maart 1999 - De Hoogstraatse Maand

Page 2

uit9eweekt Louis Fransen Regelmatig defileren in deze rubriek min of meer bekende Vlamingen of wereldburgers die een binding hebben met Hoogstraten. "Uitgeweekt" is het product van 'uitwijken" en "los weken ".

De Japanse Hoogstratenaar of is het de Hoogstraatse Japanner, Louis Fransen, was in januari enkele weken met vakantie bij familie in ons land. Hij stond destijds samen met Jos Martens, Louis Croes, Leon Doms en Jos Adams aan de wieg van het IKO (Instituut voor Kreatieve Opvoeding). Reeds duizenden mensen zijn er sinds de oprichting van het IKO in 1965 zijn spoor gevolgd om er zich intenser en onder begeleiding in de beeldende kunsten te bekwamen. Tientallen onder hen maakten er intussen hun beroep van. Wat 34 jaar geleden begon met een handvol leerlingen is intussen uitgegroeid tot een volwaardige academie met bijna 600 leerlingen. Het was Louis zijn eerste project en er zouden er nog volgen... Maandag 2 februari konden de leerlingen van het IKO (in Hoogstraten ook wel 'de tekenschool' genoemd) eindelijk eens kennismaken met de stichter van de school, al klinkt deze omschrijving wat bestoft voor iemand die nog steeds zo bruist van activiteit! Bij wijze van inleiding nam Jef Martens, directeur, ons even mee terug in de tijd. Louis Fransen werd zeventig jaar geleden in Beerse geboren maar op zijn derde jaar verhuisde hij naar Hoogstraten. Hij liep er school aan o.a. het Klein Seminarie, toen nog 'het pastoorsfabriekje' genoemd, en ja, ook Louis werd priester. In Mol was hij een tijd onderpastoor. Maar België werd te klein en de drang naar avontuur te groot zodat Louis als missionaris van Scheut in Japan belandde. Schilderen en tekenen boeide hem al vanjongsaf en in het land van de rijzende zon ging hij zich vervolmaken, eerst in olieverfschilderen, later volgden opleiding glasramen en keramiek. Als Louis al een halve filosoof was, dan werd hij het ginder helemaal. Hij studeerde er vier jaar Oosterse filosofie (licentiaat), volgde lessen aan het hoger instituut voor beeldende kunsten in Tokyo om er een tijdje later professor schilderkunst te worden. Hij was (mede)oprichter van de staatsacademie voor glasramen. Ook in Okinawa, een eiland in het zuiden, was hij tien jaar professor aan de staatsacademie. Van Louis zijn zowat in alle grote stations en ook in de internationale luchthaven van Tokyo monumentale werken te bewonderen. Niet niks als je bedenkt dat je als buitenlander al heel wat in je mars moet hebben om zo gerespecteerd te worden. Nu is hij daar, na veertig jaren, uiteraard niet meer weg te slaan, temeer ook omdat zijn leven een totaal andere richting uitging en hij intussen getrouwd is met Mitsio. Sinds vier jaar stapt hij trouwens als mijnheer Rui Ogata door het leven. Na deze inleiding schetste Louis ons op begeesterde wijze en met dia- en videoprojectie

een beeld van en een kijk op Japan. Hieruit blijken fundamentele verschillen tussen onze levenswijze en de hunne. Zo sprekende mensen onderling verschillende talen, afhankelijk van de persoon met wie ze praten, en vooral of die hoger of lager op de maatschappelijke ladder staat. Bij een ontmoeting op hoog niveau worden er kaartjes uitgewisseld, zo weet je tenminste hoe je de ander moet toespreken. Een Japanner cijfert zichzelf weg: er is geen persoonsvorm, geen ik of gij, enkel het werkwoord. De beleefdheid gaat zelfs zover dat men bij een vergadering niet in discussie treedt, alles is vooraf reeds vastgelegd, 'om de muren op te lopen'. Louis komt stilaan op dreef en kleurt hier en daar zijn uitspraken met een vleugje humor: "Een Japanner heeft te veel manieren en een Chinees te weinig, dat is meer een individualist, hij lijkt wel een Belg." "In hun ogen lijken wij barbaren, want wij eten met wapens: een dolk en een nek; terwijl zij het met stokjes doen." Wij maken oorlogen om ideologieën, geloven in een hiernainaals, zoeken achter alles een betekenis. Zij niet, zij nemen het leven zoals het is en gaan niet voortdurend op zoek. Het voorkomen van de dingen is belangrijk. Hun filosofie is: er is geen filosofie. Als westerlingen gaan boogschieten hebben zij slechts één doel: de roos. Dat interesseert oosterlingen niet; de boog spannen, de beweging op zich, de volledige overgave, daar gaat het om, de rest (het doel) is bijzaak. Dat uit zich ook in de kunst. Het tentoongestelde beeld, bijvoorbeeld een steen, is bijna onbewerkt; laat de steen zoveel mogelijk steen zijn. In de teken- en schilderkunst ziet men (weinig of) geen perspectief omdat dit voor hen kunstmatig is, bedrog: een vlak heeft maar twee dimensies. In vele landschapschilderijen is de mens afwezig of nietig. De Japanse kunst is er een van evenwicht tussen wat geschilderd is en wat open blijft. De lege ruimte, het onbeschilderde vlak, maakt een volwaardig deel uit van de compositie. Westerlingen moeten

De naamstempel van Louis Fransen (RU! OGATA) is zoveel als een handtekening hier in het Westen.

alles vullen, betekenis geven, zijn bang voor leegte. Toch zagen we op de videobeelden die Louis van zijn monumentale projecten had gemaakt, weinig van die 'Oosterse leegte'. Dat heeft blijkbaar te maken met het feit dat de financiers van deze grote opdrachten een vinger in de verf willen hebben over wat precies afgebeeld wordt en zich weinig bekommeren om de Oosterse tradities. In zijn ruime ateliers voert Louis met zijn assistenten trouwens regelmatig werk uit van andere kunstenaars. Van Louis zelf zijn in Hoogstraten enkele grote keramieken te bewonderen: in de hal van hotelschool Spijker, en in het Spijker zelf, aan de zijgevel van het VITO en in de inkomhal, in de hal van de Land- en Tuinbouwschool en in het Klein Seminarie, waar deze kennismaking plaatsvond. We bedanken Louis van harte voor deze interessante toelichting en wensen hem namens IKO nog veel Inspiratie en aspiratie.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.