

PREVIEWVERSIE
COLOFON
BoomBeroepsonderwijs info@boomberoepsonderwijs.nl www.boomberoepsonderwijs.nl
Auteur(s): Inhoudelijkeredactie:
Titel: ISBN:97890372 druk/oplage
Bronvermelding:
©BoomBeroepsonderwijs|Boom
BehoudensdeinofkrachtensdeAuteurswetgesteldeuitzonderingenmagnietsuitdezeuitgaveworden verveelvoudigd,opgeslagenineengeautomatiseerdgegevensbestand,ofopenbaargemaakt,inenige vormofopenigewijze,hetzijelektronisch,mechanisch,doorfotokopieën,opnamenofenigeandere manier,zondervoorafgaandeschriftelijketoestemmingvandeuitgever.Auteursrechttenaanzienvan tekst-endataminingenmachinelearningisnadrukkelijkvoorbehouden.
Voorzoverhetmakenvanreprografischeverveelvoudigingenuitdezeuitgaveistoegestaanopgrond vanartikel16hAuteurswetdientmendedaarvoorwettelijkverschuldigdevergoedingentevoldoen aandeStichtingReprorecht(www.reprorecht.nl).Voorhetovernemenvaneen(ofmeerdere)gedeelte(n) uitdezeuitgaveinbijvoorbeeldeen(digitale)leeromgevingofeenreaderinhetonderwijs(opgrond vanartikel16,Auteurswet1912)kanmenzichwendentotStichtingUitgeversorganisatievoor Onderwijslicenties(Postbus3060,2130KBHoofddorp,www.stichting-uvo.nl).
PREVIEWVERSIE
Deuitgeverheefternaargestreefddeauteursrechtenteregelenvolgensdewettelijkebepalingen.
Degenendiedesondanksmenenzekererechtentekunnendoengelden,kunnenzichalsnogtotde uitgeverwenden.
Doorhetgebruikvandezeuitgaveverklaartukennistehebbengenomenvanenakkoordtegaanmet despecifiekeproductvoorwaardenenalgemenevoorwaardenvanBoomBeroepsonderwijs,tevinden opwww.boomberoepsonderwijs.nl.
Hoofdstuk1
Doelgroepen
1.1 DemoduleMensenActiviteit
Deleerdoelen
Indezemoduleleerje:
1. watdemoduleMensenActiviteitinhoudt
2. wateendoelgroepis
3. watactiviteitenzijn.
DemoduleMensenActiviteit
BijdemoduleMensenActiviteitleerjehoejeactiviteitenorganiseertvoorallerleiverschillendemensen: vanouderenenjongerentotmensenmeteenbeperking,mensenmetverschillendeculturenof bijvoorbeelddak-enthuislozen.Activiteitenzijndingendiejedoet.
PREVIEWVERSIE

Hetgaatover:
● hoejeuitzoektwatmensenleukvindenenwaarzebehoefteaanhebben
● hoejeactiviteitenkiestvooreenbepaaldedoelgroep
● hoejeactiviteitenorganiseertvoorbijvoorbeeldkinderen,ouderenofmensenmeteenbeperking.
Opdracht1 MensenActiviteit
Welkeactiviteitenzieje?Zetdatonderdefoto.


PREVIEWVERSIE


Doelgroepen
BijdemoduleMensenActiviteitleerjeactiviteitenorganiserenenbegeleiden. Eenactiviteitbedenkjevoorbepaaldedoelgroep Eendoelgroepiseengroepmensendieietshetzelfde hebben.Zehebbenbijvoorbeeldongeveerdezelfdeleeftijd.Ofzehebbendezelfdehobby.
Voorbeelden
Jeorganiseerteenspelvoorkinderenvan6jaar.Jezorgtervoordatiedereenmeedoet.Ofjeleerteen ouderehoehijeenreceptkanmaken.Jebegeleidtdiepersoonstapvoorstap.
Opdracht2 Doelgroepen
a. Watiseendoelgroep?
b. Metwelkedoelgroepenhebjeweleensgewerkt? peuters kleuters schoolgaandekinderen tieners volwassenen 60-plussers mensenmeteenbeperking mensenmeteenmigratieachtergrond
c. Welkedoelgroepziejeopdefoto?

PREVIEWVERSIE
d. Jekuntdoelgroepenindelennaarleeftijd,bijvoorbeeldjongekinderen,tieners,volwassenenen ouderen.Noemdrieanderedingenwaarmeejedoelgroepenkanindelen. 1.
e. Bekijkdefoto's.Hoenoemjijdedoelgroependiejeziet?



PREVIEWVERSIE

Activiteiten
Eenactiviteitiseenbezigheiddiejesamenmeteengroepmensendoet.
Voorbeelden:
● sportmiddagvoorkinderen
● koffie-inloopvoorbuurtbewoners
● creatieveworkshop
● wandelgroepvoorouderen.
Opdracht3 Activiteiten
a. Watiseenactiviteit?
b. Bekijkdefoto's.Opwelkefoto'sziejeeenactiviteit?




Opdracht4 Activiteitenvoordoelgroepen

PREVIEWVERSIE


WanneerjeverdergaatmetZorgen Welzijnkunjeopverschillende werkplekkenterechtkomen. Bijvoorbeelddekinderopvang,ineen kinderdagverblijfofeenpeuterspeelzaal. Ookkunjegaanwerkenindeouderenofgehandicaptenzorg.De werkzaamhedenkunnenheel verschillendzijn.Jekuntbijvoorbeeld helpenbijhetorganiserenenaanbieden vanactiviteitenofbijdedelichamelijke verzorgingvancliënten.
Geeftweevoorbeeldenvanactiviteitendiejekuntdoenmetdezedoelgroepen.
1. Informatiegevenaantieners
2. Doe-activiteitenmetouderen
3. Activiteitenvoorkleuters
4. Ontspanningsactiviteitenvoorgehandicapten
Opdracht5 Dekinderopvang
Indekinderopvangkrijgjetemakenmetkinderenvan0tot12jaar,diejeverzorgtenbegeleidt. Tot4jaarkunnenkinderennaareencrèche,kinderdagverblijfofeenanderevormvankinderopvang. Zekunnendaarhethelejaarterecht,ooktijdensschoolvakanties.Dekinderenkunneningedeeldzijn ingroepenperleeftijd,bijvoorbeeldeenbabygroep,eendreumesgroepeneenpeutergroep.Maareen kinderdagverblijfkanerookvoorkiezenomkinderenvanverschillendeleeftijdeninééngroepbijelkaar tezetten.Vanaf4jaarkunnenkinderenooknaardeBuitenschoolseopvang(bso).
a. Alsjezelfopdekinderopvanghebtgezeten,vuljedetabelvoorjezelfin.Zoniet,danvuljehetin vooreenanderkind.Beschrijfdanhoeeenanderkindhetheeftervaren.
Ikvuldetabelinvoor
Dreumes
Peuter
PREVIEWVERSIE
Kleuter
Schoolkind
b. Debsoisvoorschoolkinderen.Wanneerkunnenschoolkinderenbijdebsoterecht?
c. Inwelkedrieleeftijdsgroepenkunjedekinderenvandebsoindelen?
1. 2. 3.
d. Indezomervakantiewordtvaakeenuitjemetdezekinderengeorganiseerd.Waaromishetleukom indezomervakantieeenuitjeteorganiseren?
Opdracht6 Werkenindekinderopvang
BekijkFilmWerkenindekinderopvang
a. Deleidsterverteltdatdekinderennietalleenspelen,zemoetenzichookgoedontwikkelen.Wat lerendekinderen?Geefdrievoorbeelden.
1. 2. 3.
b. Welkecontactenvindtdeleidsterbelangrijk?Noemerdrie.
1. 2. 3.
PREVIEWVERSIE
c. Hoegaatdeleidsterommeteenkindjedatmoeis?
d. Eenstrakkedagplanningenstructuurzijnbelangrijk,maarsomsloopthetanders.Welkvoorbeeld ziejeenhoereageertdeleidsterdaarop?
e. Welkewerkzaamhedenvandeleidsterlijkenjouhetleukst?
f. Welkewerkzaamhedenvandeleidsterlijkenjouminderleukofmoeilijk?
g. Zoujijactiviteitenwillenorganiserenvoorkinderenindekinderopvang?Legjeantwoorduit
1.2 Communiceren
Deleerdoelen
Indezeparagraafleerje:
1. watverbaalennonverbaalcommunicerenis
2. hoejegoedeomgangsvormengebruikt
3. hoeenwanneerjeobjectiefensubjectiefcommuniceert.
Communiceren
PREVIEWVERSIE

Alsjemetmensenwerktmoetjegoedkunnenpratenénluisteren.Enjemoetduidelijkzijn.
Datheetgoedecommunicatie.Goedcommunicerenisbelangrijkalsjeactiviteitenvooranderen organiseert.Jebegrijptdanbeterwatdeanderbelangrijkvindtennodigheeft.Endeanderbegrijpt joubeter.Datgeeftvertrouwen.Hetzorgtvoorveiligheidenduidelijkheid.Gesprekstechniekenhelpen omdecommunicatietussenmensenbetertelatenverlopen.Hetzijnhulpmiddelenomgoedte communiceren.Zehelpenjeomeengesprekbetertevoeren,bijvoorbeelddoorgoedteluisteren,door tevragen,ofsamentevattenwatdeanderzegt.
Metgoedecommunicatiekunje:
● goedcontactmakenmetmensen
● beterbegrijpenwatiemandnodigheeft
● duidelijkenvriendelijkzijn
● goedsamenwerkenmetcollega’s
● anderenbeterhelpenenbegeleiden
● misverstandenvoorkomen.
Goedluisteren
Communicatieisnietalleenpraten.Luisterenisookbelangrijk.Kijknaardeander,knikafentoe,en laatziendatjeluistert.Datheetactiefluisteren Wachttotdeanderklaarismetpratenvoordatjeiets zegt.
Taalgebruik
Letopjetaalgebruik.Datbetekent:Letopdewoordendiejegebruikt.Pasjewoordenaandesituatie aan.Tegeneencliëntpraatjeandersdantegeneenvriend.Gebruikduidelijkewoordenenpraatrustig.
Opdracht7 Communiceren
PREVIEWVERSIE
a. Waaromisgoedcommunicerenbelangrijkalsjeactiviteitenvooranderenorganiseert?
b. Geefdriemanierenvangesprekstechnieken.Geefbijelkemaniereenvoorbeeld.
Opdracht8 Verstoordecommunicatie
a. Waaromkaneentvdieaanstaatdecommunicatieverstoren?
b. Waaromkunjedecommunicatieverstorenalsjeeenzorgvragernietaankijkt?
c. Bijcommunicatiehebjesomstemakenmetverschillenintaalencultuur.Geefeenvoorbeeldvan eenverschildatmettaaltemakenheeft.
d. Geefeenvoorbeeldvaneenverschildatmetcultuurtemakenheeft.
Openengeslotenvragen
Omactiefteluisterenmoetjevragenstellen.
PREVIEWVERSIE

Erzijntweesoortenvragen:
1. Geslotenvragen
Eengeslotenvraagkunjemet'ja'of'nee'beantwoorden.Dezevragenzijnhandigalsjesneleen antwoordwilt.Maarjekrijgtweiniginformatiemee.Enjegesprekissnelklaar.
2. Openvragen
Eenopenvraagbegintvaakmet'wie','wat','waar','wanneer'of'hoe'.Metopenvragenkrijgje meerinformatieenblijfthetgespreklanger.
Letopmet'waarom'vragen.Somsvoeltiemandzichaangevallendoorzo'nvraag.Gebruik'waarom' dusniettevaak.
Opdracht9 Openengeslotenvragen
a. Ishetjuistofonjuist?
Meteenopenvraagkrijgjemeestalmaarweiniginformatie.onjuist/juist
Openvragenhelpenomeenlangergesprektevoeren.juist/onjuist
Meteengeslotenvraagkunjesnelantwoordkrijgen.juist/onjuist
Geslotenvragenzijnhandigalsjeweinigtijdhebt.juist/onjuist
b. Isheteenopenofeengeslotenvraag?
Hebjeeenhuisdier?Geslotenvraag/Openvraag
Watvindjeleukominhetweekendtedoen?Openvraag/Geslotenvraag
Gajemorgennaarschool?Geslotenvraag/Openvraag
Hoezietjouwkamereruit?Openvraag/Geslotenvraag
Wanneerbenjejarig?Openvraag/Geslotenvraag
Vindjepizzalekker?Geslotenvraag/Openvraag
c. Bedenkdriegeslotenvragendiejekuntstellenalsjeeenzwemuitjeorganiseertvoorkinderen.
1. 2. 3.
PREVIEWVERSIE
d. Bedenkdrieopenvragendiejekuntstellenalsjeeenzwemuitjeorganiseertvoorkinderen.
1. 2. 3.
Verbaalennon-verbaal

Communicatiebetekentcontacthebbenmetelkaar.Jeverteltietsaandeander,luistertnaardeander ofjelaatietszienaaneenander.
Verbaal
Verbalecommunicatie=communicatiemetwoorden. Datkanoptweemanieren:
● Mondeling:pratenenluisteren.Bijvoorbeeldineengesprekofaandetelefoon.
● Schriftelijk:lezenenschrijven.Bijvoorbeeldviae-mailofWhatsApp.
Non-verbaal
PREVIEWVERSIE
Non-verbalecommunicatie=communicatiezonderwoorden. Jegebruiktjelichaamomietstelatenzien.Datkanmetjegezicht,jestem,jehoudingofgebaren.
Voorbeeld
● Iemandzegtboos:“Ikbennietboos”,maarhijstamptmetzijnvoet.Danzieje:hijiswelboos.
● Duimomhoog:goedgedaan
● Rechtehouding:trots
● Glimlachen:blijofvriendelijk
● Verbaasdgezicht:verbaasd
Non-verbalecommunicatielaatzienhoeiemandzichvoelt.
Ziejedateendeelnemerbooskijkt?Vraagdan:“Bentuboosomdatuergensontevredenoverbent?” Zocontroleerjeofjehetgoedbegrijpt.
Gebarentaal
Dovemensengebruikengebarenomtepraten.InNederlandheetditNederlandseGebarentaal(NGT). Somszijngebarenverschillendperregio.Sinds2020isNGTeenofficiëletaalinNederland.
Opdracht10 Verbaalennon-verbaal
a. Verbindhetbegripmetdeuitlegdieerbijhoort.
Verbalecommunicatie
Non-verbalecommunicatie


PREVIEWVERSIE
Contacthebbenmetelkaarmetwoorden
Contacthebbenmetelkaarzonderwoorden
b. Zetonderdefoto'sofhetomverbaleofnon-verbalecommunicatiegaat.


c. Watbetekentdezenon-verbalecommunicatie?
Watbetekenthet? Ditzieje.



PREVIEWVERSIE
Watbetekenthet? Ditzieje.

Respectenomgangsvormen
Omgangsvormenzijnafsprakenoverhoejenetjesmetelkaaromgaat.Jelaatrespectziendoorbeleefd tezijn.
Voorbeelden
● Jezegt“alsjeblieft”of“dankjewel”.
● Jegeefteenhandofkijktiemandaanalsjegedagzegt.
● Jepraatnietdooriemandheen.
● Jewachtopjebeurt.
● Jelegtjetelefoonwegtijdenseengesprek.
Omgangsvormenzijnbelangrijk.Opschool,opjewerkenindesamenleving.Alsiedereenzichaandeze regelshoudt,isdesfeerprettig.Mensenvoelenzichfijnbijelkaar.
PREVIEWVERSIE
Somszijnomgangsvormenverschillend.Watnetjesisindeenegroepofcultuur,kananderszijnineen anderegroep.
Opdracht11 Omgangsvormen
a. Geefdrievoorbeeldenvanomgangsvormen
1.
2. 3.
b. Welkeomgangsvormzieje?

PREVIEWVERSIE


PREVIEWVERSIE

c. Waaromishetbelangrijkomrespecttetonenaananderen?
Objectiefensubjectiefrapporteren
Somsmoetjeinjewerkrapporteren Voorjewerkrapporterennoemjeookzakelijkrapporteren Bijvoorbeeldalsjeineeninstellingwerktmetouderen.Jegeeftzorgenbegeleidtactiviteiten. Jeobserveertdeouderendaarbijenletgoedopwatjezietenhoort.Daarrapporteerjeover:jegeeft schriftelijkinformatieoverwatjegedaanhebt,watjehebtgezienenwaterisgebeurd.Dieinformatie isbelangrijkvoorjouwcollega'senvoorfamilievandecliënt.
Objectief
Rapporterendoejealtijdobjectiefzodatiedereenweetwaterpreciesgebeurt.Objectiefbetekentdat jealleendefeitenbeschrijft,zonderjouwmeningofgevoelerbij.Iedereenzietofhoorthetzelfde.
Voorbeeld
Om10uurheeftmevrouwZianieenkoptheegedronken. Ditiseenfeit,iedereenkanditzien.
Subjectief
Jekuntookietssubjectiefvertellen.Subjectiefbetekentdatjeietszegtvanuitjouwgevoelofmening. Ditkanvooriedereenanderszijn.
Voorbeeld
Ikergermeeraandatmijncollegabijnaelkedagtelaatkomt. Ditiseenmeningeneengevoel.Iemandanderskanditanderszien.
Opdracht12 Objectiefofsubjectief
a. Verbindhetvoorbeeldmethetbegripdaterbijhoort.
PREVIEWVERSIE
Deleerlingkwamom8.30uurhetlokaal binnen.
Deleerlingwasvervelendtijdensdeles.
Deleerlinghadnieuweklerenaan.
Deleerlinghadleukeschoenenaan.
MeneerJanssen
objectief
feit
mening
subjectief
Jelooptstageineenverzorgingshuis.JezietdatmeneerJanssenom15.00uureenwandelingmaakt indetuin.Tijdensdewandelingstruikelthijenzegt: Au, mijn enkel doet pijn.”
b. Schrijfophoejeditobjectiefkuntrapporteren.
c. Schrijfophoeiemandditsubjectiefzoukunnenopschrijven.
Pedagogischenagogischhandelen
Werkjemetkinderenofcliënten?Letdanophoejemethenomgaat.Jezorgtdatiemandzichprettig voelt,nieuwedingenleertofzichontwikkelt.Datheetpedagogischhandelenalsjemetkinderenof jongerenwerkt.Hetheetagogischhandelenalsjemetvolwassenenwerkt.Daarbijisgoede communicatieheelbelangrijk.
Opdracht13 Pedagogischenagogisch
Kieshetjuistewoord.
Alsjeeenactiviteitorganiseertwaarbijjekinderennieuwedingenleertheetdatpedagogischhandelen /agogischhandelen
Alsjeeenactiviteitorganiseertwaardooreenvolwassenezichprettigergaatvoelenheetdatagogisch handelen/pedagogischhandelen
Opdracht14 Goedecommunicatie
a. Geefbijelkedoelgroepeenvoorbeeldvanwatjijbelangrijkvindtindecommunicatiemetdiegroep.
Baby’s:
Collega's:
PREVIEWVERSIE
Ouders:
b. Metoudersomgaanineenwerksituatieisandersdanomgaanmetdeoudersvanjouwvrienden. Watiserandersalsjemetouderstemakenkrijgtineenwerksituatie?
1.3 Leeftijdsgroepen
Deleerdoelen
Indezeparagraafleerje:
1. welkeleeftijdsgroepenerzijn
2. watdekenmerkenzijnvandeleeftijdsgroepen
3. hoejemetdezeleeftijdsgroepenomgaatalsjemethenwerkt.
Leeftijdsgroepen
Mensenzijnallemaalanders.Zehebbenverschillendeleeftijden,interessesenmogelijkheden.
PREVIEWVERSIE

Wekunnenmenseningroepenverdelenopbasisvanhunleeftijd.Mensenontwikkelenzichin verschillendefasen.Elkeleeftijdsgroepheeftzijneigenkenmerken.
1. Baby(0-1jaar)
Eenbabyisvolledigafhankelijkvanvolwassenen.Hijkannognietpratenenheeftveelzorgnodig. Hijleertkijken,luisteren,bewegenenhechtzichaanzijnverzorger.
2. Dreumes(1-2jaar)
Eendreumesgaatontdekken,leertlopenenzegtdeeerstewoordjes.
3. Peuter(2-4jaar)
Eenpeuterspeeltveelenleertsteedsmeerwoorden.Zewillenzelfstandigzijn.Zeontwikkelenhun eigenwil,maarhebbennogsteunensturingnodig.
4. Kleuter(4-6jaar)
Eenkleuterleertspelenderwijs,ontwikkeltzijntaalenwordtsociaalvaardiger.Hijleerttellenen maaktvriendjes.Kleuterszijnvaaknieuwsgierigenfantasierijk.
5. Schoolkind(6-12jaar)
Eenschoolkindleertlogischnadenken,samenwerkenenomgaanmetregels.Hetleertlezen, schrijvenenrekenen.Hetkindwordtzelfstandiger,maarheeftnogstructuurenbegeleidingnodig.
6. Puber-adolescent(12-21jaar)
Eenpubergroeitsnel,krijgtmeerverantwoordelijkhedenenleertzelfstandigteworden.Zemaken groteveranderingendoor:lichamelijk,mentaalénsociaal.Zezoekenhunidentiteitenwillenerbij horen.Tochhebbenzebegeleidingnodigvanvolwassenen.Indezeperiodenoemjedejongereook weladolescent.
7. Volwassene(vanaf21jaar)
Volwassenenzijnmeestalzelfstandig,makenzelfkeuzesendragenverantwoordelijkheid.Zewerken enzorgensomsvooreengezinofvoorhunouders.
8. Oudere(60jaarenouder)
Ouderenhebbenvaakmeervrijetijdengenietenvanfamilieenhobby’s.
PREVIEWVERSIE
9. (Hoog)bejaarde(80jaarenouder)
Hoogbejaardengaansomslichamelijkenmentaal(geestelijk)achteruit.Zehebbendanhulpen hulpmiddelennodig,bijvoorbeeldbijhetlopenofkoken.

Opdracht15 Leeftijdsgroepen
a. Verbinddezinmetdeleeftijdsgroepdieerbijhoort.
oudere Ikleerlopenenikzegmijneerstewoordjes.
Ikwerk,verdiengeldenzorgsomsvooreen gezin.
Ikkannognietpratenenikhebveelzorg nodig.
Nietallesgaatmeerevengemakkelijken hebsomshulpnodigmetkokenoflopen.
Ikspeelveel,zegsteedsmeerwoordenen ikwilalleszelfdoen.
Ikbennieuwsgierig,fantaseerveelenmaak vriendjes.
puber/adolescent
bejaarde
baby
volwassene
peuter
dreumes Ikleerlezen,schrijvenenrekenenopschool.
Ikhebveelvrijetijdengenietvanmijn kleinkinderen.
Ikwilgraagzelfstandigzijn,maarhebnog steedshulpnodigvanvolwassenen.
PREVIEWVERSIE
b. Welkeleeftijdsgroepzieje?


kleuter
schoolkind


c. Bekijkdefoto.

Welkeleeftijdgroepenzieje?
PREVIEWVERSIE
Mogelijkhedeneninteresses
Mensendenken,voelenendoenopelkeleeftijdanders.Alsjemetmensenwerkt,ishetbelangrijkdat jeweetwatiemandwelofnietkan,watheminteresseertenhoehijdewereldbeleeft.Ditnoemenwe demogelijkheden,interessesenbelevingswereld Hiernaleesjehoedateruitzietperleeftijdsgroep.
Baby’s(0–1jaar)
Baby’skunnennognietpratenofzelfdingendoen.Zeontdekkendewereldviahunzintuigen:horen, zien,voelenenproeven.Zehebbenbehoefteaanrust,aandachtenlichamelijkcontact.Hun belevingswerelddraaitvooralomveiligheid,warmteenvertrouwdegezichten.
Dreumesenenpeuters(1–4jaar)
Dezejongekinderenwillenallesontdekken.Dreumesenlerenlopen,pratenenbeginnenmetspelen. Zezijnnieuwsgierig,eigenwijsenlerendoorteherhalen.Zespelenvaakalleenofnaastanderekinderen. Huninteresseligtbijsimpeleactiviteitenzoalsbouwen,tekenenofliedjeszingen.
Kleuters(4–6jaar)
Kleutersgebruikenhunfantasievolop.Zelerensamenspelen,regelsbegrijpenengevoelensuiten.Ze vindenspelletjes,verkledenenrollenspellenleuk.Hunwereldbreidtzichuit,maarzehebbennogveel begeleidingnodig.
Schoolkinderen(6–12jaar)
Schoolkinderenlerenlezen,rekenenensamenwerken.Zewillendingenbegrijpenenpresteren.Ze zijnvaakgeïnteresseerdinsport,spel,dierenofhobby’szoalsmuziekofbouwen.Zehechtenveel waardeaanvriendschappeneneerlijkheid.
Pubersenadolescenten(12–21jaar)
Tienerswillenerbijhorenenhuneigenidentiteitontwikkelen.Zekunnenallogischnadenken,maar emotiesoverheersensoms.Pubersenadolescentenzoekenzelfstandigheid,maarhebbennoghouvast nodig.Huninteressesliggenbijvrienden,socialmedia,uiterlijk,muziekofgames.Zestellenvragen overdewereld,regelsenzichzelf.
Volwassenen(vanaf21jaar)
Volwassenennemenmeestalverantwoordelijkheidvoorwerk,gezinofstudie.Zehebbenverschillende interesses,afhankelijkvanhunpersoonlijkheidensituatie.Zewillenzichontwikkelen,zekerheid opbouwenofontspanneninhunvrijetijd.
Ouderen(60–80jaar)
Veelouderenzijnmetpensioenenhebbenmeertijdvoorhobby’s,vrijwilligerswerkoffamilie.Zewillen actiefenbetrokkenblijven.Gezondheidspeelteengrotererol,maarveelouderenzijnnogzelfstandig ensociaal.Zevindencontactmetanderenbelangrijk.
(Hoog)bejaarden(80+jaar)
(Hoog)bejaardenkrijgenvaaktemakenmetlichamelijkeofgeestelijkeachteruitgang.Zezijnsoms afhankelijkvanhulpofzorg.Hunbelevingswereldisvaakgerichtoprust,structuur,herinneringenen contactmetvertrouwdemensen.Belangrijkisomrespectvolmethenomtegaanenaantesluitenbij watnogwélmogelijkis.
PREVIEWVERSIE
Opdracht16 Aansluitenopinteresses
Hetbuurthuiswilnieuweactiviteitenopzetten.Zedenkenaan:eenworkshopoveromgaanmetsocial media,eenkookcursusvoorgezondemaaltijden,eengeheugentrainingmetspelletjesenmuziekuit dejaren’60.
a. Welkeactiviteitpastbijwelkedoelgroep,enwaarom?
Workshopsocialemedia:
Kookcursusgezondemaaltijden:
Geheugentrainingmetspelletjesenmuziekuitdejaren’60:
Eenjongerencentrumorganiseerteengame-avond.
b. Waarmoetjerekeningmeehoudenbijhetorganiserenvandezeactiviteit?
Eenbuurtverenigingwileencursusfotografiestartenvoorvolwassenen.
PREVIEWVERSIE
c. Waaromsluitditgoedaanbijdezedoelgroep?
Eenwijkcentrumplanteenwekelijksewandelgroepvoorouderen.
d. Waarompastdezeactiviteitgoedbijdezedoelgroep?
Ineenzorgcentrumwordteenfotomiddaggeorganiseerdmetoudefotoalbums.
e. Waaromisditeengeschikteactiviteit?
Opdracht17 Baby's
a. Jezietdateenbabyhuiltenmetzijnarmenzwaait.Watdoejij?
b. Jezietdateenbabysteedsspeelgoedlaatvallenenhetdaarnaweerwilpakken.Watdoejij?
c. Eenbabyligtindeboxenkijktnaarjou.Watdoejij?
Opdracht18 Baby'sendreumesen
PREVIEWVERSIE
Bedenkzoveelmogelijkverschillentussenbaby’sendreumesen.
Opdracht19 Peuters
a. Peuterszijnnognietzindelijkalszenaardepeutergroepgaan.Hebjijweleenseenpoepluierbijeen kindjeverschoond?Leguithoejedatvond.Alsjehetnognooithebtgedaan,bedenkdanhoejedat zouvinden.
b. Zouhetverschilmakenofhetjeeigenkindisofhetkindvaneenander?Legjeantwoorduit.
c. Peuterskunnenheelliefzijn,maarookkoppigofdriftig.Leguitwaaromeenpeutervaakbooswordt.
d. Hoekunjehetbestomgaanmeteenpeuterophetkinderdagverblijfdieeendriftbuiheeft?
PREVIEWVERSIE
e. Waaromishetbelangrijkeenkindtebelonenoftebevestigenalshetietsgoeddoet?
f. Hoezoujijreagerenopeenkinddatkoppigeenpopsteedsopdegrondblijftgooien?
g. Hoezoujijreagerenopeenkinddatindesupermarktdriftigopdegrondgaatliggenenomzich heenschopt?
h. Denkjedatjijzelfrustigkuntblijvenalseenkindkoppigofdriftigis?
Opdracht20 Vrijspelvanpeuters
Peuterskunnenzichvermakenmetallerleispellen.BekijkFilmVrijspelpeuters
PREVIEWVERSIE

b. Geefmetvoorbeeldenaanhoedeleidstersdepeutersstimulerenomzelfstandigteworden.
1. 2.
c. Hoeisderuimteingericht?
d. Geefvoorbeeldenvandriesoortenspeelgoedvoorpeuters.
1. 2. 3. DepeutersKoenenMonicawillenmeehelpen.
e. Hoekunjedepeuterslatenmeehelpenmetspeelgoedsorteren?
PREVIEWVERSIE

Opdracht21 Kleuters
Tweekleutersmakenruzieomeenblokindebouwhoek.Zetrekkenallebeihardaanhetblok.
a. Watdoejij?
Eenkleuterzegt:“Ikkanditniet!”tijdenseenpuzzel.Hetkindwilopgeven.
b. Watdoejij?
Eenkleutervertelteenfantasieverhaal:“Ikbeneenridderenikgadedraakverslaan!”.
c. Watdoejij?
PREVIEWVERSIE
Opdracht22 Seniorswing
Eenleukemaniervansportenisbewegenopmuziek.Ditkunnenbijvoorbeelddanspasjeszijn,maar ookkrachtoefeningen.SeniorSwingiseenbewegingsprogrammawaarbijpleziervooropstaat.De pasjesenhettempozijnaangepastaandemogelijkhedenvandedoelgroep.Demeestedeelnemers zijntussende55en75jaar.JijgaatChrishelpenbijeenSeniorSwing-les.
a. Seniorenbegeleidenbijhetsportenisandersdankinderenofvolwassenenbegeleiden.
Seniorenhebbenvaakproblemenmetcoördinatieenhetbewegingsapparaat.Denkaangewrichten, spierenen
gaatdaaromnietmeerzomakkelijkensoepel.
b. Denkaanjouwopa,omaofeenseniorbijjouindebuurt.Welkeproblemenaanhet bewegingsapparaatheeftdezepersoon?
c. Kenjeouderendieophogeleeftijdnogheelfitzijnenveelsporten?Geefeenvoorbeeld:hoeoudis diepersoonenwelkeactiviteitenofsportdoetdiepersoon?
Opdracht23 Pedagogischenagogischhandelen
Eenschoolkindmaakthuiswerkmaarraaktsnelafgeleidenbeginttespelen.
a. Watdoejij?
Eenpubermoppert:“Ikhebgeenzinommeetedoen,hetisstom.”
PREVIEWVERSIE
b. Watdoejij?
Eenvolwassenezegt:“Ikredhetnietalleenmetdezorgvoormijnkind.”.
c. Watdoejij?
Eenouderevertelt:“Ikvoelmevaakeenzaam.”
d. Watdoejij?
Eenbejaardeheeftmoeitemetlopenenstruikeltbijna.
e. Watdoejij?
Zingeving
Zingevingbetekentdatiemandhetgevoelheeftdatzijnofhaarlevenbelangrijkis.Datzeerbijhoren enietsvooranderenkunnenbetekenen.
Vooroudereniszingevingvaakextrabelangrijk.Ditkomtomdatwerk,gezondheidofhunrolinde familiesomswegvalt.
PREVIEWVERSIE
Waarhalenouderenzingevinguit?
● Contactmetanderen:kinderen,kleinkinderen,burenofzorgverleners.
● Herinneringen:terugdenkenaanwatzehebbenmeegemaaktofbereikt.
● Hobby’seninteresses:tuinieren,handwerken,muziekofvrijwilligerswerk.
● Dagelijksestructuur:eenwandelingmaken,samenetenofkoffiedrinken.
● Geloofoflevensbeschouwing:ditgeeftsommigeouderensteunentroost.
Alsjewerktmetouderenishetbelangrijkomtelettenopwathunlevenwaardevolmaakt.Eenklein gesprek,eenluisterendoor,ofaandachtvoorwatzijbelangrijkvinden.Datkanalzorgendateenoudere zichgezienenwaardevolvoelt.

Opdracht24 Zingeving
a. Watbetekentzingeving?
PREVIEWVERSIE
b. Waaromiszingevingbelangrijkvoorouderen?Geeftweeredenenwaaromditjuistbijouderenextra speelt.
1. 2.
c. Waarkrijgjijzelfeengoedgevoelvan?Schrijftweedingenopdiejouwlevenleukofbelangrijkmaken.
d. Steldatjijlater80jaarbent.Waarzoujijdanzingevinguithalen?
e. Jewerktindezorg.Eenouderezegt:“Ikvoelmenutteloos,ikkannietsmeer.”Watzoujijdoenof zeggenomdezeouderetehelpenmeerzingevingtevoelen?
Opdracht25 MevrouwDeVries
MevrouwDeVriesis84jaar.Zewoontsindseenjaarineenverzorgingshuis.Vroegerwerktezeineen winkelenwaszevaakmethaarmanopreis.Haarmanisvijfjaargeledenoverleden.Zeheefttwee dochters,maardiewonenverweg.Zehoudtvanbreienenkijktgraagnaaroudefoto’s.Sindskortmerkt deverzorgendedatmevrouwDeVriesstillerisenmindervaaknaardegezamenlijkekoffieochtend gaat.
Jewerktalsstagiair(e)inhetverzorgingshuis.Deverzorgendevraagtjouomnatedenkenoverwat mevrouwDeVriesweereengevoelvanzingevingkangeven.
a. WaarhaaltmevrouwDeVrieswaarschijnlijkzingevinguit?
Contactmetanderen
Dagelijksestructuur
Geloof
Herinneringen
Hobby’seninteresses
PREVIEWVERSIE
b. Watkunjijalszorgverlenerdoenomhaarzingevingteversterken?
1.4 Ontwikkeling
Deleerdoelen
Indezeparagraafleerje:
1. watinterneenexterneontwikkelingsinvloedenzijn
2. hoedeverschillendeleeftijdsgroepenzichontwikkelen
3. hoejemetdeontwikkelingvandeleeftijdsgroepenrekeninghoudtalsjemethenwerkt.
Ontwikkelingsinvloeden
Mensenveranderenenlerensteedsnieuwedingen.Datkomtdoorinvloedenvanbinnenuit,interne ontwikkelingsinvloeden.Endoorinvloedenvanbuitenaf,externeontwikkelingsinvloeden. Deze invloedenbepalen:
● watjegoedkunt(mogelijkheden),
● watmoeilijkvoorjeis(beperkingen),
● watjeleukvindt(interesses),
● hoejenaardewereldkijkt(belevingswereld).
Interneontwikkelingsinvloeden
Dezeinvloedenkomenuitjeeigenlichaam.
● Erfelijkheid
Sommigedingenkrijgjevanjeouders,zoalsjelengte,jehaarkleurofsomseenziekte.
● Gezondheid
Alsjeziekbent,kunjeminderdoen.Alsjegezondenfitbent,kunjemeerdoen.
● Karakter
Deenepersoonisrustig,deanderdruk.Datbepaalthoejeleertenhoejemetanderenomgaat.
Voorbeeld
Eenkinddatverlegenis,vindthetmoeilijkommetonbekendemensentepraten.
Externeontwikkelingsinvloeden
Dezeinvloedenkomenvandemensenendewereldomjeheen.
● Schoolenvrienden
Watjeleertopschoolenmetwiejeomgaat,bepaaltjekennisenjeinteresses.
● Cultuurenomgeving
Waarjewoontenwelkegewoontesjeleert,beïnvloedthoejedenktendoet.
● Oudersenopvoeding
PREVIEWVERSIE
Watjeoudersjeleren,beïnvloedthoejejegedraagtenwatjeleukvindt. Deopvoedingsstijlbepaaltookveel.Alsoudershunkindsteunenenluisteren,krijgthetkindvaak meerzelfvertrouwen;maaralsoudersergstrengzijnenweinigaandachtgeven,kaneenkindjuist onzekerworden.

Voorbeeld
PREVIEWVERSIE
Eenkinddatopgroeitineensportiefgezinkrijgtmisschieneerderinteresseinvoetbalofdansendan eenkinddatopgroeitineenmuzikaalgezin.
Opdracht26 Ontwikkelingsinvloeden
a. Hoorthetbijinterneofeenexterneontwikelingsinvloeden?
Lisaheeftastmaenkandaardoornietaltijdmeegymmen.Interneontwikkelingsinvloeden/ Externeontwikkelingsinvloeden
Samleertvanzijnvaderhoehijmoetkoken.Externeontwikkelingsinvloeden/Interne ontwikkelingsinvloeden
Noorisheelrustigenpraatnietsnelineengroep.Interneontwikkelingsinvloeden/Externe ontwikkelingsinvloeden
DevriendenvanDaanspelenallemaalvoetbal,dusDaangaatookopvoetbal.Externe ontwikkelingsinvloeden/Interneontwikkelingsinvloeden
Ahmedislangendaardoorgoedinbasketbal.Interneontwikkelingsinvloeden/Externe ontwikkelingsinvloeden
IndeklasvanJuliawordtveelaandachtbesteedaankunstencultuur,daaromgaatzijgraagtekenen. Externeontwikkelingsinvloeden/Interneontwikkelingsinvloeden
b. Verbinddeuitlegmethetwoorddaterbijhoord.
Watjegoedkunt
Watmoeilijkvoorjeis
Watjeleukvindt
Hoejenaardewereldkijkt
Invloedenuitjeeigenlichaam
Invloedenvandewereldomjeheen
Interesses
Externeontwikkelingsinvloeden
Mogelijkheden
Interneontwikkelingsinvloeden
Belevingswereld
Beperkingen
c. Welkeinterneontwikkelingsinvloedenhebbeninvloedopjou?
d. Welkeinterneontwikkelingsinvloedenhebbeninvloedopjou?
PREVIEWVERSIE
e. Hoemerkjijdatdezeinvloedenbepalenwatjijleukvindtofwatjegoedkunt?
Taalontwikkeling
Taalontwikkelinghoortbijinterneenexterneontwikkelingsinvloeden,hetbetekent:lerenpratenen begrijpen.Eenkindkantaallerendoorgehoor,dehersenontwikkelingenhetkarakter(bijvoorbeeld nieuwsgierigofafwachtend).Maarhetkindleertookwoordenenzinnendoormensenomzichheen. Eenbabyofdreumesleerttaaldoorteluisterennaarouders,broertjes/zusjes,begeleidersopdeopvang enanderemensenindeomgeving.Hoeveelenhoevaakertegenhetkindgepraatwordt,maaktgroot verschil.
Taalontwikkelingbijjongekinderen
● 0–6weken
Eenbabykannognietpraten.Hethuiltopverschillendemanieren,bijvoorbeeldalshethongerheeft ofmoeis.
● 6–24weken
Debabymaaktklankenzoals ah, eh, oh en uh.Ditnoemenweookwelbrabbelenmetgeluidjes.
● Vanaf6maanden
Hetkindgaatechtbrabbelen.Hetzegtklankenachterelkaar,zoals dadada of mamama.
● Vanaf8maanden
Debabymerktdatereenreactiekomtopwathijofzijdoet.Bijvoorbeeld:debabylachtendeouder lachtterug.
● Vanaf12maanden(1jaar)
Deeersteechtewoordenkomen.Bijvoorbeeldmamaofpapa.Hetkindgebruiktéénwoordomiets aantewijzen,zoalseenpersoonofeenvoorwerp.
● Vanaf18maanden(1,5jaar)
Hetkindmaakttwee-woordzinnen.Bijvoorbeeld: mama bal.Hetbegrijptooksteedsbeterwat anderenzeggen.
● Vanaf24maanden(2jaar)
Hetkindleertveelnieuwewoorden.Hetmaaktkortezinnenvandrietotvijfwoorden.Bijvoorbeeld: ikwilkoekje.
● Vanaf36maanden(3jaar)
Hetkindkaneengesprekvoeren.Hetmaaktlangerezinnenengebruiktwoordenbeter,zoals werkwoorden(lopen,spelen).
Opdracht27 Taalontwikkeling
a. Vulinhoedetaalontwikkelingperperiodeverloopt.
Leeftijdkind
0–6weken
6–24weken
PREVIEWVERSIE
Vanaf6maanden
Vanaf8maanden
Vanaf12maanden
Vanaf18maanden
Vanaf24maanden
Vanaf36maanden
Taalontwikkeling
b. Hoekaneenouderofverzorgereenbabybeterbegrijpen?
c. Eenkindleertveeldoornadoen,ookbijdetaalontwikkeling.Watisdaarombelangrijkvoorouders enverzorgersvanbaby’s?
Lichamelijkeontwikkeling
Hetmenselijklichaamgroeitenverandertalsjeouderwordt,zoalsdelengte,hetgewichtendegroei vanspierenenorganen.Datheetlichamelijkeontwikkeling
Voorbeelden
● Baby’senpeutersgroeiensnelinlengteengewicht.
● Indepuberteitkrijgenkindereneengroeispurt:armenenbenenwordensnellanger.
Sensorischeontwikkeling
Alsjelichaamverandertveranderennietalleenjespieren,bottenenorganen.Ookjezintuigen(zien, horen,voelen,ruikenenproeven)veranderen.Datheetsensorischeontwikkeling
Voorbeelden
● Eenbabyleertdewereldkennendoortekijken,luisterenenvoelen.
● Alskinderenouderworden,wordenhunzintuigensteedsbeter.
PREVIEWVERSIE
Motorischeontwikkeling
Eenkindleertooksteedsbeterbewegen.Datheetmotorischeontwikkeling. Jehebttweesoorten:
Grovemotoriek
Grovemotoriekzijngrotebewegingenzoalslopen,rennen,springen,klimmenoffietsen.
Voorbeelden
● 1-1,5jaar:eenkindkanlopenmetsteun(bijvoorbeeldaandehandvaneenvolwassene).
● 1,5-2jaar:eenkindkanloslopen.
● 2-2,5jaar:eenkindkangoedrennen.
Fijnemotoriek
Fijnemotoriekzijnkleinebewegingenzoalstekenen,knippenofschrijven.
Voorbeelden
● 1-1,5jaar:eenkindkaneenblokjepakkenenvasthouden.
● 1,5-2jaar:eenkindkanmeteenpotloodofwascokrassenoppapier.
● 2-2,5jaar:eenkindkaneentorenvanblokkenbouwenofeeneenvoudigepuzzelmaken.

Opdracht28 Lichamelijkeontwikkeling
a.
Motorischeontwikkeling
PREVIEWVERSIE
Hetmakenvangrotebewegingenzoals rennen,fietsenofspringen.
Sensorischeontwikkeling
Lichamelijkeontwikkeling
Grovemotoriek
Fijnemotoriek
Hetmakenvankleine,nauwkeurige bewegingenzoalsschrijven,knippenof kralenrijgen.
Hoejelichaamgroeitensterkerwordt, bijvoorbeeldlangerwordenofbeter bewegen.
Hoejezintuigenzichontwikkelen.
Hoejeleertbewegen,zoalslopen,springen oftekenen.
b. Hoenoemjehetgroeienenveranderenvanhetlichaam,zoalslengte,gewichtenspieren?
c. Hoenoemjedeveranderingenindezintuigen?
d. Watismotorischeontwikkeling?
e. Geefviervoorbeeldenvangrovemotoriek.
1. 2. 3. 4.
f. Geefviervoorbeeldenvanfijnemotoriek.
1. 2. 3. 4.
Opdracht29 Motoriek
PREVIEWVERSIE
a. Bijkinderenisveelbewegenbelangrijkvoordeontwikkelingvandegroveendefijnemotoriek.Hoe kunnenkinderendegrovemotoriekontwikkelen?Noemvieractiviteiten.
1. 2. 3. 4.
b. Hoekunnenkinderendefijnemotoriekontwikkelen?Noemvieractiviteiten.
1. 2. 3. 4.
c. Welkeactiviteitenvoorpeuterszijngeschiktvoordeontwikkelingvandefijnemotorische vaardigheden?




PREVIEWVERSIE





Lichamelijkeontwikkelingbijbaby's
● Lichamelijk
Hetlichaamgroeitsnel;gewichtenlengtenemensterktoe.Hethoofdisinverhoudinggroot.Spieren ontwikkelenzichvooraldoorbewegingenoefening.
● Sensorisch
Dezintuigenzijnvanafdegeboorteaanwezigmaarnoginontwikkeling.Baby’sreagerensterkop geurengeluidvandeouders,herkennenstemmenengezichten.
● Motorisch
– Grovemotoriek:Eerstreflexmatigebewegingen,daarnarollen,zittenmetsteun,tijgeren/kruipen, entegenheteindevanhetjaarvaakstaanmetsteun.
– Fijnemotoriek:Eerstgrijpreflex,laterbewustdingenvastpakkenennaardemondbrengen,tegen heteindevanhetjaarspeelgoedvandeenenaardeanderehandoverpakken.
Opdracht30 Baby's Hoeleerteenbabydewereldkennen?
Lichamelijkeontwikkelingbijdreumesen
● Lichamelijk
Degroeigaatdoor,maarmindersneldanbijbaby’s.Hetkindleertrechtoplopen,krijgtmeercontrole overhetlichaam.
● Sensorisch
Dezintuigenzijnverderontwikkeld.Dreumesenontdekkendewereldactiefdoortevoelen,proeven enbewegen.Zezijnnieuwsgierigenreagerenopmuziek,kleurenenvormen.
● Motorisch
– Grovemotoriek:Lopenzondersteun,klimmenopmeubels,zelftrapopkruipen,somsrennen (nogwankel),ballenwegschoppen.
– Fijnemotoriek:Dingeninenuitdozenstoppen,torensbouwenmetblokken,zelfetenmeteen lepel(rommelig),bladerenineenboekomslaan.
Opdracht31 Sam
Samis1,5jaaroudenkomtelkeochtendvrolijkdeopvangbinnen.Zodrahijzijnjasuitheeft,loopthij zonderhulpnaardebouwhoek.Hijpakteendoosmetblokkenenbeginttorenstestapelen.Soms vallendeblokkenom,maarhijprobeerthetopnieuw.Naeentijdjekruipthijopdelagebankenprobeert eroptestaan.Alsdeleidstereenliedjeaanzet,begintSamenthousiastmeetebewegenenteklappen. Laterindeochtendeethijmetdegroep.Hijeetzelfmeteenlepel,maarervaltnogveelnaastzijnbord.
a. WatkunjedoenomdemotorischeontwikkelingvanSamtestimulerentijdensdezeactiviteiten?
PREVIEWVERSIE
b. HoekunjeinspelenopdesensorischeontwikkelingvandreumesenzoalsSamtijdenshetspelen?
Lichamelijkeontwikkelingbijpeuters
● Lichamelijk
Degroeiblijftrustigdoorgaan,lichaamsverhoudingenwordenmeer“peuterachtig”.Despieren wordensterker.
● Sensorisch
Dezintuigenfunctionerengoed;peutersgenietenvanmuziek,spelletjesmetkleurenenvormenen vankorteverhaaltjes.Zekunnensteedsbeterzienenhorenwatergebeurtinhunomgeving.
● Motorisch
– Grovemotoriek:Steviglopen,rennen,springenmetbeidevoetentegelijk,traplopenmetsteun, driewielerfietsen,kortetijdbalvangen.
– Fijnemotoriek:Metblokkenbouwen,eenvoudigepuzzelsmaken,tekenenmetkrijtofpotlood (krassenencirkels),knoppenofschakelaarsbedienen.
Opdracht32 Peuters
Noemeenvoorbeeldvanlichamelijkeontwikkelingbijpeuters.
Lichamelijkeontwikkelingbijkleuters
PREVIEWVERSIE

● Lichamelijk
Hetlichaamgroeitgestaag,krijgtmeerspierkrachtenuithoudingsvermogen.
● Sensorisch
Dezintuigenwerkensteedsbeter;hetkindkankleurenonderscheidenenbeterluisterennaar verhalen.
● Motorisch
– Grovemotoriek:hetkindleertbeterspringen,fietsenmetzijwieltjes,hinkelen.
– Fijnemotoriek:hetkindkanknutselen,tekenenbinnenlijntjes,kralenrijgen.
Opdracht33 Noor
Jijlooptstagebijdebso.Vandaagmogendekindereneenarmbandmakenmetkralen.Noor(5jaar) kiestzorgvuldighaarfavorietekleurenenrijgtdekralenéénvooréénaaneentouwtje.Somsglipter eenkraaluithaarhand,maarzeprobeerthetopnieuw.Daaarnagaandekinderennaarbuiten.Noor rentsamenmethaarvriendjenaardezandbak.Evenlaterprobeertzetehinkelenopéénbeen.
a. HoeziejeindezesituatiedatNoorhaarmotorischeontwikkelingoefent?
b. WatkunjijdoenomdelichamelijkeontwikkelingvanNoorverdertestimuleren?
Lichamelijkeontwikkelingbijschoolkinderen
● Lichamelijk
Hetkindgroeitlangzaammaargestaag;krijgtmeercontroleoverhetlichaam.
● Sensorisch
Hetkindkanlangergeconcentreerdluisterenendetailsbeterwaarnemen(bijvoorbeeldbijtekenen).
● Motorisch
PREVIEWVERSIE
– Grovemotoriek:hetkindleertzwemmen,zonderzijwieltjesfietsen,meedoenmetteamsporten.
– Fijnemotoriek:hetkindleertschrijveninschoonschrift,knippenopdelijn,kleineconstructies maken(bijvoorbeeldmetlegooftechniekdozen).
Opdracht34 Schoolkinderen
Noemeenvoorbeeldvangrovemotoriekbijeenkindvan1,5tot2jaar.
Noemeenvoorbeeldvanfijnemotoriekbijeenkindvan2tot2,5jaar.
Lichamelijkeontwikkelingindepubertijd
● Lichamelijk
Kinderenkrijgeneengroeispurt,meisjeskrijgenborsten,jongenskrijgenbaardgroei.
● Motorisch
Doordathetlichaamzosnelverandert,voelenpuberszichsomsonhandigenslungelig.Hunhersenen moeteneerstwennenaandenieuwelichaamslengteen-vorm.
● Sensorischencognitief:
Ookdehersenenenzintuigenontwikkelenverder.Hierdoorlerenjongerensteedsbeteromtegaan metzichzelfenhunomgeving.
Opdracht35 Amir
Amiris13jaarenzitindeeersteklasvanhetvoortgezetonderwijs.Tijdensdegymlesmerkthijdathij snellermoewordtdanvroeger.Zijnarmenenbenenlijkenineensveellangerenhijstruikeltsomsover zijneigenvoeten.Hijschaamtzichalsanderenlachen,maarzijndocentlegtuitdatveeljongereninde puberteitdathebben.ThuismerktAmirdathijmeereetlustheeftensnellergroeitdanzijnjongere broer.
a. HoekunjeindezesituatieziendatAmirindepuberteitzit?
PREVIEWVERSIE
b. WatkunjealsbegeleiderdoenomjongerenalsAmirteondersteunentijdensdezeveranderingen?
Opdracht36 Sportieveactiviteiten
Kinderenvanverschillendeleeftijdenhebbeneenverschillendemotorischeontwikkeling.Jewilt sportieveactiviteitenmetverschilendeleeftijdsgroependoen.
a. Welkegrovemotorischebewegingkunnenkinderenvan3-4jaarmaken?
b. Welkegrovemotorischebewegingkunnenkinderenvan5-6jaarmaken?
PREVIEWVERSIE

c. Welkegrovemotorischebewegingkunnenkinderenvan7-8jaarmaken?
d. Bedenkwateenkindvan11jaarkanenbedenkereenbewegingsactiviteitindebuitenluchtbij.
e. Bekijkdefoto.Welkeanderesportenkunjedezedoelgroepaanbieden?

PREVIEWVERSIE
Lichamelijkeontwikkelingbijvolwassenenenouderen Ookoplatereleeftijdblijftdelichamelijkeontwikkelingbelangrijk.
● Bijouderenkunnendezintuigenachteruitgaan(bijvoorbeeldslechterzienofhoren).
● Ookdemotoriekkanmoeilijkerworden:traplopenofschrijvenkostvaakmeermoeite.

Opdracht37 MeneerBrouwer
PREVIEWVERSIE
DooreenberoerteisdefijnemotoriekvanderechterhandvanmeneerBrouwerverdwenen,meneeris linkshandig.Ookisdegrovemotoriekachteruitgegaandoordeverlammingaanzijnrechterbeen.
Hoortdebewegingbijdegrovemotoriekofdefijnemotoriek?ZeteenXindetabel.KanmeneerBrouwer dezebewegingnogzonderhulpmiddelenuitvoeren?Vul'ja’of‘nee’in.
Beweging
Fietsenopeenduofiets
Leesbaarschrijven
Bakjevlaeten
Lopenmeteenrollator
Overhemddichtknopen
Zichzelfscheren
Ritssluitingdichtdoen
Grovemotoriek
Fijnemotoriek
Kanhijdit?
Waarombewegenbelangrijkis

Bewegenisbelangrijkvooreengoedeontwikkelingvanjelichaamenomgezondteblijven.Alsjeje spierennietgebruikt,wordenzeslapenzwak.Doortebewegenblijvenjespierenjuiststerk.Ookje hartenlongenwerkenbeterwanneerjegenoegbeweegt,enjebottenblijvenstevig.
Bewegenisnietalleengoedvoorjelichaam,maarookvoorjehoofd.Hethelptjeteontspannenenje voeltjevaakvrolijkernahetbewegen.Samenbewegenisbovendiengezellig,bijvoorbeeldalsjegaat sporten,wandelenoffietsenmetvrienden.
PREVIEWVERSIE
Opdracht38 Bewegen
a. Waaromisbewegengezondvooralleleeftijdsgroepen?


Sommigebasisscholenadviserenoudersofbegeleidersomhunkinderenlopendofmetdefietsnaar schooltebrengen.
b. Waaromzullenscholenhetadvies‘ouderskomlopendnaarschool’geven?
c. Vanafwelkeleeftijdkunnenkinderenvaakalzelfopdefietsnaarschool?Legjeantwoorduit.
d. Geefnogtweevoorbeeldenvanactiviteitenwaarbijkinderenhunmotorischevaardighedenoefenen.
1.
2.
PREVIEWVERSIE
e. Bekijkdeafbeeldingen.


Zeteenplusteken(+)bijdedingendiegezondzijneneenminteken(-)bijdedingendieminder gezondzijn.
f. Waaromishetbelangrijkdatpubersgezondekeuzesmakenbijetenenbewegen?Schrijfdrieredenen op.
g. Hoezoujijjongerenstimulerenomgezonderteetenenmeertebewegen?
Lichamelijkeontwikkelingenseksualiteit
Indepuberteitveranderthetlichaamdoorhormonen.Meisjesenjongenskunnendankinderenkrijgen. Jezietookaandebuitenkantdathetlichaamverandert,bijvoorbeeldbaardgroeiofborsten).
Meisjes
Borsten
PREVIEWVERSIE
Schaamhaar,okselhaarenbeenhaar
Menstruatie
Grotereschaamlippen
Bredereheupen
Eendikkereonderhuidsevetlaag
Groterevaginaendeeierstokkengroeien
Jongens
Lagerestem(adamsappelgroeitenbaardinde keel)
Schaamhaar,okselhaarenbaardhaar
Eerstezaadlozing
Penisgroeit
Zaadballengroeien
Haargroeiopborstenbuik(meestalpaswatlater)
Spierontwikkeling

PREVIEWVERSIE
Indepuberteitgaanjongerenmeernadenkenoverliefdeenseks.Ookontdekkenzeopwiezeverliefd kunnenworden.Nietiedereenvoeltzichhetzelfde.Iedereenheefteeneigengenderidentiteit
Iedereenisanders.Sommigemensenwordenverliefdopiemandvanhetanderegeslacht.Datheet heteroofheteroseksueel.
Sommigemeisjeswordenverliefdopmeisjes.Datheetlesbisch.Sommigejongenswordenverliefdop jongens.Datheethomo.
Sommigemensenwordenverliefdopjongensénmeisjes.Datheetbiofbiseksueel.
Erzijnookmensendiezichandersvoeleninhunlichaam.Zijvoelenzichbijvoorbeeldgeenjongen, terwijlhunlichaamzoisgeboren.Ofgeenmeisje,terwijlhunlichaamzoisgeboren.Datheettransgender.
Sommigemensenwordengeborenmeteenlichaamdatniethelemaalpastbij‘jongen’of‘meisje’.Dat heetintersekse.
Erzijnookmensendiezeggen:ikpasnietpreciesineenhokje.Zijnoemenzichzelfqueer.
Ensommigemensenvoelenzichnietthuisbijéénvandezewoorden.Diehorenbijhet+-teken.
AldezegroepensamennoemenwevaakLHBTIofLHBTIQ+.InhetEngelsziejevaakLGBTQ.

Opdracht39 Genderidentiteit
a. Welkegenderidentiteitpastbijdezinnen?
1. Ikbeneenmeisjeenikwordverliefdopmeisjes.
2. Ikbengeborenineenjongenslichaam,maarikvoelmeeenmeisje.
3. Mijnlichaamisniethelemaalalleenmannelijkofalleenvrouwelijk.
PREVIEWVERSIE
4. Ikwilnietineenhokje,ikvoelmegewoonanders.
5. Ikwordverliefdopmensen,ofzenoujongenofmeisjezijn,datmaaktmijnietuit.
6. Ikvoelgeenbehoefteaanseks.
7. Ikbeneenjongenenikvindjongensleuk.
8. Ikvindmeisjesénjongensleuk.
DeklasvanSamira
IndeklasvandocentSamirazittenpubersmetverschillendeachtergronden.Sommigenzijnhetero, anderenhomo,lesbischofbi.Erisookeenleerlingdietransgenderis,eneenleerlingdiezegt:“Ikpas nietinéénhokje.”
Samirawilgraageenactiviteitorganiserenwaarbijiedereenzichwelkomvoelt.Hetmaaktdusnietuit ofjeeenjongen,meisje,transgender,intersekse,queerofietsandersbent.
b. Bedenkeenactiviteitvoorpuberswaarbijiedereenmeekandoen,ongeachtgenderidentiteitof seksuelevoorkeur.Hetmoetveiligenleukzijnvooriedereen.
Schrijfop:
● watdeactiviteitis
● waaromjuistiedereenhieraanmeekandoen
● hoejijzouzorgendatniemandzichbuitengeslotenvoelt.
Cognitieveengeestelijkeontwikkeling
Alsjeouderwordtgroeitnietalleenjelichaam,maarookjehersenenveranderen.
Kinderen
Eenbabyleertheelsnel,vooraldoorkijken,voelenenhoren.Vertrouwenenveiligheidzijnbelangrijk: eenbabyleertdathijkanrekenenopverzorgers.
Alskinderenouderwordenlerenzelogischdenken,maarnogvooraloverdingendiezekunnenzien ofaanraken.Zewordenookzelfstandiger.
Jongeren
PREVIEWVERSIE
Indepuberteitveranderenjehersenensterkdoorhormonen.Jeleertbeternadenken,plannenen logischredeneren.Jekuntsteedsmeerabstractdenken:nadenkenoverdingendiejenietdirectziet. Tochzijndehersenennogniethelemaalklaar.Pasnadepuberteitwordthetmakkelijkeromtesnappen watdegevolgenvanjegedragzijnopdelangetermijn.
Doordatdehersenennoginontwikkelingzijn,ziejebijjongerenvaakpubergedrag:
● wisselendhumeur(somsboos,somsblij)
● besluiteloosheid(moeilijkkeuzesmaken)
● vergeetachtigheid
● onberekenbaar(somsdoenzeonverwachtedingen)
● twijfelendenonzeker.
Dithoortbijdeontwikkeling.Jongerenoefenennogmethungevoel,verstandengedrag.
Alsjeindezorgwerkt,moetjebegrijpendatpuberssomsandersreagerendanvolwassenen.Hun hersenenzijnnogbezigmetoefenenengroeien.
Ouderen
Jekrijgtooktemakenmetouderendiejuistalveellevenservaringhebbenenvaakzelfstandigthuis wonen.Zijhebbensomsmoeitemetgeheugen(bijvoorbeeldvergeetachtigheid),ofmetnieuwedingen leren.
Daaromishetbelangrijkdatjijweethoedecognitieveengeestelijkeontwikkelingwerktinverschillende leeftijden:
● Bijjongeren:nogvolopinontwikkeling.
● Bijouderen:vaakjuistlangzaamachteruitgaand.
Opdracht40 Cognitieveengeestelijkeontwikkeling
a. Waarinverschillenkinderenvanpubersinhunmaniervandenken?
b. Geeftweekenmerkenvantypischpubergedrag.
PREVIEWVERSIE
c. Watisvaakhetverschiltussenjongerenenoudereninhunhersenontwikkeling?
Opdracht41 Eenactiviteitbedenken
Jijorganiseerteenactiviteitvoorverschillendeleeftijdsgroepen. Kieséénleeftijdsgroep:baby’s,kinderen,pubersofouderen. Bedenkeenactiviteitdiepastbijhuncognitieveengeestelijkeontwikkeling.
Leguit:
1. Waarompastdezeactiviteitgoedbijdezeleeftijd?
2. Hoezorgtdeactiviteitdatzijietslerenofzichprettigvoelen?
Socialeenemotioneleontwikkeling
Indepuberteitontwikkelenjongerenhuneigenzelfbeeld.Datbetekent:nadenkenoverwiejebenten watjewilt.Zewordenzelfstandigerenontwikkeleneeneigenmeningenkeuzes. Vooroudersenbegeleidersishetbelangrijkomjongerenhierbijtesteunenenbetrokkentehouden.
Socialeontwikkelinggaatoverhoejemetanderenomgaat:
● Jongerengaansteedsmeertijdmetvriendendoorbrengen.
● Zewillenvaakmeedoenmetdegroep.
● Somszettenzezichjuistaftegenhunouders:zewillenhuneigenwegzoeken.Tochishetbelangrijk datoudershunkindbijhetgezinblijvenbetrekken.
Emotioneleontwikkelinggaatoverhoejeleertomgaanmetgevoelensvanjezelfenanderen:
● Jongerenvoelenzichvaakonzekerofwisselensnelvanhumeur.
● Zelerensteedsbeterbegrijpenwatzezelfvoelenenwatanderenvoelen.
● Ooklerenzeomgaanmetlastigeemoties,zoalsboosheid,jaloezieofverdriet.
PREVIEWVERSIE

Opdracht42 Pubertijd
a. Verbinddeomschrijvingmethetbegripdaterbijhoort.
Jongerendenkennaoverwiezezijnenwat zewillen.Zevormenhuneigenmeningen wordenzelfstandiger.
Jongerenbrengenmeertijddoormet vriendenenwillenbijdegroephoren.Soms botsenzemethunouders.
Jongerenvoelenzichsomsonzekerofboos, maarlerensteedsbetermethungevoelens omgaan.
Ontwikkelingvanzelfbeeld
Socialeontwikkeling
Emotioneleontwikkeling
b. Watishetverschiltussensocialeontwikkelingenemotioneleontwikkeling?
c. Watiseenbelangrijkaandachtspuntvooroudersbijdesocialeenemotioneleontwikkelingvanhun puberkind?
PREVIEWVERSIE
d. Leannezitindepubertijd.Zeheeftnaasteenloopneusenniesbuienveellastvaneczeemophaar gezichtenhanden.Waaromzaldatindezeperiodevanhaarlevenextravervelendzijn?
1.5 Beperkingen
Deleerdoelen
Indezeparagraafleerje:
1. welkebeperkingenerzijn
2. wataangeborenenverworvenbeperkingenzijn.
Beperkingen
Sommigemensenhebbenbeperkingen Datbetekentdatietsinhetlichaamofinhethoofdnietgoed werkt.Erzijnverschillendesoortenbeperkingen:
Lichaamenzintuigen
Werkthetlichaamwerktmindergoed?Danhebjeeenfysiekebeperking.Erzijnverschillendesoorten fysiekebeperkingen:
● Motorischebeperking:Jehebtbijvoorbeeldmoeitemetbewegenzoalslopenentillenofschrijven. Datkankomendoorverlammingofspasticiteit.Ofjehebtmoeitemetpraten,zoalsstotteren.
● Zintuiglijkebeperking:
– Visuelebeperking:slechtziendofblind
– Auditievebeperking:slechthorendofdoof
● Somatischebeperking:Jeorganenwerkennietgoed.Vaakdooreenziektezoalsastma(longen), hartproblemenofnierziekte.
PREVIEWVERSIE

Verstandenleren
Bijeenverstandelijkebeperkingwerkthetlerenenbegrijpenmindergoed.Bijvoorbeeld:
● Iemandleertmoeilijk.Hijheeftmoeitemetnieuwedingenbegrijpen.
● Iemandheeftextraondersteuningnodiginhetwerk.Hijheeftbijvoorbeeldmoeitemetplannenof dingenindejuistevolgordedoen.
● Iemandheefthulpnodigbijhetwonenenzelfzorg.Bijvoorbeeldhulpbijkokenofaankleden.
● Iemandheeftmoeitemetcommunicerenomdathijmoeilijkpraatofbegrijpt.

Meerderetegelijk
Alsiemandmeerdanéénbeperkingheeftheetdateenmeervoudigebeperking
PREVIEWVERSIE
Opdracht43 Beperkingen
a. Bijmensenmeteenfysiekebeperkingkanhetomallerleisoortenbeperkingengaan.Welkedriezijn dat?Geefvanelksoorteenvoorbeeld.
b. Welkebeperkingheeftdezepersoon?

c. Welkebeperkingheeftdezepersoon?

PREVIEWVERSIE
d. Welkebeperkingheeftdezepersoon?

e. Welkebeperkingheeftdezepersoon?
PREVIEWVERSIE

f. Geefdrievoorbeeldenvanverstandelijkeebeperking
Opdracht44 Werkenbijmensenmeteenbeperking
Alsjewerktindegehandicaptenzorghebjetemakenmetverschillendevormenvanbeperkingen.
BekijkFilmWerkenbijmensenmeteenbeperking
a. Welkeverschillendesoortenbeperkinghebjegezien?Schrijfertweeop.
1. 2.
b. WelketakenvoerenHetty,ThelmaenMargauit?GeefbijHettyenThelmatweevoorbeeldenenbij Margaéénvoorbeeld.
c. Welketakenlijkenjouleukomuittevoeren?Legjeantwoorduit.
PREVIEWVERSIE
d. Welketakenlijkenjouminderleukomuittevoeren?Legjeantwoorduit.
e. Welkedriewoonvormenvoormensenmeteenbeperkinghebjegezien? 1. 2. 3.
f. Mensenmeteenbeperkinggebruikenhulpmiddelen.Ditdoenzijomzozelfstandigmogelijkteleven. Welkezeshulpmiddelenkomenerindefilmvoor?
Oorzakenvanbeperkingen
Beperkingenkunnenopverschillendemanierenontstaan:
● Aangeborenbeperking:jehebthetalvanafjegeboorte.
● Verworvenbeperking:jekrijgthetlater,dooreenziekteofeenongeluk.
● Erfelijkheid:hetzitindefamilie,jekrijgthetviajeouders.
● Interneontwikkelingsinvloeden:ietsinhetlichaamwerktnietgoed(bijvoorbeeldeenfoutinde groei).
● Externeontwikkelingsinvloeden:ietsvanbuitenafzorgtvoordebeperking(bijvoorbeeld alcoholgebruiktijdensdezwangerschap).
Hetisbelangrijkomrekeningtehoudenmetalleverschillentussenmensen.Iedereenwilzichfijnvoelen enmeedoenindesamenleving.
Opdracht45 Oorzaken
PREVIEWVERSIE
Verbinddezinmetdeoorzaakdieerbijhoort.
Eenkindwordtblindgeboren.
Iemandkrijgteenbeperkingnaeen auto-ongeluk.
EenkindheefthetsyndroomvanDown,dit komtdooreenfoutindegroeivanhet lichaam.
Eenmeisjekrijgtepilepsie,netalshaar moederenoma.
Eenbabyheefthersenschadedoordatde moedertijdensdezwangerschapveelalcohol heeftgedronken.
Erfelijkheid
Externeontwikkelingsinvloeden
Aangeboren
Interneontwikkelingsinvloeden
Verworven
Opdracht46 Kees
Keeswoontineenwoonvoorziening,hijis25jaar.Keesheefteenverstandelijkebeperking.Hijvindt hetmoeilijkomzelftekoken.Hijvergeetvaakafspraken.Hijpraatsomsonduidelijk,waardooranderen hemnietaltijdbegrijpen.
● BedenkéénactiviteitdieKeeskanhelpenbijwonenofzelfzorg(bijvoorbeeldkokenofaankleden).
● Leguithoejijhemzouondersteunenbijdezeactiviteit.
● VertelwaaromdezeondersteuningbelangrijkisvoorKees.
Opdracht47 Bryanna
Bryannais19jaar.Eenjaargeledenhadzijeenmotorongeluk.Sindsdienzitzijineenrolstoelomdat zeeendwarslaesieheeft.Bryannakannietmeerlopen,maarzekanwelhaararmenenhandengebruiken. Zewoontbegeleidenwilgraagzozelfstandigmogelijkleven.
● BedenkéénactiviteitdieBryannakandoenondankshaarfysiekebeperking.Denkaansport,hobby, ontspanningofdagelijksleven.
● Schrijfopwelkehulpofaanpassingnodigisomdeactiviteitmogelijktemaken.
PREVIEWVERSIE
● LeguitwaaromhetbelangrijkisdatBryannakanmeedoenmetdezeactiviteit.
1.6 Cultuurengeloof
Deleerdoelen
Indezeparagraafleerje:
1. hoejerekeninghoudtmetcultuurengeloofalsjeactiviteitenorganiseert.
Cultuur
Alsjeactiviteitenorganiseertvoormensen,ishetbelangrijktewetendatnietiedereenhetzelfdedenkt enleeft.Jehoudtrekeningmetelkaarscultuur,zoalselkaarsgeloof.
PREVIEWVERSIE

Voorbeelden
● Sommigemensenetengeenvleesofdrinkengeenalcohol,omdathungeloofdatzegt.
● Sommigevrouwenwillengeenmannelijkesportleider.
● Bijeendansactiviteitwilnietiedereenlichamelijkcontact.
● Mensenvierenverschillendefeesten,zoalsSuikerfeest,KerstofDivali.
Watkunjijdoen?
● Zorgbijvoorbeeldvoorhalaletenofbiedvegetarischetenaan.
● Pasactiviteitenaanzodatiedereenmeekandoen.
● Vraagaltijdaaneengroepwatbelangrijkisvoorhen,voordatjeietsorganiseert.
Alsjerekeninghoudtmetgeloofencultuur,voelenmensenzichwelkomengerespecteerd.Iedereen voeltzichdanthuisbijdeactiviteit.
Opdracht48 Cultuur
Waaromishetbelangrijkomrekeningtehoudenmetcultuurengeloofalsjeactiviteitenorganiseert?
Opdracht49 Iedereeniswelkom
Jijorganiseerteensportmiddag.Indegroepzittenookmeisjesdiegeenmannelijkesportleiderwillen.
a. Watkunjijdoenzodatiedereenmeekandoen?
Jeorganiseerteeneetactiviteit.Erzijndeelnemersdievegetarischeten.Anderenwillenjuistgraag vleeseten.
b. Hoezorgjedatiedereenzichwelkomvoelt?
PREVIEWVERSIE
1.7 Terugkijken
Opdracht50 Beheersikdeleerdoelen?
Geefaaninhoeverrejijdeleerdoelenvandithoofdstukbeheerst.
Leerdoel
Indithoofdstukhebikgeleerd: watdemoduleMensenactiviteitinhoudt wateendoelgroepis watactiviteitenzijn watverbaalennonverbaalcommunicerenis hoejegoedeomgangsvormengebruikt hoeenwanneerjeobjectiefensubjectiefcommuniceert welkeleeftijdsgroepenerzijn watdekenmerkenzijnvandeleeftijdsgroepen



Leerdoel
Indithoofdstukhebikgeleerd:
hoejemetdezeleeftijdsgroepenomgaatalsjemethenwerkt watinterneenexterneontwikkelingsinvloedenzijn
hoedeverschillendeleeftijdsgroepenzichontwikkelen
hoejemetdeontwikkelingvandeleeftijdsgroepenrekeninghoudtals jemethenwerkt
welkebeperkingenerzijn
wataangeborenenverworvenbeperkingenzijn
hoejerekeninghoudtmetelkaarscultuuralsjeactiviteitenorganiseert
Opdracht51 Woordenlijst



Indetheorieendeopdrachtenbenjewoordentegengekomendiejemoetkennenvoorjetoetsenen hetexamen.
1. Zoekallegekleurdewoordenop.Misschienhebjezelfnoganderewoordengemarkeerd.Zetde woordeninalfabetischevolgorde.
2. Zetdebetekenisachterhetwoord.Zoekdebetekenisvandiewoordenopdiejenietkent.
PREVIEWVERSIE
1.8 Begrippentrainer
DoedeBegrippentrainervandithoofdstuk.
Hoofdstuk2
Activiteitenorganiseren
2.1 Jedoelgroepbegrijpen
Deleerdoelen
PREVIEWVERSIE
Indezeparagraafleerje:
1. waaromhetbelangrijkisdatjeactiviteitbijjedoelgroeppast.
Doelgroepen
Jouwdoelgroepisdegroepmensendiejijmetjeactiviteitwiltbereiken.Dezemensenhebbeniets hetzelfde.Bijvoorbeeldhunleeftijd,interesseofachtergrond.