Max-mavo 1 - module 1 - ongewoon

Page 1

Ongewoon MODULE 1 B-stroom 0 1B
Inhoud MODULE 1 Ongewoon Wie ben jij? 6 1.1 Kijk, ik toon je wie ik ben! ......................................................................... 6 1.2 Mijn identiteit is meer dan mijn eID 9 1.3 Er zit een deukje in mijn identiteit ........................................................... 13 1.4 Mijn identiteit is meer dan mijn selfie! ..................................................... 16 Jij mag dit, jij moet dat 18 2.1 Ik heb recht op zakgeld! Of niet? 18 2.2 Alle kinderen hebben rechten .................................................................. 21 2.3 Mijn rechten zijn geschonden 29 2.4 Volwassenen hebben ook rechten (en plichten) 31 1 2

Starter

Sluwe vos, eigenzinnige otter, vurige schildpad … Als je bij de scouts bent, heb je waarschijnlijk een totem. Van de oudere scoutsleden krijg je een naam van een dier met dezelfde karaktereigenschappen als jij. Geen lid van de scouts? Geen probleem! Hieronder kan je jouw totem ontdekken. Ben je een leider zoals de leeuw? Barst je van energie als de otter? Ben je een harde werker zoals de bever? Ben je even trouw als de labrador? Check it out!

Kruis telkens één uitspraak aan die het beste bij je past en ontdek zo jouw totemnaam.

Welk soort vriend(in) ben jij?

Ik ben de leider van mijn vriendengroepje.

Ik plan en organiseer graag onze ‘avonturen’.

Ik probeer altijd onze ruzies op te lossen.

Ik kan goed luisteren en mijn vrienden troosten.

Welk woord beschrijft jou het best?

vrolijk zelfzeker lief gemotiveerd

Wat denk je als je iets nieuws probeert?

Ik zal hier geweldig in zijn.

Ik zal hiervan genieten.

Ik hoop dat iedereen zich amuseert.

Ik zal hier mijn best voor doen.

Welk woord gebruiken je vrienden om jou te omschrijven?

eerlijk vriendelijk trouw competitief

Heeft iemand je ooit gezegd dat je veel lawaai maakt?

Ja, vaak. Ik wil dat mensen naar me luisteren. Af en toe, maar dat komt omdat ik enthousiast ben.

Eén of twee keer, meestal ben ik wat stil. Nee, mensen vragen me net om luider te spreken.

Wat zeg jij vaak?

“Laten we het op mijn manier doen.”

“Maak je geen zorgen.”

“Ik zoek even uit hoe dit werkt.”

“Is alles OK met je?”

Welke rol neem jij in bij groepswerk?

Ik neem de leiding.

Ik zorg ervoor dat we plezier hebben.

Ik doe wat van mij verwacht wordt.

Ik ga er volledig voor.

Welke zin beschrijft jou het best?

Ik plaats anderen op de eerste plaats.

Ik werk netjes en verzorgd.

Ik ben graag onder de mensen.

Ik ben stoer en dapper.

Op het laatste moment veranderen je plannen. Hoe ga je daarmee om?

Ik vind wel een oplossing. Alles komt goed!

Ik vind verandering niet erg. Daar leer ik iets uit!

Ik pas me gemakkelijk aan.

Ik hou van uitdagingen.

Wat doe je als je ruzie hebt met een vriend(in)?

Ik zwijg erover en krop het een beetje op.

Ik kan me niet bedwingen en roep tegen haar/ hem.

Ik probeer het op te lossen door erom te lachen.

Ik vraag mijn vriend(in) om erover te praten.

3 MODULE 1 Ongewoon

Heb je meestal rood gekozen?

Dan ben je een leeuw. Je houdt ervan om de leiding te nemen. Je komt op voor jezelf en je ideeën. Je vrienden volgen je vaak.

Heb je meestal geel gekozen?

Dan ben je een otter. Je bent vrolijk, sterk en intelligent. Je houdt ervan om dingen te doen, samen met je vrienden.

Heb je meestal groen gekozen?

Dan ben je een bever. Je krijgt zaken voor elkaar. Je werkt hard voor alles wat je doet en gaat door tot je je doel bereikt hebt.

Heb je meestal blauw gekozen?

Dan ben je een labrador. Je houdt van mensen en je vindt het belangrijk dat iedereen het goed met elkaar kan vinden.

LEEUW OTTER BEVER
4 MODULE 1 Ongewoon
LABRADOR

Denkwijs

‘Ik ben wie ik ben. Daar zal niemand iets aan veranderen.’

Ben je het eens (of oneens) met deze stelling? Waarom?

Duid jouw mening met een pijltje aan op de fact-o-meter.

Geef twee redenen waarom je die mening hebt.

Dat heet ‘argumenteren’

Lees hieronder eerst nog eens goed hoe je moet argumenteren.

ARGUMENTEREN, HOE DOE JE DAT?

ONEENS EENS

Soms kom je in situaties terecht waarin je de ander wilt of moet overtuigen van jouw standpunt. Dat doe je door goede argumenten te geven. 1

JE NEEMT EEN STANDPUNT IN:

Ik vind dat …

Ik denk dat …

Volgens mij …

2

JE LEGT UIT WAAROM JE IETS VINDT: want … omdat … aangezien …

= argumenteren

argument 1

Bespreek je standpunt met je buur.

Gooi het ten slotte in de groep. Wat denkt de klas hierover?

argument 2

5 MODULE 1 Ongewoon

Wie ben jij?

Op de vraag in de titel zal iedereen een ander antwoord geven. Je bent immers uniek. Zoals jij is er maar één op deze aardbol. Wauw! Leuk om te horen, toch? Laten we dit eens verder onderzoeken.

1.1 Kijk, ik toon je wie ik ben!

Dit is Ellen. Straks leren we haar beter kennen, maar hier zie je alvast haar identiteitskaart.

Welke info over Ellen vind je …

op de voorzijde van haar identiteitskaart? Markeer in het groen op de achterzijde van haar identiteitskaart? Markeer in het blauw.

datum van afgifte pasfoto chip geldigheidsduur kaartnummer QR-code geboorteplaats plaats van afgifte geslacht (familie)naam voornaam geboortedatum nationaliteit land rijksregisternummer handtekening

Zoek op het internet welke informatie er op de chip van je identiteitskaart staat.

Waarvoor staat de ‘e’ in ‘eID’?

Wat betekenen de volgende woorden dan? e-loket / e-commerce / e-ticket / e-shop

Ken je nog van die ‘e-woorden’?

Kort na de geboorte krijgt elke inwoner van België een unieke ‘code’: het rijksregisternummer Alle codes worden bewaard in een databank: het Belgisch Rijksregister.

Noteer het rijksregisternummer van Ellen hieronder.

__ __ __ __ __ ____ __ __ __ __ 1 6 MODULE 1 Ongewoon

Vergelijk de eerste zes cijfers met Ellens geboortedatum. Wat valt je op?

De volgende drie cijfers dienen om een onderscheid te maken tussen inwoners die op dezelfde dag geboren zijn. Het is dus ‘een dagteller’ van de geboortes. Vrouwen krijgen een even reeksnummer, mannen een oneven reeksnummer.

Ellen is een vrouw en zou dus een even reeksnummer moeten hebben. Klopt dit?

De laatste twee cijfers vormen een controlegetal. Wil je weten hoe men dit controlegetal berekent? Vraag het even aan je leerkracht, want het is een nogal – euh – ingewikkelde wiskundeoefening.

Even inoefenen.

Persoon X heeft als rijksregisternummer 93051822361.

Wanneer is deze persoon geboren? Op / / Hoe weet je dit?

Is Persoon X een man of vrouw? Markeer: M / V Hoe weet je dit?

Haal nu even je eigen identiteitskaart boven en zoek je rijksregisternummer. Klopt onze uitleg? Check het even.

Heb jij een eID? Heb je hem momenteel op zak? Maar wacht even … Ben je eigenlijk verplicht om dat kaartje bij je te hebben? Altijd? En wie mag mijn eID vragen? Mag iedereen mijn identiteit eigenlijk controleren? Zoveel vragen! Hellup!

Amir heeft veel vragen. We zoeken de antwoorden samen op.

Wie mag mijn identiteit controleren?

Zet een kruisje in de juiste kolom.

De politie vraagt mijn identiteitskaart. Ze denken dat ik de rust verstoor, dat ik een misdrijf wil plegen of dat ik dronken ben. Ik ben verplicht om mijn identiteitskaart te tonen.

Tijdens een controle op het openbaar vervoer ben ik verplicht om mijn identiteit te bewijzen, maar ik moet dat niet doen door mijn identiteitskaart te tonen. Ik mag ook mijn vervoersbewijs, treinabonnement of lidkaart tonen.

Ik ben verplicht om mijn identiteitskaart te tonen wanneer iemand me dat vraagt in een winkel of op een fuif.

WAAR NIET WAAR
7 MODULE 1 Ongewoon

Moet je je identiteitskaart altijd op zak hebben? Verbind elke uitspraak met de juiste leeftijd.

Ik mag mijn identiteitskaart afhalen op het gemeentehuis.

Ik moet mijn identiteitskaart altijd bij me hebben.

Ik moet mijn identiteitskaart alleen bij me hebben als ik naar het buitenland ga.

Ik heb geen identiteitskaart, maar wel een Kids-ID. Dit is niet verplicht, maar je hebt het wel nodig om naar het buitenland te gaan.

jonger dan 12 jaar

vanaf 12 jaar

vanaf 15 jaar

tussen 12 en 15 jaar

8 MODULE 1 Ongewoon

1.2 Mijn identiteit is meer dan mijn eID

Jouw identiteit is jouw persoonlijkheid. Dat is alles wat je maakt tot wie je echt bent. En dat is niet enkel je naam, je geboorteplaats of je rijksregisternummer.

Wie of wat bepaalt jouw identiteit? Bekijk het filmpje en vul het schema aan.

IDENTITEIT

“Niet schoppeuh”

“Frietjes van de frituur”

“Kam je haar!”

“I my bestie”

Er zijn natuurlijk nog andere zaken die jouw identiteit bepalen. Noteer er enkele in het kader hieronder.

Bespreek de woorden in het kader met je klasgenoten.

Je kan je identiteit vergelijken met een taart die uit verschillende stukjes bestaat. Voor we naar jouw taart kijken, bespreken we Ellens taart.

Wie is Ellen? Wat is belangrijk in haar leven? Wat maakt haar tot wie ze echt is? Bekijk de taart op de volgende pagina.

9 MODULE 1 Ongewoon

Alle taartpunten zijn belangrijk in het leven van Ellen, maar je merkt dat sommige taartpunten groter zijn dan andere. Daar is een goede reden voor.

Bespreek de onderstaande vragen met je buur. Gooi het daarna in de groep.

Welke taartpunten zijn het grootst? Waarom?

Welke taartpunten zijn het kleinst? Waarom?

Vul aan: ‘Hoe groter het taartpunt, hoe …’

We weten nu wie Ellen is, maar wie ben jij? Tijd om een identiteitscirkel te maken over de belangrijkste persoon in je leven: jijzelf! Je zal zien: het helpt je bij het nadenken over wie je bent.

In het midden van deze module vind je een aantal bladzijden die je kan uitnemen. De ene helft leert je hoe je een identiteitscirkel maakt, op de andere helft kan je je cirkel maken. De onderstaande vragen kunnen je alvast op weg helpen.

Hoe zie je eruit? (haarkleur, kleur van je ogen, lengte …)

Wie bewonder je?

Wat zijn je talenten?

Hoe ziet je lievelingsplek eruit?

Wanneer ben je trots op jezelf?

Waar geloof je in?

Waar krijg je energie van?

Wat zijn je hobby’s?

Welk voorwerp neem je mee naar een onbewoond eiland?

Wat vind je belangrijk?

OMI EN OPI 10 MODULE 1 Ongewoon
ELLEN UMA SLOEF ROPE SKIPPING KLUSJES EN KARWEITJES UITERLIJK PESTEN

Nu je jouw identiteitscirkel gemaakt hebt, kan je de rest van het filmpje ‘Wat betekent identiteit?’ bekijken.

Lees de uitspraken hieronder. Zijn ze juist of fout? Zet telkens een kruisje in de juiste kolom en verbeter de foute uitspraken.

JUIST FOUT

Onze identiteit wordt niet bepaald door hoe anderen ons zien.

Verbetering:

De buitenwereld beïnvloedt onze identiteit.

Verbetering:

We passen onze identiteit soms aan aan hoe anderen ons willen zien.

Verbetering:

Wanneer heb je jezelf al eens aangepast aan je omgeving of aan andere mensen?

Waarom deed je dat?

Je merkt dat je identiteit meer is dan wat op je identiteitskaart staat. Het bestaat uit verschillende lagen (of taartpunten). Door het filmpje leerde je ook dat de buitenwereld onze identiteit kan beïnvloeden. Uitspraken van anderen kunnen bijvoorbeeld een grote invloed hebben op onze persoonlijkheid, zowel positief als negatief.

11 MODULE 1 Ongewoon

Herinner je je Ellen nog? Lees hieronder haar verhaal en maak daarna de oefeningen.

INGEZONDEN VERHAAL

Ellen werd zwaar gepest

Het begon allemaal in het derde leerjaar. Ik veranderde van school, omdat mijn ouders niet meer tevreden waren over de school waar ik zat. De leerkrachten zeiden dat ik te dom was en dat ik moest blijven zitten.

Toen ik veranderde van school is mijn leven compleet veranderd. Mensen zeiden dat ik dik was enzovoort. Dat deed heel veel pijn. Ik wist dat ik nog twee jaar op die school moest zitten, dus ben ik uiteindelijk blijven volhouden.

Ik ging naar het middelbaar en uiteindelijk werd het alleen maar erger. Mensen zeiden tegen mij ‘pleeg zelfmoord’, ‘niemand gaat jou missen’ … Ik kon er niet meer tegen en ben me beginnen snijden. Daar ben ik mee gestopt, omdat ik weet dat het niet helpt. Tijdens deze verschrikkelijke periode had ik ook nog eens problemen thuis, dus dat maakte de situatie alleen erger.

Ik zit nu in het zesde middelbaar. Ik studeer humane wetenschappen. Zelf heb ik iets van ‘ik moet doorzetten, hoe moeilijk het is’ en dat wil ik later ook overbrengen naar andere jongeren, want ik wil leerlingbegeleider worden. Ik wil laten zien dat je overal kan geraken als je het echt wilt. Ik volg nu ook therapie bij TEJO. Dit kan ik iedereen aanraden die met iets zit. Ze kunnen je echt goed helpen.

Ik wil laten zien dat, als je volhoudt en doorzet, je overal kan komen waar je wil!

Dus aan degene die dit lezen en het moeilijk hebben: praat over je problemen, het helpt!

Groetjes, Ellen

Wouter Kersbergen

Heftig verhaal, Ellen. Ik vind het wel sjiek hoe je naar de toekomst kijkt. Leerlingbegeleider worden, dat is een fijn plan. Merci ook om anderen een hart onder de riem te steken.

Vind ik leuk • Beantwoorden • 1 j

© ELLEN, INGEZONDEN VERHAAL: ELLEN WERD ZWAAR GEPEST, OVERKOP, 16-05-2019

Markeer alle uitspraken die een invloed hadden op Ellens identiteit in het blauw

Hebben deze uitspraken Ellen uiteindelijk sterker of zwakker gemaakt? Waarom denk je dat?

Welke tips heeft Ellen voor de lezers? Markeer ze in het groen

Lees Wouters reactie. Voeg daarnaast zelf een opmerking toe, eventueel met een foto erbij. Positieve vibes, a.u.b.!

12 MODULE 1 Ongewoon

Ellens persoonlijkheid is door de jaren heel duidelijk veranderd. Haar identiteit werd gevormd door de mensen rond haar: de pesters, de leerkrachten, de mensen van TEJO, haar gezin … Je identiteit kan dus veranderen of evolueren doorheen je leven. Het is met andere woorden ‘in beweging’.

Identiteit is meer dan één iets en het is nooit af

1 Identiteit is meer dan één iets. Dat wil zeggen dat het bepaald wordt door verschillende factoren, zoals:

het land waar je opgroeit

je opvoeding

je vrienden

je gender

je seksuele voorkeur

je geloof

je lichamelijke en mentale mogelijkheden

2 Identiteit is nooit af. Dat wil zeggen dat het zich ontwikkelt vanaf je geboorte. Het verandert bovendien je hele leven lang. Het wordt beïnvloed door:

je omgeving persoonlijke gebeurtenissen uitspraken van anderen

1.3 Er zit een deukje in mijn identiteit

Ellen werd gepest en dat liet een deuk na in haar identiteit. Die deuk maakte haar – achteraf gezien – sterker, maar op het moment van de pesterijen verloor ze al haar zelfvertrouwen. En Ellen is niet alleen! In de Waddist-app zei maar liefst 94% van de jongeren dat ze wel eens onzeker zijn.

Lees de quote hieronder. Wat bedoelt men precies? Bespreek.

Benieuwd hoeveel zelfvertrouwen jij hebt? Maak de test met behulp van de website ‘Gezond leven’.

In de module Goesting bespreken we onder puntje 2.3 de Geluksdriehoek. Die is ook te vinden via de website ‘Gezond leven’.

Goesting 1B 13 MODULE 1 Ongewoon

Wist je dat je je zelfvertrouwen kan verhogen? Start morgen – of nee! – vandaag nog met deze zeven tips. Je moet enkel nog de tussentitels op de juiste plaats invullen.

Kies uit:

Wees niet te streng voor jezelf

Aanvaard wat je goed en minder goed kan Laat zien wat je kan Blijf jezelf

Positief aan de start

Vergelijk jezelf niet met een droomwereld

1

Fouten maken mag

Misschien ben je niet zo goed in wiskunde, maar haal je wel een tien op de looptest! Denk aan wat je goed kan. Dat doet meer deugd dan piekeren over waar je minder goed in bent.

2

Je dacht dat die voetbalmatch niet moeilijk zou zijn, maar het viel tegen. Je kan leren uit je fouten. Dat maakt je sterker. Volgende keer kan je je beter voorbereiden op de match.

3

Probeer eens om je extra voor te bereiden. Denk niet: ‘Ik kan het niet.’ Denk wel: ‘Ik zal het kunnen, want ik heb me goed voorbereid.’ Het vraagt wat moeite, maar je zal merken dat het helpt!

4

Vergelijk je jezelf met vrienden en vriendinnen? Dat is normaal, maar je hoeft niet te streng te zijn voor jezelf. Niemand is perfect, ook al doen sommigen zich zo voor. Zij zijn net zo uniek als jij. Tevreden zijn met jezelf, dat helpt. Vind je dat je een scheve neus hebt of te korte benen? Dan is tevreden zijn met jezelf niet zo makkelijk. Probeer niet te hard te zijn voor jezelf. Sommige dingen zijn nu eenmaal zoals ze zijn. Besef dat iedereen wel iets heeft dat die liever anders had. Misschien wil je knapste klasgenoot wel jouw krullen of jouw mooie stem?

5

TV, sociale media en reclame stellen mensen graag als ideale personen voor: met een prachtige glimlach, een knap figuur, stralende ogen, superintelligent …, maar een perfecte jongen of een perfect meisje bestaat niet. Een unieke persoon wel: dat ben jij!

6

Stel dat je goed bent in het maken van websites. Je zelfvertrouwen krijgt een kick als je daar iemand mee kan helpen. Je maakt er ook iemand blij mee. Of misschien ben je goed in complimentjes geven? Doe het dan vaak, het zal je goed doen!

7

Iemand uit je klas kleedt zich heel stoer. Andere klasgenoten zien er eerder gewoon uit. En jij? Soms heb je de neiging om je aan te passen aan anderen. Dat is niet nodig. Je mag rustig jezelf blijven.

14 MODULE 1 Ongewoon

Kies één tip op de vorige pagina waar jij het komend trimester aan wil werken. Markeer die tip en schrijf hem op het blad dat je van je leerkracht krijgt. Hang het boven je bed of stop het in je agenda. Ben je een e-kid? Zet de tip dan als dagelijkse (!) reminder in je gsm.

Probeer elke avond drie dingen op te schrijven die je goed deed vandaag. Misschien heb je vriendelijk gelachen naar iemand op straat, heb je weer een topoutfit gekozen of nam je de fiets in plaats van de auto. Zo leer je kijken naar je goede eigenschappen en groeit je zelfvertrouwen. Meer tips en oefeningen vind je via de QR-code op NokNok. Ook met behulp van de moodtracker uit de module Goesting kun je je zelfvertrouwen boosten.

Ellen zei het al: praten helpt! Soms kan het gebeuren dat je je niet oké voelt. Je hebt een luisterend oor nodig, maar je weet niet bij wie je terecht kan.

Bij welke organisatie kan je terecht voor welk probleem? Zoek de informatie op het internet. Plaats telkens de letter bij de juiste uitspraak.

Ik doe mezelf pijn.

Ik wil praten over hoe ik me voel op school of thuis. Ik heb vragen over mijn studies of mijn gezondheid.

Ik heb ruzie met een vriendin op de speelplaats. Het lukt me niet om dit op te lossen.

Ik word gepest.

Ik heb zelfmoordgedachten en ik wil erover praten.

Ik heb een alcohol- of drugsprobleem.

B A C D F E
LEERLINGENBEGELEIDING 15 MODULE 1 Ongewoon

Ongetwijfeld heb je ook al eens een luisterend oor nodig gehad. Kan (en wil) je ons iets meer vertellen over deze situatie? De onderstaande vragen kunnen je helpen.

Vertel je verhaal. Denk aan de ‘W-vragen’ (wat, wie, waar, wanneer, waarom).

Wat dacht je toen? Welke woorden of gedachten spookten er door je hoofd?

Praatte je met iemand over de situatie? Zo ja, met wie? Heeft je dat geholpen? Waren er mensen die je steunden? Zo ja, wie? Op welke manier steunden ze je?

Ben je tevreden met hoe je de situatie hebt aangepakt? Zoniet, wat zou je in de toekomst anders doen?

1.4 Mijn identiteit is meer dan mijn selfie!

Identiteit, daar begint het mee. Weet wie je bent. Weet wat je gevormd heeft. Weet wie of wat je in de toekomst verder zal vormen. Zal ik je trouwens eens een geheim vertellen? Met de hulp van anderen kan je identiteit nóg mooier, rijker en diverser worden. Om te groeien en te bloeien hebben we dus andere mensen nodig.

Tot welke groepen behoor jij? Noteer ze op de lijntjes onder de cirkels.

Je merkt dat de cirkels van de groepen uit stippellijntjes bestaan. Het zijn dus ‘open’ groepen waar iedereen welkom is. Je kan er dan ook zomaar lid van worden of de groep verlaten wanneer jij dat wilt. Maar misschien behoor je ook tot ‘gesloten’ groepen? Maak die cirkels dan dicht door met een balpen over de stippellijntjes te gaan.

16 MODULE 1 Ongewoon

Er is een verschil tussen persoonlijke en sociale identiteit

Een persoonlijke identiteit staat gelijk aan alle persoonlijke kenmerken van je karakter, hoe je eruit ziet, wat je nodig hebt, wat je interesses zijn en wat je in je leven wilt bereiken.

Een sociale identiteit is de band die je hebt met andere mensen en met de groepen waartoe je behoort.

Persoonlijke of sociale identiteit? Zet telkens een kruisje in de juiste kolom.

Op het einde van het eerste trimester had Sem een tekort voor Frans. Door zijn keiharde inzet tijdens het tweede trimester (hij nam bijlessen en maakte veel extra oefeningen) heeft hij dat tekort nu weggewerkt. Dikke proficiat, Sem!

Duizenden jonge Buffalo-supporters verzamelden woensdagnamiddag in de Ghelamco Arena voor de KAA Gent kids fandag. Je kon er een open training van de A-ploeg bijwonen en je uitleven bij de animatiestanden. Zoveel Buffalo’s samen, wat een topdag!

Een televisiestudio. Een podium. Vier stoelen. Een microfoon. Een stem. Misschien wel jouw stem! Is zingen je leven en durf je het aan om je talent aan Vlaanderen te tonen? Schrijf je dan in voor het nieuwe seizoen van The Voice Kids! Succes!

Het is een mooie donderdag in maart. Op uitnodiging van je leerkracht wiskunde schrijf je je in voor de Kangoeroewedstrijd. Even kijken of je de wiskundevragen correct kunt inschatten. Dat verdient op z’n minst een mooi diplomaatje.

Voor het project ‘Bullshit Free Generation’ werkt je hele klas samen om fabeltjes zoals ‘vapen is gezond’ en ‘roken helpt tegen de stress’ de wereld uit te helpen. Samen zoeken we een antwoord op de vraag: ‘Is onze klas bullshit-free?’

PERSOONLIJKE IDENTITEIT SOCIALE IDENTITEIT
17 MODULE 1 Ongewoon

Jij mag dit, jij moet dat

Heb ik recht op zakgeld? Moet ik verplicht mee op schooluitstap? Mag ik skaten op het voetpad? Mag de school je gsm afpakken? Wat mag? Wat moet?

2.1 Ik heb recht op zakgeld! Of niet?

Vanaf je geboorte mag en moet je heel wat.

Bekijk het filmpje.

Omcirkel de magjes in het groen. Omcirkel de moetjes in het blauw.

Noteer bij elk moetje en magje de juiste leeftijd. Kies uit:

0 jaar – 6 jaar – 12 jaar – 13 jaar – 15 jaar – 16 jaar – 17 jaar – 18 jaar

Ik moet mijn identiteitskaart altijd op zak hebben.

Ik mag mijn eigen dossier inkijken in het CLB (en bepalen wat ervan verspreid wordt).

Ik mag bloed geven.

Ik mag een account aanmaken op Facebook (of TikTok).

Ik moet naar het stemhokje bij verkiezingen. Ik moet onderwijs volgen.

Ik mag met een bromfiets rijden (met een geldige vergunning).

Ik mag thuis les krijgen.

Ik mag als jobstudent gaan werken (als ik al twee jaar secundair onderwijs heb gevolgd).

Ik mag mijn theoretisch autorijbewijs behalen (en me voorbereiden op de praktijk).

Ik moet me laten inschrijven in het bevolkingsregister.

2
18 MODULE 1 Ongewoon
INSERT

Hoe maak je een

identiteitscirkel?

Maak hieronder een lijstje met alles wat jij belangrijk vindt in je leven. Werk met trefwoorden. Denk bijvoorbeeld aan je lievelingsplek, vrienden, familie, talenten, dromen, doelen, hobby’s, voorwerpen, godsdienst, gezondheid, muziek …

Rangschik jouw trefwoorden in volgorde van belangrijkheid. Bij nummer 1 schrijf je wat voor jou het belangrijkste is, bij nummer 2 iets wat een beetje minder belangrijk is ...

Verdeel de cirkel hiernaast in een aantal ‘taartpunten’. Maak de belangrijkste taartpunten groot en de minder belangrijke kleiner.

Vul de taartpunten vervolgens in. Hoe je dat doet, mag je zelf kiezen: trefwoorden, tekeningen, symbooltjes, kleuren, foto’s, quotes ... Schrijf, knip, plak en teken je identiteit bij elkaar!

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Opgelet! Het filmpje is al een paar jaar oud. Ondertussen is de wet voor een aantal magjes veranderd. Ga daarom naar de website van Wat Wat en zoek de correcte leeftijdsgrens voor de onderstaande magjes

antwoord:

antwoord:

Voor een aantal magjes is er in België geen leeftijdsgrens. Denk bijvoorbeeld aan euthanasie of abortus. Maar wat betekenen deze woorden? Zoek de betekenis op via Wikikids.

euthanasie:

abortus:

Magjes en moetjes … Het klinkt een beetje kinderachtig. Tijd om de correcte begrippen te gebruiken!

Rechten en plichten

Iets wat je moet doen, noemen we een plicht.

Iets wat je mag doen, noemen we een recht.

Het is niet altijd gemakkelijk om te weten wat je rechten en je plichten zijn. Gelukkig bestaan er reglementen waarin alle regels duidelijk uitgelegd worden. Je school heeft er ook zo een: het schoolreglement.

Bespreek de volgende vragen met de klasgroep.

Waar kan je het schoolreglement van jouw school vinden?

Heb je dit schoolreglement al eens gelezen? Waarom (niet)?

Zijn je ouders akkoord gegaan met dit reglement? Hoe hebben ze dit duidelijk gemaakt aan de school?

Wat zou je doen als er geen regels waren op school? Zou je dit fijn vinden? Waarom (niet)? Ook binnen je gezin gelden er zeker en vast bepaalde regels.

- Met welke regels ga je akkoord? Waarom?

- Welke regels zou je liever anders zien? Waarom?

MODULE 1 Ongewoon 19

In de inleiding van dit hoofdstuk stelden we een aantal interessante vragen. Met de oefening hieronder zoeken we samen de antwoorden.

Ga nog eens naar de website van Wat Wat Vul het kader hieronder aan.

kort antwoord:

kort antwoord:

kort antwoord:

kort antwoord:

Zijn je ouders dus verplicht om je zakgeld te geven?

JA / NEE

Mogen je ouders je dus verbieden om op schooluitstap te gaan?

JA / NEE

Mag je skaten op het voetpad als je niet sneller gaat dan een wandelaar?

JA / NEE

Mag een leerkracht jouw gsm inkijken zonder je toestemming?

JA / NEE

MODULE 1 Ongewoon 20

2.2 Alle kinderen hebben rechten

Je zit nu op school. Hoera! Heb je vanmorgen ontbeten? Heb je iets mee om te drinken?

Voor veel kinderen in de wereld is dat niet zo. Hun leven is moeilijk. Maar UNICEF kan hen helpen! Deze organisatie bestaat al sinds 1946. Ze is er om kinderen te helpen en hun rechten te beschermen. Alle kinderen over de hele wereld hebben dezelfde rechten. De volwassenen hebben beloofd om die te respecteren. Daarom ondertekenden zij het Kinderrechtenverdrag

Scan de QR-code en bekijk het filmpje waarin Sacha je vijf kinderrechten uitlegt

Van je leerkracht krijg je zo dadelijk een cijfer tussen 1 en 5. Dat cijfer verwijst naar een kinderrecht uit het filmpje. Ga samen zitten met je klasgenoten die hetzelfde cijfer als jij gekregen hebben. Bekijk daarna samen de uitleg over jullie kinderrecht. Hieronder kunnen jullie enkele kernwoorden noteren. De andere kadertjes laat je nog blanco.

kinderrecht 1

kinderrecht 4

kinderrecht 2

kinderrecht 5

kinderrecht 3

Jullie zijn nu ‘expert’ over jullie kinderrecht. Tijd om deze kennis uit te wisselen met elkaar. Je leerkracht legt je uit hoe je dat doet.

Op de bijlage die je van je leerkracht krijgt, vind je een overzicht van alle kinderrechten.

MODULE 1 Ongewoon 21

Zoek het artikel over het ‘recht op onderwijs’. Noteer het artikelnummer in het cirkeltje.

Geef drie redenen waarom onderwijs krijgen zo belangrijk is.

1

2 3

Kom jij graag naar school?

Ja, omdat

Nee, omdat

Aan welke kinderrechten doen de onderstaande foto’s je denken?

Noteer het juiste artikelnummer bij de juiste foto in het cirkeltje.

MODULE 1 Ongewoon 22

We nemen kinderrecht 12 even onder de loep.

Elk kind heeft recht op een eigen mening. Met die mening moet rekening gehouden worden. Bij een belangrijke beslissing die over het kind gaat, moet eerst zijn/haar mening gevraagd worden.

Arne heeft een vraag. Lees het gele kadertje hieronder en los de onderstaande vragen op.

Arne, 15

“Ik ben 15 en mijn broer is 12. Mijn ouders zijn gescheiden. Afwisselend brengen we een week bij mama en een week bij papa door. Wij willen eigenlijk niet meer naar papa. Hebben wij het recht om te zeggen tegen de rechter dat we papa niet meer willen zien? Als dat zo is, dan schrijf ik de rechter een brief.”

“WIJ WILLEN EIGENLIJK NIET MEER NAAR PAPA”

Wat is de vraag van Arne?

Hou oud is Arne? Hoe oud is zijn broer?

Waarom willen ze niet meer naar hun papa?

MODULE 1 Ongewoon 23

Geef advies aan Arne. Doe dat door de foute uitspraken in de tabel te verbeteren. Het infokader onder deze oefening kan je daarbij helpen.

“Over regelingen die met jou te maken hebben, Arne, mag je je mening geven.”

Verbetering:

“De rechter zal jou wel uitnodigen voor een gesprek, maar je broer is nog te jong.”

Verbetering:

“Als de rechter je uitnodigt voor een gesprek, móet je dat doen, Arne.”

Verbetering:

“De rechter zal naar je argumenten luisteren, maar uiteindelijk neemt hij de eindbeslissing.”

Verbetering:

JE HEBT RECHT VAN SPREKEN

Moet er een beslissing gemaakt worden waarmee jij iets te maken hebt? Dan heb je het recht om te zeggen wat je daarvan vindt. Stel dat je ouders uit elkaar gaan. Over afspraken of regelingen die met jou te maken hebben, mag je je mening geven aan je ouders en aan de rechter.

Is er na de scheiding van je ouders een andere verblijfs- en omgangsregeling nodig? Dan spreekt de familierechtbank zich hierover uit.

De rechter stuurt een brief naar elke minderjarige vanaf 12 jaar en vraagt om op gesprek te komen. Het formulier dat bij de brief zit, gebruik je om te laten weten of je dit ziet zitten of niet. Je mag dus ook weigeren om de rechter te spreken. Daarom heet het ook spreekrecht en niet spreekplicht. Het is wel een unieke kans om aan de rechter uit te leggen hoe jij de dingen ziet.

Heeft de rechter alle betrokken partijen gehoord? Dan is het aan hem/haar om een beslissing te nemen. Soms is die beslissing goed voor jou, soms ook niet.

JUIST FOUT
MODULE 1 Ongewoon 24

Wil je je mening kwijt over wat er allemaal bij jou op school gebeurt?

Wil je ook écht dingen veranderen? Stap dan in de leerlingenraad!

“EINDELIJK EEN LEERLINGENRAAD!”

Imke, 17

“Nu we een goed draaiende leerlingenraad hebben, kunnen we op school eindelijk onze mening kwijt over wat hier allemaal gebeurt. En niet gebeurt.”

Op de poster hierboven staat: ‘Inspraak op school? Stap in de leerlingenraad!’ Wat betekent het woord inspraak hier? Kruis het juiste antwoord aan.

mogen meedenken en meepraten bij het nemen van een beslissing op school zich zomaar neerleggen bij een beslissing van de school zeggen dat je helemaal niet akkoord gaat met een beslissing van de school

Is er een leerlingenraad bij jou op school? Check dan scholierenkoepel.be voor tips en inspiratie. Op deze site kun je trouwens ook je mening geven over onderwijs. Je kunt er bovendien al je rechten als leerling terugvinden.

Wist je trouwens dat je als jongere inspraak kan hebben in je eigen gemeente of stad?

Wil je meepraten over nieuwe fuifzalen, skateparken, speeltuinen, jeugdhuizen of fietspaden? Word dan lid van de jeugdraad. Zo komt jouw mening tot bij de burgemeester!

Surf naar de site van jouw stad of gemeente en typ het woord ‘jeugdraad’ in de zoekbalk. Wie weet is het iets voor jou! Check it out!

inspraak op school? stap in de leerlingenraad
MODULE 1 Ongewoon 25

Het verloopt niet altijd zoals we zouden willen … Soms heb je helemaal geen inspraak en moet je iets doen ‘omdat de ander zegt dat je dat moet doen’.

Los de volgende vragen op.

Bekijk de afbeelding en vul het tekstballonnetje aan.

Je

gaat

omdat ik het zeg! (C)

Misschien heb je al eens zo’n situatie meegemaakt op school, thuis of onder vrienden. Bespreek even met je buur.

- Wat zei die persoon tegen je?

- Hoe voelde je je toen?

- Hoe reageerde je?

- Wat zei je? Tegen wie zei je dit?

Gelukkig leven wij in een land waar de burgers wél inspraak hebben in wat er beslist wordt.

- Er is bijvoorbeeld stemplicht! Dat betekent dat Belgen vanaf 18 jaar de plicht hebben om te gaan stemmen. Vanaf 16 jaar heb je zelfs het recht om te stemmen als er Europese verkiezingen zijn. Dat is geen verplichting, maar een recht. Als ze gaan stemmen, dan vertellen de kiezers daarmee wat ze belangrijk vinden voor de samenleving.

- In ons land mogen we ook onze mening geven én kritiek hebben op de regering. We mogen betogen of zelfs staken als we het ergens niet mee eens zijn. En we kunnen daarvoor niet gestraft worden. Hoe cool is dat?

- Iedereen is vrij in ons land én gelijk voor de wet. Maar we moeten ons natuurlijk wel houden aan de regels die de meerderheid bepaalt. ZAK MODULE 1 Ongewoon 26

Tijd voor een nieuw woord! Los de rebus op en vind het woord dat we zoeken.

We zoeken een ander woord voor ‘inspraak’. Noteer hieronder de oplossing.

– a

d = t s = i – h

Neem de bijlage met alle kinderrechten er opnieuw bij. Welke drie kinderrechten vind jij de belangrijkste? Noteer de artikelnummers hieronder in de cirkeltjes.

Welk kinderrecht vind jij niet nodig? Noteer het in het cirkeltje. Leg uit waarom je dat vindt.

Stel dat je een kinderrecht aan de lijst mag toevoegen. Welke zou dat dan zijn? Vul aan.

‘Het recht op .’

+ + +
Kinderrechten gelden voor alle kinderen, of ze nu zwart of wit zijn, arm of rijk, groot of klein … Niemand mag uitgesloten worden, ook jij niet. De kinderrechten maken ook veel dingen mogelijk, dingen die voor ons ‘gewoon’ zijn, maar voor andere kinderen misschien helemaal niet. Laten we daar even bij stilstaan. MODULE 1 Ongewoon 27
g
ie

Maak hieronder een dagindeling en link elke activiteit aan een kinderrecht.

Welk recht maakt het mogelijk dat jij deze ochtend kon ontbijten?

Welk recht maakt het mogelijk dat jij straks, na school, gratis naar de bib kan en daarna naar de judo?

Gebruik de stickers in het midden van deze module. OCHTEND

NAMIDDAG
AVOND MIDDAG NACHT MODULE 1 Ongewoon 28
VOORMIDDAG

2.3 Mijn rechten zijn geschonden

Wat als je een klacht hebt over je rechten? Wat als je het gevoel hebt dat je niet correct behandeld wordt, dat niemand je kan of wil helpen?

Lees het verhaal van Esra.

©

Beantwoord de vragen nu mondeling.

Waarom voelde Esra zich niet correct behandeld?

Esra’s vriend wilde helpen. Wat stelde hij voor?

Heeft dit haar geholpen?

Geef een synoniem (= ander woord) voor ‘consulent’. KINDERRECHTEN.BE/VERHAAL/ESRA MODULE 1 Ongewoon 29

Ben je op zoek naar hulp omdat je rechten niet gerespecteerd worden? Dan luistert het Kinderrechtencommissariaat naar je verhaal en zoeken ze samen met jou naar een oplossing. Dat doen ze trouwens gratis en in alle vertrouwen.

Scan de QR-code en ontdek de website van het Kinderrechtencommissariaat.

Er bestaan ook andere sites waar je terecht kan als je raad of hulp wil. Zo is er bijvoorbeeld Awel, JAC, tZitemzo

Op 30 juni 2022 mocht het Kinderrechtencommissariaat 25 kaarsjes uitblazen. Dat is eigenlijk vooral een feestje voor jou, want deze organisatie zorgt ervoor dat er geluisterd wordt naar kinderen in Vlaanderen.

Scan de QR-code en bekijk de Karrewietreportage waarin Caroline Vrijens, de kinderrechtencommissaris, aan het woord komt. Beantwoord daarna samen met je buur de onderstaande vragen.

Waarover gaan de meeste klachten van kinderen en jongeren?

1

2 3

Welke thema’s vindt het Kinderrechtencommissariaat belangrijk voor de volgende jaren?

1 2 3

CAROLINE VRIJENS
MODULE 1 Ongewoon 30

2.4 Volwassenen hebben ook rechten (en plichten)

Niet enkel kinderen hebben rechten, ook volwassenen hebben er. Die mensenrechten zijn verzameld in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens

Alle mensen worden vrij geboren en moeten op dezelfde manier worden behandeld. Waar mensen ook vandaan komen, welke huidskleur, leeftijd, seksuele identiteit of welk gender ze ook hebben, iedereen moet dezelfde kansen en rechten krijgen. Niemand mag het slachtoffer worden van haat, geweld of uitsluiting.

Hieronder vind je enkele organisaties die de mensenrechten willen verbeteren. Maak groepjes. Elk groepje stelt straks één organisatie voor: wie zijn ze, wat doen ze, wat is hun doel ...? Gebruik hiervoor de bijlage die je op Polpo vindt.

MODULE 1 Ongewoon 31

Denkwijzer

We herbekijken nu even de stelling van ‘Denkwijs’.

‘Ik ben wie ik ben. Daar kan niemand iets aan veranderen.’

Toen was ik het met de stelling. Nu ben ik het met de stelling.

Staaf je antwoord met twee nieuwe argumenten.

ONEENS EENS ONEENS EENS ARGUMENTEREN, HOE DOE JE DAT?

Soms kom je in situaties terecht waarin je de ander wilt of moet overtuigen van jouw standpunt. Dat doe je door goede argumenten te geven. 1

JE NEEMT EEN STANDPUNT IN:

Ik vind dat …

Ik denk dat … Volgens mij …

argument 1

2

JE LEGT UIT WAAROM JE IETS VINDT: want … omdat … aangezien …

= argumenteren

argument 2

MODULE 1 Ongewoon 32

Finale

In deze opdracht maak je een lapbook over jezelf. Hiermee kun je persoonlijke informatie, zoals je interesses en de dingen die je uniek maken, presenteren. Volg het onderstaande stappenplan.

1 Een goede voorbereiding is het halve werk

Stap 1: Verzamel materiaal.

Zoek een map in A4-formaat. Een gewone map, een plakboek of een scrapbook kan werken.

Verzamel papier in verschillende kleuren. Wit papier en karton zijn handig voor de basispagina’s. Gekleurd papier kun je gebruiken voor belangrijke informatie. Zorg voor schrijfgerei (potloden, pennen, stiften …). Verzamel stickers, knopen, linten, washitape … om je lapbook mee te versieren.

Stap 2: Bepaal waarover je lapbook zal gaan.

Bedenk wat je allemaal over jezelf wilt vertellen. Dit kan bijvoorbeeld gaan over je naam, je leeftijd, je familie en/of vrienden, je hobby’s, je lievelingsgerecht, de films of series die je graag ziet …

Maak een lijstje van die onderwerpen.

TO DO LIST

V
MODULE 1 Ongewoon 33
V V V V

Stap 3: Maak een schets.

Op deze manier kun je je ideeën organiseren voordat je begint met het knip- en plakwerk.

Maak een schets van je lapbook op een los vel papier.

Bedenk hoeveel pagina’s je wilt hebben.

Hoe ga je die pagina’s invullen?

Denk na over de versieringen en afbeeldingen die je wilt gebruiken.

Stap 4: Maak de basispagina’s van je lapbook.

Knip de (witte) basispagina’s van papier of karton op de gewenste grootte.

Plak deze pagina’s in de map.

Je kan ook vouwsels gebruiken. Dit zijn stukjes in elkaar gevouwen papier waarin je informatie kan verbergen. Zo kan je ook wat ruimte besparen in je lapbook. Via de QR-code vind je een aantal voorbeeldjes van vouwsels.

Noteer op elke pagina een titel. Dit kan in grote letters of in een creatief, kleurrijk lettertype.

Stap 5: Voeg informatie toe.

Voeg op elke pagina informatie toe over jezelf.

Op de eerste pagina kan je bijvoorbeeld je naam, geboortedatum en woonplaats vermelden.

Op de volgende pagina’s kan je meer vertellen over je vrienden, familie, hobby’s … Gebruik foto’s of tekeningen om je informatie te ondersteunen.

Stap 6: Versier de pagina’s.

Versier de pagina’s met afbeeldingen, stickers, kleuren en andere spulletjes.

Je kan ook afbeeldingen van jezelf, je familieleden of je huisdieren toevoegen.

MODULE 1 Ongewoon 34

2 Tijd om te presenteren!

Als je lapbook klaar is, is het tijd om deze aan de klas te presenteren. Bereid daarom een korte presentatie voor waarin je vertelt over wat er allemaal in je lapbook staat.

Toon je lapbook aan de klas terwijl je presenteert. Beantwoord eventuele vragen van je klasgenoten.

3 We kaarten na

Door de finaleopdracht te evalueren, ontdekken we wat er goed én wat er minder goed verliep. De onderstaande vragen kunnen je hierbij helpen.

Hoe vond je het om een lapbook te maken?

- Was het moeilijk of gemakkelijk?

- Was het leuk?

Hoe is jouw lapbook verschillend van die van je klasgenoten?

Wat vond je leuk aan de lapbooks van de anderen? Wat vond je minder leuk?

Heb je nieuwe dingen geleerd?

Zijn er dingen die je de volgende keer anders zou doen? Zo ja, wat?

MODULE 1 Ongewoon 35

Colofon

Portfolio

Ik weet dat mijn identiteit uit verschillende lagen bestaat en nooit af is.

Ik weet dat de buitenwereld een invloed kan hebben op mijn identiteit.

Ik kan voorbeelden geven van hoe ik mijn zelfvertrouwen kan verhogen.

Ik ken het verschil tussen een persoonlijke identiteit en een sociale identiteit.

Ik weet wat (mijn) rechten en plichten zijn.

Ik kan het woord ‘inspraak’ of ‘participatie’ uitleggen.

Ik begrijp het belang van kinderrechten en mensenrechten.

Ik kan een aantal kinderrechten opnoemen.

Ik weet bij welke organisaties ik terecht kan als ik problemen heb of als mijn rechten geschonden zijn.

handeling gesprek

spreken tip

Ja Nee Oefentips

Finale

Je maakt een lapbook waarin je over jezelf, je familie, vrienden, je hobby’s ...

Auteurs Tina Lava en Alieke Baeke

Design & Lay-out die Keure

Eerste druk 2023 SO 2023/262 - ISBN 978 90 4864 607 4

Bestelnummer 90 850 0100 (module 1 van 5)

KB D/2023/0147/217 - NUR 137 - Thema YPJJ

Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge

© Copyright by die Keure, Brugge - RPR 0405 108 325

vertelt.

Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No parts of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. De uitgever heeft naar best vermogen getracht de publicatierechten volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Zij die niettemin menen nog aanspraken te kunnen doen gelden, kunnen dat aan de uitgever kenbaar maken.

Die Keure wil het milieu beschermen. Daarom kiezen wij bewust voor papier dat het keurmerk van de Forest Stewardship Council® (FSC®) draagt. Dit product is gemaakt van materiaal afkomstig uit goed beheerde, FSC®-gecertificeerde bossen en andere gecontroleerde bronnen.

9 789048 646074 36 MODULE 1 Ongewoon
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.