meer
Doctor Vloemans gaat met pensioen MEER – Hij is wereldberoemd, in Meer. Na een carrière als huisarts kan dat bijna niet anders. Vele mensen kennen hem en vice versa. Zijn pensionering is een mooie gelegenheid om Luc Vloemans, de huisarts die op pensioen gaat, enkele vragen te stellen. Een afscheid van een drukke en respectvolle job van mensen helpen. Toen werd ik gevraagd om naar de veteranen te komen van FC Meer. Zij hadden nog enkele 35 plussers nodig en dat was ik net. Ik heb er heel wat jaren met plezier gespeeld, maar door een knieblessure, opgelopen in het zaalvoetbal, moest ik ermee stoppen. Ik kwam ook in de Cahier de Brouillon. Daar werden toen de Griekse feesten georganiseerd. Toen ik Lode Verschueren vertelde dat ik enkele Antilliaanse groepkes kende in Nederland, ontstond het idee van ook eens een keer Antilliaanse feesten te houden in de tuin van Cahier. Jawel, dat was het prille begin. Je ziet wat ze ervan gemaakt hebben.
DHM: Je bent niet van Meer afkomstig. Hoe ben je dan toch in Meer terecht gekomen? Luc Vloemans: Ik kom van het landelijke Tielen, ook een Kempens dorpje. En studeerde arts in Leuven. Toen ik klaar was met mijn opleiding was ik 25. Ik wilde graag de wereld in, en mijn eerste job zoeken in de ontwikkelingshulp. Tevens kon ik zo ook de legerdienst vermijden. Want daar had ik echt geen zin in. Zo kwamen we, mijn vrouw Gertie en ik, het eerste jaar in Suriname terecht en daarna 2 jaar op Bonaire, een eiland van de Nederlandse Antillen. Na die twee jaar hadden we het zo naar ons zin dat we nog twee jaar verlengden. Een 5e en 6e jaar had ook nog gekund maar onze zoon Sam was ondertussen geboren en we besloten van terug te keren. Toch kan ik zeggen van die periode in de Antillen dat ik als huisarts heel veel beroepservaring heb opgedaan. Je moest letterlijk alles zelf doen. Specialisten, zoals bij ons, dat bestond daar niet.
was van Dr. Pauwels. Dat was juni 1980. Meer was toen voor mij onbekend zodat ik per abuis eerst naar Meerle reed. En in oktober van dat jaar kwam het huis van Jan Herrijgers op het Lak te koop. Een buitenkans want het huis leende zich erg goed voor een dokterspraktijk. DHM: Je kende er niemand? Luc Vloemans: Neen, maar ik vond het belangrijk om onder de mensen te komen. Ik ging naar de voetbal kijken en vond zelf een caféploeg, de Mussenakker. Waar ik enkele jaren speelde.
DHM: Het werk toen als dokter, hoe was dat? Luc Vloemans: In het begin, zeg maar de eerste 20 jaar, zie je toch een groot verschil met nu. Je moest de hele week, ook ’s nachts en tot zaterdagmiddag, paraat zijn. Dan had je om de zoveel weken ook nog weekend-dienst. Er eens tussenuit, voor een begrafenis van eigen familie bijvoorbeeld, was erg moeilijk. Mensen gingen vroeger niet zo snel naar de dokter, maar als ze belden verwachtten ze dat je er snel bent en dat jij naar hen toekomt. En, opvallend, het was zeer dikwijls ’s avonds. Mijn vrouw Gertie, stond altijd paraat om de telefoon op te nemen als ik de huisbezoeken deed. Voor mijn dokterspraktijk is zij onmisbaar, dat weten de mensen vaak niet. Zij verdient een dikke pluim, dat mag ook wel eens gezegd worden. En dan kon het gebeuren dat je op Maxburg geweest was, en bij het thuiskomen weer terug moest omdat er net iemand gebeld had. In 1997 kwam er in Meer een GSM mast. Dat was voor ons een grote doorbraak. Met een GSM was ik veel flexibeler. En kon mijn vrouw ook eens weg van de telefoon. DHM: Is er een evolutie in het werken als huisarts? Luc Vloemans: Jazeker. Op alle gebied. Een
DHM: En toen naar Meer ? Luc Vloemans: Ja. Ik zocht een plaats als huisarts ergens in de Antwerpse Kempen. Toevallig hoorde ik dat in Meer een praktijk over te nemen
50 - SEPTEMBER 2012 - DE HOOGSTRAATSE MAAND
DHM_september_329.indd 50
23-8-2012 14:30:47