1 minute read

condenserenverdampen

Next Article
2 Natuur

2 Natuur

* bij water noemen we stollen ‘bevriezen’

Op pagina 35 van dit Vademecum lees je meer over de waterkringloop.

2.1.6 Stofomzetting

Een stofomzetting is een chemische reactie waarbij stoffen van samenstelling veranderen. Er ontstaan nieuwe stoffen. Een stofomzetting kun je waarnemen door kleurverandering, geurverandering, smaakverandering, gasontwikkeling …

Voorbeelden: + + gasvuur

+ + suiker fotosynthese Op pagina 9 van dit Vademecum lees je meer over fotosynthese.

2.2 Organismen

2.2.1 Cel Voorbeeld: de plantaardige cel mitochondrion celwand celmembraam cytoplasma celkern bladgroenkorrel uienvliesweefsel menselijk zenuwweefsel

ELK WEEFSEL BESTAAT UIT CELLEN.

Een cel is de kleinste levende eenheid van een organisme.

2.2.2 Weefsel

ELK ORGAAN BESTAAT UIT WEEFSELS.

Een weefsel is een groep cellen met dezelfde of een gelijkaardige functie. dekweefsel spierweefsel vaatweefsel vulweefsel zenuwweefsel vetweefsel

ELK STELSEL BESTAAT UIT ORGANEN. Elk stelsel bestaat uit gespecialiseerde structuren, organen.

Bloemen, zaden en vruchten zijn organen. Het zijn gespecialiseerde structuren van het scheutenstelsel, bedoeld voor de voortplanting.

Organen van mensen en dieren bestaan vaak uit verschillende soorten weefsels. Elk orgaan heeft een specifieke functie en taak. Zo haalt de dunne darm de belangrijkste voedingsstoffen uit het voedsel en zorgt het hart voor de bloeddoorstroming in het lichaam.

This article is from: