DUIC krant 005 februari 2016

Page 10

10 Nieuws

FEBRUARI 2016

INTERVIEW MET MUNA AL AMARA VAN STICHTING AL AMAL

“De ontmoeting met dit gezin greep me zo aan dat ik mijn privé-nummer gaf” Carine van Santen en Gerrit Streekstra

Robert Oosterbroek

Muna al Amara vluchtte als kind uit Irak. En nu helpt ze vluchtelingen bij stichting Al Amal. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten met hoe het ruim twintig jaar geleden ging? En welke oplossingen ziet zij voor de vluchtelingensituatie? Een gesprek met een gespleten, ambitieuze, jonge vrouw.

D

e nieuwe locatie van Al Amal is geen gezellig pand. Het pand op Kanaleneiland kent kamers met stoelen en een tafel. En dat is het. De mensen die we op weg naar zo’n kamer tegenkomen zijn heel anders. Ze lachen, hebben lol, kijken ons aan, maken contact. Als we zitten, vertelt Muna met groot gemak. Wat ben je hier aan het doen bij Al Amal? “Ik studeer maatschappelijk werk en dienstverlening aan de Hogeschool Utrecht. In het begin van mijn stage stond er een Palestijns gezin uit Syrië op de stoep. Omdat ik hetzelfde dialect spreek, was ik de aangewezen persoon om hen te helpen. Wij begrijpen het gevoel dat met een woord wordt bedoeld. Ik leef mee met hun verhaal.” “Dit gezin is getraumatiseerd. Ze woonden in een speciaal Palestijns tentenkamp. Na lang sparen bouwden ze een huis. Vlak daarna werd dat platgebombardeerd. Ze vluchtten met zeven kinderen naar Egypte. Drie daarvan stierven tijdens de oversteek naar het eiland Lampedusa in Italië. De boot was omgeslagen, dus moesten ze terug naar Egypte. Daar begroeven ze hun kinderen en werden ze teruggestuurd naar Syrië. De vader vertrok alleen via Turkije op een bootje naar Griekenland. Hij wilde niet weer riskeren om kinderen en vrouw te verliezen. Later liet hij zijn overgebleven gezin overkomen.” “Ze zijn hier nu ongeveer vijf maanden en hebben nog steeds geen idee hoe ze het hier aan moeten pakken. Als je de taal niet leert, woon je in China, waar je ook de borden niet kunt lezen. Je durft geen winkel in, omdat niemand je verstaat en jij niemand verstaat. De man ziet iedere dag de film van zijn vlucht, zijn verloren kinderen, zijn angsten voorbij flitsen. Hij is een gevangene. Deze mensen hebben vooral taalkennis en psychische hulp nodig.” “De eerste tijd is er begeleiding. Voordat je een verblijfsstatus hebt, wordt er voor je gezorgd. Daarna is er minder aandacht. Ze krijgen ongeveer drieduizend euro om hun huis in te richten. Later moeten ze de helft terugbetalen. Dat wordt afgetrokken van hun uitkering. Toch zijn er veel mensen met financiële problemen. Hoe kan dat? Ze lenen geld. Ze lenen geld om hun schuld in Syrië af te betalen vanwege hun vlucht. Er ging ook qua administratie iets mis met de zorgtoeslag waardoor ze dat allemaal weer terug moeten betalen. Nu zijn ze hier berooid en afhankelijk van voedselpakketten.” “De ontmoeting met dit gezin greep me zo aan dat ik mijn privé-nummer gaf. Ik zamelde geld in voor een laptop. Als mensen iets op internet op kunnen zoeken of kunnen vertalen, is dat al een grote stap. Ik zorgde voor fietsen, voor een busabonnement. En wat bleek? De ouders liepen iedere dag van Kanaleneiland naar de schakelklas in Overvecht, omdat ze niet wisten hoe het bussysteem werkt. Zo simpel en tragisch werkt het.” We zien aan Muna een beheerste betrokkenheid. Ze spreekt wel met haar handen, maar alle bewegingen hebben een functie. Haar ogen verraden het vuur om deze en andere gezinnen een goede plek in Nederland te geven.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
DUIC krant 005 februari 2016 by DUIC - Issuu