Stad / Leven 17
OKTOBER 2017 | NR. 44 Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl
INITIATIEVENFONDS
Dit artikel komt tot stand in samenwerking met de gemeente.
Floris van Bodegraven
Dankzij vrijwilligers weer een eigen krant voor Pijlsweerd en Ondiep Heeft u een idee voor uw buurt, wijk of de stad? En zijn meer mensen enthousiast? Denk dan eens aan het Initiatievenfonds van de gemeente. Honderden initiatieven zijn al ondersteund met een bijdrage. Deze uitgave aandacht voor de heropleving van wijkkrant De Noordwester in de wijken Ondiep en Pijlsweerd.
E
ven leek het erop dat Ondiep en Pijlsweerd geen papieren wijkkrant meer zouden hebben. Na vele decennia waarin het wijkkrantje vertrouwd op de deurmat viel, zou het voortaan digitaal verspreid worden. Ondiep Exclusief bracht informatie van de gemeente en Mitros samen met nieuwtjes en verhalen uit en over de wijk. De wijkraad was niet blij met het verdwijnen van de papieren krant, vertelt Rob Steinebach, sinds 1994 opbouwwerker in Pijlsweerd en later Ondiep. “Mensen moesten maar op de site kijken. Dat was niets voor de veelal oudere mensen zonder internet, die zouden dan geen informatie meer krijgen.” Maar echte Ondiepers zijn niet voor een gat te vangen. Steinebach bracht met Bewonersgroep Ondiep Nu enkele geïnteresseerden bij elkaar, waarna er een groepje van zo’n zeven, acht man ontstond die zélf wel zo’n wijkkrantje wilde maken. Immers, voor 2004 werd de wijkkrant óók door de bewoners zelf gemaakt. In 2015 had deze groep de eerste overleggen over hoe dat plan werkelijkheid moest worden. Dat is waar de huidige hoofdredacteur Thijs-Jan Lanning met zijn expertise als communicatieadviseur en voormalig tijdschriftjournalist aanschoof. Samen met vrijwilliger van het eerste uur Cora Bastiaansen
ONDER DE MENSEN
Dankzij Thijs-Jan Lanning, Cora Bastiaansen, Rob Steinebach en Zoë Versteeg (v.l.n.r.) heeft Ondiep en Pijlsweerd weer een eigen wijkkrant.
en Zoë Versteeg kon er een kleine redactie van enthousiaste ‘oude’ en ‘nieuwe’ Ondiepers worden opgezet. Maar het maken van een krantje met een oplage van 10.000 stuks kost geld. En dat hadden de door Steinebach en Lanning verzamelde vrijwilligers niet. Mooiste buurtkrant van Utrecht Daarom deed de vrijwilligersredactie een aanvraag bij het Initiatievenfonds. Niet veel later werd deze gehonoreerd en was Stichting wijkkrant ‘De Noordwester’ een feit. Dankzij de steun van het fonds is er geld voor een professionele drukker en de bezorging, waardoor Ondiep en Pijlsweerd weer een eigen wijkkrant hebben. En die is niet een sufferdje, vindt Lanning. “Wij proberen de mooiste buurtkrant van Utrecht te maken.” Anno 2017 ligt er vier keer per jaar een strak ontworpen blad op de mat bij 10.000 adressen in de wijken. Dat lukt dankzij de vele vrijwilligers die uit liefde voor hun wijk artikelen voor het blad schrijven, de professionele fotografen die gratis plaatjes schieten en de vele uren werk die Lanning samen met vormgever Zoë Versteeg in het krantje stopt. “Er zijn meerdere ZZP’ers die zo proberen wat voor de buurt te betekenen”, zegt Steinebach. “Je ziet dat als je je ergens voor inzet, je daadwerkelijk iets kunt betekenen”, aldus Lanning, die als hoofdredacteur zelf ook artikelen schrijft. Als wijkbewoners kunnen
Jesse Holweg
de vrijwilligers kwesties aan het licht brengen die anders geen aandacht krijgen, zoals de bouwplannen aan het Monicahof of de ontwikkelingen rond het Bethlehempark. Volgens Lanning heeft de wijkkrant niet alleen een nieuwsfunctie. “Het is ook ‘voor de leuk’, we proberen de mooie verhalen uit de wijk te vertellen. Met zulke verborgen pareltjes willen we de band tussen bewoners terugbrengen”, vertelt hij. Want dat is nodig; de wijk is volgens Lanning flink veranderd de laatste jaren. “Er is een grote instroom van mensen zonder binding met de wijk. Met een krantje vol verhalen over de mensen en de buurt creëer je meer contact in de wijk zonder dat je georganiseerde burendagen nodig hebt – als ze het tenminste niet meteen bij het oud papier gooien.” Zelf de broek ophouden Het wijkkrantje zal niet altijd op geld van het Initiatievenfonds kunnen rekenen, weet Lanning. Daarom probeert de wijkkrant ook wat geld binnen te halen door het plaatsen van advertenties. Dat lijkt te lukken: steeds meer adverteerders weten het kleurrijke blad te vinden, en ook de verkeersgroep Pijlsweerd en ondernemersvereniging Hart voor de Straatweg sturen soms bijdragen. “Op een gegeven moment moeten we zelf de broek kunnen ophouden.”
Initiatievenfonds ondersteunt plannen voor buurt, wijk of stad Het Initiatievenfonds is een gemeentelijke fonds voor grote en kleine initiatieven in Utrecht. Samen koken met buurtbewoners, het groenperk in de straat opknappen of een hardloopwedstrijd organiseren in de wijk. Dit zijn voorbeelden van hoe mensen zich inzetten voor en met elkaar, in de buurt, wijk of stad. De gemeente Utrecht waardeert dit soort initiatieven met een bijdrage uit het Initiatievenfonds. Kijk op utrecht.nl/initiatievenfonds voor de voorwaarden en het aanvraagformulier. Meer weten? Neem dan contact op met een sociaal makelaar in jouw wijk of een medewerker van het wijkbureau (telefoon: 14030).
Robert Oosterbroek
‘Hier wordt beter gekookt dan in menig restaurant’ In het pand van het Smulhuis en de Sleep Inn aan Jansveld 51 in het centrum van Utrecht wordt druk gekookt. Tim, de kok van dienst, duwt een rits wortelen door een snijmachine en roert ondertussen in een grote pan op het fornuis. “Het eten is altijd een moment waarop mensen met elkaar in gesprek gaan.” Onder de Mensen is een serie verhalen van DUIC waarin we zoeken naar voorbeelden van hulp, ondersteuning en initiatieven in Utrecht. Bij wie kun je terecht voor een steuntje in de rug om je leven weer op de rit krijgen? Hoe ondersteunen en helpen mensen elkaar om een stapje verder te komen? Wie zijn de enthousiaste initiatiefnemers die opstaan voor hun buurt? Deze keer deel 23:
De smulpapen van het Smulhuis.
Deze serie komt tot stand in samenwerking met de gemeente.
E
lke dag wordt er in het Smulhuis gekookt voor een groep van ongeveer zestig daken thuislozen. Met een budget van 120 euro bereiden vrijwilligers een goede maaltijd voor en wordt er gezamenlijk gegeten. “Koken is altijd mijn ding geweest”, zegt de kok – bij het Smulhuis ook wel de smulpaap genoemd. Dan met een glimlach: “Twaalf jaar lang heb ik professioneel gekookt, maar hier wordt soms beter gekookt dan in menig restaurant.” Hij wijst op de apparatuur in de keuken. “Moet je eens zien wat een professionele keuken. Hier kan ik als hobbykok mijn hart ophalen.” De bavarois staat al klaar in de koelkast en de aardappelen kunnen de stoomoven in. Tim trekt de deur van de oven open en laat een vegetarische lasagne zien. “Ziet er goed uit toch? Eigenlijk mag ik alles maken als er maar vlees, vis en vegetarisch op het menu staat. Daarnaast zorgen alle smulpapen ervoor dat het een goede maaltijd is met veel koolhydraten. De eerste keer dat ik kookte, kreeg ik wel de opmerking dat de groenten te knapperig waren. Zo heb ik het zelf het liefst, maar dat kon het gebit van een aantal gasten niet aan. Daar moet je op letten.” Bij het Smulhuis en de Sleep Inn zijn zo’n 180 vrijwilligers nodig, maar het is lastig om mensen te vinden die willen helpen. “Ik doe dit nu negen maanden en ik kan het iedereen aanraden”, zegt
Een van de vrijwilligers bij het Smulhuis dient het diner op Tim enthousiast. Het belangrijkst vindt hij dat het werk iets wezenlijks bijdraagt aan mensen die wel wat hulp kunnen gebruiken. “Ik denk altijd: je kunt wel een lot kopen of geld storten, maar hier bij het Smulhuis zorg je direct voor de mensen in je eigen stad. Het is heel dankbaar werk. Laatst was hier een jongen nadat het uit was gegaan met zijn vriendin. Hij stond niet op het huurcontract en kon nergens anders terecht. Inmiddels is hij weer boven jan, maar ik bedoel maar: het kan iedereen overkomen.” Als kok leest Tim de waardering vooral af aan het afvalbakje na het diner. Als dat voller is dan anders, weet hij dat het niet geslaagd was. Naast de smulpapen zijn er meer vrijwilligers elke dag bezig een lekkere maaltijd voor te schotelen aan de gasten die voor 2,50 euro kunnen komen eten. “Om 16.00 uur komt er een hulpkok en om 17.00 uur nog een. Daarnaast zijn er mensen die zorgen voor de afwas, serveerders en een host.” De tafel wordt gedekt en om 18.00 uur komen de gasten binnen.
Een vrijwilliger heeft minimaal twee keer per maand dienst voor een periode van minimaal een half jaar. Tim vertelt dat hij in het begin nog niet precies wist wat te verwachten, maar dat de sfeer hem heel goed beviel. Vrijwilligers krijgen ondersteuning en begeleiding van de Tussenvoorziening en kunnen ook mee-eten. “Ook onder de vrijwilligers is het heel gezellig. Er wordt veel georganiseerd en we hebben een appgroep waarin we elkaar op de hoogte houden.” Tim vindt het leuk bij het Smulhuis. “Ik heb hier nog nooit iets vervelends meegemaakt. Voor de gasten is dit een plek om rustig te eten en te praten.” Wil jij ook vrijwilliger worden bij het Smulhuis of de Sleep Inn? Kijk op tussenvoorziening.nl/help-mee, stuur een mailtje naar: sleepinn-smulhuis@tussenvoorziening.nl of bezoek de open dag op zondag 5 november.