december 1997 - De Hoogstraatse Maand

Page 11

DAGBOEK want hij was in staat van hem terug te halen. Hij antwoorde daarop « Schade dasz ich hier den verdammten Pfaffe nicht todgeslagen hebe, aher der geht so wie so toch caput. Al die miese auslender mussen hier caput. » Ondertusschen heeft den Z.E.H. Deken het geluk gehad afgekeurd te worden om in de kommando's te werken en had hij voortdurend lichten arbeid gekregen in het lager. Wegens zijn ouderdom en verzwakking van 't zenuwsielsel. Onder lichten arbeid verstond nien het onderhoud van hei lager, reiniging. In de maand Augustus was den Z.E.H. Deken al geweldig afgevallen door zijn buikloop, waarmede hij zelfs een paar weken in de infirmerie is geweest. Daarna heeft hij met moeite het overige van de maand Augustus en September doorgesparteld. Maar nu kwamen de koude wintermaanden. Ik was ondertusschen verpleger geworden in de ambulance der chirurgie. Toen ik op zekeren dag den Z.E.H. Deken zag binnenstrompelen met hinkend been, had hij een 'phelgmon' aan zijn rechterbeen. Het was enkele dagen geleden dat ik hem niet meer gezien had en ik herkende hem bijna niet meer, zoo erg was hij uitgemergeld. Letterlijk het vel over de beenen: een levend geraamte. Aan zijn lach was hij immer nog te herkennen, al was de straal en het groote levenslicht verdwenen. Ik hoopte nog hem te kunnen redden, maar volgens dc dokter was 't vruchteloos. Het was dokter Chauhart die me zegde : « Non, mon fils, h cel âge l, ii n'y a plus rien h faire. C'est encore la questlon de quelquesjours, mais ii est condamné ti mort, comme tant d' autres. Maudits sont les boches. » De winter met zijn sneeuw, regen en ijskoude winden en daarbij nog de onvoldoende kleederen, hadden den boom neergeveld. Hij ging linigzaaiii aan het verkwijnen. Door de zwakte en de uitputting had hij geen lichamelijken weerstand meer om al die ziekten die hem ineens te pakken kregen te boven te komen. Daarbij had de winter hem nog een zware pneumonie gegeven dat hij van tijd tot tijd in zijn fluimen versmachtte. Zijn lijden was onzeggelijk en daarbij had hij een rheumatismus die hem om zoo te zeggen bijna verlamde. Tot slot doorzinderden hem de pijnen van zijn phlegmoon aan het rechterbeen. Dit alles was voor hem een onmenschelijke foltering. en toch glimlachte hij nog immer tot zijn laatste uren. Wanneer nu iemand in de zaal op sterven lag dan ging ik den Z.E.H. Deken verwittigen en dan sukkelde hij al op mijn schouder leunend lot het bed van den stervende. Zoo deed hij tot den laatsten dag. Ik herinner me den laatsten morgen, hij kon niet meer gaan. ik moest hem dragen en toch wilde hij er uit om den stervenden kameraad nog een laatste kruisje te geven. Zoo kwam de dag, het was den 5-December 1944. Dokter Chaubart en ik hielden om de beurt de wacht. 1-let was rond 15.30 u. Ik had hem recht gezet in bed en hield hem vast. Dukter Chauhart voelde de pols. Al meteens knikt het hoofd en vallen de oogen toe. De dokter nllek een kruis, ik ook. Het was gedaan. De ziel ss uit het lichaam weggegaan. Het einde was gekomen zoo rustig en kalm zooals hij onder on leefde. Met lichten lach is hij gestorven en ons heengegaan. Het was een groote ziel, wonderbaar hart, optimist in de vreeselijkste stonden en de goede herder voor zijn landgenooten Verdoemd zijn de moordenaars van dat volk. waarop den vloek eeuwig rust, omdat ze zoon

mensch en talrijke anderen het leven benamen, daar ze niet hun meening deelden... Na het appel werd het lijk naar beneden in de kist gedragen, om dan vervoerd te worden naar Dora (bij Nordhausen), waar het lijk met talrijke anderen enkele dagen later verbrand werd in het crematorium. De dokter vermeldde op het briefje « Abgang durch Tod » Doodesoorzake Diagnose «apop/exie pulmonaire » ,ir. 60.009

Gestorven om 15.30 uurden 5/12/1944 te Ellrich (Prov. Saksen) Geteekend den 6/6/1945 door Jacques De Smedt, ex-verpleger der infirmerie te Elirich (Buchenwald). nr. 60.476. Teruggekeerd in het Vaderland den 2415/1945 te Assebroek bij Brugge, Prins Karellaan 101, Villa Clémentine.

True Ook Deken Lauwerys kende deze brief (of een kopie). Hij publiceerde de tekst in 'Truc : Waar gebeurd' (uitgave HOK, 1972, blz. 63-65) onderde titel : 'Deken Senden' s martelweg' en het artikel begint als volgt Op verzoek van Bert Levsen heb ik er de eerste maal over gesproken op 27mei 1945, toen Jan La,nbin voor de eerste maal niet de reportagewagen Van het N.I.R. naar de H. Bloedprocessie kwam. Daarna vertelde ik hein in het kort wat we toen erover al wisten.

Onder de titel 'Deken Senden's marteldood' vinden we nog een aantal andere getuigenissen in dit boek (blz. 66-70). Wij danken Jos en Simone Bruurs, Jan Mercelis, Maria Oomen en René Van Delm voor hun medewerking aan dit relaas.•

Bij de openiltg tan het zesde Kempisch Congres op zondag 29 augustus 1937 de magistraat van Hoogsrraten en de leden van het Inrichtend Comité voor de raadskelder van het stadhuis. Wij herkennen o.a. (v.l.n.r.) : Angèle Bilcke, Deken Senden, Camille Thi,'ion, René Van den Kieboomn, bestendig afgevaardigde, Leon Houben, Antoon Brosens, burgemeester Brosens, meester Mollekens, JozefLauwervs, voorzitter, Louis Van Hoeck, .rchepen Mertens en Emiel Torreele, HOK-secretaris.

Het meest gelezen blad in de Hoogstraatse regio

De Hoogstraatse Maand


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.