mei 1999 - De Hoogstraatse Maand

Page 4

MAN IN DE MAAND verlichten. We hebben van kleinsaf mee moeten werken. Bij ons thuis waren ze zeker geen slavendrijvers en de school en het huiswerk kwamen in de eerste plaats. Spijbelen om thuis een handje toe te steken was er bij ons niet hij. Dan staken onze ouders zelf liever nog een tandje bij. Maar we leerden wel de handen uit de mouwen steken Daarom hen ik ook nu blij dat mijn kinderen meer met hun paarden bezig zijn en we ook op hen al eens een beroep kunnen doen om een handje toe te steken in het bedrijf in plaats van voor het kastje zitten. Ze moeten iets hebben om nuttig bezig te zijn. Ik heb dc indruk dat het heel wat jongeren dikwijls ontbreekt aan een zinvolle bezigheid."

Ben je lang naar school geweest? "Na de lagere school ben ik in Hoogstraten naar de land- en tuinbouwschool gegaan. Ik heb er een A3-diploma behaald en ging er naar school tot mijn zestiende. Ik volgde ook nog een specialisatiejaar. Mijn ouders en ook Marcel Verbruggen, die destijds les gaf aan de tuinbouwschool, drongen erop aan om door te studeren. Mijn besluit stond echter vast. Ik zou boer worden."

Had je naast de school en het werk thuis nog Vrije tijd? "Niet veel, maar we zijn altijd wel actief geweest bij de KLJ. In het begin was dat nog de BJB. Ik heb er toen ook nog een melkophaaltoer bij genomen. Dat was heel zwaar werk. In het begin was dat nog met paard en wagen. Dat betekende dat ik 365 dagen op 365 dagen in weer en wind en 's morgens vroeg de baan op moest om overal de volle melkkitten op te halen en de lege terug te zetten. De meiktoer was echt wel zwaar. Als ik zondagavond uit was geweest en ik kwam een eerste keer in de melkerij van Meerle toe om de volle kitten te lossen en het leeggoed terug op te laden, dan was het lui zweet van de zondagavond er ineens uit. Drie jaar heb ik dat met paard en kar gedaan en nog twee jaar met een trekker. Toen heb ik een veilingtoer op mij genomen. Dat was ook werken. In het begin waren dat nog aardbeien. Het waren niet zo'n grote wagens, maar ze hingen wel met twee aan elkaar en als die vol waren vervoerde ik achttien palletten met telkens 120 bakjes. Die moesten allemaal geladen en gelost worden. In het hoogseizoen moesten we zelfs twee keren rijden."

Hoe heb je Wieza leren kennen? "Die hen ik gewoon tegengekomen. Nee, niet op mijn meiktoer maar met de Aardbeienfeesten in Meerle. Daar deden we met onze familie en het gebuurte Klein Eyssel ook hard aan mee. Toen May Deckers aardbeienprinses werd zat ik in de ploeg van Klein Eyssel, dal weet ik nog wel. Dat is nu al heel lang geleden. Vroeger gingen we ook alleen op zondagavond uit, zaterdag was nog een werkdag. We startten vroeg en zorgden ervoor dat we om twaalf uur's nachts thuis waren, het uur dat de jeugd nu vertrekt. Dat hoorde zo. Omdat we er zondag al vroeg op uit trokken moesten we er voor zorgen dat het werk vroeger gedaan was. De jongeren gaan tegenwoordig pas tussen tien en elf uur de deur uit om een stapje in de wereld te zetten. De boerenzonen hebben nu in vergelijking met vroeger dus rustig de tijd om het werk af te handelen op de uitgaansavond.".

Hoe ziet een werkdag er voor jullie nu uit? 'We staan 's morgens rond zes uur op. Na dc koffie gaan we de koeien melken en voederen. 's Avonds rond zes uur herhaalt zich dat. Dat zijnde vaste taken van elke dag. Daar komen we als meikveehouder niet onderuit. Overdag is het werk afhankelijk van de tijd van het jaar. De 4

koeien kalven bij ons in de periode van augustus tot Allerheiligen. Ik zorg er dan voor dat ik voor de rest weinig aan de hand heb. De koeien en de kalfjes vragen in die periode heel wat aandacht enje moet er's nachts ook heel dikwijls voor uit je bed. Als de koeien kalven moet je er altijd voor zorgen dat je in de buurt bent. De zorg voor de kleine kalfjes neemt Wieza voor haar rekening. Ik heb daar veel te weinig geduld voor.

Je bent actief in de Boerenbond. Wat doe je precies? "Ik zit plaatselijk in de bedrijfsgilde van de melkveehouders. Van daaruit zetel ik in de arrondissementsraad Turnhout en ook in de Bondsraad, dat is eigenlijk het parlement van de Boerenhond. In de Bondsraad zetelen vertegenwoordigers van de arrondissementen en vertegenwoordigers uit de verschillende sectoren. Daarboven heb je nog het hoofdbestuur en het dagelijks bestuur. Vanuit de bedrijfsgilde zetel ik ook in de commissie Wortel-Kolonie. Op die manier ben ik natuurlijk wel op de hoogte van het reilen en zeilen van de landbouw in het algemeen."

De landbouw staat onder zware druk. "Er komt heel wat op ons af. Het laatste is 'Agenda 2000'. De laatste jaren is men vanuit het beleid bezig met de liberalisering van de landbouwhandel. Daarom is het aandeel van de subsidiĂŤring in het inkomen veel minder groot geworden. Enkele jaren geleden sloot men de GATT-onderhandelingen af en nu staan de WTO-onderhandelingen over de wereldhandel voor de deur. Ook de andere sectoren hebben daar mee te maken. In het kader van de vrije wereldhandel zullen de landen hun eigen landbouwproductie niet meer rechtstreeks mogen subsidieren. Men wil alle prijzen op wereldprijsniveau brengen. Dat is hier niet haalbaar. Er is bovendien in de hele wereld geen enkel land dat zijn landbouw niet steunt, ook Amerika doet dat door rechtstreekse inkomenssteun te verlenen. Men wil de melkprijs met 15% laten zakken en een premie invoeren per koe. Maar die premies compenseren het verlies aan in-

komsten niet helemaal. Men zegt trouwens nu al dat het Europees landbouwbeleid veel geld kost. Daar hen ik het niet mee eens. Landbouw is de enige Europese sector. Alle andere materies worden nog op nationaal vlak geregeld. Het is dus eigenlijk vanzelfsprekend dat vooral de landbouw Europa geld kost. Het is niet plezant om als boer straks als steuntrekker te gaan werken. Daar zullen we echter mee moeten leren leven. Als je het op de keper beschouwt is het zo dat iemand die in het onderwijs of bij de post werkt ook betaald wordt door de staat. Er is dus op dat vlak weinig verschil"

Wat is de achterliggende bedoeling van het beleid? "De Europese Commissie en de politiek in het algemeen willen het basisvoedselpakket goedkoop houden. Maar ook de relatie tussen de prijs van de basisgrondstof en de prijzen die in de winkels moeten betaald worden is een beetje zoek. De kloof tussen producent en consument wordt alsmaar groter. Het consumptiepatroon is helemaal gewijzigd. Mensen die met z'n tweeĂŤn gaan werken, kopen geen melk, boter en aardappelen. De consument koopt tegenwoordig kant en klare producten. Die evolutie is onomkeerbaar. De prijs van het graan staat nu op vier frank. Dat was in de jaren vijftig ook zo. Toen eierhandelaar Drej Huybrechts indertijd de eieren bij de boeren kwam ophalen om in zijn winkel te verkopen, betaalde hij 1,2 frank per ei. Zoveel kost een ei nu nog altijd. Het verschil is dat een kippenkweker nu 50 000 legkippen heeft. Zijn gezin lijdt een heel normaal leven. De techniek staat niet stil. Nu zijn er mensen die vinden dat die kippen op batterijen niet meer kunnen. Ze vinden dat maar niks. Als producenten zullen we mettertijd ook anders moeten gaan denken. Ik heb daar geen moeite mee. Maar als de consument geen eieren wil die afkomstig zijn van batterijkippen, dan moet ook de politiek de moed hebben om een verbod in te stellen op de invoer van buitenlandse eieren die wel van batterijkippen afkomstig zijn. Dat druist dan weer in tegen de politiek van de Vrije wereldhandel, maar anders ondermijnen ze gewoon hun eigen kippensector omdat onze kippenkwekers dan niet meer kunnen concurreren tegen de buitenlandse kwekers. Ik vind het ook


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.