Vaardigheden: wiskundige taalvaardigheid 107 Wat moet je kennen en kunnen?

? WAT MOET JE KENNEN EN KUNNEN 3

Ruimtemeetkunde

dit moet ik leren pagina ! ik ken het oké voor examen

❒Ik kan een driedimensionale situatie voorstellen op een tweedimensionale manier.

❒Ik ken de betekenis van collineaire punten, concurrente rechten en coplanaire punten.

❒Ik weet hoe een vlak bepaald wordt. 71   75   76  

❒Ik kan de onderlinge ligging van twee rechten onderzoeken.

❒Ik kan de onderlinge ligging van een rechte en een vlak onderzoeken.

❒Ik kan de onderlinge ligging van twee vlakken onderzoeken. 77   78   79  

❒Ik ken de eigenschappen in verband met rechten, vlakken en onderlinge evenwijdigheid. 90   ❒ Ik kan de loodrechte stand van twee rechten in ruimtelijke situaties onderzoeken en visualiseren. 99   ❒ Ik kan de loodrechte stand van een rechte en een vlak in ruimtelijke situaties onderzoeken en visualiseren. 99  

❒Ik ken de eigenschappen in verband met rechten en vlakken en hun onderlinge loodrechte stand. 100  

❒Ik ken het kenmerk van de loodrechte stand rechte-vlak. 101  

❒Ik ken de betekenis van vlakken die loodrecht op elkaar staan.

❒Ik ken de eigenschappen in verband met de loodrechte stand van vlakken. 102   102  