Purperreigers in de Krimpenerwaard Tekst en afbeeldingen: Rudi Terlouw en Diny Buisman
De purperreiger is een soort met een lange geschiedenis in de Krimpenerwaard. De oudste geregistreerde vogelwaarneming in ons natuurarchief is van deze soort. Het betreft de registratie van twee eieren uit de collectie van de Engelse ornitholoog Wolleys die op respectievelijk 9 en 12 mei 1857 zijn verzameld in de Berkenwoudse Boezem te Ouderkerk aan den IJssel (Ootheca Wolleyana, 2018). Wanneer de purperreiger als broedvogel de Krimpenerwaard heeft verlaten is niet bekend. Scheijgrond vermeldt hem niet als broedvogel in zijn Avifauna Goudana uit 1923 (Scheijgrond, 1923), maar deze avifauna biedt voornamelijk informatie over het noordelijke deel van de Krimpenerwaard. D
V
anafdeoprichtingvandeNatuur-enVogelwerkgroepKrimpenerwaard in 1961 komen meer gegevens beschikbaar. In deze periode tot circa 2017 is er met vrij grote zekerheid niet gebroed in het gebied. Hierop is één uitzondering, namelijk een broedgeval in een geriefbos in Zuidbroek, Bergambacht in 2001 dat werd ontdekt tijdens een SOVON kartering van de Commissarissenlanden (mond.med. S. Deutseman, SOVON). Deze broedpoging bleef echter zonder resultaat. Ook in opvolgende jaren werd hier niets meer vastgesteld (Natuurregistraties Buisman en Terlouw). Vanaf 2017 werden broedverdachte vogels aangetroffen in de moeraszone van de Nespolder (natuurregistraties Buisman en Terlouw). Later kwam het bericht dat hier een kleine broedkolonie is gevestigd (mond. med. J. van der Winden).
H
oewel er dus al decennia niet of slechts zeer incidenteel werd gebroed is de Krimpenerwaard voor de purperreiger steeds van belang geweest als foerageergebied. De ligging op relatief geringe afstand van zowel de broedkolonies in de Boezems Kinderdijk als in de Zouweboezem, die beide sinds de jaren negentig een forse groei hebben doorgemaakt, is van grote invloed op de toename van het aantal foeragerende vogels en het
gebruik van slaapplaatsen in de Krimpenerwaard (figuur 1). De actieradius van de purperreiger tijdens de nestfase (Kooij, H. van der, mond. med.) en het gedrag van purperreigers om na het uitvliegen van de jongen de kolonies te verlaten en gedurende de gehele dag in de foerageergebieden te verblijven, zijn oorzaak dat de grootste aantallen in de Krimpenerwaard in de periode augustus - september zijn waargenomen (Van der Winden, et al, 2010 & 2013).
A
anzet tot gestructureerde registraties Purperreigers komen omstreeks maart aan uit de overwinteringsgebieden en vertrekken weer vanaf eind augustus tot begin oktober (Bosch M. van den & R. Vlek , 2006). In de Krimpenerwaard kan de purperreiger gedurende de gehele periode van maart tot oktober worden waargenomen. Incidenteel vindt overwintering plaats, wat meestal betrekking heeft op een fysiek beperkt exemplaar. Hoewel er veel waarnemingen worden geregistreerd blijven er vragen: • Wordt het gebied gedurende de gehele periode van aanwezigheid in ons land in gelijke mate bezocht? • Is de verspreiding homogeen over het gebied verdeeld? • Worden jaarlijks dezelfde slaapplaatsen gebruikt?
A
Figuur 1. Broedkolonies purperreiger in de omgeving van de Krimpenerwaard
l een groot aantal jaren volgen we deze soort. Aanleiding was het onderzoek naar de ligging en kwaliteit van foerageergebieden in agrarisch gebied (Van der Winden et al, 2001, 2002 & 2004) en het onderzoek naar slaapplaatsen na de broedtijd uit 2010 en 2013 geïnitieerd door Landschapsbeheer Zuid-Holland (Van der Winden et al, 2013). Aan beide onderzoeken mochten wij als vrijwilliger een bijdrage leveren. De werkwijze en kennis die we hieruit meenamen hebben we toegepast voor aanvullend onderzoek in de Krimpenerwaard. Soms incidenteel in een heel klein gebied, bij gebiedsstudies veelal op polder of NNN gebiedsniveau binnen één jaar. Soms intensiever of in een groter gebied veelal om foerageerdichtheden te bepalen, voortkomend uit de Wet natuurbescherming gerelateerde onderzoeken om de externe werking van Natura 2000 gebieden te kunnen bepalen. Soms meer structureel zoals onze tellingen van de Lek overstekende vogels van of naar Kinderdijk in de kleine jongen fase, om inzicht te krijgen over het belang van de Krimpenerwaard voor deze kolonies en welke gebieden worden bezocht om te foerageren. Een mooie structurele slaapplaatstelling ontstond toen zich een jaarlijks bezette slaapplaats in een gemengd bosje vlak achter onze woning van destijds aan de Schaapjeszijde vestigde. Helaas is dit bosje inmiddels gekapt, maar wat een leuke vogelervaringen hebben we daar mogen beleven (Terlouw R.J.S. & D. Buisman, in archief Bui-TeGewoon | groenprojecten). Begin 2019 hebben we een eerste poging gedaan tot evaluatie van de verzamelde gegevens, waarbij we ook gegevens van WAARDVOGEL | FEBRUARI 2022 17