Expo opdrachtenboek vwo

Page 1


Opdrachten

bovenbouw vwo

Expo

Beeldende vakken /  Bovenbouw

Opdrachtenboek vwo

Auteurs

Pien School

Barbara Koppe

Marie Mart Roijackers

Marije Sennema

Lotte van Elsacker

Rike Nijhoff-Brekveld

Ingemarie Sam Zippora Elders

Redactie

Monique van der Hulst

S taal & R oeland BV

© 2023 Staal & Roeland BV, Haren, The Netherlands

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets van deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, recording or otherwise without prior written permission of the publisher.

EXPO is een RTTI-gecertificeerde methode en onderscheidt vier soorten vragen:

R Reproductievragen

T1 Trainingsgerichte toepassingsvragen

T2 Transfergerichte toepassingsvragen

I Inzichtvragen

Zie www.docentplus.nl voor meer informatie over de RTTI-systematiek.

Ontwerp omslag en binnenwerk

René van der Vooren, Amsterdam

Beeldredactie

RoelKooisterVerbeeldingskracht, Amsterdam

Beeldinkoop & Prepress

Imago Mediabuilders, Amersfoort

Druk & Afwerking

Wilco Art Books, Amersfoort

www.staal-roeland.nl

ISBN 9789083257440

1

Inhoud

Leren van kunst

Leerdoelen 6

Opdrachten bij het hoofdstuk 6

Deel 1

Kunstbeschouwing

2 Vormen van beeldende kunst

Leerdoelen 12

2.1 Tweedimensionale kunst 12

2.2 Driedimensionale kunst 14

2.3 Audiovisuele kunst 16

2.4 Architectuur 18

3 Beeldende kunst analyseren

Leerdoelen 20

3.1 Voorstelling 20

3.2 Vormgeving — Compositie 23

3.3 Vormgeving — Kleur 26

3.4 Vormgeving — Vorm 29

3.5 Vormgeving — Licht & geluid 32

3.6 Vormgeving — Ruimte & Lijn 35

3.7 Materialen 38

3.8 Technieken 41

Deel 2

Kunstgeschiedenis

4 Periode 800 v. Chr. – 400 n. Chr.

Leerdoelen 46

4.1 Griekse kunst 47

4.2 Romeinse kunst 50

5 Periode 300 – 1000 Leerdoelen 52

5.1 Karolingische kunst 53

5.2 Byzantijnse kunst 55

6 Periode 1000 – 1400 Leerdoelen 57

6.1 Romaanse kunst 58

6.2 Gotische kunst 61

7 Periode 1400 – 1600 Leerdoelen 64

7.1 Italiaanse renaissance 65

7.2 Noord-Europese renaissance 68

8 Periode 1600 – 1750 Leerdoelen 71

8.1 Italiaanse barok 72

8.2 Noord-Europese barok 75

8.3 Franse barok en rococo 78

9 Periode 1750 – 1900 Leerdoelen 81

9.1 Neoclassicisme 82

9.2 Romantiek 85

9.3 Realisme 88

9.4 Opkomst moderne kunst 91

10 Periode 1900 – 1945 Leerdoelen 94

10.1 Expressie 95

10.2 Avant-garde & manifesten 98

10.3 Abstractie & functionaliteit 101

10.4 Kunst & staatsideologie 104

11 Periode 1945 – 1990 Leerdoelen 107

11.1 Naoorlogse abstractie 108

11.2 Interventiekunst 111

11.3 Conceptuele kunst 114

11.4 Postmodernisme 117

12 Periode 1990 – heden Leerdoelen 120

12.1 Reacties op het postmodernisme 121

12.2 Engagement & activisme 124

12.3 Technologie & experiment 127

12.4 Nieuwe media & digitalisering 131

Verantwoording illustraties 135

1 Leren van kunst

Leerdoelen

ɲ Je kunt aandachtig naar (details van) beeldende kunst kijken en beschrijven wat je ziet en welke gedachten of gevoelens dit bij je oproept.

ɲ Je kunt uitleggen welke kennis je opdoet en welke vaardigheden je ontwikkelt door het kijken naar kunst.

Introductie hoofdstuk

ɲ Lees bladzijde 6 en 7 in je tekstboek

1 Blader door het boek en zoek een voorbeeld van een mooi, een lelijk, een ontroerend en een verrassend kunstwerk. Noteer bij alle voorbeelden de naam van de kunstenaar en de titel van het werk. Leg bij elk voorbeeld uit waarom je het mooi, lelijk, ontroerend of verrassend vindt aan de hand van wat je ziet. T2

2 a Bekijk 101, Habitat van Heleen Blanken en V101. Beschrijf welk deel in het kunstwerk door de kunstenaar is bedacht en gemaakt, welk deel door het technische bureau en welk deel door het museum. T1

b Het werk laat je op een symbolische manier ervaren hoe de mens impact heeft op de natuur. Leg uit op welke manier dit kunstwerk deze ervaring oproept. T2

c Bekijk V102, Odisseia van Regina Silveira. Dit kunstwerk bekijk je met een VR-bril. Het is een eindeloze reis in een soort transparant ruimteschip in de vorm van een kubus. Als kijker kun je ervaren hoe je zonder zwaartekracht door het doolhof in de kubus kunt bewegen. Vergelijk Odisseia met Habitat en noem een overeenkomst en een verschil. T2

Vervolg hoofdstuk

ɲ Lees bladzijde 8 - 11 in je tekstboek

3 a Bekijk 102, Room with a Zoo van Matt Dunham. Beantwoord de eerste vraag van Visual Thinking Strategies: Wat gebeurt er in dit kunstwerk? Beschrijf dit in je eigen woorden. T1

b Beantwoord de tweede VTS-vraag: Waaraan zie je dat? T1

c Lees het bijschrift in het tekstboek, kijk nogmaals naar de foto en beantwoord de derde VTS- vraag: Wat kun je nog meer ontdekken? T1

d Bekijk V103, de pagina van Visual Thinking Strategies (VTS) in de New York Times. Bekijk de reacties van deelnemers. Kies uit deze reacties twee andere ideeën dan die van jou over wat er op de foto gebeurt. Beschrijf wat deze deelnemers hebben gezien zodat ze de foto anders interpreteerden dan jijzelf. T1

e Leg uit of jouw gedachten over wat er gebeurt op de foto zijn veranderd door wat je hebt gelezen en waarom wel of niet. T2

4 a Bekijk 103, Galathea of the Spheres. Salvador Dalí beeldt in dit werk zijn vrouw Gala af op een bijzondere manier. Noem drie elementen waaruit het portret is opgebouwd en geef bij alle elementen twee eigenschappen of associaties. T1

b De elementen die Dalí gebruikt om zijn vrouw Gala te schilderen geven betekenis aan het portret. Geef een interpretatie van hoe Dalí zijn vrouw zag (of wat ze voor hem betekende) op basis van de eigenschappen en associaties uit de vorige vraag. T2

c Bekijk 1 , The Old Maids van Leonora Carrington Net als Dalí maakte Leonora Carrington geheimzinnige en vaak magische schilderijen met veel betekenis. Carrington zette zich af tegen haar rijke, traditionele Engelse familieachtergrond door kunst te gaan studeren en een relatie te beginnen met een (veel oudere) kunstenaar, wat in haar kringen ongepast werd gevonden. Op dit schilderij heeft ze mogelijk zichzelf afgebeeld als de figuur in het midden. Beschrijf hoe deze figuur is afgebeeld en welke associaties dit oproept. T1

d Vergelijk de manier waarop de centrale figuur en de andere figuren zijn weergegeven en geef een interpretatie van wat dit zegt over de gevoelens van de figuur. T2

1

Leonora Carrington, The Old Maids (1947)

5 a Bekijk 104. Lou Loeber gaf dit schilderij als titel ‘Molen’ mee, maar de afbeelding kan ook op andere manieren worden geïnterpreteerd. Bedenk een andere interpretatie van wat je ziet en leg uit welke beeldelementen je dit idee geven. T2

b In de onderste helft van het schilderij zie je vlakken die door de meeste mensen als huizen zullen worden gezien. Leg aan de hand van details in het schilderij zo precies mogelijk uit waarom de vlakken aan huizen doen denken. T2

6 a Bekijk 105 en V104, The Obliteration Room van Yayoi Kusama. Het publiek mag overal stickers plakken. Beschrijf welk effect dit uiteindelijk heeft op hoe je de ruimte en de meubels waarneemt. T1

b Kusama’s werk ziet er vrolijk uit, maar heeft ook minder vrolijke kanten. Kusama lijdt al sinds haar jeugd aan angststoornissen en hallucinaties. Leg uit hoe de ervaring van The Obliteration Room op een hallucinatie kan lijken. T2

c Beargumenteer waarom Kusama ervoor kan hebben gekozen om ruimtes te maken waar je in kunt rondlopen. I

7 a Bekijk 106, Mistral van Abdoulaye Konaté en V106. In de video zie je een tentoonstelling van Konaté bij de biënnale in Dakar, de hoofdstad van Senegal. Noem aan de hand van de video twee thema’s in Konatés werk. T1

b Ondanks de serieuze inhoud van de werken van Konaté komt Mistral niet somber over. Leg uit waardoor dit komt. T2

8 a Bekijk 107 en V107. Frohardt wil bezoekers van The Plastic Bag Store laten nadenken over de gevolgen van de consumptiemaatschappij. Beschrijf drie verschillende manieren waarop Frohardt de bezoekers confronteert met het gebruik van plastic en het afval dat dat met zich meebrengt. T1

b Vergelijk 107 met 101. Beide kunstenaars willen je laten nadenken over de consequenties van het gedrag van mensen voor de planeet. Leg uit waarom het werk van Frohardt concreter is dan dat van Blanken. T2

Deel 1 Kunstbeschouwing

3.3 Vormgeving – Kleur

ɲ Lees bladzijde 42 – 45 in je tekstboek

1 a Bekijk 314, Friends or Enemies van Sanja Marušić. Op de foto is een warm-koud contrast afgebeeld. Leg uit wat een warm-koud contrast is en beschrijf waar je dit terugziet op de foto. T1

b Over het werk van Sanja Marušić wordt vaak gezegd dat het vervreemdend is. Noem een aspect van de voorstelling en een aspect van de vormgeving die de foto vervreemdend maken. T2

c Bekijk V312. Je ziet een fragment uit de video Phase in Space (2017) door Sanja Marušić. De kostuums, die Marušić zelf heeft gemaakt van afvalmaterialen, zorgen ervoor dat het lichaam van de danser wordt geabstraheerd. Leg uit hoe ook het kleurgebruik in de video bijdraagt aan deze abstrahering. T2

2 a Bekijk 315, Dwelling van Krijn de Koning. Dwelling betekent onderkomen. Beargumenteer waarom deze titel waarschijnlijk ironisch bedoeld is. I

b Bekijk V313. Het werk bestaat eigenlijk uit twee installaties: een in Margate en een in een Victoriaanse grotto – een kunstmatige grot in Folkstone. Aangezien er weinig licht in een grotto is, gebruikt De Koning in Folkestone helderdere kleuren dan in Margate. Leg uit waarom hij dat doet. T2

c Volgens journalist en kunstcriticus Bas Heijne kan het werk van Krijn de Koning gezien worden als een ‘omgekeerde ruïne’. Zo legt hij uit dat het ‘(…) niet de natuur is die bezit heeft genomen van een constructie, maar de constructie die zich een weg heeft gebaand door de natuur’. Geef nog een ander argument waarom het werk van Krijn de Koning als omgekeerde ruïne gezien kan worden. I

3 a Bekijk 316, Coloured Vases van Hella Jongerius. Op de vazen zijn verschillende soorten kleurcontrasten te herkennen. Noem er twee en benoem telkens uit welke kleuren ze bestaan. T1

b Bekijk 3 , een kleurontwerp dat Theo van Doesburg maakte voor het plafond van een ruimte die ingericht zou worden als combinatie van filmzaal en balzaal. Beschrijf een overeenkomst tussen het kleurgebruik van Jongerius in Coloured Vases en het kleurgebruik van Van Doesburg in het plafondontwerp. T1

c Van Doesburg wilde de zaal met kleur en compositie in beweging brengen. Leg aan de hand van 3 voor beide aspecten uit hoe hij dat deed. T2

d Theo van Doesburg is een van de oprichters van De Stijl – een kunststroming die streefde naar een radicale hervorming van kunst door middel van abstractie. Volgens de kunstenaars van De Stijl moest kunst het universele verbeelden. Bekijk V315. Je ziet Hella Jongerius die allerlei kleurexperimenten in haar atelier laat zien. Hieruit blijkt duidelijk wat haar houding is ten opzichte van kleur. Beschrijf die houding en leg uit hoe die verschilt van de houding van Theo van Doesburg. T2

Opdrachten

van Doesburg, Cafe de l’Aubette: Cine­dancing (1926-1927) 3

Theo

4 a Bekijk 317, Het schaakspel door Sofonisba Anguissola. Op het schilderij is behalve een complementair kleurcontrast, ook een warm-koud contrast te zien. Beschrijf waar je dit terugziet in het schilderij. T1

b Anguissola werd geboren in 1532 in Italië. Ze was van adel en kreeg daarom schilderlessen. In tegenstelling tot jongens mocht zij geen modeltekenlessen volgen. Dat hoorde niet. Om haar achterstand te compenseren, richtte zij zich vooral op portretten en begon daarin uit te blinken. Noem twee aspecten van de gezichten waaraan je ziet dat zij uitblonk in portretten. T1

c Anguissola was een succesvolle kunstenaar in haar tijd: ze ontving lof van Michelangelo – de bekendste kunstenaar uit de renaissance – en werkte voor het Spaanse hof. Toch weten er tegenwoordig maar weinig mensen wie zij is. Geef hiervoor een aannemelijke reden. I

5 a Bekijk 318. De titel van dit werk is Earth’s Skin (2019), wat de huid van de aarde betekent. Het werk doet denken aan een landschap. Leg aan de hand van twee aspecten van de vormgeving uit waarom het werk op een landschap lijkt. T2

b Bekijk V317. Je ziet de studio van El Anatsui in Nigeria, waarin hij samen met zijn medewerkers aan zijn nieuwe kunstwerk werkt. Volgens Anatsui zorgt deze samenwerking voor extra creativiteit. Zijn filosofie is: ‘elke hand brengt, elke hand brengt, de mond vol’. Beschrijf aan de hand van de video hoe de samenwerking tussen El Anatsui en zijn medewerkers voor creativiteit zorgt. T1

c Volgens El Anatsui is kunst net als het leven: altijd onderhevig aan transformatie. Transformatie betekent het omzetten van iets in een andere vorm. Beschrijf twee manieren waarop transformatie terugkomt in het werk van El Anatsui. T1

6 a Bekijk 319, een werk van Paul Signac Beschrijf aan de hand van het kleurgebruik welk moment van de dag Signac hier heeft geprobeerd vast te leggen en leg je antwoord uit. T2

b Signac was beïnvloed door wetenschappelijke theorieën over de manier waarop wij kleur waarnemen. Hij probeerde deze kennis toe te passen in zijn werk. Leg aan de hand van twee verschillende voorbeelden van het kleurgebruik van 319 uit hoe Signac dat doet. T2

Opdrachten

3.4 Vormgeving – Vorm

ɲ Lees bladzijde 46 – 49 in je tekstboek

1 a Bekijk 320, La Perruche et la sirène van Matisse. Matisse gebruikt in dit werk gestileerde vormen van planten en dieren. Beschrijf wat het verschil is tussen gestileerde en geabstraheerde vormen. T1

b Matisse is ten tijde van het maken van dit werk gekluisterd aan zijn bed en rolstoel. Hij maakt het oorspronkelijk voor zichzelf, als muurbekleding in de kamer waar hij verblijft. Hij kan niet vaak meer naar buiten en noemt dit werk dan ook zijn tuin. Leg uit waar de associatie met een tuin vandaan komt. T2

c Matisse knipt alle vormen uit vooraf beschilderd papier. Geef een artistieke en een praktische reden waarom Matisse niet direct op het doek schildert. T2

2 a Bekijk 321, Food for Thought van Maha Malluh. Noem twee vormsoorten die je in dit werk terug kunt vinden en beschrijf waar je ze ziet in het werk. T1

b Bekijk V320. De gebruikssporen geven de pannen een esthetische waarde. Daarnaast hebben ze ook een symbolische betekenis. Beschrijf aan de hand van de video wat de pannen symboliseren. T1

c De esthetische waarde van de cirkel inspireert ook Richard Long. Bekijk V321. In de video zie je een deel van zijn oeuvre. Sommige werken van Long zijn maar kort in het echt te zien. Dat kan komen doordat ze speciaal voor een tijdelijke expositie zijn gemaakt of doordat ze verdwijnen voor de werking van de natuur. Dit soort werken worden vaak gefotografeerd door de kunstenaar of anderen. Leg uit welke functies de foto’s hebben. T2

3 a Bekijk 322,een jurk uit de Cutting Edge-collectie van Victor & Rolf, en V322 In deze collectie werken de ontwerpers met ‘uitgesneden’ vormen in de stoffen, die het silhouet van de jurken veranderen. Leg uit welk effect dit heeft op de indruk die de jurken maken. T2

b Bekijk V323. Het spelen met vorm komt voor in verschillende collecties van Viktor & Rolf. In de video zie je de performance die hoort bij de collectie Wearable Art. Beschrijf hoe deze titel op de collectie slaat. T1

c Tijdens de show worden de kledingstukken uitgetrokken en aan de muur opgehangen. Beschrijf wat er gebeurt met de vorm van de kledingstukken binnen deze handeling en gebruik daardoor de benamingen van vormsoorten uit het tekstboek. T2

4 a Bekijk 323, Birdman or (The Unexpected Virtue of Ignorance) van Lara Favaretto en V325. In de video legt de museumdirecteur uit dat in dit werk ‘vergankelijkheid’ zichtbaar is gemaakt. Leg uit wat ze hiermee bedoelt. T2

b Beschrijf de vorm van deze kubussen met twee benamingen van vormsoorten uit het tekstboek. T1

Opdrachten

Jan Schoonhoven, R 71­20 (1971)

Deel 2 Kunstgeschiedenis

Leerdoelen

Geschiedenis

ɲ Je kunt beschrijven welke rol de Kerk en kloosters spelen en hoe religie en wetenschap samengaan in de West-Europese samenleving in de late middeleeuwen.

ɲ Je kunt beschrijven welke maatschappelijke en economische veranderingen (groei steden, opkomst Italiaanse steden en burgerij) er plaatsvinden in de loop van de late middeleeuwen.

Kunstgeschiedenis

ɲ Je kunt uitleggen welke functies kunst heeft in de late middeleeuwen.

ɲ Je kunt uitleggen welke visie kerkelijke en adellijke opdrachtgevers in de late middeleeuwen hebben op kunst.

ɲ Je kunt beschrijven welke religieuze thema’s vooral worden weergegeven in de laatmiddeleeuwse kunst.

ɲ Je kunt uitleggen welke maatschappelijke en economische positie kunstenaars hebben in de late middeleeuwen.

ɲ Je kunt uitleggen welke invloed theoretische traktaten, economische groei, contacten met de Arabische wereld, wetenschap (scholastiek) en technische ontwikkelingen (skeletbouw, glas in lood) hebben op de kunsten in de late middeleeuwen.

Kenmerken

ɲ Je kunt de stijlkenmerken van romaanse en gotische beeldende kunst herkennen en benoemen in een gegeven kunstwerk.

ɲ Je kunt de stijlkenmerken van romaanse en gotische bouwkunst herkennen en benoemen in een gegeven gebouw.

Introductie hoofdstuk

ɲ Lees bladzijde 88 en 89 in je tekstboek

1 a Bekijk 601, het glas-in-loodraam van de Annunciatie. Je ziet Maria en de aartsengel Gabriël afgebeeld in het huis van Maria. Noem twee vormgevingsaspecten die zorgen voor het decoratieve karakter van het glas-in-loodraam T1

b Glas in lood bestaat al sinds de tijd van de Romeinen. Er werd glas gebruikt dat soms wat groenig of bruinig was, maar niet bewust gekleurd. Aan het begin van de middeleeuwen ontstaan de technieken voor het kleuren van glas en het aanbrengen van voorstellingen. Grote platen glas konden toentertijd nog niet worden gemaakt, dat kwam pas in de zeventiende eeuw. Door kleinere stukken glas te verbinden met loodstrips, konden toch grote ramen in elke gewenste vorm worden gemaakt. Leg uit waarom de loodverbindingen ook functioneel zijn voor de voorstellingen in een glas-inloodraam. T2

c Glas-in-loodramen worden vaak gecombineerd met een gebrandschilderde voorstellingen. De afbeeldingen worden op het glas geschilderd met een speciale verf en verhit in de glasoven. Zo worden de kleuren in het glas gebrand. Overdag zijn deze voorstellingen het beste te bewonderen. Leg uit waarom dit zo is. T2

6.1 Romaanse kunst

ɲ Lees bladzijde 90 - 93 in je tekstboek

2 Schrijf op wat de volgende begrippen uit deze paragraaf betekenen: wandtapijt, altaar, westwerk, tongewelf. R

3 a Bekijk 602 en V601 Het timpaan van de kathedraal van Autun is een klassiek voorbeeld van romaanse beeldhouwkunst. Benoem drie vormgevingsaspecten waaraan je kunt zien dat dit een romaans beeldhouwwerk is. T1

b Voorstellingen van Het Laatste Oordeel zijn erg populair in middeleeuwse kerken. Leg uit waarom deze voorstelling goed past bij de rol die de Kerk in de middeleeuwen heeft. T2

c Geef een aannemelijke reden waarom beeldhouwwerken, zoals reliëfs, voornamelijk aan de buitenzijde van kerkgebouwen werd aangebracht en veel minder vaak aan de binnenzijde. I

4 a Bekijk 603. Kloosters waren een verzamelpunt van diverse voorzieningen voor de omgeving, zoals een school, een ziekenhuis, een rechtszaal. Mensen konden in de kloosters terecht voor advies of vragen. Bij belangrijke gebeurtenissen (geboorte, huwelijk, ziekte en overlijden) was er altijd iemand van de Kerk (en dus uit het naburige klooster) aanwezig.

Beredeneer hoe deze rol van de kloosters in het voordeel van de Kerk werkt. I

b In kloosters werden vaak manuscripten gekopieerd. Bekijk 1 . Op de miniatuur zie je twee monniken die door de kromming van hun lichaam samen de letter ‘Q’ vormen. Ze zijn hout aan het hakken. Bij het maken van miniaturen hadden de monniken die de afbeeldingen maakten de unieke kans om een persoonlijk tintje mee te geven aan hun werk. Noem twee manieren waarop ze dat konden doen, afgeleid uit de miniatuur. T1

c Sommige hoger geplaatste geestelijken vonden het niet passend dat monniken (zelf ontworpen) miniaturen toevoegden bij de Bijbelteksten. Geef hiervoor een verklaring. T2

Miniatuur uit Moralia in Job door Paus Gregorius (ca. 1111)

12 Periode 1990-nu

Leerdoelen

Geschiedenis

ɲ Je kunt beschrijven welke politieke en technische ontwikkelingen er hebben plaatsgevonden in de mondiale samenleving sinds 1990.

ɲ Je kunt beschrijven wat globalisering is.

Kunstgeschiedenis

ɲ Je kunt uitleggen waarom kunstenaars afstand nemen van het postmodernisme en welke visies (engagement, interdisciplinariteit en artistiek onderzoek) kunstenaars sinds 1990 hebben op kunst.

ɲ Je kunt uitleggen welke invloed maatschappelijke ontwikkelingen en vraagstukken (globalisering, postkolonialisme, klimaatverandering) en wetenschappelijke of technische ontwikkelingen (kunstmatige intelligentie, biotechnologie, internet en nieuwe media) hebben op de kunsten sinds 1990.

ɲ Je kunt uitleggen welke invloed de overheid, kunsthandelaren en grote internationale kunstmanifestaties (Documenta, biënnales) hebben op de kunstwereld sinds 1990.

ɲ Je kunt uitleggen welke maatschappelijke en economische positie kunstenaars hebben sinds 1990.

ɲ Je kunt uitleggen hoe de grenzen tussen westerse en niet-westerse kunst en tussen kunst, wetenschap, techniek en politiek sinds 1990 steeds meer vervagen.

Kenmerken

ɲ Je kunt de stijlkenmerken van belangrijke stromingen in de kunst sinds 1990 (neoconceptualisme en de Young British Artists, ontmoetingskunst, gender art, postkoloniale kunst, technologische/experimenterende kunst, digitale/nieuwe mediakunst, Dutch design) herkennen en benoemen in een gegeven kunstwerk of designobject.

ɲ Je kunt de kenmerken van hypermodernisme, nieuw traditionalisme en deconstuctivisme herkennen en benoemen in een gegeven gebouw.

8 a Bekijk 1207. De directe omgeving is eigenlijk onderdeel van de entree van het gebouw. Leg aan de hand van de vormgeving uit hoe de directe omgeving aansluit bij het gebouw. T2

b Op de achtergrond zie je de Tower Bridge, gebouwd in de negentiende eeuw. In die tijd werd er veel gebruik gemaakt van neostijlen en wilden architecten grootste architectuurstijlen uit het verleden nieuw leven inblazen. City Hall is gebouwd met een andere visie. Leg aan de hand van de vormgeving van het gebouw uit welke visie Foster met City Hall wil uitdragen. T2

9 a Bekijk 1208. Leg uit waarom de term neotraditionalisme is bedacht om dit soort architectuur te beschrijven. T2

b Leg uit waarom het neotraditionalisme geen reactie, maar een vervolg op het postmodernisme is. T2

Tracey Emin, My bed (1998) 1

12.2

Engagement & activisme

ɲ Lees bladzijde 182 – 185 in je tekstboek

1 Schrijf op wat de volgende begrippen uit deze paragraaf betekenen: performance, mode, symbool. R

2 a Geëngageerde kunstenaars tonen in hun werk betrokkenheid bij maatschappelijke problemen of groepen. Bekijk 1209. Beschrijf waarom The Waterpod Project een geëngageerd kunstproject is. T1

b The Waterpod Project is zowel globaal als lokaal georiënteerd. Leg dat uit aan de hand van de relaties die in het project worden aangegaan. T1

c Bij het beschrijven of analyseren van dit soort kunstwerken heb je niet veel aan beeldaspecten als compositie, kleur en lijn. Je zou je zelfs af kunnen vragen of het wel kunst is. Geef een argument waarom The Waterpod Project (ook) een kunstwerk is. I

3 a Veel mensen ervaren een drempel bij het kijken naar hedendaagse kunst. Bij deze kunst is het vaak niet belangrijk of het werk mooi of lelijk is. Daardoor is het moeilijker om te bepalen of het werk is geslaagd of niet. Bekijk 1210, een werk van Rirkrit Tiravanija. Beredeneer hoe je bij het werk van Tiravanija kunt beoordelen of het geslaagd is. I

b Bekijk V1209 en lees in 11.2 nog eens de uitleg over conceptuele kunst. In de video wordt gesteld dat Tiravanija een conceptuele kunstenaar is. De vrouw vertelt onder andere: ‘hij creëert iets dat kan worden begrepen als kunst door de context waarin het bestaat.’ Leg uit wat ze daarmee bedoelt. T2

4 a Bekijk 1211 en V1210, het werk Sun and Sea (Marina) van Rugile Barzdziukaite, Vaiva Grainyte en Lina Lapelytee. Het werk was te zien op de internationale biënnale van Venetië. Venetië is een bijzondere plek; het massatoerisme brengt geld binnen, maar richt de stad ook ten gronde. Veel toeristen vliegen speciaal naar Venetië voor een kort verblijf, anderen reizen met grote cruiseschepen die zorgen voor verzakkingen van de bodem. Leg uit waarom de plek de boodschap van het werk een extra lading geeft. T2

b Vergelijk 1211 met 1209. Beide werken gaan over de klimaatcrisis. Leg uit wat het verschil is in de manier waarop ze de thematiek onder de aandacht brengen. T2

5 a Bekijk 1212. Wijkatelier op Zuid nodigt buurtbewoners met materiaalkennis of vakmanschap op het gebied van textiele technieken uit om mee te werken aan diensten en producten, die dan via lokale ondernemers worden aangeboden of verkocht. Je kunt daarbij denken aan naailes of kleding. Van Heeswijk is op zoek naar manieren om de relatie tussen mensen en hun directe omgeving te versterken. Leg uit hoe dat in dit project gebeurt. T2

b Bekijk V1211. Jeanne van Heeswijk legt uit hoe de verschillende ateliers samenwerken om buurtbewoners met elkaar en hun omgeving te verbinden. De weekmarkt is geen direct onderdeel van het initiatief, maar is wel een belangrijke plek. Van Heeswijk noemt het ‘de markt van morgen’. Leg uit wat ze daarmee bedoelt en hoe de invloed van het kunstwerk verder reikt dan alleen de zelf ingerichte ateliers. T2

6 a Bekijk 1213, Being and Having van Catherine Opie en V1213. In de video komt een aantal portretten uit de serie voorbij. Opie vertelt dat ze vindt dat ze in haar werk ook zichzelf moet portretteren. Zo stelt ze zichzelf kwetsbaar op en dat maakt haar werk krachtiger dan wanneer ze alleen anderen zou fotograferen. Leg uit waarom de portretten uit de serie

Being and Having, hoewel ze op het eerste gezicht humoristisch of stoer lijken, ook kwetsbaarheid laten zien. T2

b Bekijk V1214. Opie vertelt dat ze sinds haar eerste camera altijd is blijven portretteren. Ze heeft veel inspiratie gehaald uit portretten die in musea te zien zijn. In de video wordt er een (destijds) nieuwe serie portretten van haar besproken. Noem een aspect uit de schilderkunst dat je herkent in de nieuwe werken. T1

7 a Bekijk 1214, Episode 3: Enjoy poverty

Renzo Martens laat in zijn film zien dat armoede het meeste geld oplevert voor Congo Kinshasa. De ontwikkelingshulp die het land ontvangt van westerse landen brengt meer op dan de export van goud, diamanten of cacao. Martens legt aan de bevolking uit dat ze het beste arm kunnen blijven om geld te verdienen. Met neonletters op een aanhanger rijdt hij door Kinshasa. Op het bord staat: Enjoy poverty: Geniet van de armoede. Daarnaast laat hij zien wie er nog meer aan de armoede verdienen, zoals mensen die werken voor goede doelen. Het is ongemakkelijk om de film te bekijken. Geef aan welke vraag Martens stelt over de manier waarop ontwikkelingshulp is geregeld. T2

b Bekijk 2 , een foto van Dorothea Lange. Lange fotografeert in het begin van de twintigste eeuw als een van de eerste fotografen de armoedige leefomstandigheden van Afro-Amerikanen. In die tijd is gefotografeerd worden voornamelijk weggelegd voor witte mensen. Lange heeft met haar foto’s veel betekend voor de zichtbaarheid van Afro-Amerikanen. Beredeneer waarom het belangrijk is voor achtergestelde groepen om zichtbaar te zijn in de maatschappij. I

c Renzo Martens uit met zijn film kritiek op welgestelden (zoals de fotograaf) die kansarme mensen afbeelden en daarmee geld verdienen. Leg uit welke kritiek hij uit. T2

8 a Bekijk 1215. Het werk heet: Guess who’s coming to dinner too? Leg uit hoe de titel van het werk de boodschap ondersteunt. T2

b Bekijk V1216. Drie grote musea in Nederland hebben het werk samen aangekocht. Leg uit wat dit zegt over het postkoloniale perspectief van musea. T2

c Bekijk V1216 nogmaals. Leg uit welke inbreng en kennis Kaersenhout gebruikt om ervoor te zorgen dat dit werk de historische vrouwen van kleur een eigen, authentieke stem geeft. T2

Opdrachten

Dorothea Lange, Een zwarte familie uit Mississippi, die op een katoenplantage in de buurt van Vicksburg leeft (1936) 2

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.