augustus 1990 - De Hoogstraatse Maand

Page 5

Milac en Gelmelwacht DHM: Milac, Gelmelwacht en Duzendpoot worden dikwijls in één adem genoemd. Hoe komt dat? DDP:.Er is één ding dat we altijd gezegd hebben: 'Iedere Duzendpoter is Milacmedewerker maar elke Milac-medewerker is geen Duzendpoter!' Milac-werking in deze parochie is wel ons levenswerk. In 1952, een jaar na de officiële stichting van de Duzendpoot, werden we aangesproken door onderpastoor Vlaminckx. Hij was, samen met Mon Rigouts en Louis Fransen, al een beetje begonnen met een Milacwerking in de parochie. Ze gaven een kleine Gelmelwacht uit op een paar gestencilde bladen. Dat deden die mannen terwijl ze hun mi1itaii e diLflSt klopten maar toen ze afzwaaiden konden ze dat niet meer. Daar kwam Viaminckx naar de Duzendpoot: 'Willen jullie zorgen voor de kopij en de stencils? Ik zal zorgen voor het drukken, pinnen en verzenden. Juffie verzorgen ook de verkoop aan de kerk.' Zo waren we overeengekomen. De 'Week van de Soldaat' namen we ook voor onze rekening. Dat duurde zo tot in 1960 want toen ging onderpastoor Vlaminckx naar Brecht. DHM: Dertig jaar geleden werd dus de Celmelwacht wat ze nu eigenlijk nog is? DDP: Deken Lauwerys zei toen: 'Dat gaat zo niet. Dat vraagt te veel werk van de onderpastoor. Jullie moeten dat zelf allemaal maar docn.' We vonden een lokaal hij mnrhr Van Delm. Daar werd de stencilmachine gezet en daar drukte Roger Raes , zoon van Vital en toen econoom op 't Klein Seminarie, de Gelmelwacht. We hebben ook andere medewerkers moeten zoeken, o.a. Paul Van Delm. Mijnheer Vlaminckx kreeg wel hulp van juffrouw Soetewey en Fried .Janssens maar die gaven het ook op. Maar we verkregen de medewerking van Jan Bruyndonckx en later ook nog van Frans de Jonghe. Ook Leon en René Vaij Bergen hebben een tijd geholpen. Daarbij hebben we nog een speciale 'pinciub'. Als de Gelmelwacht verschijnt komen we samen in het lokaal om het boekje te verzameleii. Stilaan zijn we ovcrgeschakeld naar abonnees. Vroeger verkochten we aan de grote kerk en aan de begijnhofkerk. Nu drukken we op duizend exemplaren. DHM: Hoe bepalen jullie eigenlijk de inhoud van de Gelmelwacht? DDP: In het begin was het een beetje zoeken en daarom gingen we eens praten met deken Lauwerys. 'Ge moet zorgen dat ge vaste rubrieken hebt', zei de deken. 'Als ge dat niet doet en zomaar voortieeft op uw inspiratie, blijft ge niet aan het werk.' We kozen eerst en vooral een 'dagklapper' want dat lezen de mensen graag. Daarin verwerken we al het grappige nieuws uit de parochie. Vroeger kwamen de mensen veel vertellen maar nu moet ge dat allemaal maar zelf horen. Ook het verenigingsleven kreeg heel wat aandacht. We hebben ook een sportrubriek, een interview, meestal van een 'gouden paar', een geestelijk woord, een prijskamp, soldatennieuws en natuurlijk de brieven van de soldaten. Het hoofdartikel is soms geschiedkundig of speelt in op de actualiteit. En dan is er nog het sterk verhaal van Juul. Jos zorgt voor de verluchting, de tekeningen. De eerste jaren, 1952-'53, deed dat Louis Fransen. DHM: Is de Gelmelwacht alleen maar een Milac-blad?

De Milac-mede werkers in groot ornaat bij het verschijnen van het lOOste nummer van de Gelmel wacht op 4mei1969. V.l.n.r. (boven) Jan Bruyndonckx, Frans de Jonghe, René Van Delm, Paul Van Delm, René Van Bergen en (onder) Rik Michielsen, Nand Bilcke en Juul Druyts.

Drie Duzendpoters met ze ven vrou weti van Duzendpoters. V. 1. n. r.: Maria Tuytelaars, Mia Van Kerckhoven, Jos Bruurs, Simonne Michielsen, Juul Druyts, Mia Michielsen, René Van Delm, Gusta Strijbos, Leonie Verheyen en Theresia Brughmans. DDP: De bedoeling is feitelijk van aan de soldaten nieuws te brengen uit hun parochie en dat kan vanalles zijn. Het is ook een beetje geëvolueerd. Toen wij in 1952 begonnen waren die mannen 21 maanden soldaat, ze zaten de langste tijd in Duitsland en ze kwamen maar om de twee maanden naar huis. Ook werden wij altijd geweldig aangemoedigd door mensen die een eind van Hoogstraten wonen: oud-Hoogstratenaren die hier uitgetrokken zijn en missionarissen. Die hebben veel aan dat parochiaal nieuws. Het soldatennieuws en het 'technisch hoekje' waren misschien vroeger belangrijker. Er zijn nu ook andere verenigingen gelijk de Bond van Grote en Jonge Gezinnen die zich op dat gebied verdienstelijk hebben gemaakt en ook het leger houdt zelf zitdagen. Daarom hebben we op zeker ogenblik besloten om ook de missio-

narissen in ons werk te betrekken. De soldaten waren het eerste front.

Onze Sint-Catharinaparochie DHM: 'Wij waren en zijn allemaal goede parochianen.' Is dat een bewuste keuze? De Duzendpoot-leden zetten zich in voor Milac, de Missiewerking, het parochiaal zangkoor en diverse andere parochiale initiatieven. DDP:Meestal is het zo dat wij gevraagd worden. Dan komen we samen en bespreken of we het wel of niet doen. Verleden jaar hebben we nog een programma verzorgd in het kader van 'ziekenzorg' voor de christelijke mutualiteiten. De Milac-werking is voor elke Duzendpoter. De rest is allemaal omdat wij gevraagd worden of volgens het persoonlijk talent. De ene is daarvoor geschikt, de ande-


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.