Meeleven 4 - 2022: KIJK VERDER

Page 1

ONZICHTBARE DAKLOOSHEID “IK WOON OVERAL EEN BEETJE” VILLA BUITENLUST RUST IN DE STAD “KIJK, DAAR SLAAP IK” STOEL OP EEN STEIGER HARD NODIG: GOEIE, MOOIE ‘KLERE’ MEELEVEN IS EEN MAGAZINE VAN DE REGENBOOG GROEP EN VERSCHIJNT VIER KEER PER JAAR Nr. 4-2022
VERDER
KIJK

HOOFDREDACTIONEEL COMMENTAAR

Kijk verder

Wat vindt er plaats in de stad zonder dat je dat meteen ziet? Wie bewegen er zich onder de radar voort en wie vallen er buiten jouw blikveld? Zoveel onttrekt zich aan het blote oog van de passant.

De Regenboog Groep bevindt zich op de straten van Amsterdam, aan de zelfkant van de stad, als je dat zo wil noemen, maar ook in de huizen waar mensen met grote zorgen, spanningen en stress leven of een teruggetrokken en eenzaam bestaan leiden.

Veel mensen met problemen weten ons gelukkig te vinden. Hierdoor is er voor ons meer zichtbaar dan voor die passant. En zo zien wij allerlei mensen en verhalen die het verdienen in de kijker te worden gespeeld en ontwikkelingen waarvan wij vinden dat ze aan het licht moeten komen. Waarom? Dan kunnen we er samen wat méé en wat áán doen.

Deze Meeleven zoomen wij in op Amsterdam en zien wij onder meer de onzichtbare dakloze, de overprikkelde mens, de nieuwkomer, de buitenslaper en de berooide mens. Ook kijkt documentairemaker en zelfbenoemd amateurantropoloog Michael Schaap, aka De Hokjesman, even naar de stad voor ons.

Al denken we bij de Regenboog natuurlijk vooral buiten de geijkte hokjes. Ieder mens staat op zich

Colofon

Meeleven wordt vier keer per jaar uitgegeven door De Regenboog Groep ISBN 13840607

De Regenboog Groep Droogbak 1-d 1013 GE Amsterdam 020 531 76 00 www.deregenboog.org info@deregenboog.org

Contactpersoon donateurs Jola Gosen, 020 531 76 00

Coverfoto Ewa Wielgat

Fotografie / Beeld

Merlijn Michon, Ties Berghuis, Eva Donckers, Marlise Steeman, Nicolline van der Spek, Rick Web, Wike Zijlstra, Angela Baas, Joost Slis, Stefan Heijendaal

Redactie Nicolline van der Spek, Jola Gosen Hoofd- en eindredactie Jola Gosen

Beeldredactie en coördinatie Mila van Egmond

Design Studio Onward

en heeft een eigen verhaal. Maar wat, als we ál die verhalen, hoe divers ook, meer samenbrengen? Oftewel: we in deze stad verder naar elkaar toe komen? Zouden we dan ook verder kunnen kijken? Samen zie je immers meer dan alleen.

Toelichting bij de cover

Fotograaf Ewa Wielgat is tevens maatschap pelijk werker bij de Regenboog. Ewa: “Ik liep door de straten van Amsterdam en ging naar de plekken waar onze bezoekers slapen, zitten en ontmoeten. Wat zien zij? Ik wilde proberen de wereld te laten zien vanuit het perspectief van iemand die op straat leeft. Waarom lopen mensen vaak onverschillig voorbij en kijken ze niet verder?

Ik ging op een trap voor een huis liggen. Wat zag ik? Ik maakte een foto. Ben ik zichtbaar? Prompt klopte er iemand op het raam. De jonge vrouw zei dat ze ging eten en ik haar uitzicht verstoorde. ‘Dit is privébezit’, en ik zou daar niet kunnen liggen. Meteen wist ik: dit wordt de coverfoto bij ‘Kijk verder’.” www.ewawielgat.myportfolio.com

Druk Drukkerij Schuttersmagazijn

Disclaimer

De in dit magazine gepresenteerde informatie is in samenspraak met en met toestemming van de geraadpleegde bron tot stand gekomen. Samensteller De Regenboog Groep accepteert dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor onjuistheden anders dan spelof interpunctiefouten.

Nieuwsbrief ontvangen? Meld je aan via www. deregenboog.org/nieuwsbrief

Doneren? Scan de QR-code! NL79 TRIO 0379 3155 64

De Regenboog Groep Amsterdam regenboog020

De Regenboog Groep

Meeleven niet meer ontvangen? Of liever digitaal? Stuur een mail naar info@deregenboog.org of bel 020 531 76 00

2
WIJ ZOOMEN IN OP AMSTERDAM EN ZIEN ...

MARIJE

Marije Maliepaard is een van de drijvende krachten achter het Connectcafé dat maandelijks plaatsvindt om mensen bij elkaar te brengen. Hans Wijnands is directeur van De Regenboog Groep.

H: Voor wie is het Connectcafé bedoeld?

M: Voor alle Regenboog-deelnemers1 op zoek naar sociaal contact. Zij zijn welkom mét hun maatje2.

H: Mogen deelnemers ook zonder hun maatje komen?

M: Zeker. En ook mensen die op de wachtlijst staan voor een maatje worden actief uitgenodigd. Die zijn hier superwelkom.

H: Waar en wanneer vindt het plaats?

M: Maandelijks in Huis van de Wijk van de Regenboog: het Claverhuis. Maar we zoeken nog een leuke bruine kroeg voor het echte cafégevoel.

H: Welk doel dient het Connectcafé?

M: Iets doen tegen eenzaamheid.

H: Zo zijn ook onze Buurtrestaurants begonnen. Wat is de meerwaarde van het Connectcafé?

M: Het is laagdrempeliger en minder spannend, omdat je met je maatje kunt komen. Veel mensen vinden het eng om ergens alleen naar binnen te gaan en op een onbekende af te stappen. In een Buurtrestaurant moet je toch uit jezelf contact maken. In het Connectcafé draait het om connecten en helpen we daarbij. Dat begint al met het

verwelkomen bij de deur en tijdens de avond doen we allerlei activiteiten om het ijs te breken.

H: Zoals?

M: Een theeproeverij bijvoorbeeld. Ook spelen we Laat je in de kaart kijken ! Dat is met vraagkaarten. Niet iedereen vindt het makkelijk om uit zichzelf vragen te stellen namelijk. Ze weten niet wat of zijn bang het verkeerde te vragen. De kaarten faciliteren het gesprek.

H: Oké, laat ik er ook een pakken: wat is je favoriete film?

M: Dat weet ik niet een-twee-drie. Ik kijk niet zoveel films.

H: Andere kaart. Als je vandaag één ding zou kunnen veranderen, wat zou dat zijn?

M: Dat meer mensen afweten van het Connectcafé. H: Zie je mensen die hier geregeld komen ook vooruitgaan?

M: Zeker, een mooi voorbeeld is een vrouw die al vier jaar niet meer buitenkwam, alleen om boodschappen te doen. Ze had zich mooi aangekleed en opgemaakt voor het Connectcafé. Het was echt een uitje voor haar. Die avond hoorde ze over onze Buurtrestaurants, waar ze nu wekelijks heengaat. Daar doen we het voor.

Meer weten of aanmelden?

Mail Marije - mmaliepaard@deregenboog.org

1 Mensen met een hulpvraag

2 Vrijwilliger

Tekst: Nicolline van der Spek I Fotografie: Merlijn Michon

HANS IN GESPREK MET …
3
DE EENZAME MENS

IK WOON OVERAL EEN BEETJE

‘Waar slaap ik vanavond?’ Die vraag houdt Milton Fraenk (42) al drie jaar bezig. “Ik zie mezelf niet als dakloos, maar ik ben het wel.”

Milton heeft eenentwintig jaar een eigen huis gehad. Hij is ondernemer in de installatietechniek en vader van vier dochters die zielsveel van hem houden. “Ze willen het liefst dat ik terugkom, maar dat gaat niet. Gelukkig hebben mijn ex en ik wel een goede band. Mijn kinderen bellen me elke dag.” Waar papa zich op dat moment bevindt, hangt af van de plek waar hij welkom is. “Ik woon overal een beetje”, zegt Milton. “Ik heb zelfs een keer in mijn auto geslapen. Dan word je wakker en ziet iedereen je liggen, dat is geen fijn gevoel.”

Tot last

Vanavond slaapt hij bij een neef. “Dat is al geregeld. Zo gaat het elke dag. Maar ik wil het niet te bont maken. Je zit mensen toch op de nek. Dat zeggen ze niet, maar dat voel ik wel zo. Waar ik ook bang voor ben, is dat ik straks moet bijdragen aan de vaste lasten. Met die stijgende energieprijzen kun je dat niemand kwalijk nemen, maar ik kan het gewoon niet betalen. De helft van mijn geld gaat op aan ziektekosten. Ik ben dit jaar al twee keer geopereerd, ik heb een hartprobleem.”

“Toevallig heb ik me vandaag ingeschreven voor een huis in Friesland. Ver weg, maar dat maakt me niet uit. Ik heb me ook in Limburg ingeschreven. Ik wil

“Je hebt ook je trots, ik wil niet in een bushok hoeven slapen.”
4
DE ONZICHTBARE DAKLOZE

Aantal economisch daklozen blijft stijgen

Annie Berendsen is Projectmedewerker Stedelijk Team Economisch Daklozen bij De Regenboog Groep. Zij vertelt dat Milton bij lange na niet de enige is.

“Bij De Regenboog Groep zien we al jaren een stijging in het aantal aanmeldingen van economisch daklozen: mensen die door een scheiding of het verlies van hun baan of bedrijf dakloos zijn of dreigen te worden. Voor maatschappelijke opvang komen ze niet in aanmerking, omdat ze te zelfredzaam zouden zijn. Ze melden zich bij de buurtteams en bij de Regenboog. In september hadden zich al meer dan duizend mensen bij ons aangemeld. We bedenken creatieve oplossingen en hebben een groot netwerk. Kastjes en muren, daar hebben we bij de Regenboog echt een hekel aan, zegt mijn collega

Tessa Zaaijer altijd, én zo is het. Bij de Regenboog schrikken we niet van ingewikkelde dossiers, we denken om en zetten door. Maar het zou wel helpen als de politiek meer oog krijgt voor economisch daklozen en gewoon doet wat ze moet doen: zorgen voor meer betaalbare woonruimte in Amsterdam. En tegen de man of vrouw die dakloos dreigt te raken, zou ik willen zeggen: trek op tijd aan de bel, voordat de problemen zich opstapelen.”

gewoon rust. De deur opentrekken en ontspannen. Nu loop ik op mijn tenen. ‘Laat ik geen troep slingeren?’ ‘Mag ik wel een douche nemen?’ ‘Mag ik misschien nog een nacht blijven?’ ‘Waar slaap ik vanavond?’ Die vragen zitten constant in mijn hoofd. Ik doe er alles aan om netjes voor de dag te komen en zie mezelf niet als dakloos, maar ik ben het wel. Zonder familie en vrienden had ik een groot probleem gehad. Vroeger zag ik mensen slapen in een park en dacht ik: ‘hoe kan dat?’ Nu weet ik: er hoeft maar iets te gebeuren, een scheiding, en je zit in hetzelfde schuitje. Maar je hebt ook je trots, ik wil niet in een bushok hoeven slapen.”

Gat in je woon-cv “Het probleem is dat er geen woningen zijn. Als ik straks weer kan werken, zou ik ook een huis in de vrije sector kunnen betalen. Ik heb mijn hele leven hard gewerkt en doe installaties van woningen en bedrijven, daar is veel werk in. Maar als je in de vrije sector zoekt, vragen ze waar je de afgelopen jaren hebt gewoond. Dan horen ze dat je dakloos was en

denken ze: deze meneer zal het niet kunnen betalen. Dus waar moet je heen? In Amsterdam gaat het ontzettend lang duren, vandaar dat ik de kant van Friesland opga. En eerlijk gezegd lijkt het me wel wat: een huis in Friesland. Eindelijk rust.”

Tekst: Nicolline van der Spek I Fotografie: Merlijn Michon

5
“Eerlijk gezegd lijkt het me wel wat: een huis in Friesland. Eindelijk rust.”

OP ADEM

Vanwege niet-aangeboren hersenletsel vindt Edwin (45) thuis moeilijk rust. In Villa Buitenlust laadt hij de batterij weer op.

“Ik heb twee jonge kinderen, één van vier en één van acht. Hun moeder is niet in goede doen. Net als ik. Alles bij elkaar best een uitdaging bij ons thuis en dat heeft veel te maken met mijn val in 2017, waarbij ik een hersenkneuzing opliep. Sindsdien kan ik nog maar weinig prikkels verdragen.

Het contrast met vroeger kan niet groter. Ik was nogal een druk mannetje, de gangmaker op verjaardagen, ik ging overal heen, deed altijd leuke dingen. En ik heb altijd hard gewerkt. Ik was tweeëntwintig jaar lang assistentsupermarktmanager, een hectische baan, maar ik ben in die tijd hooguit drie weken ziek geweest. Nu ben ik blij als ik de dag heb overleefd. Overdag slaap ik minimaal één keer. Op drukke dagen twee keer. Anders lukt het me niet om ‘s avonds weer een beetje gezellig aan tafel te zitten met mijn gezin.

Thuis lukt dit niet goed, dus ging ik een paar jaar geleden op zoek naar een plek waar ik prikkelarm kon opladen. Ik las over Villa Buitenlust en dacht: dit gaat over mij. De huisarts heeft de papieren in orde gemaakt en sindsdien ben ik geregeld te gast bij de villa. Over een paar dagen mag ik er weer logeren. Daar verheug ik me op.

Ze zeggen dat je van je oude ik naar je nieuwe ik moet, maar dat lukt me nog niet zo goed. Ik zit in mijn huidige ik, afscheid nemen van mijn oude ik is moeilijk. Ik schaam me niet, maar het accepteren duurt wel even. En dan heb ik ook nog huishoudelijke hulp. Dat vind ik nogal wat op mijn leeftijd. Ik ben vijfenveertig, dan heb je toch geen hulp nodig in huis? Het is wel een ding hè, ooit een druk mannetje, nu snel moe. Ik heb er in de afgelopen vijf jaar mee moeten leren leven. Omdat ik prikkelgevoelig ben geworden, sluit ik me zoveel mogelijk af voor drukte en moet ik me zo nu en dan kunnen opladen.

De villa brengt me rust, ondanks dat er beweging is. Overdag zijn er allerlei meetings. Je hoort het wel, maar merkt het niet. In Villa Buitenlust hoef je niets. Dat is het belangrijkste. Ik laat de vermoeidheid toe en lig de eerste twee dagen op bed, half te slapen, vooral te ontspannen. ‘s Avonds loop ik een rondje door de natuur. Soms maak ik een praatje met anderen. Iedereen heeft zijn eigen verhaal. De een praat daar gemakkelijker over dan de ander, maar de groep voelt altijd goed. Dit heeft er natuurlijk alles mee te maken dat je je veilig voelt in de villa.

Na een verblijf van vier dagen ga ik weer naar huis. Eenmaal thuis word ik meteen besprongen door mijn kinderen en overdonderd door prikkels, maar het mooie is dat ik daar dan veel beter tegen kan, de batterij is opgeladen.”

“Afscheid nemen van mijn oude ik is moeilijk.”
“‘s Avonds loop ik een rondje door de natuur.”
DE OVERPRIKKELDE MENS 6

Bij psychische klachten denkt men sneller aan een vrouw

Bij Villa Buitenlust kunnen mensen terecht voor twee typen opvang: respijtzorg en logeeropvang. Dichtbij de stad, maar afgezonderd in de natuur kunnen mensen weer op adem komen. Eva de Rooij is er projectleider.

Eva: “Op het oog verblijven hier ‘normale’ mensen, maar als je wat verder kijkt, kom je veel kwets baarheid en weinig veerkracht tegen. Wij helpen die veerkracht weer een beetje op te bouwen. Iedereen die rust nodig heeft, vangen we op, man, vrouw, er is geen verschil. Maar in de maatschappij wordt bij psychische klachten sneller aan een vrouw gedacht. Alsof er voor mannen een taboe op rust. Die hebben hooguit lichamelijke klachten, pijn in hun schouder bijvoorbeeld. Maar daarbij de link met psychische klachten leggen? Een burn-out kan nog wel, die is gerelateerd aan werk en lange dagen maken. Psy chische klachten lijken voor vrouwen makkelijker toe te geven dan voor mannen. We zouden als omgeving veel meer moeten doorvragen. Juist bij mannen.”

Meer info? www.villabuitenlust.com

Twee typen opvang voor rust. Het verschil?

Respijtzorg = Ten behoeve van de psychische stabiliteit van de gast (kan toename kwetsbaarheid voorkomen).

Logeeropvang = De gast ontvangt thuis ondersteuning, waardoor het verblijf tevens het netwerk/de mantelzorger ontlast.

Edwin heeft logeeropvang. Door de afstand kan hij het gezinsleven daarna beter aan en hoeft zijn gezin even geen rekening met hem te houden. Er ontstaat meer rust.

Tekst: Nicolline van der Spek en Jola Gosen Fotografie: Eva Donckers Team Villa Buitenlust, v.l.n.r.: Kim, hond Dot en Eva
7

WE LEREN VAN ELKAARS CULTUUR

Elandsgracht, uurtje of zeven in de avond. Nathu kijkt op zijn telefoon. Niet veel later komt de boomlange Teun aangelopen. Ze geven elkaar een boks. “Hoe is het?”, vraagt Teun. “Ja goed. Met jou?”

Nathu (22) komt uit Eritrea en woont sinds drie jaar in Nederland. Hij mist zijn land, waaruit hij moest vluchten, maar is blij met Teun (24). Samen met zijn maatje van De Regenboog Groep leert hij Amsterdam kennen. Teun heeft in Groningen gestudeerd en maakt nu zijn studie af in Amsterdam. “Voor mij was de stad ook nieuw. Dat was een van de redenen waarom ik maatje wilde worden bij de Regenboog. Zo kon ik samen met iemand anders dezelfde stad ontdekken.”

Artis

Vorig jaar, hartje herfst, spraken ze elkaar voor het eerst. “Bij Artis”, zegt Teun. Hij herinnert zich nog goed dat het regende: “Welkom in Nederland.” “Ja, het is koud in Nederland”, fluistert Nathu. Ze gingen alle dieren af. Of je in Eritrea ook tijgers hebt, wilde Teun weten toen ze langs de kooien liepen. Olifanten, leeuwen, half Artis leeft in Nathu’s geboorteland. En Nathu wilde weten hoe je al die Nederlandse dierennamen uitspreekt. Nu spreekt hij de taal opvallend goed. “We zijn een keer bij het Taalcafé geweest in Amsterdam-Oost, weet je nog Nathu?

Toen realiseerde ik me dat ik eigenlijk ook best moeite heb met Nederlands. Komt door al die appjes, dan ga je woorden afkorten en weet je niet meer hoe je ze goed moet schrijven.”

Samen eten Behalve de taal, Artis en de stad, is er nog iets wat de jongens bindt: lekker eten. Op hun tweede afspraak heeft Teun voor Nathu gekookt in zijn studentenhuis aan de Overtoom. Zijn vrienden waren er ook. Ze aten shakshuka : rijst met tomaat. “Heel lekker en gezellig”, zegt Nathu. Teun: “Maar je vond het toen wel een beetje gek dat ik kookte.” “Mannen koken niet in Eritrea”, bekent Nathu. Teun: “En je vond Nederland in het begin maar druk, druk, druk.” Nathu knikt: “Ja, iedereen heeft haast in Nederland.”

Nathu en Teun
8
DE NIEUWKOMER

Teun heeft ook bij Nathu gegeten: “Ik heb er voor het eerst in mijn leven schaap gegeten. Lekker hoor. Verder eten ze in Eritrea alles met injera , een soort pannenkoek, daar gaat dan iets van stoofvlees in. En je eet er met je handen. Ook heb ik via Nathu Eritrese koffie leren drinken. Dat is met gember. We leren van elkaars cultuur. Dat vind ik het mooie van maatje zijn.”

Vrienden Maar meestal spreken Nathu en Teun ergens in de stad af. Teun: “Laatst waren we in het Eye Filmmuseum. Dan praten we gewoon over de dingen van alledag, het leven, school, werk. Nathu: “Ik zit op school, het ROC, elektrotechniek. En ik werk bij KFC in Bos en Lommer. Maar mijn salaris is niet genoeg.” Teun: “Wacht maar, als je klaar bent met school, Nederland zit te springen om technische mensen.” Ze kletsen door. Teun: “Misschien kunnen we samen Sinterklaas vieren.” Nathu: “Wat is dat?” Teun: “Lijkt op kerst.” Nathu: “Gezellig.” Het is duidelijk, deze jongens zijn vrienden geworden.

Voor jonge nieuwkomers is het lastig om aansluiting te vinden

Isabel Sol is Coördinator Informele Zorg. Samen met haar collega Maartje Smeets organiseert ze elke maand de Meet & Eat, een ontmoetingsavond voor nieuwkomers in de stad. Ook hun Regenboog-maatje is welkom. De locatie wisselt, maar de opzet blijft elke keer gelijk: mensen samenbrengen terwijl er lekker wordt gegeten.

Isabel: “Voor jonge nieuwkomers is het lastig om aansluiting te vinden bij mensen met een andere achtergrond. Ze kennen soms alleen mensen die ze in het azc hebben ontmoet, vaak mensen uit hetzelfde land. De Meet & Eat is laagdrempelig, een open en toch veilige plek voor iedereen. Deze ontmoetingsavond stelt mensen uit verschillende windstreken in staat uit hun bubbel te stappen en contact te leggen met andere Amsterdammers: nieuwkomers of niet. Er ontstaan vriendschappen. En dat is precies de bedoeling.”

Meer info? isol@deregenboog.org

Tekst: Nicolline van der Spek | Fotografie: Marlise Steeman en Merlijn Michon

Nathu en Teun zijn ook naar de Meet & Eat geweest, samen met Nathu’s vriend Haben. Teun: “Er waren veel jonge mensen en het was leuk om andere vrijwilligers te leren kennen.”

9
De Meet & Eat

KIJK, DAAR SLAAP IK

Een stoel op een steiger. Dat is zijn tijdelijke slaapplek. Op pad met buitenslaper Rick Web (1955).

De fauteuil stond op straat. Mensen wilden hem niet meer. Versleten. Maar Rick zag mogelijkheden en sleepte de grote leren stoel naar de steiger vlakbij de Nieuwmarkt. Prima slaapplek, al is het wat rumoerig ‘s nachts met al die dronken football hooligans , zoals Rick het uitgaanspubliek noemt. ’s Morgens is er de vismarkt, die begint al om zes uur. “Met vier uur slaap red ik het net op mijn zevenenzestigste.” Zijn ogen stralen. Het dakloos zijn lijkt hem niet te deren. “Waarom zou ik me ellendig voelen? Ik heb een doel.”

Dat doel is fotograferen. “Ik loop zestien kilometer op een dag. Alles wat ik onderweg tegenkom fotografeer ik: boten, bruggen, daklozen. Ook als ik naar de grond kijk, zie ik van alles wat me boeit, zoals stoeptegels die door boomwortels omhoog worden geduwd. Dan ga ik op zoek naar de boom. Is het een iep, een eik? Hoe oud zou hij zijn?”

Vannacht heeft Rick binnen geslapen, bij Het Stoelenproject. Hij prijst zich gelukkig met de timing: het stortregende. “Ik moest aan de andere jongens denken. Er zijn maar een paar bruggen waar je

droog onder ligt. Daar slaap ik ook vaak. Nooit met oordoppen in, je moet alert zijn als je buiten slaapt. Ik ken iemand waarvan zijn schoenen waren gejat. Wie doet zoiets, schoenen stelen van een dakloze?”

Zijn eigen schoenen heeft Rick bij De Kloof gekregen, een van de acht inloophuizen van De Regenboog Groep. Hij komt er dagelijks, leest er zijn krantje en drinkt er een kop koffie. Uit een stenen mok. “Ik snap niet dat mensen nog uit papieren bekers drinken. Die hebben aan de binnenkant een laagje teflon, heel slecht voor het milieu. En die bekers worden gewoon op straat gegooid. Ik ruim alles op. Waar ik ben, raap ik afval van de grond. Nederland ligt onder de zeespiegel. Als het land ooit onder water komt te staan, drijft al die troep de oceaan in.”

Rick is een omdenker, slim en scherp. Hij is geboren in de heuvels van Silicon Valley, dat toen nog moest worden gebouwd. Als global networker verhuisde hij naar Engeland, waar internet nog in de kinderschoenen stond. En drieëntwintig jaar geleden ging hij van Engeland naar Nederland. Rick heeft in twintig huizen gewoond, maar sinds vijftien maanden slaapt hij buiten. Hij heeft geen heimwee naar Amerika, antwoordt hij desgevraagd. “I am not homesick, I am sick for a home.”

Het is wachten op een briefadres en hopelijk een kamer. Die hoeft niet groot te zijn. Als hij er zijn oude Mac-computer maar kan neerzetten met daarop al zijn foto’s. “Mijn droom is om ze ooit te exposeren. De foto’s gaan over Amsterdam. Over het leven op straat. Ik ben nieuwsgierig naar wat er om me heen gebeurt en ben een goede observator. Wat ik zie, deel ik graag met de rest van de wereld.”

DE BUITENSLAPER 10

Het is een keihard bestaan

Jessica Hoogenboom is locatiehoofd van De Kloof, het oudste inloophuis van Amsterdam. Per dag komen hier zo’n zeventig mensen. Daarvan slaapt ongeveer de helft buiten: in een bootje, onder een viaduct, in een tentje ...

Het gaat om een heel diverse groep, aldus Hoogenboom, en graag zet zij even wat recht: “Niemand kiest er bewust voor om dakloos te worden. Het beeld van de paradijsvogel die lekker buiten slaapt, omdat hij zo geniet van het gefluit van de vogeltjes in de ochtend, is een geromantiseerd

beeld. Het is een keihard bestaan. Vaak gaat het om mensen die geen recht hebben op maatschappelijke opvang. Zoals ongedocumenteerden, maar ook om economisch daklozen die zogenaamd zelfredzaam zouden zijn. En in de nachtopvang is niet altijd plek. Daarom zijn inloophuizen van levensbelang. Een inloophuis is een van de weinige veilige plekken in de stad waar je als buitenslaper even kunt bijkomen. Niemand jaagt je weg of kijkt je raar aan. Je krijgt er te eten, een kop koffie en je kunt er je kleren ruilen voor schone. Er is hulpverlening en een luisterend oor. Het is een beetje een thuis. We weten wie je bent. We kennen je verhaal.”

Foto Rick: “Slapen in de doorgang, niet voor angsthazen” (lente 2022)

Tekst: Nicolline van der Spek | Fotografie: Nicolline van der Spek en Rick Web Foto Rick: “Regen voor zonsopgang, een man in een doorweekte doos” (zomer 2022)
11

RAAD EN DAAD

De Bezoekersraad behartigt de belangen van de bezoekers van de inloophuizen van De Regenboog Groep. Elke laatste maandag van de maand komen ze bij elkaar.

Ron is als een van de eersten aanwezig, een beer van een vent met op zijn broek een vrolijke vlinderprint. Daarboven draagt hij een strak gewassen T-shirt van Ajax. Geen jas, laat staan een regenjas, terwijl het met bakken uit de hemel komt. “Het vriest toch niet?”, wimpelt hij de vragen over zijn zomerse kleding af en hij stopt een saucijzenbroodje in zijn mond. Zo beginnen de vergaderingen van de Bezoekersraad altijd: met broodjes. Wie vergadert, mist de lunch bij de inloop en vergaderen op een lege maag wil niemand. Vandaar. Ron lust trouwens nog wel een broodje.

Hoogst gruwelijke schande Elk inloophuis heeft twee afgevaardigden in de Bezoekersraad. Ron zit namens inloophuis De Kloof aan tafel, naar eigen zeggen: het warmste inloophuis van de acht. “Alles gaat er heel flex . Bij andere inloophuizen is het veel strakker.” Ron staat pal voor de rechten van daklozen, maar is zelf nooit dakloos geweest. “Ik zou het verschrikkelijk vinden om overal met mijn ziel onder mijn arm naartoe te moeten. Die jongens hebben echt een zwaar leven. Persoonlijk vind ik het dan ook een hoogst gruwelijke schande dat er in een super-de-luxe stad als Amsterdam tienduizend daklozen zijn.”

DE BETROKKEN INLOOPHUISBEZOEKER
Lucien 12

Altijd ruimte voor verbetering Nog een tip voor de directeur? “Dat zou ik eentwee-drie niet weten, maar er is altijd ruimte voor verbetering.” Na een korte stilte. “Ik zou niet graag in de schoenen van de directeur willen staan. Dan moet je toch beslissingen nemen die aan de ene kant goed zijn en waarmee je aan de andere kant vijanden maakt. Dat lijkt me geen makkelijke taak.”

Invloed

Medezeggenschap is geen schijnparticipatie bij De Regenboog Groep. Naar wat de raad voorstelt, wordt ook echt geluisterd. “Anders kunnen we niet verder”, zegt Regenboog-directeur Hans Wijnands. Hij geeft enkele voorbeelden van wat de Bezoekersraad heeft bedongen. “Een daarvan heeft te maken met de rol van de schorsingscommissie. Bij langdurige schorsingen kijkt een lid van de Bezoekersraad kritisch mee: hoe wordt een schorsing behandeld? Is de sanctie terecht? Ook hebben de leden van de Bezoekersraad voor elkaar gekregen dat de openingstijden van de inloophuizen tweemaal per jaar worden geëvalueerd.”

"Ingrijpende beslissingen worden niet zomaar genomen. Daar heeft de Bezoekersraad ook een stem in."

Voorzitter van de Bezoekersraad Ludwig geeft nog een ander voorbeeld: “Een locatiehoofd van een inloophuis kan niet uit zichzelf beslissen wat er met het eten gebeurt. Stel dat ze geen soep meer willen serveren, dan heeft de Bezoekersraad daar ook een stem in. Hetzelfde geldt dus voor het toelatingsbeleid en de openingstijden. Dat zijn ingrijpende beslissingen en die worden niet zomaar genomen.”

Anarchist

Ludwig heeft ooit bij de VPRO gewerkt, onder andere bij het radioprogramma Black Star Liner, dat eind jaren zeventig werd uitgezonden. “Het eerste programma voor donkere mensen.” En hij is de uitvinder van de term ‘punkjazz’. Maar Ludwig is ook negen jaar dakloos geweest. Hij kent de wereld van zijn achterban, oftewel het harde straatleven. Het is nogal een overgang: van het klappen van de zweep naar de vergaderhamer. Ludwig haalt zijn schouders op. “Je hebt voorzitters die zijn een mix van Stalin en

Pinochet. Ik ben eigenlijk gewoon een anarchist. Het gaat om de zaak, niet om de poppetjes.”

Minder wendbaar

Dan komt Lucien binnen, de secretaris. De andere raadsleden wachten al een poos op de notulen, maar Lucien heeft nog wel even tijd voor een vraag. “Of ik een tip heb voor de directie?” Peinzend: “De Regenboog neemt de laatste tijd heel veel dingen op zich en als je te groot wordt, dan gaat de energie eruit. Ik zou graag een parallel willen trekken met de fietsen van nu. Die worden steeds groter. Ze hebben allemaal van die grote manden en zware accu’s. Dat maakt ze minder wendbaar. Hetzelfde geldt voor de Regenboog.”

Tekst: Nicolline van der Spek I Fotografie: Merlijn Michon Ron

Meer weten?

De cliëntenraden van De Regenboog Groep, waar de Bezoekersraad er één van is, hebben een eigen site die zij onafhankelijk van De Regenboog Groep bijhouden. www.radenregenbooggroep.nl

13

MIJN VROUW ZEGT: KOMT GOED

Door de stijgende kosten komen steeds meer huishoudens in de knel. Ook voor Jimmy is het leven onbetaalbaar geworden. Samen met een maatje van de Regenboog probeert hij zijn hoofd boven water te houden.

Terwijl Jimmy de laptop openklapt, klinkt in de keuken gerommel met servies. Zijn vrouw zet thee. Haar tienerdochter zit op de grond met een schuin oog tv te kijken. “Een oude computer”, verontschuldigt Jimmy zich als de laptop nog aan het laden is en het lege scherm hem radeloos maakt. Hij kan er eigenlijk helemaal niet mee overweg, zegt hij een paar keer. Toch heeft hij zijn hele administratie op orde. Jimmy is meer van het papier. Dat zit in een grote tas. Voor elke instantie heeft hij een apart mapje, voor budgetbeheer, Waternet, het energiebedrijf, et cetera. “Ik houd alles keurig bij”, zegt hij trots, “maar eind zomer had ik paniek.

De energiekosten gingen ineens naar 282 euro. Ik verdien 1.500 euro, daarvan gaat 1.300 euro naar de vaste lasten.”

Creatief

Volgens het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting) zou een huishouden niet meer dan de helft van het inkomen kwijt mogen zijn aan vaste lasten. Maar de uitgaven aan wonen, vervoer en boodschappen zijn momenteel zo hoog dat het menig huishouden niet meer lukt om alle rekeningen te betalen. Als meer dan zeventig procent van het inkomen elke maand opgaat aan vaste lasten, blijft er nauwelijks geld over om opzij te zetten voor minder frequente uitgaven, zoals kleding en zorg, of voor het opbouwen van een buffer. “We maken ons grote zorgen”, zegt Nibuddirecteur Arjan Vliegenthart. “Mensen zijn creatief, maar niemand houdt dit lang vol.”

Diepe put “Ik sta elke dag om vijf uur op en werk hard”, zucht Jimmy. “Ik zit in de schoonmaak en vind mijn werk

14
DE BEROOIDE MENS

leuk. Mijn vrouw zegt: ‘komt goed’, maar zelf heb ik stress.” Zijn vingers zoeken inmiddels een weg over het toetsenbord. Ondertussen komt zijn vrouw binnen met de thee. Op een zilveren schaal liggen koekjes. Allemaal van de Dirk, die is het goedkoopst, weet het gezin al jaren. “Mijn maatje van de Regenboog helpt me ook met de computer”, zegt Jimmy. “Daar ben ik gewoon niet goed in.” En hij vertelt dat zijn leven heel anders is geweest. “Ik heb echt in de put gezeten, diep in de put. Ik woonde bij het Leger (des Heils, red.) en hosselde op straat om geld te maken. Daar ben ik uitgekrabbeld. Maar nu ben ik bang dat

ik door de overheid weer terug in die put kom. Alles is zo duur geworden. Ik weet niet of ik het allemaal ga redden. Gelukkig heb ik een maatje van de Regenboog. Zij helpt me nu met het aanvragen van energietoeslag.”

Jimmy is een pseudoniem. Hij wil niet herkenbaar in beeld.

Charlotte Jonk is Coördinator Informele Zorg binnen Team Armoede van De Regenboog Groep. Ze koppelt mensen met financiële problemen aan een financieel maatje. Het maatje helpt bij het op orde brengen van de administratie. Heel Nederland kampt met stijgende prijzen. Je zou daarom ook een stijging van het aantal aanmeldingen verwachten, maar dat ziet ze niet.

“De aanmeldingen komen grotendeels binnen via de buurtteams en zij merken evenmin een toename. De mogelijke verklaring is zorgelijk”, aldus Charlotte. “Het is bekend dat mensen heel lang zelf blijven worstelen om hun problemen op te lossen. Gemiddeld wachten mensen met betalingsproblemen vijf jaar voordat ze aankloppen bij schuldhulpverlening. Het gevolg is dat het aantal schuldeisers en de bedragen dan tot grote proporties

stijgen. Daarbij speelt nog iets: mensen weten niet waar ze moeten aankloppen. Volgens het Nibud weet zeventig procent van de Nederlanders niet waar ze terecht kan voor hulp bij financiële problemen. De gemeente Amsterdam wil mensen al bij beginnende geldproblemen in beeld krijgen om de schade te beperken. Onze maatjes kunnen daarbij van grote betekenis zijn. Mensen die nu voor het eerst in de knel komen met hun rekeningen, zullen eerst heel lang proberen het zelf op te lossen. Terwijl mensen zoals Jimmy, die al met een maatje aan hun financiële situatie werken, eerder aan de bel zullen trekken.”

Tekst: Nicolline van der Spek Fotografie: Marlise Steeman en Wike Zijlstra

Een maatje voor mensen in armoede
“Gelukkig heb ik een maatje van de Regenboog. Zij helpt me nu met het aanvragen van energietoeslag.”
15
“Mensen blijven heel lang zelf worstelen om hun problemen op te lossen.”

HEEL WAT AAN DE HAND

Jaarlijks zien de maatschappelijk werkers van de Regenboog zo´n tweeduizend niet-Nederlandse EU-burgers. Zij kwamen naar Amsterdam om te werken, maar door ongelukkige omstandigheden liep dat mis.

Een deel van deze mensen vindt de weg naar een leefbaar leven zelfstandig terug. Anderen hebben slechts een duwtje in de rug nodig. Maar sommigen zijn zo vastgelopen dat het veel tijd en aandacht vraagt hun leven weer op de rit te krijgen. Terug naar het land van herkomst is vaak niet het antwoord. Bovendien mogen deze mensen gewoon in Nederland zijn. Alleen verkeren zij ook hier in een steeds slechtere hoedanigheid, vanwege psychische problematiek en een tekort aan ondersteuning daarbij. Tevens neemt het aantal daklozen onder hen fors toe.

Het overkwam ook de Poolse Agnieszka (38). Zij kwam in september 2021 naar Nederland en kreeg niet het contract dat haar was beloofd bij het magazijn waar ze werkte. Binnen twee maanden lieten ze haar zonder opgaaf van reden gaan. Het gevolg was dat ze haar huur niet kon betalen en dakloos raakte. “Radeloos ben ik zonder geld voor een ticket naar het vliegveld gegaan. Ik probeerde verschillende mensen te bellen, maar kon niemand bereiken. Bij het politiebureau vertelden ze me dat ik naar inloophuis AMOC kon.”

In dit Regenboog-inloophuis speciaal voor niet-

Nederlandse EU-inwoners vond zij enkele maanden haar toevlucht en hielp een vrijwilliger haar aan een baan in een restaurant. Maar in AMOC had Agnieszka het zwaar. “Er waren veel mannen, waardoor ik me bang en alleen voelde. Eigenlijk was het de ergste tijd van mijn leven.” Gelukkig kon in maart 2022 de overstap worden gemaakt naar onze 24-uursopvang T6 aan de Transformatorweg, waar Agnieszka tot op heden verblijft.

In Agnieszka haar leven is heel wat aan de hand. Haar zoontje van negen heeft ze “aan de andere kant van de wereld” moeten achterlaten, bij haar ex-man in Singapore. Daar woonde het gezin al jaren. Ze stond niet achter de scheiding en werd daarbij gelabeld als depressief en schizofreen. “Natuurlijk was ik hysterisch, ze namen mijn zoon van me af en ik werd op straat gegooid.” Terug in Polen werd haar mentale ziekte veroordeeld, ook door haar ouders.

DE VERLOREN EU-BURGER
16

Dus reisde Agnieszka door naar Amsterdam, waar ze voor Singapore jarenlang had gewoond. Ze wilde haar leven terug en hier voelde zij zich het meest thuis.

Agnieszka vocht, maar strandde. Nu krijgt ze gelukkig specialistische hulp in onze 24-uursopvang. “Anders was ik hopeloos verloren en depressief geweest. Het is geen makkelijke omgeving, maar het personeel is er altijd voor me. Verder heb ik niemand meer, geen familie of vrienden die me helpen. De psychiater zie ik wekelijks. Bij haar kan ik met alles terecht, ze luistert goed en begrijpt me. Ik wou dat ik deze hulp eerder had gehad, dat had een groot verschil gemaakt.”

Agnieszka doelt op het kwijtraken van haar zoon. “Ik hoop dat ik snel hulp krijg van een advocaat.” Ze huilt. “Ik mis hem zo. Hoe kan dit mijn leven zijn na dertien jaar huwelijk? Mijn ex-man leidt een luxueus leven en heeft net een nieuw huis gekocht, terwijl ik in een daklozenopvang zit. Ik begrijp het niet, waar is de rechtvaardigheid?” Zelf zet de in toegepaste psychologie afgestudeerde Poolse nu de stappen in de juiste richting. Afgelopen oktober vond ze een baan in de internationale kinderopvang, waar ze na een training van twee maanden een contract krijgt. Een fatsoenlijk vooruitzicht.

Samen met zorgorganisatie HVO-Querido runnen wij opvanglocatie T6. Hier wordt naast 24-uursopvang intensieve hulpverlening geboden aan ruim honderd mensen, waaronder uit Oost-Europa. Karolina (37) is er maatschappelijk werker en trajecthouder van verschillende cliënten, zo ook van Agnieszka. Zij vertelt over de kracht van deze vorm van opvang.

“Hier kunnen mensen weer vooruit kijken. Eerst komen ze tot rust en dan maken we een plan van aanpak. We werken aan structuur en bieden de noodzakelijke medische zorg en allerlei ondersteuning aanvullend op iemands krachten en toekomstperspectief. De meesten kampen met complexe problematiek en hebben veel nodig. Maar onze positieve uitstroom is groot: mensen die zijn afgekickt, terug aan het werk zijn of in eigen land weer een leven hebben opgebouwd.”

Wat kan beter? “Na de maximale periode hier is er voor mensen bijna geen vervolgplek, ook niet als er in het land van herkomst geen hulp is. Dan staan ze

weer op straat. Denk aan Agnieszka. De medische zorg die zij nodig heeft voor haar ingewikkelde ziekte, krijgt ze zowel in Singapore als Polen niet. Het gevolg? Psychoses en totale verwarring, zo triest. Hier konden we haar stabiliseren, met een slaaplek, psychische hulp en medicijnen. En er zijn zoveel mensen als Agnieszka, waarvan er steeds meer dakloos raken, omdat er te weinig opvangcapaciteit is. Daarom moeten er veel meer opvangplekken komen als deze, met specialistische zorg, én vervolgplekken met nazorg.”

Tekst: Jola Gosen | Fotografie: Angela Baas

17
T6

De klere krijgen

‘Klere’, die kunnen de dakloze bezoekers van onze inloophuizen goed gebruiken. Niet alleen om warm en droog te blijven en zich te wapenen tegen de winter. Maar goede kleding zorgt eveneens voor eigenwaarde en identiteit. Dat geldt voor bijna ieder mens, dus ook voor ‘een dakloze’.

‘Een dakloze …’ Of, ‘die daklozen’. Je hoort het mensen regelmatig zeggen. Wat klinkt dat eigenlijk afstandelijk hè? En onpersoonlijk. Alsof dat alles is wat je dan bent: dakloos. Alsof je hele doen en laten daaraan kan worden opgehangen. En je voltallige karakter daarin kan worden gegoten. Niemand zal het zo bedoelen. Toch vinden we het belangrijk om te zeggen: iemand die dakloos is, is ten eerste, net als iedereen, een mens met een verhaal. Veel te vaak wordt deze mens niet gezien, op straat, door instanties of elders.

Locatiehoofd Kathleen Denkers: “In de inloophuizen van De Regenboog Groep geven we mensen hun naam terug. Op straat zijn zij een dakloze. Hier zien we de persoon, luisteren we naar wat iemand wil en helpen we mensen te zijn wie zij willen zijn. Daar is goede kleding die bij iemand past een onderdeel van. Daarmee kun je fris voor de dag komen, je prettig voelen met wat je uitstraalt en beter terechtkomen waar je wil zijn in het leven.”

Inzameling

Daarom vragen we iedereen goede, mooie mannenkleding naar onze inloophuizen te brengen. Denk aan: spijkerbroeken, T-shirts, truien, sweaters, jassen, boxershorts en sokken. Én aan schoenen. Wat is ‘goede kleding’? Wij zeggen altijd: als je het

zelf nog zou kunnen dragen, is het ook goed genoeg om aan iemand anders te schenken. Geef het met liefde, dan wordt het in het inloophuis met net zoveel liefde uitgezocht.

Aanvullend zijn we gretig op zoek naar slaapzakken die zijn opgewassen tegen lage temperaturen.

Adressen inloophuizen AMOC: Stadhouderskade 159 Blaka Watra: Droogbak 1-C De Kloof: Kloveniersburgwal 95 Makom: Van Ostadestraat 153 Oud-West: Bilderdijkstraat 182 Princehof: Oudezijds Voorburgwal 165 De Spreekbuis: Tweede Oosterparkstraat 72 Zeeburg: Zeeburgerdijk 53

Op www.deregenboog.org/klere vind je meer informatie, doneermogelijkheden en afleveradressen.

Tekst: Jola Gosen | Campagnebeeld: Joost Slis

Geen

Je kunt heel eenvoudig eenmalig een bedrag naar keuze doneren. Sms REGENBOOG naar 4004 of scan de QR-code hiernaast.

DE MENS ACHTER DE DAKLOZE
herenkleding weg te geven, maar wel helpen?
18

Weinig ruimte voor de zonderling

“Kijkend naar mijn stad zie ik een Amsterdam dat wordt opgestuwd door gentrificatie, alsof het alleen nog maar is bedoeld voor toeristen en rijke mensen. Er is weinig ruimte meer voor de zonderling. In het Vondelpark, waar ik ben opgegroeid en nog vaak kom, zit altijd een groepje jongens wat te drinken, daklozen. Permanent komt er politie om ze weg te jagen. Laat ze lekker zitten, denk ik dan. Dat hoort toch gewoon bij het leven. Toen ik jong was sliepen er hippies. Eerst verbleven ze op de Dam, maar die moest schoon, dus was het Vondelpark een soort camping geworden voor de zonderling, met overal poephuisjes. Ook waren er pensions voor mensen uit Suriname. Nu wonen er aan het Vondelpark alleen nog maar kakkers.

Amsterdam is een gesegregeerde stad geworden. En misschien zie ik het niet goed, maar wat ik me herinner van vroeger, is dat Amsterdam veel vrijer was. Nu is er angst voor het vreemde, dus is bijna niemand meer vriendelijk tegen iemand die er net even anders uitziet, anders ruikt of vreemd gedrag vertoont. Terwijl vroeger elk dorp zijn eigen gekke Henkie had.

Was vroeger alles beter? Zeker niet. Er was veel cha os, laten we wel wezen. In de trams zaten jongens open en bloot te chinezen , dan rook de hele tram naar heroïne. Maar één ding was wel beter: de stad was socialer. In arme wijken had je Kruisposten en buurthuizen. Daarop is enorm bezuinigd, net als op de geestelijke gezondheidszorg, waardoor mensen tussen wal en schip vallen.

ik me herinner van vroeger, is dat Amsterdam veel vrijer was.”

Alles is gericht op ‘thuis’, op zelfredzaamheid. Dat geldt ook voor de ouderenzorg. Iedereen moet van deze overheid zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Nederland is gewoon asocialer geworden, terwijl ons land tegelijkertijd heel veel rijker is. Dat vind ik het wrange. Er is alleen nog maar oog voor geld en te weinig voor de ander.”

“Wat
Tekst: Nicolline van der Spek I Fotografie: Stefan Heijendaal DE AMATEURANTROPOLOOG Michael Schaap (1968) is documentairemaker, bekend van het tv-programma De Hokjesman, waarin hij veldonderzoek deed binnen Nederlandse subculturen. Bescheiden noemt hij zichzelf amateurantropoloog. Wat ziet hij als hij inzoomt op Amsterdam?
DE
20
OP
ZEEPKIST

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.