LERARENDOSSIER
magazine over mens en samenleving
PLANKENKOORTS
visie van HUB
Vanwaar de naam ‘HUB’?
Hub is een Engels woord dat letterlijk ‘naaf’ betekent: het middenstuk van een wiel waar de spaken samenkomen. Figuurlijk gebruik je het als middelpunt, centrum: ‘the hub of the universe’ bijvoorbeeld. Het woord hub kreeg ook al een plaats in onze Van Dale. In de luchtvaart bijvoorbeeld is een hub een knooppunt, een overstapluchthaven. Of in de computerwereld: het centraal aansluitpunt waar verschillende apparaten samenkomen.
Aan de hand van onze methode Hub ontdekken de leerlingen de samenleving vanuit hun eigen ik. Die ‘ik’ is als een hub die ons verbindt met de wereld. Want een hub krijgt pas betekenis doordat hij in contact staat met de buitenwereld.
Met HUB krijgen leerlingen, vanuit hun eigen hub, inzicht in de wereld waarmee ze verbonden zijn. Ze verbreden hun kijk op de wereld en groeien uit tot volwassenen die sterk in hun schoenen staan.
Toegepast op het leerplan kunnen we zeggen dat de hub de ‘ik’ is van ‘Ik als persoon’, ‘Ik en mijn relatie met anderen’ en ‘Ik en mijn relatie tot de samenleving’.
Een hub heeft geen functie als er geen relatie is tot anderen en de buitenwereld.
HUB
De methode HUB is opgebouwd uit zes magazines:
• Vita (voeding en gezondheid);
• Back to business (ondernemen en goede doelen);
• Game on (sociale media en games);
• Plankenkoorts (muziek, film en theater);
• Passage (reizen en natuur);
• Grinta (sport).
Elk magazine kent een doorlooptijd van vier weken. Tijdens de eerste drie weken worden de intro, de leerinhouden en de vaardigheden aangebracht. Tijdens die drie weken is er ook tijd voor het klassieke toetsen. De vierde week is voorbehouden voor De finale (zie verder). De volgorde waarin de zes magazines aan bod komen is vrij te bepalen door de leerkracht, net zoals de keuze of de magazines worden gegeven in het eerste middelbaar of in het eerste en tweede middelbaar.
Algemeen is er gekozen om de leerplandoelen van Mens en samenleving niet chronologisch te behandelen, maar spiraalsgewijs, zoals het leerplan voorschrijft. Zo komen er verschillende aspecten aan bod in één magazine, bijvoorbeeld de combinatie van gezondheid en budgetplanning.
Elk magazine bevat dezelfde rubrieken:
• De cover
• In dit nummer is een verkennende bladzijde waar de leerlingen kennismaken met het thema van het magazine. Op deze bladzijde vind je meestal afbeeldingen, quotes, getuigenissen …
• HOT or NOT is een bladzijde waar de leerlingen voor keuzes komen te staan. Het idee is dat de leerlingen zonder kennis van de leerstof hun favoriet(en) uit een aantal opties kiezen en daarover iets bespreken, uitvoeren … Hierdoor krijgt de leerkracht een beeld van de voorkennis van de leerlingen. Doorheen het magazine leren ze bij, waardoor ze op het einde misschien andere keuzes maken. Het is dus aan te raden om als leerkracht eens terug te keren naar de HOT or NOT en te vragen aan de leerlingen of ze hun mening herzien. Merk op: op Polpo worden er alternatieven aangeboden voor de HOT or NOT, waardoor er aan interessedifferentiatie kan worden gedaan.
De
VITA
GAME ON PLANKENKOORTS PASSAGE GRINTA
• Starter is een bladzijde die ofwel dieper ingaat op de HOT or NOT ofwel al een inleiding vormt voor de leerstof van het magazine.
Merk op: indien de starter verder bouwt op de HOT or NOT, dan worden er alternatieven aangeboden op Polpo, waardoor er aan interessedifferentiatie kan worden gedaan.
• In Fact check moeten de leerlingen een stelling beoordelen als juist of fout en hierbij de nodige argumenten formuleren. Opnieuw is het idee dat de leerlingen zonder kennis handelen en dat ze dan op het einde van het magazine eventueel hun mening herzien. Hiervoor is er de rubriek Fact check revisited (zie verder).
Er is veel aandacht voor de argumentatietechniek. De eerste keer dat de Fact check wordt uitgevoerd, is het belangrijk om deze techniek goed aan te leren en het verschil tussen een standpunt innemen en argumenteren te illustreren. Bijvoorbeeld: Je vindt dat het openbaar vervoer gratis moet zijn (mening). Als het openbaar vervoer gratis is, dan heb je minder auto’s in het verkeer (argument).
Je kunt bij de Fact check ervoor kiezen om elke kleur van de fact-o-meter een getal te geven: rood = 1, oranje = 2, geel = 3, lichtgroen = 4, groen = 5 en donkergroen = 6. Je kunt hierdoor gemiddeldes met elkaar vergelijken, bijvoorbeeld tegenover de Fact check revisited of tegenover andere klassen.
• Na deze vier rubrieken komt de leerstof aan bod. De leerstof is onderverdeeld in verschillende, kleinere rubrieken. In die rubrieken wisselen theorie en opdrachten elkaar af. De opdrachten zijn soms inductief en soms deductief opgebouwd, afhankelijk van de leerstof. Theorie wordt altijd duidelijk aangegeven door samenvattende theoriekaders. Er is voortdurend aandacht voor activerende werkvormen en reflectie, indien relevant voor de leerstof.
• Na de leerstof van het magazine is er – zoals eerder vermeld – de rubriek fact check revisited, waarbij de leerlingen hun mening kunnen herzien op de stelling die ze eerder moesten beoordelen in de fact check. Opnieuw wordt er belang gehecht aan het argumenteren. De argumenten zullen nu voornamelijk uit de geziene leerstof worden gehaald, terwijl dit voordien vooral uit de voorkennis moest gehaald worden.
• In de rubriek puzzel maken de leerlingen een woordenschatoefening op de aangebrachte begrippen, maar telkens op een leuke en andere manier: een kruiswoordraadsel, woordzoeker, matching exercise, codekraker, rebus …
• In de finale maken de leerlingen een totaaloefening om aan te tonen dat ze de geziene leerstof beheersen. Veelal is dit een groepsopdracht, waardoor er wordt gewerkt aan de sociale vaardigheden. Bij de evaluatie van de finale is er aandacht voor zelfevaluatie, peer evaluatie en evaluatie door de leerkracht. We spreken hier ook van een trotsproduct, omdat het vaak opdrachten zijn waarbij de leerlingen tot heel mooie eindresultaten komen. Merk op: op Polpo worden er alternatieven aangeboden voor de finale, waardoor er aan interessedifferentiatie kan worden gedaan.
• De laatste rubriek is altijd good to know. In deze rubriek staat een opsomming van wat de leerlingen moeten kennen en kunnen. Bij de formulering van de doelen is er aandacht voor de taxonomie van Bloom. Bovendien kan de leerkracht zelf aangeven wat de leerlingen moeten kennen en kunnen, door het symbooltje voor het doel te laten inkleuren. De leerlingen kunnen de leerstof opzoeken aan de hand van de paginaverwijzingen en kunnen aanduiden of ze het kennen en kunnen in de ‘eerste blokronde’ (tussentijdse evaluatie) en in de ‘tweede blokronde’ (eindevaluatie).
• Afhankelijk van het magazine kunnen er nog extra’s opgenomen zijn, zoals een middenkatern en stickervel. Dan wordt dit toegelicht in de lessuggesties.
Doorheen het magazine zie je af en toe het symbool Dat wil zeggen dat er een opdracht moet gemaakt worden in het theoriegedeelte.
Ook het symbool komt af en toe voor. Dit staat voor klasgesprek.
Opbouw van het lerarendossier
Het lerarendossier bestaat uit verschillende onderdelen. Allereerst zijn er de lessuggesties die op deze inleiding volgen. De lessuggesties zijn opgedeeld per rubriek van het magazine en worden weergegeven in twee kolommen. De eerste kolom bevat de informatie die nodig is om de lessen te geven. De tweede kolom bevat het (extra) materiaal dat bij de les hoort. Dit kan bestaan uit volgende onderdelen:
• een verwijzing naar de bijbehorende pagina in het magazine;
• extra benodigdheden om de les te kunnen geven;
• ondersteunend materiaal - hulpbladen - niveaudifferentiatie
Hierbij staat de differentiatie op twee niveaus die aansluit bij de les. In de naamgeving van de bijlagen verwijzen we dan ook naar de REM (remediëring) en VER (verrijking). - interessedifferentiatie
Hierbij staan er alternatieven voor een les(onderdeel) waarbij er gedifferentieerd kan worden op basis van interesse. - finale (zie verder)
Hierbij sommen we de mogelijke varianten op de finale op. Voor iedere finale bieden we alternatieven aan, zodat ook daar gedifferentieerd kan worden op niveau en op interesse.
• audiovisueel materiaal - foto - audio - video - finale
Hierbij staat het audiovisueel materiaal dat per variant wordt aangeboden. Het audiovisueel materiaal dat hoort bij de finale uit het magazine staat onder de algemene categorieën foto, audio en video hierboven.
• evaluatiemateriaal - toetsen
Hierbij staat het toetsmateriaal dat aansluit bij een rubriek.
Op het einde van het lerarendossier staat het ondersteunend materiaal en het evaluatiemateriaal dat overkoepelend is voor het magazine.
Het ondersteunend materiaal, het audiovisueel materiaal en het evaluatiemateriaal is terug te vinden op POLPO. Onder het ondersteunend materiaal kan er bij niveaudifferentiatie ook audiovisueel materiaal staan.
Plankenkoorts
Algemeen
Het magazine Plankenkoorts telt vijf hoofdstukken die hieronder kort worden toegelicht.
Stel dat je alles van dit magazine wilt behandelen, dan moet je hiervoor 7 tot 8 weken voorzien. In de lessuggesties zal het echter duidelijk blijken dat je niet alles hoeft te behandelen. Je zal ook tips krijgen om bepaalde onderdelen al dan niet sneller te behandelen.
Merk op: we gaan uit van een weektelling van twee lesuren per week. Stel dat je school beslist om slechts één lesuur in te bouwen, dan dien je de doorlooptijd te verdubbelen. Als je alle hoofdstukken doorlopen hebt, dan heb je gewerkt rond de leerplandoelen 1, 2, 5, 8, 9, 14, 15, 16, 17, 18 en 24. Een handig overzicht van de leerstofonderdelen en leerplandoelen vind je op Polpo.
Hoofdstukken:
I (Niet) live op de planken (plan hiervoor 1 lesuur)
1 Echt gebeurd of volledig verzonnen?
Een verhaal kan verzonnen (fictie) of niet-verzonnen (non-fictie) zijn.
2 Het is een feit dat iedereen een mening heeft.
2.1 Feit vs. mening
We maken een onderscheid tussen feiten en meningen.
2.2 Objectief vs. subjectief
Een verhaal kan objectief of subjectief zijn.
II Wie staat op de planken? (plan hiervoor 2 tot 3 lesuren)
1 Annie, Lara en ik... samen in de spotlights!
We maken een identiteitscirkel.
2 Mijn identiteit is ‘under construction’
2.1 Mijn identiteit is gelaagd
Identiteit is meervoudig (of gelaagd) en wordt dus gevormd door een wisselwerking van verschillende aspecten van identiteit, zoals lichamelijke, mentale, sociale, culturele en economische processen.
2.2 Mijn identiteit is dynamisch
Identiteit is dynamisch en ontwikkelt zich doorheen de tijd. Het wordt daarbij beïnvloed door de eigen omgeving, achtergrond en persoonlijke beleving van ruimte en tijd.
3 Het gaat om meer dan je selfie!
3.1 Persoonlijke en sociale identiteit
We maken een onderscheid tussen persoonlijke en sociale identiteit.
3.2 Stereotypen?
We leren wat een stereotype is, wat de kenmerken zijn en hoe stereotypen gelinkt (kunnen) zijn aan vooroordelen en discriminatie.
III Wie zit in de zaal? (plan hiervoor 2 tot 3 lesuren)
1 Ik zie, ik zie wat jij niet ziet.
We leren wat een vooroordeel is, wat de kenmerken zijn en hoe vooroordelen gelinkt (kunnen) zijn aan stereotypen en discriminatie.
2 Oud, maar niet out!
We leren wat discriminatie is en hoe dat gelinkt (kan) zijn aan stereotypen en vooroordelen. Ook leren we op een gepaste, assertieve manier ‘neen’ zeggen.
Plankenkoorts
IV Het doek valt (nog niet) (plan hiervoor 2 lesuren)
1 Alle kleuren van de regenboog
We maken een onderscheid tussen aangeboren en verworven kenmerken én gaan dieper in op de volgende begrippen: diversiteit, empathie en verdraagzaamheid.
2 Geef haat geen podium!
We leren de LSD-techniek te gebruiken bij moeilijke gesprekken en bekijken hoe je haatspraak op sociale media kan melden.
3 Say... ‘stop’!
We nemen vijf legendarische activisten onder de loep.
V Staande ovatie (plan hiervoor ca. 2 lesuren)
1 Elk kind heeft rechten.
We bekijken het ‘Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind’ van naderbij.
2 Mijn rechten zijn geschonden!
Waar kan je terecht als je een klacht hebt over je rechten of je het gevoel hebt dat je niet correct behandeld wordt?
3 Elke mens heeft rechten.
We bekijken de ‘Universele Verklaring van de Rechten van de Mens’ van naderbij.
De finale (plan hiervoor 2 lesuren)
In deze finale maken we een campagnefilmpje van 1 minuut waarin we de strijd aangaan tegen racisme, genderisme, seksisme ...
Merk op: in het midden van dit magazine zit een blanco identiteitscirkel (met handleiding), om opdracht 7 te kunnen maken en een stickervel met de nummertjes van alle kinderrechten, om opdracht 25 te kunnen maken.
WEEK 1
Voor deze rubriek rekenen we 10 minuten
Suggesties:
- Wat betekent de titel ‘plankenkoorts’? (Plankenkoorts is een fobie voor het optreden of spreken in het openbaar, doorgaans bij toneel- of muziekvoorstellingen. Een lichte vorm van deze angst treedt opvallend vaak op bij mensen die beroepsmatig in de schijnwerpers staan, vlak voordat ze aan hun optreden beginnen.)
- In de klas kan je op verschillende manieren met deze uitspraken aan de slag gaan, bijvoorbeeld:
* Je kan de leerlingen een quote laten kiezen die hen het meeste aanspreekt.
* Je kan de leerlingen een quote laten kiezen waarmee ze het (niet) eens zijn.
- Sta extra stil bij de anderstalige quotes. Geef indien nodig de vertaling.
* Tupac Shakur: ‘Als je me niet kent, veroordeel me dan ook niet’
* Will Smith: ‘De eerste stap is dat je moet zeggen dat je het kan’
* Victor Hugo: ‘De lach, dat is (als) de zon. Het verjaagt de winter van het gezicht van de mensen.’
* Emma Watson: ‘Meisjes zouden nooit bang moeten zijn om slim te zijn’
* Steven Spielberg: ‘Je moet je film niet dromen, je moet hem maken!’.
* Lady Gaga: ‘Aanvaarding, tolerantie, moed, mededogen. Dit zijn de dingen die mijn mama me heeft geleerd’.
* Kendrick Lamar: ‘Leef je eigen leven, (be)leef het goed. Wees anders, doe dingen die ‘anders’ zijn’.
- Wat bedoelt Emma Watson met haar uitspraak? Wanneer of in welke omstandigheden zouden meisjes soms schrik hebben om ‘slim te zijn’? (We leven in een maatschappij waar het idee geldt dat mannen sterker, dominanter en slimmer moeten zijn. Soms gedragen meisjes zich dommer om in het beeld dat door de samenleving wordt opgelegd, te passen.)
- Wat is de boodschap van Kendrick Lamar? (Volg de meute niet, wees jezelf. Doe anders dan alle anderen. De nadruk ligt hier op ‘niet willen zijn zoals de anderen’, ‘jezelf durven zijn.’)
- De quotes in deze rubriek zijn bedoeld als teaser. Op basis van deze quotes kunnen de leerlingen een voorspelling doen over welke thema’s dit magazine zal behandelen. Vraag hen hiernaar. (film, muziek, theater, maar ook identiteit, (ver)oordelen, ‘anders zijn’ (diversiteit), zelfvertrouwen, respect, mensenrechten, gelijke kansen, verdraagzaamheid…)
magazine p. 3
In dit nummer
WEEK 1
Voor deze rubriek rekenen we 10 minuten
In deze HOT or NOT moeten de leerlingen de affiche aanduiden die hen het meeste aanspreekt. Vervolgens moeten ze het juiste theatergenre aan de juiste affiche linken.
Suggesties:
- Bespreek de gemaakte keuzes.
* Waarom koos je voor die affiche? Beargumenteer.
* Waarover zal deze theaterproductie gaan, denk je? Waaruit leid je dat af?
* Heb je al een van deze voorstellingen gezien? Wat vond je ervan?
* Heb je al een andere musical, opera, dansvoorstelling ... gezien? Wat vond je ervan?
- Ga kort in op de verschillende genres theaterproducties.
* musical = een vorm van theater die muziek, liedjes, gesproken dialogen en dans combineert
* opera = een toneelstuk met orkestbegeleiding waarin voornamelijk gezongen wordt in poëzievorm
* circustheater = theater waarin circusvoorstellingen worden gedaan, dus voorstellingen met dieren en artiesten, waarin veel spektakel gebeurt
* ballet = theatervorm waarin dans, met name ballet, het voornaamste medium is
- Je kan er ook voor kiezen om hun resultaten te verwerken, door te turven, in een percentage uit te drukken of zelfs een strookdiagram te maken. Gebruik hiervoor het hulpblad.
TIP: Doe aan niveaudifferentiatie door het volgende te overwegen:
* Welke leerling zet de gegevens om in percentages?
* Welke leerling zet de percentages om in een strookdiagram?
* Welke leerling maakt diagrammen met ICT?
Merk op: op Polpo vind je een variant van de Hot or not waarbij de leerlingen een memoryspel moeten spelen (ze moeten de theatervorm met de juiste afbeelding combineren).
magazine p. 4
Ondersteunend materiaal
• hulpbladen - HUB_Plankenkoorts_Hot or not_resultatenverwerking - HUB_Plankenkoorts_Hot or not_variant
Hot or not
WEEK 1
Voor deze rubriek rekenen we 15 minuten
In de HOT or NOT hebben de leerlingen gekozen voor een bepaalde affiche. Met elke affiche is er een link te vinden met iets dat meer ‘hot’ is. De leerlingen moeten die link proberen te vinden. Daarvoor moeten ze de eerste vier filmpjes bekijken en raden. Hun link kunnen ze dan controleren door de uitleg over ‘hun’ theaterproductie te lezen en het bijhorende filmpje daarvan te bekijken.
Suggesties:
- Je kan de leerlingen die in de HOT or NOT dezelfde affiche gekozen hebben, laten samenwerken. Dit kan een meerwaarde betekenen, omdat ze dan kunnen overleggen en van gedachten kunnen wisselen.
- De ‘linken’ zijn:
* Annie: Musical = hot! Dat besefte ook de Amerikaanse rapper Jay-Z, de man van Beyoncé. In 1998 brak hij door in Europa met de hit ‘Hard Knock Life’. Dat liedje bevat een sample van ‘It’s the Hard Knock Life’ uit de musical Annie (1977).
* The Sleeping Beauty: Ballet = hot! De bekende wals van Tchaikovsky (1890) werd een eerste keer gebruikt in de Walt Disneyfilm ‘Doornroosje’ uit 1959. Het liedje, ‘Once upon a dream’, diende later ook als soundtrack voor de film Maleficent (2014), een remake van de tekenfilm. Het lied werd ingezongen door Lana Del Rey.
* De barbier van Sevilla: Opera = hot! In één van de korte filmpjes van ‘Tom and Jerry’ (1964) verschijnt Tom als operazanger. Hij loopt het podium op en zingt de aria ‘Largo al factotum’ uit ‘De barbier van Sevilla’. Jerry, die onder het podium ligt te slapen, wordt gewekt door Toms operaklanken. De muis is boos en probeert Tom het zwijgen op te leggen. Wat volgt is een typisch kat-en-muisspel tussen de twee bekende tekenfilmfiguren.
* Alegría: Circustheater = hot! Het wereldberoemde Cirque du Soleil brengt in 2019 een show over het leven van Lionel Messi:‘Messi10’. De voetballer treedt hiermee in de voetsporen van The Beatles en Michael Jackson. “Ik kan niet geloven dat ze een hele show maken over mijn leven, dat is super”, zegt Messi in een promofilmpje. “Het zal iedereen verrassen. Ik heb de shows gezien van Cirque du Soleil en ze zijn fantastisch. Ik ben dus heel blij”.
magazine p. 5
Audiovisueel materiaal
• video
- Jay-Z - Hard Knock Life (4’18’’): HUB_Plankenkoorts_video01
- Lana Del Rey - Once Upon a Dream (Maleficent “Dream” Trailer) (1’31’’): HUB_Plankenkoorts_video02
- Tom and Jerry cartoon episode 129 - The Cat Above and the Mouse Below 1964 (2’59’’): HUB_Plankenkoorts_video03
- Messi10 by Cirque du Soleil | Cirque du Soleil (0’31’’) : HUB_Plankenkoorts_video04
- It’s the Hard Knock Life – Annie (3’09’’): HUB_Plankenkoorts_video05
- Il Barbiere di Siviglia Largo al factotum Peter Mattei (4’24’’): HUB_Plankenkoorts_video06
- Return of an ICON | Alegría Comes Back to the Big Top! | 25th Anniversary | Cirque du Soleil (2’34’’): HUB_Plankenkoorts_video07
- EXTRACT | SLEEPING BEAUTY ‘Waltz’ Tchaikovsky - Finnish National Opera and Ballet (3’24’’): HUB_Plankenkoorts_video08
Starter
- Eventuele richtvragen voor de nabespreking:
* Annie:
De miljardair Warbucks nodigt Annie uit om bij hem Kerstmis te vieren. Waarom ziet hij dit aanvankelijk als een ‘persoonlijke reclamestunt’? (Hij wil een goede indruk maken door een weesmeisje uit te nodigen voor Kerst. Hij hoopt hiermee sympathiek bevonden te worden.)
* Sleeping Beauty:
° Onder welke (andere) titel kennen wij dit sprookje? (De Schone Slaapster of Doornroosje)
° Hoe eindigt het verhaal? (happy end)
* De Barbier van Sevilla:
° Wat is een barbier? (Een barbier houdt zich bezig met het scheren, knippen en verzorgen van baarden en snorren. Tevens is hij vaak herenkapper.)
° In welk land ligt Sevilla? (Spanje)
* Alegría:
° Alegría is een Spaans woord, wat betekent het? (vreugde, plezier)
° Wat zijn slangenmensen? (Iemand die heel lenig is, een lenige acrobaat).
Merk op: als variant van deze Starter kan je een aantal improvisatieoefeningen doen met je leerlingen.
- Oefening 1: Impulsjes
Vraag aan de leerlingen om in het lokaal kriskras door elkaar te wandelen. De leerkracht roept een woord en de leerlingen beelden onmiddellijk - zonder te kijken naar de anderen - uit wat ze horen. Ze mogen niet praten en geen geluiden maken.
Mogelijke triggerwoorden: aap, topmodel, pinguïn, goudvis, boef, Italiaan, leerkracht, mama, papa, zatlap, bange kat, lief omaatje, Netflex-avondje, kermisattractie, huilende baby, kip ...
- Oefening 2: Zon & maan
De leerlingen gaan per twee voor elkaar staan. De duo’s beginnen op hetzelfde moment met uitbeelden en raden van dingen die uit twee delen bestaan (bv. zon en maan). Er mag niets gezegd worden tijdens deze oefening.
Mogelijke paren: water en wind, vork en lepel, dood en levend, goed en slecht, warm en koud, zoet en zuur, kat en hond, noord en zuid, zomer en winter, dag en nacht, mooi en lelijk, licht en donker, oud en nieuw, donder en bliksem, zwart en wit, broer en zus ...
- Oefening 3: Associëren maar
De leerlingen en de leerkracht gaan in een kring staan. De leerkracht zegt een eenvoudig woord (bv. gras) en de leerling naast hem / haar moet onmiddellijk reageren, zonder te veel na te denken, door een woord te noemen dat hij / zij associeert met gras (bv. groen).
Dan zegt de volgende leerling een woord, enzovoort (bv. maaien).
Starter
Fact check
WEEK 1
Voor deze rubriek rekenen we 15 minuten
In deze Fact check kan je de leerlingen vooral laten argumenteren, brainstormen, discussiëren, debatteren ... Het ‘correcte’ antwoord komt pas op bladzijde 67, bij de Fact check revisited. Het is als leerkracht echter interessant om in deze eerste fase al te weten dat identiteit dynamisch is, dat het geen ‘afgewerkt geheel’ is. Je identiteit is continu in beweging door wat je meemaakt, je relaties met anderen, je beleving van tijd en ruimte ... Wees wel waakzaam dat je de klasdiscussie niet te veel stuurt.
Merk op: leerlingen kunnen hier ook een genuanceerde mening over hebben en dus zowel een argument pro als contra hebben.
magazine p. 6
I (niet) live op de planken
WEEK 1
Voor deze rubriek rekenen we 30 minuten
1 Echt gebeurd of volledig verzonnen?
Een verhaal kan verzonnen (fictie) of niet-verzonnen (non-fictie) zijn.
Suggestie:
Bij opdracht 2 kan je uitleggen dat logischerwijze het gewone paardje staat voor nietverzonnen, non-fictie en de unicorn voor verzonnen, fictie.
magazine p. 7-10
I (niet) live op de planken
WEEK 1
Voor deze rubriek rekenen we 20 minuten
2 Het is een feit dat iedereen een mening heeft.
2.1
Feit vs. mening
We maken een onderscheid tussen feiten (eerste kolom van de zinnenparen op bladzijde 11) en meningen (tweede kolom van de zinnenparen op bladzijde 11). Over feiten valt er niet te discussiëren, bij meningen kan iemand anders er volledig anders over denken.
2.2
Objectief vs. subjectief
Een verhaal kan objectief of subjectief zijn.
Suggestie:
Modelantwoorden krantenkoppen:
- Krantenkop 1 is subjectief, het betreft de mening van een recensieschrijver.
- Krantenkop 2 is subjectief, want er staat dat hij ‘flink’ vooruit gaat en dat Lionel Messi een ‘grootverdiener’ is, maar dat zijn zaken waar niet iedereen eenzelfde beeld over heeft.
- Krantenkop 3 en 4 zijn objectief, want die geven puur de feiten weer.
magazine p. 11-14
Evaluatiemateriaal
• toets
- HUB_Plankenkoorts_(niet) live op de planken_toets
- HUB_Plankenkoorts_(niet) live op de planken_toets_correctiesleutel
II Wie staat op de planken?
WEEK 2
Voor deze rubriek rekenen we 40 minuten
1 Annie, Lara en ik ... samen in de spotlights! De leerlingen leren over identiteitscirkels. Google gerust eens een aantal voorbeelden.
Suggesties:
- Om het verhaal van Annie aan de hand van de identiteitscirkel te laten reconstrueren door de leerlingen, kunnen link01 tot en met link04 helpen. Modelantwoord: Annie is een roodharig meisje dat leeft in het weeshuis van Miss Hannigan. Daar moet ze heel veel schoonmaken. Ze vindt het daar niet leuk en hoopt dat haar ouders haar ooit komen halen en haar een beter leven geven. Haar beste vriendin heet Molly en stiekem heeft ze ook een hondje, Sandy. Op een dag wordt Annie gevraagd om Kerstmis te vieren bij de miljardair Oliver ‘Daddy’ Warbucks en zijn assistente Grace Farrell. Vanaf dan verandert haar leven drastisch ...
- Modelantwoorden op de vragen:
1. De taartpunten ‘HOOP’, ‘Daddy Warbucks & Grace’, ‘Molly’ en ‘Sandy’ zijn het grootst, omdat dit de zaken / personen zijn die Annie het belangrijkste vindt in haar leven, waar ze bijvoorbeeld het meeste steun aan heeft.
2. De taartpunten ‘schoonmaken’, ‘Miss Hannigans weeshuis’ en ‘uiterlijk’ zijn het kleinst, omdat deze zaken / personen wel deel uitmaken van Annies leven, maar niet zo sterk bepalen wie ze is.
3. Hoe groter de taartpunt, hoe belangrijker in het leven van die persoon.
- Opdracht 6: mogelijke taartpunten voor Lara (Girl): ballet, jongenslichaam, voelt zich meisje, ambitie, 15 jaar, vader, doorzetting, hormoonbehandeling ...
- Opdracht 7: houd een nabespreking na het maken van de identiteitscirkel.
* Laat elke leerling de drie belangrijkste stukjes van zichzelf op een post-it schrijven en in een cirkel op het bord hangen.
* Mogelijke richtvragen:
° Waarom heb je deze keuze gemaakt?
° Was het moeilijk om te kiezen?
° Denk je dat de anderen een andere volgorde zouden maken voor je?
° Wat valt op als je de antwoorden van je klasgenoten hoort?
° Welke stukjes worden naar voor geschoven? Zijn dat vooral uiterlijkheden, talenten, hobby’s, belangrijke personen ...?
° Wat wist je al (of nog niet) over je klasgenoten?
magazine p. 15-16 + de identiteitscirkel met ‘handleiding’ van het middenkatern Audiovisueel materiaal
• links
- De musical Annie: HUB_Plankenkoorts_link01
- Annie (musical) (Wikipedia): HUB_Plankenkoorts_link02
- Annie (1982) (Wikipedia): HUB_Plankenkoorts_link03
- Amber (8) is de jongste actrice in ‘Annie’: ‘Spannend, mijn eerste musical’: HUB_Plankenkoorts_link04
• video
- GIRL by Lukas Dhont (Official International Trailer) (1’49’’): HUB_Plankenkoorts_video09
II Wie staat op de planken?
WEEK 2
Voor deze rubriek rekenen we 40 minuten
2 Mijn identiteit is ‘under construction’
2.1 Mijn identiteit is gelaagd
Suggesties:
- In het inleidend tekstje op bladzijde 17 staan er heel wat moeilijke begrippen, waarvan er hoogstwaarschijnlijk een aantal zullen moeten worden toegelicht.
* gender: dit gaat om expressie (Hoe gedraag je je als jongen of meisje?), maar ook om verwachtingen (Hoe word je verwacht je te gedragen als jongen of als meisje?). Deze rollen, verwachtingen en hoe we ons ernaar gaan gedragen, dat is gender.
* etnische groep / achtergrond: een bevolkingsgroep, met een eigen taal en eigen gewoontes en opvattingen, een eigen geschiedenis en tradities en vaak ook met verschillen in uiterlijk.
* levensbeschouwing: de manier waarop iemand naar het leven kijkt en wat zijn / haar visie hierop is. Je kunt een godsdienst hebben, maar er zijn ook levensbeschouwingen zonder een geloof in God of in goden.
- In de correctiesleutel worden de meest duidelijke aspecten aangevinkt die passen bij de films, maar vaak is er een duidelijke wisselwerking tussen de verschillende aspecten van identiteit. Dit dien je ook te bespreken. Modelantwoorden:
* ‘What will people say’: cultureel (Nisha wordt volgens Pakistaanse tradities opgevoed en dat beïnvloedt voor een groot stuk haar identiteit), maar ook sociaal (Nisha moet alles stiekem doen, bijvoorbeeld feestjes, haar liefje ... en wordt alsmaar verder weggezogen van haar ‘normale’ leven) en mentaal (Nisha schaamt zich, maar heeft tegelijkertijd ook veel woede in zich. Het feit dat ze voor haar familie een lopend schandaal is, weegt zwaar op Nisha).
* Skinny: lichamelijk (het begint allemaal met de verschillen in uiterlijk tussen Stella (klunzig en mollig) en Katja (knap, sportief en elegant)), maar ook mentaal (Stella lijdt onder de verantwoordelijkheid die ze draagt om Katja haar geheim te bewaren en Katja voelt zich lusteloos en slecht gehumeurd).
* La tête haute: sociaal (Malony heeft geen moeder om goed voor hem te zorgen, maar ontmoet wel Tess die hem motiveert om niet op te geven en te blijven hopen), maar ook economisch (onder andere de reden waarom zijn moeder niet goed voor hem kan zorgen).
* Milo: lichamelijk (Milo heeft een huidprobleem), maar ook sociaal (door zijn huidprobleem wordt Milo vaak weggehouden van leuke (school)activiteiten).
* Florida: economisch (Halley, de moeder van Monee, kent financiële moeilijkheden), maar ook sociaal (Moonee heeft veel vrienden en Halley krijgt steun van de conciërge).
magazine p. 17-18
II Wie staat op de planken?
2.2 Mijn identiteit is dynamisch
Suggesties:
- Bladzijde 19: Het is belangrijk dat de leerlingen concluderen dat een ervaring die op het eerste gezicht niet zo positief lijkt, er toch voor kan zorgen dat jouw ‘identiteit’ een boost krijgt, een (positieve) evolutie doormaakt.
* Voorbeeld 1: een B- of C-attest kan ervoor zorgen dat je in gang schiet, dat je de koe bij de horens pakt, dat je niet bij de pakken blijft zitten ... of dat je een nieuwe studierichting kiest waar je wel in uitblinkt en/of die je wel graag doet.
* Voorbeeld 2: pesterijen kunnen ervoor zorgen dat je er sterker uitkomt, meer hierover bij opdracht 8.
- Bladzijde 22: Merk op dat de afbeeldingen op deze bladzijde allemaal de volgende boodschap uitdragen: ‘Het is ok om anders te zijn dan de anderen, wees vooral jezelf. Zie jouw ‘anders-zijn’ als jouw kracht, niet als iets dat je hindert of tegenwerkt.’ - cf. William Boeva
- Opdracht 10: Modelantwoorden bij de mondelinge vragen:
* De geel gemarkeerde uitspraken zijn meningen.
* Het zijn namelijk persoonlijke uitspraken van bepaalde mensen. Iemand anders kan hier heel anders over denken.
* Daarom zijn dit uitspraken die niet bewezen of gecontroleerd kunnen worden, die niet als de waarheid naar voren mogen geschoven worden.
TIP: op de website van OP HET BOT vind je heel wat activiteiten die passen binnen dit magazine. Het doel is dan ook adolescenten activeren rond zelfbeeld, groeipijnen en mediaweerbaarheid. Een voorbeeldje is ‘Ik lijk op...’ (zie link05). Deze oefening kan zowel individueel als in groep gedaan worden en dient om de leerlingen aan te zetten zichzelf te waarderen om wie ze zijn.
magazine p. 19-23
Audiovisueel materiaal
• links
- Activiteit ‘ik lijk op…’ van OP HET BOT: HUB_Plankenkoorts_link05
II Wie staat op de planken?
WEEK 2-3
Voor deze rubriek rekenen we 50 minuten
3 Het gaat om meer dan je selfie!
3.1 Persoonlijke en sociale identiteit
Suggesties:
- Bladzijde 24:
* Mogelijkheden van groepen: gezin, vrienden, jeugdbeweging, sportclub, Whatsapp-groep, klasgroep, online gaming community ...
* Mogelijke vragen om de oefening te bespreken:
- Staat de groep open voor nieuwkomers of niet? Hoe merk je dat?
- Kan je zomaar, op gelijk welk moment, uit de groep stappen?
- Luistert de ‘leider’ van de groep ook naar de mening van de ‘deelnemers’?
- Is de groepsdruk vooral positief of negatief?
- Moet je zijn zoals de andere groepsleden of kan je jezelf zijn binnen de groep?
- Heb je soms het gevoel dat je ‘opgeslokt’ wordt door de groep? Hoe uit zich dat?
- Worden de mensen die buiten de groep staan soms scheef bekeken?
3.2 Stereotypen
Suggesties:
- Bladzijde 26:
* De juiste oplossing van de labels is tajine, Latijn-Wiskunde, games, enig kind en musicalfan.
* Sta stil bij vraag 3. De leerlingen hebben wellicht hun keuzes gemaakt op basis van veralgemeningen (bijvoorbeeld alle Marokkanen spelen straatvoetbal), vooroordelen, clichés, stereotypes ... en net dat is hetgeen waarover we zullen leren in dit rubriekje.
TIP: De volledige aflevering staat op het Archief voor Onderwijs (video10). Het kan interessant zijn om de leerlingen na deze oefening het fragmentje te laten zien waarin de leerlingen van Adil dezelfde oefening maakten (vanaf 12:16 tot 16:20).
- Bladzijde 27:
* De juiste omschrijving van het begrip ‘stereotype’ vinden de leerlingen in het theoriekader op de volgende bladzijde.
* Voorstel tekening:
° overal jongen vervangen door meisje, jongens door meisjes
° bij het meisje apart: ‘Ik ben lief’, ‘Ik hou van paardrijden’, ‘Ik ben goed in talen’ ...
° bij de groep: ‘paardrijden’, ‘lief’, ‘talen’ ... en ‘He, zeg, hallo! Ik ben ook een meisje, maar ik voetbal graag en ben goed in wetenschap ...’.
magazine p. 24-29
Audiovisueel materiaal
• video
- De klas: Adil El Arbi geeft les over vooroordelen en discriminatie: HUB_Plankenkoorts_video10
Evaluatiemateriaal
• toets
- HUB_Plankenkoorts_Wie staat op de planken?_toets
- HUB_Plankenkoorts_Wie staat op de planken?_toets_correctiesleutel
III Wie zit in de zaal?
WEEK 3
Voor deze rubriek rekenen we 40 minuten
1 Ik zie, ik zie wat jij niet ziet.
Suggesties:
- Bladzijde 30: Deze oefening zal wellicht onmiddellijk aantonen dat de leerlingen ook afgaan op vooroordelen bij het beoordelen van leerkrachten.
Bijvoorbeeld: het typische beeld van een wiskundeleerkracht is een ouderwetse, saaie, serieuze, strenge ... persoon.
- Bladzijde 31:
* De quote ‘I wish every day ...’ komt uit de film Wonder, dat nog eens zal terugkomen in opdracht 17. De film gaat over een jongen die geboren is met een vervormd gezicht en op zijn tiende eindelijk naar een gewone school gaat. Velen hebben het moeilijk om hem te aanvaarden, maar niet iederen laat zich afschrikken en al snel ontdekken ze hoe bijzonder Auggie is. Toon eventueel de trailer in de klas (video10).
* Modelantwoorden op de mondelinge vragen over het stripverhaaltje:
° Milan wil de nieuwe film van Adil en Bilal niet zien, omdat hij ooit eens een film heeft gezien met Will Smith en die viel tegen.
° Milan baseert zich op een mening.
- Bladzijde 32: Modelantwoorden op negatieve vooroordelen over de jeugd bij de krantenkoppen:
* Jongeren zijn met niets in orde (bijvoorbeeld met hun fiets).
* Jongeren kennen gedragsproblemen.
* Jongeren drinken te veel alcohol.
* Jongeren zijn lui.
- Bladzijde 33: Modelantwoorden op positieve vooroordelen over de jeugd bij de krantenkoppen:
* Jongeren zijn begaan met het klimaat.
* Jongeren gedragen zich niet (meer) crimineel.
* Jongeren drinken steeds minder alcohol.
* Jongeren zijn geëngageerd en geloven in het belang van onderwijs.
* Jongeren hebben respect voor ouderen.
- Opdracht 13: Gebruik hiervoor video10.
* Fragment 1 loopt van 32:29 tot en met 34:25.
* Fragment 2 loopt van 38:18 tot en met 40:49.
magazine p. 30-34
Audiovisueel materiaal
• video
- WONDER Trailer (2017) (2’17’’): HUB_Plankenkoorts_video11
- De klas: Adil El Arbi geeft les over vooroordelen en discriminatie: HUB_Plankenkoorts_video10
III Wie zit in de zaal?
WEEK 3-4
Voor deze rubriek rekenen we 80 minuten
2 Oud, maar niet out!
Suggesties:
- Bladzijde 35:
* Modelantwoorden bij de vragen over de postercampagne van Unia:
1. Poster 1: mannetje, armen gekruist, hand aan kin, kijkt naar een tablet / Poster 2: blij mannetje, handen in zakken, tekstballon met daarin eurotekens, auto, gsm en bestek.
2. Poster 1: ‘Voor 50-plussers is een tablet medicatie’ - Een job geweigerd door vooroordelen? Contacteer Unia. / Poster 2: ‘Jong en dynamisch? Zeg maar lui en arrogant!’Een job geweigerd door vooroordelen? Contacteer Unia.
3. Tablet is ook een term voor een toedoeningsvorm voor geneesmiddelen. Ze veronderstellen met deze uitspraak dat 50-plussers de tabletcomputer niet kennen en daarom het woord tablet enkel associëren met medicatie en niet met computers.
4 Men veronderstelt dat oudere werknemers niet over de nodige ICT-vaardigheden beschikken.
5 Aan loon (eurotekens), bedrijfswagen, smartphone en maaltijdcheques (bestek).
6 Men veronderstelt dat jongere werknemers niet over de juiste ambities beschikken, maar lui en arrogant zijn én vooral geïnteresseerd zijn in loon en extralegale voordelen.
* Modelantwoorden bij het fragment uit het VTM-Nieuws:
1. Ze is te oud voor de job.
2. Een oudere werknemer is niet meer mee door die leeftijd.
3. persoonlijk antwoord
4. Onze hersenen gebruiken die om informatie te verwerken. Ze zorgen er bijvoorbeeld voor dat we basisvormen kunnen herkennen. Op dezelfde manier krijgen we ook een beeld van een bepaalde groep mensen. Bv. Belgen eten graag frietjes.
5. persoonlijk antwoord
- Bladzijde 36: Houd een bespreking na het aanleren van het begrip discriminatie.
* Ben je zelf al getuige geweest van discriminatie? Of ben je zelf al slachtoffer geworden van discriminatie?
* Waar werd er gediscrimineerd?
* Wat gebeurde er?
* Wie was er betrokken bij dit verhaal?
* Hoe is het afgelopen?
* Hoe voelde jij je?
- Opdracht 15: Bij deze oefening komen de moeilijke begrippen uitsluiting, inclusie, segregatie en integratie aan bod. Door de tekeningen worden ze echter onmiddellijk duidelijk. Laat de leerlingen ermee kennismaken, ze hoeven dit zeker niet te blokken.
magazine p. 35-45
Audiovisueel materiaal
• links
- Website Unia: HUB_Plankenkoorts_link06
- Lesbisch koppel in elkaar geslagen in Londen, nadat het had geweigerd om te kussen: HUB_Plankenkoorts_link07
- #Allemaalvanbelang gaat viraal: mensen delen verhalen over racisme en discriminatie: HUB_Plankenkoorts_link08
- Nee leren zeggen – Inspiratie: HUB_Plankenkoorts_link09
• video
- Hoe werkt discriminatie? (1’30”): HUB_Plankenkoorts_video12
- Trans-watte? (2’58’’): HUB_Plankenkoorts_video13
- Friends: Barbie & G.I. Joe & “Bea” (4’19’’): HUB_Plankenkoorts_video14
- Logic - 1-800-273-8255 ft. Alessia Cara, Khalid (6’59’’): HUB_Plankenkoorts_video15
- SLM, Ewa ja (3’48’’): HUB_Plankenkoorts_video16
- Angèle, Balance ton quoi (4’25’’): HUB_Plankenkoorts_video17
- K3 lyrics: Prinsesje en Superman (3’17’’): HUB_Plankenkoorts_video18
Evaluatiemateriaal
• toets
- HUB_Plankenkoorts_Wie zit in de zaal?_toets
- HUB_Plankenkoorts_Wie zit in de zaal?_toets_correctiesleutel
III Wie zit in de zaal?
- Opdracht 16: Een tweede filmpje die bij deze opdracht past is een hilarisch fragment uit Friends over ‘gender-normen’: jongens moeten met dino’s en soldaatjes spelen, niet met Barbies ... zie video13.
- Opdracht 17: Het kan interessant zijn om ook de korte inhouden van de films te bespreken, zodat de leerlingen iets meer achtergrond hebben bij de filmquotes.
* Greenbook (2018): ‘Green Book’ volgt een Italiaans-Amerikaanse uitsmijter, Tony Lip genaamd, die zijn baan verliest wanneer zijn nachtclub moet sluiten. Vervolgens besluit hij als chauffeur rond te rijden voor een uiterst getalenteerde pianist. De twee kunnen elkaar niet luchten of zien, maar vormen geleidelijk aan een band met elkaar.
* Billy Elliot (2000): Billy Elliot is een ontroerende ‘coming of age’-film over een NoordEngelse jongen die – tegen de achtergrond van de mijnwerkersstakingen in de jaren tachtig – het balletdansen boven de lokale volkssport prefereert.
* Hidden Figures (2016): Het verhaal van Katherine Johnson, Dorothy Vaughn en Mary Jackson. Drie briljante Afro-Amerikaanse vrouwen die werken bij NASA. Ze weten belangrijke wiskundige data te leveren om de eerste succesvolle ruimtemissie te realiseren. Deze prestatie zou het vertrouwen van de natie herstellen en zou mensen, ongeacht ras of geslacht, inspireren om groots te dromen. Gebaseerd op een waargebeurd verhaal.
* Mario (2018): Mario is een jonge succesvolle voetbalspeler en sinds kort is hij gek op Leon, een nieuwe speler in zijn team. Ze delen een appartement en daar is de liefde overgeslagen. Maar twee voetballers die op elkaar vallen is niet eerder vertoond. Vooral niet als de selectie voor het eerste elftal in Hamburg op handen is. Voorlopig denken ze alleen aan elkaar maar de eerste geruchten in de club doen al snel de ronde. Mario ziet zijn kansen als profvoetballer in gevaren komen, maar hij wil Leon ook niet verliezen...
* Wonder (2017): (Deze korte inhoud heb je mogelijks al besproken op bladzijde 31, want toen kwam er daar een quote van in voor. Herhaal eventueel.) August Pullman is geboren met een vervormd gezicht. Op zijn tiende kan hij eindelijk naar een gewone school. Dit is de start van een buitengewoon avontuur. Velen hebben het moeilijk om hem te aanvaarden. Maar niet iedereen laat zich afschrikken en al snel ontdekken ze hoe bijzonder Auggie is. Met zijn humor, doorzettingsvermogen en de steun van zijn familie slaagt hij erin om de mensen rond zich te verenigen. Het is moeilijk om je te verbergen wanneer je geboren bent om eruit te springen!
III Wie zit in de zaal?
- Opdracht 18: Hieronder vind je de modelantwoorden per keuze.
* Logic, 1-800
° discriminatie op basis van seksuele geaardheid (holebifobie)
° ... worstelt met zijn seksuele geaardheid, met zijn gevoelens voor een andere jongen.
... accepteren het niet. Zijn klasgenoten treiteren hem ook.
... een einde aan zijn leven wil maken.
° Hij belt iemand op (later blijkt dat de zelfmoordlijn te zijn).
° Suicide Prevention Hotline. In België is dat 1813.
° Extra: link07 en het feit dat er verschillende belangrijke politici op reageerden, zoals Brits premier Theresa May en de burgemeester van Londen, met #LGBT (lesbian, gay, bisexual en transgender).
* SLM, Ewa ja
° discriminatie op basis van afkomst (racisme)
° ... niet voor iedereen.
° Ook al is de situatie rottig, maak er toch maar het beste van!
° Verschillende voorbeelden mogelijk:
1 Als ze gewoon aan het chillen, aan het praten zijn, krijgen ze politiecontrole.
2 Hij wordt afgekeurd voor een job op basis van zijn naam.
3 Hij wordt genegeerd in de klas door de leerkracht.
4 Als er iets gebeurt op school, wordt hij sowieso verdacht.
° Extra: link08 met #Allemaalvanbelang
* Angèle, Balance ton quoi
° discriminatie op basis van geslacht (seksisme), want
1 Vrouwen worden betast (filmpje in het rechtbank).
2 Vrouwen moeten hun okselhaar verwijderen.
3 Een rok of jurkje mag niet te kort zijn.
4 ‘A hundred poems to learn respect’ (boek van Angèle in rechtbank).
5 ‘Seksism’ komt duidelijk in beeld.
6 De man wordt afgebeeld met een grote zak geld, de blanke vrouw met een iets kleinere zak, de donkere vrouw met een nog kleinere zak geld.
° Dat een ‘neen’ bij een vrouw ook daadwerkelijk een ‘neen’ betekent, ook als ze slaapt. Ze leren ook wat ‘empathie’ en ‘communicatie’ betekent.
* Extra: het liedje ‘Prinsesje en superman’ van K3 gaat over genderisme, holebifobie en transfobie. Laat de leerlingen de discriminatievormen zelf ontdekken en laat hen zinnen zoeken in het liedje die dat staven.
- Opdracht 19: Extra cases vind je via link09.
Het doek valt (nog niet)
WEEK 4
Voor deze rubriek rekenen we 50 minuten
1 Alle kleuren van de regenboog
Suggesties:
- Bespreking van de infographic op bladzijde 46:
* Welke verschillen (of welke info) kan je aflezen? (Continent (afkomst en huidskleur), religie (godsdienst), leeftijd, geslacht, (moeder)taal, armoede (financiële middelen), opleiding (scholingsgraad), (toegang tot het) internet ...)
* Zijn er woorden die je niet begrijpt? Kan je de betekenis afleiden uit de context?
* Van welke cijfers sta je echt versteld?
* Welke cijfers had je wel een beetje verwacht? Waarom?
- Bespreking van de tekening op bladzijde 47:
* Uit de tekening: zie modelantwoorden correctiesleutel
* Verder: seksuele oriëntatie (geaardheid), genderidentiteit (is niet hetzelfde als geslacht), muziekstijl, kledingstijl, lichaamsbouw, politieke voorkeur, IQ, kleur ogen, bloedgroep, beperkingen en ziektes ... Merk op: Lichaamsbouw, beperkingen en ziektes ... zijn zaken die moeilijk zijn om eenduidig als aangeboren of verworven te classeren. Het is namelijk afhankelijk van de situatie.
° Voorbeeld 1: een zwaarlijvig iemand die nochthans heel gezond eet, maar zijn lichaamsbouw te danken heeft aan zijn familie, kent een aangeboren kenmerk. Iemand die zwaarlijvig is, omdat hij constant vettig en ongezond eet, kent een verworven kenmerk.
° Voorbeeld 2: iemand kan geboren worden met een beperking of ziekte, waardoor dit een aangeboren kenmerk is. Iemand kan echter ook een zwaar auto-ongeluk hebben en zo verlamd geraken, waardoor dit een verworven kenmerk wordt. We lezen in het theoriekader dat je bij een verworven kenmerk soms invloed hebt op de situatie. Bij dit ongeluk kan dit bijvoorbeeld zijn omdat de persoon in kwestie zijn autogordel niet droeg, gedronken had, drugs genomen had, zich niet aan de snelheidslimiet hield, niet voldoende uitgerust was, sms’te of app’te aan het stuur ...
* Richtvragen voor een klasgesprek:
° Met welke verschillen ben je vertrouwd?
° Met welke verschillen heb je het moeilijk(er)? Waarom?
° Ben je al geconfronteerd geweest met dit verschil?
° Hoe reageer jij op die verschillen?
magazine p. 46-51
IV
Het doek valt (nog niet)
- Opdracht 20: Modelantwoorden per keuze:
* Deze keer wel Oscars voor zwarte acteurs en regisseur
° Wie? Zwarte acteurs Davis en Ali
Wat? Deze keer wel Oscar voor zwarte acteurs en regisseur Waar? VS
Wanneer? 28/02/2017
Waarom? Het was al van 2014 geleden dat er nog een zwarte acteur / actrice genomineerd was voor een Oscar. Bovendien is slechts 5% van alle winnaars uit de geschiedenis van de Oscars zwart.
Hoe? -
° Er is weinig diversiteit binnen de Oscaruitreiking: weinig kleur, weinig verschil in afkomst of huidskleur.
° #oscarssowhite
* ‘De Tijdloze’ op Studio Brussel mist vrouwen
° de eindejaarslijst van Studio Brussel
° op de 100 liedjes die in de eindejaarslijst zijn opgenomen, zitten er maar drie door dames gezongen songs
° vrouwelijk hormoon
° 1 Het is een mooi gebaar, want het is vier maanden na het overlijden van de zangeres.
2 Het lied gaat over respect hebben.
3 Het lied wordt gezongen door een vrouw.
° Nooit meer een #Tietloze
IV
WEEK 5
Voor deze rubriek rekenen we 25 minuten
2 Geef haat geen podium!
Suggesties:
- Gedicht op bladzijde 52: Waarover gaat het gedicht?
* Iemand die de ander liefheeft, omdat die persoon mooi is op zijn / haar manier.
* Niemand is gelijk, maar iedereen is wel gelijkwaardig (‘niet meer of minder’).
* Hij / zij is anders, maar dat is ok, want ‘ik zou je nooit anders dan anders willen’.
- Na het overlopen van het theoriekader op bladzijde 53 kan je de LSD-techniek inoefenen met behulp van een opdracht uit link10, namelijk die op bladzijde 24.
- Stripverhaaltje op bladzijde 53: Extra vragen:
* Wat zou de reactie van de leerkracht kunnen zijn?
* Welk advies zou ze het meisje kunnen geven?
- Opdracht 22: Extra achtergrond bij de tips:
1 Misschien zit er achter de haat wel een reden (bijvoorbeeld frustraties, een vraag om hulp of om aandacht).
2 Het doet als slachtoffer deugd om te weten dat er mensen achter je staan.
3 Reageren is vaak nodig, maar soms mag je - uit zelfverdediging - ook boodschappen negeren.
4 Blijf kalm (roep of vloek niet) en denk na hoe je iets kan bijdragen.
- Extra: via link11 kan je een affiche printen en uithangen in de klas in verband met reageren op haatspraak.
WEEK 5
Voor deze rubriek rekenen we 25 minuten.
3 Say ... ‘stop’!
magazine p. 52-55
Audiovisueel materiaal
• links
- LSD-techniek inoefenen: HUB_Plankenkoorts_link10
- Hoe reageer je op haatspraak?: HUB_Plankenkoorts_link11
• video
- 5 tips tegen online haat: HUB_Plankenkoorts_video19
magazine p. 52-55
Audiovisueel materiaal
• video
- Zet het met een emoji: stop online haat! (5’19’’): HUB_Plankenkoorts_video20
Evaluatiemateriaal
• toets
- HUB_Plankenkoorts_Het doek valt (nog niet)_toets
- HUB_Plankenkoorts_Het doek valt (nog niet)_toets_correctiesleutel
IV Het doek valt (nog niet)
WEEK 5
Voor deze rubriek rekenen we 40 minuten
1 Elk kind heeft rechten.
Suggesties:
- Modelantwoorden bij bladzijde 58:
* De musical Annie
° Wie? Annie, een klein weesmeisje met rode krullen
° Wat? Annie wordt meegenomen door Daddy Warbucks en daar begint de zoektocht naar haar biologische ouders.
° Waar? Eerst in het Miss Hannigans weeshuis, daarna in Daddy Warbucks & Grace hun villa
° Wanneer? Tijdens de kerstperiode
° Waarom? Daddy wou sympathiek overkomen door een weesmeisje op te vangen.
° Hoe? Grace mocht een meisje kiezen uit het weeshuis en koos voor Annie.
* De musical Daens
° Priester Adolf Daens verzet zich tegen de ontslagen en tegen de wantoestanden in de textielfabrieken in Aalst. De arbeiders worden er misbruikt en uitgebuit door de rijke fabrieksdirecteuren.
° Nette wordt vertolkt door Free Souffriau. Ze is 17 jaar, steunt Daens en wordt verliefd op de socialist Jan De Meeter. Ze is kostwinner voor haar hele gezin.
° Zowel Nette en Annie moeten beiden hard werken en zijn minderjarig.
- Achtergrondinformatie voor bladzijde 59 kan link14 zijn, bladzijde 30 en 31.
magazine p. 58-62
Audiovisueel materiaal
• links
- Website Daens: HUB_Plankenkoorts_link12
- Website Awel: HUB_Plankenkoorts_link13
- Kinderrechten: HUB_Plankenkoorts_link14
- Uitleg over kinderarbeid: HUB_Plankenkoorts_link15
Ondersteunend materiaal
• hulpbladen
- HUB_Plankenkoorts_Staande ovatie_overzicht kinderrechten
V
Staande ovatie
Staande ovatie
WEEK 5-6
Voor deze rubriek rekenen we 30 minuten
2 Mijn rechten zijn geschonden!
Merk op: de Duurzame Ontwikkelingsdoelen en organisaties die je persoonlijke hulp kunnen bieden komen ook in de magazines Vita en Passage aan bod. Afhankelijk of dat je deze magazines al gezien hebt of niet, kan je hier dus vlugger of moet je hier dus trager over gaan.
Suggesties:
- Achtergrondinformatie bij bladzijde 63:
* Beëindig armoede: 1 op 5 kinderen in geïndustrialiseerde landen leeft in relatieve inkomensarmoede. Wel is er een grote variatie, van 1 op 10 kinderen in Denemarken, Ijsland en Noorwegen tot 1 op 3 kinderen in Israël en Roemenië.
* Beëindig honger: Gemiddeld 1 op 8 kinderen in rijke landen wordt geconfronteerd met voedselonzekerheid; met zelfs 1 op 5 kinderen in het Verenigd Koningkrijk en de Verenigde Staten en 1 op 3 kinderen in Mexico en Turkije.
* Gelijke toegang tot kwalitatief onderwijs: Zelfs in de best presterende landen, inclusief Japan en Finland, behaalt één vijfde van de 15-jarigen niet het basisniveau in rekenen, lezen en wetenschappen.
- Modelantwoorden op de vragen over Esra haar verhaal:
* Ze woont al drie jaar in een instelling. Hoewel het al beter gaat met haar, mag ze van haar consulent toch nog niet op weekend. Ze krijgt van niemand een duidelijke uitleg.
* Esra haar vriend zei dat de Klachtenlijn haar wel zou verder helpen.
* Dit heeft haar geholpen, omdat Inge van de Klachtenlijn geduldig heeft uitgelegd waarom de consulent zo voorzichtig is.
WEEK 6
Voor deze rubriek rekenen we 50 minuten.
3 Elke mens heeft rechten.
magazine p. 63-65
Audiovisueel materiaal
• links
- Het verhaal van Esra: HUB_Plankenkoorts_link16
• video
- Karrewiet: uitzending 23 mei 2019 (kinderrechtencommissaris) (10’25’’): HUB_Plankenkoorts_video21
magazine p. 66
Evaluatiemateriaal
• toets
- HUB_Plankenkoorts_Staande ovatie_toets
- HUB_Plankenkoorts_Staande ovatie_toets_correctiesleutel
- HUB_Plankenkoorts_Staande ovatie_overzicht Duurzame Ontwikkelingsdoelen
- HUB_Plankenkoorts_Staande ovatie_overzicht kinderrechten
V