
1 minute read
een vlak
7Onderlinge ligging van een rechte en een vlak
Als we een rechte en een vlak beschouwen, dan kunnen we drie situaties onderscheiden:
De rechte en het vlak hebben geen enkel punt gemeenschappelijk, ze zijn evenwijdig. De rechte en het vlak hebben juist 1 punt gemeenschappelijk. Ze zijn snijdend. De rechte ligt volledig in het vlak. Alle punten behoren tot het vlak.
Besluit:
Voor een rechte a en een vlak α zijn er dus drie mogelijkheden.
➀ De rechte a heeft twee of meer punten gemeen met het vlak α en ligt in α. We zeggen ook dat a evenwijdig is met α en er een deelverzameling van is.
a α en a ∩ α = a ⇐⇒ a ⊂ α
A
We onthouden de eigenschap:
Een rechte behoort tot het vlak als en slechts als ze twee punten met dat vlak gemeen heeft. AB ⊂ α ⇐⇒ A,B ∈ α
➁ De rechte a heeft geen enkel punt gemeen met α. α
a
a is strikt evenwijdig met α.
a α en a ∩ α = ∅
➂ De rechte a heeft met het vlak α juist één punt gemeen.
De rechte a snijdt het vlak α in het punt S.
a ∩ α = {S} S is het snijpunt van a met α.
Notaties:
a α ⇐⇒ a ⊂ α of a ∩ α = ∅ a α ⇐⇒ a ∩ α = {S} α
α
a
S a