Waarom, denk ik dan. Je moet het omarmen, leer ermee omgaan en kijk vooral niet weg, want juist dan wordt het een bedreiging. Juist als je er níet mee kunt werken. Het is hetzelfde als de digitalisering van het tekenproces of de BIMontwikkeling zo’n 15 jaar geleden. Het is geen gevaar, het is een tool. Zoals het wijsje luidt: ‘Men lijdt meestal nog het meest door het lijden dat men vreest’. Dit krijg je als je om de hete brij heen blijft draaien.

Laatst las ik een interessant artikel in de Volkskrant over de toepassing van AI en dan met name ChatGPT in het onderwijs. Steeds vaker wordt er gebruik van gemaakt door, laten we zeggen, ‘luie' studenten om snel resultaat te krijgen. Eigenlijk is dat juist waarom je het moet aanmoedigen. In het artikel liepen de meningen van docenten uiteen. Wat te doen, weren uit de schoolbanken of juist omarmen en ervoor zorgen dat de studenten AI leren gebruiken? Dat wordt immers ook van hen verwacht als ze de arbeidsmarkt betreden. De ontwikkeling van AI in bedrijven komt juist bij die groep jongere medewerkers vandaan. Laat hen ermee omgaan en het gaat vliegen. Bij ons is dat niet anders. Leer als bedrijf ermee omgaan en het op een goede manier in te zetten! Het gevaar zit 'm niet in het toepassen van ChatGPT, maar in het verkeerde gebruik ervan of juist het helemaal niet leren omgaan met de tool. AI is niet te stoppen. Het gaat een groot deel uitmaken van ons leven. Op dit moment wordt er in elke sector gekeken naar de ontwikkelingen en de impact op het eigen werkgebied. Uiteraard zijn er beroepsgroepen die moeten waken voor hun voortbestaan, neem nu bijvoorbeeld accountancy. Zo'n data- en cijfergedreven beroep kan je automatiseren en zeker met gebruik van AI kunnen ondernemers steeds meer zelf regelen. Regels op dit gebied zijn namelijk zwartwit, er is jurisprudentie et cetera. Ik zeg: data inladen in een adviespakket en met een druk op de knop heb

je het beste advies paraat. Of zit het toch anders? Voor creatieve beroepen is het sowieso anders. En nu is architectuur nogal een creatief vak. Je kunt veel data toepassen om een zo efficiënt mogelijk gebouw te ontwerpen, maar is het daarmee ook een fijn gebouw? Nemen we niet liever genoegen met een iets minder efficiënt gebouw waar het wel fijn verblijven is?

Gebouwen moeten aan zoveel eisen voldoen dat we het met alleen datagegenereerde ontwerpen niet gaan redden. We kunnen de data wel gebruiken, dat doen we binnen ons bureau al geruime tijd. Dit levert ons zeker inzichten op en gebouwen worden er echt beter van. Maar gelukkig is het oog van de meester ook nodig om een fijn gebouw te ontwerpen.

'NEMEN WE NIET LIEVER GENOEGEN MET EEN IETS MINDER EFFICIËNT GEBOUW WAAR HET WEL FIJN VERBLIJVEN IS?'

Ik heb nog geleerd om perspectieven met de hand op te zetten en met aquarelverf en krijt in te kleuren. Met de komst van het 3D CAD-tekenen was ik in staat om snel mooie onderleggers te genereren om er vervolgens overheen te kunnen schetsen. Later kleurden we deze met de computer in en plakten we er digitale afbeeldingen van personages in. Met de huidige rendersoftware kan je bewegende beelden genereren en met een AI-module kan je personen toevoegen aan een foto. Ik zie AI niet anders dan een verlengstuk van deze tools. Alle ter ondersteuning van het genereren van het beoogde beeld. Want zeg nu eerlijk, Vincent van Gogh schreef ooit: ‘Ik droom van schilderen en dan schilder ik mijn droom’, toch niet andersom?

STREAMER

COLUMN
Fotobijschrift
Vincent Ketting, partner EGM architecten.

DBEZINT

EER GIJ BEGINT

“Denkend aan Holland zie ik breede rivieren traag door oneindig laagland gaan...”. Zo gaat het bekende gedicht van Hendrik Marsman. Water trekt aan, het is een typisch Hollands beeld. En de eeuwige strijd tegen het water typeert de Nederlander.

Op een prachtige plek aan de Oude Maas ligt ons bureau. Een van de drukst bevaren routes van Nederland. De witte spoorbrug naast ons bureau gaat eens in het uur open voor de grotere plezier- en zeiljachten en af en toe een zeeschip of megajacht.

Het gebouw is door ons bureau ontworpen. 15 jaar geleden hebben we het betrokken, toen de bureaus uit Dordrecht en Rotterdam zijn samengevoegd. Ondanks de ligging kwam toch de wens om eens verder te kijken dan Dordrecht, dus lag Rotterdam voor de hand.

We zochten een duurzaam kantoor, goed bereikbaar met het openbaar vervoer en iets met een eigen smoel, dus zeker niet te anoniem. Een betaalbaar, flexibel en toekomstbestendig kantoorgebouw en het liefst met parkeerplaatsen voor de deur. Uiteraard moeten ook klanten en relaties ons kantoor eenvoudig kunnen bereiken met het openbaar vervoer of met de auto. Stapel deze wensen op elkaar en je kunt zoeken naar de spreekwoordelijke speld in de hooiberg.

De huurprijzen van kantoren dalen nog verder en het aanbod is enorm. Er worden ook nog best veel nieuwe kantoren gebouwd. Dat komt ook omdat veel organisaties door de Europese Corporate Sustainability Reporting Directive op zoek zijn naar nieuwe kantoren die voldoen aan de duurzaamheidsnorm. Gebouweigenaren worden op deze wijze gemotiveerd om het vastgoed te verduurzamen, anders is jouw vastgoedportefeuille waardeloos voor de toekomst. Daar ligt dus een hele grote opgave.

Maar pas op! Want er schuilt wel een gevaar in verduurzaming. Sommige gebouwen worden rücksichtslos verduurzaamd,

zonder aandacht te schenken aan de historische waarde ervan. De karakteristieke eigenschappen worden soms aangetast door lompe detaillering of moderne en vergankelijke ontwerpoplossingen. Dat doet mij altijd denken aan de populaire getimmerde schrootjes in de interieurs van de jaren zeventig. Destijds zijn door hele volksstammen prachtige interieurs om zeep geholpen door deze te verbergen achter een bos vurenhout. Bezint eer gij begint. Luister goed naar historici die onderzoek doen naar cultuurhistorische waarden en volg de adviezen op, voordat de spijt er is.

Ook gebouwen met historische waarde kunnen namelijk verduurzaamd worden met slimme methoden zonder dat ze aan karakter moeten inboeten. Het is een mooie taak aan de

‘SOMMIGE GEBOUWEN WORDEN RÜCKSICHTSLOS VERDUURZAAMD, ZONDER AANDACHT TE SCHENKEN AAN DE HISTORISCHE WAARDE ERVAN’

monumentencommissies om erfgoed te behouden voor de toekomst. Verduurzamen, ja, maar dan wel op een verantwoorde manier en niet omdat er zo nodig een plasje overheen moet.

En hoe nu verder met de zoektocht? Ik zou zeggen, ken je die mop van dat architectenbureau dat wilde verhuizen? Nou, die gingen niet. Want eigenlijk: wat we zochten, hadden we al. We blijven gewoon in ons eigen gebouw. Voor iedereen goed bereikbaar met openbaar vervoer, fijne parkeerplaatsen voor auto’s en fietsen, mooie werkplekken. Het bureau is flink verduurzaamd zonder dat je het ziet. En ja, dat uitzicht hè… over de Oude Maas en de historische binnenstad van Dordrecht! Onbetaalbaar gewoon…

STREAMER

COLUMN
Fotobijschrift
Vincent Ketting, partner EGM architecten.

MVAKMANSCHAP

Meer dan tien jaar geleden ben ik als partner toegetreden bij EGM architecten. Ik zeg altijd voor de grap dat ik herintreder ben, ook een beetje verwijzend naar een reclame met garnalenpellers van de Gouden Gids van 20 jaar geleden. Een herintreder, omdat ik 20 jaar geleden ook al bij EGM werkzaam was. Destijds verantwoordelijk voor twee ziekenhuisgebouwen voor het Radboud UMC. Dat was een flinke en vooral complexe opgave, omdat in deze gebouwen OK- en IC-afdelingen gehuisvest moesten worden, inclusief back office, een Spoedeisende Hulppost en een grote afdeling voor Radiologie. En om het geheel af te sluiten een helidek op een van de gebouwen. Daarvan heb ik destijds het schetsontwerp mogen begeleiden en daar hebben we met een groot adviseursteam zo’n twee jaar over gedaan. Een leerzaam, mooi en intensief proces was het zeker. Toch heb ik toen besloten om even iets anders te gaan doen buiten EGM.

en kunnen jonge architecten opleiden voor het werk waar wij voor staan: het leveren van topkwaliteit. Een win-winsituatie! Zo blijven we in staat goede concepten maakbaar te ontwerpen en ook nog eens zodanig dat het ontworpen beeld overeind blijft. En dit doen we dus niet alleen voor onze eigen ontwerpen, maar ook voor die van andere architecten. Volgens Darwins ‘The Origin of Species’ is het niet per se de meest intelligente of sterke soort die overleeft, maar de soort die zich het beste kan aanpassen aan de continu veranderende omgeving waarin hij zich bevindt. Deze stelling wordt veel geciteerd en is zeker van toepassing op het bovenstaande. Het is in essentie hetgeen waarop EGM in de afgelopen 50 jaar heeft kunnen voortbouwen.

Enfin, toen ik terugkwam in het oude nest, net na de financiële crisis, worstelden architectenbureaus met het feit dat men afscheid had genomen van technische kennis, waardoor architectenbureaus veelal ontwerpbureaus waren geworden. Nu moet je weten dat EGM van oudsher altijd een bureau is geweest dat de technische kennis nodig heeft gehad om grootschalige complexe opgaven te kunnen realiseren. Er ontstond nu echter een nieuw fenomeen, namelijk dat er door de fragmentering in de architectenopdrachten voor de bureaus wel werk voor de ontwerpers overbleef, maar men vervolgens voor de technische uitwerking naar een facilitair bureau ging. Wij hebben toen besloten om de technische kennis in huis te houden en nagedacht over de vorm waarin we dat zouden kunnen doen. Wij hechten nu eenmaal grote waarde aan vakmanschap: inhoudelijke kennis van het vak met de maakbaarheid voorop. Daarom moest EGM een totaalbureau blijven. Het was zeker niet eenvoudig en in het begin zelfs sprokkelen naar dat specifieke werk. Om meer ‘body’ te geven aan de technische disciplines zijn we het nog professioneler gaan aanpakken. We zijn een separaat label gestart dat met onze technische kennis de markt op is gegaan. Nu, tien jaar later, is het een goedlopend onderdeel van ons bureau. We hebben onze technische ontwerpers aan boord kunnen houden

Het afgelopen jaar heb ik veel gesprekken gevoerd met oudpartners en medewerkers die al heel lang bij ons bureau werken of gewerkt hebben. Het is verrassend om te horen dat de organische aanpassing van de organisatie van alle tijden is. Kijk bijvoorbeeld eens naar het lichtgewicht space frame,

‘WE HEBBEN ONZE TECHNISCHE ONTWERPERS AAN BOORD KUNNEN HOUDEN EN LEIDEN JONGE ARCHITECTEN OP VOOR HET WERK WAAR WIJ VOOR STAAN’

reeds in de jaren 60 ontwikkeld door twee van de grondleggers van EGM, Eijkelenboom en Middelhoek. Of de Riversnake, een uitvinding van voormalig partner Freek Prins, die ook wilgentenen geluidsschermen heeft ontwikkeld die door Rijkswaterstaat op diverse plekken zijn uitgevoerd. Ons bureau heeft ook eigen constructeurs gehad, een afdeling voor brandveiligheid en bouwfysica en EGM onderzoek, later onze R&D-afdeling. Door de jaren heen is er veel veranderd, en altijd met dezelfde gedachte: de continuïteit van het bureau. Ontwikkelingen gaan nu wel sneller dan 50 jaar geleden. Als we kijken naar de ontwikkeling van AI bijvoorbeeld, kunnen wij ons nog niet volledig voorstellen wat dit gaat inhouden voor ons werk. Ik durf wel te zeggen dat vakmanschap bij ons bureau bovenaan blijft staan, hand in hand met continuïteit.

STREAMER

COLUMN
Fotobijschrift
Vincent Ketting, partner EGM architecten.

BHET GILDE 2.0

Bouwen is geweldig! Het is fantastisch om iets tastbaars te creëren. Om samen met de opdrachtgever, adviseurs en bouwers een mooi en goed functionerend gebouw te maken. Veel mensen uit andere beroepsgroepen zijn daarom ook jaloers op ons vak. Maar voor de buitenwereld zijn de hobbels en uitdagingen lang niet altijd zichtbaar. Voor ons, in de hele kolom, maken die het vak niet altijd even leuk.

Zo hebben we de snel wijzigende en steeds complexere regelgeving, steeds striktere contracten, het overgewaaide claimgedrag en het razende tempo waarmee we nieuwe technologie in onze werkprocessen moeten integreren. Als student of startend architect zakt je haast de moed in de schoenen, en ook als ervaren professional moet je stevig in je schoenen staan om het vak leuk te blijven vinden. Maar het is het waard!

Het begrip branchevereniging is al eeuwenoud. Zo’n belangenorganisatie zorgt ervoor dat binnen een beroepsgroep volgens bepaalde standaarden wordt gewerkt. Gilden zorgden er vroeger weer voor dat klanten ervan op aan konden dat er kwaliteit geleverd zou worden. De bouwsector kende er vele, bijvoorbeeld voor metselaars, rietdekkers en glazenmakers. Het lidmaatschap van een gilde was in zekere zin een keurmerk van meesterschap. Binnen het gilde werd kennis en ervaring doorgegeven, van meester op gezel en van generatie op generatie. Zodoende werd een bepaalde kwaliteitstandaard hooggehouden en werden belangen van de leden binnen het gilde behartigd. Ook werd het uitoefenen van het vak beschermd, zodat je alleen een vakman uit het gilde kon inschakelen voor het werk. Tegenwoordig kennen we de brancheorganisaties, zoals BNA, BNI en BNO voor ontwerpers en NLingenieurs voor de in-

genieurs- en adviesbureaus. Onze opdrachtgevers mogen verwachten dat leden van een dergelijke branchevereniging werken volgens het keurmerk van meesterschap binnen de branche. Toch wordt er binnen en buiten de bouwketen vaak getwijfeld aan vaardigheden, met geluiden als “die kan niet rekenen, die niet secuur werken, die niet opleiden, die niet detailleren en die niet bouwen”. Ook wij merken dit. We investeren dan ook bewust in onze mensen om creatief én bouwkundig ons vak waar te maken, te innoveren en verbeteren. Dat geldt niet alleen voor lopende projecten, we doen dit ook met meester-gezelduo’s en opleidingen.

‘DE BRANCHE MOET VOORKOMEN DAT KWALITEIT TE GRABBEL WORDT GEGOOID, TEN FAVEURE VAN LOUTER KOSTENGEDREVEN PROJECTEN’

EGM is deze zomer weer lid geworden van de BNA en de BNI. De BNA heeft een nieuw bestuur dat thema’s adresseert om het gilde weer een vertrouwde gesprekspartner te laten zijn. Om samen onze kwaliteit hoog te houden, erkend door de buitenwereld. Het feit dat de geldigheid van de cao voor architecten in het gedrang zou komen bij een te laag percentage leden vanuit de beroepsgroep, speelde ook een belangrijke rol om weer lid te worden. De branche moet voorkomen dat kwaliteit te grabbel wordt gegooid, ten faveure van louter kostengedreven projecten.

De BNA is geen ouderwets gilde, maar wij, en ik hoop met ons vele branchegenoten, denken en doen graag mee om het vak professioneel kundig én leuk te houden.

kleur

STREAMER

COLUMN
Fotobijschrift
Vincent Ketting, partner EGM architecten.

OTERUG NAAR DE TEKENTAFEL

Ooit haalde EGM de krant met een artikel over de tekencomputer die het bureau had aangeschaft. Voor een enorm bedrag. De computer was zo groot als een kantoorruimte voor twee personen maar de mogelijkheden waren nog tamelijk beperkt. Het leverde ons wel publiciteit op die uiteindelijk onbetaalbaar bleek. Mede hierdoor hebben we één van de belangrijkste projecten in ons bestaan weten te verwerven. De doorontwikkeling van deze tekencomputer ging vrij langzaam, die groeicurve is vast wel bekend. Als student heb ik nog achter de tekentafel gestaan. Ik vond het fantastisch om tekeningen te maken. Er werd op het bureau waar ik werkte veel aandacht besteed aan de wijze van de opzet en de kwaliteit van de tekeningen. Daar heb ik tot op de dag van vandaag nog profijt van. Hoewel ik nog op een tekentafel werkte, kwamen geleidelijk de eerste tekenpakketten op de markt. En na enige tijd gingen we aan de slag met ons eerste 3D-pakket. We waren destijds onze tijd ver vooruit. Het tekenen met de computer was in het begin nog te vergelijken met de wijze van tekenen op een tekenbord, met losse lijnen, veel intelligentie zat er nog niet in. Het duurde nog vrij lang voordat toegevoegde data kon worden gebruikt, en het belang van een juiste lagenstructuur duidelijk werd. Tekenen werd modelleren. Vergelijkbaar met mijn eerdere tekeningen, waren goed opgezette modellen veel beter te ‘lezen’.

Het 3D-tekenpakket dat wij gebruikten konden we laten communiceren met een renderpakket om fotorealistische beelden te genereren. Er werden steeds meer mogelijkheden onderzocht en dat zorgde cumulatief voor een behoorlijk arsenaal aan software. De mogelijkheden waren eindeloos…

Een paar jaar geleden heb ik eens onderzoek gedaan naar het effect van automatisering op de werkzaamheden binnen ons bureau door de jaren heen. Dit overzicht is samengesteld met uiteenlopende data, waaronder ook financiële. Mijn belangrijkste conclusie was dat automatisering vooral een groot effect

heeft gehad op het aantal medewerkers dat wij nodig hebben voor een gelijke omzet, maar niet op het resultaat. Dat ligt misschien voor de hand. Vooral de hoge mate van efficiëntie door het gebruik van computers is bijzonder. Zo’n onderzoekje zou je zelf eens moeten doen, om een idee te krijgen van de impact van automatisering.

En als je dat gedaan hebt, zou je ook eens moeten kijken naar hoeveel softwarepakketten er binnen het bedrijf gebruikt worden tijdens het ontwerp- en bouwproces. Schrik niet, bij ons zijn dat er zo’n 40 voor het ontwerpen en uitwerken van gebouwen. Daarnaast zijn er nog de diverse koppelingen die nodig zijn om de verschillende softwarepakketten met elkaar te laten communiceren.

‘IK ZOU ONTWIKKELAARS VAN ONTWERPSOFTWARE WILLEN OPROEPEN OM EENS VERDER TE KIJKEN DAN ALLEEN NAAR HET EIGEN PAKKET’

Ik zou ontwikkelaars van ontwerpsoftware willen oproepen om eens verder te kijken dan alleen naar het eigen pakket. Over de hele wereld wordt op vrijwel dezelfde wijze gewerkt binnen ontwerpprocessen. Niet alleen in de bouw, maar ook in vele andere sectoren. Zou het niet eens een idee zijn om een pakket te ontwikkelen dat, met de kennis van nu en vooruitkijkend op nieuwe ontwikkelingen, alle facetten van dit ontwerpproces in zich heeft? Waardoor deze enorme verzameling aan software die nu nog nodig is overbodig wordt? Tegenwoordig kopen we ook geen cd-rom met een tekenpakket, je neemt een abonnement. De kosten van al deze abonnementen bij elkaar zijn gigantisch. Ontwikkel een all-in pakket en ik weet zeker dat je goud in handen hebt. Wij hebben in ieder geval interesse!

STREAMER

COLUMN
Fotobijschrift
Vincent Ketting, partner EGM architecten.

EGM architecten Wilgenbos 20 3311 JX Dordrecht +31 78 6330 660 info@egm.nl www.egm.nl

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.